TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en...

13
Wie vanaf de Laanstraat komend rechtsaf de Kruissteeg inloopt zal voordat hij de Langestraat bereikt door twee waarnemingen getroffen wor- den. Allereerst is daar halverwege aan zijn linker- hand de brede inrit naar het bouwterrein waar de appartementen in de bocht van de Langestraat uit de grond gestampt zijn. Staande in de inrit kijkt men tegen de achterkant van die appartementen aan. In contrast met al die nieuwbouw staat echter rechts van de inrit een pand dat zichtbaar reeds op jaren is. Een pand met die hoge getraliede ven- sters, die zo kenmerkend zijn voor een fabriek uit de vorige eeuw. Mede door wat groen er om heen maakt het fabriekje een haast romantische indruk. Wat zou daar nou nog gemaakt worden, vraagt men zich af. Dichterbij komend ontwaart men evenwel bij de zijdeur vier bellen en naambordjes, aangevend dat er in dit fabriekje niets meer wordt gemaakt maar dat er uitsluitend nog gewoond wordt. Er heerst een vredige rust, maar eens moet het hier gegonsd hebben van de activiteiten en vond hier op grote schaal de fabricage van siga- ren plaats. We praten dan over de eerste decennia van deze eeuw. Vanaf het midden van de 19e eeuw won het ro- ken van sigaren snel aan populariteit en sigaren- fabrieken schoten als paddestoelen uit de grond. Ook Hilversum met zijn industriële traditie liet zich niet onbetuigd. Eerder nog dan in de Kruissteeg was er al grootschalige sigarenfabricage aan de Larenseweg. Ook daar worden geen sigaren meer gemaakt maar evenals in de Kruissteeg staat het fabrieksgebouw nog trots overeind, aan de buitenkant nauwelijks veranderd. Twee oude si- garenfabrieken dus, ieder met hun eigen historie. De viering van het Jaar van het Industriële Erfgoed was voor Eigen Perk aanleiding om die historie eens na te gaan. Van Oenen en Manssen De sigarenfabriek op de hoek van de Larenseweg en de Ampèrestraat was de grootste van de twee. Toen de fabriek daar in 1883 werd gebouwd was dat de rand van het dorp en was van de Ampère- straat nog geen sprake. De fabriek werd daar neergezet door Anthonie Schroder, een onderne- mer die met grootschalige en fabrieksmatige siga- renproductie op de snelgroeiende vraag naar dit rokertje inhaakte. Schroder en zijn sigaren moes- ten onder meer concurreren met de producten Eigen Perk 1997/1 3 TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN door Bram van der Schuyt “...dichterbijkomend ontwaart men vier bellen en naam- bordjes.” Jan de Groot’s sigarenfabriek in de Kruisstraat 19 anno 1997. (foto AS)

Transcript of TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en...

Page 1: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

Wie vanaf de Laanstraat komend rechtsaf deKruissteeg inloopt zal voordat hij de Langestraatbereikt door twee waarnemingen getroffen wor-den. Allereerst is daar halverwege aan zijn linker-hand de brede inrit naar het bouwterrein waar deappartementen in de bocht van de Langestraat uitde grond gestampt zijn. Staande in de inrit kijktmen tegen de achterkant van die appartementenaan. In contrast met al die nieuwbouw staat echterrechts van de inrit een pand dat zichtbaar reedsop jaren is. Een pand met die hoge getraliede ven-sters, die zo kenmerkend zijn voor een fabriek uitde vorige eeuw. Mede door wat groen er om heenmaakt het fabriekje een haast romantische indruk.Wat zou daar nou nog gemaakt worden, vraagtmen zich af. Dichterbij komend ontwaart menevenwel bij de zijdeur vier bellen en naambordjes,aangevend dat er in dit fabriekje niets meer wordtgemaakt maar dat er uitsluitend nog gewoondwordt. Er heerst een vredige rust, maar eens moethet hier gegonsd hebben van de activiteiten envond hier op grote schaal de fabricage van siga-ren plaats. We praten dan over de eerste decenniavan deze eeuw.

Vanaf het midden van de 19e eeuw won het ro-ken van sigaren snel aan populariteit en sigaren-fabrieken schoten als paddestoelen uit de grond.Ook Hilversum met zijn industriële traditie liet zichniet onbetuigd. Eerder nog dan in de Kruissteegwas er al grootschalige sigarenfabricage aan deLarenseweg. Ook daar worden geen sigarenmeer gemaakt maar evenals in de Kruissteegstaat het fabrieksgebouw nog trots overeind, aande buitenkant nauwelijks veranderd. Twee oude si-garenfabrieken dus, ieder met hun eigen historie.De viering van het Jaar van het Industriële Erfgoedwas voor Eigen Perk aanleiding om die historieeens na te gaan.

