Uponor Tacker

79
Uittreksel Uponor simply more

Transcript of Uponor Tacker

Page 1: Uponor Tacker

Uittreksel

Uponor simply more

Page 2: Uponor Tacker

2 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Neem contact met ons op

De korte verbindingslijn met Uponor

Heeft u vragen over onze diensten en producten of wilt u iets bestellen? Geen probleem. Eenvoudig opbellen en onze medewerkers staan u graag met raad en daad terzijde.

Meer weten over downloaden

Heeft u voor bepaalde producten montagehandleidingen nodig? Stelt u prijs op meer uitgebreide informatie over technische details? Zoekt u een update van onze soft-ware? U kunt de gewenste informatie downloaden van onze website.www.uponor.nlwww.uponor.be

Page 3: Uponor Tacker

4 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Alleen een compleet assortiment kan als oplossing functioneren

4

Uponor – simply more

Uponor is de sterke partner voor installateurs, vakspecialisten, architecten, ontwerpers en over-heid. Uponor biedt producten aan, die logische en 100% geschikte oplossingen tot resultaat hebben. Onze systemen gaan voorzichtig om met het milieu en het gebruik is vele malen gunstiger dan met bestaande, conventionele systemen.Uponor betekent kwaliteit zonder compromis en de omvangrijke knowhow van een wereldwijd werk-zame onderneming. Wij bieden u de veiligheid en ervaring van medewer-kers, die met hart en ziel problemen oplossen en samen met u vaart zet-ten achter ontwikkelingen. Vertrouw op mensen, die uw taal spreken en voor wie partnerschap meer is dan alleen een woord.Onze inhoudelijke oriëntatie is verdeeld in drie werkgebieden: verwarmen, koelen, installatiesyste-

men en distributie. De gebieden moeten echter niet los van elkaar worden gezien – zij grijpen naad-loos in elkaar. Hieruit ontstaan innovatieve totaaloplossingen, die unieke meerwaarde bieden.

Verwarmen en koelen

Met individuele oplossingen voor verwarming- en koelsystemen realiseert Uponor voor particuliere en industriële vastgoedeigenaren het hele jaar door een comfortabel klimaat. Het bijzondere voordeel van de systemen van Uponor is, dat zij zonder extra hoge kosten zowel voor verwarmen alsook voor koelen gebruikt kunnen worden: 's winters stroomt verwarmd en ’s zomers gekoeld water door het-zelfde systeem. In tegenstelling tot een conventionele klimaatregeling gebeurt dit zonder ventilatie en dus zacht en geluidsarm. De syste-men zijn net zo geschikt voor renovatie van bestaande gebouwen als voor nieuwbouw.

Installatiesystemen

Deze bedrijfstak voorziet u van alles wat u nodig heeft voor de drink watervoorziening, radiatoraan-sluiting en speciale toepassingen zoals gas, perslucht en sprinklers. De kern wordt steeds gevormd door een uitstekend leidingsysteem, gecombineerd met een daarop per-fect afgestemd fi ttingconcept.

Distributie

Voorgeïsoleerde leidingen voor warmte- en watervoorziening. Bij afzonderlijke gebouwen tot en met complexe netwerken. Met alle aangeboden systemen kunt u een individueel systeem samenstellen dat alle toepassingsgebieden naad-loos met elkaar verbindt.

Kortom: dat bedoelen wij met de slogan: Uponor – simply more. Meer productie, meer capaciteit, meer service, meer ondersteuning – meer voor u.

U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Page 4: Uponor Tacker

5U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Uponor: kwaliteit, verantwoording, duurzaamheid

Uponor – simply more

Wie in de industrie graag een voortekkersrol wil innemen, moet het maximale leveren. Om u steeds de allerbeste kwaliteit aan producten en oplossingen te kunnen bieden, worden in onze R&D-afdeling alle producten aan omvangrijke controles en prestatietests onderworpen. Want de centrale eis bij nagenoeg alle toe-passingen is de duurzaamheid van de producten.

Kostenbesparend en milieu-vriendelijk

Bij de ontwikkeling voor de particuliere en de bedrijfssector gaat het op de eerste plaats om de wensen van de mensen die met het systeem te maken hebben. Het hele jaar een comfortabel klimaat te reali-seren onder energiebesparende gezichtspunten. Zo wordt het milieu door een lagere CO

2-uitstoot ontzien

en het bedrijf is vaak rendabeler dan met bestaande, conventionele systemen. Gedurende de gehele levenscyclus van onze producten schenken wij daarbij aandacht aan de onschadelijkheid voor het milieu. In de productie is het voor ons belangrijk, dat medewerkers verantwoord omgaan met energie, materiaal en water en dat de belas-

ting voor het milieu tijdens het pro-ductieproces zo laag mogelijk wordt gehouden.

Het intelligente principe voor verwarmen, koelen en installa-tiesystemen

De vervaardiging van technisch hoogwaardige producten kan dus plaatsvinden in harmonie met mens en natuur door het milieuvriendelijk toepassen van hulpbronnen. Nu al werken de medewerkers van Uponor in bedrijven, die volgens een milieu-managementsysteem in aansluiting aan de internationale norm

DIN EN 14001, onderscheiden zijn. De in Duitsland gevestigde bedrij-ven van de Uponor Groep zijn sinds 2002 volgens DIN EN ISO 9001:2000 geaccrediteerd.

10-jarige aansprakelijkheidsver-klaring

Op grond van het uitgebreide streven naar kwaliteit kunnen wij u verstrekkende garantievoorwaarden bieden. Zo geven wij, gerelateerd aan het object en op aanvraag van de installateur, een 10-jarige aan-sprakelijkheidsverklaring. Voor afzonderlijke Uponor producten dan wel bij gebruik van producten van derden, wordt de aansprakelijk-heidsverklaring niet afgegeven. Voor nadere informatie over de Uponor aansprakelijkheidsverklaring verwijzen wij naar de bijlagen van deze catalogus.

Page 5: Uponor Tacker

6 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Uponor: service, waar u op kunt bouwen

Uponor – simply more

Omvang, ervaring en wereldwijde aanwezigheid gelden voor ons als sterke punten, waarvan u als partner profi teert. Door perfecte op elkaar afgestemde complete systemen, door producten die steeds een stap vóór zijn op de stand van de techniek en vooral door een service waar u op kunt bouwen.

Altijd bij u in de buurt

Producten en dienstverleningen van een onderneming zijn altijd net zo goed als de mensen die daarachter staan.

Effi ciënte projectering

Wij stellen bij Uponor daarom hoge verwachtingen in het persoonlijke engagement van ieder afzonderlijk. U kunt erop vertrouwen dat wij on voor uw project interesseren. En dat in alle fasen van het project: vanaf de initialisatie tot aan de oplevering. Aan de telefoon, in een persoonlijk gesprek of op locatie op de bouwplaats. Deskundige contactpersonen in binnen- en buitendienst staan u bij uw project met raad en daad terzijde. Wij ont-wikkelen oplossingen, die u in uw project verder brengen.

Speciale toepassingen

Een zwaartepunt van de projecte-ring ligt op het terrein van de speciale toepassingen. Daarachter verbergen zich ervaren experts, die op maat gesneden concepten aan-bieden en u met hun knowhow terzijde staan. Vanaf het ontwerp, via de advisering tot en met omvangrijke service – bij Uponor krijgt u alles uit één hand.

En wanneer u een klacht mocht hebben dan is dat geen probleem. Een team van technici ondersteunt u bijtijds en grondig.

Technische ondersteuning

Alle systeemoplossingen van Uponor zijn zodanig ontwikkeld, dat zij een hoge mate aan veiligheid bij ontwerp en montage bieden. In onze omvang-rijke technische literatuur vindt u bovendien alles, wat u nodig heeft voor het professioneel ontwerpen en verwerken van onze systemen.Bovendien staan 24 uur per dag alle belangrijke informatie en down-loads op onze website tot uw beschikking. Maak gebruik van de mogelijkheid om in seminars van de Uponor Academy onze systemen te leren kennen en alle tips en trucs te ontdekken voor een snelle en een-voudige montage.

Page 6: Uponor Tacker

7U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Uponor Academy: samen vorm geven aan succes

Uponor – simply more

Om ervoor te zorgen dat uw bedrijf nu en in de toekomst succesvol is, ondersteunen wij u met de Uponor Academy. Profi teer van de know-how van onze experts en verstevig uw adviserende deskundigheid.

Doelgerichte informatie

Onze basisseminars bestuderen de praktijk grondig met gerichte theoriegedeelten en intensieve prak-tische oefeningen. Daarbij hechten wij grote waarde aan een op de tota-liteit gerichte beschouwing van de systeemtechniek, bijvoorbeeld door rekening te houden met de vooraf-gaande en afsluitende werkzaamhe-den van andere bedrijfstakken en de daaraan gestelde eisen. In de profes-sional seminars staan wetten, nor-men, richtlijnen en hun relevantie voor projecten centraal. Bovendien bestaat de mogelijkheid om op de vestigingsplaatsen fabrieksbezoeken te organiseren. Deze maken het belang van de verschillende produc-tiestappen en de maatregelen voor de kwaliteitsborging duidelijker voor latere toepassing van de systemen en producten op de bouwplaats.

Overal en in uw buurt

Onze seminars worden gehouden op de fabriekslocaties Ochtrup (Nordrhein-Westfalen),Norderstedt (Schleswig-Holtstein, Zella-Mehlis (Thüringen) en Haßfurt (Bayern). U kunt als afzonderlijke persoon of met meerdere deelnemers aan semi-nars deelnemen. Geheel nieuw is de Uponor Academy in Ochtrup, die aan nationale en internationale vak-lieden uit de sanitair-, verwarmings- en klimaatbehandelingsbranche de mogelijkheden biedt om praktisch kennis te maken met de innovatieve

technieken en het gehele Uponor productassortiment.

Pasklare seminars

Wij bieden partners in de markt, vakverenigingen en vakbonden individueel georiënteerde seminars. In samenwerking met u stemmen wij de seminars geheel op uw behoeften af. Plaats van bijeen-komst, lengte van het seminar, inhoud en termijn passen wij aan uw wensen aan. Getrouw aan het motto u een zo optimaal mogelijk rendement te bieden, trekken wij in deze gevallen naar behoefte ook

externe specialisten voor speciale onderwerpen aan.

Wij informeren u graag gedetail-leerd over de thema’s, inhoud en termijnen van de Uponor Academy. Vraag eenvoudig de seminarbro-chure aan.

Page 7: Uponor Tacker

8 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Uponor: projecteringssoftware, die overtuigt

8

Uponor – simply more

Uponor HSE

Naast individueel advies reiken wij u met onze software HSE het opti-male gereedschap aan voor het ontwerpen en berekenen van oppervlaktetempereringsystemen en leidingnetwerken. Een extra CAD-programma is voor het werken met Uponor HSE niet noodzakelijk.

Echte tijd- en kostenbesparing

De optimalisatie van het ontwerp kan met Uponor HSE optioneel vol-gens bedrijfs- of investeringskosten gebeuren. Het softwarepakket biedt bovendien een warmtelastbereke-ning volgens DIN EN 12831. Updates van de nieuwe ont-werpsoftware staan gedurende

24 uur per dag snel en gemakkelijk op Internet klaar om te worden gedownload.

Uponor Quicky

Uponor Quicky biedt de mogelijk om de systemen voor vloerverwar-ming of -koeling voor de installatie snel en effi ciënt te berekenen. Met Uponor Quicky heeft u altijd alles in één oogopslag gezien en het materiaal voor een project vlot vast-gesteld. Begeleidende geïllustreerde productinformatie en programma-hulpmiddelen vergemakkelijken het werk.

Individuele resultaatuitdraai

Veel opties bij de keuze van de sys-teemcomponenten maken een indi-viduele materiaalbepaling en het opstellen van de offerte met een druk op de knop mogelijk. Of u een uitdraai nodig heeft of het resultaat als PDF-bestand wilt versturen, of u uw offerte met of zonder alternatie-ve posten wilt opstellen, of wanneer u artikelen uit het assortiment wilt aanvullen, uitgebreide omschrijving, prijsvermelding of productafbeel-ding wenst – Uponor Quicky biedt u altijd de noodzakelijke fl exibiliteit voor iedere objectcalculatie.

Voorbeeld van een met HSE

ontworpen vloerverwar-

ming op platte-grond inclusief

leidinginstal-latie

Voorbeeld van een warmte-

lastberekening volgens DIN EN

12831

Demoversies op www.uponor.nlwww.uponor.be

8 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Page 8: Uponor Tacker

U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2546

Wilt u werkelijk risico lopen?

Wilt u werkelijk risico lopen wanneer u tijdens de installatie verschillende systemen door elkaar gebruikt?

In de markt doen meningen en interpretaties over gemengde installaties en uitspraken over onbeperkte compatibiliteit met onze producten de ronde – voor-zichtigheidshalve wijzen wij op het volgende:

Voorbeeld:

Wij aanvaarden geen aansprakelijk-heid voor de compatibiliteit van de genoemde producten van derden met onze producten.

Uit de ons ter inzage verstrekte documentatie van deze handelaren/andere producenten kunnen wij niet concluderen, dat voor de door hen beweerde compatibiliteit de volledi-ge aansprakelijkheid wordt aanvaard.

Bij gemengde installaties wordt de 10-jarige Uponor aansprakelijkheids-verklaring voor de verwerkte Uponor onderdelen principieel niet afgege-ven. Het blijft bij de wettelijke garantieperiode.

Leiding Fitting- en gereedschappen Systeemgoedkeuring van de producent

Resultaat

Uponor MLCP meerla-genleiding

Uponor fi tting met Uponor persge-reedschappen en persbekken

Ja, samen systeem-goedkeuring

Wij geven u onze 10-jarige aanspra-kelijkheidsverkla-ring.

Meerlagenleiding vreemdeproducent

Uponor fi tting

Uponor MLCP meerla-genleiding

Fitting vreemde produ-cent

Nee, samen geensysteemgoedkeuring

?Nee, samen geensysteemgoedkeuring

Bij een gemengde instal-

latie ontvangt u van de

fabrikant van de leiding

alleen maar de productga-

rantie voor de leiding, van

de fabrikant van de fi tting

alleen de productgarantie

voor de fi tting, maar niet

op het verbindingspunt

en al helemaal nooit over

de gehele installatie. Dat

risico draagt uitsluitend de

verwerker/installateur!?

AanwijzingComponenten uit de verschil-lende systemen van Uponor mogen slechts dan onderling vermengd worden, wanneer door Uponor uitdrukkelijk op die mogelijkheid wordt gewezen!

Page 9: Uponor Tacker

U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2 547

Benut de mogelijkheid om voor uw bouwproject een vrijwaring van 10 jaar te krijgen op de gebruikte Uponor producten.Basis voor de afgifte van de

Uponor aansprakelijkheidsverkla-ring is het bewijs, dat alle Uponor producten volgens de betreffende montagehandleidingen, onder naleving van de daarop betrekking

hebbende wetten, verordeningen, de algemeen aanvaarde technische voorschriften alsmede door een erkend installatiebedrijf werden geïnstalleerd.

1. U bent een installatiebedrijf en u heeft de betreffende installatie, waarvoor een aansprakelijk-heidsverklaring opgesteld moet worden, gemonteerd.

2. De inbouw van de producten is nog niet langer dan 3 maanden geleden en de gebruikte ma-terialen zijn bij de inbouw niet ouder dan 6 maanden.

3. „Registratie voor aansprake-lijkheidsverklaring“ compleet invullen, van uw fi rmastempel voorzien, ondertekenen en aan Uponor faxen.

Houd er rekening mee, dat de afgifte van een aansprakelijk-heidsverklaring niet mogelijk is voor afzonderlijke componenten. Wanneer bijvoorbeeld Uponor producten binnen een installatie met producten van derden worden verwerkt dan wel gemengd, kan geen aansprakelijkheidsverklaring worden afgegeven ofwel verliest deze achteraf haar geldigheid.

Faxnr. :+49 (0)9521/690-9945

Uponor: zeker is zeker.

Neem geen risico – zo ontvangt u de Uponor aansprakelijk

heidsverklaring:

Verzeker u van de 10-jarige Uponor aansprakelijkheids

verklaring. De weg is heel eenvoudig:

4. Binnen enkele werkdagen ontvangt u per post de originele Uponor aansprakelijkheidsver-klaring

Page 10: Uponor Tacker

U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2548

MO

DE

L

Naam van het object: postcode + plaats straat + huisnummer

Opdrachtgever: en postadres, indien afwijkend van bouwobject

Installatie vervaardigd:

Installateur: fi rmanaam / postcode + plaats / straat + huisnummer

Wij garanderen voor een periode van vijf jaar vanaf de levering dat de door ons geleverde producten op het tijdstip van hun levering vrij zijn van materiaal- en productiefouten en dat zij voldoen aan de eisen van de desbetreffende wetten, verordeningen en de erkende technische voorschriften.

De rechten van onze klanten omvatten:

Herstel of nalevering van de gebrekkige onderdelen inclusief de aanvaarding van kosten ontstaan door het verwijderen, demonteren, afnemen of blootleggen van gebrekkige producten, Bij mislukken van het herstel of de nalevering ontbinding van de overeenkomst of prijsvermindering, Schadevergoeding in het kader van de hieronder vermelde maximale aansprakelijkheid, indien gebreken op onze schuld berusten.

Bovendien vergoeden wij voor nog eens vijf jaar, in totaal dus voor 10 jaar, vanaf de leveringsdatum

a) Schade aan de door ons geleverde producten,b) Directe schade die aan andere zaken die is ontstaan en wordt veroorzaakt door gebrekkige producten die door ons zijn geleverd,c) Kosten ontstaan door het verwijderen, demonteren, afnemen of blootleggen van gebrekkige producten,

voor zover onze producten op het tijdstip van hun levering aantoonbaar productie- of materiaalfouten vertonen en ons daarvoor schuld treft. Voorwaarde voor onze aansprakelijkheid is voorts dat schade die onze plicht tot schadeloosstelling zou kunnen staven binnen 30 dagen na hun kenbaarheid aan ons moet worden gemeld.

Met betrekking tot fouten bij het leggen en installeren wordt in geen geval aansprakelijkheid aanvaard. Onze Algemene Installatierichtlijnen zijn doorslaggevend.

Onze aansprakelijkheid voor schade die niet aan de door ons geleverde producten zelf optreedt, is in alle gevallen beperkt tot een maximum van één miljoen euro. Deze beperking geldt niet in de eerste vijf jaar na levering,

wanneer de schade berust op een schending van het leven, het lichaam of van de gezondheid, die op in te kort schieten als gevolg van nalatigheid van onze onderneming of op een te kort schieten als gevolg van opzet of nalatigheid van onze wettelijke vertegen-woordigers of de door hen ingeschakelde personen berust

wanneer de schade berust op grof nalatig plichtsverzuim van onze onderneming of op opzettelijk of grof nalatig plichtsverzuim van onze wettelijke vertegenwoordiger of zijn helper.

Wij hebben met een bekende verzekeraar een uitgebreide productaansprakelijkheidsverzekering afgesloten.

Aanspraken die op dwingende rechtsgrondslagen berusten (bijvoorbeeld aanspraken op grond van wettelijke product-aansprakelijkheid) of aanspraken op grond van verdergaande afspraken over het aanvaarden van aansprakelijkheid of op grond van het niet nakomen van bijvoorbeeld garanties die door ons in een op zichzelf staand geval worden gegeven, blijven door deze aansprakelijkheidsverklaring onaangetast.

Deze aansprakelijkheidsverklaring geldt voor alle Uponor-producten die door ons worden geleverd met uitzondering van elektronische componenten/apparaten, slijtdelen en persgereedschappen.

(Plaats, Datum) (Handtekening, Uponor stempel)

Aansprakelijkheidsverklaring Registratienummer:

1 2 3 4 5 6 7

Max Mustermann, Beispielstraße 13, 22332 Musterhausen

20.11.2011

Musterinstallations GmbH, 22332 Musterhausen

Modelobject

Hassfurt, 25.11.2011

Page 11: Uponor Tacker

U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2 549

Registratie voor aansprakelijkheids-verklaring

Bouwproject* Naam / object

Straat

Postcode / Plaats

Installateur* Firma

Straat

Postcode / Plaats

Ontwerper Firma Postcode/Plaats

Architect Firma Postcode / Plaats

Groothandel Firma Postcode / Plaats

Aard van het object*

Woongebouw EFH School Bejaardentehuis

Woongebouw MFH Kleuterschool Fabriekshal

Wooncomplex Bank Kerk

Kantoor-/overheidsgebouw Sporthal Gastronomie

Öffentlicher Bau Ziekenhuis Museum

Winkel / bedrijf Praktijk Zwembad

Speciaal gebouw _____________

Syste(e)m(en)* Aantal

Vermelden, voor welk systeem de aansprakelijkheidsverklaring moet worden afgegeven.

Vereiste bewijzen (ten minste 1)*

Leidingcode (2 stuks)

Kopie van de rekening

Installatie en inbedrijfname*

Installatie voltooid op

Druktest uitgevoerd* op Zonder gebreken

Opwarmen uitgevoerd op Zonder gebreken

Installatie in overeenkomst met de ontwerpgegevens, montage- en bedieningshandleidingen geïnstalleerd, getest en in bedrijf genomen.

Handtekening en stempel van het technisch bedrijf * Verplichte velden

Faxnr. : +49 (0)9521/690-9945

Uponor GmbH • Industriestraße 56 • 97437 Haßfurt/Germany • T +49 (0)9521 690-0 • W www.uponor.de

Page 12: Uponor Tacker

Uittreksel

Verwarmen en koelenvia bouwoppervlakken

Page 13: Uponor Tacker

20 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Zo uiteenlopend het gevoel voor behaaglijkheid van uw klanten is – zo veelsoortig zijn ook hun eisen aan een behaaglijk ruimteklimaat.

Temperatuur, luchtvochtigheid, luchtbeweging, activiteit van de gebruiker, kleding, individuele tem-peratuurbeleving – de lijst van criteria die invloed hebben op het welbevinden in gebouwen, kan naar eigen inzicht worden uitgebreid.

