Trimbos jaarverslag 2012 NED

17
WEGWIJZER AMBULANTISERING JAARVERSLAG 2012

description

Trimbos jaarverslag 2012 NED

Transcript of Trimbos jaarverslag 2012 NED

Page 1: Trimbos jaarverslag 2012 NED

WEG

WIJZ

ER

AMBULA

NTISE

RING

JAARVER

SLAG

2012

Page 2: Trimbos jaarverslag 2012 NED

Jan Walburg voorzitter Raad van Bestuur Trimbos-instituut

Welk beeld hebben we van mensen die worden opge-nomen in een psychiatrische instelling? Die vraag is relevant omdat dit beeld bepalend is voor het beleid.Gaat het om mensen die weinig kunnen, misschien welpotentieel gevaarlijk zijn voor zichzelf of hun omgevingen waarbij we ons concentreren op het ziektebeeld? Of gaat het om mensen die beperkingen hebben maarwaarbij we vooral de mogelijkheden en kansen stimu-leren?

Wie de vraag stelt aan mensen die zijn opgenomen zietdat zij zich bewust zijn van hun problemen, maar dat zijtoch vooral zoeken naar zin en betekenis, naar anderen,naar werk en naar ontplooiing. Deze behoefte wordt be-vestigd door cijfers uit de regionale zorgmonitors vanhet Trimbos-instituut. In de top vijf van onvervulde zorg-behoeftes is het een dringen tussen behoefte aan gezelschap, zingeving en herstel, activiteiten overdag,psychisch welbevinden en betaald werk. Als we het hebben over ambulantisering, zouden we ineerste instantie moeten kijken naar hoe we mensen kun-nen ondersteunen om in die behoeften te voorzien.

ACT is momenteel de interventie die leidend is bij hetproces van ambulantisering in de psychiatrie. Mulder enKroon onderscheiden in hun gezaghebbende boek overACT vier fasen: • Kleinschalige initiatieven• Verbreding naar andere sectoren• ACT en FACT• Specialisatie voor verschillende doelgroepen.

Ik wil daar drie punten ter overweging bij plaatsen, waar-bij ik aansluit op de onvervulde zorgbehoeften. Ik zie, ofbeter: hoop, namelijk op nog een aantal andere ontwik-kelingen, die mijns inziens van belang zijn voor het wel-slagen van het ambulantiseringsproces.

1. Vermaatschappelijking of deprofessionalisering. Depsychiatrie zou zich meer kunnen richten op het onder-steunen van maatschappelijke participatie. Zoals het ver-krijgen en behouden van betaald werk, het meedenkenover zinvolle dagelijkse activiteiten, sport en lichaams-beweging, versterken van zingeving en het verhogenvan welbevinden.

2. Toepassing positieve psychologie, met meer aan-dacht voor de mogelijkheden van de patiënt. Het psychisch welbevinden van psychiatrische patiënten islaag. Dat hangt niet alleen samen met de psychiatrischeproblematiek, maar vooral ook met zelfattributie en stig-matisering in de onmachtige patiënten rol.

Vanuit de positieve psychologie zijn methodes ontwik-keld waarbij wordt uitgegaan van de sterke punten vanmensen. In Noord-Holland is met deze manier van werken al ervaring opgedaan. Vanuit de positieve psy-chologie worden verder interventies ontwikkeld die zichmeer richten op het verwerven van algemene levens-vaardigheden, zoals doelen stellen, positief en optimis-tisch denken, sociale vaardigheden of meer sporten enbewegen.

3. Meer aandacht voor somatiek. We weten al langer datsporten en bewegen de stemming én de algemene gezondheid verbeteren. Toch wordt deze wetenschapnog onvoldoende geïntegreerd in de psychiatrie. Het-zelfde geldt voor comorbide somatische problemen.Hoewel al langer bekend is dat veel somatische chro-nische ziekten zoals diabetes, hart- en vaatziekten en verslavingen samengaan met psychiatrische ziektebeel-den, is er nog maar mondjesmaat sprake van een geïn-tegreerde behandeling.

Ik zie ambulantisering en het afgesloten convenant hier-over als een uitgelezen kans om mensen met psychia-trische problemen ruimte en ondersteuning te biedenvoor een ontwikkeling binnen hun eigen ambities enmogelijkheden. Daarbij zijn professionele kennis envaardigheden nodig vanuit het principe van de integrale psychiatrie, die neurowetenschappen met gedrags- en sociale wetenschappen combineert. Maar net zo belang-rijk is het om tegelijkertijd optimaal gebruik te makenvan de kennis van de patiënt zelf. Op basis van zijn ofhaar eigen ervaringen met de ziekte, op basis van deeigen talenten en mogelijkheden.Dat gaat verder dan alleen de behandeling of symptoom-bestrijding van psychiatrische klachten en zorgen voorpatiënten of cliënten, maar vooral over het aanmoedi-gen en ontwikkelen van sterke punten van mensen.

WO

OR

DVO

OR-

We weten al langer dat sporten en bewegen de stemming én de algemene gezondheid verbeteren

1

VOORWOORD Jan Walburg

KENNISAGENDA EN KENNISCENTRUM AMBULANTISERINGNODIG Frank van Hoof en Sonja van Rooijen

DE WET VAN DE INSPIRERENDE ACHTERSTAND Jolande Tijhuis

ZORG OP AFSTAND BIJ MENSEN MET EEN PSYCHOTISCHEKWETSBAARHEID Ina Boerema en Lex Hulsbosch

AMBULANTISERING: MEERWAARDE VOOR CLIËNTEN EN SAMENLEVING Diana Monissen

AMBULANTISERING VANUIT MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF Aafje Knispel

ZELFREDZAAMHEID ALS BASIS VOOR AMBULANTISERING IN DE GGZ Victor Everhardt

AMBULANTISERING KANS GGZ-WERELD OPEN TE BREKEN Marianne van Bakel

PATIËNTENORGANISATIE IMPLEMENTEERT KEUZEHULP Maarten Muis

WERK VOOR MENSEN MET AANHOUDENDE PSYCHISCHE AANDOENINGEN Harry Michon

WAAROM NEDERLAND VERANDEREN? LESSEN UIT EUROPA Matthijs Muijen

MAATSCHAPPELIJKE BEROERING OVER EXTRAMURALISERINGIN DE OUDERENZORG Anne Margriet Pot

VAN HOSPITALISERING NAAR GASTVRIJHEID Robert Mezzina

PREVENTIE VAN TWEEDE LIJN NAAR EERSTE LIJN: KANSEN ENBEDREIGINGEN Brigitte Boon

NET: NATIONAAL EXPERTISECENTRUM TABAKSONTMOEDIGING

COLOFON

1

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

22

24

26

28

29

INHOUD

Page 3: Trimbos jaarverslag 2012 NED

INLEIDINGBeddenafbouw staat momenteel met stip bovenaan deggz-beleidsagenda. Voor een succesvol ambulantise-ringstraject zijn goede afspraken, een heldere routekaarten gedegen kennisagenda nodig.

BETOOGAnno 2012 telt Nederland bijna 40.000 intramuraleplaatsen in de ggz-instellingen. Circa 60 procent van deggz uitgaven wordt besteed aan intramurale voorzienin-gen. Nederland is daarmee koploper intramurale ggz inEuropa. In het Bestuurlijk Akkoord tussen VWS, zorgaan-bieders en verzekeraars is daarom een drastische bed-denafbouw afgesproken. Het is van cruciaal belang datdie beddenafbouw geen doel op zich wordt, maar tengoede komt aan de kwaliteit van zorg en de sociale in-clusie van mensen met ernstige psychische aandoenin-gen. In 2020 moet de ggz het doen met de helft van de huidige intramurale capaciteit. Daarvoor is nodig datmensen met ernstige en aanhoudende psychische pro-blemen zoveel mogelijk in hun eigen woon- en werk-omgeving worden geholpen. Dat is niet per se goed-koper, maar levert wel veel op: mensen met psychischeaandoeningen doen weer mee. Dat is sociale én maat-schappelijke winst.Mensen met aanhoudende psychische aandoeningenwillen, net als anderen, op eigen benen staan. Velenhebben daar hulp bij nodig. Maar mensen beschikkenook zelf over een schat aan ervaring. Over wat nodig isom het hoofd boven water te houden, te kunnen blijvenwerken en zoveel mogelijk de regie over het eigen levente behouden. Om die eigen wensen, ervaringen en ver-mogens van mensen met psychische aandoeningendraait het in de toekomstige, geambulantiseerde ggz.

De weg naar participatie, eigen regie en empowermentleggen mensen met psychische aandoeningen zelf af.Anderen zijn faciliterend. Die anderen zijn familie, burenen kennissen. Professionals van ggz-instellingen zijn on-dersteunend aan de cliënt en diens omgeving. Maar ook

drs. Frank van Hoof en drs. Sonja van Rooijen senior wetenschappelijk medewerkers programma Re-integratie, Trimbos-instituut.Bronnen Trendrapportages GGZ 2012 (in voorbereiding); 'Bedden tellen: afbouw van de intramurale ggz (tijdschrift MGv, pag. 298-309, september 2012).

arbeidsorganisaties, onderwijsinstellingen, woning-bouwverenigingen, gemeenten en zorgverzekeraarsspelen een belangrijke rol. Ambulantisering is eenbrede, maatschappelijke opdracht die vraagt om goedeafspraken en een duidelijke routekaart, met sociale inclusie als bestemming. Op deze routekaart wordt aangegeven wat nodig is omde eigen kracht van cliënten en hun naasten optimaal teontwikkelen. Ook wordt duidelijk op welke wijze ande-ren (professionals) daaraan kunnen bijdragen; wat nodigis voor een goede samenwerking tussen alle betrokke-nen; hoe bestuurders van de ggz en andere maatschap-pelijke sectoren de juiste voorwaarden kunnen creëren;welke systeemprikkels kunnen zorgen dat partijen zichverbinden aan het gezamenlijke doel van sociale inclusievan mensen met psychische aandoeningen.

CONCLUSIE: PLEIDOOI VOOR KENNISAGENDAOp onderdelen is de routekaart al in beeld, maar er zijnook nog veel hiaten en blinde vlekken. Een kennis-agenda ambulantisering kan de koers helpen verduide-lijken en verankeren. Hoofdlijnen van die agenda zijn dekennisontwikkeling en -implementatie rond respectieve-lijk:• De zorginhoudelijke koers: ontwikkeling van erva-

ringsdeskundigheid en zelfmanagement, effectievevormen van ambulante zorg en van ondersteuningbij werk, vereiste competenties en vaardigheden vanprofessionals.

• De organisatorische koers: coördinatie van zorg, samenwerking in de wijk en in de regio (maatschap-pelijke steunsystemen).

• De beleidsmatige koers: faciliteren en stimuleren vande veldpartijen, monitoren van de voortgang vanhet ambulantiseringsproces, kosteneffectiviteit enmaatschappelijke opbrengsten.