Van Oenen en ManssenDe sigarenfabriek op de hoek van de Larensewegen de Ampèrestraat was de grootste van de twee.Toen de fabriek daar in 1883 werd gebouwd was

dat de rand van het dorp en was van de Ampère-straat nog geen sprake. De fabriek werd daarneergezet door Anthonie Schroder, een onderne-mer die met grootschalige en fabrieksmatige siga-renproductie op de snelgroeiende vraag naar ditrokertje inhaakte. Schroder en zijn sigaren moes-ten onder meer concurreren met de producten

Eigen Perk 1997/1 3

TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKENdoor Bram van der Schuyt

“...dichterbijkomend ontwaart men vier bellen en naam-bordjes.” Jan de Groot’s sigarenfabriek in de Kruisstraat19 anno 1997. (foto AS)

Page 2: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

van “thuiswerkers” waarvan er ook vele in Hilver-sum actief waren. Deze werkten vaak in opdrachtvan locale sigarenwinkeliers.

Om ons onbekende redenen verkocht Schro-der zijn bedrijf in 1888 en via een aantal verschil-

lende eigenaren werd de fabriek in 1904 eigen-dom van de firma Van Oenen en Manssen. Uit degegevens van het kadaster en uit de hinderwet-vergunningen blijkt dat deze firma de zaken forsheeft aangepakt. In de periode 1905 tot 1920

4 Eigen Perk 1997/1

“... niet alleen de productiemaar ook de verkoop van si-garen.” Advertentie van VanOenen en Manssen in 1905.(J.A. de Rijk, Wandelingendoor Gooi- en Eemland)

Page 3: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

werd de fabriek acht maal uitgebreid en ver-bouwd. De directie werd gevoerd door Daniël vanOenen en de dertien jaar jongere Johan ConradManssen. Tot 1924 maakte ook nog een MarinusSmith, woonachtig te Rotterdam van de directiedeel uit. Het schaarse feitenmateriaal lijkt er tochop te wijzen dat directielid Manssen zich in de fir-ma ontwikkelde tot de drijvende kracht. Hij was inde directie de jongere van de twee, had een ster-ke persoonlijkheid en woonde naast de fabriek.Hij zat dus ook letterlijk boven op de business.

Na het uittreden van zijn collega Van Oenen in1937 had Johan Conrad het rijk helemaal alleen.Van Oenen bleef nog twee jaren commissarismaar legde toen ook deze functie neer en ver-dween uit beeld. Hij schijnt in de dertiger jaren na-zi-sympathieën ontwikkeld te hebben en later inde oorlog fout geweest te zijn. Zonder spijt zagManssen hem dan ook vertrekken. De naam vanVan Oenen bleef overigens in de firmanaam ge-handhaafd.

De firma was niet alleen actief in het maken vansigaren, maar ook in het verkopen ervan. Vrijwelonmiddellijk na de oprichting dreef de firma ondereigen naam al een sigarenwinkel in de Kerkstraat.In de uitgave van De Rijk’s Wandelingen doorGooi- en Eemland van 1905 brengt een pagina-grote advertentie het sigarenmagazijn van VanOenen en Manssen op de Kerkstraat 30 onder deaandacht van de lezer. De sigarenwinkel stondnaast het pand van Greeve op nummer 28. Hetdrijven van een winkel beviel kennelijk zo goed dater in 1926 een winkel geopend werd in Rotter-dam, die de naam Thomson voerde, en in 1927een filiaal werd opgericht in Kampen, dat toen ennog altijd een centrum van sigarenfabricage was.Nog voor de oorlog werden deze dochteronder-nemingen echter weer opgeheven. Dat lot trof uit-eindelijk ook de winkel in de Kerkstraat. Sprekendover de verkoopactiviteiten van het bedrijf is nogvermeldenswaard dat in 1939 een nieuwe merk-naam werd gedeponeerd. In navolging van merk-namen als Karel I en Willem II bracht Van Oenenen Manssen zijn sigaren vanaf dat jaar op demarkt onder de naam “Prins Maurits”. Het valt niette ontkennen dat die naam wat aardiger overkomtdan de officiële naam van de firma.

Maar spoedig daarna brak de oorlog uit en werdook Nederland daarin meegesleept. De firma

kreeg andere zorgen aan het hoofd dan een aan-sprekende merknaam. Het verhaal over de bele-venissen van de Nederlandse sigarenindustrie inoorlogstijd valt buiten de opzet van dit artikel. Hetmoet voor deze industrie die zo zeer van overzee-se grondstoffen afhankelijk was extra zwaar ge-weest zijn. Later in dit artikel komen we daar nogeven op terug.

Voor Van Oenen en Manssen was de directie-wisseling in 1943 belangrijk. Vader Johan Conraddie zo zeer zijn stempel op het bedrijf gedrukt hadmaakte in 1942 zijn zoon Wim (W.J) Manssen ad-junct-directeur. Een jaar later trad J.C. als directeuraf en droeg aan de toen 35-jarige Wim formeel deeindverantwoordelijkheid over. Diens jongere zus-ter mevrouw J.C. (Johanna Conradina!) Bijl-Mans-sen herinnert zich die periode nog goed. “Achterafkun je je afvragen of Wim wel zoveel interesse voorhet bedrijf had. Maar ja, hij was de enige zoon enbij vader kwam het eenvoudig niet op om één vanzijn drie dochters bij het bedrijf te betrekken.” Va-der J.C. had over de interesse van zijn zoon wellichtook enige twijfel. Het staat in ieder geval wel vastdat hij een flinke vinger in de pap hield.

