UVE WFPrT versie 1 - VCA Infra · 2019. 11. 28. · 8. Andere opdrachten of randvoorwaarden dan in...
Transcript of UVE WFPrT versie 1 - VCA Infra · 2019. 11. 28. · 8. Andere opdrachten of randvoorwaarden dan in...
© SSVV: versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING
Werken aan flensverbindingen (WF) volgens protocol (WFPr) met hydraulische Torque apparatuur (WFPrT)
Maart 2020
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
2
Inleiding De Uitvoeringsvoorschriften Examinering (UVE) zijn bedoeld voor de opleiders en examinatoren van de SOG C categorie opleidingen en toezichthouders. De voorschriften beschrijven de inhoud van het examen, de condities waaronder het examen afgenomen moet worden, de rol van de WBC en toezichthouders, en de wijze waarop het examen beoordeeld moet worden. In bijlage A van deze uitvoeringsvoorschriften zijn de inhoud, randvoorwaarden en uitvoering van het praktijkexamen beschreven. In bijlage B zijn de beoordelingsformulieren voor het praktijkexamen opgenomen. De belangrijkste informatie over de doelgroep, de inhoud van de training en de toetsing is kort beschreven in een specificatieblad (www.vcainfra.nl ). Deze informatie is voor een wat bredere groep bedoeld, zoals betrokkenen bij het bepalen van welke opleiding wanneer gevolgd moet worden, of betrokkenen bij het vaststellen of medewerkers de juiste competentie hebben om een risicovolle taak te kunnen uitvoeren. Artikel 1: Het examen 1. Het examen dient te worden afgenomen conform de door VCA gepubliceerde toetsmatrijs
(zie www.vcainfra.nl ). 2. Om deel te nemen aan het examen ‘Werken aan flensverbindingen’ of ‘Werken aan
flensverbindingen volgens protocol’ of ‘Werken aan flensverbindingen volgens Protocol met Torque apparatuur’ dient de kandidaat te voldoen aan de ingangseisen zoals die in het specificatieblad zijn omschreven.
3. Het examen bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. 4. Het theoretische gedeelte wordt getoetst met een theorie‐examen. Voor de toetstermen, de
tijdsduur van het examen, het aantal vragen en de cesuur; zie de toetsmatrijs 5. Het praktische gedeelte wordt geëxamineerd door middel van praktijkopdrachten en een
praktijktoets. Met behulp van een praktijkopstelling wordt geëxamineerd in hoeverre de kandidaat in staat is om op een juiste en veilige wijze flensverbindingen te openen en te sluiten. Voor verdere informatie over de uitvoering van het praktijkexamen en de beoordelingscriteria; zie het UVK en bijlagen A en B van dit document. Voor informatie over de toetstermen, de doorlooptijd en het aantal kandidaten dat gelijktijdig aan de praktijktoets kan deelnemen; zie de toetsmatrijs.
6. De praktijkopstelling van het examen moet voldoen aan de randvoorwaarden uit bijlage A. Het is de verantwoordelijkheid van de examinator om te controleren of hieraan wordt voldaan.
7. Leden van de WBC hebben het recht om tijdens de examens aanwezig te zijn om te kunnen beoordelen of de Uitvoeringsvoorschriften Examinering uitvoerbaar zijn.
8. Andere opdrachten of randvoorwaarden dan in het UVE beschreven, zijn bij uitzondering mogelijk. De WBC beoordeelt vooraf of met de andere opdrachten of randvoorwaarden het examen conform de toetstermen kan worden afgenomen.
Artikel 2: Beoordeling van het examenwerk 1. Het theorie‐examen wordt nagekeken en beoordeeld door het erkende Examencentrum. 2. De cesuur in de toetsmatrijs geeft aan hoeveel vragen goed beantwoord moeten zijn voor
een voldoende voor het theorie‐examen. 3. De beoordeling van de praktijktoets vindt plaats door de geautoriseerde examinator, met
behulp van een praktijkbeoordelingsformulier (zie bijlage B). De examinator geeft op het beoordelingsformulier de eindwaardering aan.