Van belang voor een breed gedragen en succesvol ambulantiseringstraject is vooral de samenhang tussendeze drie pijlers van de kennisagenda. Dat pleit vooreen bundeling van krachten in een Kenniscentrum Ambulantisering.AMBULANTISERING NODIG

KENNIS-CENTRUM

ÉNKENNIS-

JANUARI

Zelfhulpwijzer geeft adviesover online zelfhulpDe website www.zelfhulpwijzer.nl,die in januari wordt gelanceerd,biedt inzicht in de ernst van psy-chische klachten en problemen engeeft advies over online zelfhulp. Via een zelftest die stress, depressie,

angst en problematisch alcohol-gebruik meet, wordt een indicatie gegeven van de ernst van klachten,of online zelfhulp nuttig kan zijn enzo ja, welke online zelfhulp dan passend is. De zelfhulpwijzer verwijst alleen naar online cursussen die bewezen effectief zijn.

Qatgebruik bij Somaliërs in NederlandSteeds meer signalen wijzen op een toename van problematisch qatgebruik door Somaliërs die in Nederland wonen. In januari ver-scheen het rapport Qat gebruikonder Somaliërs in Nederland. Studie naar de invloed van Qat opde sociaal-economische situatie en

de gezondheid van Somaliërs. In ditrapport wordt de aard en omvangvan hun gebruik beschreven. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de ministeries vanVWS, Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken.

FEBRUARI

Verslaafd aan jou2012 staat twee keer in het tekenvan Verslaafd aan jou, een projectvan de Alcohol en Drugs Infolijn die15 jaar bestaat. Het project vraagtaandacht voor de problematiek vanpartners en naasten van verslaafden.Op 13 februari, de dag voor

JAAROVERZICHT2 0 1 2

AGENDA

Ambulantisering is een brede, maatschappelijke opdracht die vraagt om goede afspraken en een duidelijke routekaart, met sociale inclusie als bestemming

2 3

Page 4: Trimbos jaarverslag 2012 NED

INSPIRERENDE ACHTERSTAND Er is weer veel in beweging! De sector moet in meerdereopzichten een grote sprong voorwaarts maken en datgeldt ook voor Vincent van Gogh. We hebben het goedin Nederland en de Nederlandse ggz staat op een hoogniveau. Misschien zie ik daarom onvoldoende ambitieen visie om de sprong voorwaarts te willen maken. Wezullen onszelf opnieuw moeten uitvinden want op ter-mijn is ons stelsel en onze wijze van maatschappelijkevraagstukken oplossen onhoudbaar. Het is hard nodigom nieuwe patronen te ontwikkelen door de transitieniet alleen vanuit zorgdeskundigheid te benaderen,maar veel breder te kijken naar de totale ervaring, diepatiënten helpen in hun herstel. We kunnen leren vanervaringen uit het buitenland en andere sectoren. Het is

Jolande Tijhuis voorzitter Raad van Bestuur Vincent van Gogh voor geestelijke gezondheid. Aanleiding GGZ Kennisdag Ambulantisering, 7 februari 2013.

altijd moeilijk op eigen kracht een sprong voorwaarts temaken, vooral als er al zoveel is bereikt. Daarom heeftde ggz de dynamiek vanuit het bedrijfsleven, jeugdzorg,reclassering, wooncorporaties en onderwijs nodig. Daarligt het antwoord voor voldoende en kwalitatief aanbod,in samenspraak met gemeenten en zorgverzekeraars.Vincent van Gogh medewerkers gaan op alle mogelijkemanieren de verbinding aan met mensen van andere organisaties, zoals gemeenten, zorg- en welzijnsorgani-saties, om samen met de patiënt eigen regie en goedezorg te bieden. Tegelijkertijd dagen we burgers en hundirecte omgeving uit hun eigen kracht en mogelijk-heden meer te benutten. Leidend zal zijn: eigen regie,zelf doen en oplossen in de eigen context.

ACHTERSTAND

DE WET DE

INSPIRERENDEVAN DE

OPEN MIND Ik ga voor de stroom uit: doen en niet afwachten. Ik vinddat je dat als bestuurder van een maatschappelijke organisatie verplicht bent aan je organisatie, maar ook aande maatschappij. Het begint bij mijzelf en bij Vincentvan Gogh: ‘be the change you want to see in the world’.Dat betekent dat we met een breed team de organisatievoorbereiden op veranderingen, inrichten tot een net-werkorganisatie en ambulantisering doorvoeren. Daarbijvind ik het belangrijk dat we lokaal en landelijk coalitiesvormen en over de schutting kijken. Ik geloof dat datverrassende en duurzame oplossingen voor hardnekkigeproblemen levert. Daarvoor gaan alle registers en meer-dere laatjes open, steken we onze nek uit en leren daarvan. Als we ons verdiepen in de oorzaken van onze uitdagin-

gen, onze eigen rol en blokkades hierin en hoe we daarvanuit verschillende perspectieven en belangen naar kijken, dan komen we verder. Van daaruit kunnen we eengrotere sprong voorwaarts maken. We zijn gewend aande gevestigde orde en de eigen positie met alle privi-leges. Dit loslaten kan als ongemakkelijk, zelfs ‘gevaar-lijk’ voelen. Binnen ons bestuursteam beseffen we maaral te goed dat we niet bij het oude kunnen blijven. ‘Kijkgoed om je heen, kijk naar jezelf en ga eens te rade bijeen andere afdeling of andere discipline’ is onze bood-schap aan onszelf en de medewerkers. Ga uit van jeeigen kracht en talent maar sta open voor je collega’s,spreek ze aan en stimuleer elkaar om tot nieuwe oplos-singen te komen. Het gaat dus over: Vakmanschap, Leiderschap & Ondernemerschap.

Geregeld trekken weeen laatje open en hebben de neiging hetmeteen weer dicht tewillen duwen. Maarzo’n la kan een schataan informatie bevat-ten, als je maar durft te kijken

Valentijn, wordt een dag georgani-seerd voor partners en naasten vanverslaafden. Op 1 november is depremière van een korte, interactievefilm, de lancering van een specialewebsite www.verslaafdaanjou.nl enverschijnt een nieuwe folder. De filmis tot stand gekomen met financie-ring van Nuts Ohra en diverse instellingen voor verslavingszorg.

Eigen website voor Open enAlertSinds 1 februari heeft het program-ma Open en Alert een eigen web-site: www.openenalert.nl. Open enAlert is een programma voor visie-en beleidsontwikkeling en deskun-digheidsbevordering op het gebiedvan preventie van alcohol en drugs-gebruik in risicosettings. Open en

Alert heeft verschillende versies voorde residentiële jeugdzorg, justitiële(jeugd)inrichtingen, jongerenwerk envoorzieningen voor mensen met eenlichte verstandelijke beperking (LVB).In deze settings komt alcohol- endrugsgebruik veel voor.

Welzijn op recept: NieuwegeinIn februari verschijnt de handleiding

Welzijn op recept, een methode ommensen met psychosociale klachtenvanuit de huisartsenpraktijk door teverwijzen naar welzijnsactiviteiten.Gezondheidscentrum De Roerdompin Nieuwegein start een pilot gerichtop samenwerking tussen welzijn engezondheid. In samenspraak methuisartsen zijn een aantal welzijns-arrangementen samengesteld die

aansluiten op de psychosociale problematiek waarmee mensen bijde huisarts komen.

Harkness Fellowship GerdienFranxGerdien Franx, programmahoofdZorginnovatie, krijgt in februari eenHarkness Fellowship toegekend omeen jaar onderzoek te doen in de

Verenigde staten. Het Fellowshipbegint in september.

Ionela Petrea behaalt docters-titelIonela Petrea, medewerkster Inter-nationaal Beleid en Geestelijke Gezondheid, behaalt in februarihaar docterstitel aan de LondonSchool of Hygiene and Tropical

4 5

Page 5: Trimbos jaarverslag 2012 NED

INLEIDING Ambulantisering van mensen met psychotische kwets-baarheid kan ondersteund worden door e-mental health.Voorbeelden hiervan zijn de internetapplicatie EigenRegie (ER) en Telezorg via beeldcommunicatie. EigenRegie is speciaal ontwikkeld voor mensen met psycho-tische kwetsbaarheid, hun naasten en hulpverleners ofbegeleiders. Beeldcommunicatie is een breed ontwik-kelde techniek, die ook toepasbaar is binnen de lang-durige psychiatrie. Het Trimbos-instituut heeft EigenRegie samen met het Juliuscentrum, GGz Breburg enGGz WNB getest en onderzocht en Beeldcommunicatiesamen met GGz Noord Holland Noord.

BETOOGEigen Regie en Telezorg worden door cliënten positiefgewaardeerd, omdat ze op momenten die hen hetbeste uitkomen kunnen communiceren met hun zorg-verleners en naasten. Overzicht hebben van eigen be-handel- en begeleidingsplan ervaren ze ook als positief.Hoewel ook zorgverleners positief staan tegenover hetgebruik van moderne media in hun werk, blijkt het nogniet altijd makkelijk om het in hun werk te integreren.Zorgverleners moeten e-mental health in hun dagelijkswerk zien te integreren, iets dat regelmatig lastig gevon-den wordt. Doordat cliënten op eigen initiatief en opeen tijdstip dat hen uitkomt digitaal contact kunnen zoeken, verschuift de rol van de zorgverlener van bege-leider naar coach. Daarnaast spelen ook technische problemen tijdens de ontwikkelfase een rol bij het suc-cesvol implementeren van dergelijke e-mental healthapplicaties.

CONCLUSIESInternetapplicaties als Telezorg en Eigen Regie lijkenbruikbare instrumenten om de zorg en de begeleidingaan mensen met psychotische kwetsbaarheid te onder-steunen, ook voor cliënten in de langdurige zorg. In depilotsituaties bleken zij goed in staat om zelf te beoor-delen of – en zo ja: wanneer – zij de applicaties kondengebruiken. Voorop staat dat digitaal contact een aan-vulling is op face-to-face contact; van (volledige) vervan-ging is op dit moment geen sprake.Verder bleek dat tijdens de pilotfase het effect van eeninterventie nog niet ten volle kan worden gemeten; hetproject is immers nog in opbouw. Hiermee komt een belangrijk aandachtspunt in zicht: implementatie.

AANBEVELINGENAlleen een goed implementatieproces zal tot een opti-maal functionerende interventie leiden. Hendy et al.(2012) geven hiervoor duidelijke aanwijzingen. Voer eeninterventie stapsgewijs in en stem het tempo van hetproces af op de organisatie. Enkele andere aandachts-punten zijn:• Betrek zo snel mogelijk alle verschillende betrokke-

nen bij het project, inclusief ICT experts;• Zorg voor duidelijke taakafbakeningen voor alle

betrokken partijen;• Let goed op weerstand van betrokkenen en speel

hier zo snel mogelijk op in – duidelijke communica-tie is essentieel.

drs. Ina Boerema wetenschappelijk medewerker, programma Zorginnovatie, Trimbos-instituut. drs. Lex Hulsbosch wetenschappelijk medewerker, programma Re-integratie, Trimbos-instituut. Bronnen Presentaties: GGZ Kennisdag 7 februari 2013 en Ontbijtsessie Zorg & ICT beurs, 13 maart 2013; Boerema I., De Leeuw J.R.J, Evaluatie van de eerste ervaringen met Eigen Regie, Trimbos-instituut (2012); De Leeuw J.R.J., Van Splunteren, P.T., Boerema I., Personal Control in Rehabilitation: An internet platform for patients with schizophrenia and their caregivers (2012); Hulsbosch, L., Tamis-ten Cate, P., Nugter, A., & Kroon, H., Zorg op afstand in de langdurende geestelijke gezondheidszorg: een randomised controlled trial naar telezorg bij GGZ Noord Holland Noord (2011).