Over Van Oenen en Manssen in de jaren on-middellijk na de oorlog is weinig bekend. In 1948wordt P.J. Merts benoemd tot adjunct-directeur.Merts was een doorgewinterde sigarenman die inhet bedrijf tot bedrijfsleider was opgeklommen.De firma kwam pas echt weer in het nieuws in1949 toen de directie besloot om met de sigaren-fabricage in Hilversum op te houden. De machi-nes en een deel van de mensen werden naarBergeyk verhuisd onder Eindhoven waar de pro-ductie werd voortgezet. Dat moet een ingewikkel-de operatie zijn geweest en de vraag rijst waaromhet bedrijf dat allemaal op zijn hals gehaald heeft.

Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagblad wijdden op 7 juni 1949 aan deverhuizing een kort artikel. Van Oenen en Manssengingen volgens deze kranten naar Brabant omdatze hier in Hilversum geen personeel meer kondenkrijgen. “Hoewel het bedrijf, dat thans nog op ge-deeltelijke capaciteit werkt, nog een flinke staf vanpersoneel heeft, manifesteert zich duidelijk, datvooral de jeugd van Hilversum haar belangstellingin genen dele naar de sigarenindustrie laat uit-gaan”, aldus de Gooi- en Eemlander. Volgens hetEindhovens Dagblad zou de fabriek door gebrekaan personeel in Hilversum maar op veertig pro-

Eigen Perk 1997/1 5

Page 4: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

cent van haar productiecapaciteit werken. De di-rectie hoopte dat personeel wel te vinden in de re-gio Eindhoven en in Bergeyk in het bijzonder. Dieverwachting was niet onterecht. Eindhoven en om-geving waren van oudsher een centrum van siga-renfabricage en vele beroemde sigaren, zoals deKarel I, kwamen daar vandaan. Vaak enige gene-raties lang was men daar met de fabricage van si-garen verbonden en ook de Gooi-en Eemlanderverwachtte derhalve dat het bedrijf in die sigaar-vriendelijke omgeving weer helemaal zou opbloei-en. Toch blijft het opmerkelijk dat Van Oenen enManssen in Hilversum bijna een halve eeuw siga-ren hebben kunnen maken en in 1949 opeensgeen jonge mensen meer konden aantrekken. Ditte meer omdat in die naoorlogse jaren de banentoch niet voor het opscheppen lagen. Het verdwij-nen van werkgelegenheid voor een honderd man-nen en vrouwen – want zo groot was die fabriek on-

geveer – moet toch voor Hilversum en de Hilver-summers een zorgelijk bericht geweest zijn. Maarde Gooi- en Eemlander zag dat anders. De directiehad goed gehandeld “... daarmee tevens een bij-drage leverend voor de vervulling van de in dezetijd algemeen geldende opvatting, dat onze indus-trie mede kan worden geïnteresseerd (waarschijn-lijk wordt hier bedoeld geïntensiveerd, AS), doorhaar daar te grondvesten, waar haar levensvat-baarheid onomstotelijk vaststaat. En waar zou dit,waar het sigaren betreft, beter zijn dan in de klas-sieke streek van de sigarenmakers?”

Omdat de productie in die andere sigarenfa-briek, de fabriek in de Kruissteeg, al twintig jaareerder was gestaakt betekende de verhuizing vanVan Oenen en Manssen het einde van de sigaren-industrie in Hilversum.

De laatste jaren De sigarenfabriek van ongeveer honderd manwerd in het bescheiden Bergeyk met enthousias-

6 Eigen Perk 1997/1

“... en kon maar beter geen geintjes bij hem uithalen!” Si-garenfabrikant Johan Conrad Manssen op 75-jarigeleeftijd in 1954. (foto familiearchief)

“...ik ben waarschijnlijk de oudste nog in leven zijndeemployé van Prins Maurits.” Johan Biemans te Bergeykhaalt herinneringen op. (foto AS)

Page 5: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

Eigen Perk 1997/1 7

“... in concurrentie met Karel I en Willem II”.Vanaf 1939 gebruikte de firma Prins Maurits als merknaam.

Page 6: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

me binnen gehaald. De fabricage kon weer snelhervat worden. Voor de huisvesting was een fa-brieksgebouw beschikbaar waar tot voor kort spi-ritus geproduceerd was. Deze fabriek was ooit op-gericht voor de verwerking van regionaal gepro-duceerd graan teneinde in Zuidoost-Brabant dewelvaart wat te verhogen. Maar die spirituspro-ductie is eigenlijk nooit goed van de grond geko-men en moest het tenslotte afleggen tegen deveel grootschaliger productie van spiritus in ondermeer Delft en Bergen op Zoom. Het fabrieksge-bouw stond er dus, nu de mensen nog. Van uit Hil-versum was er niet veel personeel meegekomen.Aan het woord is Johan Biemans (63) die toen eenkleine twee jaar bij Van Oenen en Manssen indienst geweest is. “Voor de productie waren maartwee Hilversummers meegekomen. De heerMerts, die in Hilversum al fungeerde als bedrijfslei-der, en de heer Poeliejoe, de baas van de inpak-kerij en de opslag. De staf bestond uit drie men-sen. Ene juffrouw Bartels had de leiding. Zij wasook uit Hilversum meegekomen. Hoofd boekhou-ding was Frans de Jong die daarvoor een baan inRotterdam gehad had. En ik was jongste bedien-de.”