Comfort mag daarbij niet ten koste gaan van de rentabiliteit. In tijden

van stijgende energieprijzen en een groeiend ecologisch bewustzijn, zouden systemen voor verwarmen en koelen met weinig kosten ver-vaardigd moeten kunnen worden en er zou vooral rendabel mee gewerkt moeten kunnen worden. De opper-vlaktetemperering van Uponor zorgt in gelijke mate voor comfort, ener-gie-effi ciency en rentabiliteit – van eengezinswoning tot en met bedrijfsgebouw.Het is onze taak om u door geavan-ceerde systeemtechniek en vakkun-dige ondersteuning de mogelijkheid

te geven uw klanten het hele jaar door een perfect ruimteklimaat te bieden: aangenaam koel in de zomer, aangenaam warm in de win-ter en fl exibel genoeg voor de snel-le temperatuurwisselingen in lente en herfst.

Hierna treft u de grondbeginselen aan, die u nodig heeft bij het ont-werp van onze oppervlaktesystemen voor verwarmen en koelen. Voor aanvullende informatie op ieder gewenst tijdstip verwijzen wij naar onze internetpagina.

Verwarmen en koelen via bouwoppervlakken

Verwarmen en koelen met UponorVerwarmen en koelen via componentoppervlakken > Verwarmen en koelen via vloer, wand en plafond

20 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Page 14: Uponor Tacker

21U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Meerwaarde door oppervlakte-verwarming en -koeling

Conventionele verwarming- en koelsystemen verwarmen de lucht, die op zijn beurt warmte afgeeft aan de ruimte dan wel uit de ruimte afvoert. Dit proces is onvermijdelijk verbonden met een min of meer uitgesproken luchtbeweging (con-vectie) en vaak ook met het daaruit resulterend opdwarrelen van stof, dat vooral voor allergiepatiënten als onaangenaam wordt ervaren. Wan-neer via de luchtstroom niet alleen wordt verwarmd, maar ook wordt gekoeld (klimaatinstallaties), moet, ter voorkoming van storende tocht-verschijnselen, bijzondere betekenis worden gehecht aan de toelaatbare luchtbeweging. Lucht is voor een behaaglijk ruimteklimaat absoluut belangrijk, omdat de lucht schade-lijke stoffen en vocht kan transpor-teren – voor het transport van warmte is zij echter op grond van haar geringe specifi eke warmteca-paciteit uiterst ongunstig. Zo heb-ben bijvoorbeeld ventilatieleidingen voor het transport van warmte een vele malen grotere doorsnede nodig in vergelijking tot watervoerende systemen. De daarvoor benodigde ruimte (bijvoorbeeld verlaagde pla-fonds) moet in het ontwerp worden betrokken en heeft een negatieve uitwerking op de bouwkosten. Bovendien moeten de te verwachte bedrijfskosten voor onderhoud, rei-niging, aandrijfenergie voor ventila-toren enzovoorts niet worden ver-waarloosd.Dat zijn slechts enkele redenen waarom in toenemende mate ruim-te- en componentoppervlakken

(vloer, wand en plafond) worden benut voor zowel verwarmen als voor koelen. Aangezien oppervlak-teverwarming- en koelsystemen 'onzichtbaar' zijn en in vergelijking met conventionele beluchting-systemen geen waardevolle nuttige ruimte in aanspraak nemen, bieden zij een nagenoeg onbeperkte crea-tieve en inrichtingsvrijheid evenals een optimale verhouding van inpandige ruimte tot nuttige ruimte. Uponor oppervlaktesystemen maken voor de warmteoverdracht gebruik van watervoerende leidin-gen van hoogwaardig, vernet poly-ethyleen (PE-Xa). Door de grote oppervlakten liggen de vereiste bedrijfstemperaturen slechts gering boven (verwarmen) dan wel onder (koelen) de ruimtetemperatuur, wat de energie-effi ciency van calorische waardetechniek en opwekkers van hernieuwbare warmte en/of kou zoals warmtepompen aanzienlijk verbetert.

Thermische behaaglijkheid in winter en zomer

Veel Uponor oppervlaktesystemen kunnen dubbel worden gebruikt – ‘s winters verwarmen, ’s zomers koelen. Deze dubbele functie berust, eenvoudig gezegd, op een omkering van het systeem. In plaats van het verwarmingswater tijdens de verwarmingsperiode wordt ’s zomers koelwater door het opper-vlaktesysteem geleid. De gelijkmati-ge warmteverdeling dan wel koeling over een groot oppervlak leidt tot een aangename ruimtetemperatuur met milde stralingswarmte of wel-dadige 'stralingskoelte'.

Verwarmen en koelen vereist een deskundig ontwerp

De van object tot object uiteenlo-pende omstandigheden en eisen maken het ontwerpen van individu-ele systeemoplossingen voor het betreffende object noodzakelijk. Hierbij moeten verschillende rand-voorwaarden zoals gebouwarchitec-tuur, exploitatie van het gebouw, gestelde eisen aan de behaaglijk-heid gedurende het hele jaar, keuze van de warmte- en koude opwek-kers evenals wettelijke voorschriften etcetera worden getest dan wel in acht worden genomen. Het concept voor een eengezinswoning zal er onvermijdelijk anders uitzien dan bij een appartementsgebouw, kantoor-gebouw, theater of school.

Vaak is het een mix van diverse installatieconcepten die uiteindelijk naar het gewenste resultaat leidt, bijvoorbeeld door combinatie van verschillende oppervlakken (vloer, wand, plafond), of bij toepassing van de Uponor Contec betonactive-ring voor het afdekken van de con-stante belasting met (oppervlakte-) systemen voor het afdekken van de pieklast. Voor het bereiken van een optimaal samenspel van gebouw-architectuur en installatietechniek tegen de achtergrond van hoge ren-tabiliteit bij een optimaal gebrui-kerscomfort, is een integraal ont-werp absoluut noodzakelijk. Hierbij zijn onze deskundige medewerkers in binnen- en buitendienst u graag behulpzaam.

Verwarmen en koelen met UponorVerwarmen en koelen via componentoppervlakken > Verwarmen en koelen via vloer, wand en plafond

Page 15: Uponor Tacker

22 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Uponor systeemoplossingen – voor alle oppervlakken

Welk oppervlak voor verwarming en koeling moet worden gebruikt, hangt van veel factoren af. In de woningbouw, waar verwarming meestal op de voorgrond staat, zijn

vloerverwarmingen (bijvoorbeeld Uponor Tecto) vaak de eerste keus. Niet alleen voor de nieuwbouw, ook voor de aanpassing op bestaande vloeren biedt Uponor kant-en-klare systeemoplossingen (Uponor Minitec). Ter verhoging van het comfort kunnen deze systemen ook voor ruimtekoeling worden gebruikt, bij een op de toekomst gericht ontwerp is ook de betref-fende aanpassing van de koelfunc-tie op een later tijdstip mogelijk.

Als alternatief voor de vloerver-warming en -koeling of aanvullend voor de vergroting van de verwar-ming en koeloppervlakken kunnen wandsystemen worden ingezet. Dat kan bijvoorbeeld bij renovatie zinvol zijn, wanneer de vloerop-bouw niet kan of mag worden ver-

Tecto noppenplaten voor gelijkmatige leidinginstallatie

Minitec met minimale elementhoogte voor de renovatie

Gedeeltelijke bedekking met Siccus SW

Contec ON module voor dicht aan het op-pervlak liggende betonactivering

De thermische wandcontactdoos Contec TSComfort Panel HL voor systeemplafonds

anderd. Naast aanwezige wanden kunnen vaak als toevoeging lichte constructiewanden als verwar-ming- en koeloppervlakken wor-den gebruikt. Het Uponor Siccus SW staanderwandelement werd precies voor dit toepassingsgebied ontwikkeld.

Met name in bedrijfsgebouwen zoals kantoorgebouwen wordt het koelingaspect steeds belangrijker – niet op de laatste plaats door de stijgende comfortaanspraken van de gebruikers, de royale toepassing van glas in de architectuur en de vraag naar optimale energie-effi ci-ency. Bij overwegende koeltevraag is echter de koelcapaciteit via vloer en/of wand vaak niet toereikend. Hier bieden zich plafonds als warmteoverdragende oppervlakken aan. Door de, in het geval van koe-ling in vergelijking tot vloerkoeling, hogere warmteoverdrachtscoëffi ci-ent (-waarde) kunnen bij hetzelfde temperatuurverschil tussen opper-vlakte en ruimtelucht aanzienlijk hogere capaciteiten worden behaald. Ook een massieve beton-vloer kan als 'tussenbuffer' worden

gebruikt, die overdag de warmte uit de ruimte opneemt en deze ‘s nachts, bijvoorbeeld via vrije koe-ling, weer afgeeft. Deze energiebe-sparende en in vergelijking met conventionele lucht koelingen goedkope koeltechniek (betonacti-vering) wordt steeds vaker in nieu-

we bedrijfsgebouwen toegepast voor de afdekking van de constan-te belasting. Ter verhoging van de capaciteit en/of pieklastdekking kan bijvoorbeeld de Uponor beton-activering Contec met 'thermische contactdozen' voor de aansluiting van plafondzeilen of met krachtige, dicht aan het oppervlak liggende, koelsystemen (Uponor Conte ON) gecombineerd worden gebruikt.

Voor de (latere) inbouw in verlaag-de plafondsystemen is het Uponor Comfort Panel HL ontworpen. Door de constructie, waarvan de capaci-teit werd geoptimaliseerd, zijn met deze thermisch actieve krachtige panelen koelcapaciteiten tot 92,5 W/m² bij 10K ondertempera-tuur bereikbaar.

Verwarmen en koelen met UponorVerwarmen en koelen via componentoppervlakken > Verwarmen en koelen via vloer, wand en plafond

Page 16: Uponor Tacker

23U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Systeemkeuze verwarmen en koelen

Boden

Tecto 83 ● ● ● ● ● ●● ●

Classic 159 ● ●● ● ● ● ●● ● ●● ●

Klittenbandsysteem 107 ● ● ● ● ● ●● ●

Tacker- Klemprofi elsysteem 121 ● ● ● ● ● ●● ●

Noppenplaatsysteem 14-16 139 ● ● ● ● ● ●● ●

Noppenfoliesysteem 14-16 139 ● ● ● ● ● ●● ●

Minitec 49 ● ● ● ● ●● ●

Siccus 63 ● ● ● ●● ● ● ●●

Industriële vloerverwarming 251 ● ● ●

Sportvloerverwarming 275 ● ●

Sneeuw- en ijsvrijhouden 280 ● ●

Wand

Siccus Wandverwarming 186 ● ● ● ● ● ●● ●

Siccus SW 193 ● ● ● ● ● ●● ●

Wandverwarming nat 198 ● ● ● ● ●● ●

pleistersysteem

Plafond

Contec 207 ● ● ●● ● ●● ●

Contec ON 237 ● ● ●● ● ● ● ● ●

Contec TS 233 ● ● ● ●

Comfort Panel HL 241 ● ●● ●● ● ● ●

1) afhankelijk van het dauwpunt van de ruimtelucht

Uponor oppervlaktesysteem

Cat

alog

us b

ladz

ijde

Nie

uwbo

uw

Ren

ovat

ie

Won

ingb

ouw

Kan

toor

gebo

uw

Indu

stri

egeb

ouw

Opp

ervl

ak-

elas

tisc

h

Pun

tela

stis

ch

Onb

ebou

wd

terr

ein

Tota

le b

elas

ting

Con

stan

te

bela

stin

g

Pie

kbel

asti

ng

Tota

le b

elas

ting

1)

Con

stan

te

bela

stin

g

Pie

kbel

asti

ng

Sportvloeren Verwarmen KoelenVoornaamste toepassingsgebieden

De volgende tabel geeft een over-zicht van de toepassingsmogelijk-heden van de verwarming- en koel-systemen van Uponor. Afhankelijk van het object is in sommige geval-len ook een combinatie van Uponor

systemen mogelijk dan wel zinvol om de vereiste verwarming- en koelprestaties te bereiken. Zo kun-nen bijvoorbeeld bij combinatie van Uponor vloer- en wandsystemen de verwarmingsoppervlakken worden

vergroot, waardoor de vereiste aan-voertemperaturen gereduceerd worden – ideale voorwaarden voor de effi ciënte toepassing van warm-tepompen, ook in bestaande bouw.

● aanbevolen

● ● geschikt

Verwarmen en koelen met UponorVerwarmen en koelen via componentoppervlakken > Verwarmen en koelen via vloer, wand en plafond

Page 17: Uponor Tacker

Uittreksel

Ontwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling

Page 18: Uponor Tacker

25U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Ontwerpaanwijzingen voor de vloer -verwarming en -koeling

Vloeropbouw ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 26 Ontwerp, berekening ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 38 Hydraulische afstelling •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 43 Regeling ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 46 Grondbeginselen van de vloerkoeling ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 47

Page 19: Uponor Tacker

26 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Algemeen

Uponor oppervlakteverwarming- en koelsystemen zijn ontworpen voor de toepassing in de meest uiteen-lopende gebouwen en voor verschil-lende exploitatiedoeleinden. Tijdens het ontwerp moeten naast de gestel-de eisen aan warmte-en geluidsisola-tie tevens de statische eisen aan de vloeropbouw in acht genomen wor-den. Afhankelijk van het gebruik dient een keuze gemaakt te worden voor het geschikte Uponor systeem. Bovendien moeten eventueel nood-zakelijke extra isolatiematerialen, dekvloerdikten en –kwaliteiten voor het betreffende gebruiksdoel in het ontwerp worden opgenomen. De hiernaast afgebeelde tabel toont een overzicht van nuttige belastingen voor verschillende gebruiksdoelein-den.

Bij het ontwerp van de vloeropbouw van een vloerverwarmingsinstallatie moeten de daarop betrekking heb-bende wetten, besluiten, richtlijnen en normen in acht worden genomen.

Inbouwvoorwaarden

BouwsituatieVóór het inbouwen van de vloercon-structie moeten vensters en buiten-deuren zijn ingebouwd, stucadoors- en montagewerkzaamheden van woningtechnische installaties evenals de inbouw van deurkozijnen en de bepleistering van leidingsleuven zijn afgesloten. Alle componenten die aan de vloer aangrenzen moeten aanwezig zijn. Opgaande gebou-welementen waarvoor het pleisteren van de wanden gepland is, moeten voor het installeren van de isolatiela-gen van een losliggende dekvloer gepleisterd zijn. Verbindingsnaden van het gebouw in de dragende

ondergrond mogen niet door ver-warmingselementen worden door-kruist.

Dragende ondergrondDe dragende ondergrond moet vol-doende droog zijn voor het aanbren-gen van de lastverdeellaag en moet een vlak oppervlak hebben. Er mogen zich geen puntvormige ver-hogingen, leidingen of iets dergelijks op bevinden waardoor geluidsbrug-gen kunnen ontstaan en/of die tot variaties in de dekvloerdikte kunnen leiden.

Als er leidingen op de dragende ondergrond zijn aangebracht, moe-ten deze vastgelegd zijn. Door egali-sering moet weer een vlak oppervlak worden gerealiseerd waarop de isola-tielaag, of in ieder geval de contact-geluidisolatie, kan worden aange-

bracht. Met de daarvoor noodzakelijke constructiehoogte moet op de bouwte-keningen rekening zijn gehouden. Niet-gebonden stortlagen van natuur- of breekzand mogen niet worden gebruikt voor het egaliseren.

Via het op de bouwlocatie te onder-houden hoogtereferentiepunt per ver-diepingsvloer moet gecontroleerd wor-den of de geplande constructiehoogte overal gegarandeerd is.

Vloeropbouw

Nuttige belastingen voor vloeren voor uiteenlopend gebruik (EN 1991-1-1)

Categorie Gebruikskenmerk Nuttige Afzonderlijke - Voorbeeld belasting belasting qk [kN/m²] Qk [kN]

A Woonoppervlakken 2,0 2,0 - Ruimten in woongebouwen en -huizen, afdelings- en ziekenkamers in ziekenhuizen, kamers in hotels en jeugdherbergen, keukens en toiletten.B Kantooroppervlakken 3,0 4,5C Oppervlakken met personenconcentraties C1 - Oppervlakken met tafels enz., zoals in scholen, 3,0 4,0 cafés, restaurants, eetzalen, leeskamers, ontvangstruimten.C2 - Oppervlakken met vaste stoelen, zoals in kerken, 4,0 4,0 theaters, bioscopen, conferentieruimten, collegezalen, vergaderzalen, wachtkamers, stationsrestauraties. C3 - Oppervlakken zonder obstakels voor de mobiliteit 5,0 4,0 van personen, zoals in musea, expositieruimten enz., evenals toegangsoppervlakken in openbare gebouwen en overheidsgebouwen, hotels, ziekenhuizen, stationshallen. C4 - Oppervlakken met mogelijke lichamelijke activiteiten van 5,0 7,0 personen zoals danszalen, gymnastiekzalen, podia. C5 - Oppervlakken met mogelijk gedrang van mensen zoals 5,0 4,5 in gebouwen met openbare evenementen, bijvoorbeeld concertzalen, sporthallen met tribunes, terrassen en toegangsgebieden en perrons. D Verkoopoppervlakken D1 - Oppervlakken in winkels 4,0 4,0D2 - Oppervlakken in warenhuizen 5,0 7,0 Oppervlakken met mogelijke stapeling van goederen inclusief toegangsoppervlakkenE1 - Magazijnoppervlakken inclusief opslag van boeken en dossiers. 7,5

Opmerking: Voor oppervlak-ken met industri-ele exploitatie E2 of magazijnbenutting zie EN 1991-1-1 punt 6.3.2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

Page 20: Uponor Tacker

27U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

ConstructieafdichtingOnderdelen van het gebouw die aan de aarde grenzen, dus beganegrond-vloeren van niet onderkelderde gebouwen of keldervloeren, moeten afhankelijk van de belasting in kwes-tie zijn afgedicht. De noodzaak en de vorm van deze werkzaamheden vallen onder de beslissingen die moeten worden genomen voor de hoogbouw en zijn, indien van toe-passing, een constructietechnische voorwaarde voor het aanbrengen van de oppervlakteverwarming. Omdat deze constructieafdichtingen kunnen worden gerealiseerd met materialen die weekmakers of oplos-middelen afscheiden, moet vooraf-gaand aan het aanbrengen van de polystyreenisolatie een laag Uponor tussenfolie PE-type 100 worden gelegd.

Informatie:

De Uponor polyethyleenfolie PE-Type 200 is geen afdich-ting volgens DIN 18195. Zij is echter een „dampdichte laag met remmende werking“. Indien bij betonvloeren het gevaar van resterend beton-vocht met uitdiffunderend water, dat zou kunnen leiden tot beschadiging van de top-bedekking, dan kan de Uponor PE-folie door deze in twee lagen op de betonvloer te leg-gen als buffer werken om het resterende betonvocht zoveel mogelijk van de vloercon-structie te weren. De dosis uitdiffunderend water wordt zo ver begrensd dat dit niet leidt tot schade aan de top-vloerbedekking

ook beschermd en is een eenduidige scheiding gegarandeerd. De afdich-ting boven de dekvloer kan met een dichtlijmsysteem of een dichtende verfl aag worden uitgevoerd.

EgalisatielagenWanneer de dragende ondergrond niet aan de vereiste vlakheidtoleran-ties voldoet, dan is egalisatie van het niveau door middel van een geschik-te egalisatielaag noodzakelijk. Deze eis geldt voor houten vloeren en betonvloeren in de nieuwbouw en in de bestaande bouw.

Hiervoor zijn onder andere anhy-drietgietdekvloeren of kunsthars-veredelde sneldekvloeren geschikt. Er dient rekening gehouden te wor-den met de fabrikanteninformatie met betrekking tot de installatierijp-heid– restvochtigheid in de betref-fende egalisatielaag en aanwijzingen over de gronderingen dan wel hecht-

lagen op de ruwe vloer. Er dient rekening gehouden te worden met de extra bij lichte vloerconstructies.Naargelang van hun toestand dienen beschadigde plankenvloeren in bestaande bouw te worden gereno-veerd. Voorwaarde voor voldoende stabiele ondergrond is, dat de vloer-delen „gezond“ zijn, vastliggen en in staat zijn om te dragen. Door de schroeven van de planken aan te draaien, kan een deel van de onef-fenheden al worden verholpen. Scheuren en knoestgaten in de plan-kenvloer moeten worden gedicht. Eerst dan kan met het aanbrengen van de isolatielaag dan wel met de oppervlakteverwarming worden begonnen. „Doorzakken“ van de houten vloer kan door egalisatie-lagen dan wel droge lastverdeellagen niet worden opgeheven. Naar gelang van de egalisatiehoogte zijn onder andere de volgende egalisatielagen mogelijk:

Onafgewerkte betonvloer met egaliseerdekvloer (Uponor Tecto)

1 Lastverdeellaag

2 Uponor PE-Xa leiding

3 Uponor Tecto noppenplaat ND 30-2 in de variant rand- compensatie-element

4 Egaliseerdekvloer

5 Onafgewerkte betonvloer

1

2

3

4

5

TETETE

Houten vloer met vloerdelen, droge storting en afdek-plaat (Uponor Siccus)

1 Lastverdeellaag

2 Afdekking

3 Siccus

4 Afdekplaat

5 Droge storting

6 Doorsijpel-bescherming

7 Houten vloer-delen in orde maken

12

3

45

7

6

Als er op de bouwlocatie in natte ruimtes (badkamers, douches etc.) een afdichting tegen oppervlaktewa-ter moet worden aangebracht, dan moet deze afdichting boven de last-verdeellaag worden uitgevoerd. Hier-door wordt automatisch de dekvloer

Page 21: Uponor Tacker

28 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

TETETE

Houten vloer metvloerdelen en egalisatieplamuur (Uponor Siccus)

1 Lastverdeellaag

2 Afdekking

3 Siccus

4 Egalisatie-plamuur

5 Houten vloer-delen in orde maken

1

2

34

5

Componenten voor de vloer-constructie

FoliesVoor de scheiding van de vloerver-warmingselementen of extra isolaties van bouwwerkafdichtingen moet de Uponor-tussenfolie PE-type 100 worden gebruikt. De Uponor poly-ethyleenfolie PE-type 200 wordt gebruikt voor de afdekking van de isolatie, bijvoorbeeld bij het Uponor Classic systeem.

