(UN)REAL?!

44
1 (UN)REAL?! wat is echt en wat niet in het digitale tijdperk?

description

Verslag van een onderwijsproject van Beeld en Geluid en het A. Roland Holstcollege in Hilversum over wat echt is en wat niet in het digitale tijdperk.

Transcript of (UN)REAL?!

1 1

(UN)REAL?!wat is echt en wat niet in het digitale tijdperk?

2 3

2 3

(UN)REAL?!wat is echt en wat niet in het digitale tijdperk?

Inzending onderwijsprijs 2011-2013

4 5

Kritische, analytische en creatieve denkers gezocht!

4 5

Ik mocht de eerste les meemaken, waarbij dit thema geïntroduceerd werd aan de leerlingen. Ze kregen beelden voorgeschoteld en werden aan het denken gezet. Is het nu echt wat ik zie of niet? Dit was de start van een proces, waarbij de kinderen diezelfde avond thuis het gesprek al voortzetten. Er werd gevraagd om deze vragen ook aan hun ouders voor te leggen. Dit proces zorgde voor een dialoog tussen leerlingen, tussen Beeld en Geluid en een klas, met ouders. Het proces ging verder om uiteindelijk in een prachtig leermoment te eindigen. Er ontstond een diversiteit aan producten, met een diversiteit aan processen, beschreven in de logboeken van de leerlingen. Leren doe je namelijk zelf! In de doelstellingen van de school staat letterlijk: Leerlingen die het Roland Holst college verlaten zijn geëngageeerde leerlingen, die weten wat ze willen. Ze stellen zich de juiste vragen en gaan de dialoog aan met hun medeleerlingen. Ze nemen hierin eigen verantwoordelijkheden. Voorbeelden hiervan zijn: • voorstellingen, die in/buiten school opgezet worden• het opzetten van een eigen onderneming• een lezing geven voor managers door leerlingen over social media• betekenisvolle onderzoeksopdrachten, die stimuleren tot creatief denken

Dit project verbindt de school met de omgeving. Invloeden van de omgeving worden geanalyseerd, leerlingen worden hierover aan het denken gezet. We willen in de toekomst graag onderzoekende, vragende, discussiërende mensen, die op zoek gaan naar de waarheid en tegelijkertijd creatieve oplossingen bedenken. De regering doet de maatschappij tekort door te bezuinigen op kunst en cultuur. Door samen te werken met Beeld en Geluid in dit project zetten we de lijn door om onze leerlingen wel het belang te laten inzien van de Beeldende vakken bij discussies in de maatschappij. We zoeken niet alleen analyserende mensen in de toekomst, maar juist ook kritische, belevende, sociale en creatieve denkers. Dit project mag wat mij betreft model staan voor veel scholen in het land. Dit om duidelijk te maken, dat je met je directe omgeving en met partners als Beeld en Geluid, een creatief proces kan maken met een resultaat, dat tot de verbeelding spreekt. De toegankelijkheid tot het materiaal en de toegankelijkheid van Beeld en Geluid zorgen ervoor dat ook onze docenten graag de overdraagbaarheid steunen naar andere scholen. Hoe betekenisvoller kun je onderwijs maken. De trots straalt er van af. Dank je wel voor deze inspiratie. Jan SmolenaarsRector A. Roland Holst College

6 7

ALGEMENE GEGEVENS DEELNAME NATIONALE ONDERWIJSPRIJS (2011-2013)

DOELSTELLINGEN VAN hET PROJEcT:• Leerlingen prikkelen om met een kritische blik naar beelden (en teksten) te kijken• Leerlingen leren een persoonlijk standpunt te bepalen en deze vervolgens te verwoorden en te verbeelden• Het realiseren van een tentoonstelling waarin het persoonlijke proces en stand-punt van de leerling centraal staat• Een project realiseren waarbij ook de docent/educator ervaring kan opdoen met het zo min mogelijk sturen van leerlingen en het zoveel mogelijk stimuleren van het persoonlijke proces• Het verbinden van mediawijsheid en de beeldende vakken• Mogelijkheden onderzoeken hoe de school en culturele instelling hun expertise optimaal kunnen uitwisselen

DOELGROEPHet project is gerealiseerd met een VWO brugklas, leerjaar 1. Inmiddels is het project zo herschreven dat het ook voor VMBO en HAVO leerlingen kan worden ingezet.

