Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

download Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

of 90

Transcript of Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    1/90

    TUSSEN ALLES EN NIETS

    JORIS KLEINEEN PROCESANALYSE VAN BRAAKLIGGENDE TERREINEN IN BREDA

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    2/90

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    3/90

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    4/90

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    5/90

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    6/90

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    7/90

    pagina 7

    Tussen

    alles

    en

    niets

    /

    Een

    ana

    lyse

    van

    processen

    die

    braa

    kliggen

    de

    terr

    einen

    in

    stan

    d

    hou

    den

    INHOUDSOPGAVE

    PROLOOG

    HOOFDSTUK 1 - INLEIDING

    A Aanleiding

    B Probleemstelling

    C Doelstelling

    D Hoofdvraag

    E Deelvragen

    HOOFDSTUK 2 - NOODZAAK

    A De erfenis van de gouden jaren 90

    B Waarde van tussentijdse ontwikkeling

    C Tijdelijke ontwikkeling als

    mogelijke oplossing

    D Een nieuwe vraagstelling

    HOOFDSTUK 3 -

    ONDERLIGGENDE OORZAKEN

    VOORBEREIDINGSFASE

    A Gemeente - ontwikkelaar

    1 Proces van gebiedsontwikkeling

    2 Duidelijkheid in de planvorming

    3 Niet bouwen als instrument

    B Ontwikkelaar - initiatiefnemer1 Investering energie in tijdelijkheid

    2 Claim gebruiksrecht initiatiefnemer

    kan definitieve ontwikkeling in de

    weg staan

    C Ontwikkelaar - gemeente - initiatiefnemer

    1 Gesloten verhoudingen geven geen

    kans aan initiatiefnemer

    2 Voorbeelden andere steden

    3 Verschillende vragen,

    verschillende houdingen

    D Conclusie voorbereidingsfase

    INTENTIEFASE

    A Ontwikkelaar - gemeente - initiatiefnemer

    1 Waardecreatie

    2 Aansprakelijkheid

    3 Juridisch instrumentarium

    4 Gebiedsspecif ieke condities

    5 Financiering

    6 Organisatie

    B Conclusie intentiefase

    HOOFDSTUK 4 - CASE STUDIES

    A De Kyker, Loevestijnstraat

    B De Kruif, NassausingelC Molenkwartier, Teteringse dijk

    HOOFDSTUK 5 -

    CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

    A Hoofdvraag

    B Conclusies

    1 Voorbereidingsfase

    2 Intentiefase

    C Aanbevelingen

    1 Een tijd voor een andere houding

    2 Voorbeelden in andere steden

    3 Andere vragen, andere houdingen

    4 Platform voor transitie

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    8/90

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    9/90

    pagina 9

    1 BRON: Onderzoek grondexploitatie, 2012, provincie Noord-Brabant

    2 BRON: Miljardenstrop, Binnenlands Bestuur, 05-11-2010, Bekkers H.

    Veran

    deren

    de

    samen

    lev

    ing

    HOOFDSTUK 1 INLEIDING

    A AANLEIDING

    The lack of resources is no longer an excuse

    not to act. The idea that action should only be

    taken after all the answers and the resources

    have been found is a sure recipe for paralysis.

    The planning of a city is a process that allows

    for corrections; it is supremely arrogant to be-

    lieve that planning can be done only after every

    possible variable has been controlled.

    - Jaime Lerner; Architect, urbanist, voormalig

    burgemeester Curitiba, Brazili

    Nederland is een klein land, een land waar grond

    altijd schaars en duur is geweest, een land

    waar grond vrijwel altijd een functie heeft.

    Grond die als woon- of werkgebied bestemd

    is, het heeft mede daardoor een grote econo-mische waarde gekregen in de loop der jaren.

    Met name in de laatste decennia is gebiedsont-

    wikkeling, het projectmatig bebouwen van de

    grond een sector geworden waar veel geld in

    verdiend kan worden en waar vele partijen zich

    mee bezig houden. Tegelijkertijd is er altijd een

    noodzaak gewest om de ruimtelijke kwaliteit

    van bouwprojecten te bewaken, een taak die

    veelal bij de overheid ligt. Deze situatie heeft

    er toe geleid gebiedsontwikkeling een spel is

    geworden waar grote belangen mee gemoeid

    zijn, zowel economisch, maatschappelijk alsruimtelijk. Belangen die niet altijd samengaan.

    Het gevolg hiervan is dat Nederland een van de

    strengst gereguleerde landen is op het gebied

    van ruimtelijke ordening. Vrijwel elke keuze,

    eis of verantwoordelijkheid wordt vastgelegd

    en getoetst aan de wet. All the answers and

    resources must have been found before action

    can be taken.

    In deze tijd gaat dit echter niet altijd meer op.

    Sinds de economische crisis wordt het kapi-

    talistische systeem, de noodzakelijke hongernaar groter, duurder en meer, gerelativeerd.

    Het systeem heeft zichzelf als het ware opge-

    blazen met als gevolg dat er een einde is geko-

    men aan de ongebreidelde groei. In 2010 is er in

    Brabant alleen al 2,7 miljard euro genvesteerd

    in bouwgrondexploitatie waarvan 1 miljard euro

    in terreinen waar nog geen plannen voor zijn. In

    Nederland was dit 12 miljard euro. Met de vast-

    goedcrisis zullen deze terreinen de komende 10

    15 jaar niet allemaal ontwikkeld worden.1

    Landelijk zullen gemeenten per jaar een verlies

    moeten nemen van 3 miljard euro door dalende

    huizenprijzen, dalende productie van nieuw-

    bouwwoningen en het negatieve effect hiervan

    op de residuele grondwaarde.2

    Kortom, ooit gemaakte investeringen zijn als

    sneeuw voor de zon verdwenen toen de vast-

    goedcrisis toesloeg. Ontwikkelingen stagneren

    of worden uitgesteld. Tevens werd er verwacht

    dat de bevolkingsgroei en de groei van de kan-

    torenmarkt groter zou uitvallen dan werkelijk

    het geval is. De combinatie van deze factoren

    leidt in diverse gemeenten tot een bijgesteld

    beleid waar voorzichtiger en meer gecontro-

    leerd ontwikkeld zal worden. Er werd een maxi-

    mum aan de groei gesteld om te voorkomendat er scheve marktverhoudingen ontstonden

    en tevens werd er simpelweg minder gebouwd

    omdat er minder middelen beschikbaar zijn. De

    zekerheden uit het verleden zijn verdwenen.

    Ook in Breda is dit aan de orde.

    Het gevolg van de abrupte stagnatie van

    de economische groei is dat er in Breda veel

    braakliggende terreinen zijn ontstaan. Ge-

    bieden die tot voor kort ontwikkeld zouden

    worden, blijven kale terreinen, vaak vervuild,

    zonder bebouwing, zonder perspectief. Ze

    liggen daar, wachtend op het moment dat ereindelijk iets gaat gebeuren. Maar er gebeurt

    niets, de eigenaars wachten geduldig tot de

    economie weer aantrekt. Intussen beginnen

    omwonenden te morren, zij zien de waarde van

    hun huis achteruitgaan, ze zien dat er afval ge-

    dumpt wordt dat het gebied niet onderhouden

    wordt, ze zijn bang voor grondverontreiniging

    en een toename van schimmige activiteiten,

    terwijl ze tegelijkertijd goede ideen hebben om

    de situatie te verbeteren.

    In andere gevallen is de potentie van de

    gebieden zo groot dat er een enorme geloof

    heerst dat er iets kan gebeuren, al was hetmaar een vliegerweide, het CSM terrein als een

    Bredaas Tempelhof.

    Niets van dat alles, Breda verkeerd voor het

    grootste gedeelte in een status-quo zonder

    perspectief dat dit omslaat in een hernieuwd

    ontwikkelingsklimaat, terwijl in andere ste-

    den zoals Rotterdam, Antwerpen, Arnhem en

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    10/90

    pagina 10

    Maastricht en tegenwoordig op Belcrumbeach

    in Breda bewezen wordt dat het wel mogelijk is.

    Dit betekent dat er anders met die braaklig-

    gende terreinen omgegaan kan worden. Het

    systeem van grootschalige integrale gebieds-

    ontwikkeling zal in ieder geval de komende 10

    jaar geen oplossing bieden voor de steeds gro-

    tere maatschappelijke impact die de gebieden

    hebben op de stad en haar inwoners.

    In dit onderzoek wordt achtergrond van

    braakliggende terreinen onderzocht en de

    strategien die het mogelijk maken om toch

    tot een maatschappelijk wenselijke functie

    van het gebied te komen. Deze studie richt zich

    specifiek op tussentijdse binnenstedelijke ge-

    biedsontwikkelingen op braakliggende terrei-

    nen vanuit het perspectief van de gemeente.

    B PROBLEEMSTELLING

    Met de huidige wijze waarop Nederland ruimte-

    lijke ordening bedrijft, worden de (tussentijdse)

    maatschappelijke problemen rond braaklig-

    gende terreinen niet opgelost en de kansen

    onvoldoende benut. De problemen zullen in de

    loop van de jaren alleen maar groter worden en

    zullen leiden tot een toename van ongewenste

    activiteiten in en rond deze gebieden. Tevens

    kan er een waardedaling van de omgeving ver-

    wacht worden. Terwijl er kansen zijn voor een

    tegengesteld resultaat.

    C DOELSTELLING

    Door juist in te spelen op de problemen die zijn

    ontstaan in het verleden en de kansen die de

    tussentijd biedt is het mogelijk strategie(n)

    voor geleidelijke ontwikkeling op de braaklig-

    gende terreinen in Breda ontwikkelen.

    Een belangrijk deel hiervan is ruimte voor

    het creren van experiment, alleen dan wordt

    duidelijk hoe dit kleinschalige ontwikkelen

    vanuit de huidige situatie in zijn werk gaat.

    D ONDERZOEKSVRAGEN

    Op welke manier kan de tussentijd benut

    worden om braakliggende terreinen kwalitatief

    te verbeteren in de context van hun omgeving

    in samenwerking met bewoners, de eigenaar(s)

    en bedrijven? Welke strategien zijn daarvoor

    mogelijk?

    Waarom is het noodzakelijk om braakliggende

    terreinen vanuit de kansen die er zijn in de

    tussentijd, tijdelijk of geleidelijk een functie te

    geven en zo meer geleidelijk te ontwikkelen?

    Daarna wordt de theorie en praktijk van ge-

    biedsontwikkeling in kaart gebracht om inzicht

    te krijgen in de mogelijkheden tot tijdelijke

    ontwikkeling op locaties waar de ontwikkeling

    vastgelopen is.

    Welke mogelijkheden biedt het proces van ge-

    biedsontwikkeling tot het implementeren van

    tijdelijk gebruik op braakliggende terreinen?

    Getracht wordt een beter beeld te krijgen

    van wat zich nu al voordoet Nederland op het

    gebied van tijdelijk gebruik of ontwikkeling.

    Welke inspirerende voorbeelden geven braaklig-gende terreinen gebruikswaarde, belevings-

    waarde of toekomstwaarde?

