.unst 8

9
.unst BLAD VAN DE HKU nummer 8: sept / okt 2007

description

.unst, schoolblad, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Transcript of .unst 8

Page 1: .unst 8

.unstBLAD VAN DE HKUnummer 8: sept / okt 2007

Page 2: .unst 8

COLOFON

.unst is een uitgave van de Hogeschool voor de Kunsten

Utrecht. Het blad verschijnt tweemaandelijks en wordt

gratis verspreid onder studenten, medewerkers en relaties

van de HKU.

Hoofd- & eindredactie Edwin Verhoeven

Redactie Astrid de la Fuente, Ruben Jacobs, Johan

Kuhlmann, Maud Lazaroms, Fanny de Ruiter, Rick

Steggerda, Karin Veenendaal

Verder werkten mee Paul Dekker, Annelies Vermeulen

Fotografie Patrick van de Luijtgaarden

Cover en beeldspread Ashkan Honarvar

Illustraties Leon Martakis, Studio Vrijdag

Ontwerp Studio Vrijdag

Druk Printec Offset, Kassel

Oplage 3500 ex.

Advertenties Bureau van Vliet, Postbus 20,

2040 AA, Zandvoort, T (023) 571 47 45

Reacties Postbus 1520, 3500 BM Utrecht, T 030 233 22 56

[email protected]

www.hku.nl/unst

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder

voorafgaande toestemming van de HKU.

. redactioneel

KoffieIn een vorig leven liep ik stage bij de publieke omroep. Ik was afgestudeerd in de letteren, maar wilde

documentairemaker worden. In mijn hoofd was ik het al. Ik had alleen nog een kruiwagen nodig.

Op mijn eerste werkdag liep ik vol goede moed het bruisende kantoor van ‘mijn’ afdeling binnen.

Het eerste wat me werd gevraagd was of ik even koffie wilde zetten. Wat krijgen we nou, dacht ik, heb ik

mijn bul in de literatuurwetenschap gehaald om hier aan het begin van mijn glanzende carrière eventjes

koffie te gaan staan zetten? Ik deed het, maar dat het niet van ganser harte ging, bleef niet onopgemerkt.

Een paar dagen later vergaderden we met het hele team. Gelaten voorzag ik iedereen van een bakkie.

Het afgelopen seizoen werd grondig geëvalueerd; alle programmamakers en redacteurs zaten rond de tafel.

Ook ik mocht mijn mening geven. Ik liet me kritisch uit over een paar afleveringen, in de hoop mezelf daarmee

in de kijker te spelen. Naar later bleek geen slimme zet.

De volgende dag werd opvallend vaak om nog een pot koffie gevraagd. Van W. hoorde ik dat de eindredacteur

niet zo gecharmeerd was van mijn gepeperde kritiek als nieuweling. Nog meer had hij zich geërgerd aan

het feit dat ik met geen enkel alternatief was gekomen voor de door mij aangestipte gemiste kansen.

Tijdens het gesprek met W. viel het kwartje. Ik had voor mijn beurt gepraat en mijzelf een positie toebedeeld

die ik nog lang niet verworven had. De verhoudingen in het werkende leven hadden niets te maken met de

manier waarop je als laatstejaarsstudent op gelijk niveau met je begeleiders over je scriptie had gediscussieerd.

Opeens besefte ik me dat ik tijdens mijn studie in een ander universum had geleefd dan waarin ik nu was

terechtgekomen.

Van de neiging om op de werkplek koffie te zetten, ben ik maar langzaam genezen. Mijn eerste echte baan

na die mislukte stage vond ik bij de gemeente, hier in Utrecht. De koffie werd er rondgebracht door een

alleraardigste koffiejuf, maar tijdens haar vakantie een halfjaar later was ik er als de kippen bij om voor

het hele team koffie te serveren.

Edwin Verhoeven

.verder

Door deze masterclass weet je welke

vragen je moet stellen

Het verlangen van Viviane Sassen

Je kunt toch altijd als postbode

aan de slag?

Tijdens je stage meekijken met

de professionele regisseurs

De noodzaak tot verandering zien we

pas als ons eigen leven wordt beperkt

5

6

10

15

16

HATE MACHINE (cover) en ‘168319’

Illustrator Ashkan Honarvar studeerde eind

juni af en presenteert op de cover zijn werk

Hate Machine. Dit beeld ontstond in een periode

waarin Ashkan politiek getinte illustraties

maakte en de misstanden in zijn geboorteland

Iran aan de kaak stelde. De letterlijke beelden

daarvan vond hij te gruwelijk en daarom voegde

hij in zijn collages een extra laag toe. De kijker

krijgt geen expliciet geweld te zien en zal eerder

nadenken over de boodschap van de illustraties.

De middenspread van dit nummer bevat twee

collages uit zijn eindexamenwerk over

herinnering, getiteld ‘168319’. Het nummer

168319 staat achterop de eerste foto die hij in zijn tweede jaar in een

antiekzaak kocht; een fascinatie die uiteindelijk zorgde voor een

verzameling van 500 foto’s. Ashkan zoekt naar interessante vormen en

creërt met zijn collages een nieuwe compositie en daarmee een nieuw

verhaal, dat voor elke kijker weer verschillend kan zijn.

www.ashkanhonarvar.com

.portfolio

3

Kanako Inoue, bijna 24, is een van die studenten. Ze heeft geen concourservaring. Haar docent aan het Het Utrechts Conservatorium, Martyn van den Hoek, stelde haar voor mee te doen aan het Internationaal Franz Liszt Piano-concours. Van den Hoek won de allereerste editie van het Concours en weet dus waarover hij het heeft. ‘Als ik des-tijds de eerste ronde niet was doorgekomen, had ik mijn net begonnen carrière definitief adieu kunnen zeggen. Dan was ik een uiterst exquisiet restaurant begonnen. Van dat restaurant kwam niets terecht, maar ik beleefde wel een tijd van concerten, reizen en in exquisiete restaurants uitgenodigd worden!’Sinds die eerste editie heeft het Liszt Concours een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Directeur Quinten Peelen: ‘Vanaf 2003 organiseren we ook het “Franz Liszt in Vredenburg Festival”. Dat doen we eens in de drie jaar. Het Festival is een extra activiteit om contact te houden met publiek en media. Het vergroot onze zichtbaarheid. Doordat het Festival aan voormalige winnaars een podium biedt, vestigen we weer de aandacht op het Concours. Ook de masterclasses die we organiseren zijn een marketing tool. Van de deelnemers aan de

Internationale Piano Masterclass in Utrecht van dit jaar neemt meer dan 50% deel aan het Concours.’Pianiste Kanako Inoue was in april een van de negen geselecteerde deelnemers aan die masterclass. ‘Het was een goede ervaring om andere studenten te ontmoeten en met hen op te treden.’ Ook omgaan met zenuwen en concentratie horen bij de concertpraktijk. ‘Martyn adviseert op de dag van een concert niet te spelen. Op die manier behoud je de gretigheid om te willen spelen. Natuurlijk doe ik wel mijn warming-up met toonladders, maar ik neem geen stukken door.’ Van den Hoek over het nut van concoursen: ‘Ten eerste een banale opmerking: iedereen doet het, dus jij ook. Een concours biedt je een mogelijkheid om de aandacht op je te vestigen. Daarnaast is het een toetssteen voor de vraag in hoeverre je internationaal kunt meedoen in de harde concurrentiestrijd en of je je zenuwen de baas bent. Zeer sensitieve naturen overleven deze soms moordende spanning niet, terwijl we juist díe willen uitzoeken. Het optimaal voorbereiden op een concoursprogramma is een investering voor het leven, iets waar je altijd weer op kunt terugvallen, ook als je geen prijs wint.’ Het winnen van

een prijs is volgens Van den Hoek geen garantie voor een carrière: ‘Meer nog dan vroeger komt het erop aan dat je met de gewonnen mogelijkheden zelf initiatieven ontwik-kelt. Sommige deuren gaan open na het winnen van een prijs, maar andere, nog gesloten deuren moet je zelf op een kier zien te krijgen.’

Niet alleen docent Van den Hoek begeleidt jonge pianisten op weg naar de beroepspraktijk; ook voor het Liszt Con-cours is begeleiding een belangrijk doel. Peelen: ‘We willen een vriendelijk concours zijn in onze zorg voor de deel-nemers. Die zorg vertaalt zich in het organiseren van masterclasses en het zoeken van gastgezinnen. Ook organiseren we voor de laureaten wereldwijd concerten en recitals, we bieden ze ondersteuning bij het opzetten van een website, het laten maken van visitekaartjes en we bemiddelen voor cd-opnamen.’Met het “career development programme”, zoals het in de Engelstalige brochure wordt genoemd, levert het Liszt Concours maatwerk. Peelen: ‘Elke prijswinnaar heeft zijn eigen behoeften. De derde prijswinnaar van 2005, Christiaan Kuyvenhoven, verkeerde met zijn 19 jaar in een heel andere fase van zijn ontwikkeling dan eerste prijswinnaar Yingdi Sun, die met zijn 26 jaar al klaar was voor een carrière. Het is ons streven de laureaten gedurende de tweeëneenhalf jaar tussen twee Concoursen in te blijven helpen.’

De pianomuziek van Liszt heeft de reputatie klavier-leeuwen-repertoire te zijn. Van den Hoek: ‘Ook in de tijd van Liszt waren er spotprentjes van hem die dat beeld van klavierleeuw bevestigden: een prachtige verschijning, met lange haren, een wit, lijdend gezicht, groene ogen, slank postuur gestoken in modieuze rokkostuums. Om Liszt te kunnen spelen moet je ook de sportieve kant van het pianospel beheersen, maar dat is de oppervlakte. Daaronder zit veel, veel meer. Vergeet niet dat Liszt als jongen priester wilde worden. (Liszt ondergaat in 1850 op 39-jarige leeftijd de lagere priesterwijding van de rooms-katholieke kerk - AdlF). Dat getuigt van een zoektocht naar het spirituele.’ Het vooroordeel over Liszt was Inoue niet vreemd: ‘Eerst hield ik niet van zijn muziek, omdat ik dacht dat hij alleen “show pieces” had geschreven en het puur om techniek ging. Nu geniet ik ervan. Zijn muziek bevat veel mooie passages. Ik kan er iets mee zeggen.’ Peelen formuleert het zo: ‘Liszts muziek is niet de gemakkelijk-ste, zeker niet om ook nog mooi te maken. We kregen snel de reputatie van een zwaar concours. Techniek is een basisvoorwaarde, maar het gaat om meer dan een type-diploma. Er wordt absoluut beoordeeld op muzikaliteit.’