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
3
4. Voor een voldoende voor het praktijkexamen moeten de ‘kritieke’ beoordelingscriteria, die in bijlage B zijn aangegeven met voldoende zijn beoordeeld. Van de overige beoordelingscriteria mag er maximaal één onvoldoende per onderwerp zijn.
5. De deelnemer ontvangt een diploma als het theorie‐examen en het praktijkexamen met een voldoende zijn afgerond.
6. Een kandidaat die niet in aanmerking komt voor het diploma, omdat één van vereiste examenonderdelen niet met een voldoende resultaat is afgerond, kan eenmalig bij hetzelfde examencentrum opnieuw examen afleggen voor het niet behaalde examenonderdeel. Het eindcijfer voor het door een kandidaat met goed gevolg afgelegd theorie‐ of praktijkonderdeel blijft gedurende 6 maanden van kracht. Haalt een kandidaat de herkansing niet dan moet hij beide examenonderdelen opnieuw afleggen bij hetzelfde of een ander examencentrum.
Bijlagen: A Praktijkexamen B Praktijkbeoordelingsformulier: Werken aan flensverbindingen en Werken aan
flensverbindingen volgens protocol
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
4
Bijlage A: PRAKTIJKEXAMEN Randvoorwaarden examenuitvoering Omgeving De praktijkopstelling moet zodanig zijn geplaatst dat er voldoende licht en ruimte is om de opdrachten te kunnen uitvoeren. In de ruimte waar het examen plaatsvindt moeten de kandidaten zo min mogelijk door de omgeving worden afgeleid. Kandidaten die het examen nog moeten afleggen mogen geen zicht hebben op andere kandidaten die het examen aan het uitvoeren zijn. Praktijkopstelling De praktijkopdrachten en de praktijktoets worden uitgevoerd met de in bijlagen A1 en A2 opgenomen praktijkopstelling en met standaard geïnstalleerde afdichtingen. De opleider zorgt er voor dat de uitgangspositie van de opstelling zodanig is dat met de gekozen praktijkopdrachten (zie bijlagen B1 en C1) kan worden gestart. Het examencentrum zorgt er voor dat de uitgangspositie van de opstelling zodanig is dat direct met de praktijktoets kan worden gestart bij aanvang van het examen. Voorbereiding op het examen WFPrT: Op het formulier ‘Flensprotocol’ (bijlage C3) vult de examinator de te hanteren toleranties in. Na afloop van het examen Nadat de kandidaten de praktijkopdrachten hebben afgemeld, , wordt een lektest uitgevoerd. Deze lektest bestaat uit het op druk brengen van het systeem op 0,3 bar en het controleren van de flenzen door middel van een zeepoplossing of lekspray. Hulpmiddelen Om de opdrachten uit te kunnen voeren moeten verder per examenkandidaat onderstaande gereedschappen beschikbaar zijn.
Gereedschap (algemeen)
Aantal Gereedschap Afmetingen
1 Ringslagsleutel met beveiliging
46 mm Slechts te gebruiken met toestemming van de examinator en alleen voor het losmaken van moeren
2 Ringsleutels 20/22 mm
2 Ringsleutels 27/32 mm
2 Ringsleutels 46/50 mm
1 Steeksleutel 20/22 mm Slechts te gebruiken om tegen te houden
1 Steeksleutel 27/32 mm
1 Steeksleutel 46/50 mm Slechts te gebruiken om tegen te houden
1 Smeedhamer 1500 gram
1 Hamer 1000 gram
1 Pakkingmes 500 mm
1 Puntijzer haaks 16”
1 Handzaklamp
1 Rolbandmaat 2 meter
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
5
1 Stalen liniaal 30 cm
1 Gereedschapskist
1 Staalborstel
1 Flenzenspreider
2 Drift‐ of Centreerpennen
1 Rekcontrolemiddel bijv. meetmal
1 Pakkingvlakschraper
Gereedschap (specifiek voor WFPr)
1 Momentsleutel die is voorzien van een geldige keuringssticker (in een bereik van 100 Nm tot 450 Nm) inclusief doppen t.b.v. WFPr
1 Schuifmaat t.b.v. van WFPr
Gereedschap (specifiek voor WFPrT)
1 Back‐up wrench of moertegenhouders
1 Schuifmaat
1 Hamertje (voor ‘spechten’ van bouten na het vastzetten)
1 Torque apparatuur (compleet)
Het gebruik van een torquegun is niet toegestaan. De apparatuur moet geschikt zijn voor het geleverde protocol.