    Voor vier locaties in Breda case studies ge-

    daan, deze zijn gekozen op basis van eigenaar,

    ruimtelijke situatie en onderlinge variatie. Per

    locatie is in kaart gebracht welke situatie zich

    nu voordoet, welke belanghebbenden en wen-

    sen er zijn en welke kansen en belemmeringen

    er zijn.

    Het Savalterrein, de Kyker, het Molenkwar-

    tier en de Kruif zijn gekozen als onderzoekslo-caties op basis van ligging, eigendomssituatie

    en ruimtelijke kenmerken.

    Ten slotte worden de resultaten van de

    deelvragen gecombineerd, genterpreteerd en

    gefilterd om tot conclusies en aanbevelingen

    en strategien te komen voor tijdelijke ontwik-

    keling op braakliggende terreinen.

    Via literatuurstudie, interviews met medewer-

    kers van de gemeente Breda en uit het werk-

    veld en case studies op locaties zijn de onder-

    zoeksvragen zo compleet mogelijk beantwoord.

    E LEESWIJZER

    Dit onderzoek richt zich specifiek op de ach-

    terliggende problematiek van braakliggende

    terreinen met als doel tijdelijke of geleidelijke

    ontwikkeling te stimuleren op deze terreinen.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    11/90

    pagina 11

    BEELD 20130606_Alle terreinen.ai(jpg)

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    12/90

    pagina 12

    Er is vanuit het perspectief van de gemeente

    Breda gekeken naar deze problematiek, de aan-

    bevelingen zijn dan ook specifiek gericht op de

    gemeente Breda, maar kunnen breder genter-

    preteerd worden en kunnen ook voor andere

    partijen nuttig zijn. Het onderzoek bouwt zich

    via een verklaring van de problematiek, de

    duiding van de noodzaak voor tijdelijke ont-

    wikkeling op naar het tweede deel, waar een

    nieuwe hoofdvraag, meer gericht op de

    achterliggende problematiek beantwoord

    wordt.

    Via case studies, gesprekken en interviews zijn

    er een aantal belangrijke conclusies

    geformuleerd die uitmonden in een aantal

    aanbevelingen aan de gemeente Breda.

    Dit verhaal wordt doorbroken door een

    aantal interventies die in tegenstelling tot het

    onderzoek, de bijzondere ruimtelijke conditie

    van deze terreinen laat zien. De rauwheid, de

    pozie van deze verlaten en onvoltooide terrei-

    nen figureren in kleine observaties over deze

    gekke gebieden waar een geheel eigen

    dynamiek ontstaat.

    Braakliggende terreinen in handen van de gemeente Breda

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    13/90

    13

    Beste lezer,

    Deze terreinen, deze terreinen die al jaren leeg staan, is daar

    de denitie braakliggend niet te summier voor?

    Deze terreinen die langzaam verdwijnen uit ons collectieve

    geheugen zijn blinde gebieden aan het worden. We zien ze,

    accepteren hun aanwezigheid en tegelijkertijd vallen ze niet

    op, we passeren ze zonder te beseffen wat ze daadwerkelijk

    nog betekenen in de stad..

    Zijn er niet meer gebieden die we zo bekijken, plekkenin de openbare ruimte waarvan we weten dat ze er zijn, maar

    waar we geen waarde aan hechten. Omdat ze geen functie

    lijken te hebben, omdat we er geen herrineringen aan hebben

    en omgedraaid, in hoeverre verschillen deze gebieden van

    braakliggende terreinen, zijn er niet veel meer braakliggende

    terreinen, of hebben braakliggende terreinen een latente

    waarde die we als collectief nog niet kunnen deniren?

    NIEMANDSLAND

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    14/90

    14

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    15/90

    15

    wasteland

    n.

    1 land that is uncultivated or barren

    2 an area that is devastated, as by ood or war

    3 something, as a locality, that is spiritually or intellectually barren

    4 A place, era, or aspect of life considered as lacking in spiritual,

    aesthetic, or other humanizing qualities; a vacuum: a cultural wasteland.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    16/90

    16

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    17/90

    17

    wasteland

    noun

    [mass noun]

    an unused area of land that has become barren or overgrown: wed creep

    through a hole in the fence on this bit of wasteland and play games

    in the bushes

    (also wastelands) a bleak and unused or neglected urban or industrial

    area: the restoration of industrial wasteland

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    18/90

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    19/90

    19

    void (void)

    adj.

    1 Containing no matter; empty.

    2 Not occupied; unlled.

    3 Completely lacking; devoid: void of understanding. See Synonyms at empty.

    4 Ineffective; useless 5 Having no legal force or validity; null: a contract rendered void.

    6 Games Lacking cards of a particular suit in a dealt hand.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    20/90

    20

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    21/90

    21

    n.

    1

    a An empty space.

    b A vacuum.

    2 An open space or a break in continuity; a gap.

    3 A feeling or state of emptiness, loneliness, or loss. 4 Games Absence of cards of a particular suit in a dealt hand:

    a void in hearts.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    22/90

    22

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    23/90

    23

    HYPERLINK http://www.thefreedictionary.com/voidDenition of void

    noun

    a completely empty space:the black void of space

    an unlled space in a wall, building, or other structure.

    an emptiness caused by the loss of something: his loss leaves

    a void in the community

    2(in bridge and whist) a suit in which a player is dealt no cards:

    a hand with a singleton club is more likely than one with a void

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    24/90

    24

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    25/90

    25

    an indeterminate or undened place or state:the no mans land between

    the two parties is where presidential contests are won and lost an

    unmapped no mans land between the traditional command economy and the

    market [count noun] a piece of unowned land or wasteland: between

    Riverside Drive and Central Park West was a no mans land, a zone of

    welfare tenements

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    26/90

    26

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    27/90

    27

    Denition of no mans land

    noun

    [mass noun]

    disputed ground between the front lines or trenches of two opposing

    armies:enemy soldiers facing you across no mans land

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    28/90

    28

    De term braakliggend terrein wordt op

    verschillende manieren gedenieerd:

    1 Braakliggend, door voormalige delfstofwinning,

    grootschalige industrie of verwaarlozing vernield terrein,

    dat in huidige staat, zonder cultuurtechnische werken

    onaantrekkelijk en onproductief is. (http://www.woorden-

    boek.nl/woord/braakliggend terrein)

    2 Een stuk grond dat geen functie vervuld en dat niet

    wordt onderhouden. Op een braakliggend terrein zijn

    vaak heel veel verschillende soorten wilde planten te

    vinden zoals muurpeper en Teunisbloem. Veelal komen

    deze terreinen voor rondom industrieterreinen, vaak is

    het terrein geschikt om op te bouwen, maar zolang er

    niets gebouwd wordt liggen ze braak. (http://nl.wikipedia.

    org/wiki/Braakliggend_terrein)

    3 (van grond) ongebruikt. (http://www.vandale.nl/

    opzoeken?pattern=braakliggend&lang=nn)

    4 Terrein dat ten behoeve van een nieuwe inrichting aan

    zijn vorige gebruik is onttrokken door ophogen, afgraven

    of niet meer onderhouden van het terrein wen waarvan

    de oorspronkelijke functie niet meer aanwezig is.

    (http://www.basisinformatie-amsterdam.nl/doku.

    php?id=inhoud:bkt:catalogus-bkt:kartoelementen:terrein)

    Bronvermelding defenities Niemandsland:

    Wasteland: "http://www.thefreedictionary.com/wasteland";

    Wasteland: "http://oxforddictionaries.com/denition/english/

    wasteland"; void (void): "http://www.thefreedictionary.com/

    void"; Defenition of void: "http://oxforddictionaries.com/

    denition/english/void"; Denition of no mans land: "http://oxforddictionaries.com/denition/american_english/no-mans-land ";

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    29/90

    pagina 29

    Er

    fen

    is

    3 BRON: Masterclass organische stedelijke ontwikkeling: Procesvoering en samenwerking; Platform31; Peek G.-J. Holt J.

    4 BRON: Artikelen BredaVandaag: Buurt wil dat Breda project Molenkwartier onteigent;

    D66 maakt zich zorgen ontwikkeling Molenkwartier

    HOOFDSTUK 2 NOODZAAK

    A DE ERFENIS VAN DE GOUDEN JAREN 90

    De laatste decennia kunnen gekarakteriseerd

    worden als optimistisch voor gebiedsont-

    wikkeling, geld was geen probleem, de markt

    was ongelimiteerd, bedrijven groeiden en

    globaliseerden, gemeentes investeerden met

    maatschappelijk geld in gebiedsontwikkeling en

    liepen daarmee hoge risicos. Bouwers, beleg-

    gers en andere financile instituties weken

    van hun kerntaken af door te investeren in

    gebiedsontwikkeling.

    De economische winst die te behalen viel

    met gebiedsontwikkeling is in veel gevallen lei-

    dend geweest voor de aankoop van bouwgrond

    door private partijen, er was bijna een garantie

    dat het ontwikkeld zou worden en dat er grote

    winsten behaald worden met de doorverkoopvan grond of het ontwikkelen van de grond tot

    woningbouw of kantoren.3

    Versterkt door de economische crisis is dit

    systeem echter uiteen gevallen, met gro-

    te financile gevolgen. De garantie dat het

    vastgoed afgenomen werd is verdwenen en

    ten gevolge hiervan is ook de financiering van

    de gebiedsontwikkeling minder kansrijk en

    lager geworden. Hierdoor zijn bedrijven failliet

    geraakt en focussen veel bedrijven zich weer

    op hun kerntaken en vindt er een desintegratieplaats van het systeem van gebiedsontwik-

    keling zoals tot nu toe gebruikelijk was. Vele

    gebiedsontwikkelingen kwamen onder grote

    druk te staan, zeker als er ook nog sprake was

    van een mismatch tussen de kwaliteit van de

    ontwikkeling (ruimtelijk) en de huidige vraag.

    Deze achterliggende problemen uitten zich

    ruimtelijk in twee zaken, namelijk leegstaan-

    de gebouwen en braakliggende terreinen. De

    ontwikkelingen die niet haalbaar bleken zijn,

    bleven hangen in de planontwikkeling terwijl de

    voorgaande functie al verdwenen is en de pan-den al gesloopt zijn. Om toch tot marktconfor-

    me ontwikkeling te komen is het zaak voor de

    ontwikkelaars en gemeentes om te herorin-

    teren, de markt te onderzoeken en een andere

    vorm van gebiedsontwikkeling op te zetten en

    daarbij soms de keuze te maken om af te zien

    van reeds gemaakte ontwikkelingen.

