University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van...

18
University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties 1 Visie op Praktijkleren: Bedrijven Maken Kennis met Aeres Hogeschool Programma Praktijkleren 2016 - 2020 Martin Duijkers

Transcript of University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van...

Page 2: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

2

Inhoud

Programma Praktijkleren 2016 - 2020 ................................................................................... 1

1. Programma Praktijkleren ................................................................................................... 3

1.1 Aanleiding ............................................................................................................... 3

1.2 Missie en doel ......................................................................................................... 3

1.3 Definitie en afbakening ............................................................................................ 4

2. Waarom praktijkleren? ....................................................................................................... 6

3. Hoe praktijkleren effectief vorm te geven ......................................................................... 10

4. Wat bereiken we over 5 jaar met programma praktijkleren .............................................. 13

Bijlage 1 .............................................................................................................................. 17

Concept: Bodem-breed regioleren in de Dairy Triangle .................................................... 17

Page 3: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

3

1. Programma Praktijkleren

1.1 Aanleiding

De vraag naar echt goed geschoolde en praktijkvaardige afgestudeerden uit het HBO is in het

werkveld in 2015 groter dan ooit. Dat heeft de afgelopen jaren landelijk geleid tot grote en

minder grote aanpassingen aan curricula en er is op allerlei manieren gepoogd de directe band

tussen opleiders en werkgevers te intensiveren.

Aeres Hogeschool heeft vanaf het begin van haar bestaan veel aandacht geschonken aan

“praktijkgericht onderwijs” in al zijn vormen. Er is daarom ook altijd geïnvesteerd in

bijbehorende faciliteiten en verregaande contacten met de beroepspraktijk zelf. De goede

naam die we op dat gebied hadden en hebben moet en kan gecontinueerd worden door

optimaal in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en kansen die zich op dit gebied voordoen.

Deze notitie geeft de onderbouwing voor - en richting aan deze focus en beschrijft hoe en wat

we aan de Aeres Hogeschool Dronten / Almere in de komende vijf jaren willen realiseren op

dit gebied.

1.2 Missie en doel

In de vierde eeuw voor Christus was de Griekse filosoof Aristoteles er al van overtuigd dat

leren het beste kan door in de praktijk te oefenen en te experimenteren. In de middeleeuwen

kreeg het “meester-gezel” leren veel aandacht. Aeres Hogeschool is ervan overtuigd dat deze

leermethoden, toegepast op de huidige beroepspraktijk, een belangrijke basis vormen voor

een optimale beroepsopleiding. Daarbij tevens oog krijgen voor- en gebruik maken van elkaars

talenten en ervaring kunnen leiden tot het kunnen verzetten van bergen en het (innovatief)

kunnen bouwen van bruggen.

Aeres Hogeschool wil optimaal opgeleide en beroepspraktijk-vaardige professionals blijven

afleveren. Op het gebied van praktijkleren is en blijft Aeres Hogeschool landelijk en

internationaal, een voorbeeld en toonbeeld van ‘excellent practice and performance’ voor het

werkveld, het onderwijs (HAO) en de overheid.

Page 4: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

4

1.3 Definitie en afbakening

Praktijkleren aan Aeres Hogeschool is een vorm van contextueel leren en omvat al het nodige

voor het creëren van een adequate toekomst- en beroepsgerichte leeromgeving. Het

faciliteert, ondersteunt en richt daarmee de leerlijnen (onderzoeks- en

ondernemerschapsleerlijn) in de curricula van alle Aeres Hogeschool opleidingen in Dronten

en Almere. Het levert zo ook en belangrijke bijdrage aan de zogenaamde ‘professionele

identiteit’ van studenten (Manon Kuijpers, STOAS). De focus daarbij is telkens het beroep

zoals het er naar verwachting over 4 tot 8 jaar uitziet.

Om het onderwijs en toegepast onderzoek aan de Aeres Hogeschool beter vorm te geven en

beter te kunnen voldoen aan prestatieafspraken is gekozen voor een nadrukkelijke focus op

het thema Praktijkgericht onderwijs . In het kader van dit speerpunt is afgelopen jaar in kaart

gebracht wat er op het gebied van praktijkleren in Aeres Hogeschool curricula in Dronten/

Almere gebeurt en volgens welke lijnen en structuur het is en wordt geïmplementeerd. In

figuur 1 is de leerlijn “Praktijkleren aan Aeres Hogeschool Dronten/ Almere” weergegeven.