‘HET OPTIMAAL VOORBEREIDEN VAN EEN CONCOURS IS EEN INVESTERING VOOR HET LEVEN’

Door de verbouwing van Muziekcentrum Vredenburg dreigde het Internationaal Franz Liszt Pianoconcours dakloos te worden. Tot opluchting van Concours-directeur Quinten Peelen bood het Utrechts Conservatorium haar podium aan voor de Internationale Selectieronden, die dit jaar naast Utrecht in Shanghai en New York plaatsvinden. Pianodocent Martyn van den Hoek is jurylid voor de Selectieronden in Utrecht. Van den Hoek won in 1986 de eerste editie van het Concours. In 2007 zijn twee van zijn studenten deelnemer.

wie Quinten Peelen (directeur), Martyn van den Hoek (docent/jurylid), Kanako Inoue (student/deelnemer)

wat Internationaal Franz Liszt Concours waarom Selectieronden in Utrechts Conservatorium

wanneer 26 t/m 30 september 2007 website http://muziek.hku.nl en www.liszt.nl

Meer dan een klavierleeuw

tekst Astrid de la Fuente / illustratie studio Vrijdag

Page 3: .unst 8

4AdlF - Op 30 november aanstaande organiseert Het Utrechts Conservatorium het symposium Musician in Balance. Het symposium is gebaseerd op een onderzoek dat docente Alexandertechniek Crissman Taylor aan het conservatorium uitvoerde. In samen-werking met studenten, viool- en altviooldocenten en een technicus onderzocht zij lichamelijke klachten bij musici, met name bij (alt)violisten. Het programma bestaat uit de presentatie van speciaal ontwikkelde kinsteunen voor violisten, vertoning van een film over het onderzoek, een lezing, workshop en masterclass. Een goede lichamelijke balans is de kern van een goede techniek voor strijkers. Die balans wordt vaak verstoord door de eisen die het instrument stelt in combinatie met kin- en schoudersteunen die niet passen. Dit kan leiden tot jarenlang verkrampt spelen; met alle ongemak, pijn en zelfs letsel vandien. Taylor’s onderzoek heeft inmiddels geleid tot de productie van een serie kinsteunen voor verschillende lichaamsty-pen, vervaardigd door Wolf Products. Het onderzoeks-team werkt momenteel aan de ontwikkeling van een serie schoudersteunen.

De internationale vioolwereld heeft belangstelling voor het onderzoek en de resultaten. In het september-nummer van zowel The Strad (een internationaal vakblad voor violisten) als van Arco (het blad van de European String Teachers Association) verschijnt een artikel. De aandacht is meer dan terecht: volgens onderzoek kampt 50 tot 75% (!) van alle musici met lichamelijke klachten. Gelukkig is het taboe op dit onderwerp langzamerhand aan het verdwijnen. Vanaf 2000 werken de Ministeries van SZW en OCW samen met de belangrijkste organisaties in de podiumkunsten aan de ontwikkeling van arbo-regels voor musici; Taylor’s onderzoek en het symposium worden dan ook deels gesubsidieerd door het Ministerie van OCW.

Datum: vrijdag 30 november 2007, 10.00-17.00 uurLocatie: Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen, Mariaplaats 27, Utrecht.Aanmelding: [email protected] o.v.v. naam, adres en instrument. Het aantal plaatsen is beperkt. Meer informatie over dit onderzoek: www.violinistinbalance.nl

Symposium over lichamelijke klachten bij musici

Akkoord minister OCW voor Master of Music

5

KV – Ieder jaar reikt de Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving aan een recent afgestudeerde BKV’er de Piet Bakker Prijs uit. Deze prijs is vernoemd naar de in 1995 overleden toenmalige faculteitsdirecteur Piet Bakker. Ter nagedachtenis riepen vrienden, familie en collega’s de Piet Bakker Prijs in het leven. Iedere opleiding draagt tijdens de examenexpositie een student voor en een deskundige jury kiest de uiteindelijke genomineerden. De jury hanteert hierbij criteria die symbool staan voor de ideeën van Piet Bakker: eigenzinnig-heid, non-conformisme en het durven doen van een stellige persoonlijke uitspraak. Aan de nominatie is een expositie in de Academiegalerie verbonden. De uiteindelijke winnaar gaat met een aanmoedigingsprijs ter waarde van 1.750 euro naar huis. Jurylid Peter van Dijk licht alvast kort toe waarom de studenten genomineerd zijn. ‘Het rigoureuze plan van Klaas Schotanus (BDes Urban Interior Architecture)

voor de herinrichting van de wijk Overvecht past helemaal binnen het profiel van de Piet Bakker Prijs. Het getuigt van lef en is uitstekend uitgewerkt. De jury was met het oog op het idealisme dat zowel uit de visie van Rita Giesbers (BDes Industrial Design) als dat van Manon de Bruijn (BDes 3D Design) sprak, enthousiast over hun werk. Het zijn mooie voorbeelden van ontwerpers die werken vanuit een sterke maatschappelijke betrokkenheid. Het werk van grafisch ontwerper Henrik van Leeuwen tenslotte, is genomineerd omdat hij op heldere wijze – en zonder een moreel standpunt in te nemen – ons laat zien hoe de westerse wereld is opgebouwd uit een enorm aantal elkaar overlappende bureaucratische organisaties.’

Expositie Piet Bakker Prijs: 26 september t/m 20 oktoberPrijsuitreiking: vrijdag 5 oktober 17.00 uurAcademiegalerie, Minrebroederstraat 16 UtrechtVrij entree / www.academiegalerie.nl

Eva van der Molen gaat Faculteit Theater leiden

Pau

l Dek

ker

AdlF - Studenten van Het Utrechts Conservatorium verdiepen zich eind oktober met een aantal projecten in diverse specialismen. Deze projecten worden gepresenteerd in een viertal concerten die gratis toegankelijk zijn. De afdeling Historische Instrumenten presenteert zich onder leiding van tenor Marcel Beekman met recitatieven en cantates. Verder zijn er twee klassieke ensembles te horen: een strijkersensemble geleid door Marco Bons met werken van onder andere Mendelssohn en Verdi en een blazersensemble onder leiding van Jaap van der Vliet met werken van onder andere Caplet en Enescu.

Kijk voor tijden en locaties op de webagenda http://www.hku.nl/muziekprojecten of in de maandagenda van Het Utrechts Conservatorium

Oktoberconcerten van Het Utrechts Conservatorium

Prijs voor eigenzinnig talent

Vloerkleed van ontwerper Manon de Bruijn

.kor

t

AdlF - Het Utrechts Conservatorium start dit studiejaar met een masteropleiding die onlangs is geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De minister van OCW heeft inmiddels de voormalige Voorgezette Kunstopleiding Muziek als hbo-masteropleiding Master of Music erkend. Het accreditatietraject is afgelegd in nauwe samenwerking met de Faculteit Kunst, Media & Technologie. Tamara Roemjantsew, hoofd van de Master of Music-opleiding, over het nut van het traject: ‘Het is goed om met je billen bloot te gaan en je organisatie tegen het licht te houden. We hebben met docenten en studenten een proefvisita-tie gehouden. Studenten kijken door zo’n visitatie

extra kritisch: zo krijg je boven water wat beter kan.’ Enkele jaren geleden vonden de studenten de opleiding te streng en vormvast; nu juist te vrij. Roemjantsew: ‘We richten ons op de individuele student met meer en betere begeleiding en coaching. Daarnaast hebben we een strengere aanpak voor aanwezigheid en studiepunten.’De NVAO deed de aanbeveling het onderzoek binnen de opleiding te verdiepen, daarmee rakend aan de discussie die in heel Europa speelt over de rol van onderzoek binnen het hoger kunstonderwijs. Roem-jantsew: ‘Je moet het eerst eens worden over de definitie van onderzoek. Wat ons betreft kan dat alles zijn tussen theoretisch en praktijkgericht onderzoek.’

EV - Eva van der Molen is per 1 september de nieuwe bestuursvoorzitter van de Faculteit Theater. Daar wil zij ‘met artistieke waarden als uitgangspunt de onder-nemende capaciteiten van de faculteit en haar studen-ten een flinke stap verder brengen’. Ondernemende studenten vormen de rode draad van haar loopbaan bij de HKU tot nu toe. Van der Molen was de afgelopen twee jaar plaatsvervangend voor- zitter van de Faculteit Kunst en Economie, waar zij in 2000 als projectleider begon. Van der Molen: ‘De opleiding heeft zich tussen 2000 en 2007 ontwikkeld van een kleinschalig “samengesteld postpropedeutisch programma Kunst & Media Management” tot een volwaardige bachelor en master, binnen een eigen faculteit Kunst en Economie.Het studentenaantal is met 800% toegenomen en de kwaliteit van de opleiding enorm verbeterd. Kunst en Economie is nu een volwaardige partner tussen de andere faculteiten. Bij Kunst en Economie streeft iedereen een hoge kwaliteit na en ik vind het heel bijzonder dat die inzet, de saamhorigheid en onderlinge humor ondanks de explosieve groei grotendeels intact is gebleven.’Bij haar vorige werkgever MAPA (Moving Academy for Performing Arts, een internationale organisatie voor educatieve theaterprojecten in met name Oost-Europa) werkte Van der Molen tien jaar lang intensief met vooral jonge fysieke theatermakers. Meer inhoudelijk is theater voor haar een manier om de wereld scherper te zien. ‘Met het dagelijkse bewustzijn nemen we naar mijn idee maar een klein stukje van de werkelijkheid waar. Theater biedt me openingen om aspecten van het leven op allerlei niveaus te zien en te ervaren - met al het plezier, de emoties of de inzichten die het oproept.