RandisolatiestrookRandisolatiestroken vervullen belangrijke functies tussen de last-verdeellagen en opgaande gebouw-elementen:

scheidingslaag als contact-geluidisolatie

absorptie van de warmteuitzet-ting van de lastverdeellaag

warmte-isolatielaag tussen lastverdeellaag en koudere gebouwelementen

Volgens EN 1264-4 moet de rand-isolatiestrook worden vastgezet, zodat hij op zijn plaats blijft als de dekvloer wordt aangebracht. De

voorgeschreven randnaad moet een bewegingsruimte van 5 mm overla-ten voor de lastverdeellaag. De toegepaste materialen moeten aan deze eis voldoen.

De Uponor randisolatiestrook van PE-LD, 8 mm dik, 150 mm hoog, met omhooggeslagen folie vol-doet aan deze voorwaarde, voor gietvloeren is de strook 10 mm dik en met zelfklevende strips op de

Vloeropbouw bij aan de aardbodem gren-zende ruwbetonvloer

1 Lastverdeellaag

2 Uponor PE-Xa leiding

3 Uponor Classic system met afdekfoliePE -type 200

4 Warmte-isolatie

5 Contactgeluidiso-latie

6 Tussenfolie PE-type 100

7 Bouwwerkafdich-ting

8 Betonvloer

1

2

3

4

5

6 7

8

Vakkundig gemonteerde randisolatiestroken bij uit meer lagenbestaande isolatielagen (voorbeeld: Uponor Classic)

achterkant uitgevoerd. Bij het ontwerp moet daarom de betref-fende randisolatiestrook worden ingepland.

Randisolatiestroken moeten op de laatste extra isolatielaag worden aangebracht.Uitstekende restanten van de rand isolatiestrook mogen pas na het installeren van de top-vloer worden verwijderd.

Page 22: Uponor Tacker

29U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Warmte- en contactgeluidisolatieIsolatiematerialen moeten voldoen aan EN 13163 dan wel EN 13165 en getest zijn. De Uponor warmte- en contactgeluidisolatiematerialen en de Tecto elementen en uitvlake-lementen voldoen aan EN 13163 en

worden productietechnisch aan externe bewaking onderworpen. De ontwerper moet de isolatie eisen en de isolatiedikte conform EN 1264 en de geldende warmte-isolatieverordening vastleggen. Hier moet men met name reke-

ning houden met de geluidsisolatie eisen voor het desbetreffende bouwproject.

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

1) VM = mate van verbetering van het contactgeluid conform DIN 4109 bij dekvloeren met een oppervlaktegerelateerd gewicht ≥ 70 kg/m2 op massieve vloeren

Technische gegevens Uponor warmte- en contactgeluidisolatie

Beschrijving

PRO 20

PRO 30

PRO 38

PRO 46

PRO 50

PUR 20

PUR 30

PUR 40

PUR 46

PUR 52

PUR 60

PUR 70

Bouwstof-klasse

DIN 4102

B1

B1

B1

B1

B1

B1

B2

B2

B2

B2

B2

B2

Ontwerpwaarde van de warmte-geleidbaarheid[W/mK]

0,040

0,040

0,040

0,035

0,035

0,025

0,025

0,025

0,025

0,025

0,025

0,025

Warmtegeleide-weerstand Rλ,ins

[m2K/W]

0,50

0,75

0,95

1,31

1,43

0,80

1,20

1,60

1,84

2,08

2,40

2,80

VM1)

[dB]

26

28

28

26

28

-

-

-

-

-

-

-

Max. nuttige belasting

[kN/m2]

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

5,0

Dynamische stijfheid EN 29052-1s’ [MN/m3]

30

20

20

30

20

-

-

-

-

-

-

-

Eisen met betrekking tot warm-te-isolatie in de nieuwbouwIn de nieuwbouw moeten ten min-ste de warmte-isolatiebepalingen van de Europese Norm (EN 1264-4) worden nagekomen.

Toepassing Minimum warmtegeleiding- weerstand Rλ [m

2K/W]

Daaronder liggende verwarmde ruimte 0,75

Onverwarmde of op afstanden verwarmde daaronder liggende ruimte of direct op de aardbodem (grondwater > 5 m)* 1,25

Buitenlucht ontwerptemperatuur ≥ 0°C 1,25

Buitenlucht ontwerptemperatuur < 0°C; ≥ -5°C 1,50

Buitenlucht ontwerptemperatuur < -5°C; ≥ -15°C 2,00

Minimum warmtegeleidingweerstanden van de isolatielagen onder de vloerverwarming (EN 1264-4)

*Bij grondwaterspiegel ≤ 5 m dient een hogere R-waarde te worden aangehouden.

Page 23: Uponor Tacker

30 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

ContactgeluidisolatieMaatregelen met betrekking tot contactgeluidisolatie moeten con-form NEN 7010 worden gepland.

L’n,w,R

= Ln,e,eq,R

- Lw,R

+ 2 dB

Ln,w,R

(TSMR) geëvalueerd standaard contactgeluidisolatieniveau

(contactgeluidisolatiemaat) van de gehele vloercon-structie

Ln,e,eq,R

(TSMeq’R

) equivalent geëvalueerd standaard contactgeluidisola-tieniveau (equivalente contactgeluidisolatiemaat) van de massieve vloer zonder vloerbedekking

Lw,R

(VMR) Verbeteringsmaat contactgeluidisolatie van de vloerbe-

dekking2 dB Differentiatiemaat (veiligheidstoeslag)

Ontwerpgegevens stappenplan

Kwaliteitsklasse Beleving Gehinderden LnT;A

Ico

( ≈ 59 – LnT;A

)

NEN 1070: 1999 indicatief

1 Loopgeluiden zijn niet storend waarneembaar 0 – 4 % ≤ 43 ≥ + 16

2 Loopgeluiden zijn in het algemeen niet storend waarneembaar 5 – 9 % ≤ 48 ≥ + 11

3 Loopgeluiden e.d. zijn soms storend 10 – 24 % ≤ 53 ≥ + 6 Bouwbesluit: +5

4 Loopgeluiden veelal hinderlijk 25 – 50 % ≤ 58 ≥ + 1

5 Loopgeluiden veelvuldig hinderlijk > 50 % ≤ 63 ≥ - 4

Stap 1. Keuze kwaliteitsklasse >> vereiste contactgeluidisolatie (Ico)

Vereiste ΔLlin

* in dB bij:

Kwaliteitsklasse Ico

( ≈ 59 – LnT;A

) massa draagvloer [kg/m²]

800 700 600 500 400

1 + 16 ≥ 14 ≥ 16 ≥ 18 ≥ 20 ≥ 23

2 + 11 ≥ 9 ≥ 11 ≥ 13 ≥ 15 ≥ 18

3 + 6 Bouwbesluit: +5 0 ≥ 6 ≥ 8 ≥ 10 ≥ 13

4 + 1 - ≥ 1 ≥ 3 ≥ 5 ≥ 8

5 - 4 - - - - ≥ 3

Stap 2. Gewenste contactgeluidisolatie (Ico

)+ massa draagvloer >> vereiste ΔLlin

van zwevende vloer

* Laboratoriumwaarde, rekening houdend met 4 dB marge

60 mm gietvloer, Uponor EPS 045 DES dik 25 mm

Geen aanvulling + Isover Sonefl oor dik 12 mm + Isover Sonefl oor dik 15 mm + Isover Sonefl oor 2x 12 mm

ΔLlin

= 12 dB ΔLlin

= 21 dB ΔLlin

= 23 dB ΔLlin

= 27 dB

Stap 3. Gewenste ΔLlin

van zwevende vloer >> mogelijke zwevende vloerconstructies

60 mm gietvloer, Uponor EPS 045 DES dik 35 mm

Geen aanvulling + Isover Sonefl oor dik 12 mm + Isover Sonefl oor dik 15 mm + Isover Sonefl oor 2x 12 mm

ΔLlin

= 19 dB ΔLlin

= 25 dB ΔLlin

= 26 dB ΔLlin

= 28 dB

Page 24: Uponor Tacker

31U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

Optimale geschiktheid door de van het systeem afhankelijke noppenoverlapping

Samendrukbaarheid/sterkteDe samendrukbaarheid van de con-tactgeluidisolatie (dikteverschil) mag bij verwarmde dekvloeren max. 5 mm bedragen. Met een max. nominale samendrukbaarheid van 1 mm bij de Uponor PRO isolatie-materialen dan wel 2 mm bij de Uponor Tecto elementen wordt hiermee op bijzondere wijze reke-ning gehouden. Vanwege de bijzon-dere sterkte van Uponor PRO isola-tie en Tecto ND 30-2 bedraagt de max. toegestane nuttige belasting 5 kN/m2.

Daardoor kunnen de Uponor PRO isolatiematerialen en Tecto ND 30-2 ook worden gebruikt voor kantoor-ruimtes, behandelruimtes, klasloka-len, tentoonstellings- en verkoop-ruimtes, restaurants, kerken etc.

Bovendien is Tecto ND 11 geschikt voor 30 kN/m². Daarmee is geschikt-heid voor gebruik voor de meest uit-eenlopende toepassings types con-form EN 1991-1-1 gegarandeerd. Alleen de lastverdeellaag moet in de dikte en qua sterkte op de vereiste nuttige belasting worden afgestemd.

Confi guratie van de isolatie-lagen Als aanvullende warmte- en/ of contactgeluidisolatie nodig zijn, dan moeten de desbetreffende

materialen in principe onder de Tecto elementen en dus op de dra-gende ondergrond worden aange-bracht. Als kabels of leidingen op de dragende ondergrond worden geïnstalleerd, moet de contactge-luidisolatie boven de egaliseerlaag over het gehele oppervlak doorlo-pend worden geïnstalleerd.

AfdekkingenVóór het opbrengen van de ver-warmde afwerklaag dienen isolatie-lagen te worden voorzien van een afdekking van 0,15 mm dik poly-ethyleenfolie of van een ander qua functie gelijkwaardig bevonden materiaal. Bij Uponor vloersyste-men met losse PE type 200 afdek-folie, zoals Uponor Classic of Uponor Siccus, moeten de afzonderlijke

banen zich aan de stootkanten ten minste 80 mm, bij gietdekvloer 100 mm, overlappen. De afdekking hoeft bij toepassing van de Uponor randisolatiestrook niet aan de ran-den omhoog te worden getrokken, omdat de Uponor randisolatie-strook is voorzien van een geca-cheerde folie die de op de rand tegelijk afgesneden afdekfolie Uponor PE type 200 voldoende overlapt.

In veel oppervlaktesystemen van Uponor, zoals Uponor Tecto, zijn afdekkings- en afdichtingsfuncties al constructief geïntegreerd, zodat geen extra afdekkingen noodzake-lijk zijn.

Page 25: Uponor Tacker

32 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

Lastverdeellagen

Dekvloeren conform DIN 18560De dekvloer als lastdragende en lastverdelende plaat is een van de belangrijkste componenten van de Uponor vloerverwarming. Hoe zorg-vuldiger de individuele componen-ten op elkaar zijn afgestemd, des te langer zal de Uponor vloerverwar-ming probleemloos blijven functio-neren. Verwarmde dekvloeren moe-ten voldoen aan de volgende eigen-schappen:

een goede omsluiting van de leidingen voor een goede warmteoverdracht

voldoende sterktewaarden voldoende temperatuurbesten-

digheid

Cementdekvloer met Uponor dekvloercomponenten Cementdekvloeren moeten met Uponor dekvloercomponenten kwa-litatief worden verbeterd. Hierdoor wordt een hogere plasticiteit en een verbetering van het waterretentie-vermogen verkregen dat voor-waarde is voor een gelijkmatige en volledige omsluiting van de verwarmings leiding. Bovendien sta-biliseren de dekvloercomponenten de verwarmde dekvloer, zodat de dekvloerbedekking bij een nuttige belasting van 2 kN/m² tot 30 mm kan worden gereduceerd. Bij een dekvloerbedekking van minimaal 45 mm is een nuttige belasting van 5 kN/m² mogelijk.

De geringere dekvloerdikte dan wel hogere nuttige belas-ting vereist nadrukkelijk het gebruik van de vastgestelde Uponor isolatiematerialen en Uponor dekvloercomponenten VD 450/450N/ 550N alsmede een cementkwaliteit overeen-komstig Portland CEM I 32,5.

Bindingsfase

112222334

Functieverwarmingsfase

CT-a

anle

g +

VD

450

/450

N ≥ 4 - 5 dagen ≥ 21 dagen ≥ 24 dagen

Bed

rijf

stem

pera

tuur

≥ 2

8 da

gen

Medium: Medium: waterwater

ϑϑϑ

Medium: Medium: waterwater

ϑϑϑ

Cementdekvloeren moeten met Uponor dekvloercomponenten kwalitatief worden verbeterd.

Cementdekvloeren volgens DIN 18560 moeten met Uponor dekvloercomponenten kwalitatief worden verbeterd.

Cement dekvloer met Uponor dekvloercomponenten VD 450/450NDe dekvloercomponent VD 450 is geschikt voor verwarmde cement dekvloeren en -egaliseervloeren (beschermingsdekvloer). Als „scherpkorrelig zand“ met een ontoereikend meelkorrelgehalte als toeslagmateriaal wordt gebruikt, of als gladde toeslagmaterialen van moreneafzettingen of split als toe-slagmateriaal worden gebruikt, adviseren wij de Uponor dekvloer-componenten VD 450N.

Page 26: Uponor Tacker

33U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

De cementcomponenten VD 550N heeft het bijkomende voordeel dat hij snel volledig is uitgehard waardoor vroe-ger opwarmen mogelijk is, na 7 dagen.

Bij een geringere cement-componenten dan wel een hogere verkeersbelasting is het gebruik van de bovenge-noemde Uponor isolatiema-terialen en Uponor cement-component VD 550N evenals een cementkwaliteit gelijk aan Portland CEM I 32,5 absoluut vereist.

Cement dekvloer met Uponor cementcomponenten VD 550N snelbindmiddelDe cementcomponenten VD 550N is geschikt voor verwarmde dek-vloeren en uitvlaklagen van cement (beschermingsdekvloer), maar kan niet worden gebruikt als installatiemortel of als stort-vloer. Door het vroegtijdige uitharden bedraagt de verwer-

kingstijd met name bij warm weer minder dan 1 uur.

Cementdekvloer met Uponor kunstharsemulsie KB 650 NBij Uponor droogbouwsysteem Siccus wordt de lastverdeellaag boven het leidingniveau als droge of natte dekvloer (bijvoorbeeld cementdekvloer) aangebracht. Met de Uponor kunstharsemulsie KB 650 N is het mogelijk de cementdekvloer zodanig te verste-

vigen dat de dekvloerdikte tot minimaal 30 mm kan worden ver-laagd. Door de samenstelling uit verschillende gemodifi ceerde hars-types brengt de KB 650 N een enorme stijging van de buigtrek- en druksterkte teweeg. De vervaar-diging en installatie van de dek-vloer vindt op beproefde wijze plaats.De verwarmde afwerklaag is,

afhankelijk van de weersgesteld-heid en temperatuur, na circa 36 uur begaanbaar. De bindingstijd bedraagt circa 21 dagen. Daarna kan de opwarmprocedure plaats-vinden. Het verbruik KB 650 N bedraagt circa 1,5 l/m² bij 30 mm dekvloerdikte. De maximale nutti-ge belasting bedraagt 2 kN/m².

Bindingsfase

112222334

Functieverwarmingsfase

CT-a

anle

gt +

VD

550

N

≥ 3 dagen ≥ 7 dagen ≥ 10 dagen

Bed

rijf

stem

pera

tuur

≥ 1

4 da

gen

Medium: Medium: waterwater

ϑ

Medium: Medium: waterwater

ϑ

Minimaal tijdverloop van cementdekvloer met VD 550N na het aanbrengen

Page 27: Uponor Tacker

34 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

De montage van de vloerver-warming moet zorgvuldig worden uitgevoerd, omdat ook kleine naden het mogelijk maken dat de dekvloer door-loopt, waardoor er geluidsbruggen kunnen ontstaan.

Anhydriet gietvloer Anhydriet gietvloeren zijn giet-vloeren die worden gemaakt van anhydrietbindmiddel en water, plus toeslagmaterialen en eventueel met toevoeging van additieven. Anhy-driet gietvloeren worden in de woningbouw en in de utiliteitsbouw toegepast. Dergelijke gietvloeren zijn onder andere niet geschikt voor toepassing in de open lucht.

Anhydriet gietvloeren hebben het voordeel dat ze snel en gemakkelijk te verwerken zijn en dat ze, door hun hoge vloeibaarheid, zelfnivelle-

rend zijn. Hierbij wordt de gietvloer vanuit de silo rechtstreeks met een slang naar de bestemming gevoerd. Om de vereiste dekvloerhoogte te realiseren wordt het niveau met een slangwaterpas of een laser uitgewa-terpast. Na het aanbrengen wordt de gietvloer met een polijststang bewerkt om een vlak oppervlak en een homogene dekvloer te realise-ren.

vloeren die direct na het aanbrengen ervan kunnen worden opgewarmd. De uithardingstijden, droogtijden en opwarmvoorschriften worden dan aangegeven door de fabrikant. De nominale dekvloerdikte voor een max. verkeersbelasting van 2 kN/m2 bedraagt 40 mm.

Veel fabrikanten geven echter een leidingbedekking van 35 mm aan bij een verkeersbelasting van 2 kN/m2.Bij 5 kN/m2 wordt normaal gespro-ken een leidingbedekking van 65 mm aangegeven. Afhankelijk van de sterktegraad zijn geringere dek-vloerdikten mogelijk; hiervoor moet echter wel de fabrikant worden geraadpleegd.

Gebruik Uponor cementcom-ponenten niet voor anhydriet gietvloeren!

Gietvloeren kunnen zijn opgebouwd op anhydriet- of cementbasis.

Belangrijke ontwerpaan-wijzingen

Geen Uponor cementcom-ponenten gebruiken

Vraag de uithardings- en functieverwarmingstijd, dekvloerdikte, max. verkeersbelasting en voeg-/naadconfi guratie bij de fabrikant op

De verdere verwerkingsrichtlijnen van de desbetreffende fabrikant moeten worden opgevolgd. Dit geldt met name voor het ontwerp van de voeg-/naadveldgrootten, toepassing in vochtige en natte ruimtes en de temperatuurbestendigheid. Conform EN 1264-4 mag het functieverwar-men op zijn vroegst na 7 dagen plaatsvinden. Er zijn echter al giet-

Optimale onderstellen voor nivelleerinrichtin-gen zijn voorzien van ronde poten. Het onderstel staat dan stevig en kan de afdekfolie niet beschadigen.

Page 28: Uponor Tacker

35U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

Gietvloer van cement Deze gietvloeren zijn op cement-basis opgebouwd. Zij worden door water bij te voegen gemaakt. Giet-vloeren van cement worden in de woningbouw en in de utiliteits-bouw toegepast. Door het bind-middel cement kan men ze ook buiten en in een constant natte omgeving toepassen.

Evenals bij anhydriet gietvloeren hebben cement gietvloeren het voordeel van snelle en gemakkelij-ke verwerking en zelfnivellering. Ze worden rechtstreeks vanuit de silo met een slang naar hun bestem-ming geleid. Om de vereiste dek-vloerhoogte te realiseren wordt het niveau met een slangwaterpas of een laser uitgewaterpast. Na het aanbrengen wordt de gietvloer met een polijststang bewerkt om een vlak oppervlak en een homogene dekvloer te realiseren.

De montage van de vloer-verwarming moet zorgvul-dig worden uitgevoerd omdat ook kleine naden het mogelijk maken dat de dekvloer doorloopt, waar-door er geluidsbruggen kunnen ontstaan.

Gebruik Uponor cementcom-ponenten niet voor cement gietvloeren!

De verdere verwerkingsrichtlijnen van de desbetreffende fabrikant moeten worden opgevolgd. Dit geldt met name voor het ontwerp van de voeg-/naadveldgrootten en de temperatuurbestendigheid. Con-form EN 1264-4 mag het functie-verwarmen op zijn vroegst na 7 dagen plaatsvinden. De nominale laagdikte van de dekvloer voor een max. verkeersbelasting van 2 kN/m² bedraagt 45 mm. Andere dekvloer-dikten moeten worden besproken met de desbetreffende fabrikant van het dekvloermateriaal.

Droge dekvloerAls droge dekvloer worden vloerele-mentplaten voor de „droge uit-bouw“ aangeduid. De platen moe-ten ten minste aan de volgende eisen voldoen: Geschikt voor vloerverwarming Warmtegeleidbaarheidλ ≥ 0,21 W/mK

Minimale dikte 25 mm Goede verbindingsmogelijkheid

(rabatnaden dan wel getrapte verbinding).

Wanneer voor de verbinding van droge dekvloerplaten behalve verlij-ming nog stalen krammen of schroeven worden gebruikt, moet er zorgvuldig op worden gelet, dat de lengte van deze bevestigingsmidde-

Vorming van een dila-tatievoeg (voorbeeld: Uponor Tecto)

Dilatatievoeg

len evenals het gereedschap is afgestemd op de plaatdikte. Bij te lange krammen of schroeven en/of gereedschap zonder fi xeermogelijk-heid zouden de verwarmingsleidin-gen beschadigd kunnen worden. Tijdens de ontwerpfase moet gelet worden op de maximale tempera-tuurbelasting van de droge dek-vloerplaten en op een optimale plaatsing op de onderconstructie. Zo mag bij het Uponor Siccus droogsysteem geen leidingafstand van minder dan 50 mm bij ingesne-den aansluitleidingen voorkomen.

Voegentechniek

Dilatatievoegen zijn voegen in de dekvloer, die hem volledig, tot op de isolatielaag, scheiden. Bij het Uponor Tecto noppenplaatsysteem vindt daarmee scheiding tot op de afdekfolie plaats. Dilatatievoegen mogen alleen worden doorsneden door aansluitleidingen in een vlak.

Hier moeten de Uponor leidingen met een 300 mm lange bescherm-huls van elastisch materiaal, die een verticale bewegingsvrijheid van +/- 3 mm moge lijk maakt, worden toegepast.