    Dit kost tijd en in die tijd blijven de gebieden en

    panden in veel gevallen leeg en ongebruikt. Dit

    heeft een grote impact op de waarde van deze

    gebieden, niet alleen op de economische waar-

    de, maar ook op de ruimtelijke kwaliteit en op

    de sociaal-maatschappelijke waarde van de

    gebieden. Met name binnenstedelijke braaklig-

    gende terreinen hebben een grote invloed op de

    ruimtelijke kwaliteit van de omgeving en soms

    van de stad en indirect op de waarde van vast-

    goed, woon- en werkcomfort, uitstraling etc.4

    Voorbeelden hiervan zijn het CSM terrein en

    het Molenkwartier aan de Teteringse dijk in

    Breda. Het CSM terrein, ten noordwesten

    van de binnenstad en het station, begrensd

    door het spoor de Mark en de Emer-Zuid is al

    jaren een doorn in het oog van de inwoners en

    bestuurders van de stad. Het enorme terrein

    waar de voormalige CSM fabriek stond is eenvan de meest in het oog springende plekken bij

    aankomst met de trein in Breda, geen goede

    eerste indruk. Daarnaast wekt de enorme

    schaal, (+25ha) van het gebied zowel verba-

    zing als verbeelding op. Het is een gebied waar

    iedereen iets mee wil maar waar alleen de

    eigenaar zeggenschap over heeft. Mede door

    de afwachtende houding van CSM, die een hoge

    prijs vraagt voor de grond in combinatie met de

    huidige situatie in Breda krijgen de gemeente

    vaak de schuld voor het feit dat het terrein

    nog steeds braak ligt. Daarnaast vormt hetgebied een schraal contrast met het hoge

    ambitieniveau dat in de spoorzone nagestreefd

    wordt. De enorme leegte heeft geen positief

    effect op de waarde van het vastgoed in de

    omgeving en de kwaliteit en uitstraling van

    Breda als stad. Het is immers de binnenkomer

    van de stad met de trein.

    Het Molenkwartier is een vergelijkbaar ver-

    haal, hoewel op een geheel andere schaal. Op

    dit terrein aan de Teteringse dijk en het spoor

    richting Tilburg. Hier is na de sloop van een

    aantal bedrijfspanden een behoorlijke rom-mel achtergelaten, terwijl dit gebied midden

    in een woonwijk ligt. Niet alleen staan er nog

    panden half overeind, de ondergrond is sterk

    verontreinigd en gevaarlijk, terwijl het terrein

    niet goed afgesloten en beheerd wordt door de

    eigenaar. Het gevolg is dat het gebied een ver-

    rommelende en verpauperende invloed heeft

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    30/90

    pagina 30

    5 zie bijlage raadsvragen en antwoorden Molenkwart ier

    6 BRON: Verkenning ruimtelijke kwaliteit , VROMraad, 2011. p.17

    op de directe omgeving. Er klinkt een sterk

    maatschappelijk geluid om iets aan de situatie

    te doen, ook D66 heeft raadsvragen5gesteld

    aan het college wat er aan de huidige situatie

    gedaan kan worden. Zowel de gemeente, de

    bewoners en de eigenaar lijden onder deze situ-

    atie. De waarde van het gebied steekt schril af

    tegen het bedrag dat er ooit voor betaald is.

    In de onbepaalde tijd dat een gebied braak ligt

    lopen verschillende partijen dus schade op. De

    vraag is dan ook hoe de verwachte waardes te

    waarborgen zijn of hoe er in ieder geval maat-

    schappelijke waarde en ruimtelijke kwaliteit

    gecreerd kan worden in de tussentijd.

    B WAARDE VAN TUSSENTIJDSE ONTWIKKELING

    Om de waarde van een braakliggend terrein, of

    een gebied in het algemeen te bepalen is hetbelangrijk om deze als eerste helder te defini-

    eren. De waarde voor dit onderzoek is gedefi-

    nieerd naar de definitie die de VROMraad heeft

    vastgesteld in het onderzoek Verkenning

    ruimtelijke kwaliteit.

    1 RUIMTELIJKE KWALITEIT

    Voor de VROM-raad is ruimtelijke kwaliteit de

    balans tussen de drie waarden van Vitruvius,

    toegepast op de ruimte: de gebruikswaarde,

    belevingswaarde en toekomstwaarde van

    gebieden, projecten en gebouwen.- Bij gebruikswaarde gaat het om functionali-

    teit, om nut en noodzaak van het program-

    ma dat wordt ontwikkeld in combinatie met

    gebruik van de eigenschappen van het gebied.

    - Bij de belevingswaarde gaat het om zaken als

    beeldkwaliteit, het mooie, het gevoel van

    (toekomstige) gebruikers.

    - De toekomstwaarde, tot slot, gaat om het

    vermogen om ruimtelijke gevolgen van veran-

    derende omstandigheden op te vangen.

    De drie waarden tezamen, de samenhang en

    synergie daartussen, vormen de groteredefinitie van ruimtelijke kwaliteit. Dit incorpo-

    reert het esthetische in een veel breder begrip

    van kwaliteit, namelijk dat het werkt. De twee

    niveaus van de kleine en grote ruimtelijke

    kwaliteit wil de VROM-raad expliciet onder-

    scheiden: ruimtelijke kwaliteit wordt vaak

    versmald tot het esthetische, terwijl het pas

    ontstaat als er een balans is tussen de drie

    waarden.6

    Deze drie waardes die samen ruimtelijke

    kwaliteit vertegenwoordigen zullen voor dit

    onderzoek van belang zijn, als deze waardes

    gegarandeerd kunnen worden dan zullen de

    sociaal-culturele en economische waarde van

    een gebied op termijn ook hoger worden.

    Een voorbeeld waar die waardes op een voor

    dit onderzoek relevante manier goed aanwezig

    zijn in Breda is Belcrumbeach. De kop van de

    oude Belcrumhaven is ooit door de gemeente

    aangekocht met de intentie om een woonmilieu

    aan het water te realiseren. Er is echter nooit

    genoeg geld en vraag geweest naar dit gebied

    waardoor besloten is om het gebied 10 jaar

    lang tijdelijk te ontwikkelen met onder andere

    een stadsstrand en een skatehal. Daarvoorgebeurde er niets, geen belevingswaarde, geen

    gebruikswaarde en geen toekomstwaarde en

    dus ook geen sociaal-economische waarde

    (niemand kende het gebied immers) en geen

    economische waarde (er was geen vraag naar

    enige vorm van gebruik op het gebied). De

    realisatie van een stadsstrand is een vorm

    van placemaking die de ruimtelijke kwaliteit

    langzaam maar zeker doet terug komen en

    belangrijker nog, van dit gebied een plek maakt

    in de stad. Je kan hier de hypothese neerleg-

    gen dat er wel interesse is van verschillende

    partijen als er over 10 jaar plannen gemaaktworden voor de stad. Een hypothese die in

    Amsterdam al veelvuldig op gaat. Zo lopen er in

    Amsterdam-Noord al enige tijd ontwikkelingen

    die dit stadsdeel op de kaart zetten. Bijvoor-

    beeld de Tolhuistuin heeft tot zoveel interactie

    en aantrekkingskracht geleid dat er steeds

    meer alternatieve werk en verblijfsconcepten

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    31/90

    pagina 31

    Be

    lev

    ingswaar

    de

    /

    Ge

    bru

    ikswaar

    de

    /

    Toe

    komstwaar

    de

    7 BRON: Vormgeven aan de spontane stad, PBL & Urhahn Urban Design, 2012

    worden uitgetest, zoals nu in de Shell-toren,

    waar creatieve ondernemers zich kunnen

    vestigen tegen aantrekkelijke huren. Maar een

    belangrijker bewijs van de aantrekkingskracht

    is de recente opening van het Filmmuseum in

    de directe omgeving van de Tolhuistuin. Heel

    langzaam ontstaat er door stadsplanning en

    kleinschalige initiatieven samen een nieuw,

    interessant en dynamisch stadsdeel. In steden

    als Arnhem, Leiden, Groningen en Maastricht

    wordt ook steeds meer gexperimenteerd met

    dit gegeven in de hoop vastgelopen ontwikke-

    len weer in gang te zetten.

    Toekomstwaarde

    Geen enkele van deze componenten is zichtbaar verte-

    genwoordigd op een braakliggend terrein. Het gevolg is

    dat er ook geen kansen gezien worden om de situatie

    structureel te verbeteren.

    Gebruik

    swaard

    e B

    elevingsw

    aard

    e

    ?

    C TIJDELIJKE ONTWIKKELING ALS

    MOGELIJKE OPLOSSING

    Een tussentijdse invulling of ontwikkeling

    op een braakliggend terrein kan het terreinruimtelijke kwaliteit genereren. Een tijdelijke

    functie zal impact hebben op de wijze waarop

    de partijen in de stad tegen het gebied en de

    eigenaar aankijken. Zoals een eigenaar die zijn

    grond verwaarloosd weerstand zal oproepen,

    zal een eigenaar die zijn grond ontwikkelt (tij-

    delijk of permanent) met oog voor de omgeving

    steun krijgen. Voorbeelden hiervan zijn te

    vinden in Coolhaven in Rotterdam waar op een

    braakliggend terrein met steun en toestem-

    ming van de grondeigenaar, een ontwikkelgroep

    bestaande uit een ontwikkelaar, woningcor-

    poratie en gemeente een stadsstrandpark isgerealiseerd. En op een ander braakliggend

    terrein een buurtpark is gerealiseerd door

    buurtbewoners.7

    Een tijdelijke ontwikkeling zal dan ook in de

    eerste plek maatschappelijke waarde gene-

    reren. Daarnaast kan het een verbetering zijn

    voor de ruimtelijke kwaliteit.

    Bijvoorbeeld het inzaaien van een terrein met

    klaprozen leidt tot een verbeterde belevings-

    waarde. Het maken van een bloementuin of

    groententuin samen met omwonenden leidt

    tot een verbeterde belevingswaarde en ge-

    bruikswaarde, en sociaal-maatschappelijke

    waarde. Beide interventies zetten het gebied

    op de mental map van omwonenden en pas-

    santen. En daarmee krijgt het gebied ook

    meer aandacht, ook de bouwplannen van de

    ontwikkelaar worden weer meer gezien door

    de potentile kopers. Zodoende kan je stellen

    dat er uiteindelijk ook voor de ontwikkelaar zin

    heeft om tijdelijk gebruik toe te staan.

    PRAKTIJKVOORBEELD:

    HET LANDGOED VAN COOL TOT TERHAVE

    Aan de Coolhavenkade in Rotterdam is ooit een

    appartemententoren gepland door een con-sortium van verschillende publieke en private

    partijen, deze toren is nooit gebouwd omdat

    de financiering en de verkoop van de apparte-

    menten nooit is rondgekomen. Lange tijd lag

    de bouwkavel braak totdat een tuinontwerper

    en bioloog de potentie probeerde te benutten

    door een stadstrandpark te ontwikkelen, later

    is de stadsocioloog Frederique Kreeftenberg

    zich bezig gaan houden met de sociale compo-

    nent van dit idee en is een volwaardig voor de

    buurt functionerend park ontwikkeld. Be-

    langrijk hierbij is dat de enige bestaansredenvan het park de buurt is. Het park is volledig

    gerealiseerd en de activiteiten worden volledig

    georganiseerd door buurtbewoners en onder-

    nemers. Hierdoor is een grote sociale betrok-

    kenheid ontstaan voor het park maar is de

    sociale cohesie binnen de buurt ook versterkt.