NAAM A. Roland Holst College i.s.m. Het Nederlands Instituut voor Beeld en GeluidADRES Jonkerweg 31, 1217 PM Hilversum PROVINcIE Noord-Holland TELEFOONNUMMER 035 624 78 63E-MAIL [email protected] cONTAcTPERSOON Hanke Wiegand TELEFOONNUMMER 06 261 486 60DIREcTEUR Dhr. Jan Smolenaars SchOOL SOORT/TyPE MAVO, HAVO, VWO

INSchRIJVING 12/57 NATIONALE ONDERWIJSPRIJSCategorie 2 school voor voortgezet onderwijs AANLEIDING VOOR DE AcTIVITEIT Een zoektocht naar de vraag hoe je als docent/educator ondersteuning kan geven bij de ontwikkeling van een kritische en zelfbewuste attitude van leerlingen ten opzichte van de hedendaagse beeldcultuur.

6 7

LOOPTIJD VAN hET PROJEcTPilotproject 10 weken (voorjaar 2012) De herschreven versie wordt sinds oktober 2012 via de website van Beeld en Geluid aangeboden: www.beeldengeluid.nl/mediawijsheid/onlinelesplannen. Daarmee is dit project gratis en direct beschikbaar voor andere scholen.

IN WELkE VORM IS hET PROJEcT INGEzONDENAlle informatie is verzameld in dit boekje met dvd.

INhOUD bOEkJE Voorwoord.........................................................................................................................................................pag. 4-5Algemene deelname gegevens.......................................................................................................pag. 6-7Het project Unreal?!..................................................................................................................................pag. 8-10Het proces........................................................................................................................................................pag. 11-13Achtergrondinformatie bij de ontwikkeling van het project UNREAL?! .......pag. 14-15Meer Unreal?!.................................................................................................................................................pag. 15-16De tentoonstelling.......................................................................................................................................pag. 18-44

kORTE OMSchRIJVING VAN hET INGEzONDEN PROJEcTReclames, foto’s op internet, filmpjes in winkels: overal zien we beelden die bewust of onbewust onze aandacht vragen. Tijdens het project UNREAL?! discussieerden 28 brugklasleerlingen over de vraag: hoe weet je wat waar is en wat niet als je foto’s of filmpjes ziet – en hoe ga je daarmee om? Dit leidde tot diverse vervolg-vragen, waarop de leerlingen zelfstandig antwoorden hebben geformuleerd. Is het photoshoppen van modellen altijd een slechte zaak? Is alles wat je leest op internet wel echt waar? Van de leerlingen en hun onderzoeksresultaten is een prachtige fotoreeks gemaakt die drie maanden te bewonderen was bij Beeld en Geluid.

8 9

hET PROJEcT UNREAL?!

In 2012 startten Hanke Wiegand, docent kunstvakken en cultuurcoördinator van het A. Roland Holst College en Martine Verstraete, teamleider educatie bij het instituut van Beeld en Geluid het project UNREAL?!. Tijdens besprekingen waarin zij de samenwerking tussen de school en het instituut wilden intensiveren zagen zij veel overeenkomsten in hun opvattingen over onderwijs, de een vanuit het vak beel-dende vorming en de ander vanuit mediawijsheid. Beiden zochten naar een project om leerlingen ondersteuning te bieden bij de ontwikkeling van een kritische blik ten opzichte van de hedendaagse beeldcultuur.

Dagelijks worden wij via verschillende media geconfronteerd met honderden foto’s, filmpjes, plaatjes en bijbehorende teksten. De motieven van de maker of zender van deze beelden en teksten zijn meestal onbekend evenals de technieken die gebruikt zijn bij het creëren van deze beelden. We zien alleen het eindresultaat en hebben daardoor direct een informatieachterstand. We leven in een samenleving waarbij beeldinformatie een steeds grotere rol gaat spelen. Al die beelden en bijbehorende teksten vragen aandacht en beïnvloeden ons zowel op een positieve als negatieve manier. Dat betekent dat wie opgroeit in deze beeldcultuur zich voortdurend zou moeten afvragen: wat doe ik met deze informatie en welke mogelijkheden worden mij geboden? Dit was het uitgangspunt voor het project.

Het project startte met een klassengesprek begin februari 2012. Hierbij werden foto’s en filmpjes getoond, bijvoorbeeld van een H & M - reclame of een fragment uit Gewoon Jan Smit. Aan de leerlingen werd steeds dezelfde vraag gesteld: is wat je ziet echt of niet echt en vervolgens waar baseer je dat eigenlijk op? Daarna werden de leerlingen gevoed met extra informatie, bijvoorbeeld het persbericht waarin H & M laat weten geen echte modellen te gebruiken voor in de catalogus, of informatie over montagetechnieken bij reallifesoaps zoals bij Gewoon Jan Smit. Deze extra informatie riep bij de leerlingen nieuwe vragen op en dat was dan ook de bedoeling van dit introductiegesprek.