Page 5: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

5

Figuur 1 – Praktijkleerlijn aan Aeres Hogeschool Dronten en Almere

Dit schema laat zien welke focusgebieden praktijkleren aan Aeres Hogeschool Dronten/ Almere in de verschillende leerjaren heeft en hoe die gekoppeld zijn aan andere leerlijnen en faciliteiten.

Page 6: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

6

2. Waarom praktijkleren?

Praktijkgericht opleiden van toekomstige en beroepsvaardige professionals zit en zat altijd al in de genen van de Aeres Hogeschool. Begin 60er jaren was dat zelfs de hoofdreden van oprichting van deze HBO instelling. Vanaf die tijd is er altijd en veel, direct en indirect, geïnvesteerd in faciliteiten hiervoor en in het aantrekken van het juiste personeel. Om de goede naam, die Aeres Hogeschool op dit gebied nog steeds heeft, op zijn minst te handhaven en toekomstgericht Praktijkleren als “Unique Selling Point“ te kunnen blijven voeren, is het nodig om nog beter in te spelen op nieuwe vragen uit het werkveld. Voor Aeres Hogeschool liggen op dat gebied unieke kansen! Het opleiden van goede en vakbekwame beroepsprofessionals in het hoger onderwijs vraagt

van onderwijsinstellingen, overheid en van het werkveld een andere kijk op ieders rol in dit

proces. Beroepsopleidingen in het hoger onderwijs ontwikkelden zich in de afgelopen 25 jaar

geleidelijk van ‘aanbodgerichte opleidingenfabrieken’ die handelen volgens duidelijke maar

dichtgetimmerde standaardprogramma’s, naar meer vraag gestuurde (vanuit het werkveld)

flexibelere programma’s. Langzaam groeide het besef dat het (hoger) beroepsonderwijs

slechts ‘start bekwame professionals’ kan leveren en dus een beroepsvoorbereidende rol

vervult.

2.1 Samenwerking met het werkveld en Competentie Gericht Onderwijs

Voor de optimalisatie van het leerproces van studenten in het HBO is een goede

samenwerking tussen onderwijs en werkveld essentieel. Vele nieuwe onderwijsvormen

hebben de afgelopen jaren de revue gepasseerd: van projectonderwijs, probleemgestuurd

onderwijs, tot het competentiegerichte onderwijs van nu. Deze laatste vorm (CGO) heeft zich

de afgelopen tien jaar bij Aeres Hogeschool ontwikkeld als een didactiek die in potentie goede

kansen biedt aan optimalisatie van opleidingsproces en goed aan kan sluiten bij de wensen

van het werkveld nu en in de nabije toekomst. Een groot voordeel van CGO is dat het in

essentie contextueel en beroepsgericht leren enorm stimuleert. Grote valkuil is daarbij echter

dat zogenaamde leertaken in de integrale leerlijn (oefenleerlijn) toch weer te theoretisch van

opzet zijn en daarmee soms juist weer verwijderen van de echte beroepspraktijk. Ook is de

verdeling van de beroepstaken in het curriculum soms onevenwichtig en niet voldoende in

overeenstemming met de beroepspraktijk.

2.2 Gedeelde verantwoordelijkheid

Samenwerking tussen werkveld en onderwijs wordt vaak gekenmerkt als een taakverdeling

op basis van een verdeelde verantwoordelijkheid, waarin alle betrokkenen denken en

handelen vanuit de oude onderwijscultuur en de daarmee verbonden structuren. Een

noodzakelijke stap die gemaakt moet worden is besef een gezamenlijke verantwoordelijkheid

hierin en realisatie van ‘samen opleiden’ in het gehele curriculum. We moeten toe naar een

gezamenlijke en praktijkgerichte onderwijsontwikkeling en uitvoering van beroepstaken

(modules). Voordeel voor het werkveld is inbreng in ‘het geleerde’ en, in een vroeg stadium,

potentiële werknemers in beeld krijgen. Voordeel voor het onderwijs is het kunnen aanbieden

van voortdurend actuele en ‘state of art’ onderwijsprogramma’s en docent(bij)scholing.