    ONTWIKKELING

    De ontwikkeling van het park is met name

    interessant omdat het in eerste instantie

    gebruik maakte van overeenkomsten met de

    grondeigenaar die van korte duur waren. Eerst

    mochten ze n seizoen gebruik maken vanhet gebied, vervolgens nog n en ga zo maar

    door. Inmiddels bestaat het een aantal jaar en

    heeft het een belangrijke plek ingenomen in

    het publieke leven van de wijk. Zo ver dat er

    nu wordt nagedacht hoe het model van een

    actief meedenkende en participerende wijk

    een rol kan hebben in de ontwikkeling van de

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    32/90

    pagina 32

    8 BRON: Interview Frederique Kreeftenberg, cordinator Landgoed van Cool tot Terhave, zie bijlage

    complete kop van Coolhaveneiland. Zo ontstaat

    er een gezonde mix van goedgezindheid jegens

    de ontwikkelaar, een verkoopbaar plan en

    een toegevoegde waarde aan de wijk. Dit was

    nooit gebeurd als het consortium wel in staat

    was geweest om de appartementen in eerste

    instantie bouwen.8

    REFLECTIE

    De ontwikkeling van het stadstrandpark van

    tijdelijke invulling naar vorm van gebiedsont-

    wikkeling is interessant. In het geval van De

    Kyker zou een tijdelijke ontwikkeling een zelfde

    effect kunnen genereren als de appartemen-

    ten niet verkocht worden. Het zou van een

    tijdelijke ontwikkeling kunnen groeien naar

    tussentijdse gebiedsontwikkeling. Niet omdat

    de gemeente dat wil, maar meer omdat de wo-

    ningen niet meer conform zijn met de marktsi-tuatie. Door de eindgebruiker een actievere rol

    te geven ontstaat er dus een beter verkoop-

    baar plan dat ook daadwerkelijk omarmt kan

    worden door de buurt.

    PRAKTIJKVOORBEELD:

    SPHINXPARK MAASTRICHT

    De gemeente Maastricht heeft recent een

    structuurvisie vastgesteld voor de stad tot

    2030. Hierin werd duidelijk dat de stad met

    krimp te maken krijgt, dat er flink wat af-

    geschreven moest worden op gemeentelijkegronden bestemd voor nieuwe ontwikkelingen,

    die voorlopig niet reel zijn.

    Deze condities leiden ertoe dat de gemeente

    Maastricht haar rol in de ruimtelijke ontwik-

    keling moest overdenken. De structuurvisie

    is de start geweest om niet meer planmatig

    te ontwikkelen, maar juist een voorwaarden

    scheppend beleid te maken dat andere partijen

    uitdaagt de stad in te gaan vullen. De Bredase

    situatie is vergelijkbaar met die van Maas-

    tricht.

    Het valt echter niet te verwachten dat de

    marktpartijen ineens dolenthousiast de nieuwe

    visie van de gemeente gaan omarmen. Het is

    een langzaam proces van transitie, die op vele

    fronten een andere houding vergt van alle

    partijen.

    De gemeente Maastricht neemt een meer

    coperatieve positie in, dus waar ze eerst vaak

    het initiatief en de controle in handen wilde

    hebben is het nu de bedoeling dat externe

    partijen met initiatieven moeten komen, de

    gemeente zal vervolgens helpen om dit moge-

    lijk te maken.

    Om ervoor te zorgen dat de stad de gemeente

    daadwerkelijk kan vinden is het Maastrichtlab

    opgericht, speciaal om die verbinding met de

    stad aan te gaan. Het Maastrichtlab probeert

    partijen te verbinden, projecten aan te jagen

    en te experimenteren met andere vormen van

    gebiedsontwikkeling.

    En van die experimenten is het Sphinxpark,

    een braakliggend terrein waar de gemeente

    onderzoekt hoe het park van de toekomst er-uit ziet. Hierbij proberen ze antwoord te geven

    op vragen als:

    - Wat is de rol van een park voor een stad en

    haar gebruikers in de 21e eeuw?

    Hoe geef je beleidsparticipatie vorm via een

    open proces met stakeholders al in de ont-

    werpfase aan tafel ?

    - Wie is de eindgebruiker van het gebied? Welke

    verantwoordelijkheid willen de gebruikers op

    zich nemen en in ruil waarvoor?

    - Verbindingen creren is essentieel: fysiek (zo-

    wel klein als groot denken), economisch (finan-

    cile dragers, beheer), verleden en toekomst

    (identiteit respecteren, maar iets nieuws

    willen en kunnen toevoegen).

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    33/90

    pagina 33

    Her

    de

    fn

    it

    iev

    an

    het

    pro

    bleem

    9 BRON: Interview Tima van der Linden, projectleider M-lab, zie bijlage.

    Door middel van uit proberen en het experi-

    ment aangaan, partijen de kans geven probe-

    ren ze lessen te trekken uit de experimenten

    en vorm te geven aan antwoorden op de vra-

    gen. De risicos zijn er niet hoog, er kan dus ge-

    rust gefaald worden. Op dit moment zijn er een

    groot aantal kleine partijen in het park actief

    die kleinschalige projecten runnen met ver-schillende insteek. Zo is er een imker, worden

    er safaris gedaan, een klein festival gehouden

    (piquenique electronique) ruimtelijke experi-

    menten uitgevoerd zoals Lost Framework van

    Studio Stad en de Sphinx Tank van de studie

    architectuur van de Fachhochschule Aachen en

    hebben Maurer Architects United een tijdelijk

    paviljoen gebouwd in het park.9

    REFLECTIE

    In relatie tot alle gebieden die de gemeente

    in handen heeft en niet weet wat er mee tedoen. Nadoen! Er is niets mis met een grotere

    betrokkenheid van burgers bij de ruimtelijke

    ontwikkeling van de stad. Daarnaast is het

    simpelweg een goede verkenning van de moge-

    lijkheden die het gebied zoals het Savalterrein

    biedt. Ten slotte biedt het de potentie om

    bijvoorbeeld onderzoek te doen naar onderwer-

    pen die een minder directe relatie hebben met

    ruimtelijke ordening, maar wel belangrijk zijn

    voor de beleving van de ruimte. Bijvoorbeeld

    bijen houden, landschapskunst etc.

    D CONCLUSIE

    Op het eerste gezicht lijkt het heel simpel,

    de noodzaak om deze gebieden op een andere

    manier te ontwikkelen is evident, maar toch

    gebeurt er niets. Er spelen belangen dit zich

    niet aan de oppervlakte van het braakliggend

    terrein uitten. Het feit dat de terreinen braak

    liggen is slechts een ruimtelijke uiting van die-

    per liggende oorzaken en processen die er voor

    zorgen dat andere partijen en ontwikkelingen

    niet toegelaten worden op deze gebieden.

    Hieruit is een nieuwe probleemstelling te halen,

    namelijk:

    Braakliggende terreinen zijn slechts een symp-

    toom van veel complexere en diepere proces-

    sen die op het eerste gezicht niet zichtbaar

    zijn, om de huidige situatie goed te kunnen

    aanpakken moeten deze processen blootgelegd

    worden en moet er een antwoord op de oorza-

    ken geformuleerd worden alvorens te kunnen

    beginnen met het tijdelijke of geleidelijke ont-

    wikkeling van braakliggende terreinen.

    Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag:

    Wat zijn de dieper liggende oorzaken en proces-sen die ervoor zorgen dat de terreinen braak

    liggen met het oog op tijdelijke of geleidelijke

    ontwikkeling van deze terreinen?

    In het volgende hoofdstuk zullen deze oorzaken

    belicht worden waarna er aan de hand van case

    studies op specifieke situaties ingegaan kan

    worden.

    INVESTERING

    VERANTWOORDELIJKHEID

    ONTWIKKELPOTENTIE

    VERVUILING

    WETTEN EN REGELS

    AFSPRAKEN

    BRAAKLIGGEND

    TERREIN

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    34/90

    pagina 34

    HOOFDSTUK 3

    ONDERLIGGENDE OORZAKEN

    In het spel van gebiedsontwikkeling zijn diverse

    partijen betrokken. De gemeente in de rol van

    publiekrechtelijke instantie en eventueel in de

    rol van grondeigenaar en de samenwerkende

    grondeigenaren en ontwikkelpartijen. In de

    jaren negentig zijn er door de enorme winst-

    mogelijkheden veel andere partijen bijgekomen

    zoals beleggers en investeerders uit andere

    sectoren (bijvoorbeeld pensioenfondsen) en zijn

    ook bouwbedrijven en corporaties gaan inves-

    teren in grond om zo maximaal te profiteren

    van de verdienmogelijkheden. Toen er ver-

    sterkt door de crisis veel bouwprojecten niet

    van de grond kwamen zijn er langzaam maar

    zeker stemmen opgegaan in de samenleving die

    andere ideen kregen voor de braakliggende

    gebieden. Deze initiatiefnemers hebben eenander positie in het proces, een ander doel en

    andere middelen dan de gemeente en ontwik-

    kelpartijen. Deze initiatiefnemers hebben veel

    moeite om voet aan de grond te krijgen bij an-

    dere partijen omdat ze weinig invloed, geld en

    middelen hebben en omdat ze in moeten breken

    in reeds gesmede verhoudingen.

    De dieper liggende oorzaken en processen die

    ervoor zorgen dat terreinen braak liggen zijn te

    herleiden naar de onderlinge relaties en afspra-

    ken tussen de verschillende partijen. Dit hoofd-stuk is zo verdeeld dat de oorzaken in twee

    situaties geordend zijn: het voorbereidingsfa-

    se, waarin de factoren aan het licht komen die

    er voor zorgen dat terreinen braak liggen en de

    intentiefase als er wel een wil tot tussentijdse

    ontwikkeling is, maar het niet lukt om de wil te

    realiseren. Binnen deze twee hoofdgroepen zijn

    de oorzaken per relatie, elke oorzaak ontstaat

    immers uit een relatie tussen de verschillende

    partijen. De indeling hierin is als volgt:

    Voorbereidingsfase

    Intentie tijdelijke ontwikkeling

    - ontwikkelaar

    - initiatiefnemers

    - gemeente

    - gemeente

    - ontwikkelaar

    - gemeente

    - ontwikkelaar

    - ontwikkelaar

    - initiatiefnemers

    - gemeente

    - ontwikkelaar

    - stad

    Hierbij moet opgemerkt worden dat de ge-

    meente voor de onderzochte cases geen

    grondeigenaar is, maar altijd de publiekrech-

    telijke rol heeft. Initiatiefnemers kunnen

    verschillende partijen vanuit de samenleving

    zijn en de eigenaren en ontwikkelaars zijn altijd

    zelfstandige marktpartijen of corporaties.

    Ontwikkelaar /

    Eigenaar

    Ontwikkelaar /

    Eigenaar

    Gemeente

    Initiatiefnemer

    InitiatiefnemerOntwikkelaar/

    Eigenaar

    Gemeente

    VOORBEREIDINGSFASE

    A GEMEENTE-ONTWIKKELAAR

    In diverse processen die zich afspelen of af

    hebben gespeeld tussen de gemeente en de

    ontwikkelaars van bouwprojecten is de basis

    gelegd voor de huidige status-quo, het braak

    liggen van al die gebieden in Breda.