8 9

Na de klassikale startpresentatie werden de leerlingen gevraagd, beelden te verzamelen die hun persoonlijke interesse hadden en daarbij steeds een afweging bij te maken, of ze echt of niet echt waren. Daarnaast werd hen gevraagd nieuwe vragen, ideeën en gedachtespinsels die bij het verzamelen van deze beelden bij hen opkwamen op te schrijven of te verbeelden in hun dummy. De leerlingen kregen ook de opdracht thuis met ouders en andere familieleden over dit thema te praten en hiervan een verslag te maken.

Vervolgens hebben de leerlingen een eigen onderzoeksvraag geformuleerd en verder uitgewerkt. Leerlingen die met hetzelfde thema werkten, werden in twee - of drietallen aan elkaar gekoppeld. De thema’s waren heel divers, van gemanipuleerde landschappen, het oppoetsen van voedsel, gemanipuleerde foto’s en filmpjes, misleidende wetenschappelijke artikelen, nieuwsberichten tot onhaalbare schoon-heidsidealen.

10 11

De leerlingen kregen de opdracht het antwoord op hun onderzoeksvraag te verwoorden in een korte visie. Want hoe dachten ze er nu over? Is het bijvoorbeeld goed dat hamburgers in reclames er mooier uitzien dan in het echt of hoe erg is het nu dat nieuwsfoto’s worden bijgewerkt? Zij werden geacht de ontwikkeling van hun visie bij te houden in hun dummy. Daarnaast kregen ze de opdracht hun visie te verbeelden in een object, tekening of werk naar keuze. Ze bepaalden zelf hun materiaal en techniek, zo kleide de ene leerling een object en creëerde een andere leerling een website.

Tijdens een professionele fotoshoot werd van alle leerlingen en hun object een portret gemaakt. De portretten en hun dummy’s werden drie maanden tentoongesteld in het atrium van Beeld en Geluid. Tijdens de feestelijke opening van de tentoonstelling werden de genodigden, ouders en andere betrokkenen, gestimuleerd met elkaarte praten over het proces, doordat de teksten van de leerlingen over het oudergesprekop de tafelkleden waren afgedrukt. Ook stonden er op tafel foto’s, met daaronder devraag echt of niet echt. de portretten werden aan het einde van de tentoonstellings-periode door de leerlingen en hun ouders zelf opgehaald en met trots thuis opgehangen!

10 11

hET PROcES

De leerlingen hielden hun proces bij in dummy’s. Hierin stonden hersenspinsels, gesprekken met ouders, twijfels en meningen.

12 13

PROcESbEGELEIDING VAN DE DOcENT /EDUcATORVooral het open karakter van de opdracht maakte het een spannend project om te begeleiden. Er waren twijfels, was de opdracht niet te open? Er lagen dus plannen klaar voor het bijsturen en aanpassen van de opdracht, zoals een lijst met concrete vragen waar leerlingen uit mochten kiezen. Maar het bleek niet nodig. Wel werd duidelijk dat er van de docent/educator nieuwe en andere vaardigheden werden verwacht, een opsomming voor wie het project ook wil uitvoeren:• Leerlingen komen met vragen over beeldmateriaal waar de docent vaak het antwoord niet van weet. De docent helpt hier vooral in het leren van kritische vragen stellen en het geven van suggesties. De nadruk ligt niet op het juiste antwoord, maar op het leren stellen van nieuwe vragen en het zelf kunnen reflecteren.• De docent bepaalt niet vooraf met welke materialen en technieken er gewerkt zal worden. Leerlingen komen met verzoeken die zij passend vinden bij hun onderzoek. Een docent moet dus een groot scala aan mogelijke materialen en technieken kunnen aanbieden of kunnen doorverwijzen naar een andere docent.• De docent moet zich blijvend verdiepen in het onderzoek van de leerling, zodat de docent met passende voorbeelden kan inspireren en de leerling kan uitdagen een stapje verder te denken.

DE PERSOONLIJkE OPVATTING cENTRAALHet leren structureren van het eigen denkproces was voor de leerlingen een behoorlijke uitdaging. Omdat er geen strak omlijnde opdracht of eindresultaat van hen werd verwacht, duurde het even voordat de leerlingen de stap van ’Ik snap het niet’ naar ‘Oh, mag dat ook’ konden maken. De essentie van het project, namelijk hoe ga jij als individu om met al die informatie waarmee je dagelijks wordt geconfronteerd, werd voor veel leerlingen pas na een aantal lessen duidelijk. Op de bijgevoegde dvd vertellen een aantal leerlingen hoe ze het project hebben ervaren.