Page 29: Uponor Tacker

36 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

Info

Over de confi guratie van voegen en naden moet een voegenplan worden opge-steld waaruit het type en de opbouw van de voegen of naden kan worden afgelezen. Het voegenplan moet worden opgesteld door de ontwerper van de bouw en als bestand-deel van het bouwbestek worden overhandigd aan degene die de werkzaam-heden uitvoert.

Voor het aanbrengen van voegen moeten de algemene technische regels en de tech-nische informatie en infor-matiebladen van de vakver-enigingen worden opgevolgd.

Met geschikte dilatatievoegprofi e-len moet de werking van de dilata-tievoeg worden zeker gesteld. De voegbreedte moet samen met het voegenplan door de ontwerper van de bouw worden opgesteld en als bestanddeel van het bouwbestek worden overhandigd aan degene die de werkzaamheden uitvoert.

Bij kozijnen en deuren moeten als regel dilatatievoegen worden toe-gepast. De confi guratie van de dila-tatievoegen wordt echter ook afge-stemd op de geometrische vorm van de ruimte. De van thermische omstandigheden afhankelijke leng-te-uitzetting van een cement dek-vloer bedraagt ca. 0,012 mm/mK. Bij anhydrietdekvloeren moet de confi guratie van de dilatatievoeg met de fabrikant worden bespro-ken. Bij keramische vloermaterialen hebben de dilatatievoegen een speciale betekenis. Beslissend is dat de dilatatievoegen in alle lagen boven de afdekking gelijk moeten verlopen.

Randnaden zijn voegen of naden die de dekvloer van wanden, kolommen, trappen etc. scheiden. De randisolatiestrook moet een bewegingsruimte van 5 mm toe-staan! Alle dilatatievoegen en rand-naden moeten na het beëindigen van de vloerbedekkingswerkzaam-heden met geschikt, elastisch mate-riaal worden afgedicht.

Schijnvoegen (strepen die met een troffel worden getrokken) voor natte dekvloeren kunnen worden aangebracht als extra onderverde-ling van de door de dilatatievoegen

opgedeelde dekvloervlakken. Deze schijnvoegen mogen ten hoogste tot eenderde van de dekvloerdikte, met vermijding van beschadiging van de verwarmingsleidingen, wor-den aangebracht.

Dit wordt in de regel overal toege-past waar dilatatievoegen niet noodzakelijk zijn, maar mogelijke ontspanning in de dekvloerplaat via deze breukplaatsen moeten worden weggeleid. Deze voegen en andere eventueel opgetreden scheuren worden na de uithardingsfase en het voor de eerste maal opwarmen van de dekvloer dusdanig gesloten dat ze bestand zijn tegen de optre-dende krachten. Dit kan bijvoor-beeld worden gedaan door er kunsthars in te gieten.

Functieverwarmen

Anhydriet en cement dekvloeren moeten conform EN 1264, deel 4, voorafgaand aan het leggen van de vloerbedekkingmaterialen wor-den opgewarmd. Zoals ook bij onverwarmde dekvloeren het geval is, moet de onderneming die het vloerbedekkingmateriaal aan-brengt vooraf controleren of de vloer gereed is voor het aanbren-gen van het vloerbedekkingmate-riaal. Het begin van het functie-verwarmen is afhankelijk van de toegepaste lastverdeellaag. De functieverwarmingsduur bedraagt standaard min. 7 dagen. Volg het functieverwarmings protocol en het informatieblad voor uitvoe-ring op!

De functieverwarmingsproce-dure is bedoeld voor de func-tiecontrole en niet voor het uitdrogen van de dekvloer totdat hij droog genoeg is om de topvloer aan te bren-gen!

Page 30: Uponor Tacker

37U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Vloeropbouw

≥ 45 mm

≥ 20 mm

Uitvoering C: egaliseerdekvloer met verschillende voegenconfi guratie (Voorbeeld: Uponor Tecto)

1 Tegelvloer

2 Dilatatievoeg

3 Dekvloer

4 Tweelaagse scheidings-/glij-folie

5 Dilatatievoeg

6 Egaliseerdekvloer

7 Uponor noppenplaatsysteem ND 30-2/ND 11

Tweelagige installatieEen bijzonder variabele installatie van steen- en keramische bedekkin-gen wordt mogelijk gemaakt door een tweelagige installatie volgens EN 1264-4.Eerst wordt de vloerverwarming voorzien van een egaliseerlaag, waarop vervolgens de dekvloer of

de specielaag op een glij-folielaag wordt aangebracht voor het aan-brengen van de vloerbekleding. Deze techniek maakt een andere dan in de egaliseerdekvloer bepaal-de voegenindeling in de topbekle-ding mogelijk, omdat de over de glij-folie liggende laag onafhanke-lijk van het uitzettingsgedrag van

1

2 3

4

56

7

de egaliseerdekvloer kan bewegen.Voorwaarde is dat de over de glij-folie aangebrachte laag voldoende draagstabiel is, de egaliseerdekvloer dienovereenkomstig glad gemaakt en tot op de toelaatbare restvoch-tigheid uitgedroogd is.

Vloerbedekkingen

De volgende types vloerbedekking-materialen kunnen, als voldaan wordt aan een warmtegeleideweerstand van Rλ, B

≤ 0,15 m2K/W en bij toestem-ming van de fabrikant (desbetreffen-de markering), op de Uponor opper-vlaktenverwarmingen worden geïn-stalleerd:

Vloerbedekking van textiel (tapijt) Elastische vloerbedekkingen (PVC) Parket en laminaatvloeren Keramische tegels en platen Natuursteen Betonsteen

Een stevige hechtlaag op het dek-vloeroppervlak is voorwaarde voor een langdurige goede werking van de bovenvloer. Gedeeltes van het oppervlak waar delen zijn weggesle-ten of waar zich giet- of kruipbar-sten bevinden, moeten gerepareerd worden. Voor installatie van de top-vloeren moeten de speciale installa-tievoorwaarden voor de vloermate-rialen worden opgevolgd.

Tegellijm voor stenen en kerami-sche vloeren die met behulp van een dunne lijmlaag worden opge-bracht, moeten geschikt zijn voor vloerverwarming en voor de geko-

zen lastverdeellaag. Als de vloer in een dikke laag mortel wordt gelegd, moet de dikte van de mor-tellaag afhankelijk van het type vloermateriaal worden gekozen. Bij zwevend gelegde parket- en laminaatvloeren moeten voor een max. warmtegeleideweerstand de onderlaag, eventuele luchtlagen en aanvullende tapijten worden mee-gerekend.

Page 31: Uponor Tacker

38 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Ontwerp, berekening

Ontwerpcriteria

De elementaire voorwaarde voor de betrouwbare werking en dus voor de tevredenheid van de klant is het gedetailleerde ontwerp van een vloerverwarming- en -koelsysteem. Het ontwerp levert de noodzakelij-ke gegevens zoals massastromin-gen, drukverliezen en watertempe-raturen, die voorwaarde zijn voor het ontwerp van de warmte- dan wel koudeopwekker en van het ver-deelnetwerk.

Het ontwerp van een vloerverwar-ming en -koeling kan principieel tot zeer uiteenlopende resultaten leiden, naargelang welke criteria (energie-effi ciency, behaaglijkheid, investeringskosten, bedrijfskosten) daarbij op de voorgrond staan. Om het ideale resultaat te verkrij-gen kunnen met behulp van de Uponor HSE ontwerpsoftware door verandering van parameters een-voudig verschillende eisen worden gesimuleerd. Basis voor het ont-werp van de vloerverwarming is de EN 1264-3.

Temperaturen

Vloeroppervlaktetemperatuur Men dient speciaal aandacht te besteden aan de vloeroppervlakte-temperatuur waarbij men rekening moet houden met de grenzen van de medisch en fysiologisch te ver-antwoorden vloeroppervlaktetem-peratuur.

Het verschil tussen de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de vloer en de standaard binnentem-peratuur vormt samen met de basis-karakteristiek de grondslag voor de vermogensgrootte van het verwar-mende vloeroppervlak. De maximale oppervlaktetemperaturen worden

Maximale oppervlaktetempe-raturen volgens EN 1264:

29°C in de verblijfszone 35°C in de randzone 33°C in badkamers

Vergelijking (1)

conform EN 1264 deel 3:

ΔϑH =

ϑV – ϑ

R

ϑV – ϑ

i

ϑR – ϑ

i

ln

Ruimtetemperatuur, ervaren temperatuur en gemiddelde stralingstemperatuur

Bij een stralingsverwarming zoals de Uponor vloerverwarming kan in ver-gelijking met andere, minder gun-stige verwarmingssystemen een aanzienlijke energiebesparing wor-den aangenomen.

Het energiebesparingeffect zit in principe in de gunstigere tempera-tuur van de lucht in het vertrek en het verticale temperatuurprofiel.Voor mensen is naast de tempera-tuur van de lucht in het vertrek ϑ

L

ook de gemiddelde stralingstempe-ratuur ϑ

iS van de oppervlakken die

de ruimte omsluiten van belang. Hieruit resulteren zeer positieve ervaringstemperaturen.

De „ervaren temperatuur“ kan gelijk worden gesteld aan de genormeer-de binnentemperatuur ϑ

i van EN

12831 en resulteert uit het gemid-delde van de stralingstemperatuur en de temperatuur van de lucht in het vertrek.

Verwarmingsmiddeltemperatuur De verwarmingsmiddeltemperatuur Δϑ

H wordt als logaritmische gemid-

delde waarde uit de aanvoertempe-

bepaald door de in EN 1264 vastge-legde „Grenswarmtestroomdicht-heid“ die als theoretische confi gu-ratiegrens in de confi guratiesche-ma‘s is afgebeeld.

ratuur, de retourtemperatuur en de standaard binnentemperatuur vol-gens EN 1264 berekend. Deze bepaalt bij constante opbouw de warmtestroomdichtheid.

Aanvoerontwerptemperatuur De aanvoerontwerptemperauur ϑ

V, Ausl. is de aanvoertemperatuur die

door de ontwerpruimte, dat wil zeg-gen door de ruimte/de randzone met de hoogste warmtestroom-dichtheid dan wel de maximaal ver-eiste overtemperatuur van het ver-warmingsmedium (met uitzondering van badkamers), wordt vastgelegd. Voor de ontwerpruimte wordt uit-gegaan van een temperatuurverschil tussen aanvoer en retour (spreiding) van 4 K (randzone 3 K). De sprei-ding in de overige ruimten/zones met lagere warmtestroomdichtheid is overeenkomstig groter, aangezien de ontwerpaanvoertemperatuur ook voor deze verwarmingsoppervlak-ken bepaald is.

Belangrijk:

bij het bepalen van de ont-werpaanvoertemperatuur moet erop worden gelet, dat de toegestane dekvloertem-peraturen en de toegestane temperaturen voor top-bedekkingen en lijmlagen niet worden overschreden.

Ontwerp, berekening

Page 32: Uponor Tacker

39U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Ontwerp, berekening

RL

VL

RL

VL

Belasting Vz voor verblijfszones of voor aparte randzones, die zich in principe voor buitenmuren van een ruimte met een maximale breedte van 1 m bevinden.

Belasting Vz-gecombineerd (1 verwarmingcircuit met 2 Vz-oppervlakken) voor gecombineerde verblijf- en randzones.

Belasting Vz

De omvang van het verwarmingcir-cuit bij normale, gescheiden of gecombineerde verwarmingcircuits wordt begrensd door het uit de

warmtestroomdichtheid dan wel de massastroom en de leidinglengte resulterende totaal drukverlies. Afhankelijk van de planningssituatie zijn daarom verschillende belastin-gen nodig.

Berekeningsgrondslag

OntwerpDe berekening van de Uponor vloerverwarming vindt plaats op basis van de basiskarakteristiek van EN 1264 -2 en de genormeerde berekening voor de benodigde ver-warmingslast volgens EN 12831.

Voor de installatie moet aan de wettelijke isolatievoorschriften con-form de desbetreffende energiebe-sparingsverordeningen en EN 1264 worden voldaan. Bij keldervloeren, vloeren tegen onverwarmde of met tussenpozen verwarmde ruimtes en vloeren tegen de aarde bedraagt de minimale warmte-isolatiewaarde van de isolatie Rλ = 1,25 m2K/W. Bij scheidingsvloeren tegen verwarmde ruimtes in een woning heeft de warmte-isolatie een minimale weer-stand tegen warmtedoorgang naar beneden toe van 0,75 m2 K/W.

De Uponor vloerverwarming wordt bij woningen voor de ongunstigste, toch nog toegelaten topvloer ont-worpen. We kunnen er niet van uit-gaan dat een ruimte met een stenen topvloer ook nog jarenlang zodanig gebruikt zal worden. Als het ont-werp voor dit soort vloeren gemaakt is en er later een tapijtvloer of par-ket wordt aangebracht, dan kan een afdoende verwarming alleen nog gerealiseerd worden door de warm-watertemperatuur te verhogen, het-geen een ongunstige uitwerking heeft op HR-ketels en warmtepom-pen. Daarom moet een ontwerp met een warmtegeleideweerstand van Rλ,B

= 0,15 m2K/W worden uitge-voerd.

Page 33: Uponor Tacker

40 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

LeidingafstandenUit behaaglijkheidoverwegingen moet de leidingafstand voor woon- en kantoorruimten op maximaal 30 cm worden begrensd.

Zwembaden: een direct voetcon-tact met de topvloerbekleding komt in zwembaden en in sanitaire ruimten het meeste voor. Om fysio-logische redenen moet de leiding-afstand in de badkamer- en WC-zone evenals in het omgevingsge-bied van zwembaden zo gering mogelijk worden gekozen.

Keukens: tijdens het ontwerp is de oppervlakte door gebruik van inbouwmeubelen niet altijd bekend, zodat de keuken zo royaal mogelijk met geringe leidingafstand moet worden ontworpen. Uitsparingen van de vloerverwarming onder inbouwobjecten moeten zoveel mogelijk worden vermeden (behalve onder schoorsteenmantels) om een constante warmteverdeling te waar-borgen.

VerdeleraansluitomgevingVoor de vloerverwarmingverdeler/-verzamelaar worden de leidingen zeer dicht bij elkaar gelegd. Ook deze aansluitleidingen geven warm-te af! Als vanwege deze aansluitlei-dingen een te hoge warmteafgifte of oppervlaktetemperatuur voor de desbetreffende ruimte ontstaat, dan moet een dienovereenkomstig gedeelte van de leidingen met iso-latiemateriaal worden opgevuld. In principe moet men een zo kort mogelijk leidingbeloop naar de aan-grenzende ruimte voorzien.

Als er op parket-, PVC- of stenen vloeren deels losse tapijten worden gelegd dan moet de gemiddelde warmtegeleideweerstand Rλ, B

naar rato van de oppervlakteaandelen worden berekend:

Conform EN 1264-4 moeten de leidingen op meer dan

50 mm van opstaande gebouwelementen en

200 mm van schoorstenen en open schouwen, open of gemetselde schachten en afvoerkanalen worden geïnstalleerd.

Warmtegeleideweerstand van de vloerbedekkingDe warmtegeleideweerstand van de vloerbedekking is afhankelijk van de gesteldheid van het geselecteerde materiaal en kan worden afgeleid uit de documentatie van de fabrikant.

Aanbevolen maximale installatieafstanden Vz in cm

Richtwaarden voor een aantal warmtegeleideweerstanden

Tapijt ca. 0,06 - 0,15 m2K/W

Parket ca. 0,04 - 0,11 m2K/W

PVC ca. 0,025 m2K/W

Tegels, marmer ca. 0,01 - 0,02 m2K/W

Rλ,B = [(A

Ges - A

B) · Rλ,Ο +

AB · (Rλ,O

+ Rλ,T)] / A

Ges

Rλ,O = Warmtegeleideweer-

stand zonder tapijtRλ,T

= Warmtegeleideweer- stand tapijtRλ,B

= Gemiddelde warmte- geleideweerstand A

B = Bedekt oppervlak

AGes

= Totaaloppervlak

Voorbeeld:25 m2 tegels Rλ,O

= 0,02 m2K/Wbedekt met 8 m2 tapijt Rλ,T

= 0,15 m2K/W.

Rλ,B = [(25 - 8) · 0,02 +

8 · (0,02 + 0,15)] / 25Rλ,B

= 0,07 m2K/W

Systeemvoor zone

Tecto, Classic, klittenband, tacker, klem-profi elen

Noppen-plaat 14-16

Noppen-folie

Siccus Minitec

Badkamers, WC 10 11 12 15 5

Keukens 20 16,5 12 15 10

Verblijfszones 30 22,5 30 30 15

Randzones 10 11 12 15 10

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Ontwerp, berekening

Page 34: Uponor Tacker

41U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Ontwerptabellen voor snelle calculatie

De technische informatie bij de afzonderlijke Uponor oppervlakte-vloerverwarming- en -koelingsyste-men bevat ontwerpdiagrammen die een snelle, globale raming van de installatieafstand en de maximale grootte van het verwarmingcircuit mogelijk maken. De tabellen ver-vangen echter geen gedetailleerd ontwerp en berekening. Zij zijn gebaseerd op typische ontwerpcri-teria. Bij afwijkende basisgegevens dienen de ontwerp- en drukverlies-diagrammen in combinatie met de berekeningsvergelijkingen te wor-den toegepast.

Toepassingsvoorbeeld ontwerpdiagrammen (Tecto)

Uponor Tecto belastingsoppervlak 14 voor lastverdeellaag cement dekvloer: nominale dikte 45 mm, warmtegeleid-baarheid 1,2 W/mK

ϑi = 20°C , Rλ,B

= 0,15 m2K/W

ϑV,des

= 55,5°C1) ϑV,des

= 50°C ϑV,des

= 45°C

ϑF,m

[°C] qdes

[W/m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2] Vz [cm] AFmax.

[m2]

29 100 10 5

28,6 95 10 7,5

28,2 90 10 10

27,8 85 15 10 10 5

27,3 80 15 13 10 7,5

26,9 75 20 13,5 10 10,5

26,5 70 25 14 15 11,5 10 5,5

26,1 65 25 19 20 12,5 10 9

25,7 60 30 20,5 25 13 15 10

25,2 55 30 26,5 25 18,5 15 14

24,8 50 30 32 30 22 20 17

24,4 45 30 38 30 28,5 25 19,5

≤ 23,9 ≤ 40 30 42 30 35 30 24,5

14 x 2

De gegevens in deze ontwerpdiagrammen zijn gebaseerd op de volgende basisgegevens:Rλ,in

= 0,75 m2K/W, ϑu = 20°C, betonvloer 130 mm, verwijding = 3-30 K, max. verwarmingcircuitlengte = 150 m

max. drukverlies per verwarmingcircuit incl. 2 x 5 m aansluitleiding Δp max

= 250 mbargebruik bij andere aanvoertemperaturen, warmtegeleideweerstanden of basisgegevens het ontwerpschema op pag. 45.1) Bij ϑ

V,des > 55,5°C wordt de grenswarmtestroomdichtheid en daarmee de max. vloeroppervlaktetemperatuur van 29°C dan wel voor de ontwerp tabel

voor badkamers van 33°C overschreden.

Toepassingsvoorbeeld (Tecto) 1. Ruimtetemperatuur 20°C2. Vereiste ontwerpwarmtestroom-

dichtheid qdes

50 W/m²3. Ontwerpaanvoertemperatuur

ϑV,des

45°C4. Cementdekvloer, nominale

dikte 45 mm5. Warmtegeleidbaarheid 1,2 W/m²6. Geselecteerd systeem: Uponor

Tecto met verwarmingsleiding 14 x 2 mm

Resultaat:Bij de gegeven randvoorwaarden bedraagt het maximale installatie-oppervlak A

max. = 17 m² bij een

installatieafstand Vz 20.De maximale installatieafstand moet, indien nodig, worden gere-duceerd met de lengte van de aansluitleidingen naar de verdeler (aanvoer en retour).

Oplossingsmethode:1. Bij het systeem „Tecto” moet

voor de lastverdeellaag cement-dekvloer de ontwerptabel voor ϑ

i = 20°C worden gekozen.

2. Kies voor de regel met de vooraf bepaalde ontwerpwarm-testroomdichtheit q

des van uw

project (geen badkamers!).3. Ga in deze regel naar rechts en

kies een ontwerpaanvoertem-peratuur ϑ

V,des.

4. Vervolgens kan op het snijpunt de benodigde installatieafstand Vz en de maximale verwar-mingcircuitgrootte A

Fmax direct

worden afgelezen.5. Daarna voor badkamers de

ontwerptabel ϑi = 24°C ge-

bruiken.

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Ontwerp, berekening

Page 35: Uponor Tacker

42 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

VoorbeeldOntwerpdiagram voor Uponor Classic belastingsoppervlak 16 met lastverdeellaag cementdekvloer en VD 450/450N/550N (s

u = 45 mm met λ

u = 1,2 W/mK)

0

0,05

0,10

0,15

20

100

180

40

60

80

120

140

160

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q̇ i

n [W

/m2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Vz q̇ N ΔϑN

cm W/m2 K

10 97,7 15,115 94,6 16,920 90,4 18,630 76,7 20,940 58,6 21,0

10 K10 K10 K

20 K20 K20 K

25 K25 K25 K

30 K

30 K

30 K

35 K

35 K

35 K

40 K

40 K

40 K

Grenscurve verblijfszoneGrenscurve verblijfszoneGrenscurve verblijfszone Vz Vz Vz 10 10 101)1)1)

Vz 10Vz 10Vz 10

Vz 15Vz 15Vz 15

Vz 20

Vz 20

Vz 20

Vz 4

0Vz

40

Vz 4

0

Vz 30

Vz 30

Vz 30

Grenscurve randzoneGrenscurve randzoneGrenscurve randzone Vz Vz Vz 10 10 102)2)2)

Vz 15Vz 15Vz 15Vz 20Vz 20Vz 20

Vz 30Vz 30Vz 30

Vz 40Vz 40Vz 40

15 K15 K15 K

ΔϑH = ϑH − ϑi = 5 K

Ontwerpdiagrammen voor de gedetailleerde berekening

De ontwerpdiagrammen die zich bevinden in de technische informatie bij het betreffende Uponor vloerver-warming- en -koelsysteem, maken een uitvoerig met de hand vervaar-digd verwarmingsoppervlakteontwerp door middel van formulieren en geven een overzicht van de volgende invloedsgrootheden en hun onderlin-ge betrekking.