    Het grootste deel van alle terreinen in Breda

    is in handen van particuliere grondeigenaren,

    bouwbedrijven, ontwikkelaars, woningcorpo-raties en investeringsmaatschappijen. Vrijwel

    al deze partijen hebben plannen gemaakt om

    nieuwbouwprojecten op deze terreinen te ont-

    wikkelen, vrijwel al deze plannen zijn in de tijd

    gemaakt dat er nog geen vuiltje aan de lucht

    was en dat er nog flinke opbrengsten gemaakt

    konden worden.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    35/90

    pagina 35

    Status

    quo

    Ontwikkelaar/

    EigenaarOntwikkelaar/

    Eigenaar

    Eindgebruiker

    Gemeente

    Wat kenmerkend was (en nog steeds is) voor de

    planvorming in die tijd, is dat de planvorming

    gebaseerd is op gezond wantrouwen tussen

    de particuliere partijen en de gemeente. De

    particulieren partijen zochten de grenzen van

    de voorwaarden die de gemeente stelde op

    en de gemeente had als belangrijkste taak de

    kwaliteit van de voorgestelde plannen te waar-

    borgen. Elke stap, elke uitgave, elke verant-

    woordelijkheid werd van te voren vastgelegd

    om te verzekeren dat het plan daadwerkelijkuitgevoerd werd zoals het voorgesteld werd.

    Elke onzekerheid werd van te voren uit de lucht

    genomen.

    1 PROCES VAN GEBIEDSONTWIKKELING

    In het proces van de ontwikkeling van een

    gebied door een particuliere partij ligt het ini-

    tiatief bij de ontwikkelaar. De gemeente stelt

    de kaders op om de ontwikkeling wenselijk en

    mogelijk te maken. Als het bestaande bestem-

    mingsplan voldoet dan volstaat de gemeente

    met legesheffing en wellicht afspraken overbeheer en gebruik.

    In veel gevallen zal het bestemmingsplan

    niet volstaan, waarna het proces van aan-

    passing van het bestemmingsplan in werking

    gesteld wordt. In het schema op de volgende

    pagina wordt weergegeven hoe dit in zijn werk

    gaat.

    Als eerste stap vraagt de ontwikkelaar plano-

    logische medewerking aan om tot realisatie

    te komen van zijn plan. Dit mondt uit in een

    principeverzoek, dat als doel heeft het wijzigen

    van het bestemmingsplan om de ontwikkelingmogelijk te maken. Als de gemeente hiermee

    akkoord gaat wordt er een intentieovereen-

    komst tussen de partijen getekend waarin

    hoofdzakelijk de werkafspraken worden

    vastgelegd. Vervolgens begint de gemeente

    met het opstellen van gemeentelijke randvoor-

    waarden in dialoog met de ontwikkelaar zodat

    er een haalbaar en reel pakket voorwaarden

    ligt. Zodra met gezamenlijk tot de conclusie

    is gekomen dat de voorwaarden haalbaar en

    duidelijk zijn wordt de volgende fase ingegaan.

    Deze tweede fase heeft als doel het plan te

    toetsen aan de gemeentelijke randvoorwaar-

    den. Hierin moet de ontwikkelaar zijn plannen

    dus zo goed mogelijk aan die voorwaarden laten

    voldoen. Zodra er getoetst is en het plan is

    goedgekeurd gaat het proces de derde stap in,

    het afsluiten van de anterieure overeenkomst.

    Dit is het moment voor de betrokken parijen

    om de belangen te regelen, deze belangen gaan

    van taakverdeling, tot kostenverdeling, tot

    planschade en overdracht rechten en ver-

    plichtingen. Deze overeenkomsten zijn vaak

    zo strak geregeld zodat er duidelijk is over en

    weer.

    In het verleden werden deze processen vaakingezet om een zo hoog mogelijke kwaliteit te

    genereren en stedenbouwkundig goed ver-

    ankerde plannen te maken. De gemeente kon

    de randvoorwaarden opstellen en daarmee

    (in onderhandeling) sturen op een wenselijk

    resultaat.

    Dit was echter buiten een snel veranderen-

    de werkelijkheid gerekend die door vrijwel

    alle betrokken partijen te rooskleurig werd

    ingeschat blijkt achteraf. Niemand had er op

    gerekend dat de situatie wel eens een wendingkon nemen waardoor een deel van de plannen

    nooit uitgevoerd zou worden. Geen geld, geen

    aansluiting bij de markt zijn de belangrijkste

    redenen.

    Het gevolg is leegstand en braakliggende

    terreinen en overeenkomsten tussen gemeen-

    te en ontwikkelaar die nauw gedefinieerd is

    dat er geen vrijheid meer is om hier van af te

    wijken buiten de voorgestelde ontwikkeling

    om. Met als gevolg dat de ontwikkelaar aan zijn

    plan vasthoudt, deels uit hoop op betere tijden

    maar ook deels uit angst zijn bouwvergunningte verliezen. De gemeente kan geen andere

    opties verkennen omdat ze hiermee tegen de

    afspraken in zou gaan en als ze niet oppast

    contractbreuk pleegt, de ontwikkelaar wil het

    liefst niet het hele proces opnieuw doorlopen

    en wacht daarom op betere tijden (met alle

    kosten van dien).

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    36/90

    pagina 36

    principeverzoek

    intentie overeenkomstgemeente en ontwikkelaar

    werkafspraken

    DOEL:

    Wijziging

    bestemmingsplan;

    mogelijk maken

    ontwikkeling

    gemeentelijke

    randvoorwaarden

    CONCLUSIE

    gezamenlijk

    haalbaarheidsonderzoek

    haalbaar + duidelijke randvoorwaarden

    ONTWIKKELAAR

    BOUWPLANNEN:vraag planologische

    medewerking

    PROCES GEBIEDSONTWIKKELING

    FASE 1

    FASE 2

    indialoogmetontwikkelaar

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    37/90

    pagina 37

    DOEL:

    Toetsen plan

    gemeentelijke

    randvoorwaarden

    samenwerkings

    overeenkomst

    het moment om

    gemeentelijke

    belangen te regelen

    DOEL:

    Regels alle

    kosten als gevolg

    van ruimtelijke

    ontwikkeling

    ontwikkelaar maakt plan;

    gemeente begeleidt

    Plan getoetst

    +

    goedgekeurd

    anterieure overeenkomst

    over grondexploitatie

    vaststelling nieuw bestemmingsplan

    GEMEENTE - ONTWIKKELAAR

    FASE 2

    FASE 3

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    38/90

    pagina 38

    10 BRON: Common Fence als ontmoetingsplek Groenoord, Leiden.nu, Post R. 2013,

    http://www.leiden.nu/cultuurevenementen/common-fence-als-ontmoetingsplek-in-groenoord/

    Ten slotte draagt ook de financier van de

    plannen bij aan het voortduren van de hui-

    dige situatie, meestal is dit een bank of een

    investeerder die verwacht het bedrag dat is

    uitgeleend terug te krijgen. De druk van deze

    partijen is zo hoog dat de ontwikkelaar van de

    nieuwbouwplannen weinig opties heeft, behal-

    ve het doorzetten van de plannen. Een nieuw

    plan brengt immers nieuwe (niet ingecalculeer-

    de) risicos met zich mee.

    Een andere partij tijdelijk de gebruiksrech-

    ten van de locatie te geven is in deze contextveel te risicovol, mogelijk wordt er door gebrui-

    kers gebruiksrecht geclaimd op basis van de

    tijd, energie en geld dat ze erin stoppen.10Het

    financile belang speelt een grote rol om de ge-

    bieden veilig ongemoeid te laten totdat de reeds

    ingezette planvorming gerealiseerd kan worden.

    Voortgang van de planontwikkeling, op het

    niveau van Breda, maar feitelijk op het niveau

    van heel Nederland zit na 5 jaar crisis vast.

    Alleen een aantrekkende economie, meer

    investeringen, meer handel, meer winst enten slotte meer vraag naar nieuwe kantoren

    en woningen biedt een uitweg voor de huidige

    status quo. Dit is een slechte situatie, het

    financile belang is zo groot dat plannen alleen

    gemaakt en uitgevoerd kunnen worden als er

    een garantie is dat de opgeleverde gebouwen

    afgenomen worden. Wat er nu gebeurd is dat

    de partijen niets anders kunnen doen dan

    wachten totdat het geld weer terugkeert, in

    de vorm van kopers, financiering of leningen.

    Andere partijen krijgen geen ruimte, mede

    omdat de overeenkomsten zo weinig ruimte

    bieden en de angst van de eigenaren dat zegeen controle over hun eigendom meer hebben.

    De kans dat de hoogtijdagen van voor de crisis

    terugkeren is klein, nieuwbouwplannen zullen

    in de toekomst kleiner en flexibeler moeten

    worden om in een onzekere markt te overle-

    ven. Deze tijd legt twee problemen bloot van de

    huidige planvorming. Namelijk dat de plannen

    niet voldoende vraaggericht zijn en dat er heel

    weinig aanpassingsmogelijkheden zijn als de

    overeenkomsten eenmaal getekend zijn. Met

    het oog op de huidige situatie en de toekomst

    is het daarom aan te bevelen om de manier

    waarop overeenkomsten opgesteld worden te

    herzien. Een punt is hierin erg belangrijk, na-

    melijk dat er, als er na een bepaalde periode na-

    dat de overeenkomst getekend is niet gebouwd

    is, beide partijen de mogelijkheid hebben om de

    andere partij uit te nodigen het contract aan

    te passen. Hiermee wordt het voor de gemeen-

    te makkelijker om tijdelijke initiatieven openlijk

    te ondersteunen en wordt het voor de ontwik-

    kelaar makkelijker om mogelijke aanpassingen

    in de nieuwbouwplannen voor te stellen binnen

    nieuwe voorwaarden en afspraken.

    2 DUIDELIJKHEID IN PLANVORMINGIn de huidige situatie ligt er in Breda 160 ha

    braak, dat is een oppervlakte ongeveer ter

    grootte van de binnenstad van Breda.

    Oppervlakte ter grootte van de binnenstad.

    Voor een groot deel van deze locaties is het

    perspectief onduidelijk: het is niet altijd helder

    wat de status is van de plannen en afspraken,

    wat de gemeente wil met de locaties en binnen

    welke tijdsperiode de locaties ontwikkeld

    zouden moeten worden. Met de ontwerpstruc-

    tuurvisie Breda 2030 wordt al een eerste stapgezet richting een scherper beeld, maar nog

    steeds blijft de gemeente heel algemeen. Zo

    worden er op dit moment verwacht dat er 11

    terreinen voor 2020 (bedrijven) of 2023 (wo-

    ningbouw) ontwikkeld worden, dit is respectie-

    velijk 7 of 10 jaar voordat dit alles ontwikkeld

    is. Van 14 terreinen wordt er afgewogen of

    Gemeente Grondeigenaar

    Bank

    Investeerder

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    39/90

    pagina 39

    Tijde

    lijk

    n

    ie

    t

    bouwen

    als

    strateg

    ie

    ontwikkeling wel of niet haalbaar is. Dit terwijl

    het helemaal niet zeker is dat deze planning

    gehaald gaat worden en of dit berhaupt

    aansluit op de marktvraag. In de structuur-

    visie worden veel opties opengehouden, om

    te kunnen anticiperen op ontwikkelingen,

    maar ook om te voorkomen dat de gemeente

    schadeclaims krijgt van de betrokken par-

    ticuliere partijen. Over de 14 terreinen waar

    ontwikkeling wordt afgewogen, wordt gesteld

    dat tijdelijke invulling een optie is om het gat

    in de traditionele programmas van wonen en

    werken voor de komende 10 tot 15 jaar op te

    vangen. De primaire verantwoordelijkheid ligt

    bij de eigenaar, maar ook de gemeente heeft een

    verantwoordelijkheid.11

    Tevens wordt er in het beleidsstuk Stedelij-

    ke Programmering 2020 Koers gezet gesteld:

    Wij geven in principe prioriteit aan realisa-

    tie van plannen waarvoor een planologischeprocedure loopt of is doorlopen en/of waar-

    voor exploitatie- of samenwerkingsovereen-

    komsten zijn gesloten.12Hierbinnen wordt de

    mogelijkheden onderzocht voor welke plannen

    het aanbod niet aansluit bij de vraag om het

    programma vraaggericht om te buigen.