Geld. Een businessplan. Weten wát je nu precies verkoopt. En hoeveel je daarvoor mag – moet – vragen. De masterclass Ondernemen voor Designers, gestart in maart 2006, leert kunstenaars hoe ze met deze ingrediënten een eigen bedrijf kunnen opzetten. Op 1 november 2007 krijgt dit initiatief van de Taskforce Innovatie Regio Utrecht, de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) en de Hogeschool Utrecht (HU) een vervolg.

HKU-student Paul van Vulpen neemt deel aan de eerste masterclass, die aanstaande oktober eindigt. Tegelijker-tijd studeert hij af aan de opleiding Composition in Context van de Faculteit Kunst, Media & Technologie. Van docenten kreeg hij al te horen dat het niet makkelijk is om een baan te vinden...Paul legt uit: ‘Vacatures met Componist gezocht. Wij bieden een contract voor onbepaalde tijd vind je niet. De keuze om freelancer te worden ligt dan voor de hand. Ik hoop dat deze masterclass mij meer inzicht geeft in het zelfstandig ondernemerschap.’ Door een samenwerkingsproject met Aline Bruyns (zij studeert af binnen Sounddesign en is ook deelnemer aan de masterclass – RS) voor de internationale prijsvraag Soundtrack Cologne ontstond het idee voor een eigen bedrijf. Paul: ‘De jury van het Duitse festival gaf ons naast een prijs ook het advies om samen verder te gaan. Docenten op de HKU sloten zich daarbij aan en zeiden: “Bedrijven zitten niet te wachten op eenlingen. Je kunt beter als collectief naar buiten treden: je staat sterker en vaak is je product beter.” De masterclass heeft onze ideeën verder concreet gemaakt; Aline en ik vormen nu samen het bedrijfje AudioRally.’

Persoonlijk ondernemerschap staat tijdens de masterclass centraal. Het is een individueel traject, gericht op het verbeteren van ondernemerskwaliteiten en het (verder) ontwikkelen van een eigen bedrijf. Alle thema’s worden daarbij behandeld vanuit het perspectief van designers. Vragen die aan bod komen zijn: Welk toekomstbeeld heb ik voor ogen en welke mijlpalen passen daarbij? Wat is de kwaliteit van mijn portfolio? Wie koopt mijn idee/product/dienst en waarom? Wat is de meerwaarde van design voor mijn klanten? Wat opvalt is dat het programma groten-deels geschikt lijkt voor elke zelfstandig ondernemer, niet alleen voor designers. Dit idee lijkt te worden versterkt door de grote aandacht voor het individu. Paul: ‘Ik kan specifiek vragen stellen over mijn persoonlijke situatie. Een maand lang verzamel ik mijn vragen en binnen één zeer intensieve studiedag wordt daar aandacht aan besteed. Overigens blijkt dat vaak nog steeds te kort om een onderwerp helemaal te behandelen of iedereen uit de ‘klas’ aan bod te laten komen. Daarom zijn er coaches waarmee je persoonlijk af kunt spreken. Binnenkort heb ik zo’n afspraak, zodat ik geheel op maat al mijn vragen beantwoord krijg. Zo wil ik bijvoorbeeld weten of ik een BV moet oprichten, gezien mijn toekomstige werksituatie, waarbij ik deels in loondienst ben en deels freelance werk. Moet ik nu juist een lening afsluiten als investering in audiosamples of hangt die schuld mij als beginnend ondernemer als een molensteen om mijn nek?’ De masterclass is daarmee op maat gesneden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat mensen van verschillende niveaus en achtergronden aan dezelfde cursus mee kunnen doen; onder de deelnemers zijn (oud-)studenten van het ROC, Grafisch Lyceum, Hogeschool Utrecht en HKU. Hoe verloopt het onderling contact?‘Dat is er niet. We hebben allemaal een blog gekregen, maar daar maakt niemand gebruik van. Eerlijk gezegd

hoeft dat ook niet: het gaat om de contacturen op de studiedagen. Daar dien je goed voorbereid te komen, met specifieke wensen en vragen. Bij mij liep dat in het begin stroef, omdat ik nog niet zeker wist of ik een eigen bedrijf wilde beginnen. Nu ben ik supergemotiveerd, maar ontbreekt het me door mijn afstuderen soms aan tijd. Ik kan iedere kunstenaar zonder kennis van zaken en financiën deze masterclass aanraden, maar wel net nadat je je diploma hebt ontvangen. Je kunt je dan veel directer richten op de wisselwerking tussen deze master-class en je beginnende onderneming. Welke bedrijfsstruc-tuur past bij je? Welke regels zijn op jouw situatie van toepassing? Wat moet er in jouw persoonlijke contract juist wel en juist niet staan? Ik had niet genoeg tijd voor die vragen. De komende maanden heb ik zeker nog nodig om me in te lezen en beslissingen te nemen, zodat

AudioRally goed van de grond komt. Maar waar ik eerst nog huiverde voor die stap, voel ik nu rust, dankzij deze masterclass. Ik weet nu precies op welke vragen ik mij moet richten. Heel veel keuzes zijn al gemaakt en ook bij de contractbesprekingen waar ik nu middenin zit, weet ik precies waar ik op moet letten. Het garandeert mij een betere arbeidspositie - en dat is uiteindelijk waar het (zelfstandig) ondernemen om gaat.’

Mensen die in november willen deelnemen aan de tweede

masterclass kunnen hun interesse alvast kenbaar maken

via http://prof.hku.nl/masterclass

Je hoeft geen (oud-)HKU-student te zijn om deel te nemen,

in principe is de masterclass toegankelijk voor elke designer

die serieus overweegt voor zichzelf te beginnen.

tekst Rick Steggerdafotografie Patrick van de Luijtgaarden

wie Paul van Vulpen wat Masterclass Ondernemen voor Designers waarom verder ontwikkelen van

je eigen bedrijf website http://prof.hku.nl/masterclass en www.paulvanvulpen.nl

Welk toekomstbeeld heb jij voor ogen?

‘DANKZIJ DEZE MASTERCLASS WEET IK NU PRECIES OP WELKE VRAGEN IK MIJ MOET RICHTEN’

Page 4: .unst 8

6 7

Uit de handen van minister Plasterk ontving fotografe Viviane Sassen eind juni de Prix de Rome. Een voorlopige kroon op haar toch al niet onverdienstelijke carrière. Volgens Sassen heeft ze intuïtief steeds de juiste keuzes gemaakt en brachten die haar waar ze nu is. Maar waar kwam ze vandaan?

Viviane Sassen wist al op jonge leeftijd dat ze naar de kunstacademie wilde. Toen ze er de leeftijd voor had, koos ze voor de mode-opleiding in Arnhem. Dat bleek niet helemaal haar ding: toen ze patronen moest tekenen, haakte ze af. Ondertussen kwam ze door haar modellen-werk steeds vaker in contact met fotografen en ontdekte dat ze meer interesse had in het plaatje of de illusie van de mode dan in de kleding zelf. De foto van het model intrigeerde haar meer dan het met coupnaden en stof omhullen van het lichaam. Sassen verruilde Arnhem voor Utrecht om daar aan de HKU fotografie te studeren. Ze kreeg een vrijstelling voor het eerste jaar en hoewel ze nog moest leren ontwikkelen en afdrukken, kon ze het tempo van haar klasgenoten moeiteloos bijbenen. Sassen: ‘In vergelijking met mijn jaren in Arnhem, vond ik de opleiding in Utrecht aanvankelijk maar slappe hap. De mode-opleiding in Arnhem is behoorlijk pittig. Er heerste een enorm werkethos en we zaten iedere dag van negen tot vijf op school. Op de HKU waren er veel minder lesuren, en studenten gingen tijdens de les vaak iets voor zichzelf zitten doen. Dat veranderde pas toen ik in de derde les kreeg van Corinne Noordenbos. Die was heel duidelijk in haar eisen: Je komt op tijd binnen en doet mee aan discussies over elkaars werk. Zij was opeens echt kritisch, dat was voor mij een openbaring. Ze liet ons allerlei boeken bekijken, met werk van geweldige fotogra-fen. Ik dacht: “Dit is te gek, had ik dit maar meteen in mijn eerste jaar meegekregen.” Van Corinnes lessen heb ik enorm veel geleerd. Het nadenken over fotografie, het analyseren van je beeld en je eigen beweegredenen, de manier waarop je met alle middelen die je hebt je verhaal duidelijker kan vertellen. Zij was er voorstander van om een fotografisch project te benaderen zoals een auteur zijn verhaal. Wel vertrekkende vanuit de werkelijkheid, maar met een eigen mening waarmee je die werkelijkheid naar je hand zet.

‘Mijn eigen werkproces speelt zich op een andere manier af. Op de HKU leerden we te beginnen met een idee en een concept en goed na te denken hoe je dat vervolgens ging verbeelden. Je moest ervoor zorgen dat de keuzes die je daarin maakt ook een logisch gevolg waren van het concept dat je omschreef. In de tien jaar dat ik nu van de HKU af ben – en eigenlijk ook al tijdens de academie – is mijn werkproces toch veel intuïtiever geweest. Ik werk meer vanuit mijn eigen intuïtieve drijfveren dan vanuit een vooraf bedacht concept. Ik ben niet zo’n conceptueel denker, mijn beelden ontstaan meer spelenderwijs. Dat geldt overigens niet voor al mijn werk, want soms weet ik van tevoren precies wat ik wil gaan doen. Ik maak ook veel schetsen: van dingen die ik meemaak, op televisie zie, of heb gedroomd. Meestal kom ik echter dingen tegen die ik niet vooraf heb bedacht, maar wel ergens kan inpassen. In die zin denk ik dat ik met mijn vrije werk inmiddels, vooral het Afrika-werk, een manier gevonden waarin ik geënsceneerde fotografie met documentaire fotografie mix. Dat vind ik een hele interessante werkwijze.’‘In feite heb ik heel lang, ook onbewust, de tijd genomen om een eigen handschrift te ontwikkelen. Ik ben niet meteen heel commercieel gaan werken, heb mezelf geen druk opgelegd om te moeten doorbreken en ben niet gehyped. Want dat kan ook gebeuren: dat een fotograaf

op een te jonge leeftijd wordt gehyped en daar niet goed mee kan omgaan. Of daardoor hetzelfde kunstje moet blijven herhalen en zich niet meer ontwikkelt.’