Biemans was en is een echte Brabander maarsigaren heeft hij nooit gemaakt. Toen hij als jong-ste bediende en als hulpje van de administrateurbinnen kwam had hij een kersvers MULO diplomain zijn zak. Van meer nut was echter zijn zeer gro-te vaardigheid in typen. Dat kwam zo. Eind 1944was Valkenswaard een soort verlofcentrum voor

Engelse soldaten die dienst gedaan hadden inhet aangrenzende Duitse gebied. Die soldatensleepten van alles uit de veroverde Duitse stedenmee om dat tijdens hun verlof te ruilen tegen eten,drinken en andere geneugten. Vader Biemans,die tuinman was in het Bergeykse Assumptoris-ten-klooster, had bij die Engelsen voor wat sla eenbuitgemaakte typmachine “geritseld” en de elfjari-ge Johan een tikcursus laten volgen. Dat bleekeen goede investering. Bij de sigarenfabriek konhij zo aan de slag en al spoedig was hij druk metde correspondentie, verzendpapieren en de loon-administratie.

Zoals de directie verwacht had bleek het wer-ven van fabriekspersoneel uit de omgeving geenprobleem. En zo kon de productie spoedig weerop gang worden gebracht. Vader en zoon Mans-sen waren overigens niet met de fabriek meever-huist. Ze kwamen zo eens per week uit Hilversumover om met juffrouw Bartels en de heer Merts dezaken door te nemen. “De oude heer was eenstrenge en nog zeer gedreven man”, herinnertBiemans zich. “Hij had van dat korte stekeligehaar en je moest geen geintjes bij hem uithalen.Zijn eerste aandacht betrof altijd de binnengeko-men orders. En ook als jongste bediende merkteik aan hem dat die nog wel eens tegen vielen.Maar soms waren er meevallers en dan werd ik erop uit gestuurd om taartjes te kopen. De zoon washeel anders. Dat vonden wij op kantoor meer eenfuifnummer dat met zijn vader meekwam.”

Al spoedig bleek dat de verhuizing naar het si-

8 Eigen Perk 1997/1

“... direct na de verhuizing moest eerst het oude briefpapier opgemaakt.” Het briefhoofd van het getuigschrift dat defirma op 24 maart 1951 aan Johan Biemans uitreikte toen hij na 1 1/2 jaar het bedrijf verliet. (archief Johan Biemans)

Page 7: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

gaar-vriendelijke Brabant niet de opbloei met zichmee bracht die met name W.C. Manssen zich hadvoor gesteld. Het teveel aan productiecapaciteiten de stagnerende groei van de consumptie on-dermijnde de winstgevendheid en continuïteit vande sigarenindustrie over de hele linie. Op natio-naal niveau probeerde de industrie tot een zekere“ordening” te komen. Wel marktgerichte produc-tie, maar geen ongebreidelde concurrentie tot el-ke prijs. De sterke bedrijven zochten elkaar opvoor vérgaande samenwerking of fusie, de zwak-kere vielen af en gingen failliet. Van Oenen enManssen heeft zich in dit geweld niet staande kun-nen houden.

Nieuwe bewoners in de AmpèrestraatHet fabrieksgebouw dat Van Oenen en Manssenin de Ampèrestraat achter liet heeft niet lang leeggestaan. Brabant moge de streek zijn van de si-garenmakers, Hilversum was de stad van de om-roep. En die bedrijfstak begon aan het eind vande jaren veertig flink te groeien. Dat gold niet al-leen voor de afzonderlijke omroepen maar zekerook voor de Nederlandse Radio Unie NRU. Eenbelangrijke taak van deze Unie was het beheervan technische apparatuur ten behoeve van deomroepverenigingen die van deze apparatuur ge-bruik maakten. Dat gezamenlijk beheren van za-ken als radiowagens, opnameapparaten, hoor-

Eigen Perk 1997/1 9

“...een verlaten sigarenfabriek aan de Ampèrestraat”. Zo trof de Nederlandse Radio Unie het pand in 1949 aan. De nieu-we bewoner heeft de onderste rij traliewerken door wat vriendelijker ramen vervangen. (fotoarchief Omroepmuseum)

Page 8: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

spelfaciliteiten was iets dat pas na de oorlog wasopgezet. Terwijl de omroepverenigingen al vóórde oorlog hun eigen studiogebouwen hadden,was de Nederlandse Radio Unie in wezen dak-loos. In oude villa’s en lege studiovleugels ver-spreid over heel Hilversum had de NRU circa1300 mensen en allerlei “spullen” ondergebracht.Maar ook omdat in het verre verschiet de televisiezichtbaar werd waren ze toe aan wat beters. En dekans om de ontruimde sigarenfabriek aan deAmpèrestraat te betrekken werd met beide han-den aangegrepen.