Aanbevolen wordt om een kist met reserve materiaal en gereedschap beschikbaar te hebben.
Indien wet‐ of regelgeving dit voorschrijft, dienen hulpmiddelen, materialen en machines die bij het examen gebruikt worden, een geldige keuring te hebben.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) De volgende PBM's dienen te worden gedragen: helm, veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, werkkleding en handschoenen plus ter plaatse voorgeschreven PBM's. N.B. dit geldt ook voor examinator en eventuele toezichthouder. Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) Iedere kandidaat moet individueel, voor aanvang van de praktijkopdracht, op de locatie waar de opdrachten worden uitgevoerd, een LMRA uitvoeren voor zowel de locatie, de opdracht en de bij de opdracht te gebruiken apparatuur en gereedschappen. Het examencentrum dient hiervoor een LMRA kaartje/checklist beschikbaar te stellen aan de kandidaat. De kandidaat vinkt hierop een “ja” of “nee” aan. Voorbeelden van LMRA vragen die opgenomen kunnen worden zijn:
Weet ik wat ik moet doen?
Weet ik wat er fout kan gaan?
Als het fout gaat, wat moet ik dan doen?
PBM’s ok?
Werkkleding ok?
Vluchtroute ok?
Apparatuur of gereedschap ok?
Omgeving veilig?
Omgeving afgeschermd?
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
6
Praktijkopdrachten Kandidaten maken tijdens de opleiding één of meerdere praktijkopdrachten, zie ook het Examenplan in het UVK. Voor deze praktijkopdrachten ondertekent de docent de Verklaring Uitvoering Praktijkopdrachten (zie UVK). De kandidaten voeren individueel of in tweetallen één of meerdere opdrachten uit, afhankelijk van het examenplan van de kwalificatie die de kandidaten willen behalen, zie ook het Examenplan (in het UVK), die bestaan uit het plaatsen van een steekflens, het trekken van een steekflens, het draaien van een brilflens (openen of sluiten) en/of het vervangen van een pakking. N.B. De opdrachten Werken aan Flensverbindingen zijn opgenomen in bijlage B1 (opdrachtenoverzicht) en bijlage B2 (opdrachtformulier). De opdrachten Werken aan Flensverbindingen volgens Protocol, en Werken aan Flensverbindingen volgens Protocol met hydraulische Torque apparatuur, zijn opgenomen in bijlage C1 (opdrachtenoverzicht), bijlage C2 (opdrachtenformulier/flensprotocol WFPr), en bijlage C3 (flensprotocol WFPrT). Praktijkexamen Kandidaten voeren een laatste praktijkopdracht uit, welke beoordeeld wordt door een examinator van het erkende examencentrum. Deze gaat, net als de uitgevoerde praktijkopdrachten, van start met een LMRA, zoals hierboven beschreven. Tijdsduur en aantal kandidaten De praktijktoets voor Werken aan flensverbindingen duurt maximaal 60 minuten per kandidaat. De praktijktoets voor Werken aan flensverbindingen volgens protocol en Werken aan flensverbindingen met hydraulische torque apparatuur duurt 105 minuten per koppel kandidaten. Een examinator mag maximaal vier kandidaten gelijktijdig aan twee praktijkopstellingen examen laten doen.