1. Warmtestroomdichtheid van de vloerverwarming q in [W/m2]

2. Warmtegeleidingweerstand van de vloerbedekking Rλ,B

in [m2K/W]3. Montageafstand Vz in [cm]4. Overtemperatuur ver-

warmingsmedium Δϑ

H = ϑ

H – ϑ

i in [K]

5. Grenswarmtestroomdichtheid door weergave van de grens-kromme

Bij bepaling van telkens drie invloedsgrootheden kunnen met slechts één diagram alle anderen worden vastgesteld.

1) Grenscurve geldt voor ϑi 20°C en ϑ

F, maximaal 29°C alsmede voor ϑ

i 24°C en ϑ

F, maximaal 33°C

2) Grenscurve geldt voor ϑi 20°C en ϑ

F, maximaal 35°C

Afl eesvoorbeeldBepaling van de ontwerpaan-voertemperatuur ϑ

V, Ausl.

Gegeven:q = 70 W/m²ϑ

i = 20°C

Rλ,B = 0,15 m² K/W

Geselecteerd:installatieafstand = Vz 15

Afgelezen: Δϑ

H = 24,5 K

(o.k, aangezien beneden grens-curve voor Vz 15)

Berekend:ϑ

V, Ausl. = ϑ

i + Δϑ

H + (ϑ

v- ϑ

R)/2

ϑV, Ausl.

= 20 + 24,5 + 5/2ϑ

V, Ausl. = 47°C

˙

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Ontwerp, berekening

Page 36: Uponor Tacker

43U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

5

6

8

10

20

30

40

60

80

100

200

300

30 40 60 8020 50 200 300 400 500107654

0,5

0,6

0,8

1

2

3

4

5

6

8

10

20

30

Δp(dr)HK5

Massastroom in [kg/h]

Dru

kver

lies

Δp in

[m

bar]

[kP

a]

3

45

1 2 2,5

3,5

2,2

Aanwijzing:

In combinatie met het DEM regelsysteem van Uponor is geen statische hydraulische afstelling nodig, wanneer de verhouding van de lengten van de verwar-mingcircuits per regelzone 2:1 niet overschrijdt.

Afhankelijk van verschillende vermo-genseisen en de lengten van het ver-warmingcircuit in de ruimten dan wel verwarmingszones, is het noodzake-lijk om de telkens exact benodigde hoeveelheid water door de verwar-mingcircuits te transporteren, die voor de dekking van de behoefte aan warmte nodig is. Moderne intel-ligente regelsystemen zoals de DEM

(Dynamisch Energie Management) regeling van Uponor, bereiken dit door op de behoefte gericht en automatisch aanpassend klokken van de betreffende waterhoeveelheid van het verwarmingcircuit (automa-tische afstelling), wat een statische hydraulische afstelling, zoals die bij conventionele installaties is vereist, normaal gesproken overbodig maakt.

Verdelerdiagram voorbeeld: Uponor Pro 1"

mHK5

Verwarmingcircuit massastroom (hier: verwarmingcircuit HK5)Δp(dr)

HK5 Terug te regelen ver-

schildruk verwar- mingcircuit (hier: verwarmingcircuit HK5)

Voor dit voorbeeld moet voor het ver-warmingcircuit HK 5 het voorinstelcijfer „2,2” op de Pro 1" aanvoerafsluiter wor-den ingesteld.

Alle andere verwarmingcircuits moeten dan worden afgesteld als beschreven.

Voor verdere informatie ver-wijzen wij naar de Uponor Pro 1" montagehandleiding.

Statisch hydraulische afstelling

Alle verwarmingscircuits moeten aan de verwarmingcircuitverdeler wor-den afgesteld op het meest ongun-stige verwarmingscircuit (grootste drukverlies). Deze zogenaamde „statisch hydraulische afstelling“ is conform VOB bestanddeel van de vloerverwarminginstallatie. De stati-sche afstelling wordt in het voor-beeld hiernaast beschreven.

Verwarming Massastroom Drukverlies Aan aanvoerafsluiter circuit verwarmingcircuit verwarmingcircuit terugregelend drukverschil [kg/h] [mbar] [mbar]

HK 1 100 215 0

HK 2 90 140 215 - 140 = 75

HK 3 80 160 215 - 160 = 55

HK 4 90 195 215 - 195 = 20

HK 5 100 130 215 - 130 = 85

Verwarmingcircuitverdeler (voorbeeld)

Hydraulische afstelling

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Hydraulische afstelling

Page 37: Uponor Tacker

44 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Dynamisch hydraulische afstelling

De hydraulica de baas met de Uponor drukverschilregelaar PVVoor grotere objecten met meer dan twee verdelers is de toepassing van de Uponor drukverschilregelaar PV aan te bevelen. Deze wordt vóór de desbetreffende verdelers gemonteerd en houdt het drukver-schil bij de verdelers bij wisselende bedrijfsomstandigheden (dyna-misch hydraulische afstelling) bin-nen een proportionele band con-stant. De drukverschilregeling heeft daarbij op de temperatuur, de stroming van het verwar-mingsmedium en het ontwerp van het verwarmingcircuit geen invloed, maar vereenvoudigt de drukberekeningen en de plaatsing van de pompen aanzienlijk.

Voor het ontwerp van de pompen moeten alleen de massastromen van alle verdelers bij elkaar worden opgeteld, voor de bepaling van de benodigde opvoerhoogte van de pompen wordt uitgegaan van het geregelde drukverschil van de ongunstigste verdeler (verdeler met het hoogste drukverschil).

De Uponor drukverschilregelaar PV schept op deze wijze in combinatie met het innovatieve DEM regelsys-teem van Uponor, de beste voor-waarden voor een hydraulisch opti-maal afgestelde installatie.

Uponor drukverschilregelaar PV

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Hydraulische afstelling

Page 38: Uponor Tacker

45U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

mV Totaal verdelermassastroom

(totaal massastromen verwar-mingcircuit)

ΔPs Drukverlies, dat door de

verdeler constant gehouden moet worden

ΔPV Intern drukverlies drukver-

schilregelaarΔP

P Totaal drukverlies voor de

pompdimensionering

ΔPP = ΔP

s + ΔP

V

Tota

l ver

deel

erm

assa

stro

om

Voorinstelling aan de drukverschilregelaar [aantal omwentelingen]

0

2500

500

1000

2000

1500

Inte

rn d

ruck

verl

ies

rege

laar

ΔP

V

0,0

6,9

0,3

1,1

4,4

2,5

2 363 10 14 25 2921134 5 6 7 8 9 11 12 15 16 17 18 19 20 22 23 24 26 27 28 30 31 32 33 34 35

mV

ΔPS

5 kP

a

10 k

Pa

15 k

Pa/

150

mba

r

21,5

kP

a

25 k

Pa

30 k

Pa

20 k

Pa

De werking van de PV wordt beschreven in het volgende voor-beeld.

mV

= totaal HK = 580 kg/h (verdeler massastroom), ΔPS = 215 mbar

Verwarmingcircuitverdeler (voorbeeld)

Vermogensdiagram Uponor PV DN25, 5-30 kPa

5

6

8

10

20

30

40

60

80

100

200

300

30 40 60 8020 50 200 300 400 500107654

0,5

0,6

0,8

1

2

3

4

5

6

8

10

20

30

Δp(dr)HK5

Massastroom in [kg/h]

Dru

kver

lies

Δp in

[m

bar]

[kP

a]

3

45

1 2 2,5

3,5

2,2

Verdelerdiagram voorbeeld: Uponor Pro 1"

mHK5

Verwarmingcircuit massastroom (hier: verwarmingcircuit HK5)Δp(dr)

HK5 Terug te regelen ver-

schildruk verwar- mingcircuit (hier: verwarmingcircuit HK5)

Voor dit voorbeeld moet voor het ver-warmingcircuit HK 5 het voorinstelcijfer „2,2” op de Pro 1" aanvoerafsluiter wor-den ingesteld.

Alle andere verwarmingcircuits moeten dan worden afgesteld als beschreven.

Verwarmings-circuit

Massastroom verwarmingcircuit [kg/h]

Drukverlies verwarming-circuit [mbar]

Aan aanvoerafsluiter terugre-gelend drukverschil [mbar]

HK 1 100 215 0

HK 2 90 140 215 - 140 = 75

HK 3 80 160 215 - 160 = 55

HK 4 90 195 215 - 195 = 20

HK 5 100 130 215 - 130 = 85

HK 6 120 185 215 – 185 = 30

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Hydraulische afstelling

Page 39: Uponor Tacker

46 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

M

230 V AC

230 V24 V

T-75C-56 C-56

T-75

I-76

C-56

C-46

H-56H-56

T-54

alternative

T-75

H-56

Voorbeeld: verwarmen en koelen met Uponor tempera-tuurregeling voor afzonderlijke ruimten en aanvoer en verwar-men en koelen warmtepomp

Temperatuurregeling voor de individuele ruimteDe wens naar fl exibele, individuele ruimtetemperaturen, maar ook de wettelijke voorschriften verlangen voor verwarmingen een individuele regeling van de ruimtetemperatuur. Hiertoe worden de afzonderlijke verwarmingcircuits aan de verdeler uitgerust met thermostatische aan-drijvingen, die door middel van ruimteopnemers, afhankelijk van de gewenste dan wel aanwezige ruim-tetemperatuur, worden aange-stuurd.

Om te voorkomen dat de thermi-sche aandrijvingen tijdens koelbe-drijf de verwarmingcircuitafsluiters bij stijgende temperatuur afsluiten, wat bij verwarming het geval zou zijn, is bij koeling een werkingsom-keer noodzakelijk. De Uponor regel-module C-56 en C-35 en beschik-ken over een dergelijk omschakel-contact. Via een extern signaal, bij-voorbeeld van de Uponor regelaar C-46, kan daarmee van verwarmen naar koelen worden omgeschakeld.

Technische informatie over de com-ponenten en toepassingsvoorbeel-den staan vermeld in het hoofdstuk „Verdeel- en regeltechniek”.

Regeling verwarmen en koelen

Wettelijke bepalingen en het stre-ven naar energie- en kostenbespa-rend bedrijf van een verwarming- en koelinstallatie met gelijktijdig maximaal comfort voor de gebruiker vragen om een temperatuurregeling per ruimte. Bovendien moet de voor het verwarmen vereiste aanvoer-temperatuur afhankelijk van de bui-tentemperatuur kunnen worden geregeld. De hiervoor noodzakelijke regelcomponenten levert Uponor afhankelijk van de behoefte als geprefabriceerde in serie geprodu-ceerde regelstations of als afzon-derlijke componenten.

Regeling van de aanvoertempe-ratuur Gewoonlijk zijn installaties met vloerverwarming- en -koelsystemen uitgerust met een aanvoertempera-tuurregeling. Deze heeft bij verwar-ming de taak om de maximaal ver-

eiste aanvoertemperatuur afhanke-lijk van de buitentemperatuur aan de warmtevraag aan te passen om een zo energie-effi ciënt mogelijk bedrijf van de installatie te waarbor-gen. Voor het standaard geval, waarin niet wordt voorzien in de ontvochtiging van de ruimtetempe-ratuur, heeft de aanvoertempera-tuurregeling bovendien bij koeling de taak om de minimale aanvoer-temperatuur afhankelijk van de ruimteluchttemperatuur en de rela-tieve vochtigheid van de ruimte-lucht te begrenzen om onderschrij-ding van het dauwpunt te voorko-men. Hierdoor kan worden afgezien van een zuurstofdiffusiedichte iso-latie van verdelers en verdelertoe-voerleidingen. Dat houdt echter ook in, dat de bereikbare koelpres-tatie niet constant is, maar bij het stijgen van de luchtvochtigheid door de noodzakelijke verhoging van de aanvoertemperatuur, ver-laagd kan zijn.

Verwarmen en koelen met UponorOntwerpaanwijzingen voor de vloerverwarming en -koeling > Regeling

Regeling

Page 40: Uponor Tacker

47U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Dau

wpu

ntte

mpe

ratu

ur [

°C]

Relatieve luchtvochtigheid [%]

20 21 22 23

40 8050 60 705

25

7

11

9

13

15

17

19

21

23

Ruimtetemperatuur [°C]

24 25 26 27

In tegenstelling tot conventionele radiatoren, die uitsluitend in de winter voor verwarming kunnen worden gebruikt, bieden vloerver-warming- en -koelsystemen een dubbel voordeel. Zij zijn het hele jaar door inzetbaar – ‘s winters voor verwarmen, ’s zomers voor koelen. De extra kosten voor de koelfunctie zijn in vergelijking met de conventi-onele luchtkoelingen laag, vooral dan, wanneer de vereiste watertem-peraturen in combinatie met brine/water-warmtepompen of omkeerba-re lucht/water-warmtepompen goedkoop ter beschikking gesteld kunnen worden.

Ontwerpaanwijzingen

Om bij koeling voldoende hoeveel-heden water te kunnen circuleren, is het zinvol de verwarming, die de basis voor de berekeningsgrondslag vormt, met een zo laag mogelijke spreiding (σ ≤ 5 K) te ontwerpen. De bepaling van de verwarmingcircuits dient in de zin van de bovenge-noemde eis zo gelijkmatig mogelijk te zijn. Aangezien de afsluitervoorin-stelling bij koeling niet wordt gewij-zigd, zijn de ontwerpbeginselen zoals kleine spreiding en gelijkmati-ge indeling van het verwarmingcir-cuit doorslaggevend voor goede koelprestaties. Ruimten, die niet in de koeling zijn betrokken, zoals de badkamer en keuken, moeten aan aparte verdelers worden aangeslo-ten, die op een eigen regelcircuit (alleen verwarming) moeten worden aangesloten. Om met een verwar-mings- en koeloppervlak ook een zo hoog mogelijke koelprestatie te bereiken, zijn de volgende parame-ters gunstig:

1. Geringe installatieafstanden van de leidingen: ➔ hogere koelprestaties bij hoge aanvoertemperatuur

2. Korte verwarmings- en koelcir-cuitlengten: ➔ lage drukverliezen bij kleine spreiding

3. Grote leidingdiameter:➔ lage drukverliezen bij kleine spreiding

4. Topvloer met goede warmtege-leidbaarheid:➔ betere warmteoverdracht

5. Geringe dekvloerbedekking:➔ verbeterde regelcapaciteit bij dreigende dauwpuntoverschrij-ding

In principe kan ervan worden uitge-gaan, dat vloerverwarmingen, die effi ciënt ontworpen zijn voor toe-passing met warmtepompen, ook optimaal geschikt zijn voor vloer-koeling.

Koelprestaties

De bereikbare koelprestaties zijn van meerdere factoren afhankelijk. Naast de constructieve factoren (zoals leidingafstand, leidingafdek-king, topbekleding), die ook voor de vloerverwarming gelden, heeft de uit behaaglijkheidoverwegingen minimaal toelaatbare oppervlakte-temperatuur van circa 20°C evenals de dauwtemperatuur van de ruimte-lucht, invloed op de koelprestatie. Principieel moeten koelwatertempe-raturen niet lager zijn dan 15 – 16°C om de mogelijkheid van condens-watervorming (dauwpuntonder-schrijding) bij installatiecomponen-ten te verminderen.

Dauwpuntbepaling (voorbeeld)Ruimtetemperatuur 25°C, relatieve vochtigheid 60%, dauwpunttemperatuur 16,8°C

Verwarmen en koelen met UponorVerwarmen en koelen via componentoppervlakken > Grondbeginselen van de vloerkoeling

Grondbeginselen van de vloerkoeling

Page 41: Uponor Tacker

48 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarming

Koeling

0,15

0,05

0,10

Vz qH Δ H,N

cm W/m2 K10 98,6 15,915 96,3 18,120 93,0 20,325 87,3 22,030 81,3 23,6

0

0,05

0,10

20

100

40

60

80

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

0,15

Vz qC Δ C,N

cm W/m2 K10 34,8 815 39,8 820 27,5 825 24,5 8

0

20

40

60

80

Koe

lcap

acit

eit

qC [

W/

m2]

0

10 K

8 K

6 K

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 KVz 15

Vz 25

Vz 30

Grenscurve verblijfzone Vz 101)

Vz 20

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 30

Vz 25

Vz 10Vz 15

Vz 20

Vz 25

Ontwerpdiagrammen voor het ontwerp koelvermogen

De gecombineerde Uponor verwar-mings- en koeldiagrammen, die zich in de technische informatie van de betreffende Uponor oppervlaktever-warming en -koelsystemen bevinden, maken een gedetailleerde handmatige planning van het koeloppervlak moge-lijk. Daarbij worden de exacte formules van de EN 1264-5 als basis voor de

berekening van het koelvermogen gebruikt, zodat niet teruggegrepen moet worden op de geraamde waar-den aan de hand van de warmte-overdrachtcoëffi ciënten.

Analoog aan het ontwerp van het verwarmingsoppervlak gelden de volgende invloedsgrootheden en hun onderlinge betrekking:1. Koelvermogen van het vloerop-

pervlak qC in [W/m2]

2. Warmtegeleidingsweerstand van de vloerbedekking Rλ,B

in [m2K/W]3. Installatieafstand Vz in [cm]4. Ondertemperatuur van het koude-

middel ΔϑC = ϑ

i – ϑ

C in [K]

5. Grenswarmtestroomdichtheid door weergave van de grenskromme

Bij bepaling van telkens drie invloeds-grootheden kunnen met slechts één diagram alle andere worden vastge-steld.

Aanwijzing:

De gewenste koelvermogens kunnen alleen dan worden bereikt, wanneer zowel de gemid-delde oppervlaktetemperatuur als ook de ont-werpaanvoertemperatuur boven de tempera-tuur van het dauwpunt van de omgevingslucht liggen. (h-x-diagram)

Ter voorkoming van condenswatervorming aan de installatiecomponenten, moet in een dauw-puntgeleide regeling van de aanvoertempera-tuur worden voorzien.

Afl eesvoorbeeld koelenBepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur ϑ

V, Ausl.

Gegeven:q

C = 29 W/m²

ϑi = 26°C

Rλ,B = 0,05 m² K/W

Geselecteerd:installatieafstand = Vz 15

Ontwerpspreiding:ϑ

V- ϑ

R= 2 K

Afgelezen:Δϑ

C = 12 K

Berekend:ϑ

V, Ausl. = ϑ

i - Δϑ

C - (ϑ

V- ϑ

R)/2

ϑV, Ausl.

= 26 - 9 - 2/2ϑ

V, Ausl. = 16°C

Verwarmen en koelen met UponorVerwarmen en koelen via componentoppervlakken > Grondbeginselen van de vloerkoeling

Page 42: Uponor Tacker

Uittreksel

Uponor Tacker en klemprofi el natbouwsysteem

Page 43: Uponor Tacker

121U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Uponor tackersysteem Systeembeschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 122

Uponor klemprofi elsysteem Systeembeschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 123

Technische informatie Vloeropbouw •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 124 Ontwerpgegevens •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 125 Montage ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 135 Technische gegevens •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 138

Uponor tacker en klemprofi el natbouwsysteem

Page 44: Uponor Tacker

122 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Uponor tackersysteem

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Systeembeschrijving

Uw voordeel

Flexibele leidinginstallatie Voor warmte- en contactge-

luidisolatie zijn verschillende isolatiediktes als isolatie-plaat en –rol leverbaar.

Geschikt voor alle soorten dekvloeren

Niet-draaiende installatie met weinig snijafval van de 600 m grote haspel

Besparing op installatietijd door geïntegreerde afdek-king van de isolatielaag

Één tackerclip voor leiding-diameter 14 – 20 mm

Montagevriendelijk door de ergonomische Uponor systeemtacker

Grote houdkracht van de tackerclips in de systeemfolie

Uponor tackersysteem – het universele systeem voor verwar-men in de woningbouw

Bij het Uponor tackersysteem zijn alle bestanddelen nauwkeurig op elkaar afgestemd. Ieder component past exact op het andere: de warm-te- en contactgeluidisolerende tackerplaten met het scheurvaste oppervlak en het behulpzame instal-latieraster, de fl exibele, moeiteloos te installeren systeemleiding van

zuurstofdiffusiedicht met in de leng-terichting gelaste aluminium buis en de stabiele tackerclips waarmee de leiding betrouwbaar op de tacker-platen wordt gefi xeerd. En natuurlijk ook alle andere componenten die hun bijdrage leveren aan de functie, veiligheid en bediening van de installatie. De fl exibele leiding-installatie past zich optimaal aan alle ruimtegeometrieën aan en zorgt voor een comfortabele warmte-afgifte over het gehele oppervlak.

Gelijkmatige en nette leidinginstallatie dankzij het opgedrukte installatieraster en de stevige tackerclips.

Onze servicemede-werkers en onze systeemkwaliteit verlenen een hoge mate van veiligheid aan installateurs en opdrachtgevers. Zo kan het Uponor tackersysteem vakkundig worden ontworpen en moeiteloos worden geïnstalleerd.