De NRU heeft het gebouw vanaf het begin ge-bruikt om alle over Hilversum en omstreken ver-spreid opgeslagen apparatuur op één plek bijeente brengen. Ampèrestraat 10 werd het “TechnischCentrum”. Aan de buitenkant veranderde niet zoveel. De entree aan de Ampèrestraat werd ver-fraaid en die kenmerkende hoge fabrieksvenstersmet tralies werden door wat vriendelijker ramenvervangen. Van binnen werd de zaak natuurlijkgeweldig overhoop gehaald. Er kwamen ruimten,niet alleen voor de opslag van al die kostbare en

kwetsbare apparaten, maar ook voor reparatie enbeproeving van de apparatuur.

De omroep bleef echter maar groeien. In 1951kwam de televisie erbij. In 1964 was de Ampère-straat echt helemaal vol. De NRU-leiding kreegvan het “Technisch Centrum” steeds meer nood-signalen dat het zo niet verder kon. “Er is thanseen situatie ontstaan waarbij goede wil, aanpas-sing en uitbuiting van laatste restjes mogelijkheidin het pand Ampèrestraat geen uitweg meer bie-den”, aldus het het Hoofd van de TechnischeDienst in juli 1964. Hij drong er op aan snel tot da-den over te gaan “voordat de Technische Dienstop belangrijke punten verstek moet laten gaan.”Bij stukken en beetjes begon de Nederlandse Te-levisie Stichting haar Technisch Centrum naar hetin opbouw zijnde mediapark over te brengen.

En zo kwam er in de oude sigarenfabriek lang-zaam maar zeker weer ruimte. Voor de directe om-roep-activiteiten had de behuizing in de Ampère-straat haar aantrekkelijkheid verloren. Die moestenzorgen in het gloednieuwe mediapark onder dakte komen. Gelukkig waren er in de omroepwereld

10 Eigen Perk 1997/1

“... en niets herinnerde meer aan sigaren maken”. NRU technici in de weer met radioapparatuur. Spoedig zou daar te-levisie bijkomen. (fotoarchief Omroepmuseum)

Page 9: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

ook nog andere activiteiten die met het grote enniet meer zo nieuwe fabrieksgebouw zeer in hunnopjes waren. En zo kon het gebeuren dat de Om-roep Sport en Ontspanningsvereniging OSO in hetgebouw neerstreek. De vereniging voor en dooromroepmensen vond het helemaal niet zo erg haarhuisvesting buiten het mediapark te krijgen. Mis-schien ook wel beter zo, want in dat park zitten dieomroep medewerkers al de hele dag.

Wie nu hoofdingang aan de Ampèrestraat bin-nen gaat bevindt zich meteen in een kleine hal dieovergaat in een gezellige sportkantine. Niets her-innert hier meer aan de “grootschalige en fa-brieksmatige” productie van sigaren of aan detechnische hoogstandjes van het NRU-centrum.De OSO heeft hier niet alleen zijn gezelligheids-centrum maar ook wat kantoor- en vergaderruim-te. Gedurende de afgelopen twintig jaar zijn ernog een paar andere organisatie bij ingetrokken.

Jan Janszoon de GrootVan de omroep terug naar de sigaren en van deAmpèrestraat naar de Kruissteeg. Over de siga-renfabricage in de Kruissteeg is bijzonder weinigterug te vinden. De fabriek dateert uit 1902 enwerd opgericht door een ondernemer met denaam Jan de Groot. Het adres was toen niet Kruis-steeg 19 maar Langestraat 96. Voor het drogenvan de sigaren en vooral van het “dekblad”, hetduurste en meest kritische onderdeel van een si-gaar, bezat de firma ook nog ruimte aan de over-kant van de Kruissteeg, op nummer 30A. Dit was

een bedrijfsruimte die een beetje van de weg aflag en daarvan gescheiden werd door de pandenKruissteeg 28 en 30. Toen de firma De Groot in1929 de productie staakte was het adres van defabriek inmiddels ook officieel Kruissteeg 19,maar ook de fabriek lag – en ligt – een beetje vande weg af.

Dat van deze sigarenfabricage alleen nog maarsporen terug te vinden zijn in het kadaster en in dehinderwetvergunningen is merkwaardig. Van elkeonderneming van enige omvang houdt de Kamervan Koophandel de belangrijkste gebeurtenissenbij. Wisselingen in de directie, mutaties in het aan-delenkapitaal zijn typisch gegevens die wettelijkbij de Kamer moeten worden aangemeld. Ook alverdwijnt de onderneming bijvoorbeeld door failli-sement, dan nog blijven al deze gegevens be-waard. Als de dossiers zo’n dertig jaar oud zijnstuurt de Kamer van Koophandel die naar hetRijksarchief in de desbetreffende provincie. DeHilversumse dossiers gaan naar Haarlem. Daarligt wel het dossier van bijvoorbeeld Van Oenenen Manssen, met hun belevenissen tot aan de ver-huizing in 1949. Maar over de sigarenfabriek vanJan Janszoon de Groot is in het Rijksarchief nietste vinden.