    Voor de vele terreinen die te klein zijn om in

    de structuurvisie genoemd te worden maar

    waarvoor de planologische procedure wel al

    loopt of is afgerond is er dus geen helderheid

    over de termijn waarop ze ontwikkeld zullenworden. De ontwikkeling is vaak afhankelijk

    van de marktomstandigheden. Het kan daarom

    lang duren voordat een project daadwerkelijk

    gerealiseerd wordt. Zo ligt een terrein aan de

    Vogelenzanglaan al 6 jaar braak, omdat de eige-

    naar WonenBreburg het niet voor elkaar krijgt

    de nieuwbouw te realiseren. Tegelijkertijd is

    er de frustratie van omwonenden dat ze al 6

    jaar naar hekken moeten kijken zonder helder

    perspectief en het onbegrip van het feit dat de

    woningen die er stonden voor niets verwijderd

    werden.

    In zowel de structuurvisie als de stedelijkeprogrammering wordt, buiten een aantal voor-

    zetten om, niet besproken hoe de terreinen die

    10 tot 15 jaar braak liggen concreet aangepakt

    kunnen worden. Hoe de tijdelijke invulling vorm

    krijgt of hoe de eigenaar op haar verantwoor-

    delijkheid aangesproken kan worden wordt niet

    duidelijk.

    De onzekerheid die in deze situatie heerst is

    de bron voor initiatiefnemers om voorstellen

    te doen bij de gemeente en grondeigenaren om

    deze terreinen enigszins leefbaar te houden.

    Het feit dat ze geen reactie krijgen is direct

    gerelateerd aan de onzekerheid omtrent de

    nieuwbouwplannen. De marktpartijen zijn

    genoodzaakt hun plannen in de lucht te houden

    ook al krijgen ze de plannen niet verkocht. De

    gemeente speelt geen actieve rol om andere

    opties gezamenlijk te onderzoeken. Terwijl de

    marktpartijen maar al te goed beseffen dat

    er voorlopig geen verandering in de situatie

    komt maar tegelijkertijd bang zijn om hun

    vergunningen te verliezen als ze niet vasthou-

    den aan de huidige plannen. Als oplossing werd

    op een bespreking over stadslandbouw tus-

    sen gemeente en marktpartijen gesteld door

    Rasenberg en WonenBreburg dat het woning-

    bouwprogramma gewaarborgd moeten wordenvoor een bepaalde periode voordat ze kunnen

    en willen kijken naar andere tijdelijke opties.

    UitstelStart Herstart

    5 jaar

    Tijd voor tijdelijkheid

    NIET BOUWEN ALS INSTRUMENT

    Het aanspreken van een eigenaar op zijn

    verantwoordelijkheid is niet genoeg, tijdelijke

    invulling heeft geen prioriteit voor de eigenaar

    en er zijn geen afspraken waarin de verant-

    woordelijkheid om zorg te dragen voor een

    leefbare functie in de tussentijd is vastgelegd.

    De eigenaar heeft die verantwoordelijkheid

    niet en kan vaak het risico niet permitte-

    ren dat anderen op zijn terrein een tijdelijke

    invulling uitoefenen terwijl er de hoop is dat de

    nieuwbouwplannen altijd door kunnen gaan. Degemeente zou in overleg met de particuliere

    partijen ook periodes waarin in ieder geval niet

    ontwikkeld gaat worden op kunnen stellen en

    deze tegelijkertijd kunnen koppelen aan garan-

    ties voor de marktpartijen dat ze in ieder geval

    n die periode wel mogen bouwen volgens de

    verkregen vergunningen en afspraken. Hiermee

    11 BRON: Ontwerp structuurvisie Breda 2030, Gemeente Breda, 2013, p. 98-100

    12 BRON: Stedelijke Programmering 2020 Koers gezet, Gemeente Breda, 2010, p. 18

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    40/90

    pagina 40

    wordt een weloverwogen keuze om een periode

    niet te bouwen een instrument om het waar-

    deverlies van deze terreinen en omgeving tegen

    te gaan. En opent zich een venster in de tijd die

    tijdelijke ontwikkeling mogelijk maakt. Een ga-

    rantie van vijf jaar is voor een ondernemer met

    een tijdelijke horecavoorziening al interessant.

    De investering van tijd en energie kan worden

    terugverdiend zonder de onzekerheid dat het

    ineens over kan zijn.

    In deze context verandert de rol van de

    gemeente, van regelgever en toetser naar

    een partij die het algemeen belang op de lange

    termijn verbindt aan het algemeen belang de

    korte termijn. Die eigenaren moet stimuleren

    om hun primaire belang op een andere manier

    moet proberen te bereiken. Door juist eerst

    heldere keuzes te maken en dit vervolgens te

    koppelen aan bepaalde garanties wordt het in-

    teressant voor particuliere partijen om op eenandere manier tegen hun bezit aan te kijken.

    Ten slotte ligt hier een uitdaging om nog een

    stap verder te gaan, te onderzoeken wat er

    mogelijk is als er bepaalde voordelen liggen

    in het tijdelijk afzien van ontwikkeling om op

    langere termijn pas te gaan bouwen. Een re-

    ductie in de plankosten, hulp bij het beheer van

    het terrein door de gemeente als de eigenaar

    bereidt is om een alternatief te zoeken voor de

    huidige status quo. Misschien wel de mogelijk-

    heid om extra vierkante meters te bouwen alseen grondeigenaar nu de verantwoordelijkheid

    neemt? Hiermee zou er ook een prikkel gegeven

    kunnen worden om de grondeigenaar te laten

    investeren in tijdelijkheid en te kijken welke

    mogelijkheden er nu cht liggen in de tussen-

    tijd.

    B ONTWIKKELAAR-INITIATIEFNEMER

    1 INVESTERING VAN ENERGIE IN TIJDELIJKHEID

    Het grote probleem van tijdelijke ontwikkeling

    is dat het letterlijk een tussenoplossing is, het

    is een tijdelijke oplossing met als perspectiefdat het uiteindelijk weer zal verdwijnen. Het

    bestaat bij de gratie dat definitieve nieuw-

    bouwplannen niet doorgaan of uitgesteld

    worden. Dit is de allergrootste zwakte van tij-

    delijkheid, terwijl het tevens de bestaansreden

    is. Wat betekent dit voor tijdelijke ontwikkeling

    op braakliggende terreinen?

    Ook de tijdelijke ontwikkeling is gebonden aan

    een minimumtijdsperiode om van waarde te

    kunnen zijn en zodat partijen zich er aan willen

    committeren.

    Dit geldt met name als externe partijen (dus

    niet de eigenaar of ontwikkelaar) een initiatief

    hebben voor het terrein. De ervaring leert

    dat de eigenaar of ontwikkelaar van de grond

    nauwelijks tijdelijke ontwikkeling plant op eigen

    initiatief, oorzaken hiervoor zijn vaak de reeds

    opgestelde overeenkomsten, de hoop op het

    aantrekken van de markt, etc. Daarnaast ziet

    een eigenaar of ontwikkelaar de meerwaarde

    (nog) niet van een tijdelijke ontwikkeling, het is

    geen prioriteit.

    De initiatiefnemers zullen vaak vanuit

    maatschappelijk oogpunt een initiatief star-

    ten. Omdat een gebied en omgeving verloedert,

    omdat er kansen liggen om de binding in een

    wijk te bevorderen et cetera.Tijdelijke waardecreatie dient hiermee

    uiteindelijk als tussenoplossing totdat er

    daadwerkelijk begonnen wordt met definitieve

    ontwikkeling, het genereert daarmee waarde

    die op dit moment afwezig is en wellicht door

    kan klinken in de definitieve planvorming. Maar

    het is in eerste instantie toch een reactie op de

    bestaande situatie.

    De bestaande situatie kan echter elk moment

    veranderen, althans zo lijkt het. De woning-

    markt kan zomaar aantrekken, er kan eeninvesteerder komen en de plannen kunnen zo-

    maar doorgaan. Hierdoor is de tijdsperiode dat

    een gebied braak ligt bijna altijd onzeker. Een

    partij die tijdelijke ontwikkeling wil initiren op

    braakliggende terreinen is hiermee niet gebaat,

    elke investering kan zomaar voor niets zijn. Dit

    leidt tot een bijna onoverbrugbare impasse tus-

    sen initiatief en ontwikkelaar, zolang de tijdsduur

    onduidelijk is zal er een status-quo heersen.

    Juist vanuit die perspectief geldt dat er

    duidelijkheid moet komen over de periodes

    dat gebieden braak liggen en kan de gemeente

    zoals reeds gesteld een leidende rol hebben.

    2 GEBRUIKSRECHT INITIATIEFNEMER KAN

    DEFINITIEVE PLANNEN IN DE WEG STAAN

    Die impasse wordt nog versterkt door het

    feit dat de ontwikkelaars en grondeigenaren

    angstig zijn om hun terreinen tijdelijk te uit

    handen te geven aan partijen die hier tijdelijk

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    41/90

    pagina 41

    Min

    imumt

    ijd

    v

    oor

    tijde

    lijkhe

    id

    /

    Exper

    iment

    13 BRON: Common Fence als ontmoetingsplek Groenoord, Leiden.nu, Post R. 2013,

    http://www.leiden.nu/cultuurevenementen/common-fence-als-ontmoetingsplek-in-groenoord/

    gebruik van willen maken. De eigenaren zijn

    bang dat deze partijen naar verloop van tijd het

    gebruiksrecht claimen en daarmee een nieuw-

    bouwplan dwarsbomen. Tijdelijk gebruik kan

    daarmee een politiek middel worden, er kunnen

    eisen gesteld worden en dat is natuurlijk het

    laatste wat een grondeigenaar wil.13

    C ONTWIKKELAAR - GEMEENTE - INITIATIEFNEMER

    1 GESLOTEN VERHOUDINGEN GEVEN

    GEEN KANS AAN INITIATIEFNEMER

    Het gevolg van deze lange historie is dat er

    heel weinig ruimte is voor alternatieve in-

    valshoeken in de huidige tijd, initiatiefnemers

    krijgen weinig ruimte om hun ideen effectief

    te presenteren. De oude verhoudingen zitten

    momenteel nog te vast. De afgelopen jaren

    is er in verschillende steden weliswaar meer

    ruimte ontstaan voor tussentijdse initiatieven,maar deze initiatieven zijn alleen door heel veel

    doorzettingsvermogen, absolute noodzaak of

    door de juiste contacten ontstaan. Zaken die in

    heel veel situaties in Breda niet zomaar opgaan.