12 13

DE TENTOONSTELLINGOmdat het project UNREAL?! eindigde met een expositie bij Beeld en Geluid werden er hoge eisen gesteld aan de resultaten van de leerlingen. Dat was een lastig punt, omdat binnen het project het accent lag op het werkproces. Een mooi werkproces levert niet per definitie een mooi resultaat op. Bovendien waren de processen zo uiteenlopend dat het moeilijk was een eenheid te creëren. Met behulp van Karen Drost, vormgeefster tentoonstellingen van Beeld en Geluid, werd gekozen portretten van de leerlingen te maken, met een citaat uit hun persoonlijke visie. De leerlingen stonden op die manier letterlijk centraal in de expositie. Beeld en Geluid creëerde met een professionele fotoshoot een beeld van de leerlingen dat voor de oplettende museumbezoeker extra gelaagdheid gaf aan het thema. Wat was er echt aan het beeld dat van deze leerlingen werd gecreëerd? Voor de leerlingen was niet alleen het fotomoment spannend maar ook het moment dat ze een groot portret van zichzelf aan de muur zagen hangen.

Dat het project zou eindigen in een tentoonstelling bij Beeld en Geluid was voor de leerlingen een extra motivatie. Uiteraard was dit een unieke situatie waarbij een school en een culturele instelling elkaar op deze manier konden versterken, zowel inhoudelijk als facilitair. Een dergelijk middel is natuurlijk lang niet haalbaar voor iedere school of instelling die dit project zou willen uitvoeren. Maar een tentoonstelling of presentatie in welke vorm dan ook is erg aan te raden omdat het de ouderparticipatie stimuleert en het de leerlingen in het zonnetje zet.

De tentoonstelling was een prachtig resultaat. Maar het mooiste resultaat is bijna niet te beschrijven, dat is namelijk de start van een andere manier van denken zowel bij leerlingen als docenten.

14 15

‘’Het kunstonderwijs bezit een belangrijke sleutel voor de toekomst van Nederland. Kunst en cultuur, ontwerp, media en de creatieve industrie zijn voor een groot deel gezichtsbepalend geworden voor de samenleving van vandaag. (..) Het kunstonderwijs dient ook breder in de samenleving het ontwerpend en scheppend denken vorm te geven.” Robbert Dijkgraaf, 20101

Bij het formuleren van de uitgangspunten van het project UNREAL?! hebben Hanke Wiegand en Martine Verstraete een aantal ideeën over hedendaags onderwijs samengevoegd. Het voert te ver deze uitgangspunten uitgebreid te beschrijven, maar omdat ze een wezenlijk onderdeel zijn van dit project, volgt in onderstaande alinea’s een korte toelichting.

MEDIAWIJShEID Dankzij het landelijk expertisenetwerk Mediawijzer.net, waarvan Beeld en Geluid het landelijk clubhuis is, staat Mediawijsheid al een paar jaar op de kaart. Mediawijsheid is de verzameling competenties die je nodig hebt om actief en bewust deel te kunnen nemen aan de mediasamenleving. Binnen het netwerk wordt veel aandacht besteed aan bijvoorbeeld veilig internetten of cyberpesten. Maar er is ook veel aandacht voor de positieve kant van media. Media stellen ons in staat snel te leren, contact te maken met de hele wereld en geven ons een platform ons eigen verhaal te vertellen.

Het project UNREAL?! is een voorbeeld van een project waarbij gewerkt wordt aan een mediawijze attitude. Zowel leerlingen als docenten moeten zich voortdurend afvragen, wat de context is van wat ze zien, lezen of horen: wie is de zender van deze boodschap, wat weet ik hier zelf van, wil ik hierop reageren etc. Voor leerlingen is het wennen om te ontdekken dat vragen stellen, nieuwe vragen oproept of dat het antwoord soms niet te achterhalen is. Voor docenten is het wennen dat zij niet al- wetend zijn en steeds samen met leerlingen zoeken naar nieuwe vragen. Enthousias-te onderwijzers realiseren zich bij het lezen van deze tekst (hopelijk) dat dit niet nieuw is binnen hun onderwijspraktijk.

AchTERGRONDINFORMATIE bIJ DE ONTWIkkELING VAN hET PROJEcT UNREAL?!