AFSTANDMENSENMET EENPSYCHOTISCHEKWETSBAARHEID

BIJ

ZORGOP

Voorop staat dat digitaal contact een aanvulling is op face-to-face contact;van (volledige) vervanging is op dit moment geen sprake

6 7

Medicine. Titel van de thesis: Institutional Discriminatioin in Mental Health Services: a com-parative analysis of schizophreniaand diabetes in Romania. Belangrijkste conclusie is dat mensen met schizofrenie zowel viawetgeving als via de geboden zorgworden gediscrimineerd in verge-lijking met diabetes patiënten.

MAART

Jan Spijker bijzonder hoog-leraar Chronische DepressiePer 1 maart is Jan Spijker, senior wetenschappelijk medewerker programma Zorginnovatie, benoemd tot bijzonder hoogleraarchronische depressie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De

bijzondere leeropdracht is ingesteldvanwege de Stichting Pro Personaen het Trimbos-instituut. Chronischedepressie en depressiezorg zijnspeerpunten van beide organisaties.Zij werken al langere tijd samen metde afdelingen klinische psychologieen psychiatrie van de Radboud Universiteit.

Tibor BruntTibor Brunt, wetenschappelijk medewerker programma Drug-monitoring, promoveert op 2 maartop het proefschrift Monitoring Illicitpsychostimulants and related healthissues. Hij toont aan dat monitoringnuttig is, omdat dit de mogelijkheidbiedt tijdig te waarschuwen wanneergevaarlijke drugs in omloop komen.

Harry Michon Lector DuurzaamwerkenHarry Michon, senior wetenschappe-lijk medewerker bij het programmaRe-integratie, wordt op 16 maartgeïnstalleerd als lector Duurzaamwerken aan de Fontys Hogeschool.Zijn lectorale rede heeft als titel Opzoek naar nieuwe krachten. Hieringaat hij kritisch in op de bestaande

kennis, zoals werkzame en effectievemodellen om mensen met aanhou-dende psychische problemen aanhet werk te krijgen en te houden.

Eerste app mentale onder-steuning van vrouwen metborstkankerIn maart wordt gestart met de ont-wikkeling van een app voor mentale

Page 6: Trimbos jaarverslag 2012 NED

INLEIDING “Ik wil in de toekomst zonder psychische hulp op eigenbenen kunnen staan. Ze zijn allemaal verbaasd over hoehet nu gaat, terwijl ik van zo ver weg moest komen. Depsychiater zei ook: ‘als iedereen zo was als jij, dan hadik bijna geen werk meer’. Dan heb ik blijkbaar toch ietsgoed gedaan”. Aldus Frank, een cliënt van GGZ Fries-land die na een opname nu weer zelfstandig woont metambulante zorg. In één jaar tijd is in samenwerking metGGZ Friesland 30% van de Friese ggz bedden afge-bouwd en vervangen door innovatieve ambulante zorgmet als onderdeel e-health. Beddenreductie is geendoel op zich. Kwaliteit van leven van de klant staat centraal. In de samenleving. Ambulante zorg is daarbijonmisbaar.

HERINRICHTEN ZORGGaan we op de huidige manier voort in Nederland, dandreigt de zorg onbetaalbaar te worden. In het pro-gramma Friesland Voorop werken we daarom aan hetherinrichten van de zorg in de provincie. Met kwaliteiten betaalbaarheid als gelijkwaardige uitgangspunten.Dat doen we met patiëntvertegenwoordigers en zorg-aanbieders. Samen zijn we immers verantwoordelijkvoor goede en betaalbare zorg; voor nu en de toe-komst. In de ggz spreken we van Friesland Vooruit. Wezijn reeds het pad opgegaan van ambulantisering, wekopen voor de cure en de care integraal in en we werkenmet de aanbieders aan goede basis ggz in aansluitingmet de eerste lijn.

MEEDOENOok de ggz moet zich heroriënteren en nieuwe zorgcon-cepten ontwikkelen die uitgaan van klant, kwaliteit enbetaalbaarheid. De omslag van bedden naar ambulantezorg is daarom zeer gewenst. Immers, beddenreductie

drs. D.M.J.J. (Diana) Monissen voorzitter Raad van Bestuur De Friesland Zorgverzekeraar.

draagt bij aan betaalbaarheid en ambulante zorg draagtbij aan kwaliteit van leven. De ambulante zorg gaat uitvan het leven van de cliënt in de samenleving, thuis inde woonwijk. In die setting kan de ggz outreachend optimaal de cliënt ondersteunen zodat hij of zij weernaar vermogen mee kan doen in de maatschappij.

ZELFREDZAAMDe Friesland gelooft in samenwerking. Zorgaanbiedersmet een goed plan voor omvorming van het aanbodnaar ambulante en innovatieve zorg kunnen rekenen opmeerjarige support. Aan de hand van een businesscasewerken we daarom samen met GGZ Friesland. In eenjaar tijd zijn 100 van de 300 Friese ggz bedden, vallendonder de Zorgverzekeringswet, afgebouwd en vervan-gen door innovatieve ambulante zorg. Neem de wijk-teams van GGZ Friesland: teams die cliënten thuis in huneigen omgeving en context opzoeken. Alles gericht ophet bevorderen van de zelfredzaamheid en eigen regievan de cliënt. Door de kwaliteit van zorg centraal te stel-len dalen op termijn ook de kosten, zo is onze algemeneervaring. Ook voor de ggz is dit onze stellige overtui-ging, zowel voor cure als care. De businesscase laat watdat betreft positieve uitkomsten zien.

MEERWAARDEIn de ggz is een mooie beweging gaande: cliënten gaande samenleving in en nemen hun plaats weer in als mensín de maatschappij. “Ik probeer weer helemaal te wor-den, zoals ik ben”, zei een cliënt onlangs. De ggz heefteen cruciale rol in het ondersteunen van die cliënt daar-bij in zijn eigen omgeving. Met elkaar – zorgaanbieder,zorgverzekeraar en partijen als gemeenten en woning-coöperaties – kunnen we de onmisbare meerwaarde vande ggz de komende jaren verder uitbouwen. En aan-tonen; aan de cliënt én aan de maatschappij.

:AMBULANTI

SER

ING

MEERWAARDE VOOR CLIËNT ENSAMENLEVING

Zorgaanbieders met een goed planvoor omvorming van het aanbodnaar ambulante en innovatieve zorgkunnen rekenen op meerjarige support

8 9

ondersteuning aan vrouwen metborstkanker tijdens de diagnose enbehandeling. De app is de eerste inzijn soort. De ontwikkeling wordt gefinancierd door Pink Ribbon. Deapp is gebaseerd op oefeningen uitde positieve psychologie, cognitievegedragstherapie en mindfulness. De app is in 2013 gereed.

APRIL

HEE-film GekkenwerkOp 1 april gaat Gekkenwerk – HEEin de psychiatrie in première. Gekkenwerk is een documentaireover Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid (HEE) vanmensen met psychische handicaps.Vijf HEE-docenten, allen ervarings-

deskundig als psychiatrisch patiënt,en twee prominente psychiaters ver-tellen over de psychiatrische sectoren hun ervaringen. Grondlegger vanhet HEE-team, Wilma Boevink, is dedrijvende kracht achter de docu-mentaire. De film is gemaakt met financiële bijdragen van ZonMw,SBWU, HanzeHogeschool Groningen, Rehabilitatie ’92 en

de Universiteit Maastricht.

Afronding Depressie InitiatiefHet Depressie Initiatief heeft de lan-delijke aanpak van depressie sterkverbeterd. Dat is de conclusie vanhet eindrapport dat 26 april ver-schijnt. Het onderscheid tussenlichte en ernstige depressie, en hetbelang daarvan, is veel duidelijker

geworden. Ook krijgen mensen viade huisarts eerder een adequate behandeling aangeboden en mindersnel medicatie. Het Depressie Initiatief startte in 2006, werd geleiddoor het Trimbos-instituut en gefinancierd door het Innovatie-fonds Zorgverzekeraars. Er is ondermeer samengewerkt met ggz instel-lingen, huisartspraktijken, ziekenhui-

zen, universiteiten en de EuropeseAlliantie tegen Depressie (EAAD).

Verslaving: MaatschappelijkegevolgenHoe vaak komen overlast, geweld,verwervingscriminaliteit, verkeers-ongevallen en ziekteverzuim voor als gevolg van verslaving en hoekunnen deze maatschappelijke

Page 7: Trimbos jaarverslag 2012 NED

INLEIDINGIn het ambulantiseringsproces moeten vele keuzes ge-maakt worden. Welke ambulante zorg moet worden uit-gebouwd en worden doorontwikkeld, op welke cliëntenmoet worden gefocust, welke intramurale capaciteit kanworden afgebouwd en in welk tempo moet dit allemaalgebeuren? Belangrijk is ook hoe in dit proces de relatietussen cliëntbelangen en belangen van de samenlevinggeoptimaliseerd wordt. En hoe draagt maatschappelijkeparticipatie hieraan bij? Om zo onderbouwd mogelijkkeuzes te maken is inzicht in kosten en opbrengsten vanambulantisering, vanuit het maatschappelijk perspectief,van belang. Wat is hierover tot nu toe aan kennis opge-bouwd?

BETOOGBij het evalueren van de impact van veranderingen in dezorg is het van belang rekening te houden met verschil-lende partijen en uitkomsten. Een innovatie heeft immersniet alleen gevolgen voor cliënten, maar ook voor hunomgeving en de gehele maatschappij. Het aannemenvan een maatschappelijk perspectief bij evaluaties vanzorginnovaties betekent dat er gekeken moet wordennaar kosten en opbrengsten voor de maatschappij, enniet alleen naar de kosten en baten voor de individuelecliënt, een specifieke organisatie, een specifieke doel-groep of bijvoorbeeld één ministerie. Ook dienen naastdirecte zorgkosten en -opbrengsten, de indirecte kostenen opbrengsten meegenomen te worden, zoals bijvoor-beeld veranderingen in arbeidsproductiviteit. Door énnaar verschillende actoren, sectoren en belanghebben-den te kijken én naar directe en indirecte kosten enbaten, wordt de kans kleiner dat belangrijke kosten enopbrengsten vergeten worden en er inefficiënte beslis-singen worden genomen. Tegelijkertijd kan op deze manier inzichtelijk worden of er verschuivingen van kos-ten en baten tussen sectoren optreden.