Sassen had het geluk dat de bladen die zij geweldig vond ook van haar werk gecharmeerd waren. Als net afgestu-deerd fotografe stuurt ze haar werk naar het Franse tijdschrift Purple, een underground fotoblaadje waarvan ze zeer onder de indruk was. Ze had niet eerder gepubli-ceerd, maar het was meteen raak. Later fotografeert ze voor Dazed and Confused en voor Blvd; volgens haar destijds in Nederland het enige interessante blad om voor te werken. Daarnaast heeft ze lange tijd veel klusjes gedaan, variërend van trouwreportages tot opdrachten voor verzekeringsmaatschappijen. Sassen: ‘Ik vond het leuk om met mijn medium wat te verdienen. Je kunt ook in de kroeg gaan werken, maar ik vond het belangrijk om met mijn vak bezig te zijn. Zelfs al is de fotografie niet hoogstaand, van elke shoot leer je weer.’‘Nu heb ik toch vaak het idee – zei oma – dat studenten het al belachelijk vinden als ze op hun stageplek koffie moeten zetten. Ikzelf heb bij Carli Hermès stage gelopen. Daar was ik koffiejuf en koerier tegelijk... constant naar het lab fietsen om rolletjes weg te brengen, altijd sjouwen met apparatuur. Wanneer ik mensen die nu afstuderen vertel hoe ik ben begonnen, staan ze me regelmatig verbaasd aan te kijken. Het lijkt er wel eens op dat ze verwend zijn.’‘Misschien hadden wij dat ook wel, die arrogantie van de jeugd. Zo van: “Ik wil echte kunst maken en ik kom hier niet om koffie te zetten.” Ja, ik herinner me opeens dat wij ook zo waren toen we net van de academie kwamen. We wilden bijvoorbeeld niet voor de HEMA fotograferen, dat vonden we echt te min. We gingen interessant werk maken en in galeries exposeren. Die ambitie is natuurlijk ook heel logisch en terecht... maar ik heb al die suffe opdrachten wel moeten doen om rond te komen.’

‘Ik heb me nooit echt afgevraagd waarom ik besloot echt door te zetten en met fotografie iets te bereiken. Volgens mij heb ik heel intuïtief de juiste keuzes gemaakt. En ben ik nu daarom waar ik nu ben. De dingen die op mijn weg kwamen, heb ik altijd aangepakt. In waar ik met mijn hart voor werkte, was ik altijd selectief.’ ‘In dingen waarmee ik geld verdiende, was ik niet kies-keurig. Dat kun je jezelf niet veroorloven als je van je fotografie de huur wilt betalen. Bovendien wilde ik niet afhankelijk zijn van subsidies. Ik heb twee keer mijn Startersstipendium aangevraagd en ook twee keer gekregen. Dat zijn de enige keren dat ik subsidie heb aangevraagd.’‘Daarnaast vind ik het erg leuk en goed en leerzaam om ook commerciële opdrachten te doen. Ik zou nu ook nog niet zonder willen. Het geeft een bepaald soort energie. Commercieel werk heeft een veel grotere omloopsnelheid en de samenwerking met mensen is veel intensiever. Ik vind het leuk om puzzels op te lossen, want dat zijn het vaak. Werk je voor een opdrachtgever, dan moeten je beelden aan een aantal criteria voldoen en daarnaast wil je natuurlijk ook nog een te gekke foto maken. Dat is echt heel moeilijk – vooral omdat iedereen er ook nog altijd overheen wil piesen en jouw werk door een hele molen moet. Ik vind het echt een vorm van topsport om dat

voor grote bedrijven te doen. Commercieel werk is naar mijn idee ook niet minderwaardig aan kunst. Het is vooral heel verschillend. Autonoom werk maken ligt uiteindelijk wel veel dichter bij mijn eigen wezen en mijn persoonlijkheid, dat zijn wel meer mijn kindjes.’Met een aantal van die kindjes won Sassen de Prix de Rome 2007. Bij haar foto’s, die ze in Ghana maakte, werd door de pers hier en daar de kanttekening geplaatst dat het vooral ‘mooie plaatjes’ of ‘supergestyleerde’ beelden zijn. Wat vindt zij van deze classificaties?‘Wanneer mensen zeggen dat mijn fotografie supergesty-leerd is, ben ik het daar niet mee eens. Mijn werk gaat over vorm en kleur en heeft een grafische inslag. Soms is het bijna sculpturaal, andere keren gaat het om verwar-ring met patronen die in elkaar overvloeien. Ik ben sterk gericht op het formele aspect van fotografie. En ik hou van schoonheid, ik ben niet bang voor esthetiek. Gesty-leerd is dan een term waar ik me minder in kan vinden. Gestyleerde fotografie vind ik oninteressant. Die zie ik vooral in de reclame- en modewereld. Daarin stikt het van de supergelikte en nietszeggende beelden die sterk met Photoshop zijn behandeld. Mensen denken misschien dat ik Photoshop gebruik, maar dat doe ik nooit. En al helemaal niet in mijn autonome werk. Ik retoucheer ook niet. Ja, stofjes, maar dat is het dan ook.’

‘Ik vind het belangrijk dat de kijker mijn beelden op verschillende manieren tegemoet kan treden. Dat mijn fotografie een soort gelaagdheid heeft, waardoor verschil-lende mensen er ook een verschillende insteek bij kunnen vinden. Mijn werk waarvoor ik de Prix de Rome kreeg, heeft dat naar mijn idee ook. Je kunt het op een sociaal-maatschappelijke of op een politieke manier interprete-ren, maar ook op een meer gevoelsmatige manier. Die tweeledigheid zit er, ook in mijn eigen bedoelingen, in. Het gaat over universele thema’s als de dood of het beeld dat wij in het westen van Afrika hebben. Ook de sociale kant, die van de aids-problematiek, vind je erin terug.’ ‘De gevoelsmatige kant is misschien wat meer verborgen. Die is ook veel persoonlijker en gaat over angsten en verlangens van mijzelf. Dat besefte ik bijvoorbeeld toen ik laatst mijn expositie in Oss (overzichtstentoonstelling van haar werk in het Jan Cunen Museum – EV) inrichtte. Gatverdamme, dacht ik, het is gewoon allemaal hetzelfde. Opeens realiseer je je dat je steeds weer die vier dezelfde beelden maakt. Onbewust weet je dat wel, maar als je een overzicht maakt, denk je even: daar gaan we weer. En word je haast moe van je eigen thematiek en je eigen werk. Ik zag bijvoorbeeld dat ik heel vaak een persoon fotografeer die wegduikt, of kruipt, of op de grond ligt. Ook verberg ik de gezichten, waardoor je geen emotie kunt aflezen. Volgens mij gaat dat over een soort eenzaam-heid, of angst voor alleen zijn. Dat is dan heel persoonlijk denk ik. Daartegenover staan heel veel beelden waarbij mensen in elkaar verstrengeld zijn. Dat is het verlangen om je te verbinden met iemand anders, om echt een soort twee-eenheid te worden, een heel romantisch idee natuurlijk… ‘Ik denk dat alle foto’s projecties zijn van wat er zich in mijn geest afspeelt. En volgens mij is dat bij veel kunste-naars zo: dat ze uiteindelijk altijd een zelfportret maken.’ www.vivianesassen.com

‘OPEENS REALISEER JE JE DAT JE STEEDS WEER DEZELFDE VIER BEELDEN MAAKT’

‘COMMERCIEEL WERK IS NAAR MIJN IDEE NIET MINDERWAARDIG AAN KUNST’

‘IK BEN NIET ZO’N CONCEPTUEEL DENKER, MIJN BEELDEN ONTSTAAN MEER SPELENDERWIJS’

Altijd een zelfportret

tekst Edwin Verhoeven fotografie Patrick van de Luijtgaarden

Page 5: .unst 8
Page 6: .unst 8

CHARLOTTE FONTAINE,

BACHELOR EVENT MANAGEMENT,

MASTER ARTS MANAGEMENT

WERKEN, REIZEN OF STUDEREN?

Ik ga in mijn eentje twee maanden reizen in Australië. In december begin ik met mijn traineeship bij De Otter creators, mijn oude stageplek. Dit is een evenemen-tenbureau met nationale en internatio-nale klanten. In twee jaar word ik tot creative director opgeleid.

DROOMBAAN OF OPSTAPJE?

Ik zal nooit het moment vergeten dat ze me vertelden dat ik deze kans kreeg. Dat vond ik heel tof. Of het mijn droombaan is weet ik niet, maar het is wel een droom-kans. Ik had nooit durven dromen dat zoiets op mijn pad kwam. Ik zou graag, na deze traineeship, een nieuw kantoor van De Otter creators beginnen in het buitenland. Als ik dat een paar jaar heb gedaan, begin ik mijn eigen bedrijf in Nederland. In dat opzicht is dit een leuke opstap.

UTRECHT OF ERGENS ANDERS?

Het bedrijf gaat verhuizen naar Oss, maar ik vind het hier veel te lekker. Iedereen woont in de buurt en daar heb ik niemand.

VAN 9 TOT 5 OF ONREGELMATIG?

Liever geen 9 tot 5 baan. Het is zo’n cultuur, van die mensen die om vijf uur hun pen laten vallen. Als het nodig is, zit ik rustig tot halfzeven te werken. Dat maakt me niets uit.

VETPOT OF WATER EN BROOD?

Het bedrijf investeert natuurlijk ook in mijn opleiding, maar het betaalt goed. Een goed inkomen is voor mij dermate belangrijk, dat ik wel leuke dingen moet kunnen blijven doen. Als mijn toekomstige inkomen daarvoor te laag zou zijn, zou ik zwaar in onderhandeling gaan.

OSCAR JAN HOOGLAND,

BACHELOR OF MUSIC JAZZPIANO,

BACHELOR COMPOSITIE

WERKEN, REIZEN OF STUDEREN?