Page 7: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

7

Studenten krijgen zodoende, bijvoorbeeld in een ‘meester gezel’ constructie, ook meer oog

voor de mogelijkheden in de beroepenmarkt. Bovendien kan er binnen de kaders van de

opleidingseisen en eindkwalificaties meer maatwerk geleverd worden.

2.3 Rolverdeling

Docenten, het management, en de studenten, maar ook het werkveld en de faciliteiten

vervullen in de “nieuwe setting” een andere rol. Daarin is het erg belangrijk dat elk van de

genoemde spelers daarvan volledig bewust is van (rolbesef) .

2.3.1 Docenten

Voor docenten betekent het dat ze dé deskundige zijn van het leerproces, waarin studenten

hun leervragen leren stellen en beantwoorden in een zo echt mogelijke beroepssituatie. Zij

zijn ook degenen die beoordelen en het niveau bewaken. Het is daarbij goed en noodzakelijk

voor docent, student en het leerproces om ook op (een stukje) inhoud deskundige en

rolmodel voor studenten en het werkveld te zijn en te blijven.

2.3.2 Management

Het management stuurt aan op en werkt mee aan het vormgeven van een lerende, op het

leveren van maatwerk gerichte organisatie, waarin trajecten met een duaal karakter en

meester-gezel achtige constructies mogelijk zijn en zelfs gestimuleerd worden. Dat vraagt om

flexibilisering van het onderwijs. Teamleiders zouden nog meer in moeten zetten op het

verbeteren van hun docenten in hun (veranderde) rol.

2.3.3 Studenten

Studenten zouden, door intensievere en echte contacten met het werkveld meer besef

moeten krijgen dat ze tijdens hun opleiding al met hun loopbaan bezig zijn. Dat leidt tot een

grotere intrinsieke motivatie en maakt studenten meer verantwoordelijk voor hun eigen

leerproces. De huidige curricula zouden, op basis van deze randvoorwaarde, kritisch bekeken

moeten worden.

2.3.4 Werkveld

Het werkveld moet een duidelijke stap verder willen gaan dan het aanbieden van

stageplaatsen en gastsprekers. Samen met de docenten nemen zij proactief

verantwoordelijkheid in het samen ontwikkelen en uitvoeren van praktijkgericht onderwijs

met krachtige, motiverende en reflectieve leeromgevingen. Aeres Hogeschool biedt voor het

werkveld een ideale plek en om hun iets minder urgente zoekvragen beantwoord te krijgen in

samenwerking met het onderwijs. Experimenteren als aanloop tot verder onderzoek of als

ontdekkingstocht naar innovaties is daarbij het motto. Daarnaast kan het werkveld voor het

beantwoorden van onderzoeksvragen samenwerking zoeken met de onderzoeksafdeling van

Aeres Hogeschool. Lectoren en onderzoekers (soms met hulp van geselecteerde studenten)

geven daar vorm aan kwalitatief goed praktijkonderzoek.

Page 8: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

8

2.3.5 Faciliteiten

Vanzelfsprekend vraagt dit alles ook om eigen, toekomstgerichte en moderne, goed

onderhouden praktijk- en onderzoeksfaciliteiten hiervoor maximaal en optimaal in te zetten.

De Aeres Hogeschool Dronten/ Almere heeft op dit moment de volgde praktijk- en

onderzoeksfaciliteiten op eigen terrein:

- Aan de Wisentweg bevindt zich het Aeres Praktijk Centrum. Dit centrum bestaat uit

drie onderdelen:

o Het Aeres Cursus- en Trainingscentrum waar trainingen met

landbouwmachines en praktijkgerichte cursussen worden gegeven. Daarvoor

is een groot machinepark en een oefenterrein beschikbaar.

o Het Aeres Landbouw Bedrijf met 150 melkkoeien in drie houderij systemen

(beweiding, loopstal en robot) en 320 ha akkerbouw. Studenten leren hier in

de praktijk op alle niveaus van MBO- HBO+. Naast normale bedrijfsvoering

wordt er ook praktijkgericht onderzoek in samenwerking met bedrijven

uitgevoerd.

o Aeres Student Bedrijven, waarin studenten een klein varkensbedrijf (40

zeugen), een klein legkippenbedrijf (1000 legkippen), 30 schapen en een

paardenpensionstal (40 plaatsen) runnen. Hier worden diverse aspecten op het

gebied van ondernemerschap in de praktijk geleerd.

