Tuigen met Sybren Minkema Wedstrijd · van je paard, maar doe het ook niet te veel, je paard moet...
Transcript of Tuigen met Sybren Minkema Wedstrijd · van je paard, maar doe het ook niet te veel, je paard moet...
47
Tuigen met Sybren Minkema
WedstrijdPhryso besteedt in vier afleveringen aandacht aan de tuigsport. Tuigdeskundige Sybren Minkema beschrijft hoe in zijn ogen het ideale tuigpaard eruit ziet, hoe je daarmee begint te trainen en waar je op moet letten tijdens tuigwedstrijden. In deze vierde en tevens laatste aflevering worden de zaken beschreven die je moet weten voordat je aan wedstrijden begint en waar je mee te maken kan krijgen tijdens tuigwedstrijden.
TEKST EN FOTO’S: JOHANNA FABER
In de vorige drie edities is omschre-
ven hoe het ideale tuigpaard er
volgens Sybren Minkema uit zou
moeten zien, hoe dit paard opgeleid zou
kunnen worden en hoe de training van
dit paard er vervolgens ongeveer uit zou
moeten zien. Wanneer je paard voldoen-
de getraind is op gehoorzaamheid/
oplettendheid, rechtgerichtheid/balans,
uithoudingsvermogen en vervolgens
voldoende training heeft gehad in
verschillende facetten, bij voorkeur
thuis, op de weg, op ander terrein en het
liefst ook in de nabijheid van andere
paarden al dan niet aangespannen, dan
kan men voorzichtig beginnen met het
rijden van wedstrijden.
Nationaal of regionaalWanneer je als nieuwe rijder wilt begin-
nen in de tuigsport zijn er allereerst
enkele zaken die geregeld moeten
worden. De belangrijkste is wellicht de
keuze tussen het ‘nationaal’ rijden of het
‘regionaal’ rijden. Wil je jouw Friese
paard nationaal starten, dan betekent dit
dat je paard aangespannen moet worden
voor een krompanelen sjees en dien je
een bijpassend tuig hiervoor te hebben.
Zelf draag je het Friese heren- dan wel
dameskostuum. De wedstrijden waaraan
je dan kunt deelnemen zijn verspreid
door heel Nederland, maar de meeste in
de noordelijke helft van Nederland.
Kies je ervoor om regionaal te starten dan
heb je een vierwielige showwagen nodig.
Bij voorkeur het Engelse type showwagen,
maar vergelijkbaar mag ook. Marathonwa-
gens of andere type wagens zijn niet
toegestaan. Je dient ook hier een passend
tuig te gebruiken en je kleding dient een
net pak te zijn, met bolhoed, handschoe-
nen en schootkleed. Naast paard, wagen,
tuig en kleding heb je uiteraard passend
vervoer nodig naar de wedstrijden toe en
zeker zo belangrijk is een goede groom.
De wedstrijden van de regionale rijders
zijn opgesplitst in twee regio’s: noord en
zuid. Je kunt kiezen voor een regio, maar
het staat je vrij om in beide regio’s te
starten. Sinds enkele jaren is het ook
toegestaan dat het paard waarmee je
deelneemt zowel regionaal als nationaal
gestart mag worden, het zogenaamde
‘over en weer’ starten. Je dient dan
uiteraard wel met de juiste aanspanning
en kleding in de baan te verschijnen, dus
met een sjees op een nationaal concours
en met een concourswagen op een
regionaal concours.
RijvaardigheidsbewijsAls nieuwe rijder dien je in het bezit te
zijn van een rijvaardigheidsbewijs, ook
wel tuiglicentie genaamd. Een proeve van
bekwaamheid in praktijk en een klein,
eenvoudig stukje theorie dient met goed
gevolg afgelegd te worden. Vervolgens
dien je lid te worden bij Vereniging Het
Friese Tuigpaard en moet je een startpas
hebben bij je paard. Meer informatie over
het rijvaardigheidsexamen, het lidmaat-
schap, de startpas en andere zaken
rondom tuigwedstrijden kunnen opge-
vraagd worden bij het (wedstrijd)
secretariaat van Vereniging Het Friese
Tuigpaard.
Wanneer je bovenstaande hebt doorlopen
kun je je opgeven voor wedstrijden. Zorg
dan dat je goed voorbereid op pad gaat en
tijdig op het concours aanwezig bent. Meld
je een uur van te voren op het secretariaat
en verken alvast een beetje het terrein en
de baan. Probeer spanning en stress te
41. Het ideale tuigpaard2. Opleiden jong tuigpaard3. Trainen tuigpaard4. Wedstrijd
PRAKTIJK
Op nationale wedstrijden dienen Friese paarden aangespannen te worden voor een krompanelen sjees met bijpassend tuig.
48 Phryso oktober 2015
PRAKTIJK
soorten hoefbeslag of hulpmiddelen die je
kunt gebruiken bij tuigpaarden. Reglemen-
tair is bij het Friese ras alleen verzwaard
beslag toegestaan met de nodige eisen aan
maximale millimeters. Te denken valt aan
kunststof of aluminium tegenijzers, of
teenstukjes of balkjes. Wat voor jouw
paard het beste is, kan voor een ander
paard wel heel anders uitpakken. Gebruik
niet te pas en te onpas verzwaard beslag,
maar kijk eerst naar de bewegingen van je
paard. Daarna kun je experimenteren met
verschillende soorten hoefbeslag. Geef een
paard ook tijd om te wennen aan ander
hoefbeslag en probeer het op verschillende
bodemsoorten. Soms zijn wedstrijdbanen
hard en droog en soms zacht en nat.