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
7
BIJLAGE A1: SHEET 1 SAMENGESTELDE TEKENING (zie www.vcainfra.nl )
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
8
Bijlage A2. Sheet 2 detailtekening
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
9
Bijlage B1: Opdrachtenoverzicht: Werken aan flensverbindingen (WF) Type verbinding Aantal bouten Locatie Opdracht
1 2 3 4 5 6
2”150# SO 4 S01 sp st
3”300# T&G 8 S02 pv pv
6”300# WN RF 12 S03 sp st sp st
3”150# LJ 4 S04 sp st
3”300# WN RF 8 S06 pv pv
4”150# WN RF 8 S07 st sp
3/4”150# WN RF 4 S08 bod bdd
Type verbinding Aantal bouten Locatie Opdracht
7 8 9 10 11 12
2”150# SO 4 S09 sp st
3”300# M/F 8 S10 pv pv
6”300# WN RF 12 S11 st sp st sp
3”150# WN RF 4 S12 pv pv pv pv
3”150# LJ 4 S13 sp st
4”150# WN RF 8 S14 st sp
3/4"150# WN RF 4 S15 bod bdd
pv Pakking vervangen
sp Steekflens plaatsen
st Steekflens trekken
bod Brilflens opendraaien
bdd Brilflens dichtdraaien
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
10
Bijlage B2: Opdrachtformulier WF Praktijkopdracht
OPDRACHT NR.: (Uit opdrachtenoverzicht "werken aan flensverbindingen - WF") Flensverbinding pakking
vervangen steekflens plaatsen
steekflens trekken
bril open- draaien
bril dicht- draaien
locatie afmeting type S01 2"150# Slip On S02 3"300# Tongue & Groove S03 6"300# Welding Neck S04 3"150# Lap Joint S05 3"1500# Ring Type Joint S06 3"300# Welding Neck S07 4"150# Welding Neck S08 3/4" 150# Welding Neck S09 2"150# Slip On S10 3"300# Male / Female S11 6"300# Welding Neck S12 3"150# Welding Neck S13 3"150# Lap Joint S14 4"150# Welding Neck S15 3/4" 150# Welding Neck
PAKKINGEN 0 Vezel gebonden pakking 0 Ring Joint 0 Grafiet spijkerplaat Pakking 0 Spiral Wound pakking 0 Enveloppe pakking
0 Kamprofiel pakking 0 Teflon plaatpakking
Opmerkingen (in te vullen door flensmonteur):
Naam flensmonteur: Paraaf: Datum:
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
11
Bijlage C1: Opdrachtenoverzicht: Werken aan flensverbindingen volgens protocol met torque apparatuur (WFPr//WFPrT) Type verbinding Aantal bouten Locatie Opdracht
1 2 3 4 5 6 7 8
2”150# SO 4 S01 sp st
3”300# T&G 8 S02 pv pv
6”300# WN RF 12 S03 sp st
3”150# LJ 4 S04 sp st
3”1500# RTJ 8 S05 pv pv pv pv pv pv pv pv
3”300# WN RF 8 S06 pv pv
4”150# WN RF 8 S07 st sp
3/4”150# WN RF 4 S08 bod bdd
Type verbinding Aantal bouten Locatie Opdracht
9 10 11 12 13 14 15 16
2”150# SO 4 S09 sp st
3”300# M/F 8 S10 pv pv
6”300# WN RF 12 S11 sp st
3”150# WN RF 4 S12 pv pv pv pv
3”150# LJ 4 S13 sp st
4”150# WN RF 8 S14 sp st
3/4”150# WN RF 4 S15 bod bdd
3”1500# RTJ 8 S16 pv pv pv pv pv pv pv pv
pv Pakking vervangen
sp Steekflens plaatsen
st Steekflens trekken
bod Brilflens opendraaien
000bdd Brilflens dichtdraaien
pv Pakking vervangen aan de hand van flensprotocol bij gebruik makende van ofwel handmatige (WFPr) ofwel hydraulische (WFPrT) torque apparatuur
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
12
Bijlage C2: Opdrachtformulier en flensprotocol WFPr praktijkopdracht
OPDRACHT NR.: (Uit opdrachtenschema "werken aan flensverbindingen - WFPr") Flensverbinding pakking
vervangen steekflens plaatsen
steekflens trekken
bril open- draaien
bril dicht- draaien locatie afmeting type
