12 1

Uitvaartplechtigheid

voor

Tonnie Temmink – van der Vechte

* Hessum, 16 juli 1952 - † Broekland, 14 mei 2020

Woensdag 20 mei, in de kerk van de H. Marcellinus in Broekland.

2

Knokken en er voor gaan dat is de grond van je bestaan.

Maar deze strijd kon je niet beslechten je bent tot aan het einde blijven vechten. Met opgeheven hoofd ben je weggegaan

heel trots ons achterlatend in het verdere bestaan.

“Het is niet anders”

11

Dankend om de liefde en de goedheid van jouw leven. Zegenend, alles waarin je zelf voor iemand een zegen bent geweest. Eerbied is ons laatste woord. Het moge je vergezellen, zoals deze wierook tot waar je God mag zien van aangezicht tot aangezicht. Zegening met wierook Allen: Jouw naam blijft in ons hart. Jouw naam leeft in ons voort. Van leven en sterven kent God het geheim, en Hij bewaart ons voorgoed. Laten we nu van hier gaan in vrede, om Tonnie, die wij in dit uur voor het laatst in ons midden mochten hebben uit te dragen naar haar laatste rustplaats op ons kerkhof. We geven haar uit handen en leggen haar neer in de schoot van de aarde, in de handen van de levende God. Moge Gods engelen Tonnie geleiden. Uitgeleide met CD MUZIEK ‘In Paradisum’

Dat de engelen u voeren naar het paradijs: bij uw aankomst de martelaren u ontvangen en geleiden naar de heilige stad Jeruzalem (= de hemel). Dat het koor der engelen u ontvangen; en gij met de arme Lazarus van weleer de eeuwige rust mag vinden.

In Paradisum deducant te Angeli: in tuo adventu suscipiant te Martyres, et perducant te in civitatem sanctam Ierusalem. Chorus Angelorum te suscipiat, et cum Lazaro quondam paupere aeternam habeas requiem.

10

Absoute - De laatste aanbeveling ten afscheid Wilt u - indien mogelijk - gaan staan We staan hier nu rond Tonnie. Zij is omringd met licht en bloemen: licht van hoop en bloemen van dankbaarheid. Wij willen nu eer brengen aan Tonnie, om wie zij was… om hoe ze was: Een sterke vrouw die lief heeft gehad.

Allen: Jouw naam blijft in ons hart. Jouw naam leeft in ons voort. leven en sterven kent God het geheim, en Hij bewaart ons voorgoed.

Toen alles nog moest ontstaan, zweefde Gods Geest over de wateren. En de aarde, die jij, Tonnie hebt bewoond, kwam uit die wateren tevoorschijn. Het was het begin van de schepping, het begin van alle leven. Zoals het lichaam tijdelijk is en aan de aarde gebonden, zo bewaart het water het geheim van altijd nieuw leven. Wij zegenen jou, Tonnie, met dit levenskrachtige water, dat verwijst naar het levenswater in de moederschoot, naar het levenwekkende water van de doop. Het moge je geest schoonwassen. Het moge je brengen bij God. Het moge je ogen openen voor een eeuwige dageraad. Zegening met water

Allen: Jouw naam blijft in ons hart. Jouw naam leeft in ons voort. Van leven en sterven kent God het geheim, en Hij bewaart ons voorgoed.

Wierookkorrels worden verbrand en de geur ervan stijgt op als een gebed. Zo ontstijgt ook een mens de weg van dit bestaan. We moeten je laten gaan, Tonnie, in onze ziel geraakt door het mysterie van het leven.

3

Uitvaartplechtigheid voor Tonnie Temmink – van der Vechte

Begroeting van Tonnie achter in de kerk – besprenkeling met wijwater Pr.: De Heer zij met u. Allen: En met uw geest. Pr.: Laat ons bidden: Luister, Heer, naar ons gebed, want wij doen een beroep op uw barmhartigheid. Wij zegenen Tonnie Temmink – van der Vechte met dit water, dat herinnert aan haar doop, toen zij kind van God werd. Nu hebt U haar geroepen om uit deze wereld heen te gaan. Geef haar de nieuwe geborgenheid, die zij van U verwachtte; geef haar een eeuwige rust bij U. Wij zullen de herinneringen aan haar die in ons blijven leven, niet meer kunnen terugvoeren op haar zichtbare aanwezigheid. Wij zullen haar missen. Leer ons te berusten in het onvermijdelijke en geef ons de troost van een echt geloof in een vertrouwvol wachten op de verrijzenis, bij de wederkomst van uw Zoon, Jezus Christus, onze Heer. Amen. Bij het binnendragen CD MUZIEK: Requiem

Heer geef haar de eeuwige rust, en het eeuwige licht verlichte haar. U komt lofgezang toe, o God van Sion: U ter ere vervult men de gelofte in Jerusalem: verhoor mijn gebed, tot U komt iedere mens.