    De bepalende factor blijft de stem van de

    grondeigenaar en de ontwikkelaar, zolang deze

    partijen geen ruimte bieden voor andere ideen

    zal er ook niets veranderen. De gemeente zit

    op dit moment nog heel erg aan de kant van de

    grondeigenaren, en dit is logisch, aangezien er

    al overeenkomsten liggen. Toch ligt er een heel

    grote vraag op tafel: Hoe kan die status-quodoorbroken worden? Initiatiefnemers krijgen

    niet voldoende voet aan de grond, eigenaren

    zien de meerwaarde in veel gevallen niet op-

    wegen tegen de risicos en de gemeente is niet

    in de positie om vrij te onderhandelen met

    betrokken partijen.

    Ontwikkelaar / Eigenaar Initiatiefnemer

    Gemeente

    ?

    ?

    In veel andere steden is inmiddels gebleken dat

    initiatiefnemers van tussentijdse ontwikkeling

    zeer goed in staat zijn zichzelf te organiseren,

    problemen te agenderen en hier ook oplossin-

    gen voor te bieden. Inmiddels zijn in een aantal

    grote steden zoals Arnhem, Leiden, Rotterdam

    en Maastricht departementen, platforms en

    laboratoria opgericht dit zich specifiek be-

    zighouden met het onderzoeken van nieuwe

    manieren van gebiedsontwikkeling, vaak met

    een grotere inbreng van burgers, instellingen

    en commercile partijen. Uitgangspunt is om

    op een transparantere manier de stad te ont-

    wikkelen en minder gebonden te zijn aan grote

    investeerders.

    Ook in Breda wordt er zowel binnen de

    gemeente als in de stad gespeeld met idee-

    en om een dergelijk Stadslab op te richten.

    Daarnaast is een partij als stichting Braak! heel

    hard bezig met bottom-up ontwikkelen van hethavenkwartier en de wijk de Heuvel.

    AANBEVELING

    In al deze initiatieven is nog weinig samenhang

    of richting te bespeuren. Er is momenteel geen

    partij die alle anderen weet te binden en de

    neuzen dezelfde kant op weet te krijgen. Het is

    zaak voor de gemeente om hier wel positie in

    te kiezen. In de context van een terugtredende

    overheid en een actievere samenleving moet

    de gemeente als ambtelijke en bestuurlijke or-

    ganisatie moet zich buigen in hoeverre het zichmoet roeren in het debat over tijdelijke ont-

    wikkeling op het schaalniveau van de (afzon-

    derlijke) braakliggende terreinen en hoeverre

    ze er energie en mankracht in wil steken.

    2 VOORBEELDEN ANDERE STEDEN

    Het bijzondere aan de oplossingen die in andere

    steden worden uitgevoerd is dat de gemeente

    zich niet sturend opstelt, ze zit aan tafel, heeft

    een stem, werkt en denkt vaak mee, maar

    heeft geen meerderheidsbelang. De gemeente

    is een partner en doet mee op hetzelfde niveau

    mee als andere partijen. In een stad als Arnhemis de gemeente zelfs helemaal geen partij, het

    stadslab (departement voor tijdelijke orde-

    ning, transitieteam) is een burgerinitiatief dat

    stedelijke problemen agendeert, de problema-

    tiek op scherp zet en daarmee nieuwe paden

    bewandeld die nooit vanuit de gemeentelijke

    organisatie bedacht kunnen worden.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    42/90

    pagina 42

    14 BRON: Interview Peter Groot en Paul de Bruijn, Transitieteam en Bureau Arnhem, zie bijlage.

    15 BRON: Interview Tima van der Linden, projectleider M-lab, zie bijlage.

    16 BRON: Interview Rob van den Bos, projectleider Stadsinitiatief Rotterdam, zie bijlage

    De gemeente voelt echter wel aan dat ze

    hier veel mee kan, zeker nu haar eigen plannen

    soms gestrand zijn. Het Transitieteam Arnhem

    is daarmee een partner geworden die belange-

    loos en neutraal partijen bij elkaar kan bren-

    gen, en daarmee een grote behoefte tot actie

    in de stad faciliteert.14

    In Maastricht is het M-lab een initiatief vanuit

    de gemeente, maar dat wordt grotendeels

    gedragen door personen en partijen die verder

    niets te maken hebben met gemeentelijke

    belangen. De gemeente is een partner binnen

    deze samenwerking maar is niet de baas.

    Hierdoor ontstaat ontzettend veel ruimte voor

    initiatief, debat en experiment zonder dat dit

    gelijk verzand in de gemeentelijke organisatie.

    De worteling in de Maastrichtse maatschappij

    lijkt ook tot meer draagkracht en slagkracht

    van het M-lab te leiden. De slimheid van hetM-lab zit in de opbouw van het lab, er is een

    projectteam dat heel veel organiseert, dat

    plekken aanwijst voor experiment en vooral

    stuurt op het proces. Het M-lab zorgt ervoor

    dat de experimenten gaan leven in de samen-

    leving en probeert input te krijgen vanuit de

    samenleving, deze als het ware te curateren en

    geeft vervolgens de kans om de ideen daadwer-

    kelijk te testen en hier lessen uit te trekken.

    Daarnaast is er de zogenaamde Gideonsben-

    de opgericht, een groep van 50 professionals

    uit allerlei hoeken van de samenleving, vanadvocaten tot directeuren van woningbouw-

    corporaties. Al deze personen hebben een eigen

    visie op de toekomst van de stad. Op persoon-

    lijke titel en buiten werktijden om fungeren

    deze partijen als klankbord van het M-lab,

    waardoor er een brede kritische input wordt

    geleverd op de experimenten.15

    In Rotterdam loopt nu twee jaar het Stadsi-

    nitiatief, een door de gemeente Rotterdam

    georganiseerde en gefinancierde verkiezing

    voor verschillende initiatieven voor en door

    de Rotterdamse samenleving. Het principe isheel simpel, de gemeente looft een grote prijs

    uit aan het initiatief dat de meeste stemmen

    uit de stad krijgt. De prijs is een geldprijs die

    maximaal de helft van het benodigde bedrag

    beslaat, de andere helft moet uit cofinan-

    ciering komen van particuliere partijen. Zo

    hoopt de gemeente stadsontwikkeling vanuit

    de samenleving te stimuleren en tegelijker-

    tijd een groter draagvlak te organiseren. Het

    grote nadeel is dat de gemeente geen enkele

    beslissingsbevoegdheid heeft, het initiatief

    wordt op een democratische manier gekozen.

    Het eerste jaar was, met het plan de Lucht-

    singel een langzaamverkeersverbinding van

    het station, via het Schieblock over het spoor

    naar de Hofbogen (voormalig station Hofplein)

    wel bemoedigend omdat er gepoogd is de stad

    structureel te verbeteren en een verloren

    gebied uit het slop te trekken.16

    AANBEVELING

    Dit zijn drie goede voorbeelden voor de stad

    Breda hoe de problematiek van de braaklig-

    gende terreinen en de status-quo aangepakt

    kan worden. In de drie voorbeelden heeft de

    gemeente steeds een andere rol. Er is dus

    geen beste manier om de problematiek aan tepakken en ook geen beste rol van de gemeen-

    te. Er ligt hier wel een duidelijke uitdaging voor

    de gemeente om voordat je aan de slag gaat te

    bezinnen op welke rol de gemeente moet invul-

    len en welke taken aan externe partijen over-

    gelaten moet worden en welke taken juist niet.

    Een ding is duidelijk, het is niet meer mogelijk

    om metaforisch gesproken vanuit de vierde

    verdieping van het gemeentekantoor op eigen

    houtje oplossingen te verzinnen. Deze proble-

    matiek vraagt bij uitstek om een werkwijze die

    dicht bij de samenleving, in het veld staat. Dierecht doet aan de veelheid aan partijen in de

    stad en die tot collectief gedragen en in wer-

    king gezette oplossingen kan komen.

    Z

    BA

    Z

    X

    Y

    C

    Open source benadering die recht doet aan de veelheid

    aan partijen in de stad.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    43/90

    pagina 43

    Fac

    iliteren/

    Toe

    laten

    /

    In

    it

    iren

    /

    Bouwmeestersc

    hap

    3 VERSCHILLENDE VRAGEN

    VERSCHILLENDE HOUDINGEN

    De problematiek kan op verschillende manieren

    aangepakt worden, naar gelang de situatie en

    hoeft, zo blijkt uit de voorbeelden, niet altijd

    op een directe manier aangepakt te worden,

    externe partijen kunnen dit gat ook en soms

    beter invullen.

    Waar de gemeente tot voor kort vrijwel

    altijd actief was in ruimtelijke ordening, of

    het nu ging om bouwen, bestemmen, partijen

    vinden om mee samen te werken, huurders

    vinden etc. Is dit aan het veranderen en zal de

    gemeente soms passief of faciliterend moeten

    zijn en zich slechts bezig moeten houden met

    het absoluut noodzakelijke.

    Op basis van de situatie zijn er grofweg vier

    hoofdrichtingen te onderscheiden.

    Tijdelijk

    gebruiker

    Ontwikkelaar/

    Eigenaar

    Gemeente

    - Faciliteren van het proces, partijen bij elkaar

    brengen. De gemeente als matchmaker.

    Hoewel de samenleving zelfredzaam is en

    heel goed weet waar de kansen liggen kan het

    goed zijn om een partij te hebben die als mat-

    chmaker kan fungeren, een partij die overzicht

    heeft, een sensor voor potentile combinaties

    heeft. Met name op braakliggende terreinen

    liggen veel verschillende en vaak grote belan-

    gen van alle betrokken partijen, inclusief die

    van de gemeente. Toch zou een partij die deze

    belanghebbenden eens bij elkaar zet goed zijnom uit de huidige status-quo te komen. De

    gemeente als hoeder van het algemeen belang

    zou hier de geschikte partij voor zijn, maar is

    aan de andere kant ook verstrengeld in haar

    eigen belangen en reeds afgesproken verplich-

    tingen. Zodoende is een externe partij mis-

    schien nog beter in dit soort situaties.

    Gemeente

    Tijdelijk

    gebruiker

    Ontwikkelaar/

    Eigenaar

    - Betrokken partijen hun gang laten gaan, zo

    min mogelijk overheidsinbreng, slecht het puur

    noodzakelijke bewaken. De gemeente als toetser.

    Dit is een klassieke rol van de gemeente, de

    gemeente als bewaker van het algemeen

    belang, van de rechtsorde en de legaliteit van

    projecten. De gemeente zorgt ervoor dat er

    geen ongelijkheid ontstaat en dat iedereen zich

    houdt aan haar rechten en plichten.