Bij het hoofdgebouw in Dronten bevinden zich de volgende praktijkfaciliteiten:

o Een koude( niet verwarmde) kas en een warme (verwarmde) kas, waarin

studenten leren telen onder glas en waar praktijkproeven met het bedrijfsleven

worden uitgevoerd.

o 10 “Celtic Fields” van elk 10x10 meter voor buitenteelten en praktijkproeven

op dat gebied.

o Diverse laboratoria (chemie lab, bodem/ biologie lab, 3 praktijkruimtes voor

landbouwtechniek: robotica, fijne mechanica, melkwinning, motoren). Hier

vinden in alle leerjaren practica plaats en worden er metingen voor proeven

gedaan.

o Het “Green Venture Lab”, waarin studenten voor het bedrijfsleven met

innovatie bezig zijn.

In het hoofdgebouw op locatie Almere bevinden zich een biologie- / bodem lab en een

kweekruimte voor planten met LED verlichting. In Almere wordt, in samenwerking met de

Provincie en gemeente Almere gewerkt aan een nieuw innovatief centrum op het

Page 9: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

9

Floriadeterrein. Daar kunnen in de nabije toekomst studenten werken aan praktijkproeven,

experimenten en innovaties in samenwerking met het werkveld.

Page 10: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

10

3. Hoe praktijkleren effectief vorm te geven

Ook hierbij geldt voor Aeres Hogeschool Dronten/ Almere dat we sinds de oprichting in de

60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en

bij het werkveld op dit gebied nog een goede naam hebben. Om deze in de toekomst te

handhaven aan voorbereid te zijn op nieuwe vragen uit het werkveld is het nodig om onze

kansen op dit gebied te verzilveren!

Om onze ambities op het gebied van Praktijkleren te realiseren is het belangrijk om maximale

aandacht te geven aan de volgende onderwerpen: communicatie, samenwerking,

talentscouting en inzet en ontwikkeling van faciliteiten. Daarbij staat communicatie als eerste

genoemd omdat het werkveld onvoldoende op de hoogte is van de mogelijkheden en kansen

die Aeres Hogeschool al heeft op dit gebied. Be good and tell it!!

3.1 Optimale communicatie

1. Het werkveld moet eenvoudig en snel inzicht kunnen krijgen in structuur en opbouw van

alle relevante curricula. Hoofddoel daarbij is om van beide kanten snel en optimaal in te

kunnen spelen op mogelijke samenwerkingskansen. Een middel dat daarvoor afgelopen

jaar reeds ontwikkeld is, is het schema ‘praktijkleren aan Aeres Hogeschool’ in figuur 1.

Iedere Major kan deze figuur major specifiek toe lichten.

2. Iedere opleiding heeft de wensen en ambities van het relevante werkveld in beeld. Dat

vraagt om goed contact met een (beperkt) geselecteerd aantal bedrijven/instellingen uit

het relevante werkveld en met de juiste mensen (beslissers). Een goed voorbeeld

daarvan is het zogenaamde ‘Dairy Triangle concept’ dat afgelopen jaren voor Duurzame

Veehouderij is ontwikkeld (bijlage 1).

3. Iedere opleiding ontwikkelt en implementeert onderdelen van praktijkleren in de

curricula op basis van voortdurende communicatie met het werkveld.

4. Opleidingen stimuleren elkaar ook op dit gebied en leren van elkaars ervaringen.

Hiervoor is nodig dat het onderwerp op de agenda komt van teamdagen en/of

stafdagen.

5. De kennisbalie van Aeres Hogeschool is dé portal van binnen naar buiten en van buiten

naar binnen. Hier wordt optimaal verbonden en geschakeld tussen wensen en vragen

vanuit het werkveld, de Aeres Hogeschool opleidingen en de Aeres Hogeschool

onderzoeksafdeling (TPO).

Page 11: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

11

3.2 Optimale samenwerking

6. Samenwerkingsmogelijkheden met het werkveld worden optimaal benut op het gebied

van beantwoorden zoekvragen, uitvoeren van experimenten, benutting van

gezamenlijke onderzoekscapaciteit. Maar ook het optimaliseren van gastlessen draagt

bij aan een betere samenwerking.