Vloerverwarmingsleiding

Naar wens kunnen de volgende typen systeemleidingen in het systeem worden ingezet: Uponor PE-Xa RED (14 x 2 mm) Uponor PE-Xa RED (16 x 2 mm) Uponor PE-Xa RED (17 x 2 mm) Uponor PE-Xa RED (20 x 2 mm)

Uponor MLCP RED (14 x 1,6 mm) Uponor MLCP RED (16 x 2 mm) Uponor MLCP RED (18 x 2 mm)

Uponor MLCP leiding wit (14 x 2 mm) Uponor MLCP leiding wit (16 x 2 mm) Uponor MLCP leiding wit (18 x 2 mm) Uponor MLCP leiding wit (20 x 2,25 mm)

Page 45: Uponor Tacker

123U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Uponor klemprofi elsysteem

Systeembeschrijving

Uponor klemprofi elsysteem – de oplossing voor meerlagenlei-ding in de vloerverwarming

Het Uponor klemprofi elsysteem is geschikt voor leidingen van 14 t/m 20 mm. De installatie kan in alle gebruikelijke installatievormen (bifi lair of in slakkenhuispatroon) plaatsvinden. Naar gelang van het gewenste leidingtype zijn indivi-duele installatievormen mogelijk, vooral de vormstabiele Uponor meerlagenleiding maakt hierbij een vakkundige en voordelige montage mogelijk met slechts weinig beve-stigingspunten. Het klemprofi el is geschikt voor de installatie op alle Uponor tackerplaten of in combi-

Uw voordeel

Combinatie van de voor-delen van een tackerplaat met de specifi eke ei-genschappen van de Uponor meerlagenleiding

Voor leidingdiameter 14 – 20 mm

Keuze uit individuele opbouw hoogten door instal-latie van het rasterfolie op verschillende isolatielagen

Zelfklevende klemprofi elen, eindeloos verlengbaar en daarom bijna zonder snijafval voor verschillende leiding-afmetingen te gebruiken.

natie met het Uponor rasterfolie, omdat hierop het raster voor een-voudige positionering reeds is afgedrukt. Door de ge ïntegreerde zelfklevende strips kunnen de

klemprofi elstukken eenvoudig en veilig op de folie worden bevestigd. Het klemprofi el kan eindeloos worden verlengd zodat geen afval ontstaat.

Klemprofi el met Uponor meerlagenleiding. Maximaal installatieresultaat met minimale kosten.

Betrouwbare, onzichtbare verwar-mingstechniek. De basis voor aangename vloer-temperaturen voor optimaal comfort.

Vloerverwarmingsleiding

Naar wens kunnen de volgende typen systeemleidingen in het systeem worden ingezet: Uponor MLCP leiding wit (14 x 2 mm) Uponor MLCP leiding wit (16 x 2 mm) Uponor MLCP leiding wit (18 x 2 mm) Uponor MLCP leiding wit (20 x 2,25 mm)

Uponor MLCP RED (14 x 1,6 mm) Uponor MLCP RED (16 x 2 mm) Uponor MLCP RED (18 x 2 mm)

Page 46: Uponor Tacker

124 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Vloeropbouw

Technische informatie

Vloeropbouw Uponor tacker- en klemprofi elsysteem5)

Door combinatie van de isolaties voldoen de volgende opbouwcon-structies aan de Europese minimum isolatie eisen volgens EN 1264-4 en aan de minimum warmte-isolatie volgens EnEV in de nieuwbouw.

Verder zijn combinaties met hoge-re warmte-isolatie afgebeeld. Op grond van diverse contactgeluid-eisen en uiteenlopende vloeren moet de constructie worden gecontroleerd.

De geringere dekvloerdikte dan wel hogere nuttige belasting vereist nadrukkelijk het gebruik van de vastgestelde Uponor isolatiematerialen en Uponor dekvloercomponenten alsmede een cementkwa-liteit overeenkomstig Portland CEM I 32,5.

Wanneer de warmte-isolatie beter uitgevoerd moet worden, dan moet deze bij het uitvoerings-ontwerp van de vloerconstructie worden toege-past. De warmtedoorgangscoëffi ciënt van deze vloeren moet dan aan de verwarmingsontwerper worden medegedeeld.

Warmte-isolatie Isolatiecombinatie Dikte isolatielaag

h[mm]

CT+VD 450/VD 550NN ≥ 45 mm[mm]

Opbouwhoogte A3)

CAF4)

N ≥ 35 mm[mm]

Opbouwhoogte A3)VM1)

DIN 4109

VM[dB]

Warmtege-leidingsweer-standR[m2 K/W]

2,0 kN/m2 2,0 kN/m

2

CT = CementdekvloerCAF = Anhydriet gietvloerN = Minimale dekvloerdikteTd = OntwerpbuitentemperatuurVM = Contactgeluidverbeteringsmaat

1) Oppervlakte gerelateerd dekvloergewicht≥ 70 kg/m2.

2) Bouwafdichting volgens DIN 18195 inclusief extraconstructiehoogte in acht nemen.Grondwaterspiegel ≥ 5 m

3) Maattoleranties in acht nemen. Bijisolatielaagdikte > 100 mm moet de dekvloerdikteN 5 mm hoger worden ingepland.

4) Dekvloerdikte afhankelijk van fabrikant5) Leiding wordt door klemprofiel ca. 5 mm opgetild6) 14 – 20 mm bij tacker- en 21 mm bij

klemprofielsysteem

14-20/216)

hA

N

14-20/216)

hA

N

TP/TR30-3 = 30

+

EPS-DEO 85 = 85= 115

≥ 179 – 185≥ 186

≥ 169 – 175≥ 176

292,792

Woningscheidingsvloer tegen verwarmde ruimten

TP/TR30-3 = 30

+

PUR 70 = 70= 100

≥ 159 – 165≥ 166

≥ 149 – 155≥ 156

292,902

N

14-20/216)

hA

N

TP/TR 35-3 = 35

= 35

290,777 ≥ 94 – 100≥ 101

≥ 84 – 100≥ 91

EN 1264-4

Kelderplaten2), vloeren tegen onverwarmde ruimten in woningen en andere gebouwen

Vloeren tegen buitenlucht Etagevloeren tegen buitenlucht in woningen en andere gebouwen

Referentiewaar-de volgens EnEVU = 0,35 W/m2K

Referentiewaar-de volgens EnEVU = 0,35 W/m2K

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 47: Uponor Tacker

125U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Ontwerpgegevens

0,15

0,05

0,10

0

0,05

0,10

20

100

180

40

60

80

120

140

160

0,15

0

20

40

60

80

0

10 K

20 K

25 K

30 K

35 K

40 K

8 K

6 K

Grenscurve verblijfzone Vz 101)

Grenscurve randzone Vz 102)

Vz 15Vz 20

Vz 25

Vz 30

Verwarming

Koeling

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 30

Vz 25

Vz 10Vz 15

Vz 20

Vz 25

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Koe

lcap

acit

eit

q C [

W/m

2 ]

1) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 29°C evenals voor i 24°C en F, max 33°C2) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 35°C

Aanwijzing: volgens EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgesloten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = Δ H, g + i + 2,5 K aannemen.Δ H, g ontstaat uit de grenscurve verblijfszone tot de kleinste installatie afstand.Bij koeling moet de aanvoertemperatuur door middel van de dauwpunttemperatuur worden geregeld en moet een luchtvochtigheidvoeler worden opgenomen.

Ontwerpschema verwarming en koeling voor Uponor tackersysteem 14 x 2 mm PE-Xa RED met lastverdeellaag cement dekvloer (sü = 45 mm met ü = 1,2 W/mK)

14 x 2 PE-Xa

45 mm

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 K

Ontwerpdiagram voor Uponor tackersysteem

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 48: Uponor Tacker

126 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

0,15

0,05

0,10

0

0,05

0,10

20

100

180

40

60

80

120

140

160

0,15

0

20

40

60

80

0

10 K

20 K

25 K

30 K

35 K

40 K

8 K

6 K

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 30Vz 25

Vz 10Vz 15

Vz 20Vz 2

5

Grenscurve verblijfzone Vz 101)

Grenscurve randzone Vz 102)

Vz 15

Vz 20

Vz 25

Vz 30

Verwarming

Koeling

Ontwerpschema verwarming en koeling voor Uponor tackersysteem/klemprofielsysteem 16 x 2 mm PE-Xa RED met lastverdeellaag cement dekvloer (sü = 45 mm met ü = 1,2 W/mK)

16 x 2 PE-Xa

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 K

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Koe

lcap

acit

eit

q C [

W/m

2 ]

1) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 29°C evenals voor i 24°C en F, max 33°C2) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 35°C

Aanwijzing: volgens EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgesloten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = Δ H, g + i + 2,5 K aannemen.Δ H, g ontstaat uit de grenscurve verblijfszone tot de kleinste installatie afstand.Bij koeling moet de aanvoertemperatuur door middel van de dauwpunttemperatuur worden geregeld en moet een luchtvochtigheidvoeler worden opgenomen.

45 mm

Ontwerpdiagramen voor Uponor tackersysteem en klemprofi elsysteem

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 49: Uponor Tacker

127U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

0,15

0,05

0,10

0

0,05

0,10

20

100

180

40

60

80

120

140

160

0,15

0

20

40

60

80

0

10 K

20 K

25 K

30 K

35 K

40 K

8 K

6 K

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 K

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 10Vz 15

Vz 20

Grenscurve verblijfzone Vz 101)

Grenscurve randzone Vz 102)

Vz 15Vz 20

Vz 30

Vz 40

Vz 40

Vz 30

Verwarming

Koeling

17 x 2 PE-Xa

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Koe

lcap

acit

eit

q C [

W/m

2 ]

Ontwerpschema verwarming en koeling voor Uponor tackersysteem/klemprofielsysteem 17 x 2 mm PE-Xa RED met lastverdeellaag cement dekvloer (sü = 45 mm met ü = 1,2 W/mK)

1) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 29°C evenals voor i 24°C en F, max 33°C2) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 35°C

Aanwijzing: volgens EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgesloten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = Δ H, g + i + 2,5 K aannemen.Δ H, g ontstaat uit de grenscurve verblijfszone tot de kleinste installatie afstand.Bij koeling moet de aanvoertemperatuur door middel van de dauwpunttemperatuur worden geregeld en moet een luchtvochtigheidvoeler worden opgenomen.

45 mm

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 50: Uponor Tacker

128 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Ontwerpschema verwarming en koeling voor Uponor tackersysteem/klemprofielsysteem 20 x 2 mm PE-Xa RED met lastverdeellaag cement dekvloer(sü = 45 mm met ü = 1,2 W/mK)

20x2 PE-Xa

Verwarming

Koeling

0,15

0,05

0,10

0

0,05

0,10

20

100

180

40

60

80

120

140

160

Grenscurve verblijfzone Vz 10

Grenscurve randzone Vz 10

Vz 15Vz 20

Vz 30

Vz 40

2)

1)

0,15

0

20

40

60

80

0

10 K

20 K

25 K

30 K

35 K

40 K

8 K

6 K

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 K

Vz 10Vz 15

Vz 20

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 40

Vz 30

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Koe

lcap

acit

eit

q C [

W/m

2 ]

1) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 29°C evenals voor i 24°C en F, max 33°C2) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 35°C

Aanwijzing: volgens EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgesloten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = Δ H, g + i + 2,5 K aannemen.Δ H, g ontstaat uit de grenscurve verblijfszone tot de kleinste installatie afstand.Bij koeling moet de aanvoertemperatuur door middel van de dauwpunttemperatuur worden geregeld en moet een

45 mm

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 51: Uponor Tacker

129U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

0,15

0,05

0,10

0

0,05

0,10

20

100

180

40

60

80

120

140

160

0,15

0

20

40

60

80

0

10 K

20 K

25 K

30 K

35 K

40 K

8 K

6 K

Grenscurve verblijfzone Vz 101)

Grenscurve randzone Vz 102)

Vz 15Vz 20

Vz 25

Vz 30

Verwarming

Koeling

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 30

Vz 25

Vz 10Vz 15

Vz 20

Vz 25

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Koe

lcap

acit

eit

q C [

W/m

2 ]

1) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 29°C evenals voor i 24°C en F, max 33°C2) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 35°C

Aanwijzing: volgens EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgesloten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = Δ H, g + i + 2,5 K aannemen.Δ H, g ontstaat uit de grenscurve verblijfszone tot de kleinste installatie afstand.Bij koeling moet de aanvoertemperatuur door middel van de dauwpunttemperatuur worden geregeld en moet een luchtvochtigheidvoeler worden opgenomen.

Ontwerpschema verwarming en koeling voor Uponor tackersysteem/klemprofielsysteem 14 x 1,6 mm MLCP RED met lastverdeellaag cement dekvloer(sü = 45 mm met ü = 1,2 W/mK)

14 x 1,6 MLCP

45 mm

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 K

Ontwerpdiagramen voor Uponor tackersysteem en klemprofi elsysteem

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 52: Uponor Tacker

130 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

0,15

0,05

0,10

0

0,05

0,10

20

100

180

40

60

80

120

140

160

0,15

0

20

40

60

80

0

10 K

20 K

25 K

30 K

35 K

40 K

8 K

6 K

Grenscurve verblijfzone Vz 101)

Grenscurve randzone Vz 102)

Vz 15Vz 20

Vz 25

Vz 30

Verwarming

Koeling

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 30

Vz 25

Vz 10Vz 15

Vz 20

Vz 25

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Koe

lcap

acit

eit

q C [

W/m

2 ]

1) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 29°C evenals voor i 24°C en F, max 33°C2) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 35°C

Aanwijzing: volgens EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgesloten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = Δ H, g + i + 2,5 K aannemen.Δ H, g ontstaat uit de grenscurve verblijfszone tot de kleinste installatie afstand.Bij koeling moet de aanvoertemperatuur door middel van de dauwpunttemperatuur worden geregeld en moet een luchtvochtigheidvoeler worden opgenomen.

Ontwerpschema verwarming en koeling voor Uponor tackersysteem/klemprofielsysteem 14 x 2,0 mm MLCP met lastverdeellaag cement dekvloer(sü = 45 mm met ü = 1,2 W/mK)

14 x 2 MLCP

45 mm

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 K

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 53: Uponor Tacker

131U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

0,15

0,05

0,10

0

0,05

0,10

20

100

180

40

60

80

120

140

160

0,15

0

20

40

60

80

0

10 K

20 K

25 K

30 K

35 K

40 K

8 K

6 K

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 30

Vz 10Vz 15

Vz 20

Grenscurve verblijfzone Vz 101)

Grenscurve randzone Vz 102)

Vz 15

Vz 20

Vz 25

Vz 30

Verwarming

Koeling

Ontwerpschema verwarming en koeling voor Uponor tackersysteem/klemprofielsysteem 16 x 2 mm MLCP met lastverdeellaag cement dekvloer (sü = 45 mm met ü = 1,2 W/mK)

16 x 2 MLCP

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 K

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Koe

lcap

acit

eit

q C [

W/m

2 ]

1) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 29°C evenals voor i 24°C en F, max 33°C2) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 35°C

Aanwijzing: volgens EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgesloten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = Δ H, g + i + 2,5 K aannemen.Δ H, g ontstaat uit de grenscurve verblijfszone tot de kleinste installatie afstand.Bij koeling moet de aanvoertemperatuur door middel van de dauwpunttemperatuur worden geregeld en moet een luchtvochtigheidvoeler worden opgenomen.

45 mm

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 54: Uponor Tacker

132 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

0,15

0,05

0,10

0

0,05

0,10

20

100

180

40

60

80

120

140

160

0,15

0

20

40

60

80

0

10 K

20 K

25 K

30 K

35 K

40 K

8 K

6 K

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 K

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 10Vz 15

Vz 20

Grenscurve verblijfzone Vz 101)

Grenscurve randzone Vz 102)

Vz 15Vz 20

Vz 30

Vz 40

Vz 40

Vz 30

Verwarming

Koeling

1) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 29°C evenals voor i 24°C en F, max 33°C2) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 35°C

Aanwijzing: volgens EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgesloten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = Δ H, g + i + 2,5 K aannemen.Δ H, g ontstaat uit de grenscurve verblijfszone tot de kleinste installatie afstand.Bij koeling moet de aanvoertemperatuur door middel van de dauwpunttemperatuur worden geregeld en moet een luchtvochtigheidvoeler worden opgenomen.

Ontwerpschema verwarming en koeling voor Uponor tackersysteem/klemprofielsysteem 18 x 2 mm MLCP met lastverdeellaag cement dekvloer (sü = 45 mm met ü = 1,2 W/mK)

18 x 2 MLCP

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Koe

lcap

acit

eit

q C [

W/m

2 ]

45 mm

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 55: Uponor Tacker

133U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Ontwerpschema verwarming en koeling voor Uponor tackersysteem/klemprofielsysteem 20 x 2,25 mm MLCP met lastverdeellaag cement dekvloer(sü = 45 mm met ü = 1,2 W/mK)

20x2 MLCP

Verwarming

Koeling

0,15

0,05

0,10

0

0,05

0,10

20

100

180

40

60

80

120

140

160

Grenscurve verblijfzone Vz 10

Grenscurve randzone Vz 10

Vz 15Vz 20

Vz 30

Vz 40

2)

1)

0,15

0

20

40

60

80

0

10 K

20 K

25 K

30 K

35 K

40 K

8 K

6 K

Δ C = i – C = 4 K

Δ H = H –

i = 15 K

Vz 10Vz 15

Vz 20

Vz 10Vz 15Vz 20

Vz 40

Vz 30

War

mte

stro

omdi

chth

eid

q H [

W/m

2 ]

War

mte

gele

idin

gsw

eers

tand

R�

,B in

[m

2 K

/W]

Koe

lcap

acit

eit

q C [

W/m

2 ]

1) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 29°C evenals voor i 24°C en F, max 33°C2) Grenscurve geldt voor i 20°C en F, max 35°C

Aanwijzing: volgens EN 1264 zijn bij de bepaling van de ontwerpaanvoertemperatuur badkamers, douches, WC en dergelijke uitgesloten. De grenscurven mogen niet worden overschreden.De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = Δ H, g + i + 2,5 K aannemen.Δ H, g ontstaat uit de grenscurve verblijfszone tot de kleinste installatie afstand.Bij koeling moet de aanvoertemperatuur door middel van de dauwpunttemperatuur worden geregeld en moet een luchtvochtigheidvoeler worden opgenomen.

45 mm

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 56: Uponor Tacker

134 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Mas

sast

room

m. i

n [k

g/h]

300

200

20

30

40

50

60

80

100

400

10

500

600

800

1000

0,30,2 0,50,1 1 2 3 4 5 10 20 30

Drukverlies R [mbar/m]

0,2 m/s

0,2 m/s

0,2 m/s

0,3 m/s

0,3 m/s

0,3 m/s

0,5 m/s

0,5 m/s

0,5 m/s

0,7 m/s

0,7 m/s

0,7 m/s

1,0 m/s

1,0 m/s

1,0 m/s

14 x 214 x 214 x 216 x 2

16 x 216 x 2

17 x 217 x 217 x 2

20 x 2,0

20 x 2,0

20 x 2,0

Mas

sast

room

m. i

n [k

g/h]

300

200

20

30

40

50

60

80

100

400

10

500

600

800

1000

0,30,2 0,50,1 1 2 3 4 5 10 20 30

Drukverlies R [mbar/m]

0,2 m/s

0,2 m/s

0,2 m/s

0,3 m/s

0,3 m/s

0,3 m/s

0,5 m/s

0,5 m/s

0,5 m/s

0,7 m/s

0,7 m/s

0,7 m/s

1,0 m/s

1,0 m/s

1,0 m/s

14 x 214 x 214 x 2

16 x 216 x 216 x 2

18 x 218 x 218 x 220 x 2,25

20 x 2,25

20 x 2,25

14 x 1,6

14 x 1,6

14 x 1,6

Het drukverschil in de Uponor PE-Xa RED leidingen wordt aan de hand van het diagram bepaald.

Het drukverschil in de Uponor MLCP leidingen wordt aan de hand van het diagram bepaald.

Drukverliesdiagrammen

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 57: Uponor Tacker

135U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Montage

Algemene voorwaarden

De dragende ondergrond moet voldoen aan de eisen voor opname van de vloerconstruc-tie en de berekende nuttige belasting.

Het oppervlak van de dragen-de ondergrond moet egaal zijn.

Afdichtingen tegen vloervoch-tigheid en niet-drukkend water moeten door de ontwerper van de bouw worden vastgelegd en vóór het aanbrengen van de vloerverwarming worden uit-gevoerd. Bij vochtafdichtingen die weekmakers bevatten moet een scheidingslaag tegenover isolatie-lagen van polystyreen worden aangebracht (bijvoor-beeld PE-folie).

Randisolatiestroken

De 8 mm/10 mm dikke en 150 mm hoge randisolatiestroken zijn zowel cementdekvloeren (CT) als voor calciumsulfaatdekvloeren (CA) geschikt. Voor calciumsul-faatgietvloer (CAF) moeten rand-isolatiestroken met een dikte van 10 mm worden toegepast. De rand isolatiestrook wordt doorlo-pend en zonder onderbrekingen tegen de wand aangebracht en reikt vanaf de ruwe vloer tot boven de afgewerkte vloer. Bij iso-latielagen die uit meerdere lagen bestaan, moet de randisolatie-strook vóór het aanbrengen van de bovenste isolatielaag worden aan-gebracht.

Warmte- en contactgeluid-isolatie

Om aan de eisen van de warmte- en contactgeluidisolatie te vol-doen, moet een deugdelijke isola-tie worden aangebracht. Alleen genormeerde dan wel speciaal voor de bouw toegelaten en gekwalifi ceerde isolatiematerialen zijn toegestaan. De samendruk-baarheid van alle isolatiemateria-len mag bij een loodrechte nuttige belasting tot 3 kN/m² maximaal 5 mm bedragen. Bij een loodrech-te nuttige belasting tot 5 kN/m² is de samendrukbaarheid op 3 mm begrensd.

Bij een gecombineerde toepassing van contactgeluid- en warmte-isolatieplaten dient het isolatie-materiaal met de geringe samen-drukbaarheid boven te liggen. De isolatielagen worden in verband gelegd en dicht gestoten. Ver-schillende lagen moeten uit ver-band worden gelegd.

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 58: Uponor Tacker

136 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Montage Uponor Tackersysteem

Vóór het leggen van de Uponor tackerisolatie moet de randisolatie-strook worden aangebracht.

Leggen van de Uponor tacker-isolatieDe Uponor tackerisolatie wordt zoveel mogelijk in doorlopende banen in de lengterichting van de ruimte gelegd. Om de indeling van de verwarmingscircuits te verge-makkelijken moet het markerings-raster van de naast elkaar liggende isolatiebanen overeenstemmen. Resterende vlakken in nissen, in de buurt van deurovergangen alsmede overblijvende stroken tegen de wanden worden naderhand met reststukken opgevuld. Uit de vrije hand gesneden platen steeds tegen de randisolatiestroken leggen om onderbrekingen in het plaatverband te voorkomen.

Extra isolatieAl naar gelang de eisen met betrek-king tot de warmte-isolatie kan extra isolatie noodzakelijk zijn.