S01 2"150# Slip On S02 3"300# Tongue & Groove S03 6"300# Welding Neck S04 3"150# Lap Joint S05 3"1500# Ring Type Joint S06 3"300# Welding Neck S07 4"150# Welding Neck S08 3/4" 150# Welding Neck S09 2"150# Slip On S10 3"300# Male / Female S11 6"300# Welding Neck S12 3"150# Welding Neck S13 3"150# Lap Joint S14 4"150# Welding Neck S15 3/4" 150# Welding Neck S16 3"1500# Ring Type Joint
S05 en S16 aanhalen op moment (zie flensprotocol)
PAKKINGEN 0 Vezel gebonden pakking 0 Ring Joint 0 Grafiet spijkerplaat Pakking 0 Spiral Wound pakking 0 Enveloppe pakking 0 Kamprofiel pakking 0 Teflon plaatpakking
FLENSPROTOCOL Algemene informatie: 350 x 50% = 175 Aanhaalmoment 350 Nm 350 x 80% = 280
Conditie van de flensverbinding (aankruisen wat van toepassing is) Topzijde Bodemzijde ja Nee ja nee
Leidingspanning Leidingvervorming
Pakkingvlak beschadigd Rek van bouten binnen toleranties.% Ja nee
Flensparallelliteit meting Parallelliteit vaststelling Voor aanhalen Na aanhalen Afwijking Max. afwijking K1 L1 K1-K3
≤… mm
K2 L2 K2-K4 K3 L3 L1-L3 K4 L4 L2-L4
Opmerkingen (in te vullen door flensmonteur):
Naam flensmonteur:
Paraaf: Datum:
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
13
Bijlage C3: Flensprotocol WFPrT praktijkopdracht
Flensprotocol
Naam
1 Algemene
info
Apparaat Plant Equipment Flens label Leiding FlensMaat Protocol Drukklasse Omschrijving:
2 Voor-
bereiding
Spanning op flenzen Ja/nee Bouten schoongemaakt/nieuw Schoon/Nieuw Bouten ingevet Ja/Nee Moer spiegelvlak ingevet Ja/Nee Nieuwe pakking aanwezig Ja/Nee Omschrijving:
3 De flens-
verbinding
Bout maat Kenmerken zichtbaar Ja/Nee Materiaal Bouten Aantal bouten Materiaal Moeren Pakking type Rek van de bouten binnen de toleranties ….%
Flens parallelliteit meting (mm) Voor aanhalen Maat Na aanhalen Maat
K1 L1 K2 L2 K3 L3 K4 L4
Parallelliteit vaststelling (mm) Voor aanhalen Maat Na aanhalen Maat
K1-K3 L1-L3 K2-K4 L2-L4
Toleranties
≤….mm”
Afwijking “NA” aanbrengen boutspanning binnen de tolerantie? Ja/ Nee Omschrijving:
4 Aanbrengen
Boutspanning
Aanhaal Moment Torque druk Omschrijving:
5 Akkoord
Paraaf flensmonteur:
Datum:
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
14
PRAKTIJKBEOORDELINGSFORMULIER:
WERKEN AAN FLENSVERBINDINGEN
Naam kandidaat Geboortedatum Begin/eindtijd examen
Code Beoordelingscriterium O V Opmerkingen
VOORBEREIDING
Veiligheidsregels
1.1* Voert de LMRA volledig en juist uit.
1.2* Gebruikt op juiste wijze de voorgeschreven PBM’s.
Voorbereiding op het werken aan flenzen
2.1 Controleert gereedschap en materieel voor aanvang van de werkzaamheden op staat en indien relevant, keuring.
2.2 Controleert voor aanvang van de werkzaamheden of de installatie drukvrij is gemaakt.
UITVOERING
Werkhouding
3.1* Voert de gegeven opdracht uit.
3.2* Voert de werkzaamheden op veilige en ordelijke wijze uit (gebruik lekbak, bouten en moeren netjes opbergen, op indicators letten, uit de ‘line of fire’ blijven).
3.3 Voert de werkzaamheden in de juiste volgorde uit.
3.5 Brengt het flenslabel aan en voorziet het van naam, moment en uitvoeringsdatum.
Gebruik apparatuur, gereedschap en meetmiddelen
4.1 Selecteert en werkt op veilige en juiste wijze met de benodigde apparatuur en gereedschappen.
4.2 Werkt op juiste wijze met de benodigde meetmiddelen.
Flenzen openen
5.1 Maakt moeren gecontroleerd kruislings los.
5.3 Verwijdert de noodzakelijke bouten.
5.4* Opent de flenzen met het spreidingsgereedschap op een veilige manier.