Niet alleen kun je kiezen uit verschillend
hoefbeslag. Je kunt ook verschillende
bitten gebruiken. De liverpoolstang met
twee of drie leidselgaten is het meest
gebruikte model, maar ook een roosjesbit
is toegestaan. Alles in ogenschouw
genomen moet men zich (in welke tak van
sport dan ook) realiseren dat er altijd maar
eentje kan winnen en dat die winnaar er
niet kan zijn als er geen medestrijders zijn.
Plezier staat voorop en realiseer verder dat
je een bescheiden winnaar dient te zijn of
een sportieve verliezer! Ben je nog wat
onzeker over bepaalde zaken, schroom
dan niet en laat je helpen. Veel huidige of
oud-rijders zijn vaak wel bereid om
instructies of tips te geven.
te controleren is door de menner. Hierdoor
ontstaat niet te veel druk op de leidsels en
wordt een vriendelijke aanleuning behou-
den. Een wedstrijd duurt minimaal twee
rondes rechtsom, een keer van hand
veranderen en dan nog één, twee of soms
zelfs meer rondes linksom.
Aantal startsEerder werd al omschreven dat je voorzich-
tig met jonge paarden moet beginnen in de
(tuig-)sport. Een tuigpaard mag pas in zijn
vierde levensjaar voor de eerste keer op
tuigwedstrijden verschijnen. Probeer het
aantal starts op een dag voor deze jonge
dieren nog enigszins te beperken. Volgens
de regels mag een paard per concours
tweemaal in enkelspan, tweemaal in
meerspan en eventueel nog eenmaal in een
showblok uitgebracht worden. Bouw het
rustig op, zeker met vierjarigen en begin
met één enkelspanrubriek en misschien
één meerspanrubriek. Het eerste jaar
moeten paarden vooral ook veel ervaring
opdoen, sterker worden en zich ontwikke-
len. Rijders hebben dit jaar ook nodig om
te ontdekken hoe hun nieuwe paard
reageert op bepaalde zaken en hoe het
paard zich qua prestatie manifesteert.
De prestaties van het paard hangen voor
een deel af van de bouw van het paard,
maar ook van de training, de hand van de
rijder, de conditie van het wedstrijdterrein
en het hoefbeslag. Er zijn verschillende
reduceren. Begin tijdig met het losrijden
van je paard, maar doe het ook niet te veel,
je paard moet niet ‘leeg’ de baan in gaan.
Tijdens het inrijden en het betreden van de
baan zullen ongetwijfeld zaken voorbij
komen die nieuw zijn voor je paard. Het
geluid uit speakers, het applaus van
publiek, hekken, vlaggen, doorgangen,
collega-rijders en hindernissen. Het ene
paard reageert er anders op dan het
andere. Blijf zelf rustig en forceer beslist
niets. Probeer spannende zaken steeds
opnieuw te benaderen, maar blijf alert en
zorg dat je een groom bij de hand hebt om
je eventueel te helpen. Zeker de eerste
wedstrijden zal de focus op het paard en
de veiligheid moeten liggen en in veel
mindere mate op de prestaties. De eerste
ervaring van een paard op het concours is
in de meeste gevallen blijvend voor de nog
te komen concoursen.
Ringmeester de baasIn een wedstrijdbaan ben je niet alleen en
moet je rekening houden met andere
rijders. Hinder een ander niet. In een
wedstrijdbaan is de ringmeester de baas.
Zijn instructies dient men te volgen. Let
hier op, vooral bij het sein tot afrijden.
Wacht tot je een teken van de ringmeester
krijgt, blijf achter je voorganger. Inhalen is
doorgaans helemaal niet nodig, kies je
eigen lijn, ga bijvoorbeeld iets naar buiten
of juist naar binnen als je sneller of
langzamer zou zijn dan je voorganger. Wil
je paard niet goed aanpakken, kies dan
geheel de buitenkant of ga van de hoefslag
af en kies de binnenzijde. Rijdt de wed-
strijd doordacht en begin rustig. Op de
lange zijden van de wedstrijdbaan moet
het paard zich goed laten zien en als het
kan neem je hem in de bochten iets terug.
Zorg dat het paard een eerlijke drang naar
voren houdt. Hier bedoel ik mee dat het
paard voorwaartse drang vertoont die goed
Sybren Minkema is van jongs af aan actief met paarden. In de loop der jaren heeft Minkema een indrukwekkende cv op-
gebouwd in zowel de tuigsport alsmede de dressuursport. Hij heeft al meerdere paarden succesvol uitgebracht op wedstrijden.
Opvallend daarbij zijn de vele overwinningen met jonge paarden in de nieuwelingencompetitie voor de sjees. Minkema won tot
op heden maar liefst acht keer de Jan Timmer-medaille, dankzij de jonge paarden. Recent waren dat Filou S.B. (Tjalf 443), Chris
fan Wylgster Pragt (Jisse 433) en Wylster 463 (Rindert 406). In voorgaande jaren was Minkema met de dekhengsten Heinse 354
(Leffert 306) en Tetse 394 (Gradus 356) winnaar van diverse kampioenstitels. In de jaren ’90 was Minkema werkzaam op het
toenmalig Fries Paarden Centrum als trainer en trainingsleider van de Verrichtingsonderzoeken. Daarnaast is hij jarenlang jurylid
geweest bij het KFPS. Sybren Minkema is mede-eigenaar van ruitersportzaak Tweespan in Boornbergum en hij woont met partner
Jolanda Schreuder in Frieschepalen.
Met een vierwielige showwagen, ofwel concourswagen, kan worden deelgenomen aan regionale tuigwedstrijden.