7. Onderwijsontwikkeling profiteert van actuele kennis en kennisontwikkeling in het

werkveld.

8. Studenten krijgen meer ‘loopbaanbesef’, omdat ze voortdurend met de echte praktijk

geconfronteerd worden.

9. Onderwijsuitvoering kan profiteren van specifieke expertise in het werkveld en soms ook

andersom: werkveld profiteert van specifieke expertise van Aeres Hogeschool.

10. Studieleiders en module coördinatoren worden zo optimaal gefaciliteerd om studenten

op te leiden in echte beroepssituaties, contextueel leren en praktijkleren in optima

forma.

3.3 Talentscouting

11. Werkveld leert studenten, dus potentiële werknemers, beter en sneller kennen. Dat kan

leiden tot het ontwikkelen en aanbieden van specifieke en op maat gemaakte

(afstudeer)programma's.

3.4 Optimale inzet en ontwikkeling faciliteiten

12. De eigen praktijk- en onderzoeksfaciliteiten worden optimaal en effectief ingezet in het

onderwijs en voor toegepast onderzoek

We hebben het dan over:

a. Het Aeres Praktijkcentrum, met de onderdelen Aeres Landbouwbedrijf, Aeres

Studentbedrijven en het Aeres Cursus- en trainingscentrum (en Warmonderhof).

b. De kassen (de nieuwe en de oude kas)

c. De laboratoria (chemisch-, bodem-/ biologisch- en techniek lab in Dronten, lab en

kweekruimte in Almere)

In samenwerking met het werkveld kunnen ook stappen gezet worden op het gebied van

gezamenlijke inzet en ontwikkeling van deze faciliteiten en nieuwe faciliteiten.

Page 12: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

12

3.5 Bekostiging

Om de ambities op praktijkleren te realiseren zullen verschillende aanwezige en nog niet

aanwezige geldstromen moeten worden benut; een korte opsomming:

Reguliere onderwijsbegroting en uit onderwijsinnovatiebudgetten bekostigd worden.

Waar het (ontwikkeling van) faciliteiten betreft kan het budget praktijkleren worden

aangesproken.

Waar de (ontwikkeling van) de kennisbalie aan de orde is kan (mede)) gekeken worden

naar het budget van Marketing en Communicatie.

Waar het inzet van het werkveld betreft zal het onderwijs het werkveld moeten

uitdagen om bij te dragen aan ontwikkel- en uitvoeringskosten. Daarvoor moet

gewerkt worden aan nieuwe samenwerkingsmodellen (en dus

terugverdienmodellen’).

Voor overige kosten kunnen intern (I) projecten aangevraagd worden.

Page 13: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

13

4. Wat bereiken we over 5 jaar met programma praktijkleren

4.1 Opleidingen

Elke module, die zich daarvoor leent, heeft, bij elke module uitvoering, één of enkele

‘echte’ praktijkopdrachten (gekoppeld aan externe opdrachtgevers)

geïmplementeerd. Het werkveld heeft of neemt daarbij medeverantwoordelijkheid.

Studenten worden daarbij gestimuleerd om te kiezen of gekozen te worden voor zo'n

opdracht. Module coördinatoren spelen hierin een pro actieve rol: "het maakt de

module en de beroepstaak echter en het bevordert het contact met het werkveld".

Elke module maakt actief gebruik van onze praktijk- en onderzoeksfaciliteiten of werkt

met gegevens daarvan.

Voor elke opleiding (major) kan, aan de hand het schema Praktijkleren, voor het hele

curriculum uitgelegd en gevisualiseerd worden wat de specifieke invulling van

Praktijkleren voor de betreffende opleiding inhoudt. Sommige opleidingen zullen

daarbij nog met de implementatie beginnen, andere opleidingen verdiepen en

verbeteren wat er al geïmplementeerd is.

Elke opleiding heeft met minimaal 3 bedrijven of instellingen een

samenwerkingsverband dat de vier jaren van het curriculum omvat. In elk leerjaar

heeft het betreffende werkveld opdrachten lopen, en in het vierde jaar bestaan er “op

maat” afstudeertrajecten (eventueel duale afstudeerprogramma’s) in samenwerking

met dit werkveld.