Requiem aeternam dona eis Domine: et lux perpetus luceat eis. Te decet hymnus, Deus, in Sion; et tibi reddetur votum in Jerusalem; exaudi orationem meam, ad te omnis caro veniet. Requiem aeternam dona eis Domine: et lux perpetua luceat eis.

4

Kruisteken en welkom Aansteken van de kaars ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijk van Hennie en Tonnie door Hennie en van de kaarsen rond de baar door Miranda en Wilfried. Lied tijdens het aansteken van de kaarsen: Zo vriendelijk en veilig als het licht zoals een mantel om mij heen geslagen zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht ik roep zijn naam, bestorm hem met mijn vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt. Wil mij behoeden en op handen dragen.

Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd waakt over mij en over al mijn gangen. Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid om, als ik val, mij telkens op te vangen. Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt. Ik moet in lief en leed naar U verlangen.

Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede. Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw Mens besteden. Wees Gij vandaag mijn brood zowaar Gij leeft. Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden. Openingsgebed Lied: Maria mijn hemelse Moeder

Maria, mijn hemelse Moeder, zo rein en zo trouw en zo goed, aan U geef ik lijden en vreugde en zeg U mijn Weesgegroet. Ave Maria, Maria. Maria, zo graag kom ik even, behoeftig en arm als ik ben; Gij schenkt toch het Licht en het Leven, o help mij dat ik Hem ken. Help mij Maria, Maria.

9

Maria, Bron van troost en kracht (Een Banneux-lied) door Miranda en met vendelhulde door Hennie: Voorzang 1. Lang geleden bent U verschenen; Mariëtte, zij was Uw kind. In de kou heeft U warmte gegeven; als Moeder heeft U haar bemind. Maria, Gods Moeder, wij voelen ons thuis. Blijf bij ons; U stond bij uw Zoon aan het kruis. Uw liefde voelen wij en daarom zingen wij:

Allen: Refrein: Maria, Bron van troost, Maria, Bron van kracht. Moeder van God, U bent voor ons als een licht in nacht. 2. “Steek uw handen in het water. Deze bron: voorbehouden aan mij. Voor alle naties en zieken...” Dat is wat Maria haar zei. Maria, de Maagd der Armen zijt Gij, verlicht ieders lijden, dat vragen wij. Wij bidden veel tot U en troost en kracht geeft U. Refrein 3. Vele jaren reeds komen hier mensen en zij komen van dichtbij of ver. Zij steken hun handen in ʼt water en bidden, want Gij zijt hun Ster. Maria, ook wij zijn gekomen voor U en wij groeten U, zingen, aanbidden U nu. Mariëtte zag uw licht; ook voor ons bent U het licht! Refrein

8

Het Wees Gegroet Allen: Wees gegroet, Maria, vol van genade, de Heer is met U, Gij zijt de gezegende onder de vrouwen, en gezegend is Jezus, de Vrucht van uw schoot. Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen. Wegbrengen van het kruisje met het Marialied ‘Immaculata’: Immaculata Gij lelie reine, der eeuwige reinheid, beminlijke Bruid. ‘k wil mij met lichaam en ziel aan U wijden, U kies ik heden tot Moeder mij uit. Reinste, door eng’len en mensen bemind. Immaculata, bescherm uw kind. Immaculata, bescherm uw kind. Moeder, ik vrees voor de loerende vijand, voor duizend gevaren, die dreigen van ver. Moeder, ‘k heb angst voor de dagende toekomst. Toon Gij U immer, mijn lichtende Ster. Dat ik in ‘t strijden de zege verwin. Immaculata, bescherm uw kind. Immaculata, bescherm uw kind. Moeder, bewaar mij voor boosheid en zonden, behoud mijne ziele onschuldig en rein, wil mij geleiden in leven en sterven, laat mij een vurig Mariakind zijn. Tot in de hemel ik, Moeder, U vind. Immaculata, bescherm uw kind. Immaculata, bescherm uw kind.