Een internationale literatuurstudie wijst uit dat de we-tenschappelijke evidentie nog niet zo ver is dat er alharde uitspraken gedaan kunnen worden over de pre-cieze maatschappelijke impact van ambulantisering. Erzijn nog maar weinig studies naar ambulantisering uit-gevoerd waarin maatschappelijke kosten en opbreng-sten integraal zijn meegenomen. In de studies waarin ditwel werd gedaan, werden diverse kosten- en opbrengst-domeinen geïntegreerd. Aan de kostenkant bijvoor-beeld de kosten van de ggz, andere zorgsectoren,kosten van sociale voorzieningen en kosten van justitieen politie. Aan de opbrengstenkant verbetering van psy-chische klachten, somatische klachten, het functioneren,

arbeidsproductiviteit en het vergroten van de draag-kracht van de omgeving. In grote lijnen wijzen de resul-taten van de beschikbare studies uit dat de verhoudingtussen kosten en opbrengsten gunstiger is bij ambulantezorg dan bij intramurale zorg, bij vergelijkbare popu-laties. De evidentie is echter nog niet zo ver dat er stevigonderbouwde uitspraken gedaan kunnen worden overwelke domeinen het meeste bijdragen aan de maat-schappelijke opbrengsten. Het vergroten van arbeids-participatie van mensen met ernstige psychische pro-blematiek lijkt een belangrijke opbrengst te kunnen zijn,maar hier is zeker verder onderzoek naar nodig.

CONCLUSIEGezien alle veranderingen op dit moment in het Neder-landse ggz-veld, biedt de praktijk uitgelezen kansen ommeer kennis te creëren over de opbrengsten van ambu-lantisering voor de gehele maatschappij. Deze informatiezal niet alleen voor Nederland, maar ook internationaalgezien van groot belang zijn voor de vermaatschappe-lijking van de ggz.

drs. Aafje Knispel wetenschappelijk medewerker programma Re-integratie, Trimbos-instituut. Bron Trendrapportage 2012, deelrapport Organisatie, structuur en financiering.

AMBULA

NT

ISERING

VANUIT MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF

Om zo onderbouwd mogelijk keuzes te maken is inzicht in kostenen opbrengsten van ambulantisering van belang

10 11

gevolgen worden voorkomen enaangepakt? Deze vraag staat centraal in dit in april verschenenrapport. Daarnaast wordt ingegaanop de kennislacunes op dit terrein.Welke wetenschappelijke vragenzouden beantwoord moeten wordenom beter inzicht te krijgen in (deaanpak van) de beschreven maat-schappelijke gevolgen?

Rol CBD in hasj en wiet onder-zochtGaat CBD (cannabidiol) een deelvan de negatieve effecten van THCtegen? Dat is de centrale vraag inhet literatuuronderzoek ‘THC, CBDen de gezondheidseffecten van wieten hasj. Recente inzichten’ dat inapril is gepresenteerd. In verbandmet de toegenomen hulpvraag voor

cannabisafhankelijkheid is het vanbelang te weten of CBD bescher-ming biedt tegen psychische klach-ten die verband houden met THC.Hoewel er geen hard bewijs is, zijner voldoende aanwijzingen om teconcluderen dat geïmporteerde hasjwaarschijnlijk minder schadelijk isdan nederwiet. Omdat de meesteonderzoeken zijn uitgevoerd in

klinische situaties en minder vaakonder recreatieve gebruikers, isnader onderzoek onder deze groepen gewenst. Het onderzoek is uitgevoerd in opdacht van het ministerie van VWS.

NEMESIS-2: Eerste zorg-contact komt vaak en snel totstand

Mensen met psychische aandoenin-gen realiseren in Nederland relatiefvaak en snel een eerste zorgcontact.Dat blijkt in april uit gegevens vanNEMESIS-2. In Nederland was weinig bekend over hoeveel tijd erverstrijkt tussen het ontstaan vaneen psychische aandoening en heteerste zorgcontact, en in hoeverremensen baat hebben bij een

behandeling. Dankzij gegevens uit2007-2009 van de tweede Nether-lands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS-2) – eenrepresentatief onderzoek bij 6646volwassenen van 18-64 jaar in de algemene bevolking – is deze infor-matie nu beschikbaar.

Page 8: Trimbos jaarverslag 2012 NED

INLEIDINGIn de geestelijke gezondheidszorg wordt het accent intoenemende mate gelegd op het vergroten van de zelfredzaamheid van de cliënt. De achterliggende gedachte is dat mensen zich het meest thuis voelen ineigen huis en omgeving. Ambulante zorg kan zo bijdra-gen aan de kwaliteit van leven van mensen met ernstigpsychische aandoeningen.

BETOOGIn de ideale situatie krijgt deze groep mensen behande-ling en ondersteuning waarbij zij zelf de regie over hunleven kunnen blijven voeren. Indien mogelijk wonen zezelfstandig; eventueel in een beschermende woonom-geving. Via de gemeente kan vanuit de WMO aanvul-lende ondersteuning worden gegeven. Daarbij ligt defocus op mogelijkheden en is het uitgangspunt dat ieder-een een talent heeft dat kan worden aangesproken. Vande cliënten wordt ook verwacht dat ze een bijdrage leveren aan de maatschappij. In alle gevallen dient maat-werk te worden geleverd. Elk individu vertoont immerseen verschillend ziektebeeld en heeft een andere zorg-behoefte. Voor mensen met een ernstig psychische aan-doening blijft specialistische zorg altijd nodig. Soms isdat vooral medicatie; soms heel intensieve zorg. Een essentiële voorwaarde voor ambulantisering is datzorgverleners de focus leggen op het vergroten van dezelfredzaamheid. In de praktijk betekent dit bijvoorbeelddat cliënten geholpen worden om een sociaal netwerkop te bouwen, een invulling aan hun dag te geven enhun financiën op orde te krijgen. Dit betekent een cul-tuuromslag bij zowel de ggz als cliënten. Tevens zal ereen achtervang moeten blijven voor mensen die heteven niet redden, passend bij de uitgangspunten van

ambulantisering: geen crisisopname bij een instelling,maar dichtbij het vertrouwde zorg- en sociale netwerk. Vanzelfsprekend moeten gemeenten over voldoende financiële middelen beschikken om de noodzakelijkebegeleiding en werk-/dagbesteding te organiseren.Daarnaast moeten fysieke maatregelen worden getrof-fen, vanwege het tekort aan betaalbare en geschiktewoningen voor deze complexe doelgroep. Gemeentenkunnen in het proces naar ambulantisering een rol spe-len door hun zorginkoop af te stemmen op die van verzekeraars. Ook kunnen ze initiatieven faciliteren diebevorderen dat deze kwetsbare groep beter wordt opgenomen in de wijk. Verder kan het gemeentelijk beleid meer worden gericht op positieve beïnvloedingvan de beeldvorming, om stigmatisering van mensenmet ernstig psychische aandoeningen tegen te gaan.

CONCLUSIEOm ambulantisering in de ggz kans van slagen te geven,dient de zelfredzaamheid van cliënten te worden ver-groot. Dit vereist een cultuurverandering bij behande-laars, begeleiders, cliënten en gemeenten. Mensen meternstig psychische aandoeningen moeten in de maat-schappij kunnen meedoen naar vermogen. Het is eenterechte zorg of alle randvoorwaarden momenteel vol-doende zijn gewaarborgd. Als dat niet het geval is, bestaat het risico dat het transitieproces voor de zwakstegroepen niet goed zal verlopen. Dit kan leiden totnieuwe daklozen. Om dit te voorkomen, moet verderonderzocht worden of de taakstellingen voor de minstzelfredzame groep haalbaar zijn. Betrokken partijenmoeten gezamenlijk een plan van aanpak opstellen overimplementatie en randvoorwaarden. Gemeenten zijnhier momenteel nog te weinig bij betrokken.

mr. drs. Victor Everhardt, wethouder Welzijn, WMO en Volksgezondheid, gemeente Utrecht.Bron Artikel gebaseerd op bijdrage tijdens debat op de GGZ Kennisdag, 7 februari 2013.

ZE

LF-

RE

DZA

AM

HE

IDA

LS B

ASI

SVOO

R

AM

BU

LAN

TISE

RIN

G

IN D

E GG

Z

Gemeenten kunnen in het proces naar ambulantisering een rol spelen door hun zorginkoop af te stemmen op die van verzekeraars

12 13

Met goede basis ggz meer gezondheidswinst voor zelfdebudgetKortdurende behandelvormen. Minder pillen wanneer er slechtssprake is van depressieve gevoe-lens, terwijl er nog geen depressievestoornis is. Op grotere schaal toepassen van zelfmanagement. Investeren in grotere therapietrouw.

Meer inzet van praktijkondersteu-ners bij lichte klachten. Met dit paletaan maatregelen kan met eenzelfdezorgbudget mogelijk meer geeste-lijke gezondheid gerealiseerd worden. Dat zijn althans de denk-richtingen uit de strategische verkenning 'Optimalisatie van debasis-ggz', dat in samenwerking met het NIVEL op verzoek van het

ministerie van VWS is opgesteld.

MEI

Psychosociale zorg voor chronisch lichamelijk ziekengeen gemeengoedMensen met chronische lichamelijkeziekten hebben relatief vaak last vanpsychosociale problemen, zoals

depressie, angst en problemen metwerkhervatting. Dit heeft belangrijkenadelige gevolgen voor het individuen voor de samenleving als geheel.Er zijn effectieve interventies, maartoch is psychosociale zorg geenstandaard onderdeel van de zorgdie chronisch lichamelijk zieken ge-boden wordt. Het rapport ‘Naar eenintegrale aanpak…’ , dat in mei is

gepubliceerd, biedt aanknopings-punten voor een betere integratievan psychosociale zorg in de regu-liere zorg voor chronisch lichamelijkzieken. Het rapport is opgesteld inhet kader van de TrendrapportageGGZ en focust op drie chronische lichamelijke aandoeningen met eenhoge ziektelast: coronaire hartziekte,diabetes type 2 en COPD.

Implementatieplan en congresvoor richtlijn Suïcidaal GedragContact maken! is het motto van hetLandelijk Implementatieplan bij deMultidisciplinaire Richtlijn Diagnos-tiek en Behandeling van SuïcidaalGedrag. Het plan is gepresenteerdop het drukbezochte congres overde richtlijn op 22 mei. De richtlijnbiedt veel aanknopingspunten voor

Page 9: Trimbos jaarverslag 2012 NED

AM

BU

LAN

TISE

RIN

G

KANS

Het monopolievan de ggz opzorg en onder-steuning voormensen metpsychischeklachten, magbest doorbrokenworden

14 15

professionals om goede en zorg-vuldige hulp te bieden aan cliëntenmet suïcidale gedachten. Maar de praktijk loopt achter op de wenselijke zorg en het overbruggenvan de kloof tussen reguliere enwenselijke zorg gaat niet vanzelf.Om de implementatie van de richt-lijn structureel aan te pakken en dewetenschappelijk gefundeerde

inzichten zo snel mogelijk te inte-greren in het werk van professionals,is dit landelijk implementatieplanontwikkeld, op verzoek van het ministerie van VWS.

MGv wordt crossmediaalHet Maandblad Geestelijke Volksgezondheid (MGv) wordt in het voorjaar omgevormd tot een

crossmediale uitgave. Het wordt eentweemaandelijkse folio-uitgave, ondersteund door een websitewww.mgv-online.nl die vanaf meionline is. Nieuw zijn de journalis-tieke bijdragen, het georganiseerdedebat en de interviews over actueleonderwerpen op de website en deonline only publicatie van auteurs-bijdragen op http://mgv.boomtijd-

schriften.nl. MGv is een uitgave vanUitgeverij Boom, Amsterdam en hetTrimbos-instituut.