Ik ga nog een bachelor doen: compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Dit is een studie die tot auto-noom kunstenaar opleidt. Het laatste jaar van Jazzpiano ben ik hier al naartoe gaan werken.

DROOMBAAN OF OPSTAPJE?

Een droombaan zou voor mij zijn dat ik vanuit mijn eigen unieke identiteit muziek kan maken. Ik wil veel optreden met verschillende kunstdisciplines, vooral dansimprovisatie vind ik interessant. Ik wil mijn eigen artistieke integriteit behouden en bijvoorbeeld niet een jaar lang in een hotel spelen. Het idee van een baan is niet relevant. We leven in Neder-land in zo’n grote rijkdom dat ik me bijna verplicht voel om me geen zorgen te maken over een goed inkomen. Dat vind ik verwend en daar wil ik geen gevangene van worden. Ik hoop dat als je onbezonnen voor je artistieke leven kan gaan, alles vanzelf goed komt.

VAN 9 TOT 5 OF ONREGELMATIG?

Als autonoom kunstenaar krijg ik een 24uurs-baan. Je kunt het nooit uitzetten. Maar als het leuk is, kan ik er ook geen genoeg van krijgen.

VETPOT OF WATER EN BROOD?

Ik snap niet dat dit voor veel mensen zo’n ontzettende issue is. Het gaat nooit om kunst voor de kunst. Ik begrijp de angst niet dat je geen werk in de kunst-sector zou kunnen vinden. Je kunt toch altijd aan de slag? Je kunt postbode worden, of wat dan ook. Nu verdien ik vaak niks. De geïmproviseerde muziek is toch een redelijk marginaal gebeuren.

SUZANNE REINDERSMA,

STUDEERT IN NOVEMBER AF ALS

BACHELOR THEATRE AND EDUCATION

WERKEN, REIZEN OF STUDEREN?

Werken! Gestudeerd heb ik lang genoeg. Ik heb hiervoor ook maatschappelijk werk gedaan en wil nu heel graag theaterstuk-ken maken.

DROOMBAAN OF OPSTAPJE?

‘Een opstapje is het niet. Theatermaken is wat ik wil. Samen met een vriendin ben ik een stichting aan het oprichten, waarmee ik stukken wil maken voor scholen en theaters. Ik ga regisseren. De stichting, en ook het onderzoek dat ik nog moet doen voor mijn afstuderen, richt zich op hoe je levensverhalen kunt omzetten in theater.

UTRECHT OF ERGENS ANDERS?

‘Ik woon in Utrecht en daar blijf ik ook. Dit is de stad waar ik van hou. Ik ben gek op veel verschillende culturen; dat heb je hier. Mijn interesse voor het multicultu-rele heb ik volgens mij altijd al gehad. Ik kom uit een heel klein dorp, en zocht meteen contact met iedereen die daar maar enigszins donker was. Het hele pleintje waar ik woonde zat ook vol met geadopteerde kinderen.

VAN 9 TOT 5 OF ONREGELMATIG?

‘Onregelmatig. Dat heb ik het afgelopen jaar wel gemerkt. Ik vind het wel zwaar, maar tegelijkertijd is het iets wat echt moet, een vuurtje dat hierbinnen zit. Daar word ik wel heel gelukkig van.’

VETPOT OF WATER EN BROOD?

‘Ik denk in het begin water en brood, maar daarna hoop ik er wel geld mee te verdienen? Ik heb vorige week ook mijn eerste klus binnengehaald: in Lombok ga ik met kinderen van groep 7 en 8 een stuk maken.

10 11

Vetpot of water en brood?

Zeven HKU’ers zwaaien af en schetsen aan het eind van studie met een zelfportret hun toekomst. Studeren ze verder of gaan ze eerst op reis? Wat zien ze als hun droombaan? En welke rol speelt geld nu ze als kunste-naar hun brood moeten gaan verdienen?

tekst Edwin Verhoeven & Annelies Vermeulenfotografie zelfportretten

ADAM VERHAAR,

BACHELOR THEATER MANAGEMENT,

MASTER ARTS MANAGEMENT

WERKEN, REIZEN OF STUDEREN?

Alledrie! Eerst ga ik waarschijnlijk vier maanden werken bij het International Film Festival Rotterdam, waar ik ook mijn eindscriptie schrijf. Daarna ga ik een halfjaar op reis naar Egypte, India en China. Ik wil graag veel leren over de wereld. Als ik niet op reis ben, is film mijn manier om de wereld te ontdekken. Na deze reis wil ik de master Filosofie in Bedrijf volgen. Dit koppelt management aan filosofie en laat zien hoe mensen samenwerken.

DROOMBAAN OF OPSTAPJE?

Het werk als vrijwilligerscoördinator bij het IFFR is voor mij op dit moment zeker een droombaan. Eigenlijk wilde ik een jaar op wereldreis gaan, maar deze kans kan ik niet laten schieten. Wat ik in de toekomst wil doen, heb ik nog niet voor ogen. Dat zie ik dan wel.

HARD WERKEN OF RUSTIG AAN?

Hard werken! Waarom niet? De studie heb ik makkelijk doorlopen, dus daar hoef ik niet van bij te komen. Tijdens de twee weken van het festival heb ik überhaupt geen tijd voor andere dingen, zo druk wordt het.

VAN 9 TOT 5 OF ONREGELMATIG?

Liever 9 tot 5. Ik voetbal fanatiek en met onregelmatig werk is het onmogelijk om drie keer in de week te trainen.

VETPOT OF WATER EN BROOD?

Dan wordt het water en brood, zeker in het begin. Ik ben helemaal niet met geld bezig. Het belangrijkste is dat het werk en de mensen leuk zijn.

KITTY DE GEUS,

ZANG, CONSERVATORIUM, VOORT-

GEZETTE KUNSTOPLEIDING MUZIEK

WERKEN, REIZEN OF STUDEREN?

Ik blijf nog twee jaar op het conservato-rium voor de masteropleiding. De bachelor zie ik als beginpunt, niet als een afronding. Mijn familie zegt natuurlijk: “Oh wat goed, je bent klaar”. Maar zo zie ik het niet. Ik weet nu wat ik al wel kan, en waar ik me nog in kan verbeteren. Ik wil me aan de ene kant meer richten op het oratorium, opera zonder toneel, en aan de andere kant op het lied.

DROOMBAAN OF OPSTAPJE?

Mijn droombaan is een aanstelling bij een operahuis. Daar zou ik dan leuke inspirerende collega’s hebben en alleen rollen zingen die me fantastisch liggen. Maar dat is niet voor iedereen weggelegd: de arbeidsmarkt is klein. Het is belangrijk dat je kansen creëert voor jezelf. Ik hoef niet de grootste sterzangeres te zijn, maar wil voor mezelf het hoogst haalbare bereiken.

VAN 9 TOT 5 OF ONREGELMATIG?

Tijdens repetitiedagen kan het zo zijn dat je om 10.00 ’s ochtends al begint. Tijdens de uitvoeringen werk je juist ’s avonds. Dat is zwaar. Je moet in goede conditie zijn om dat vol te houden. Tijdens de opera moet je er staan, hoe ziek of moe je ook bent. Niemand is dan geïnteresseerd in hoe het met je gaat. Daarom moet je jezelf en je lichaam goed kennen.

VETPOT OF WATER EN BROOD?

Het wordt vast water en brood. Daar ga ik maar vanuit, dan kan het altijd meevallen. Het is voor elke muzikant een groot vraagstuk of hij kan rondkomen.

SANNEKE PRINS,

EMMA DIGITAL MEDIA DESIGN

WERKEN, REIZEN OF STUDEREN?

Ik denk werken. Studeren... ik zou graag ooit een Phd willen doen, maar voordat ik daar aan begin wil ik eerst een aantal jaren gewerkt hebben. We hebben in het eerste halfjaar van de EMMA met een groepje in opdracht een project gedaan: Mijn naam is Haas. Dat is een interac-tieve narratieve omgeving voor kinderen, waarin zij taal leren. De opdrachtgever overweegt serieus om dat spel uit te brengen en we zijn nu op zoek naar geld- schieters om het te kunnen produceren.

DROOMBAAN OF OPSTAPJE?

Het idee is om met drie mensen van het Mijn naam is Haas-team een bedrijfje op te richten. Om echt een droom te verwe-zenlijken zou ik er ook vrij werk bij willen doen. Zoals de installatie waarmee ik afstudeer. Dan kan het ook kunst zijn, of in ieder geval vrijer dan het werk voor de commerciële of educatieve sector.

HARD WERKEN OF RUSTIG AAN?

Nou, zoals ik me nu voel... met alle stress van het examen wordt het eerst tijd voor rust. Ik denk dat er in september weinig zal gebeuren.

VAN 9 TOT 5 OF ONREGELMATIG?

Zeker geen 9 tot 5. Het wordt waarschijn-lijk freelance, maar dat hangt af van de constructie die het bedrijfje zou krijgen.

VETPOT OF WATER EN BROOD?

Alhoewel ik een vetpot erg leuk zou vinden, vrees ik dat het water en brood wordt. Als Mijn naam is Haas een commercieel succes wordt, kunnen we er geld mee verdienen. Maar dat ligt nu niet in de lijn der verwachting.

TESSA OUDIJN (21),

BACHELOR DESIGN AND

TECHNOLOGY

WERKEN, REIZEN OF STUDEREN?

Werken. Het liefst op een reclamebureau. De komende tijd wil ik uitzoeken of ik daar met dit diploma genoeg bagage voor heb. Als ik een baan vindt bij een reclame-bureau, zal dat in het begin wel uitvoe-rend werk zijn.

DROOMBAAN OF OPSTAPJE?

Ooit, over een jaar of tien, wil ik een eigen bedrijf hebben. Voorlopig wil ik echter ervaring opdoen binnen een bestaand bedrijf, dus eigenlijk is dat reclamebureau op dit moment wel een droombaan.

HARD WERKEN OF RUSTIG AAN?