5

Maria, wanneer ik nu blijde om Jezus aan and’ren mij geef. Ik weet dat Gij mij steeds geleidde en dank U zolang ik leef. Dank U, Maria, Maria. Eerste lezing naar het boek der Spreuken

Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? Dag en nacht waakt ze, haar handen kennen geen rust. Haar ogen gaan rond en zien wat gezien moet worden. Haar oren zijn gespitst en horen wat gehoord moet worden; en ook wat niet gezegd wordt, wordt verstaan! Haar geest is wijs en niet afhankelijk en toch weet zij zich te schikken, alles naar zijn tijd. Zorgen is de mantel, waarmee zij gekleed gaat. Nooit is zij te moe om er te zijn voor wie haar nodig hebben. Een sterke vrouw is een zegen voor die haar vinden! Een sterke vrouw, gezegend zij, die haar mogen kennen. Een sterke vrouw, wie zal haar doorgronden? De levende God, haar Schepper, uit Wie zij geboren is… Woord van de Heer – Allen: Wij danken God Antwoordpsalm: uit Psalm 23 Refrein: Want mijn herder is de Heer: nooit zal er mij iets ontbreken. Mijn herder is de Heer: het ontbreekt mij aan niets. Hij legt mij in grazige weiden, Hij geeft rust aan mijn ziel. Hij leidt mij naar rustige waat'ren om mijn ziel te verkwikken. Refrein: Hij leidt mij in het rechte spoor omwille van zijn Naam. Al moet ik door donkere dalen, ik vrees geen kwaad. Uw staf en uw stok zijn mijn troost, Gij zijt steeds bij mij. Refrein:

6

Gij bereidt voor mij een tafel voor het oog van mijn vijand. Gij zalft met olie mijn hoofd en mijn beker vloeit over. Refrein: Mij volgen uw heil en uw mildheid al de dagen van mijn leven. In het huis van mijn Heer wil ik wonen tot in lengte van dagen. Refrein: Evangelielezing Pr.: De Heer zij met u - Allen: En met uw geest Pr.: Uit het H. Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes: - Allen: Lof zij U, Christus. In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Maar de huurling, die geen herder is en geen eigenaar van de schapen, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht weg; de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen. Hij is dan ook maar een huurling en heeft geen hart voor de schapen. Ik ben de goede herder. Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen, die niet uit deze schaapsstal zijn. Ook die moet ik leiden en zij zullen naar mijn stem luisteren en het zal worden: één kudde, één herder. Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef hun eeuwig leven; zij zullen in eeuwigheid niet verloren gaan en niemand zal ze van Mij wegroven. Woord van de Heer – Allen: Wij danken God.

Verkondiging / In Memoriam Lied: Ik ben een kind van Maria Maria heeft mij aangenomen. Maria de hemelvorstin. Ja, ‘k zal in de hemel wel komen, indien ik die Moeder bemin.

7

Refrein: Ik ben een kind van Maria, Mijn Moeder is zij. En elke dag zegent zij mij, en elke dag zegent zij mij. Ik ben een kind van Maria, ik herhaal het blij gezind, Ik ben Maria’s kind, Ja, ik ben Maria’s kind. Waar beter zal ‘k hulp kunnen vragen, als ik hier gevaren ontmoet? Ja, uitkomst zal altijd mij dagen, die Moeder is immers zo goed. Refrein: Nog nooit hebt Gij iemand verstoten, die hoopvol tot U was gevlucht, dat blijft mijn vertrouwen vergroten, zolang ik hier angstvol verzucht. Refrein: Voorbede afgesloten door het Gebed des Heren:

Bidden we vol vertrouwen tot de Levende God:

Na iedere bede: LAAT ONS BIDDEN… Allen: Heer onze God, wij bidden U verhoor ons

In een moment van stilte kan een ieder zijn of haar herinnering aan Tonnie voor het aanschijn van God brengen… Gebed des Heren:

Allen: Onze Vader, die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren en breng ons niet in beproeving, maar verlos ons van het kwade. Amen.