Doorlopende leerlijn praktijkleren is geïmplementeerd en stimuleert MBO studenten

tot doorleren- groei van de instroom van MBO- ers van 10% t.o.v. 2015. Nieuwe AD

trajecten kunnen daarbij een belangrijke rol vervullen.

In de doorlopende leerlijn wordt intensief gebruik gemaakt van de combinatie van

MBO-HBO-WO studenten die samen aan een door bedrijven bekostigd project werken.

In ieder CAH leerjaar van CAHV loopt 1 project. De kennisbalie heeft daarbij de

makelaarsrol.

Neveneffect

Voor langstudeerders kan naar mogelijkheden worden gezocht om praktijkopdrachten te

kunnen gebruiken als vervanging van curriculumonderdelen. Dit zal in overleg met de

betreffende studieleiders moeten geschieden. Soms is het mogelijk om deze studenten te

laten werken in projecten waarin de competenties die ze nog moeten behalen ook aan de

orde komen. Uiteraard zal voor elk voorkomend geval goedkeuring van de examencommissie

nodig zijn.

Page 14: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

14

4.2 Eigen Faciliteiten

Iedere opleiding aan Aeres Hogeschool Dronten/ Almere heeft ‘eigen’ faciliteiten op

het Drieslagterrein.

De eigen faciliteiten, zoals hierboven genoemd, worden optimaal benut binnen de

module-onderdelen. Gevolg - iedere module heeft een activiteit op een van de

bedrijven. Er is geen dag dat er op de schoolbedrijven geen studenten aanwezig zijn

die bezig zijn met projecten binnen hun leerplan. De studentbewoners aan de

Wisentweg hebben hier een leidende/coördinerende rol in.

Het Aeres Praktijkcentrum, samen met de overige faciliteiten, haalt uit proeven en

experimenten samen met het bedrijfsleven - al dan niet binnen de CoE ‘s- 5% van hun

budget. Bij deze activiteiten spelen studenten een belangrijke rol. De studenten vanuit

het onderwijs hebben daar een leertaak, de inwonende studenten coördineren en

faciliteren deze projecten, samen met de begeleiders vanuit de school.

De schoolbedrijven organiseren eenmaal per jaar een vlootschouw van

bedrijfsactiviteiten met het verbonden bedrijfsleven. Deze demonstraties worden

bezocht door studenten, docenten en andere bedrijven, als aanzet voor een

netwerkbijeenkomst. Internationale contacten zijn daarbij een focus. (Bekostiging

vanuit M&C budget en de bedrijven zelf).

4.2.1 Laboratoria

Voor HBO functies in de Agri - Business is het nodig inzicht te hebben in herkomst en

bepaling en daarmee de betrouwbaarheid van gegevens. Weten en ervaren wat er in

een laboratorium plaatsvindt hoort bij dit leerproces. Het is daarom goed om te stellen

dat alle studenten aan Aeres Hogeschool laboratoriumervaring op doen. De mate

waarin kan variëren per opleiding. Voor de ontwikkeling van de laboratoria betekent

dit dat er ook proeven ontwikkeld moeten worden die passen bij de inhoud van

bijvoorbeeld Agrarische en Hippische Bedrijfskunde. De afstemming tussen Dronten

en Almere heeft als gevolg dat er geen identieke handelingen worden verricht, tenzij

dat door studentenaantallen noodzakelijk is. Niveau van de laboratoriumvaardigheden

stijgt omdat laboratoria ook worden gebruikt in afstudeerprojecten.

Er is een goede voortoetsing ingevoerd voor het gebruik van de laboratoria (jr 1).

Daartoe wordt voor de student een laboratoriumpaspoort ontwikkeld.

Er is een samenwerking tot stand gebracht met commercieel werkende instellingen en

laboratoria die gebruik maken van Aeres Hogeschool studenten en faciliteiten. De

kennisbalie bemiddelt bij het tot stand komen van afstudeeropdrachten en

minorprojecten in opdracht van deze instellingen. Studenten voeren daarbij proeven

uit. De uitruil bestaat er verder in dat Aeres Hogeschool voor het leerplan gebruik

maakt van de faciliteiten van deze instellingen, waardoor de studenten in een

authentieke omgeving laboratoriumervaring opdoen.

Page 15: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

15

4.3 Stages in Nederland

Er is een database met stagebedrijven en er is een goed werkend actueel CRM.