Ik denk hard werken. Ik zal in het begin wel een aantal bijbaantjes hebben, want ik denk niet dat ik die droombaan over drie weken al heb. Sowieso wil ik me de eerste jaren goed oriënteren en zal ik misschien een paar keer van werkgever wisselen.

VAN 9 TOT 5 OF ONREGELMATIG?

Ik ben bang dat het van 9 tot 5 wordt. Of van 9 tot langer. Op een reclamebureau werk je met deadlines, dus zul je soms wat langer doorgaan om iets af te krijgen.

VETPOT OF WATER EN BROOD?

Ik heb voor deze studie gekozen om de kans te krijgen voor een bedrijf te werken. Ik denk dat het geen vetpot wordt, maar ook zeker geen water en brood. Ik heb er wel aan gedacht om iets met autonome kunsten te doen, maar het leek me zo lastig om daar geld mee te verdienen. Achteraf ben ik heel blij dat ik voor Design and Technology heb gekozen. Het is een brede studie, waarbij je je op allerlei gebieden ontwikkelt.

Page 7: .unst 8

1212

Halverwege je studie, maar zeker in je examenjaar, betrap je jezelf af en toe op gedachtes over je leven na de HKU. Dat leven als kunstenaar wordt vast en zeker prachtig, maar de overgang van studeren naar een werkend bestaan gaat niet vanzelf. Je krijgt te maken met allerlei zaken die allesbehalve je creativiteit aanwakkeren: jezelf inschrijven bij de Kamer van Koophandel, een btw-nummer aanvragen, een werkruimte regelen. En terwijl je dit doet, zul je je regelmatig afvragen: ‘Waarom is dit me nooit eerder verteld?

tekst Karin Veenendaalillustratie Leon Martakis

Naar je vakbond voor een workshop MySpace

wie kunstenaarsvakbonden in Nederland wat WWIK, workshops, verzekeringen, juridisch advies

waarom voor al je vragen over jouw beroepspraktijk als kunstenaarWees gerust: je staat niet alleen. Nederland kent tal van belangenverenigingen en vakbonden voor kunstenaars. Als lid van zo’n vereniging ontvang je het laatste nieuws over ontwikkelingen binnen je vakgebied en krijg je korting op entreeprijzen voor workshops, tentoonstellin-gen, verzekeringen en de aanschaf van bijvoorbeeld boeken. Bovenal zijn het uitstekende vraagbaken voor alles waar je tegenaan loopt bij het opzetten van je eigen beroepspraktijk.De HKU besteedt op verschillende manieren aandacht aan de zakelijke kant van die beroepspraktijk. Toch is het nuttig om tijdig je licht op te steken bij een van deze organisaties. Dit artikel biedt alvast een overzicht van de belangrijkste verenigingen en instituten, met de webadressen van organisaties die voor jou van belang zijn. Het lijkt misschien nog een ver-van-mijn-bed-show, maar drie keer met je ogen knipperen en je studietijd is voorbij.

cultuurleningDe bekendste algemene organisatie is Kunstenaars&CO. In tegenstelling tot de naam wellicht doet vermoeden, spant dit instituut – dat deels werkt in opdracht van het Ministerie van OCW en SZW – zich niet alleen in voor beeldend kunstenaars. Ook muzikanten, film- en theater-makers en (virtuele) vormgevers kunnen over het ontwik-kelen van een rendabele beroepspraktijk advies vragen aan Kunstenaars&CO. Een grote toegevoegde waarde is dat zij alle ins en outs omtrent de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars (WWIK) kennen. De WWIK is een aanvul-ling op het veelal magere inkomen van startend kunste-naars. Om voor deze uitkering in aanmerking te komen, moet je wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Boven-dien is het zeker niet zo dat je na toekenning jarenlang de inhoud van je neus kunt inspecteren. Je moet elk jaar aantonen dat je recht hebt op de subsidie. Maar Kunstenaars&CO biedt nog veel meer. Je kunt er een cultuurlening aanvragen – als je bijvoorbeeld een nieuw muziekinstrument of fotoapparatuur nodig hebt of flink moet investeren in een nieuwe werkruimte. Daarnaast zijn er allerlei interessante cursussen en kun je verschillende vormen van begelei-ding krijgen.Kunstenaars&CO trekt ook het land in, zoals met de stARTFactory. Deze middag met workshops, speed coaching en presentaties is uitermate geschikt om in contact te komen met het werkveld (lees: je netwerk te vergroten). Bedrijfsbezoeken op maat behoren ook tot de mogelijkheden. Veronica Hekking van de afdeling Communicatie en Informatie: ‘We helpen pas afgestu-deerden de overstap te maken naar een succesvolle beroepspraktijk. We initiëren veel projecten en hebben een groot scala aan partners. Zo bezochten we onlangs met een aantal recent afgestudeerde ontwerpers Artifort, een Nederlandse meubelfabrikant met een rijke geschiedenis. Hier worden ze direct met de praktijk geconfronteerd en kunnen ze vragen stellen over het productieproces en de marketing. Op basis van deze ervaringen ga ik meer van dit soort bezoeken organiseren.’Kunstenaars&CO volgt de ontwikkelingen binnen de kunstwereld op de voet en probeert ook aansluiting te vinden bij nieuwe disciplines. Hekking: ‘Op vrijdag 21 september staan we voor de eerste keer op het Media Art Festival in Leeuwarden, in de hoop daar ontwerpers van nieuwe media te ontmoeten.’

stARTFactory: 17 oktober Den Haag/KABK

13 december Utrecht/locatie nog niet bekend

www.kunstenaarsenco.nl

www.mediaartfriesland.nl

www.beroepkunstenaar.nl

gezond bedrijfVoor ontwerpers (op de HKU: bachelor of Design) zijn er diverse belangenverenigingen. De bekendste is de BNO (Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers). Het pakket dat zij aanbiedt lijkt in grote mate op dat van Kunstenaars&CO. Ook de BNO adviseert op het gebied van zakelijke en juridische zaken; over alles wat je moet weten om een gezond bedrijf te starten. Er zijn twee grote verschillen: de BNO is puur voor ontwerpers (variërend van product tot interactief ontwerp en van grafisch ontwerp tot brand design) en het is een leden-organisatie waarvoor je contributie betaalt. Overigens kan niet iedereen lid worden. Je moet voldoen aan een aantal eisen met betrekking tot opleiding en niveau van je |werk. Ook als student is lid zijn interessant.

Communicatiemedewerker Freek Kroesbergen: ‘Voor slechts 25 euro per jaar ontvangen studenten naast de digitale nieuwsbrief ook Vormberichten, ons informatieve ledenblad dat elf keer per jaar verschijnt. Daarnaast krijgen ze uitnodigingen voor speciale bijeenkomsten en allerlei kortingen. Het studentenlidmaatschap is een uitstekende manier om kennis te maken met alles wat er straks gaat spelen.’Fotografen kunnen overigens geen lid worden van de BNO. Voor advies kunnen zij terecht bij de Fotografen-Federatie, een koepel van vier beroepsverenigingen die zich richt op belangenbehartiging (voor zover deze niet door een van de individuele verenigingen kan worden uitgevoerd) en de Stichting Visuelen, die zich met name met auteursrechten bezighoudt (ook interessant voor beeldend kunstenaars en illustratoren). Voor interieur-architecten is er de BNI (Beroepsvereniging Nederlandse Interieurarchitecten).

http://www.bno.nl

http://www.visuelen.nl

http://www.fotografenfederatie.nl

http://www.bni.nl

WA-verzekering op maatMuzikanten kunnen terecht bij de KNTV (Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging) en de Ntb (Nederlandse Toonkunstenaars Bond). De KNTV is een vakbond en vergelijkbaar met de BNO: ze informeert, begeleidt en adviseert haar leden (uitvoerende musici, muziekdocenten, dirigenten en componisten/arrangeurs) bij het opzetten van een zelfstandige beroepspraktijk in muziekonderwijs. De Ntb is eveneens een vakbond, maar hun aanbod is vele malen uitgebreider. Zij bieden allerlei verzekeringen en geven duidelijke informatie over de diverse belastingen waar muzikanten mee te maken krijgen. Ruud Zienzen: ‘Wij hebben een zeer betaalbare verzekering voor instrumenten. Verder bieden wij als enige binnen de sector een WA-verzekering op maat aan. Deze is zowel privé als voor je bedrijf te gebruiken en daardoor vrij uniek.’ De site van Ntb is helder en ingedeeld naar de werkgebieden pop, jazz, klassiek, entertainment, onderwijs en wereldmuziek. Ook handig zijn de cao’s die je kunt downloaden. Voor zowel leden als niet-leden bieden ze leuke cursussen en gaan ze duidelijk mee met de tijd getuige de workshop MySpace. Na deze workshop kun je je account geheel naar eigen smaak vormgeven. Een ander onderscheidend kenmerk van het Ntb is de begeleiding die zij bieden bij cd-opnames. Zienzen: ‘We beschikken over brede informatie over alle facetten die komen kijken bij het produceren van een eigen cd en hebben bovendien diverse deskundigen in huis.’

www.kntv.nl

www.ntb.net

De meeste acteurs worden lid van FNV Kiem. Een algemene belangenvereniging voor theatermakers hebben wij niet kunnen ontdekken. Mochten we hier – of op andere genoemde gebieden – iets over het hoofd zien: stuur je aanvullingen naar [email protected] en wij publiceren deze vervolgens op www.hku.nl/unst. FNV Kiem vertegenwoordigt overigens ook onder andere (pop)muzikanten, vocalisten, dj’s en filmmakers.