JUNI

Grip op je Dip online: effectiviteit aangetoondDe interventie Grip op je Dip leidttot afname van angst – en depressie

klachten. Dat blijkt uit de eerste Nederlandse RCT naar een onlinegroepsinterventie voor jongeren meteen depressie, waarvan de resulta-ten in juni bekend zijn. Niet alleen is sprake van een afname van deklachten, er is ook een toename vanhet gevoel greep te hebben op hetleven. De verbetering bij de cursis-ten houdt stand na 6 maanden. Grip

op je Dip is een online groepscursus,gebaseerd op de cognitieve ge-dragstherapie, voor jongeren van 16t/m 25 jaar met depressieklachten.

JULI

Roma en schoolverzuimWaarom is er veel schoolverzuim bij Roma-meisjes in het voortgezet

INLEIDING Bij het proces van ambulantisering wordt te weinig gebruik gemaakt van de kennis en expertise van erva-ringsdeskundigen en van clienten zelf. Hierdoor lopenwe de kans dat de GGZ-zorg wel naar de wijk gebrachtwordt en dichter bij de dagelijkse omgeving van mensenkomt, maar dat er niet daadwerkelijk iets verandert.

BETOOGVanuit het HEE-team pleitten we al vóór de term ambu-lantisering (opnieuw) in zwang raakte voor alternatievenvoor langdurige opname in een instelling. Zoveel mogelijk thuis, in de eigen omgeving. Of, als dat echteven niet kan omdat iemand in crisis is, in een omgevingdie dat het meest benadert. Dat zijn dus niet de crisis-opvangplaasten zoals we die in Nederland kennen.Maar meer het huis dat ik ooit heb bezocht in NieuwZeeland. Een gewoon huis, deze stond toevallig in deduinen, met een gevulde koelkast, een kat en twee men-sen die er gewoon voor je zijn als het nodig is. De kern:liefdevolle ondersteuning voor een korte periode. In de huidige discussies en ontwikkelingen rondom ambulantisering, constateren wij dat er jammer genoegvooral gedacht wordt vanuit bestaande verhoudingen inde zorg. Het heeft de bijklank van: we sluiten instellin-gen en brengen zorg naar de wijk. Als dat betekent datde medicalisering gewoon doorgaat maar je alleen vangrootschalig naar kleinschalig gaat, win je niet veel. Jeverplaatst in feite alleen maar bestaande ggz-structurennaar de wijk. Het proces van ambulantisering zou aan-gegrepen moeten worden om een heel nieuw conceptvan geestelijke gezondheidszorg te onderzoeken. Waar-bij daadwerkelijk wordt uitgegaan van de eigen kracht

Marjan Heuving interviewt Marianne van Bakel Projectleider HEE: Herstel, Empowerment en Ervarings-deskundigheid bij het Trimbos-instituut.Achtergrond & expertise HEE omvat effectieve werkwijzen en strategieën van mensen met psychische kwetsbaarheden om zichzelf te (leren) helpen en daarmee hun stem te gebruiken om ook de zorg te laten kantelen naar herstelondersteuning. Het HEE-team telt ongeveer 50 ervaringsdeskundige docenten, die hun expertise breed inzetten voornamelijk binnen GGZ-instellingen in het hele land.

en behoeften van degenen die zorg nodig hebben.Waar de patiënt voor zover die term van toepassing is,net als in de somatisch zorg, zelf een stem heeft in hetbehandel- en zorgtraject. Nu moet alles vooral passenin de kaders van een instelling en het systeem, waarbijuitgangspunt is de door professionals geconstateerdegebreken en het daarbij horende etiketje. Dan blijft ermeestal weinig ruimte over om zelf nog iets van zeggen-schap of regie te houden. Dat kan verbeteren als de GGZ meer aansluit op het ‘gewone’ leven van mensen, op wat er al in de socialeomgeving en wijk gebeurt. Daarmee bevorderen we tegelijkertijd dat de GGZ niet zo’n aparte, andere wereldblijft dan de reguliere gezondheidszorg. De grootste uitdaging waar de sector in dit proces voor staat, is losdurven laten. Niet alleen van ‘hun’ patiënten, maar ookvan budgetten, regie en zeggenschap. Het monopolievan de GGZ op zorg en ondersteuning voor mensen metpsychische klachten, mag best doorbroken worden. Debelangrijkste wegwijzers in dit proces zijn degenen diezorg nodig hebben en hun wensen. HEE vormt een bun-deling van die stemmen én van deze deskundigheid enis graag gesprekspartner voor degenen die daarmeewillen werken.

CONCLUSIEAlleen als ambulantisering wordt gebruikt om de GGZ-wereld open te breken en de geestelijke gezondheids-zorg meer te vermengen met het ‘gewone’ leven enmensen die klachten hebben van welke aard ook, spre-ken we als HEE/ervaringsdeskundigen van een geslaagdambulantiseringsproces.

GGZ-WERELDOPEN TE BREKEN

Page 10: Trimbos jaarverslag 2012 NED

IMPLEMENTEERT KEUZEHULP

PATI

EN

TEN

-O

RG

AN

ISA

TIE

Er is brede consensus in de ggz dat een daadwerkelijkepraktijk van empowerment voor mensen met de diag-nose schizofrenie noodzakelijk is. Lotgenoten kunnendaar een belangrijke rol bij spelen. Samen kan in de rela-tieve veiligheid van de lotgenotengroep ontdekt wor-den waar mogelijkheden liggen. Goede voorbeeldendat ook na de psychose weer allerlei sociale rollen zijnop te nemen doen inspireren en motiveren. Een tientalzijn geportretteerd in het boek Meer dan dat… (TobiVroegh 2011).

CONCLUSIEDe komende jaren zal blijken of de inzet van ervarings-kennis in de geestelijke gezondheidszorg een kwalita-tieve sprong voorwaarts kan maken. Er zijn uitdagingenrondom de ambulantisering, omdat psychiatrische patiënten sneller en vaker buiten de ggz zullen moetenherstellen. Zij zullen eerder dan voorheen moeten inte-greren in een sportvereniging, een buurthuis of crea-tieve club. Ervaringsdeskundigen kunnen in dit proceseen advies- en begeleidende rol spelen. Noodzaak is wel dat voor het werven en opleiden vannieuwe ervaringsdeskundigen de relatieve veiligheid van de lotgenotengroepen beschikbaar blijft. BinnenAnoiksis komen mensen met een psychose gevoelig-heid met verschillende stappen en ongelijke snelhedenvooruit. Ook het eindpunt kan verschillen. Maar uitein-delijk heeft dat bij een groep mensen met schizofreniegeleid tot een acceptatie van de onbegrensde moge-lijkheden.

INLEIDINGBinnen komen in de geestelijke gezondheidszorg gaatmeestal niet uit eigen beweging bij mensen die er dediagnose schizofrenie krijgen. Er wordt van deze patiën-ten, en dat wordt alleen maar versterkt door de ambu-lantisering, verwacht dat zij door het laten zien vangezond eigen initiatief weer zelf de uitgang vinden. Defunctie die herstel-gerichte zorg zich toebedeeld is hetzo goed mogelijk herstellen van eigen regie over hetleven door de patiënt. Dat kan niet zonder het slim inzet-ten van ervaringskennis.

BETOOGVereniging Anoiksis laat sinds twintig jaar zien dat lot-genotencontacten een vruchtbare basis vormen om ervaringskennis te ontsluiten, expliciet te maken en tedelen. Zelforganisatie van mensen met de diagnoseschizofrenie biedt volop kansen voor individuele em-powerment. Het was dan ook logisch dat de KeuzehulpSchizofrenie (www.keuzehulpen.nl) via Anoiksis werdgeïmplementeerd. Door actieve leden van Anoiksis tetrainen in het organiseren van bijeenkomsten rondomhet thema ‘eigen regie’ werd een zaadje geplant.Van belang is geweest dat met dit project er een sfeerrond de Keuzehulp Schizofrenie werd gecreëerd, die kanleiden tot een praktijk dat patiënten met de diagnoseuit eigen beweging met dit keuze-instrument aan deslag gaan.Het resultaat is ook een groep van veertig getrainde ervaringsdeskundigen, die als ambassadeurs optredenvan de Keuzehulp Schizofrenie. Deze keuzehulp helptpatiënten ontdekken dat het mogelijk is ook met de diagnose schizofrenie de regie weer in eigen hand tenemen. Door te herkennen waar het eigen initiatief begint en wie of wat er van nut kan zijn bij het realiserendaarvan.

drs. Maarten Muis projectleider Vereniging Anoiksis en Cliëntenbelang Amsterdam.Gebaseerd op project Regie- en empowermentbevorderende benaderingen bij schizofrenie: implementatie via cliëntenorganisaties (Trimbos/Anoiksis 2011/12).

Goede voorbeelden datook na de psychose weerallerlei sociale rollen zijn op te nemen doen inspireren en motiveren

16 17

onderwijs? Wat doen gemeenteneraan en wat zouden zij verder nogkunnen doen? Samen met StichtingTriana interviewden onderzoekersvan het Trimbos-instituut 27 Romameisjes en hun vader/moeder. Tevens werden 20 schoolconsulen-ten en leerplichtambtenaren uit de11 Nederlandse gemeenten met demeeste Roma gezinnen geïnter-

viewd. Uit de interviews en het bijgaande literatuuronderzoek kwamen factoren naar voren die vaninvloed zijn op de schoolgang vanRoma meisjes. In juli zijn de resulta-ten gepresenteerd.

AUGUSTUS

Speciale kieswijzer ggzOp de website www.kiesvoorggz.nlis vanaf 1 augustus informatie tevinden van politieke partijen over deggz. Aanleiding voor de site zijn deverkiezingen op 12 september voorde Tweede Kamer. Er is partijenonder meer gevraagd naar hun toe-

komstvisie op de ggz, het belangvan preventie, de eigen bijdrage,maatschappelijke participatie enstigmatisering. Kiesvoorggz.nl is ge-maakt in samenwerking met GGzNederland, Landelijk Platform GGz,de Nederlandse Vereniging voorPsychiatrie, het Nederlands Instituutvan Psychologen en KenniscentrumPhrenos.

Handreiking KOPP/KVO voorgemeentenIn augustus wordt de handreikingKOPP/KVO voor gemeenten gepresenteerd. Het doel van dezehandreiking is het belang van onder-steuning van KOPP/KVO kinderenonder de aandacht te brengen enhet bestaande interventieaanbodtoegankelijker te maken voor

gemeenten. Met de handreikingworden gemeenten voorzien vancorrecte en recente informatie overKOPP/KVO (kinderen van oudersmet psychische problemen en kin-deren van verslaafde ouders) en hetbijbehorende interventieaanbod.Deze informatie kunnen gemeentengebruiken bij het opstellen van lokale beleidsnota’s.

:

Page 11: Trimbos jaarverslag 2012 NED

Dr. Harry Michon senior wetenschappelijk medewerker programma Re-integratie Trimbos-instituut, Lector Duurzaam Werken Fontys Hogeschool. Bronnen Panel Psychisch Gezien; Ongepubliceerde notitie Jaap van Weeghel, 2013; Trendrapportage GGZ (in voorbereiding), Van Busschbach e.a. 2011 Burns ea 2007.