Afstudeerfase gaat van 1 naar 1,5 jaar in NL curricula. In die periode komt een reeks

tot stand van leeractiviteiten in de praktijk die gaat van beroepsoriëntatie naar

afstudeerstage. In de primaire stage (jr1) wordt de stagebieder belangrijker- de

stagebieder legt de keuze van de vakvaardigheidseisen vast, de CAH bepaalt het niveau

daarvan.

4.4 Internationaal

Buitenlandstage is verplicht voor elke student (jr2). Database en CRM zijn voor

nationaal en internationaal gelijkgeschakeld.

In jaar 3 begeleidt een student die al weggeweest is de nieuwe tweedejaars die nog

moet als buddy in het kader van diens persoonlijke leerlijn, om te werken aan

leidinggeven als competentie daarin.

In de afstudeerfase oriënteert de student zich ook op de internationale arbeidsmarkt d.m.v.

het kiezen van minimaal 1 internationaal gerichte minor en/of afstudeeropdracht of - stage.

Daarbij zijn ook Internationale duale afstudeerprogramma’s mogelijk als het “buitenland”

daarbij in 4 uur betaalbaar te bereizen is.

4.5 Kennisbalie

De kennisbalie is inmiddels tot ver buiten de schoolmuren bekend als het goed

functionerende “makel- en schakelpunt” tussen de buitenwereld (werkveld: bedrijven,

instituten, instellingen) en de binnenwereld (onderwijs en onderzoek).

Voor de implementatie van (praktijk) opdrachten, experimenten en

onderzoeksopdrachten in modulen van de diverse studieprogramma’s vervult de

kennisbalie een bemiddelende rol tussen (praktijk)opdrachtgevers en opdrachtnemers

(module coördinatoren / studieleiders/ studengten). Ook is er een rol voor de

kennisbalie in de administratieve afhandeling hiervan.

In contacten met het werkveld/bedrijfsleven op- het gebied van opdrachten,

experimenten en onderzoek vervult de kennisbalie zowel een pro- als post-actieve rol

in beide richtingen: van het curricula naar potentiele opdrachtgevers en van potentiele

opdrachtgevers naar curricula.

Voor de invulling van alternatieve studieprogramma’s vervult de kennisbalie een

bemiddelende rol tussen (praktijk)opdrachtgevers en opdrachtnemers (studenten/

studieleiders). Ook is er een rol voor de kennisbalie in de administratieve afhandeling

hiervan.

De kennisbalie onderhoudt en beheert contacten met Nederlandse bedrijven en

instellingen met als doel kennisuitwisseling voor duale afstudeertrajecten. Daarin

maken de studieleiders samen met het programmahoofd/ de vierde jaar coördinator

op maat gemaakte programma’s die een deel van het standaard leerplan voor de

deelnemende studenten vervangen. Het werkveld kan zo toekomstige werknemers

Page 16: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

16

selecteren en de inhoud van deze programma’s mee vorm geven. Deze trajecten

kunnen inwerkprogramma's vervangen.

Page 17: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

17

Bijlage 1

Concept: Bodem-breed regioleren in de Dairy Triangle

Naam en adres aanvragers/initiatiefnemers:

1. Jeroen Nolles/Aeres Hogeschool Dronten (namens Aeres)

2. Frank Lenssinck/VIC Zegveld

3. Koos Verloop/De Marke

Correspondentieadres: [email protected]

Datum: 1 augustus 2015

Samenvatting

Een sterke en omgevingsgerichte melkveehouderij vraagt om omgevingsgerichte ondernemers en

specialisten. Hiervoor is veehouderijonderwijs nodig dat meer geënt is op grondsoort en regionale

verschillen en dat inzichtelijk maakt hoe bepalend grondsoort en regio is voor bedrijfsontwikkeling en

bedrijfsvoering. Hiervoor is een leer-en experimenteeromgeving nodig op verschillende bodemtypes.