Overige sites

www.bna.nl (voor architecten)

www.fondsbkvb.nl (subsidies op gebied van

beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst)

www.zakentestvoorkunstenaars.com (binnen

10 minuten een goed beeld van de zakelijke kant

van de beroepspraktijk)

www.bbknet.nl (beroepsvereniging van beeldend

kunstenaars)

www.bumastemra.nl (Auteursrechtorganisaties voor

componisten, tekstdichters, bewerkers en muziekuitgevers)

www.nbf.nl (oudste belangenvereniging van film-

en televisiemakers)

www.actorsguild.nl (Gilde van film- en tv-acteurs)

www.netwerkscenario.nl (beroepsorganisatie

voor scenarioschrijvers)

www.nftvm.nl (Vereniging van Nieuwe Film-

en Televisiemakers)

www.vcafilmsound.nl (beroepsvereniging

voor geluidsmensen voor film en televisie)

Broodschrijver

Het einde nadert. Voor mij. Als student.Niet lang van nu ontvang ik mijn diploma en ik ben benieuwd waar ik naartoe ga als ik mij ’s ochtends heb geschoren. Als toneelschrijver moet je maar niet rekenen op vaste dienstver-banden. Dat doe ik dan ook niet. Maar ‘welke activiteiten ontplooi ik dan’? En ‘waar moet de schoorsteen van roken’?Lang lag het voor de hand dat ik het subsidie-bestel in zou stappen, als schrijver voor anderen of als initiator van een project. Gesubsidieerd schrijverschap heeft de naam onafhankelijk te zijn. Of breder: subsidiekunst is vrij van con-trole, van bemoeienis en zeker van commerciële invloeden. Ooit speelde André van Duin de balkonscène uit Romeo en Julia na met sluik-reclame zo subtiel als potenrammerij. Een ware kunstenaarsnachtmerrie.Toch ‘gaat voor niets de zon op’. Gelukkig ben ik op dit moment betaald aan het werk als drama-turg bij Toneelgroep Alaska. We maken een bijzonder en risicovol stuk. Vanwege het thema geld en economie proberen wij de voorstelling gratis te maken voor het publiek door ons décor aan bedrijven te verkopen. Ook kun je je bedrijfs-naam om laten omroepen in de voorstelling of exclusief je product aan laten prijzen door de personages. Vorm en inhoud moeten zo samen vallen. Het is een experiment en een onderzoek tegelijk. Wij spreken inmiddels over aandeel-houders, investeren geld dat we hopen terug te verdienen en hebben een sales-afdeling die sponsors werft. Commerciële begrippen binnen een gesubsidieerd project; voor veel kunstenaars staat dit gelijk aan ‘vloeken in de kerk’.Op dit moment is het nog de vraag of het gaat lukken, maar persoonlijk heeft dit project voor mij zijn weerslag al gehad. Muren om conventio-nele subsidiegedachten zijn afgebroken en ik denk nu dat cultuur en commercie elkaar wat te bieden hebben. Marketing en reclame zijn alom aanwezig, bepalen het straatbeeld en de mindset van mensen. Kunstenaars moeten dat niet ontken-nen, maar beseffen, misschien wel opnemen in hun mens- en wereldbeeld, dus in hun kunst. In plaats van je af te zetten tegen de commercie, kun je haar ook omarmen en inzetten. Zo zou ik best huisschrijver van de Rabobank willen worden en elk jaar een groot stuk maken over bankiers of geld of boeren of wielrennen. Het bestuur en de aandeelhouders en alle Rabo-medewerkers komen dan kijken. Blijft de vraag: kan en mag ik mij onttrekken aan hun wensen en censuur?Goed. Hoe ik mijn geld gediplomeerd ga verdienen weet ik nog steeds niet, maar dat er meer ‘wegen naar Rome leiden’ wel. Mijn kunstenaarschap schuilt in het verbinden van cultuur en commercie. Om mij af te vragen: wáár is er geld en hoe kan ík dat verdienen en inzetten voor míjn boodschap? Puriteinen noemen dat een ‘broodschrijver’. Economen noemen dat de wet van vraag en aanbod.

Rick Steggerda, vierdejaars Writing for Performance

13

Page 8: .unst 8

14

Via het internet kwam Jocelyn terecht bij 25FPS, waar ze reclamespotjes maken voor onder andere McDonalds, ANWB en Grolsch. ‘Ik wist weinig van het bedrijf en de reclamewereld af. Ik interesseer me de laatste tijd steeds meer voor productie en koos daarom bewust voor deze productiestage,’ vertelt Jocelyn. ‘Ik vind het leuk om dingen te regelen, zeker als het je lukt om iedereen bij elkaar te brengen. Bovendien is het moeilijk om een regiestage te krijgen. Bij 25FPS werken professionele regisseurs (zoals Diederik van Rooijen en Tim Oliehoek - ML) en tijdens deze stage kan ik van dichtbij met al hun werkzaamheden meekijken. Zo zie ik wat er gebeurt en leer ik veel mensen kennen.’Momenteel werkt Jocelyn (19) met 40 andere mensen aan een Unox-reclame. Ze haalt veel voldoening uit de productionele werkzaamheden, maar mist het creatieve van de regiekant wel. Haar passie daarvoor begon jaren geleden al: ‘Ik keek veel making offs van films. Ik wil verhalen vertellen en denk continu in beelden in mijn hoofd. De afgelopen twee jaar heb ik iets heel belangrijks geleerd. Regie is niet de leiding nemen. Regie is niet jouw ideeën uitvoeren. Regie is het samenbrengen van al het talent en ideeën van anderen. De regisseur is degene die het geheel tot een mooi product vormt.’‘Regie is mijn passie, maar in Nederland is weinig werk voor regisseurs. Ik wilde stage lopen in het buitenland, maar bedacht dat een buitenlandstage ervaring en cv-building oplevert en je aan een stage in Nederland meer contacten overhoudt. Dat doe ik eerst, zodat ik door een goede stage na mijn studie in Nederland aan het werk kan.’

Hoewel ze pas een week bij 25FPS stage loopt, voelt Jocelyn zich al aardig op haar plek. Dit komt vooral door de informele sfeer en de vrijheid die ze krijgt om zelf initiatieven te nemen. ‘Ik heb geluk gehad met de mensen binnen het bedrijf. Er is veel jonge energie en

dat werkt inspirerend. Mijn stagebegeleiders (en tevens producers) Hanneke Kramer en Bas Pinkse laten mij vrij en dagen me uit. Ik moet zelf bepalen wat ik eruit wil halen. Ik kan blijven zitten en alleen de telefoon opnemen, of ik kan laten zien dat ik wil leren en verant-woordelijkheden aan kan. Dan krijg je ook meer te doen, zoals de planning maken voor de opnamedag van een commercial.’ Door deze zogenaamde call sheets leert Jocelyn de mensen in het bedrijf een beetje kennen. Haar baas benadrukt: ‘Domme fouten bestaan niet. In het begin gaat alles nog fout. Dat geeft niks, je rolt er vanzelf in.’ Jocelyn: ‘Dat je baas dat zegt geeft je zoveel zekerheid. Het heeft me erg geholpen mij zo snel op mijn plek te voelen.’

25FPS is positief over studenten van de HKU. Vooral hun assertiviteit, eigen ideeën en ambities vallen op. Jocelyn heeft het idee dat ze zich nog moet bewijzen, maar is gedreven en heeft een open, onderzoekende houding: ‘Ik zit nog te puzzelen met mijn positie en stel mezelf de vraag: ben ik de stagiaire die de rotklusjes doet, of ben ik hier om echt wat te op te steken? Ik wil zoveel mogelijk leren en ga dus niet alleen de rotklusjes doen. Het is nog even zoeken: Wanneer kan ik iemand storen met vragen en in hoeverre kan ik zelf initiatief nemen? Ik ben nog veel bezig met ontdekken wat alle 40 mensen in mijn team doen, maar uiteindelijk wil ik weten hoe de productie in de commercialwereld precies in elkaar zit. Bizar eigenlijk... 40 mensen die aan een spotje van 40 seconden werken.’‘De komende jaren wil ik om me heen kijken en veel contacten leggen. Deze stage is een heel goed begin. Ik zou graag een eigen bedrijfje starten; met productie-taken als basis en regie in het begin op een lager pitje. De ervaring die je als regisseur nodig hebt, hoop ik op die manier langaamaan op te doen.’

Veel HKU’ers doen tijdens hun studie werkervaring op in het bedrijfsleven of bij een culturele instelling. Ze krijgen daar een baan, werken er aan een project of lopen er stage. In cv-building interviewt .unst deze HKU’ers op hun (tijdelijke) werkplek. Dit keer bezoeken we 25 Frames Per Second, waar Jocelyn Herrewijn net met haar stage is begonnen.

‘IK MOET ZELF BEPALEN WAT IK ERUIT WIL HALEN’

tekst Maud Lazaromsfotografie Patrick van der Luijtgaarden

.cv-building

SOULIMPROVISATIE / SINGSINGSING / FREESTYLE

FUNK! / FUNK! / FUNK!

FLAMENCO / MELANCHOLIE / PERCUSSIE / VERHALEN

HAMMOND B-3 / GROOVE / RAUWE FUNK / DANSFUNKDANS

MENGELBERG-BREUKER-ALTENA 2007 / ELECTRONICA

SOUNDSCAPES / LAPTOPMUZIEK / DROOMWEILAND

SPUGEN / SPELEN / SPACEN / HIPHOP / OPEN MIC

7” EXOTICA / 50S, 60S EN 70S / ROCK ‘N’ ROLLJAZZ

TRADITIE EN INNOVATIE / BEN WEBSTER MEETS ERIC DOLPHY

DEUR OPEN } 20.30 • AANVANG } 21.00 • ENTREE } € 12,-(CJP, STUDENTEN- EN U-PAS € 10,-)

CONCERT

BENNIE WALLACE TRIODO27

FUNK / SOUL / DANSVLOERJAZZ / HIPHOP / DANSDANSDANS

HITSIGE NUSOUL / GEHOORD OP 3FM / ECLECTISCH DANSEN

DEUR OPEN } 21.00 • AANVANG } 21.30 • ENTREE } € 10,- •VANAF 00.00 } € 5,-

JAZZCLUB

REBOOT YOUR SOUL& DJ ALWIN

ZA29

SAXOFOON MEETS FLUTE / EXPERIMENT / IMPROVISATIE

DEUR OPEN } 22.00 • AANVANG } 22.30 • ENTREE } GRATIS

STRAND OPEN } 11.00 • AANVANG } 19.00 • ENTREE } GRATIS

DEUR OPEN } 20.30 • AANVANG } 21.00 • ENTREE } GRATIS

DEUR OPEN } 21.30 • AANVANG } 22.00 • ENTREE } GRATIS •VANAF 23.30 } € 5,- (U-PAS € 3,-)