INLEIDINGMensen met ernstige, aanhoudende psychische aan-doeningen willen meetellen in de maatschappij. Hunwensen zijn wat dat betreft niet anders dan die van andere burgers. Hun positie op de arbeidsmarkt is ech-ter veel zwakker. Rond de 70% van de totale beroeps-bevolking heeft betaald werk, van de mensen metpsychische aandoeningen blijft de teller steken rond de15%. Dat percentage kan zeker omhoog.

BETOOG Een groot deel van de mensen met aanhoudende psy-chische klachten zou graag een betaalde baan hebben.Van de deelnemers aan het Panel Psychisch Gezien uitongeveer een derde expliciet die wens. Concreet bete-kent dit, dat van de naar schatting 240.000 volwassenenmet aanhoudende psychische klachten, rond de 70.000graag betaald werk zou doen. En de groep is mogelijknog groter. Uit onderzoek is namelijk bekend dat velenniet durven te hopen op een baan. Uit angst voor voor-oordelen, stigmatisering of om afgewezen te worden en toch geen kans te maken. Als ze bij lotgenoten ziendat er wel degelijk mogelijkheden zijn, neemt hun eigen interesse, motivatie en durf om toch (weer) werk te zoe-ken toe. Natuurlijk is de werkloosheid op dit moment hoog, wathet niet gemakkelijker maakt voor mensen met beper-kingen. Tegelijkertijd zijn er ook kansen. Bijvoorbeeldomdat steeds meer werkgevers de toegevoegde waar-de van een divers personeelsbestand zien. Maar ookdoor de Participatiewet, waar een quotum wordt opge-legd aan werkgevers met meer dan 25 werknemers omminimaal 5% werknemers met een arbeidsbeperking indienst te hebben. Goede individuele ondersteuning is vaak wel nodig. Demeest effectieve methodiek hiervoor het IPS-model:

Individuele Plaatsing & Steun. IPS is een methodiek voormensen met langdurige psychische aandoeningen dieondersteund willen worden bij het vinden en behoudenvan regulier betaald werk. Het verschil met meer tradi-tionele arbeidsbegeleiding is o.a. dat IPS volledig focustop het contact leggen met reguliere werkgevers en hetzoeken naar een gewone betaalde baan, een minimumaan voorbereiding biedt vóór de bemiddeling naar werken training en coaching zoveel mogelijk na plaatsinginzet. Bovendien wordt intensief samengewerkt met depsychiatrische hulpverlening. In Nederland is vorig jaareen landelijk effectonderzoek naar IPS afgerond, waaruitblijkt dat met IPS betere resultaten geboekt worden danmet de meer gebruikelijke benadering. Naast de positieve invloed op het leven van het indi-vidu, is een betere arbeidsdeelname van mensen uitdeze groep ook financieel van belang. Te verwachtenvalt immers dat door arbeidsdeelname bespaard wordtop o.a. uitkeringen en zorgkosten. Zo wees een Euro-pees onderzoek naar IPS uit dat de deelnemers in deIPS groep aantoonbaar minder vaak (her)opgenomenwerden in psychiatrische instellingen dan degenen diegebruikelijke arbeidsbegeleiding kregen.

CONCLUSIE Voor een grotere arbeidsdeelname van mensen metaanhoudende psychische problemen in Nederland isnog een lange adem nodig. Positief is dat GGZ Neder-land en UWV expliciet het belang onderschrijven vangerichte en grootschalige implementatie van IPS. Maarer zijn ook nog allerlei obstakels. Bijvoorbeeld dat hetbeleidsmakers en zorgverzekeraars nog niet gelukt iséén goed lopend financieringssysteem te realiseren. Hetis echt tijd die barrières te slechten en de arbeidswensenvan mensen met psychische aandoeningen serieus tenemen. M

ET

AA

NH

OU

DE

ND

EPSYCHISCHEV

OO

RM

ENSE

NW

ER

KAANDOENINGEN Een groot obstakel is dat het beleidsmakers en zorgverzekeraars

nog niet is gelukt één goed lopend financieringssysteem te realiserenvoor arbeidsbegeleiding

18 19

Effectiviteit IPS aangetoond Effectiviteit van individuele plaatsingen steun in Nederland. Eindverslagvan een gerandomiseerde gecon-troleerde effectstudie is de titel vaneen in augustus verschenen rapport.Samen met het Rob Giel Onder-zoekcentrum (UMCG) is het effectonderzocht van het IndividuelePlaatsing & Steun model (IPS). IPS

ondersteunt mensen die cliënt zijnbij de ggz vanwege aanhoudendepsychische aandoeningen, bij hetzoeken naar en behouden van regu-lier betaald werk. Uit de studie blijktdat IPS leidt tot een hoger percen-tage mensen met betaald werk, namelijk 20% meer dan met gebrui-kelijke arbeidsbegeleiding (44% tegenover 25%).

Happy Drinks op OlympischeSpelen Sporters, bezoekers en gasten vanhet Holland Heineken House kunnenin juli en augustus tijdens de Olympische Spelen in Londen eenspeciale Happy Drink bestellen: eenalcoholvrije cocktail met een kick enspeciale twist. Happy Drinks zijndoor Pierre Wind in opdracht van

het Trimbos-instituut ontwikkeld metals doel de beschikbaarheid van alco-holvrij te vergroten en de horeca-bezoeker een lekker en spannend alcoholvrij alternatief te bieden.

SEPTEMBER

De juiste snaar: Omgaan metoverlast door agressie en

middelengebruikHoe beïnvloedt drank en drugsagressief gedrag? En hoe moet eenprofessional met een publieke taakomgaan met mensen die dergelijkagressief gedrag vertonen? Onder-zoek in samenwerking met BureauBeke, dat in september wordt ge-publiceerd, geeft antwoord op dezevraag. Het onderzoek is uitgevoerd

in opdracht van het Wetenschappe-lijk Onderzoek- en Documentatie-centrum (WODC) van het ministerievan Veiligheid en Justitie en geefteen actueel beeld van de beschik-bare kennis over agressie en gewelddadig gedrag onder invloedvan alcohol en/of drugs.

Page 12: Trimbos jaarverslag 2012 NED

INLEIDING Nederland is al vrij ver met het bieden van ambulantezorg, ondanks het hoge aantal bedden. Er is veel exper-tise en goede dienstverlening. Dat is tegelijkertijd degrootste valkuil, omdat daarmee ook de urgentie voorechte verandering ontbreekt. Dat het proces van ambu-lantisering bovendien parallel loopt met een grote be-zuinigingsoperatie, is uniek.

BETOOGVanuit de politiek wordt in Nederland op dit momentvoor de ggz sterk ingezet op beddenreductie. De uit-gangssituatie in Nederland hiervoor is in verschillendeopzichten gunstig. Nederland heeft in vergelijking metandere EU-landen veel bedden, veel psychiaters en veelverpleegkundigen. Opmerkelijk genoeg is het aantalopnames echter relatief laag. Jaarlijks worden er perbed in Engeland en Denemarken 12 mensen opgeno-men, maar slechts 5 in Nederland. Ook opvallend is dathet aantal huisartsen per persoon maar de helft is vanhet Europese gemiddelde. Als we het hebben over de 'behandelings-gap', het ver-schil tussen het aantal mensen dat behandeling nodigheeft en daadwerkelijk behandeling krijgt, doet Neder-land het in Europees opzicht weer redelijk goed. Al zijnhier kanttekeningen te plaatsten bij de doelen en de ef-fectiviteit van de geboden zorg. Samengevat is er rela-tief veel (zware) psychiatrische zorg, en weinig (lichte)eerstelijns zorg. Daardoor komt het dat 20 procent vande mensen met psychische problemen in behandelingis bij een ggz-instelling, en slechts 22 procent bij dehuisarts. In Engeland wordt zo’n 90 procent van de mensen met psychische klachten behandeld door dehuisarts, inclusief 50 procent van hen met ernstige psy-chiatrische aandoeningen. Dit ontlast andere dienst-verleners, maakt korte behandelingen en snelle follow

Matthijs Muijen Programma Manager Mental Health/WHO, Regional Office for Europe.Bron Gebaseerd op de presentatie ‘Nederland: waarom veranderen?’, tijdens de GGZ Kennisdag 2013, 7 februari 2013.

up mogelijk. Het tekort aan beschikbaarheid van eerste-lijnszorg in Nederland is mogelijk ook een verklaringwaarom mensen vrij lang in het hulpverleningscircuit blijven en er weinig terugstroom is naar zelfhulp(pro-gramma’s) of steun vanuit het eigen netwerk of familie. Gezien de hoge kosten voor ggz in Nederland, zijn ervoldoende aanknopingspunten voor verbetering. Hetconvenant dat vorig jaar is gesloten is daarvoor eengoede motor. Uit internationale vergelijkingen weten wedat belangrijke drijfveren voor innovatie in de ggz-sector plaatselijke initiatieven zijn, landelijke politiekebesluitvorming en een nationaal zorgmodel gecom-bineerd met financiële prikkels. Het convenant voldoet gedeeltelijk aan die voorwaarden. Hiermee zijn echter ook meteen wat kritische kantteke-ningen te plaatsen. Het proces van ambulantisering gaatniet gepaard met een extra investering, maar juist meteen budgetverlaging. Daarnaast wordt er al zolang overbeddenreductie gesproken, dat veel mensen gelovendat het allang gerealiseerd is. Bovendien is er geenechte urgentie, omdat er ook heel veel goed gaat, ener weinig bereidheid is tot het nemen van risico’s. Bovendien is er geen nationaal model voor de hervor-ming, maar is er veel ruimte voor regionale differentiatie.Wat het proces lastiger te sturen maakt.

CONCLUSIEVele partijen in de ggz sector hebben zich gezamenlijkgecommitteerd aan het thema ambulantisering. Maaromdat alle partijen ook veel te verliezen hebben, ergeen nationaal model is en het gepaard gaat met be-zuinigingen, is de vraag of de ambities kunnen wordenwaargemaakt. Veel zal afhangen van nationaal leider-schap en de politieke wil dit proces hoog op de agendate houden.

WAAROMLESSEN UIT EUROPA

VER-ANDEREN

?NEDERLAND

Er is in Nederland relatief veel(zware) psychiatrische zorg en weinig (lichte) eerstelijns zorg

20 21

Moniek VlasveldMoniek Vlasveld, wetenschappelijkmedewerker programma PubliekeGeestelijke Gezondheid, promo-veert op 12 september bij het VUMedisch Centrum. In haar proef-schrift onderzoekt zij welke factoreneen rol spelen bij verzuim en werk-hervatting. Daarnaast bekijkt zij de (kosten-) effectiviteit van een ‘colla-

borative care’ behandelmodel bijverzuimende werknemers met eendepressie. Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van het Depressie Initiatief.

Oog voor mantelzorgersIn september verschijnt een rapportover zes Leidse organisaties die ervaring hebben opgedaan met de

methode Preventieve Ondersteu-ning Mantelzorgers (POM). POM iseen methode voor vroegsignaleringvan mantelzorgers, gericht op hetversterken van de persoonlijke ensociale hulpbronnen en het weg-nemen van belemmeringen voor hetzoeken en accepteren van hulp. Uiteindelijke doel is het voorkomenvan overbelasting bij mantelzorgers.

Deze Leidse pilot laat zien dat onderdelen van de POM-methodeaantrekkelijk en goed uitvoerbaarzijn binnen instellingen voor zorg en welzijn.