Ook het bevolkingsregister geeft niet veel aan-knopingspunten. Jan de Groot werd op 29 januari1879 in Hilversum geboren. Bij de oprichting vanzijn fabriek was hij dus nog maar 23 jaar. In 1906trouwde hij met de 24-jarige Hilversumse JohannaWoudenberg en in 1910 werd Jan, hun enige zoon,

Eigen Perk 1997/1 11

“... na de OSO gingen nogeen aantal andere organisa-ties in de Ampèrestraat kan-toor houden.” Het bordnaast de hoofdingang in1997. (foto AS)

Page 10: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

geboren. Vader Jan stond geregistreerd als siga-renfabrikant met als adres Langestraat 94. Laterwoonde het gezin in de Wernerlaan 16 en het iswaarschijnlijk op dit adres waar vader Jan in 1922is overleden. Het ligt voor de hand te veronderstel-len dat zijn weduwe Johanna toen de leiding vande fabriek op zich heeft genomen, wellicht met dehoop dat de op dat moment 12-jarige zoon Jan hetwerk van zijn veel te vroeg overleden vader zouvoortzetten. Maar een nuchtere aantekening in hetbevolkingsregister geeft aan dat Jans interessezich in een andere richting ontwikkelde. In 1936verhuist hij als hulpprediker naar Amersfoort enverdwijnt uit beeld. Kan het zijn dat moeder Johan-na dat al in 1929 zag aankomen en de fabriek toenmaar verkocht heeft? Wij zullen er nooit achter ko-men. Na de dood van haar man woonde zij veer-tien jaar op de Kerkbrink 13 en vanaf 1938 tot haaroverlijden op de Koninginneweg 36.

Kruissteeg 19, van sigaren naar specerijenToen de sigarenfabricage in de Kruissteeg ge-staakt werd en de fabriek werd verkocht kwam hetpand in handen van het bedrijf H. van Dorp, fabri-kant van specerijen, afkomstig uit Amsterdam. Denieuwe eigenaar vestigde in de fabriek een maal-derij voor peper, nootmuskaat en dergelijke pro-ducten. Je zou kunnen zeggen dat in de Kruis-steeg het ene natuurproduct sigaren vervangenwerd door een ander natuurproduct specerijen.

De oprichter van de firma Hendrik van Dorp, diein 1875 in Zoetermeer was geboren, trok als jon-gen van 18 naar Amsterdam en ontwikkelde zichtot een leverancier van kruidenmélanges aan deplaatselijke slagers. Dat was de tijd dat elke slagervan naam nog zijn eigen worsten maakte. Van Dorpwas kennelijk een goed ondernemer want zijn be-drijf groeide als kool. Drie maal moest hij in Am-sterdam verhuizen naar een grotere bedrijfsruimte,de laatste op de Prins Hendrikkade. Maar ook daarwerd de ruimte te krap en aan het eind van de twin-tiger jaren streek Van Dorp met zijn meng- en maal-machines neer in de Kruissteeg in Hilversum. Deinmiddels leeggekomen sigarenfabriek leverdeprecies de huisvesting die het bedrijf nodig had.

De naaste buren waren met de komst van hetbedrijf met zijn machinerieën minder gelukkig.Achterbuurman Langendonk in de Langestraat94 maakte tegen het verlenen van een hinderwet-vergunning zelfs formeel bezwaar. Niet zondersucces, want de vergunning werd tenslotte welverleend maar onder voorwaarde dat die machi-nes trilvrij zouden worden opgesteld en dat erdaarenboven van half zes ’s avonds tot half acht ’sochtends helemaal niet gemalen mocht worden.

Surrogaten en diefstalOprichter Hendrik van Dorp overleed in 1941, eenzoon en een neef zetten de onderneming voort. Deperiode van oorlog en bezetting vroegen van di-rectie en medewerkers het uiterste aan improvisa-tie en incasseringsvermogen. Evenals vele anderebedrijven had H. van Dorp & Zonen al snel te ma-ken met tekort aan grondstoffen. De aanvoer vanpeperkorrels en andere specerijen stagneerde vrij-wel onmiddellijk. Het bedrijf was gedwongen omproducten te ontwikkelen die gemaakt kondenworden van inheemse grondstoffen maar enigs-zins bruikbaar waren voor het kruiden van worsten,bakkerijproducten en andere voedingsmiddelen.