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
15
5.5 Ondersteunt en/of verwijdert pijpleidingen op juiste wijze.
Afdichtingen verwisselen
6.1* Verwijdert de oude afdichting(en).
6.2 Controleert de geleverde afdichting(en) op reinheid, staat, drukklasse en diameter.
6.4 Centreert en monteert de nieuwe afdichting(en) op juiste wijze.
Verwisselen van pakkingen
7.1* Controleert de flensverbinding op reinheid en beschadigingen.
7.2 Reinigt de flensverbinding op de juiste manier.
7.3* Controleert de geleverde bouten en moeren op reinheid en staat.
7.4 Voert de afgekeurde bouten en moeren af.
7.5 Controleert de materiaal codering en afmetingen van de geleverde bouten en moeren.
7.7 Reinigt en smeert de bouten en moeren op juiste wijze.
Flenzen uitlijnen
8.1 Gebruikt de centreerpennen, puntijzer en liniaal op juiste wijze.
8.2 Zet de moeren op juiste wijze handvast aan.
8.3* Lijnt de flensverbinding uit op juiste wijze.
Flenzen sluiten met handgereedschap
9.1 Sluit de flensverbinding kruislings met handgereedschap.
AFRONDING
Afronden
13.1 Laat de werkplek schoon en opgeruimd achter.
13.2 Meldt de werkzaamheden af.
Resultaat
14.1* Heeft de flensverbinding lekdicht gesloten.
EINDRESULTAAT
Om in aanmerking te komen voor het diploma moeten de met * gemarkeerde beoordelingscriteria voldoende zijn. Van de overige beoordelingscriteria mag er maximaal 1 onvoldoende per onderwerp zijn. N.B. De onderwerpen zijn Voorbereiding, Uitvoering en Afronding.
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
16
Criteria JA/ NEE
Overige criteria: max. 1 onvoldoende per onderwerp JA/ NEE
Eindwaardering praktijkexamen: Werken aan flenzen Geslaagd / Afgewezen / n.v.t.
Toelichting op eindwaardering:
Naam examinator Datum Handtekening
Naam kandidaat Datum Handtekening
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
17
PRAKTIJKBEOORDELINGSFORMULIER:
WERKEN AAN FLENSVERBINDINGEN VOLGENS PROTOCOL
Naam kandidaat Geboortedatum Begin/eindtijd examen
Code Beoordelingscriterium O V Opmerkingen
VOORBEREIDING
Veiligheidsregels
1.1* Voert de LMRA volledig en juist uit.
1.2* Gebruikt op juiste wijze de voorgeschreven PBM’s.
Voorbereiding op het werken aan flenzen
2.1 Controleert gereedschap en materieel voor aanvang van de werkzaamheden op staat en indien relevant, keuring.
2.2 Controleert voor aanvang van de werkzaamheden of de installatie drukvrij is gemaakt.
UITVOERING
Werkhouding
3.1* Voert de gegeven opdracht uit.
3.2* Voert de werkzaamheden op veilige en ordelijke wijze uit (gebruik lekbak, bouten en moeren netjes opbergen, op indicators letten, uit de ‘line of fire’ blijven).
3.3 Voert de werkzaamheden in de juiste volgorde uit.
3.5 Brengt het flenslabel aan en voorziet het van naam, moment en uitvoeringsdatum.
Gebruik apparatuur, gereedschap en meetmiddelen
4.1 Selecteert en werkt op veilige en juiste wijze met de benodigde apparatuur en gereedschappen.
4.2 Werkt op juiste wijze met de benodigde meetmiddelen.
Flenzen openen
5.1 Maakt moeren gecontroleerd kruislings los.
5.3 Verwijdert de noodzakelijke bouten.
5.4* Opent de flenzen met het spreidingsgereedschap op een veilige manier.
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
18
5.5 Ondersteunt en/of verwijdert pijpleidingen op juiste wijze.
Afdichtingen verwisselen
6.1* Verwijdert de oude afdichting(en).