Afplakken van de stootranden van de tackerisolatieDoor het afplakken van alle tegen elkaar stotende isolatiebanen (in combinatie met de opgeplakte schorten van de randisolatiestrook) wordt een dichte kuip gevormd voor de opname van de verwarmde afdeklaag. Door de isolatiebanen nauwkeurig af te plakken, wordt voorkomen dat de dekvloer of dek-vloerwater in de isolatie binnen-dringt of dat er geluidsbruggen ontstaan.

Afdichten van de randisolatie-strookDe folie van de randisolatiestrook moet met de isolatieplaten zonder onderbrekingen en zonder holle ruimten worden vastgeplakt. Hier-door wordt voorkomen dat de folie scheurt en dekvloer of dekvloer-water binnendringt.

LeidinginstallatieDe verwarmingsleidingen worden met de Uponor tackerclips en de Uponor systeemtacker in de bere-kende afstand op de platen beves-tigd. Hierbij moeten de toegestane minimale buigradius worden aange-houden. Per meter zijn ca. 2 tacker-clips benodigd. Een meander- of slakkenhuisvormige installatie is mogelijk. Het is zinvol de aanvoer en retour van de verwarmingscircuits te markeren om zodoende de juiste verdeleraansluiting te garanderen.

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 59: Uponor Tacker

137U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

retour van de verwarmingscircuits temarkeren om zodoende de juisteverdeleraansluiting te garanderen.

Overige aanwijzingen

Deze aanwijzingen gelden vooralle Uponor vloerverwarmings-systemen.

In het gebied van dilatatievoegenmoet de vloerverwarmingsleidingworden beschermd met de Uponorbeschermhuls. Vóór het aanbrengenvan de dekvloer moet volgens VOBDIN 18380 en DIN EN 1264-4 eendichtheidstest worden uitgevoerd.Van deze test moet een keurings-

rapport worden opgemaakt. Voorhet meten van de vochtigheid in dedekvloer moeten in het verwar-mingsoppervlak geschikte plaatsenworden voorzien en gemarkeerd.Per ruimte dient tenminste éénmeetpunt met behulp van deUponor meetpuntenmarkering teworden vastgesteld. De overste-kende delen van de randisolatie-strook mogen pas na het gereed-komen van de vloerbedekking enbij bedekkingen met textiel en elas-tische materialen pas na het uithar-

max. 1,50 mvoor

17 x 2 mm

50 cm 50 cmmax. 1,50 mvoor

17 x 2 mm

max. 1,0 mvoor

14 x 2 mm

max. 1,0 mvoor

14 x 2 mm

Montage Uponor klemprofiel-systeem

Vóór het installeren van de Uponorklemrail moet de randisolatiestrookevenals de Uponor tackerisolatie eneventueel extra isolatie worden aan-gebracht.

Uponor klemprofielenDe Uponor klemprofielen wordenparallel in een afstand van maximaal1,50 m (bij leidingafmeting 17 mmdan wel maximaal 1,0 m (bij leiding-afmeting 14 mm) bij elkaar op detackerrol/-plaat of op de Uponorkunststof rasterfolie vastgelijmd. Deafstand van de omkeerbocht tot dewand dient niet lager te zijn dan50 cm. Bij een profiellengte vanmeer dan 1 m wordt een extrabevestigingspunt op een afstandvan 50 cm aanbevolen. Voor eenvloeroppervlak van 1 m2 zijn naargelang van de ruimtegeometrie ca.0,75 -1,00 m klemprofielen nodig.Voor het maken van dilatatievoegen

worden de hiervoor bedoeldeUponor dilatatievoegenprofielen opde benodigde plaatsen vastgeplakt.

LeidinginstallatieDe verwarmingsleidingen wordenmet de Uponor klemprofielen in deberekende afstand op de platenbevestigd. Hierbij moeten de toege-stane minimale buigradius wordenaangehouden. De leidingen moetenrechthoekig in de klemprofielenworden gedrukt. Een meander- ofslakkenhuisvormige installatie ismogelijk. Het is zinvol de aanvoer en

den van de plamuurmassa aan dehiervoor bestemde breukplaatsenworden afgesneden. Vóór het leg-gen van vloerbedekkingen moet inhet kader van de functiecontrolevolgens DIN EN 1264, deel 4, enVOB DIN 18380 de verwarmdedekvloer worden opgewarmd enmoeten aantekeningen worden ge-maakt. De opwarming dient voor dewarmtetechnische functiecontroleen kan tegelijk de uitdroging voorhet bereiken van de eindkwaliteitbespoedigen.

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Page 60: Uponor Tacker

138 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met UponorUponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Vloerverwarming en -koeling > Vloersystemen voor de nieuwbouw > Uponor tacker- en klemprofi elsysteem

Technische gegevens

Uponor PE-Xa RED14 x 2 mm 16 x 2 mm 17 x 2 mm 20 x 2 mm

Materiaal PE-Xa

Kleur naturel met rode lengtestrepen

Productie conform DIN EN ISO 15875

Zuurstofdichtheid conform DIN 4726

Soortelijke massa 0,938 g/cm3

Warmtegeleidbaarheid 0,35 W/mK

Lineair uitzettingscoëffi ciënt bij 20°C 1,4 x 10-4 1/K, bij 100°C 2,05 x 10-4 1/K

Kristallietsmelttemperatuur 130°C

Bouwstofklasse B2

Min. buigradius 70 mm 80 mm 85 mm 100 mm

Waterinhoud 0,079 l/m 0,113 l/m 0,133 l/m 0,201 l/m

Leidingruwheid 0,0005 mm

Toepassingsklasse 4 / 6 bar

Max. bedrijfstemperatuur 70°C

Leidingverbindingen Verbindingskoppelingen en klemkoppelingen type Uponor

Optimale montagetemperatuur ≥ 0°C

UV-bescherming Niet-lichtdoorlatende doos (restrol moet in de doos worden bewaard!)

Uponor MLCP leiding wit

Absoluut zuurstofdiffusiedichte meerlagenleiding (PE-RT - hechtfi lm - in de lengterichting gelaste alumi-niumleiding - hechtfi lm - PE-RT) toepasbaar voor verdeel-, stijg-, en aansluitleidingen op het gebied van sanitair-, verwarmings-, koel- en vloerverwarmingsinstallatie. Brandklasse E volgens DIN EN 13501-1.

Temperatuur bestendigheid:

Sanitaire installaties (drinkwater): maximale toelaatbare continue bedrijfstemperatuur 70 ºC bij een maximale continue bedrijfsdruk van 10 bar; kortstondige storingstemperatuur van 95°C gedurende maximaal 100 uur.

Verwarmingsinstallaties (CV): maximale toelaatbare continue bedrijfstemperatuur 80 ºC bij een maximale continue bedrijfsdruk van 10 bar; kortstondige storingstemperatuur van 95°C gedurende maximaal 150 uur per jaar.

De leidinguiteinden zijn met een afneembare afsluitdop volgens DIN EN 806 uitgevoerd.

Uponor MLCP RED

Op rol voor toepassing als vloerverwarmingsleiding, verbinding met klemkoppeling en/of perskoppeling.

Materiaal: meerlagenleiding (PE-RT - hechtfi lm - overlappend in de lengterichting gelaste aluminiumbuis - hechtfi lm - PE-RT), absoluut zuurstofdiffusiedicht. SKZ-getest.

Maximale constante bedrijfstemperatuur 60°C bij 6 bar bedrijfsdruk

2 3 8 4

Page 61: Uponor Tacker

Uittreksel

Bijlagen voor de oppervlaktever-warming en -koelingDichtheidstestrapporten, opstookrapporten, formulieren

Page 62: Uponor Tacker

329U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Bijlagen

Dichtheidstest voor Uponor oppervlakteverwarming en -koeling met het testmedium water Dichtheidstestrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 330

Dichtheidstest voor Uponor oppervlakte verwarming en -koeling met perslucht en inerte gassen Dichtheidstestrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 332

Opstoken volgens DIN EN 1264-4 Opstookrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 334 Beschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 335

Opstoken voor Uponor Minitec Opstookrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 336 Beschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 337

Opstoken voor Uponor wandverwarming Opstookrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 338 Beschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 339

Opstoken voor Uponor industriële vloerverwarming Opstookrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 340 Beschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 341

Bepaling van de werkelijke leidinglengten van het verwarmingcircuit en herberekening van de inregelstanden Formulier •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 342

Hulpmiddelen bij de handmatige berekening van de Uponor vloerverwarming Formulier •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 343 Symbolen voor de vloerverwarmings-

berekening ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 345

Page 63: Uponor Tacker

330 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Dichtheidstest voor Uponor oppervlakte-verwarming en koeling met het testmedium water

(In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen)

Opdrachtgever/Bouwproject*

Bouwleiding/architect*

Verwarmingsinstallatiebedrijf*

Bouwsectie/-deel/verdieping/woning

Gestelde eis Vóór de inbouw van de dekvloer dan wel de egalisatielaag moeten de verwarmingcircuits worden getest op dichtheid met een waterdrukproef. De testdruk mag niet minder dan 4 bar en niet meer dan 6 bar bedragen.

Testpunten

Visuele controle op vakkundige uitvoering van alle verbindingen uitgevoerd Ja Nee

Persverbindingen waren geperst, schroefverbindingen vastgeschroefd en ringverbindingen gemonteerd Ja Nee

Installatiecomponenten, veiligheidsafsluiters en expansievat, waarvan de nominale druktrap niet ten minstemet de testdruk overeenkomen, werden van de test uitgesloten. Ja Nee

Installatie met koud water gespoeld, gevuld en volledig ontlucht Ja Nee

Bevriezingsgevaar tijdens en na de druktest is uitgeslotenLet op: bij bevriezingsgevaar gebouwzone verwarmen, antivriesmiddel gebruiken of druktest uitvoeren met lucht of inerte gassen. Wanneer voor het normale bedrijf van de installatie geen verdere vorstbescherming noodzakelijk is, moeten de antivriesmiddelen door aftappen en spoelen worden verwijderd door het water ten minste driemaal te verwisselen. Ja Nee

Alleen bij verwarming van zwevende vloer: onmiddellijk na de inbouw van de tussenvloerplanken, dichtheid en correcte positie van de vloerverwarmingsleidingen gecontroleerd Ja Nee

Alleen bij Uponor Minitec: met de dichtheidstest werd bij ϑi ≥ 5°C op zijn vroegst 0,5 uur en

bij ϑi = 0 - 5°C op zijn vroegst 2 uur na het maken van de leidingverbinding begonnen. Ja Nee

Alleen bij Uponor Minitec: omgevingstemperatuur tijdens de montage van de leidingverbindingstukken _________ ° C

Dichtheidstestrapport**

* Volledig adres ** Dichtheidstestrapport in aansluiting op EN 1264-4

Page 64: Uponor Tacker

331U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Systeem Uponor Tecto Uponor noppenplaat- Uponor klittenband- systeem 14 – 16 systeem Uponor Tackersysteem Uponor Minitec Uponor Siccus Uponor klemprofi elsysteem Uponor Classic Uponor Industrie Uponor Contec Uponor verwarming zwevende Uponor sneeuw- en ijsvrijhouden vloer

Leidingtype Uponor PE-Xa Uponor MLCP

Leidingdiameter x mm, x mm

Omgevingstemperatuur °C

Watertemperatuur °C

Maximale bedrijfsdruk bar

Test (testperiode 2 uur)

Verdeler nr.

Verwarmd oppervlak m2 m2 m2

Begin testdruk pa bar bar bar

Tijdstip uur uur uur

Eind testdruk pe bar bar bar (maximaal drukverlies pa –pe = 0,2 bar)

Tijdstip uur uur uur

Door uitzetting van de leidingen kan bijpompen van de persdruk noodzakelijk worden. Aansluitend moet de dichtheidstest worden uitgevoerd. Op mogelijke temperatuurschommelingen moet worden gelet.

De oppervlakteverwarming was tijdens de testperiode dicht niet dicht

Een blijvende vormverandering aan bouwcomponenten is niet opgetreden opgetreden

OpdrachtgeverDatum/Stempel/Handtekening

Bouwleiding/architectDatum/Stempel/Handtekening

VerwarmingsinstallatiebedrijfDatum/Stempel/Handtekening

Page 65: Uponor Tacker

332 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Dichtheidstestrapport**

Testpunten

Opdrachtgever/Bouwproject*

Bouwleiding/architect*

Verwarmings-installatiebedrijf*

Bouwsectie/-deel/ verdieping/woning

(In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen)

Alleen het leidingsysteem inclusief de verbindingen mag aan de dichtheidstest met lucht of inertegassen worden onderworpen. Apparaten, expansievaten, Uponor verdelers/stranginregelafsluitersen andere installatiecomponenten mogen niet worden meegetest. De veiligheid van personen engoederen tijdens de test is een fundamentele eis. De test mag uitsluitend worden uitgevoerd,wannneer de verantwoordelijke technicus vooraf een grondige kennis van de te testen leidinginstallatieheeft verworven.

De indeling in kleinere testsecties (klein druk-/literproduct) biedt een hogere veiligheid en is nauwkeuriger.Op de manometer worden lekkages sneller vastgesteld dan bij grotere secties en worden eventuele lekkagessneller gelokaliseerd.Testperiode tot 100 liter. Leidingvolumes minimaal 30 minuten. Voor iedere 100 liter meer moet de testperiodemet 10 minuten worden verhoogd.Door uitzetting van de leidingen kan bijpompen van de persdruk noodzakelijk worden. Temperatuurafstellingen inertietoestand moet worden afgewacht. Aansluitend moet de dichtheids-/functietest worden uitgevoerd.De dichtheid wordt vastgesteld door overeenstemming van begin- en eindtestdruk – tot op de normaleschommelingen door de mediumtemperatuur en de druk op de manometer.De dichtheidstest moet met 0,11 bar en de sterktetest met maximal 3 bar worden uitgevoerd.

Aanwijzingen bijde dichtheids-/sterktetest

Visuele controle op vakkundige uitvoering van alle verbindingen uitgevoerd Ja Nee

Persverbindingen waren geperst en schroefverbindingen vastgeschroefd Ja Nee

Apparaten, expansievaten, Uponor verdelers en andere installatiecomponenten zijnvan de test uitgesloten

Ja Nee

Alle leidinguiteinden zijn met metalen pluggen dan wel kappen afgesloten.Afsluitvoorzieningen gelden niet als dichte afsluitingen.

Ja Nee

De persluchtcompressor dan wel de inertgasfles is via een geschikte drukregel- enveiligheidsafsluiter aangesloten.

Ja Nee

Alleen bij verwarming van zwevende vloer: Onmiddellijk na de inbouw van de tussenvloerplanken,dichtheid en correcte positie van de vloerverwarmingsleidingen gecontroleerd

Ja Nee

* volledig adres **Fabrikantinformatie in acht nemen

Dichtheidstest voor Uponor oppervlakteverwar-ming en koeling met perslucht en inerte gassen

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 66: Uponor Tacker

333U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Systeem Uponor Tecto Uponor noppenplaat- Uponor klittenband- systeem 14 – 16 systeem Uponor Tackersysteem Uponor Minitec Uponor Siccus Uponor klemprofi elsysteem Uponor Classic Uponor Industrie Uponor Contec Uponor verwarming zwevende Uponor sneeuw- en ijsvrijhouden vloer

Leidingtype Uponor PE-Xa Uponor MLCP

Leidingdiameter x mm, x mm

Testmedium Olievrije perslucht Stikstof Kooldioxyde

Omgevings- Testmedium-temperatuur temperatuur

Dichtheidstest Testsectienummer

met 0,11 bar Leidingsvolume ltr. ltr. ltr.

Begin testdruk pa bar bar bar

Tijdstip uur uur uur

Eind testdruk pe bar bar bar

Tijdstip uur uur uur

Sterktetest met Begin testdruk pa bar bar bar

max. 3 bar Tijdstip uur uur uur

Eind testdruk pe bar bar bar

Tijdstip uur uur uur

Testsectie was tijdens testperiode dicht niet dicht dicht niet dicht dicht niet dicht

Vóór de inbedrijfname moet de installatie aan een dichtheidstest met het testmedium water volgens EN 1264-4 worden onderworpen.

OpdrachtgeverDatum/Stempel/Handtekening

Bouwleiding/architectDatum/Stempel/Handtekening

verwarmingsinstallatiebedrijfaDatum/Stempel/Handtekening

Page 67: Uponor Tacker

334 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Opstookrapport volgens DIN EN 1264-4 voor Uponor Classic, Siccus,

klittenband-/Tacker-/klemprofi el-/noppenplaatsysteem 14-16.

OpdrachtgeverDatum/Stempel/Handtekening

Bouwleiding/architectDatum/Stempel/Handtekening

VerwarmingsinstallatiebedrijfDatum/Stempel/Handtekening

Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde:

Overdracht van de installatie op Aanvoertemperatuur °C Buitentemperatuur °C

De verwarmde oppervlakte was vrij van overdekkingen of bouwmaterialen Ja Nee

Opstookverloop Buitentemperatuur bij aanvang verwarming circa °C

Fabrikaat

* volledig adres **Fabrikantinformatie in acht nemen

(In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen)

Verwarming in bedrijf Ja Nee

hernieuwde opwarming op (zoals aan ommezijde beschreven)

De opwarming werd onderbroken van tot

Dekvloerwerkzaamheden beëindigd op

Begin van de opwarming op met °C

Maximale ontwerptemperatuur vanaf met °C

De maximale ontwerptemperatuur werd dagen zonder nachtverlaging gehandhaafd(ten minste 4 dagen dan wel bij droge dekvloer 1 dag)

Systeem Uponor m2

Dikte van de dekvloer i.m. cm

Dekvloercomponenten VD 450 VD 550 N KB 650 N

Soort dekvloer Cement dekvloer Anhydriet dekvloer Calciumsulfaat gietdekvloer** Droge dekvloer**

Opdrachtgever/Bouwproject*

Bouwleiding/architect*

Verwarming-installatiebedrijf*

Dekvloerfirma*

Oppervlakte

Opstoken volgens DIN EN 1264-4

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 68: Uponor Tacker

335U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Opwarmen van een vloerverwarming volgensDIN EN 1264, deel 4, door het verwarming-installatiebedrijf

Vóór de installatie van de vloerbedekkingen moet inhet kader van de functiecontrole volgens EN 1264-4de verwarmde dekvloer worden opgewarmd. Deopwarming dient voor de warmtetechnischefunctiecontrole van de dekvloer en kan bij cement- enanhydrietdekvloeren gelijktijdig de uitdroging voorhet bereiken van de deklaagrijpheid bespoedigen.

Begin van de verwarming

Cement dekvloerHet zo vroeg mogelijke begin van de verwarming isafhankelijk van de geselecteerde Uponordekvloercomponenten.Bij gebruik van VD 450 en KB 650 N: niet voor de 21edag na het storten van de deklaag.Bij gebruik van VD 550 N: niet voor de 7e dag na hetstorten van de deklaag (snelbindend).

Anhydriet gietvloerBij gebruik van gietdekvloer op anhydrietbasis: Beginvan de verwarming volgens opgave van de fabrikant,op zijn vroegst na 7 dagen.

Droge dekvloer (bij Uponor Siccus)Bij toepassing van droge dekvloerplaten kan het beginvan de verwarming na 1 dag plaatsvinden.

Opwarmen

Het opwarmen begint met een aanvoertemperatuurtussen 20°C en 25°C, die gedurende 3 dagen (bijdroge dekvloer 1 dag) gehandhaafd moet worden.Daarna wordt de maximale ontwerptemperatuuringesteld en nog eens 4 dagen (bij droge dekvloer1 dag) gehandhaafd.

Na het beschreven opwarmproces is nog nietgewaarborgd, dat de dekvloer de voor hetdeklaagrijpheid vereiste vochtigheidsgehalte heeftbereikt.

De deklaagrijpheid moet door de vloerbedekkingsfirmaworden gecontroleerd. Voorzover voor het behalenvan de deklaagrijpheid verder verwarmen noodzakelijkis, moet dit bij reglementair bedrijf van deverwarmingsinstallatie plaatsvinden.

Tijdens het verwarmen moet de ruimte belucht enontlucht worden. Daarbij moeten vooraltochtverschijnselen worden vermeden.

Het opwarmproces moet door handmatige regelingof door een speciale regelprogrammeringplaatsvinden.

De weersafhankelijke regeling mag alleen voor hetopwarmen worden gebruikt, als een vaste instellingvan de aanvoertemperatuur mogelijk is of als er eenprogramma beschikbaar is, dat de opwarmprocedureconform de norm uitvoert.

Ook beschermingsdekvloeren moeten vóór hetopbrengen van het mortelbed en vooral van de glijfolieaan opwarming worden onderworpen.

Alle rand- en veldvoegen moeten op hun goede functieworden gecontroleerd. Vaste stoffen moeten uit devoegruimte worden verwijderd.

Bij het uitschakelen van de oppervlakteverwarming nade opwarmfase moet de dekvloer worden beschermdtegen tocht en snelle afkoeling.

De inbedrijfname van de vloerverwarming na het leggenvan de vloerbedekkingen mag eerst na vrijgave doorde vloerbedekkingsfirma plaatsvinden.

Beschrijving

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 69: Uponor Tacker

336 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

OpdrachtgeverrDatum/Stempel/Handtekening

Bouwleiding/architectDatum/Stempel/Handtekening

VerwarmingsinstallatiebedrijfDatum/Stempel/Handtekening

Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde:

Overdracht van de installatie op Aanvoertemperatuur °C buitentemperatuur °C

De verwarmde oppervlakte was vrij van overdekkingen of bouwmaterialen Ja Nee

Opstookverloop Buitentemperatuur bij aanvang verwarming circa °C

Geplande dikte van de gekozen egalisatielaag min.

* volledig adres **Fabrikantinformatie in acht nemen

Opdrachtgever/Bouwproject*

Bouwleiding/architect*

Verwarming-installatiebedrijf*

Vloerenlegger*

(In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen)

Begin van de opwarming op met °C

Maximale ontwerptemperatuur vanaf met °C

De maximale ontwerptemperatuur werd dagen zonder nachtverlaging gehandhaafd.