12 Eigen Perk 1997/1

“... van welke kant je het ook bekijkt Kruisstraat 19 blijfteen romantisch fabriekje!” Rechts op de voorgrond hethuisje Kruisstraat 17, midden achter het dak van éénvan de panden in de Langestraat. (foto AS)

Page 11: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

Surrogaten heten die producten, die bestemd wa-ren om consumptieartikelen als thee, koffie, tabak,specerijen te vervangen. Over de wijze waarop VanDorp en vele andere bedrijven de ontwikkeling enproductie van die surrogaten voor elkaar kregen iseigenlijk weinig bekend. Niet alleen voor de onder-nemers maar ook voor de overheid zal deze over-gang op vervangingsproducten onverwacht extrawerk betekend hebben. De voor de volksgezond-heid verantwoordelijke instanties zullen toch welgecontroleerd hebben of die vloed aan surrogatenvoor de gezondheid van de consument geen ge-vaar opleverden. Merkwaardigerwijs is dit aspectvan de bezettingstijd bij ons weten nooit onder-werp van historisch onderzoek geweest. Achterafgezien moet de noodgedwongen aanpassing vanveel producten en producties in de geschiedenisvan het Nederlandse bedrijfsleven een interessan-te en leerzame periode zijn geweest.

Een tweede oorlogservaring die Van Dorp metvele andere productiebedrijven deelde was de“ontmanteling”. Tegen het eind van de oorlog be-gonnen de Duitse bezetters fabrieken eenvoudigstil te leggen en te beroven van hun machines eninventaris. Ook Van Dorp werd tenslotte een prooivan deze diefstal. De kostbare en hier en daar zelfontwikkelde maal- en mengapparatuur verdweenoostwaarts. Overigens is een deel daarvan na de

oorlog weer teruggevonden (in Augsburg), opge-haald en weer in gebruik genomen.

Naoorlogse groei en bloeiOnder leiding van de tweede generatie kwamH. van Dorp & Zonen opnieuw tot bloei. De grond-stofvoorziening kwam weer op gang, de welvaartherstelde zich en de vraag naar Van Dorps krui-den en melanges nam toe. Er kwam ruimte voornieuwe producten en voor nieuwe productietech-nieken. Het bedrijf had zich over de jaren heeneen reputatie verworven van “misschien iets duur-der maar veel beter”. Handhaven van dat kwali-teitsimago stelde hoge eisen aan de wijze waaropde producten gemaakt werden. Voor het verwer-ken van de vaak wat vettige grondstoffen als mus-kaatnoten en peperkorrels bleken de op de marktbeschikbare molens niet altijd optimaal. Dit inspi-reerde de productiemensen om die molens zelf teverbeteren. Vooral het raspen van nootmuskaatwas een lastig probleem maar de technici van VanDorp ontwikkelde daar een unieke oplossing voor.Andere maalproblemen werden opgelost door dewat weke natuurproducten, die de grondstofvormden, keihard te maken door diep te koelenmet vloeibare stikstof. Vandaag de dag is dat eenvrij bekende techniek, maar in de jaren vijftig wasde toepassing van zo’n dieptekoeling zeer voor-

Eigen Perk 1997/1 13

“... mijn noteering van artikelen voor de bereiding van Worst- en Vleeschwaren ...” Kop van de prijscourant van H. vanDorp (nog zonder zonen) in 1931.

Page 12: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

uitstrevend. En zo kon het gebeuren dat dat “ro-mantische fabriekje aan de Kruissteeg” een cen-trum was geworden van gespecialiseerde kennisen ervaring op vermalingstechnieken.

In het jaar 1948 was er nog een klein mijlpaaltjedat niet onvermeld kan blijven. Sinds de komstnaar Hilversum in 1927 was de fabriek uitsluitendvoor de productie gereserveerd. Directeur Hen-drik van Dorp deed de administratie vanuit zijnwoonhuis. Zijn zoon J.W. zette die traditie voort,laatstelijk vanuit zijn huis op de Koningsstraat 20.Maar toen in 1948 de grote groei en bloei van deonderneming in zicht kwam werd besloten om deadministratie naar de fabriek te brengen. Aan deoverkant van de Kruissteeg werd daartoe eenpand betrokken met uitzicht op de fabriek, waarde directie kantoor ging houden.

Een fabrieksgebouw zonder fabricageDe geschiedenis van de jaren twintig herhaaldezich in de jaren zestig. Het ging H. van Dorp enZonen zo goed dat de beschikbare bedrijfsruimtewederom te krap begon te worden. Eigenlijk wasde bereikbaarheid van de fabriek het meest ur-gente probleem. Alle toe- en afvoer moest via deLangestraat gebeuren. En in de jaren zestig na-men het autobezit en de verkeersdrukte in Hilver-sum zodanig toe dat een fabriek in het hart van hetdorp niet meer was te handhaven. Net als in 1927begon de directie uit te kijken naar een leegstaan-

de bedrijfsruimte die beter bereikbaar was. Toenin 1970 het fabriekscomplex van Jaarsma aan deLiebergerweg beschikbaar kwam besloot de di-rectie om daarheen te verhuizen. De onderne-ming liet in de Kruissteeg een fabrieksgebouwachter dat nog alleszins bruikbaar was maar datdoor de ontwikkelingen in de binnenstad voor in-dustriële productie ongeschikt was geworden.