DEUR OPEN } 20.30 • AANVANG } 21.00 • ENTREE } € 12,-(CJP, STUDENTEN- EN U-PAS € 10,-)

DEUR OPEN } 20.30 • AANVANG } 21.00 • ENTREE } € 2,-

DEUR OPEN } 22.00 • AANVANG } 22.30 • ENTREE } GRATIS

STRAND OPEN } 11.00 • AANVANG } 19.00 • ENTREE } GRATIS

DEUR OPEN } 21.30 • AANVANG } 22.00 • ENTREE } GRATIS •VANAF 23.30 } € 5,- (U-PAS € 3,-)

DEUR OPEN } 20.30 • AANVANG } 21.00 • ENTREE } € 2,-

SJU JazzpodiumVarkenmarkt 2, Utrecht / t 030 234 04 36

Reserveringent 030 233 19 78 / e [email protected]

SESSIE

SOULIMPRESSIONS O.L.V.ALEX SIEGERS

WO19

SJU OP STRAND OOG IN AL

MAMA’S FUNKY FLOWDO20

WERELDSESSIE

SIMUNYE, JOSHUASAMSON & RAHIM BIGLARI

DO20

CLUB DJAZZIVE

ROB MOSTERT BAND &MAMA’S FUNKY FLOW

VR21

SJULAB CONCERT

ALISON ISADORA:AT THE CORE

ZA22

U-EX

TONELIST TRIOZO23

SESSIE

RIJMTIJD – OPEN MICFOR MC’S

WO26

SJU OP STRAND OOG IN AL

NAALD EN KRAAKDO27

CLUB DJAZZIVE

DON’T SHOOT OLD YELLER& RUNDFUNK DJ’S

VR28

U-EX

BLOM/LOTZ + GUESTZO30

19-30SEP07

WWW.SJUJAZZ.NL

Ook voor u als docent aan hoge-school of universiteit is de vakan-tie ten einde. U mag er weer ‘fris tegenaan’ en voor u het weet, zit u dus weer tot over uw oren in het werk. Tenzij er natuurlijk iets structureel verandert, maar hoe zou dat moeten? Krijgt u soms een assistent? Geloof het of niet, maar dat gaat inderdaad gebeuren. U krijgt gratis en voor niets een assistent die het u héél makkelijk gaat maken. Hoe? Surf naar rechtopeenassistent.nlen merk hoe u al direct na kennis-making gestructureerder, sneller en kwalitatiever werkt. De naam van uw assistent? SURFgroepen! Veel van uw collega’s kunnen er nu al niet meer buiten!

Elke docent heeft recht op een assistent!

Bas BakkerDocent Hogeschool van Amsterdam en directeur eStudio2

Kennisplatform wordt leeromgeving.

‘SURFgroepen draagt bij aan de exibilisering van onderwijs. Zelf werk ik veel met deeltijdstu-denten, die door hun werk soms moeilijk de hoor- en werkcolleges kunnen bijwonen en door de grote hoeveelheid samenwerkingsprojec-ten sowieso al een volle agenda hebben. Dan is het handig dat zij via SURFgroepen vanaf hun werkplek of vanuit huis kunnen samenwerken aan een project of een hoorcollege kunnen volgen.

Als docent kan ik via SURFgroepen ook heel ef ciënt feedback geven. Het komt er eigenlijk op neer dat ik SURFgroepen beschouw als het idealemedium om kennis te delen. En ik zie het als een uitdaging om van de kennis- en samen-werkingsomgevingSURFgroepen een inte-ressante, geïntegreerde leeromgeving te maken: een plek om lesstof op te slaan, cursussites te ontwikkelen, opdrachten in te leveren, te overleg-gen, te discussiëren,

noem het! En het mooie is, dat je van het kant-en-klaar product dat SURFgroepen is, al heel snel zo’n leeromgeving kúnt maken. De moge-lijkheden zijn legio!’

wie Jocelyn Herrewijn, Faculteit Kunst, Media & Technologie, derdejaars Audiovisuele Media,

afstudeerrichting regie. wat stageplek in Amsterdam waar 25FPS commercial production

(25 Frames Per Second)

‘BIZAR EIGENLIJK... 40 MENSEN DIE AAN EEN SPOTJE VAN 40 SECONDEN WERKEN’

Page 9: .unst 8

Zijn belangstelling voor duurzame kwaliteit ontwikkelt Harm Scheltens al vroeg. ‘Ik zag die passie bij mijn vader. Hij was stoffeerder, maar deed alleen het vakwerk en ging echt voor kwaliteit. Hij verwerkte bijzonder behang dat hij met de lichtval mee aanbracht, zodat je de naden haast niet meer zag. Mijn moeder had een heel goede smaak. Zij droeg altijd kwaliteitsschoenen – eigenlijk te smal voor haar voeten, maar wel hartstikke mooi.’Naast de passie voor kwaliteit van zijn vader werkt ook zijn liefde voor het textielvak aanstekelijk. Scheltens gaat naar de Hogere Textielschool in Enschede, waar hij veel waardering krijgt voor de finesses van textiel en de bewerkingen. ‘Bij textiel komt zo veel kijken, veel meer dan bijvoorbeeld bij meubels maken. Je moet je veel meer inspannen om van een stof iets goeds te maken. Zie jij wel eens iemand aan een meubel voelen? Bij textiel gebeurt dat continu, daarvan kun je de kwaliteit voelen.

productieprocesIn 1981 wordt Scheltens directeur van Pastoe en start in 1982 het Dutch Design Center met DDC, een showroom voor collecties van bekende interieurdesigners gericht op de consument en detaillist. In 1996 begint hij met het DDC-Initiative. Daarmee richt Scheltens zich samen met Forbo, Mosa, Sikkens en Vola op de architect/projectinrichter; nu echter niet met producten, maar met maatschappelijke thema’s. ‘Die onderwerpen worden samen met de bonden BNA, BNI en BNO jaarlijks vast-gesteld: multiculturaliteit en vormgeving, duurzaamheid en vormgeving. Dit jaar is transformatie het thema; transformatie van gebieden, van gebouwen en van producten. Ik vind dat er te vaak zomaar iets wordt gemaakt ter vervanging van het oude. We moeten daar mijns insziens anders mee omgaan.’Anders, dat is volgens Scheltens: meer kwaliteit, meer duurzame producten, minder de omgeving belastend. En we moeten vertragen. ‘We produceren te snel, en wat we maken moeten we beter doen en geleidelijk laten groeien. De kwaliteit die je daardoor creërt, moet je communiceren. Ik ben er zeker van dat daar een markt voor is.’Voor zijn eigen fabriek vindt Scheltens dat essentieel. ‘We moeten nieuwe materialen en nieuwe technieken gebruiken en, rekening houdend met nieuwe functies, vernieuwen. Ik vind het ook belangrijk dat Pastoe hier blijft produceren, anders verdwijnt de expertise en het vakmanschap. Het belangrijkste is dat we nieuwe ideeën ontwikkelen, want daar schort het echt aan. Er is te veel van hetzelfde, en er wordt te veel vanuit een geldgedachte ontworpen. We missen het gevoel, ontwerpers die contact hebben met de consument, vakmanschap. We communi-ceren via de prijs, terwijl we met kwaliteit zouden moeten communiceren. Met producten die beter zijn voor ons welzijn.’

Utrecht ManifestScheltens is bestuurslid van de Stichting Utrecht Biënnale, die eind november de tweede editie van haar evenement Utrecht Manifest presenteert. Dragers van dit initiatief zijn het Centraal Museum, Pastoe, de Universiteit Utrecht en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. ‘Consumptie en individueel belang voeren in onze samenleving de boventoon’, schreef het manifest bij de aankondiging van haar eerste biënnale in oktober 2005. Utrecht Manifest wil designers aan het denken zetten en hen stimuleren met duurzaam ontwerp bij te dragen aan een betere maatschappij. Scheltens: ‘Vorm-gevers en kunstenaars moeten daarin het voortouw nemen, zij staan aan de oorsprong. Zij bepalen mede hoe de maatschappij eruitziet en hoe met de aarde wordt omgegaan. De politiek zal het actief en structureel moeten ondersteunen, zowel beleidsmatig als financieel. Ze kan er ook voor zorgen dat studenten bewuster en duurzamer omgaan met de wereld om hen heen; de onderwijspro-gramma’s worden immers grotendeels bepaald door de politici in Den Haag.’En hoe zit het met het bedrijfsleven? ‘De sponsoring van Utrecht Manifest vanuit het bedrijfsleven is mager. Ja, als ze die Audi hier aan de gevel mogen hangen, financieren ze wel. Maar ze moeten dat niet doen omwille van hun eigen product, maar omdat ze achter het idee van duurzamer produceren staan en ons initiatief waarderen en willen steunen.’‘Het is nog altijd zo dat mensen pas echt de noodzaak tot verandering zien als ze beperkingen gaan ervaren in hun eigen leefomgeving. Er wordt inmiddels gesteld dat je in Peking, en dat gold ook voor Athene, door de smog niet meer verantwoord aan duursport kan doen. Pas als dat over een tijdje in Utrecht en Amsterdam ook het geval is, zullen we ervan overtuigd raken dat het ook hier anders moet.’

Utrecht Manifest 2007, van 25 november t/m 2 december

op diverse locaties in Utrecht

De Utrechtse meubelfabrikant Pastoe staat garant voor lang houdbaar design van hoge kwaliteit. Harm Scheltens stopte vorig jaar als directeur, maar blijft zich inzetten voor duurzame schoonheid. Als mede-oprichter van de Stichting Utrecht Biënnale betoogt hij dat duurzaam design aan de oor-sprong staat van een betere wereld.

‘We missen ontwerpers die contact hebben met de consument’

wie Harm Scheltens wat oud-directeur Pastoe Fabriek / bestuurslid

Utrecht Biënnale waarom duurzaamheid moet een collectief

doel worden website www.utrechtmanifest.nl / www.pastoe.nl

16

tekst Edwin Verhoevenfotografie Patrick van de Luijtgaarden