    EindgebruikerOntwikkelaar/

    Eigenaar

    Gemeente

    - Initiren, het goede voorbeeld geven, partijen

    uit de samenleving de kans geven om het af te

    maken. De gemeente als initiator.

    De gemeente als initiator past goed bij de

    overgang van het traditionele denken naar het

    veranderde denken. Vaak wordt gezegd dat de

    vernieuwing niet vanuit de overheid komt, dat

    de overheid volgend is aan de samenleving.

    Tegelijkertijd treed er onder meer door sociale

    media een versmelting van veel wetenschap,

    kennis en techniek op en daarmee een natuur-

    lijke integratie tussen overheid en samenle-ving. In deze situatie kan een gemeente ook

    sneller en scherper inspelen op actuele veran-

    deringen. Sterker nog, als het om initiatieven

    voor braakliggende terreinen gaat, is het zelfs

    zo dat een gemeente misschien wel de vernieu-

    wer kan zijn, als deze zelf initiatief toont en

    vernieuwing als noodzaak ziet.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    44/90

    pagina 44

    17 BRON: Uitnodigingsplanologie als perspectief, Fontein R.-J. Breman B. Kuindersma W. Westerink J. 2012

    Ontwikkelaar EindgebruikerTijdelijke

    ontwikkelaar

    Gemeente Gemeente Gemeente

    - De gemeente als regisseur.

    Zoals reeds gemeld is dit een rol die de

    gemeente Breda van oudsher met verve en

    vakkundigheid heeft vervuld en nog steeds

    vervult op een aantal zorgvuldig gekozen sleu-

    telprojecten. Hoewel in de toekomst misschien

    minder en op braakliggende terreinen die niet

    in eigen handen zijn niet relevant, kan het eennuttige tool zijn op eigen gebieden om projec-

    ten op te zetten, met name voor projecten die

    een nieuwe manier van ontwikkelen beproeven

    is het misschien handig (geleidelijk ontwikkelen

    bijvoorbeeld).17

    Deze rollen zijn echter niet zomaar door de

    gemeente alleen in te vullen. Ondanks de inge-

    storte markt zit de gemeente vaak vast aan

    gemaakte contracten en overeenkomsten wat

    betreft nieuwbouwplannen op braakliggende

    terreinen waarvan de gedachte nog steedsis dat ze altijd nog gebouwd gaan worden.

    Met andere woorden, er rust een erfenis op

    de schouders van de gemeente die het lastig

    maakt om adequaat op veranderende vragen

    zoals een initiatief tot tijdelijke ontwikkeling te

    kunnen reageren.

    De vraag is dan ook, kan de gemeente deze

    rollen goed genoeg invullen of zit ze te

    verstrengeld in de erfenis van haar verleden?

    Op welke manier kan de gemeente dit proces

    ingaan?

    AANBEVELING PLATFORM VOOR TRANSITIE

    In veel gevallen is de gemeente in staat om die

    verschillende rollen uit te oefenen, maar met

    betrekking tot tijdelijke of geleidelijke gebieds-

    ontwikkeling op braakliggende terreinen ligt

    dit anders. Daarom zijn er in andere steden

    ook de stadslaboratoria opgericht, ze stellen

    de initiators van deze laboratoria in staat om

    vrij en onafhankelijk problemen aan te vliegen.

    Dat betekent dus dat ze geen reeds gemaakte

    overeenkomsten en afspraken hoeven na te

    leven. Dat betekent dat ze los van mogelijke

    belangenverstrengeling met de politiek en

    beleidslijnen kunnen handelen. Dat betekent

    dat ze partijen bij elkaar om de tafel kunnen

    zetten, dat ze actief kunnen zoeken naar die

    partijen zonder tegen de schenen van andere

    belanghebbenden te schoppen, maar ook dat

    ze kunnen agenderen, debatteren en confron-

    teren zonder dat belangen op de achtergrond

    meespelen die deze acties kunnen vertroebelen.

    Een potentile oplossing om uit de status-quo

    te komen binnen een relatief korte tijdsduur

    is dan ook de oprichting van een Platform

    voor Transitie, een partij die midden in de

    samenleving staat en daar ook door gedragenwordt. Dat geen last heeft van de afspraken

    en belangen die drukken op de huidige impasse

    en vrij op pad te gaan om nieuwe verbanden te

    smeden en om partijen bij elkaar te brengen.

    Een organisatie die misschien gesteund, maar

    zeker niet geleid wordt door de gemeente,

    maar die een onafhankelijk positie inneemt.

    Bijkomend voordeel is dat de gemeente in zon

    situatie niet telkens met een andere pet op

    in verschillende stappen van een proces zit en

    zichzelf daarmee ongeloofwaardig kan maken

    door bijvoorbeeld eerst enthousiast een idee teinitiren om het vervolgens te moeten sta-

    ken omdat er geen vergunning verleend kan

    worden. De gemeente is in dit platform een

    deelnemer, geen eigenaar en heeft een gelijke

    stem als andere partijen. Het platform moet

    open zijn en inhoudelijk in balans. Het dominan-

    te belang moet het experimenteren met moge-

    lijke oplossinge van ruimtelijke problemen waar

    op dit moment geen oplossing voor is, zoals de

    waardeloosheid van braakliggende terreinen.

    Het platform heeft een belangrijke initirende

    en faciliterende rol deze processen, maar zalin haar slagen afhankelijk zijn van de samenle-

    ving. Het is daarom essentieel dat een Stadslab

    de samenleving aan zich bindt door middel van

    een open-source benadering waarin alle ideen

    welkom zijn en het debat in principe door ieder-

    een gevoerd kan worden.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    45/90

    pagina 45

    Plat

    form

    voor

    Trans

    it

    ie

    D CONCLUSIE VOORBEREIDINGSFASE

    Toen er versterkt door de crisis veel bouw-

    projecten niet van de grond kwamen zijn er

    langzaam maar zeker stemmen opgegaan in de

    samenleving die andere ideen kregen voor de

    braakliggende gebieden. Deze initiatiefnemers

    worden langzaam maar zeker gehoord in de

    (Bredase) samenleving. Ze hebben een ander

    positie in het proces, een ander doel en andere

    middelen dan de gemeente en ontwikkelpartij-

    en. Tot nu toe kostte het veel moeite om voet

    tussen de deur te krijgen in de reeds gesmede

    verhoudingen tussen gemeente en ontwikkel-

    partijen. In dit hoofdstuk is beschreven hoe

    voorgaande processen tot de huidige situatie

    hebben geleid.

    De overeenkomsten tussen ontwikkelpartijen

    en gemeente bieden weinig speling om plan-nen te herzien of om tijdelijke invullingen te

    overwegen. Dit kan voorkomen worden in de

    toekomst door in de overeenkomsten te anti-

    ciperen op zon situatie en ruimte in te bouwen

    om na een vastgestelde periode het gesprek

    opnieuw aan te gaan eventueel samen met

    initiatiefnemers van tijdelijke ontwikkeling.

    De gemeente geeft al richting aan de toekomst

    van braakliggende terreinen maar zou hierin

    nog een stuk concreter en scherper kunnen

    worden, door bijvoorbeeld ontwikkeling van

    bouwprojecten voor bepaalde tijd uit te sluitenop een aantal gebieden. Terwijl wel garanties

    over het bouwprogramma en -vergunningen na

    die periode worden afgegeven. Hiermee wordt

    er een venster in de tijd geopend voor tijdelijke

    en misschien wel geleidelijke ontwikkeling.

    Aansluitend hierop zou ook de angst van de

    ontwikkelaar voor gebruiksclaims uit de lucht

    genomen kunnen worden. Initiatiefnemers

    worden verleid om energie en tijd te investeren

    in een tijdelijk project als hiervoor een gega-

    randeerde termijn staat.

    Ten slotte gebeurd er ondertussen in ande-re steden al vrij veel omtrent tijdelijkheid.

    Verschillende voorbeelden tonen aan dat de

    gemeente het probleem vanuit verschillende

    rollen kan aanpakken en dat het zeker niet

    altijd noodzakelijk is om zelf actie te onderne-

    men. De gemeente moet zich herbezinnen op de

    rol die ze heeft, op welke manier het algemeen

    belang het beste behartigd kan worden en er

    geen conflict ontstaat tussen de doelmatig-

    heid en vrijheid die noodzakelijk is en politieke

    en andere gemeentelijke belangen.

    INTENTIEFASE

    INVESTERING

    VERANTWOORDELIJKHEID

    ONTWIKKELPOTENTIE

    VERVUILING

    WETTEN EN REGELS

    AFSPRAKEN

    BRAAKLIGGEND

    TERREIN

    Als de juiste condities gecreerd zijn is het

    nog niet zo dat de weg vrij is, in veel gevallen

    zal het proces in eerste instantie alleen maar

    complexer worden. De verhouding tussen de

    betrokken partijen verandert, de gemeente

    dient wetten en regels te handhaven, er zal

    discussie ontstaan over aansprakelijkheid, wie

    er opdraait voor investeringen en financiering,

    wie profijt heeft van de waardecreatie, wie deorganiserende taak op zich neemt. Dit hoofd-

    stuk gaat in op de verschillende condities die

    van invloed kunnen zijn op tijdelijke ontwikkeling.

    A GEMEENTE-ONTWIKKELAAR-INITIATIEF

    1 WAARDECREATIE

    Aan de basis van het proces staat altijd de

    wens van een of meerdere partijen om iets te

    creren, iets dat op enige manier waarde heeft,

    die waarde kan ruimtelijke kwaliteit zijn, maat-

    schappelijke waarde of economische waarde.

    De waarde kan per actor verschillend zijn en inde loop van de tijd veranderen. Daarom is het

    lastig om op dit abstracte niveau hier iets over

    te zeggen. Toch heeft de verwachting van de

    waardecreatie grote implicaties voor zaken als

    aansprakelijkheid, financiering, organisatie en

    wetgeving. Wie energie, tijd of geld in een pro-

    ject steekt zal er iets voor terugverwachten.

  • 7/22/2019 Tussen Alles en Niets, een procesanalyse van braakliggende terreinen in Breda, Joris Klein

    46/90

    pagina 46

    18 BRON: Interview Frederique Kreeftenberg, projectleider Van Cool tot Terhave, zie bijlage.

    2 AANSPRAKELIJKHEID

    Er heerst altijd een angst dat er zaken gebeu-

    ren op de braakliggende terreinen die niet mo-

    gen, die gevaarlijk zijn of overlast veroorzaken.

    Een belangrijke vraag hierin is, wie is er aan-

    sprakelijk in het geval dat er iets gebeurt. Een

    simpel voorbeeld, er wordt een park gemaakt

    op een braakliggend terrein, iemand struikelt

    ergens over en breekt wat. Wie is er dan aan-

    sprakelijk? De initiatiefnemer van het park, de

    eigenaar, de gemeente of is het de schuld van

    die persoon zelf? Het is een ethisch dilemma,

    niemand wil het risico van een schadeclaim

    lopen en niemand wil dus die aansprakelijkheid

    dragen. Het is niet voor niets dat een grondei-

    genaar