6.2 Controleert de geleverde afdichting(en) op reinheid, staat, drukklasse en diameter.
6.3* Controleert het type en aantal geleverde afdichtingen op overeenstemming met het protocol.
6.4 Centreert en monteert de nieuwe afdichting(en) op juiste wijze.
Verwisselen van pakkingen
7.1* Controleert de flensverbinding op reinheid en beschadigingen.
7.2 Reinigt de flensverbinding op de juiste manier.
7.3* Controleert de geleverde bouten en moeren op reinheid en staat.
7.4 Voert de afgekeurde bouten en moeren af.
7.6* Controleert de materiaal codering en afmetingen van de geleverde bouten en moeren op overeenstemming met het protocol.
7.7 Reinigt en smeert de bouten en moeren op juiste wijze.
Flenzen uitlijnen
8.1 Gebruikt de centreerpennen, puntijzer en liniaal op juiste wijze.
8.2 Zet de moeren op juiste wijze handvast aan.
8.3* Lijnt de flensverbinding uit op juiste wijze.
Flenzen sluiten met handgereedschap
9.1 Sluit de flensverbinding op de juiste wijze met handgereedschap.
Flenzen sluiten met handmomentsleutel volgens protocol
10.1 Stelt het benodigde gereedschap op de juiste wijze in.
10.2* Lijnt de flensverbinding uit binnen de toleranties met behulp van de K‐maten.
10.3* Zet de flensverbinding op kruislingse wijze aan volgens het protocol.
10.4 Controleert of de flensverbinding is gesloten binnen de toleranties met behulp van de L‐maten.
AFRONDING
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
19
Controleren
12.1 Controleert of de flensverbinding(en) zijn gesloten volgens bijbehorende procedure.
Afronden
13.1 Laat de werkplek schoon en opgeruimd achter.
13.2 Meldt de werkzaamheden af.
Resultaat
14.1* Heeft de flensverbinding lekdicht gesloten.
EINDRESULTAAT
Om in aanmerking te komen voor het diploma moeten de met * gemarkeerde beoordelingscriteria voldoende zijn. Van de overige beoordelingscriteria mag er maximaal 1 onvoldoende per onderwerp zijn. N.B. De onderwerpen zijn Voorbereiding, Uitvoering en Afronding.
Criteria JA/ NEE
Overige criteria: max. 1 onvoldoende per onderwerp JA/ NEE
Eindwaardering praktijkexamen: Werken aan flenzen vlg. protocol Geslaagd / Afgewezen / n.v.t.
Toelichting op eindwaardering:
Naam examinator Datum Handtekening
Naam kandidaat Datum Handtekening
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
20
PRAKTIJKBEOORDELINGSFORMULIER:
WERKEN AAN FLENSVERBINDINGEN VOLGENS PROTOCOL MET HYDRAULISCHE TORQUE APPARATUUR
Naam kandidaat Geboortedatum Begin/eindtijd examen
Code Beoordelingscriterium O V Opmerkingen
VOORBEREIDING
Veiligheidsregels
1.1* Voert de LMRA volledig en juist uit.
1.2* Gebruikt op juiste wijze de voorgeschreven PBM’s.
Voorbereiding op het werken aan flenzen
2.1 Controleert gereedschap en materieel voor aanvang van de werkzaamheden op staat en indien relevant, keuring.
2.2 Controleert voor aanvang van de werkzaamheden of de installatie drukvrij is gemaakt.
UITVOERING
Werkhouding
3.1* Voert de gegeven opdracht uit.
3.2* Voert de werkzaamheden op veilige en ordelijke wijze uit (gebruik lekbak, bouten en moeren netjes opbergen, op indicators letten, uit de ‘line of fire’ blijven).