14 15

MEDIAWIJShEID EN bEELDEND ONDERWIJSIn dit project worden mediawijsheid en de beeldende vakken met elkaar vervlochten. Uiteraard is mediawijsheid overstijgend en kan het haar rol vervullen binnen verschil-lende vakgebieden zoals Nederlands of Maatschappijleer. Maar voor het leren duiden van beelden in onze sterk gemedialiseerde samenleving zijn de beeldende vakken, waarbij het kritisch beschouwen van beelden en de persoonlijke verbeelding centraal staan een vanzelfsprekende plek.

bEELDEND ONDERWIJS IS MEER DAN kNIPPEN EN PLAkkENWie het rapport van de commissie Dijkgraaf leest, waaruit het inleidende citaat afkomstig is, begrijpt niet dat anno 2013 nog regelmatig getwijfeld wordt aan het nut van de beeldende vakken. Helaas bewijst de huidige discussie over het wel dan niet afschaffen van het vak CKV als examenvak het tegendeel. Beeldend onderwijs betekent meer dan knippen en plakken. Net als wiskunde, Engels en Nederlands zijn de beeldende vakken belangrijk voor de vorming van elk mens. Het vraagt van de leerlingen om eigen creatieve ideeën te kunnen ordenen, werk van anderen te kritisch te kunnen analyseren en binnen een context plaatsen.

ALTERMODERNE kUNSTEDUcATIEParallel aan het traject UNREAL?! nam Hanke Wiegand deel aan een onderzoek Altermoderne Kunsteducatie, in opdracht van het lectoraat Kunst-en Cultuureducatie van Hogeschool voor de Kunsten in Amsterdam. Deelname aan dit onderzoek was een inspiratiebron voor het project UNREAL?! want de peilers binnen dit project waren procesgericht en leerlinggestuurd werken. Binnen dit onderzoek staan 21 eeuwse vaardigheden centraal. De toegenomen mate van interactie tussen mensen, media, technologie, geld en ideeën heeft de wereld enorm veranderd en heeft conse-quenties voor de kunst en het kunstonderwijs. Wat moeten leerlingen leren om zich in de hedendaagse complexe en gemodialiseerde wereld te bewegen? www.altermodernekunsteducatie.nl

1 Robbert Dijkgraaf, Onderscheiden, verbinden, vernieuwen, de toekomst van het kunstonderwijs, Advies van de commissie-Dijkgraaf, voor een sectorplan kunstonderwijs, mei 2010

16 17

AAN DE SLAG MET UNREAL?! OP EEN ANDERE SchOOL?Op verzoek van Beeld en Geluid is het project herschreven, door Annemiek de Groot van uitgeverij Patsboem! tot een kant en klaar lespakket, voor VMBO, HAVO en VWO en sinds oktober 2012 beschikbaar op de site van Beeld en Geluid. Wie ermee aan de slag wil, vindt er filmpjes , opdrachten, een docentenhandleiding en kan er ervaringen lezen. Wie geen tijd heeft een volledig project op te tuigen doet er toch goed aan de informatie eens te bekijken. Werken aan een mediawijze attitude op een laagdrempelige manier kan namelijk iedere dag, binnen vrijwel ieder vakgebied. Knip een plaatje uit de krant, bespreek de talentenjacht van de vorige avond, het maakt niet uit. Leer leerlingen kritische vragen stellen bij alle (media)informatie die tot ze komt. Overigens niet alleen leerlingen, ook met ouders en collega’s kunnen prachtige dialogen ontstaan, enkel en alleen door het stellen van de vraag: echt of niet echt?

MEER UNREAL?!

16 17

DOORONTWIkkELING VAN UNREAL?!Een sterk ontwikkelde kritische attitude kan natuurlijk nooit het resultaat zijn van slechts één project, ook niet bij UNREAL?! Het zou dan ook jammer zijn niet door te gaan op de ingeslagen weg. Voor het komende jaar ligt er de wens om met leerlingen verder te werken aan een persoonlijke visie door bij het project het vakgebied filosofie te gaan betrekken. Voor de docenten en educatoren de opdracht zich af te vragen hoe ze leerlingen nog beter kunnen leren verwoorden en verbeelden en tegelijkertijd los kunnen laten in hun persoonlijke keuzes.

18 19

DE TENTOONSTELLING Fotografie: Mascha VisserVormgeving: Karen Drost

18 19

20 21

20 21

22 23

22 23

24 25

24 25

26 27

26 27

28 29

28 29

30 31

30 31

32 33

32 33

34 35

34 35

36 37

36 37

38 39

38 39

40 41

40 41

42 43

42 43

44 44