Vloerverwarming Uponor Minitec ingebouwd opm2

Grondering/egalisa-tiemassa**(fabrikant enproduct invullen)

Plaats Datum

mm

Grondering uitgevoerd op

Egalisatielaag aangebracht op

Opstookrapport

Opstoken voor Uponor Minitec

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 70: Uponor Tacker

337U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Volgens opgave van de fabrikant kan 2 – 7 dagen na hetaanbrengen van de egalisatielaag met het opstoken wordenbegonnen.

Het opwarmen begint met een aanvoertemperatuur van25°C, op de tweede dag wordt de maximaleontwerptemperatuur (max. 53°C) ingesteld, hierbij magde oppervlaktetemperatuur de 35°C niet overschrijden,indien nodig moet het opwarmrapport van de fabrikantvan de egalisatielaag in acht worden genomen.

Tijdens het opwarmen moet de ruimte worden belucht enontlucht, daarbij moeten tochtverschijnselen zoveelmogelijk worden vermeden.

Vóór aanvang van de beleggingswerkzaamheden moethet oppervlak afkoelen.

Na het beschreven opwarmproces is nog niet gewaarborgd,dat de egalisatielaag de voor het deklaagrijpheid vereistevochtigheidsgehalte heeft bereikt. De deklaagrijpheidmoet door de vloerbedekkingsfirma worden gecontroleerd.Voorzover voor het behalen van de deklaagrijpheid verderverwarmen noodzakelijk is, moet dit bij reglementair bedrijfvan de verwarmingsinstallatie plaatsvinden.

Het opwarmproces moet door manuele regeling of dooreen speciale regelprogrammering plaatsvinden.

De weersafhankelijke regeling mag alleen voor hetopwarmen worden gebruikt, als een vaste instelling vande aanvoertemperatuur mogelijk is of als er een programmabeschikbaar is, dat de opwarmprocedure conform ditrapport uitvoert.

Alle rand- en veldvoegen moeten op hun goede functieworden gecontroleerd. Vaste stoffen moeten uit devoegruimte worden verwijderd.

Bij het uitschakelen van de oppervlakteverwarming na deopwarmfase moet de dekvloer worden beschermd tegentocht en snelle afkoeling.

De inbedrijfname van de Uponor Minitec vloerverwarmingdient bij gebruik van tegels als topvloerbedekking op zijnvroegst 2 dagen na het afvoegen en bij toepassing vanparket als topvloerbedekking op zijn vroegst 2 dagen nade topvloerbehandeling te worden uitgevoerd. De vrijgavevoor de inbedrijfname gebeurt door devloerbedekkingsfirma.

Beschrijving

Opstoken van Minitec door het verwarmingsbedrijf

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 71: Uponor Tacker

338 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Opstookrapport

OpdrachtgeverDatum/Stempel/Handtekening

Bouwleiding/architectDatum/Stempel/Handtekening

VerwarmingsinstallatiebedrijfDatum/Stempel/Handtekening

Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde:

Overdracht van de installatie op Aanvoertemperatuur °C buitentemperatuur °C

De verwarmde oppervlakte was vrij van overdekkingen of bouwmaterialen Ja Nee

Opstookverloop Buitentemperatuur bij aanvang verwarming circa °C

Wandpleister/droogbouwplaten aangebracht op

* volledig adres ** Fabrikantinformatie in acht nemen

Opdrachtgever/Bouwproject*

Bouwleiding/architect*

Verwarmings-installatiebedrijf*

Stucadoorbedrijf/droogbouwbedrijf

(In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen)

Verwarming in bedrijf Ja Nee

hernieuwde opwarming op (zoals aan ommezijde beschreven)

De opwarming werd onderbroken tot

Dekvloerwerkzaamheden beëindigd op

Begin van de opwarming op met °C

Maximale ontwerptemperatuur vanaf met °C

De maximale ontwerptemperatuur werd dagen zonder nachtverlaging gehandhaafd.

Wandverwarming Uponor Siccus SW Uponor Siccus wandverwarming Uponor nat pleistersysteem

m2

Geselecteerdewandpleister/droogbouwplaten

Cementgebonden** Gipsgebonden** Gipskartonplaten Gipsvezelplaten

Plaats Datum

van

Opstoken voor Uponor wandverwarming

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 72: Uponor Tacker

339U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Opstoken van een wandverwarming door eenverwarmingsbedrijf

Vóór de installatie van de wandbekledingen moet in hetkader van de functiecontrole volgens EN 1264-4 debebording/wandpleister worden opgestookt. De opstokingdient voor de warmtetechnische functiecontrole van debebording en kan bij het nat pleistersysteem gelijktijdigde uitdroging voor het bereiken van de eindkwaliteitbespoedigen.

Begin van de verwarming

Droogbouwplaten (bij Uponor Siccus SW/UponorSiccus wandverwarming)Bij gebruik van droogbouwplaten kan de vroegstmogelijke aanvang van de verwarming na de 1e dagdan wel volgens de informatie van de fabrikantbeginnen.

Cementgebonden pleister (bij nat pleistersysteem).Het vroegst mogelijke begin van de verwarming is 21dagen na het aanbrengen van het pleisterwerk.

Gipsgebonden pleister (bij nat pleistersysteem)Het vroegst mogelijke begin van de verwarming is 7dagen na het aanbrengen van het pleisterwerk danwel volgens opgave van de fabrikant.

OpstokenHet opstoken begint met een aanvoertemperatuur tusssen20°C en 25°C, die ten minste 3 dagen (bij droge dekvloer1 dag) gehandhaafd moet worden. Daarna wordt demaximale ontwerptemperatuur (gipskartonplaten maximaal50°C en gipsgebonden wandpleister maximaal 50°C danwel volgens opgave van de fabrikant) ingesteld en tenminste nog 4 dagen (bij droge dekvloer 1 dag)gehandhaafd. Hierbij mag de oppervlaktetemperatuur de40°C niet overschrijden.

Na het beschreven opstookproces is nog nietgewaarborgd, dat de bebording/wandpleister devoor het deklaagrijpheid vereiste vochtigheidsgehalteheeft bereikt.

De deklaagrijpheid moet door de vloerbedekkingsfirmaworden gecontroleerd. Voorzover voor het behalen vande deklaagrijpheid verder verwarmen noodzakelijk is, moetdit bij reglementair bedrijf van de verwarmingsinstallatieplaatsvinden.

Tijdens het verwarmen moet de ruimte belucht en ontluchtworden. Daarbij moeten zo mogelijk tochtverschijnselenworden vermeden.

Het opstookproces moet door handmatige regelingof door een speciale regelprogrammeringplaatsvinden.

De weersafhankelijke regeling mag alleen voor hetopwarmen worden gebruikt, als een vaste instellingvan de aanvoertemperatuur mogelijk is of als er eenprogramma beschikbaar is, dat de opwarmprocedureconform dit rapport uitvoert.

Alle rand- en veldvoegen moeten op hun goede functieworden gecontroleerd. Vaste stoffen moeten uit devoegruimte worden verwijderd. Bij het uitschakelen vande oppervlakteverwarming na de opwarmfase moet dedekvloer worden beschermd tegen tocht en snelle afkoeling.Vóór aanvang van de wandbekledingswerkzaamhedenmoet het oppervlak afkoelen.

De inbedrijfname van de Uponor wandverwarming nainstallatie van de wandbekledingen mag eerst na vrijgavedoor de wandbekledingsfirma plaatsvinden.

Beschrijving

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 73: Uponor Tacker

340 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Opstookrapport

OpdrachtgeverDatum/Stempel/Handtekening

Bouwleiding/architectDatum/Stempel/Handtekening

VerwarmingsinstallatiebedrijfDatum/Stempel/Handtekening

Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde:

De verwarmde oppervlakte was vrij van overdekkingen of bouwmaterialen Ja Nee

Opstookverloop Buitentemperatuur bij aanvang verwarming circa °C

* volledig adres ** Fabrikantinformatie in acht nemen

Opdrachtgever/Bouwproject*

Bouwleiding/architect*

Verwarming-installatiebedrijf*

Betonfirma*

(In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen)

Verwarming in bedrijf Ja Nee

hernieuwde opwarming op (zoals aan ommezijde beschreven)

De opwarming werd onderbroken van tot

industriële vloerverwarming

Begin van de opwarming op met °C

Maximale ontwerptemperatuur vanaf met °C

De maximale ontwerptemperatuur werd dagen zonder nachtverlaging gehandhaafd.

Vloerverwarming

Betonwerk-zaamheden**

Overdracht van de installatie op Aanvoertemperatuur °C buitentemperatuur °C

m2 ingebouwd op

Betondikte i.m. cm Betonwerkzaamheden beëindigd op

Overdracht van de installatie op Aanvoertemperatuur °C buitentemperatuur °C

Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde:

Plaats Datum

Opstoken voor Uponor industriële vloer-verwarming

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 74: Uponor Tacker

341U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Opstoken van een industriële vloerverwarming dooreen verwarmingsbedrijf

In het kader van de functiecontrole in aansluiting opEN 1264-4 moet het verwarmingsbeton wordenopgewarmd. De opstoking dient voor de warmtetechnischefunctiecontrole van het verwarmingsbeton en kangelijktijdig de uitdroging bespoedigen.

Begin van de verwarming

De functiecontrole vindt plaats op afspraak en metinachtneming van de bepalingen van de betreffendebetonlegger/constructeur, omdat het zo vroeg mogelijkebegin van de verwarming afhankelijk is van de kwaliteiten dikte van het beton. De benodigde tijd voor hetopwarmen moet worden ingepland. Bij standaardbetondikten tot 30 cm kan, na vrijgave van hetbetonoppervlak door de bouwleiding, de aanvang van hetopwarmen circa 28 dagen na het aanbrengen van hetbeton plaatsvinden. Wanneer de initiële verwarming vande industriehal tijdens de verwarmingsperiode plaatsvindt,dan dient de hal vóór de verwarmingsperiode gesloten teworden. Zodoende kan de uit de omgeving opgeslagenenergie in de betonplaat gebruikt worden voor hetopwarmen.

Opstoken

Het opstoken bij standaardbetondikten tot 30 cm begintmet een aanvoertemperatuur van 5 K boven de beton-temperatuur, die ten minste 7 dagen moet wordenvastgehouden. Daarna wordt de aanvoertemperatuurdagelijks met 5 K verhoogd, totdat de ontwerptemperatuuris bereikt. Houd de ontwerptemperatuur 1 dag vast. Laatde aanvoertemperatuur vervolgens met 10 K per dagzakken tot de bedrijfstemperatuur en stel debedrijfstemperatuur in.

Na het beschreven opstookproces is nog nietgewaarborgd, dat het beton de voor een eventueletoepassing van vloerbedekkingen vereistevochtigheidsgehalte voor de deklaagrijpheid heeftbereikt.

De deklaagrijpheid moet door de vloerbedekkingfirmaworden gecontroleerd. Voor zover voor het behalen vande deklaagrijpheid verder verwarmen noodzakelijk is, moetdit bij reglementair bedrijf van de verwarmingsinstallatieplaatsvinden.

Tijdens het verwarmen moet de hal belucht en ontluchtworden. Daarbij moeten zo mogelijk tochtverschijnselenworden vermeden.

Het opstookproces moet door handmatige regelingof door een speciale regelprogrammeringplaatsvinden.

De weersafhankelijke regeling mag alleen voor hetopwarmen worden gebruikt, als een vaste instellingvan de aanvoertemperatuur mogelijk is of als er eenprogramma beschikbaar is, dat de opwarmprocedureconform dit rapport uitvoert.

Alle rand- en veldvoegen moeten worden gecontroleerdop hun goede functie. Vaste stoffen moeten uit devoegruimte worden verwijderd.

Bij het uitschakelen van de oppervlakteverwarming na deopwarmfase moet het beton worden beschermd tegentocht en snelle afkoeling. Vóór aanvang van devloerbeleggingswerkzaamheden moet het oppervlakafkoelen.

De inbedrijfname van de Uponor industriëlevloerverwarming na installatie van de vloerbedekkingenmag eerst na vrijgave door de vloerbedekkingfirmaplaatsvinden.

Tijdens de winter mag de installatie bij vorstgevaarniet worden uitgeschakeld, voor zover geen anderebeschermende maatregelen zijn getroffen

Beschrijving

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 75: Uponor Tacker

342 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Formulier

Ruimtenummer

Na invulling van de begin- en eindstand van de meter moet dit formulier aan de ontwerper worden overhandigd.

Eindstand van demeter

Effectieveleidinglengte

Ruimteomschrijving

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

10

Verwarmingcircuit-nummer

Inregelstanden/waterhoeveelheid

Opdrachtgever/Bouwproject*

Datum

Verdiepingnummer

Verdeler nr.

Beginstand van demeter

Bepaling van de werkelijke leidinglengten van het verwarmingcircuit en herberekening van de inregelstanden

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 76: Uponor Tacker

343U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Formulier – deel 1

Opdrachtgever/Bouwproject*

Rλ,B(ung) m2K/W ϑV,des °C

Lastverdeellaag

Verantwoordelijkemedewerker

Datum

Bladzijde

Rui

mte

num

mer

Rui

mte

omsc

hrijv

ing

Rui

mte

tem

pera

tuur

Rui

mte

oppe

rvla

kte

per

gese

lect

eerd

e vl

oero

pbou

w

Opp

ervl

akte

zon

der

bela

stin

g(b

lind

oppe

rvla

k)

Stan

daar

d w

arm

tebe

hoef

te

Zui

veri

ng

Ont

wer

pwam

teve

rmog

en=

QN

- Q

Ber

Ont

wer

pwar

mte

stro

omdi

chth

eid

= Q

H/(

AR ·

AB)

Ver

war

min

gcir

cuit

num

mer

Verwarmendvloeroppervlakper belasting

Leid

ingb

ehoe

fte

per

verw

arm

ingc

ircu

it

Aan

slui

tlei

ding

Uitmontage-planning

Doo

rlop

ende

aans

luit

inge

n

Tota

le le

idin

gbeh

oeft

e pe

rve

rwar

min

gcir

cuit

= L H

+ 2

· L A

- 2

· L D

Aanvoeren retour-leiding

Vz10 Vz15 Vz20 Vz30

a =

10m/m2

15m/m2

20m/m2

30m/m2

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

ϑi AR m2 AB QN QBer QH QAusl AF AF AF AF LH LA LD Lges

°C 1. m2 W W W W/m2 m2 m2 m2 m2 m m m m

*volledig adres

Hulpmiddelen bij de handmatige berekening van de Uponor vloerverwarming

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 77: Uponor Tacker

344 U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

Formulier – deel 2

Opdrachtgever/Bouwproject*

Rλ,B(ung) m2K/W θV,des °C

Lastverdeellaag

Verantwoordelijkemedewerker

Datum

Bladzijde

Rui

mte

num

mer

Ver

war

min

gcir

cuit

num

mer

War

mte

gele

idin

gwee

rsta

ndvl

oerb

edek

king

Spre

idin

g vo

or σ

/Δθ H

≤ 0

,5=

(θV,

des -

θi -

Δθ H

) · 2

Doo

rgan

gsw

eers

tand

dee

lwar

mte

naar

bov

en=

0,09

3 +

Rλ,

B +

s u/λ

u

Doo

rgan

gsw

eers

tand

dee

lwar

mte

naar

ben

eden

Tem

pera

tuur

vers

chil

= θ i

- θ

u

Ont

wer

pstr

omin

g ve

rwar

min

gs-

med

ium

Dru

kver

lies

(uit

leid

ingw

eers

tand

sdia

gram

)

Dru

kver

lies

verw

arm

ingc

ircu

it=

R ·

L ges

Afs

luit

ervo

orin

stel

ling

aan

verd

eler

(uit

ver

dele

rdia

gram

)

16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27

Rλ,B σ Ro Ru Δθu mH R Δpdr /

m2 K/W K m2 K/W m2 K/W K kg/h mbar/m mbar Umdr

Teru

g te

reg

elen

dru

kver

lies

= Δp

A -

Δp H

ΔpH

mbar

QFL σ · c

w(1

++

Ro

Ru

θ i -

θu

q · R

u)

Maximaal drukverlies verwarmingcircuit uit kolom 25 Δpmax mbar

Drukverlies in Kompakt verdeler, afsluiter open ΔpVen + mbar

Afstelling drukverlies ΔpA ∑ mbar

Drukverlies Uponor Pollux warmtemeter ΔpWZ + mbar

Drukverlies stelaandrijving ΔpSt + mbar

Overig drukverlies (leiding, ketel, et cetera) Δpson + mbar

Drukverlies circulatiepomp Δpges ∑ mbar

*volledig adres

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 78: Uponor Tacker

345U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2

α - Invloedfactoren op de berekening van de karakteristieken

AA m2 Oppervlakte van de verblijfszone

AF m2 Verwarmend vloeroppervlak

AR m2 Oppervlak van de randzone

bu - Berekeningsfactor van de leiding

B, BG, B

0 W/(m2 · K) Systeemafhankelijke coëffi ciënten

D m Buitendiameter leiding, in voorkomende gevallen met ommanteling

da, d

i m Buiten- dan wel binnendiameter van de leiding

dM m Buitendiameter van de ommanteling

CW kJ/kg K) Specifi eke warmtecapaciteit van het water

KH W/(m2 · K) Equivalente warmtedoorgangcoëffi ciënt

KWL

- Karakteristieke grootheid voor warmtegelei dinginrichtingen

L m Breedte van de warmtegeleidinginrichtingen

LR m Geïnstalleerde leidinglengte

m - Exponenten voor de berekening van de karakteristieken

mH kg/s Ontwerpstroming verwarmingsmedium

n, nG - Exponenten

q W/m2 Warmtestroomdichtheid aan het vloeroppervlak

qA W/m2 Warmtestroomdichtheid in de verblijfszone

qdes

W/m2 Ontwerpwarmtestroomdichtheid

qG W/m2 Grenswarmtestroomdichtheid

qN W/m2 Standaard warmtestroomdichtheid

qR W/m2 Warmtestroomdichtheid in de randzone

qu W/m2 Warmtestroomdichtheid naar beneden

QF W Warmtevermogen van de vloerverwarming

QH W Ontwerpwarmtevermogen

QN W Standaard warmtebelasting

QN,f

W Standaard warmtebelasting van een vloerverwarmde ruimte

Qout

W Warmtevermogen van een bijverwarming

Ro m2 K/W Bovenste doorgangsweerstand van de deelwarmte

van de vloer

Ru m2 K/W Onderste doorgangsweerstand van de

deelwarmte van de vloer

Rλ,B m2 K/W Warmtegeleidingweerstand van de vloerbedekking

Rλ,ins m2 K/W Warmtegeleidingweerstand van de warmte-isolatie

Sh m Bij systemen van het type B, dikte van de

warmte-isolatielaag van de onderkant van de laag tot de bovenkant van de leiding (zie prEN 1264-3:1993, afbeelding 3)

S1 m Bij systemen van het type B, dikte van de

warmte-isolatielaag van de onderkant van de laag tot de onderkant van de leiding (zie prEN 1264-3:1993, afbeelding 3)

Sins

m Dikte van de warmte-isolatielaag

SR m Dikte van de leidingwand

Su m Dikte van de afdekking boven de leiding

SWL

m Dikte van de warmtegeleidinginrichting

S m Dikte van de dekvloer (bij systemen van het type A na aftrek van de leidingdiameter)

T m Leidingverdeling

α W/(m2 · K) Warmteovergangcoëffi ciënt

ϑF,m

˚C Gemiddelde oppervlaktetemperatuur

ϑF,max

˚C Maximale oppervlaktetemperatuur

ϑi ˚C Standaard binnentemperatuur

ϑm ˚C Temperatuur van het verwarmingsmedium

ϑR ˚C Retourtemperatuur

ϑV ˚C Aanvoertemperatuur

ϑu ˚C Temperatuur in een ruimte onder de

ruimte met vloerverwarming

ΔϑH K Overtemperatuur van het verwarmingsmedium

ΔϑH,des

K Overtemperatuur van het ontwerpver- warmingsmedium

ΔϑH,G

K Overtemperatuurgrens van het verwarmings- medium

ΔϑN K Overtemperatuur van het standaard

verwarmingsmedium

ΔϑV K Overtemperatuur van de ontwerpaanvoer

ΔϑV,des

K Ontwerpovertemperatuur van het ver- warmingsmedium in de aanvoer

λ W/(m · K) Warmtegeleidbaarheid

σ K Spreiding ϑV – ϑ

R

ϕ - Omrekeningsfactor voor temperaturen

ψ - Volumeaandeel van de noppen in de dekvloer

Symbool Eenheid Grootheid Symbool Eenheid Grootheid

Symbolen voor de vloerverwarmingsberekening

Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen

Page 79: Uponor Tacker

Uponor GmbHIndustriestraße 56D-97437 HassfurtT +49 (0)9521 690-0F +49 (0)9521 690-105

Tangstedter Landstraße 111D-22415 HamburgT +49 (0)40 30 986-0F +49 (0)40 30 986-433

Prof.-Katerkamp-Straße 5D-48607 OchtrupT +49 (0)2553 725-77F +49 (0)2553 725-78

Nathan Import/Export B.V.Postbus 10086920 BA DuivenNederlandT +31 (0)26-445 98 45F +31 (0)26-445 93 73E [email protected] www.nathan.nl

Nathan Import/Export N.V.-S.A.Lozenberg 41932 ZaventemBelgiëT +32 (0)2 721 15 70F +32 (0)2 725 35 53E [email protected] www.nathan.be

1042

472

- 04

/201

2 M

E -

Wijz

igin

gen

voor

beho

uden

www.uponor.nlwww.uponor.be

Concept en advies

Ontwerp UitvoeringGebouw-

exploitatie

simply more

Uponor biedt zijn klanten kwaliteit, de meest actuele knowhow, service eneen partnerschap dat streeft naar duurzaamheid. Als een van de leidendeondernemingen op het gebied van woning- en verzorgingstechniek staan wijbekend om onze oplossingen, die leefwerelden creëren, waarin het goedvertoeven is.

Onze 'simply more' fi losofi e omvat de begeleiding in alle fasen van hetproject. Van de initialisatie tot aan de exploitatie van het gebouw.