Wie was in een dergelijk gebouw nog geïnteres-seerd? Het antwoord bleek te zijn: de gemeente.Het pand werd door de gemeente gekocht om devrije hand te hebben bij de herstructurering van debinnenstad. Maar omdat de planning voor die her-structuring nog moest beginnen bleef die fabriekvoorlopig staan, zij het zonder bestemming. Nietgeheel onverwacht voor die tijd werd het pandspoedig gekraakt en, aldus mevrouw G.H. vanDorp- Wilmink: “die krakers hebben het pand ge-red! We hebben ze thuis uitgenodigd voor de bar-beque en aangemoedigd in de fabriek te blijven.”

Wat zijn nu de laatste ontwikkelingen? In het ka-der van het project Binnenstad Beter heeft deDienst Stadsontwikkeling van onze gemeente ookweer tijd en geld om wat te gaan doen voor debuurt rond de Laanstraat en de Kruissteeg. Daar-bij gaat de interesse ook vooral uit naar de pan-den en ensembles met historische betekenis. Mo-menteel wordt nagegaan welke panden die bete-kenis hebben. Vervolgens wil Stadsontwikkelingzien te komen tot een plan voor een zodanige res-

14 Eigen Perk 1997/1

“.. H.van Dorp en Zonen kwam opnieuw tot bloei”. Een reclamefolder van na de oorlog.

Page 13: TWEE HILVERSUMSE SIGARENFABRIEKEN - Albertus Perk sigarenfabrieken.pdf · Zowel de Gooi- en Eemlander als ook het Eind-hovens Dagbladwijdden op 7 juni 1949 aan de verhuizing een kort

tauratie dat de desbetreffende panden weer eenzinvolle bestemming tegemoet kunnen zien. DeDienst voert daartoe overleg met Hilversum, PasOp! Volgens een woordvoerder van de Dienst ishet zeer wel denkbaar dat ook de oude sigarenfa-briek van Jan de Groot van dat plan deel gaan uit-maken.

Van Dorp op de LiebergerwegHoe verging het Van Dorp verder na hun vertrekuit de Kruissteeg? In het pand op de Lieberger-weg kon het bedrijf weer als het ware vrij adem-halen. Er was royale ruimte voor alle productieac-tiviteiten, opslag en voor het kantoor. Maar vooralbelangrijk was dat de fabriek voor klanten en leve-ranciers veel beter was te bereiken. Dat spaardetijd en kosten. Met optimisme en geestdrift zettehet bedrijf zich in voor verdere groei. De positiesop de verschillende markten vereiste van de di-rectie veel aandacht. Reeds in de jaren zestig be-gonnen die markten te veranderen. Het aantalslagers dat zelf zijn worsten maakte nam af. In toe-nemende mate kwamen de worsten uit gespecia-liseerde fabrieken die de slagerijen beleverden.Oudere slagers gingen met de ambachtelijke wor-stenmakerij nog wel door maar de jongeren be-perkten zich tot het verkopen van fabrieksproduc-ten. Voor Van Dorp was dit een heel belangrijkeontwikkeling. Zijn klantenkring begon wezenlijk teveranderen. In plaats van te leveren aan vele klei-ne klanten, namelijk de afzonderlijke slagerijen,ging de ontwikkeling in de richting van de verkoop

aan weinig grote klanten, namelijk de worstfabrie-ken. Die veel grotere klanten hadden ook wezen-lijk andere eisen dan de ambachtelijke slagerijen.Natuurlijk hechtten ook zij aan goede kwaliteit,maar lage prijzen en flinke kortingen voor groot-schalige inkoop werden minstens even belangrijk.

J.W. van Dorp die het bedrijf door de oorloghad geloodst en het in De Kruissteeg tot grotebloei had gebracht heeft het met die veranderin-gen wel moeilijk gehad. Onder zijn leiding was hetbedrijf een leverancier geworden van een grootaantal specialiteiten die “op maat” werden ge-maakt. De worstfabrieken verlangden echter eenconfectieproduct en dat was Van Dorp niet ge-wend.

Twaalf jaren na de verhuizing naar de Lieber-gerweg heeft de familie van Dorp het bedrijf aaneen buitenstaander verkocht. J.W. was toen reedslang aan zijn pensioen toe en zonen waren er niet.Wel twee dochters. “Ik heb mij voor het bedrijf al-tijd veel geïnteresseerd”, aldus mevrouw E.M.Beijerinck-van Dorp, één van de twee dochters.“Niet alleen de zakelijke kanten van het bedrijf trokmij aan, maar ook de gang van zaken in de fabrieken de ontwikkeling van nieuwe maaltechnieken.Maar dat ik als vrouw mijn vader zou opvolgen iseigenlijk nooit serieus aan de orde geweest. Mis-schien wel jammer.” Vader J.W. overleed in 1985.Hij heeft nog moeten meemaken dat de nieuwe ei-genaar het bedrijf verplaatste naar Hoevelaken.Wat hij gelukkig niet heeft meegemaakt is het fail-lissement van het bedrijf in 1990.

Eigen Perk 1997/1 15

“... geopend in 1948...” Hetkantoor van de firma in deKruisstraat 26. Daar is thanshet “Hof van Heden” geves-tigd. (foto familiearchief)