Dit voorstel behelst verdere ontwikkeling van het concept Dairy Triangle. De Dairy Triangle is een

samenwerking in ontwikkeling Aeres en drie melkvee proefbedrijven op drie verschillende

bodemtypes: zand, veen, klei. De missie is om de positie van omgevingsgerichte melkveehouderij in

de toekomst te versterken door scholieren, de professionals van de toekomst, te leren grondsoort en

regio als vertrekpunt te zien. Voorgesteld wordt om een min of meer permanente bodem-brede

leeromgeving te ontwikkelen voor onderwijs, excursies, praktijkopdrachten, stages en

praktijkonderzoek. Deze inzet levert op: i) een leeromgeving die is ingericht op drie locaties: Aeres

Praktijkcentrum Dronten (inclusief Warmonderhof) op klei; Veenweiden Innovatie Centrum Zegveld

op veen; Proefboerderij De Marke, Hengelo (Gld.) op zandgrond; ii) een leerprogramma en een

praktijkonderzoeksomgeving waaraan de drie locaties gecoördineerd bijdragen en iii) verankering in

het curriculum voor de relevante studies die Aeres aanbiedt bij Aeres Hogeschool Dronten en Stoas

Vilentum Wageningen (HBO) en Groenhorst Barneveld, Emmeloord en Dronten (MBO).

Achtergrond

Verschillende partijen die actief zijn in de zuivelsector signaleren dat de aandacht voor bodem

onvoldoende is in het middelbaar en hoger veehouderij onderwijs. In de traditionele

onderwijsprogramma’s is de koe vertrekpunt in plaats van grondsoort en regio. Bovendien is de

aandacht over de bodemtypes zand, klei en veen onevenwichtig verdeeld. Te vaak wordt kennis die is

ontwikkeld in een ‘zand context’ naar voren gebracht als zijnde algemeen toepasbaar. Tenslotte is er

ook een zeker verschil in innovatiesnelheid ontstaan waarbij veen een inhaalslag te maken heeft.

Afgestudeerden hebben vaak een eenzijdig beeld, dat vooral gevormd is op de éne bodemsoort en

regio waar ze bekend mee zijn.

Dit leidt tot problemen en fouten op bedrijven die diensten verlenen voor de melkveehouderijsector

(adviseurs, leveranciers, stal- en machinebouw). Bedrijven zijn daarom gedwongen meer tijd en geld

te investeren in in house opleidingen, waarbij nieuwe medewerkers het gevoel met een regio moeten

zien te krijgen. Andere gevolgen zijn communicatieproblemen en misverstanden tussen regio’s en

regionaal georganiseerde belangenbehartiging, het onbenut blijven van regionale bijzonderheden bij

beleidsontwikkeling en regionaal achterblijvende innovatie.

Page 18: University of Applied Sciences Dronten / Almere …...60er jaren heel veel op het gebied van praktijkleren ontwikkeld en geïnvesteerd hebben en bij het werkveld op dit gebied nog

University of Applied Sciences Dronten / Almere Faculties

18

Dat deze problemen vragen om interregionale samenwerking en uitwisseling werd al erkend door het

EU project DAIRYMAN. In dit project werkten 14 melkveehouderij regio’s uit 9 landen in Noord West

Europa samen. DAIRYMAN heeft overtuigend aangetoond dat het belangrijk is om meer wederzijds

begrip te hebben voor regionale verschillen. Dat heeft onderzoekers, adviseurs, veehouders en

beleidsmakers gemotiveerd om over de grenzen heen te kijken. Het biedt vele voordelen om dit proces

ook te ontwikkelen binnen onze landsgrenzen.

Doelen en ambities

Het doel van dit voorstel is om een melkveehouderij leer- en experimenteeromgeving met de bodem

nadrukkelijk als basis, onder de vlag van de Dairy Triangle, te ontwikkelen en in de praktijk te testen.

De ambitie van de Dairy Triangle is om:

1. Een min of meer permanente bodem-brede leeromgeving te bieden voor excursies,

praktijkopdrachten, stages en evt. minors of majors. De leeromgeving bestaat uit de locaties:

1. Aeres Praktijkcentrum Dronten, inclusief Warmonderhof .

2. Veeninnovatie Centrum Zegveld.

3. Proefbedrijf voor duurzame melkveehouderij De Marke, te Hengelo (Gld.)

2. Een leerprogramma te maken waaraan de verschillende locaties gecoördineerd bijdragen (dit

is belangrijk omdat thema’s uniform opgenomen kunnen worden op de verschillende locaties

zodat de verschillen helder worden).

3. Het lesprogramma optimaal te verankeren in het curriculum voor de relevante studies op de

CAH.