Vernieuwde raad van ToezichtIn september neemt de Raad vanToezicht afscheid van Mieke Bot envoorzitter Huub Hannen. Beiden

waren gedurende 10 jaar lid van deRaad van Toezicht. Als nieuwe ledenworden geïnstalleerd: Joke vanLonkhuizen, Commissaris Achmeaen voormalig voorzitter Raad vanBestuur van GGZ inGeest te Amsterdam; Bernard Welten, bijzonder adviseur van de Regio-politie Amsterdam-Amstelland enNationale Politie; Wouter Vlasblom,

HR-manager bij Siemens Nederland.

OKTOBER

Bridging the gap: vroegpsy-chose en kwaliteit van levenMensen die op jonge leeftijd eenpsychose kregen, hebben dezelfdetoekomstwensen als hun leeftijdsge-noten, maar ervaren een aanzienlijke

Page 13: Trimbos jaarverslag 2012 NED

ervoor is groot, hebben wij gemerkt in een pilot rondomGPS-techniek voor ouderen met alzheimer en met de effectstudie naar Dementiedebaas.nl, een e-health interventie voor mantelzorgers van mensen met demen-tie. Er is nog niet veel aanbod op dit terrein; hier is nogeen wereld te winnen. Er zijn ook mogelijkheden in hetcreëren van een veilige omgeving voor mensen die zorgnodig hebben. Waarbij dan niet alleen de familie, maarook de buurt een rol speelt. In de gemeente Gemert-Bakel wordt geëxperimenteerd met kleinschalige wijk-gerichte zorg. Dorpsondersteuners zorgen dat zorgterechtkomt waar het nodig is. We moeten niet onder-schatten dat mensen nog steeds veel voor elkaar willendoen, en dat internet en social media veel mogelijk-heden bieden dit laagdrempelig te faciliteren en onder-steunen. Ook ouderen kunnen prima met deze nieuwetechnieken overweg.Naast deze mogelijkheden en kansen, zitten er ook posi-tieve kanten aan de huidige discussie. Voor het eerstvindt er een breed maatschappelijk debat plaats overvragen als: wat voor zorg ben ik bereid te geven aanmijn ouders of buren? Wat zou ik zelf willen als ik hulpnodig had, wat voor zorg zou het prettigst zijn? Beden-kelijk is dat er wel meer gestuurd wordt op preventie enondersteuning van mantelzorgers, maar er tegelijkertijdeen kwart minder budget naar de gemeentes gaat voorouderen. En heel veel gemeenten zijn nog niet goedvoorbereid op hun nieuwe taak.

CONCLUSIEOndersteuning van zorgbehoevende ouderen én man-telzorgers is meer urgent door extramuralisering. Hoe-wel er veelbelovende ontwikkelingen zijn met interneten social media, wordt hiervan tot nu toe onvoldoendegebruik van gemaakt en in geïnvesteerd. Daar kan nogeen wereld gewonnen worden.

INLEIDINGDe overheid is bezig met een extramuraliseringsslag inde ouderenzorg. Verzorgings- of verpleeghuiszorg zit ervoor mensen met een zorgzwaarte pakket 4 (zzp-4) vanaf2015 niet meer in. De zorg moet in de eigen omgevingworden georganiseerd, eerst en vooral met hulp van familie en vrienden. Deze ontwikkelingen zorgen voorveel maatschappelijke beroering. Toch zitten er goedekanten aan de discussie.

BETOOGAllereerst moeten we duidelijk voor ogen houden datslechts een selecte groep ouderen met extramuralise-ring te maken krijgt. De meeste ouderen wonen zelfstan-dig, ook al is de beeldvorming vaak anders. Als ik opcollege aan studenten vraag welk percentage van de ouderen in zorginstellingen woont, krijg ik steevast huizenhoge schattingen te horen. Sommigen denkendat het om maar liefst drie op de vier ouderen gaat, inplaats van de naar schatting één op de twintig ouderen.Een groot deel van de ouderen die in zorginstellingenwonen, heeft bovendien een zzp hoger dan 4. Toch is zelfstandig wonen voor veel mensen met eenzzp-4 heel lastig. Iemand met dementie legt thuis eenenorme druk op de mantelzorger, die daar niet altijd vol-doende voor toegerust is en soms zelf een beperkte be-lastbaarheid heeft. Mantelzorgers – partners, kinderenof vrienden – zijn bovendien niet altijd beschikbaar enniet iedere oudere vindt het prettig om van naasten zorgte ontvangen. Goede ondersteuning thuis vanaf een zovroeg mogelijk stadium, niet alleen voor degenen diezorg nodig heeft, maar ook voor diens mantelzorger(s)is dan ook een voorwaarde voor extramuralisering. Ondersteuning van mantelzorgers én mensen met demen-tie via internet of andere nieuwe communicatiekanalenbiedt veel nieuwe kansen en mogelijkheden. De animo

Prof. dr. Anne Margriet Pot, programma Ouderen van het Trimbos-instituut, Hoogleraar Ouderenpsychologie VU.

SCHAPPELIJKEMAAT-OVER

OU

DE

RE

N

ZORG

EXTRAMURALISERINGIN DE

BEROERING

Voor het eerst vindt er een breedmaatschappelijk debat plaats overvragen als: wat voor zorg ben ik bereid te geven aan mijn ouders of buren?

22 23

achterstand bij het realiseren ervan.Dit blijkt uit Bridging the gap, eenbreed onderzoek naar de kwaliteitvan leven en ambities van jongemensen met psychotische ervarin-gen dat op 16 oktober gepresen-teerd wordt. Het onderzoek isuitgevoerd i.s.m. Redmax en finan-cieel mogelijk gemaakt door Janssen. Op 12 december vindt in

Den Haag een publiek debat plaatsnaar aanleiding van de onderzoeks-resultaten. Dit debat wordt georga-niseerd in samenspraak metKenniscentrum Phrenos en het Netwerk Vroege Psychose.

KopOpOuders Zelfhulp onlineOuders met psychische en/of versla-vingsproblemen die in behandeling

zijn voor hun problemen kunnensinds oktober een online zelfhulp-cursus volgen. De cursus biedt lichteopvoedondersteuning. Door hunpsychische problemen of versla-vingsproblematiek kunnen deze ouders vaak onvoldoende aandachtgeven aan hun kinderen. Ook spelende symptomen van hun problema-tiek vaak door in de opvoeding.

De inhoud is gebaseerd op de theoretisch goed onderbouwde engecertificeerde online groepscursusvan KopOpOuders.

Website voor LVB-jongerenover alcohol en drugsJongeren en volwassenen met eenlichte verstandelijke beperking (lvb)op een laagdrempelige, beeldende

manier informeren over alcohol encannabisgebruik. Dat is het doel vande website www.bekijkhetnuchter.nldie in oktober is gelanceerd. Bekijkhetnuchter.nl is onderdeel vanhet preventieprogramma ‘Open enAlert LVB’, dat zich richt op mensenmet een lichte verstandelijke beper-king. De website is ontwikkeld in samenwerking met Stichting Steffie

en met financiering van het FondsVerstandelijk Gehandicapten.

NOVEMBER

Online hulpstempelOp 1 november is het OnlineHulp-stempel gepresenteerd. Het stempelbiedt consumenten duidelijkheidover de kwaliteit van online hulp-

Page 14: Trimbos jaarverslag 2012 NED

INLEIDINGIn Triëst, Italië, sloot in het jaar 2000 het laatste psychia-trisch ziekenhuis haar deuren. Dit proces was in ganggezet met de landelijke Psychiatrische Hervormingswetvan 1978. Doel van deze wet was om de psychiatrischezorg middenin de samenleving te brengen, dichtbij demensen die de zorg nodig hebben. Triëst anticipeerdeal vanaf 1971-1980 op dit proces en was daarmee eeninspiratiebron voor de hervormingen. Sindsdien is deregio een voorbeeld voor heel Europa op het gebiedvan ambulantisering en maatschappelijke participatievan mensen met een psychische stoornis.

BETOOG In 1971 waren er in Triëst, dat toen 310.000 inwonerstelde, nog 1200 bedden in psychiatrische ziekenhuizen.De kosten voor geestelijke gezondheidszorg waren ge-stegen naar jaarlijks 28 miljoen, omgerekend naar dehuidige euro. In 2011 waren er nog slechts 26 beddenvoor kortdurende en crisisopvang in vier centrale ggz-centra die dag en nacht open zijn. Daarnaast waren er45 bedden in wat in Nederland beschermde woonvor-men wordt genoemd. De uitgaven voor de geestelijkegezondheidszorg waren gedaald naar 18 miljoen europer jaar.

De geestelijke gezondheidszorg in Italië is sinds de Her-vormgingswet verdeeld in regio’s met per regio zo’n300.000 mensen. In Triëst zijn deze weer opgedeeld invier gezondheidsregio’s met ieder zo'n 60.000 mensen.Ieder gezondheidscentrum is weer opgedeeld in driedepartementen: voor geestelijke gezondheid, verslavingen preventie. Er zijn geen aparte psychiatrische instel-lingen meer. Wel is er een kleine noodopvang beschik-baar met zes acute psychiatrische bedden. De ggz-centra bieden ook dienstverlening aan mensenmet psychiatrische problemen in een justitiële setting.Een speciale Rehabilitatiedienst coördineert alle NGO’sdie zich bezighouden met huisvesting, beroepsonder-

wijs en werkvoorzieningen. Ook zijn er dertien socialecoöperaties of bedrijven, die marktconform werken enconcurreren met reguliere bedrijven. In deze zoge-noemde ‘coops’ zijn zowel mensen met psychiatrischeproblematiek als reguliere werknemers in dienst. Er zijncoops in nagenoeg alle sectoren: van transport, schoon-maak, catering, musea, archieven, administratie, kunsttot reparatie en ontwerp van technische spullen of meu-bels. Doel is het normaal functioneren en werken in demaatschappij van mensen met psychische stoornissen. Op iedere 1.000 inwoners is in dit systeem één profes-sionele ggz-dienstverlener beschikbaar, in totaal 215mensen: 26 psychiaters, 9 psychologen, 130 verpleeg-kundigen, 10 sociaal werkers en 6 psychosociale of re-integratie medewerkers. Ieder van de vier gezondheidscentra heeft een opendeur beleid, werkt pro-actief, behandelt thuis en is dagen nacht beschikbaar. Tegelijkertijd is continuïteit vanzorg een gegeven. Of iemand zelfstandig woont, in eenbeschermde woonvorm of in een residentiële instellingverblijft: de cliënt houdt steeds dezelfde contactper-soon. De behandeling en sociale participatie worden zoveel mogelijk geïntegreerd en op elkaar afgestemd.Uitgangspunt van de zorg is dat het laagdrempelig is,toegankelijk, vraaggestuurd en dat er geen afspraken ofwachtlijsten zijn. Cliënten wonen zo veel mogelijk zelf-standig, maar voor hen die het nodig hebben is dag ennacht hulp beschikbaar.