3.3 Voert de werkzaamheden in de juiste volgorde uit.
3.4 Werkt samen en communiceert met de bediener van de hydraulische apparatuur.
3.5 Brengt het flenslabel aan en voorziet het van naam, moment en uitvoeringsdatum.
Gebruik apparatuur, gereedschap en meetmiddelen
4.1 Selecteert en werkt op veilige en juiste wijze met de benodigde apparatuur en gereedschappen.
4.2 Werkt op juiste wijze met de benodigde meetmiddelen.
Flenzen openen
5.1 Maakt moeren gecontroleerd kruislings los.
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
21
5.2 Maakt de moeren veilig los met het hydraulisch gereedschap.
5.3 Verwijdert de noodzakelijke bouten.
5.4* Opent de flenzen met het spreidingsgereedschap op een veilige manier.
5.5 Ondersteunt en/of verwijdert pijpleidingen op juiste wijze.
Afdichtingen verwisselen
6.1* Verwijdert de oude afdichting(en).
6.2 Controleert de geleverde afdichting(en) op reinheid, staat, drukklasse en diameter.
6.3* Controleert het type en aantal geleverde afdichtingen op overeenstemming met het protocol.
6.4 Centreert en monteert de nieuwe afdichting(en) op juiste wijze.
Verwisselen van pakkingen
7.1* Controleert de flensverbinding op reinheid en beschadigingen.
7.2 Reinigt de flensverbinding op de juiste manier.
7.3* Controleert de geleverde bouten en moeren op reinheid en staat.
7.4 Voert de afgekeurde bouten en moeren af.
7.6* Controleert de materiaal codering en afmetingen van de geleverde bouten en moeren op overeenstemming met het protocol.
7.7 Reinigt en smeert de bouten en moeren op juiste wijze.
Flenzen uitlijnen
8.1 Gebruikt de centreerpennen, puntijzer en liniaal op juiste wijze.
8.2 Zet de moeren op juiste wijze handvast aan.
8.3* Lijnt de flensverbinding uit op juiste wijze.
Flenzen sluiten met handgereedschap
9.1 Sluit de flensverbinding op de juiste wijze met handgereedschap.
Flenzen sluiten met handmomentsleutel volgens protocol
10.1 Stelt het gereedschap op de juiste wijze in.
10.2 Lijnt de flensverbinding uit binnen de toleranties met behulp van de K‐maten.
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
22
10.3* Zet de flensverbinding op kruislingse wijze aan volgens het protocol.
10.4 Controleert of de flensverbinding is gesloten binnen de toleranties met behulp van de L‐maten.
Flenzen sluiten met hydraulische momentsleutel
11.1 Controleert en stelt de apparatuur op juiste wijze in tijdens het gebruik.
11.2* Zoekt de juist benodigde druk bij het gegeven aanhaalmoment op en vult dit in op het protocol.
11.3 Trekt de moeren kruislings aan, waarbij de afdichting rondom aanligt tegen de afdichtingsvlakken.
11.4* Lijnt de flensverbinding uit binnen de toleranties met behulp van de K‐maten.
11.5* Zet de verbinding aan op het moment in de voorgeschreven stappen.
11.6 Controleert of de flensverbinding is gesloten binnen de toleranties met behulp van de L‐maten.
AFRONDING
Controleren
12.1 Controleert of de flensverbinding(en) zijn gesloten volgens bijbehorende procedure.
Afronden
13.1 Laat de werkplek schoon en opgeruimd achter.
13.2 Meldt de werkzaamheden af.
Resultaat
14.1* Heeft de flensverbinding lekdicht gesloten.
EINDRESULTAAT
Om in aanmerking te komen voor het diploma moeten de met * gemarkeerde beoordelingscriteria voldoende zijn. Van de overige beoordelingscriteria mag er maximaal 1 onvoldoende per onderwerp zijn. N.B. De onderwerpen zijn Voorbereiding, Uitvoering en Afronding.
Criteria JA/ NEE
Overige criteria: max. 1 onvoldoende per onderwerp JA/ NEE
Eindwaardering praktijkexamen: Werken aan flenzen vlg. protocol met hydraulische torque apparatuur
Geslaagd / Afgewezen / n.v.t.
Toelichting op eindwaardering:
© SSVV versie 1.4 september 2019
UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN EXAMINERING Werken aan flensverbindingen ‐ volgens protocol ‐ met hydraulische torque apparatuur
23
Naam examinator Datum Handtekening
Naam kandidaat Datum Handtekening