CONCLUSIE Jaarlijks bezoeken 900 professionals uit de hele wereldTriëst om te leren van de ervaringen met ambulantise-ring. Een wet, zoals de Hervormingswet uit 1978, kanhelpen om dit proces in gang te zetten. Maar het gaatvooral om een nieuw paradigma: van ziekte en gezond-heidsbewaking naar luisteren naar de behoeften van eenpersoon. Waarbij het niet alleen gaat om zorg, maarvooral ook om maatschappelijke participatie en opvang.

Roberto Mezzina, directeur, WHO Collaborating Centre voor Onderzoek en Training, Triëst Mental Health Department, Italië.Bron Gebaseerd op de presentatie 'Het deinstitutionaliseringsproces in Europa – de ervaringen in Triëst', tijdens de GGZ Kennisdag 7 februari 2013, Amsterdam.

VAN HOSPITALISERING

NAAR

GA

STV

RIJ

-H

EID

Of iemand zelfstandig woont, in een beschermde woonvorm of in een residentiële instelling verblijft: de cliënt houdt steeds dezelfde contactpersoon

24 25

programma’s op het gebied vangeestelijke gezondheid. Het werdontwikkeld in opdracht van het ministerie van VWS. Consumenten,patiënten, het ggz werkveld, over-heid en zorgverzekeraars krijgen methet stempel handvatten voor beoor-deling van kwaliteit in een onlinewereld waar bijna dagelijks nieuwehulpprogramma’s worden gelanceerd.

Minder vrijheidsbeperkendemaatregelen in dementiezorg Het gemiddeld aantal vrijheids-beperkende maatregelen bij mensenmet dementie in zorginstellingen isverminderd tussen 2009 en 2011.Dit geldt vooral voor het aantalbedhekken en verpleegdekens.Daarnaast blijkt in 2011 zeventigprocent van de 140 onderzochte

woonvormen geen gebruik meer temaken van onrustbanden. In 2009was dit nog slechts vijftig procent.Het beleid, de campagnes en inter-venties in de afgelopen jaren lijkenvruchten af te werpen, al blijft ernog steeds ruimte voor verbetering.Dit blijkt in november uit nieuweonderzoeksresultaten van de Monitor Woonvormen gefinancierd

door het ministerie van VWS enAlzheimer Nederland.

Meer dronkenschap in uitgaansgelegenheid waar‘alles kan’Er is meer dronkenschap in uitgaans-gelegenheden waar een sfeer heerstdat ‘alles kan’ en niet wordt opge-treden tegen asociaal gedrag. Dat

blijkt uit het in november gepresen-teerde rapport van vier Europeseonderzoeksinstituten naar de ken-merken van uitgaansgelegenhedenmet veel dronken klanten. Voor hetonderzoek werden zestig bars endiscotheken – in Utrecht, Liverpool,Palma de Mallorca en Ljubjana –ieder vier keer bezocht.

Zon Parel voor Zicht op EvenwichtAgnes van der Poel, wetenschappe-lijk medewerker van het programmaPublieke Geestelijke Gezondheid,ontvangt 1 november de ZonMwParel voor de succesvolle implemen-tatie van de cursus Zicht op Even-wicht. Zicht op Evenwicht is in onsland de best beoordeelde cursus op

Page 15: Trimbos jaarverslag 2012 NED

Brigitte Boon Programmahoofd Publieke Geestelijke Gezondheid, Trimbos-instituut. Bronnen Onderzoek transitie tweedelijns ggz-preventie naar eerste lijn, ontwikkeling klachtgerichte mini-interventies in de eerste lijn, e-learning signaleren depressie, implementatie Zorgstandaard depressie eerste lijn.

INLEIDINGAmbulantisering gaat veel over langdurige zorg en zelf-management in de ggz voor mensen met chronischeklachten. Net zo belangrijk is het te investeren in pre-ventie en proberen te voorkomen dat mensen met lichteklachten ernstiger klachten ontwikkelen. Dit was lange tijd op een goede manier belegd in detweede lijn, en wordt nu grotendeels overgeheveld naarde eerste lijn. Er is wat te winnen met deze overheveling:je kunt bij lichtere klachten zowel eerder signaleren alsactie ondernemen. Maar er is ook wat te verliezen: er isveel effectief aanbod. Kan dat behouden blijven, nu hetsneller moet, met minder sessies?

BETOOGGgz preventie was goed ingevuld en georganiseerd inde tweede lijn, met bewezen effectieve interventies voorde grote groepen mensen met psychische aandoenin-gen of hun omgeving: angststoornissen, depressies,KOPP/KVO, mantelzorgers. Door de verschuiving naarde eerste lijn, is de vraag of en hoe dit aanbod op ni-veau behouden kan blijven. Vooral omdat in de eerstelijn minder sessies vergoed worden dan in de tweedelijn en de financiering nog niet duidelijk geregeld is. Devraag is echter relevant, omdat door de transitie naar debasis generalistische ggz meer taken op dit terrein in deeerste lijn komen te liggen dan tot nu toe het geval is. De eerste lijn is al druk bezig om preventie op te pakken;er zijn verschillende overlegplatforms om dit te stroom-lijnen en inhoudelijk uit te werken. Het Trimbos-instituutondersteunt dit proces door interventies te ontwikkelenzodat de preventie van psychische aandoeningen beterkan worden uitgevoerd binnen de eerste lijn. Op het ge-bied van depressiepreventie is er inmiddels een vrij ruimaanbod. Zo wordt er gewerkt aan de implementatie van

online depressiepreventie in de huisartspraktijk. Er zijnklachtgerichte mini-interventies ontwikkeld die wordentoegepast in de eerste lijn. Er is een e-learning voor het signaleren van depressie en het toeleiden naar en motiveren voor preventieve interventies voor wijkver-pleegkundigen, praktijkondersteuners somatiek, maat-schappelijk werkenden en ouderenadviseurs. Dezehulpverleners werken veelal met risicogroepen voor depressie, volwassenen en ouderen. Ook zijn er diversepilots voor invoering van de zorgstandaard depressiebinnen de eerste lijn. En er loopt een onderzoek, in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen, naarzelfmanagement en terugvalpreventie onder de titel'DepressieVrij'. Omdat de eerste lijn vaak met kortere interventies werktdan in de tweede lijn het geval was, is het van belangom te kijken naar meer ‘blended’ vormen van preventieen behandeling. Dit betekent dat bijvoorbeeld een POHin een gezondheidscentrum ingezet kan worden voorpersoonlijke ondersteuning, gecombineerd met onlineprogramma's en methodes voor zelfmanagement.

CONCLUSIEVoor een zorgvuldige inbedding van preventie in de eer-ste lijn, is het van belang verder te investeren in de ont-wikkeling van nieuwe interventies, waarbij de effectiviteitgepaard gaat met een kortere interventieduur. Om deeffectiviteit te borgen, moet er opnieuw worden ge-ïnvesteerd in onderzoek. Daarnaast is het van belang kennishiaten te vinden. Dit kan bijvoorbeeld door eenonderzoeks-implementatie agenda om te kijken wat ernodig is in de eerste lijn voor een effectief preventie-aanbod en kortdurende behandeling van mensen metbeginnende klachten.P

RE

VE

NTI

ETW

EE

DE

NA

AR

EE

RST

ELIJNVAN

KANSENENBEDREIGINGEN

:Een POH ggz in een gezondheidscentrum kan ingezet worden voorpersoonlijke ondersteuning, gecombineerd met online programma’sen methodes voor zelfmanagement

26 27

het gebied van valangst en vermij-dingsgedrag. Ouderen krijgen meercontrole over hun valangst, wordenactiever, kunnen zichzelf beter red-den en vallen minder. Door een in-tensieve samenwerking met deMaastricht University en Orbis Medisch en Zorgconcern, sluit decursus goed aan bij de manier vanwerken van (thuis)zorgorganisaties

en ggz instellingen. Het is boven-dien een voorbeeld van een geslaagde innovatiecyclus: een ge-degen implementatie van een effec-tieve interventie, gebaseerd op eenconcrete behoefte uit de praktijk.

Project in Montenegro Een Twinning Light project metMontenegro heeft financiering toe-

gekend gekregen vanuit de Europese Commissie. Ionela Petreavan het programma InternationaalBeleid en Geestelijke Gezondheidwerkt het voorstel verder uit, samenmet een aantal andere ggz expertsvan Altrecht en Noord HollandNoord. Twinning projecten zijn projecten waarbij deskundigen vaneen EU-land een ander EU-land

ondersteunen met expertise. Dit project richt zich op deskundig-heidsbevordering van de ggz inMontenegro.

DECEMBER

Start portal alcohol en gezond-heid in vier landenOp 6 december is in Belarus,

Brazilië, India en Mexico een portalgelanceerd over alcohol en gezond-heid. De portal is een initiatief vande World Health Organization, hetTrimbos-instituut, en samenwer-kende partijen in de vier landen.Het programma is gebaseerd op dedoor het Trimbos-instituut ontwik-kelde interventie MinderDrinken.nl,wereldwijd de best onderzochte

webinterventie voor zelfhulp-programma's voor problematisch alcoholgebruik. Elk land heeft deportal ingericht naar de eigen wensen en behoeften. Bij geblekensucces zal de portal ook aan anderelanden worden aangeboden. Het project is mede mogelijk gemaakt met financiering van deNederlandse regering.

Page 16: Trimbos jaarverslag 2012 NED

In januari besluit het ministerie van VWS om budget aanhet Trimbos-instituut toe te kennen voor onderzoek naartabaksontmoediging. Door de kennis op het gebied vantabak, alcohol en drugs te concentreren binnen één instituut ontstaat een krachtig kenniscentrum rond middelengebruik dat overheid, scholen, bedrijven engemeentes kan ondersteunen in hun beleid en hun preventie activiteiten. Het Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging(NET) dat door het Trimbos-instituut is opgericht, zalnaast VWS ook andere ministeries, fondsen en verzeke-raars betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe interven-ties en beleid en zal gevraagd en ongevraagd adviesuitbrengen. Er zal intensief worden samengewerkt methet Longfonds, KWF, de Hartstichting, de Alliantie Nederland Rookvrij! en het Partnership Stop met Roken.Samengewerkt wordt ook met internationale topkennis-centra op het gebied van tabaksontmoediging én deWereld Gezondheids Organisatie (WHO), waarvan hetTrimbos-instituut een collaborating center is.

Het NET richt zich op monitoring van trends, ontwikke-len van interventies en onderzoek naar de werking daar-van, het beschikbaar stellen van (internationale) kennisop het gebied van tabaksontmoediging, het uitvoerenvan preventieve activiteiten met jongeren als voornaam-ste doelgroep en op het innoveren van beleid en inter-venties. Concreet resulteert dit in:• Een jaarlijkse rapportage van trends onder jongeren

en volwassenen op het gebied van roken. • Een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van

effectief beleid en effectieve interventies gericht ophet voorkomen en behandelen van tabaksgebruik enverslaving en het stimuleren van een gezonde leef-stijl.

• Ontwikkeling en evaluatie van innovatieve en effec-tieve interventies.

• Het actief beschikbaar stellen van kennis op het gebied van tabak, aansluitend bij verschillende behoeftes van mensen en instellingen.

• Extra aandacht voor jongeren, in het verlengde vande gezamenlijke weerbaarheidscampagne van hetTrimbos-instituut en Stivoro in 2011, ‘Meer lol metself control’.

Het NET zal determinanten van tabaksgebruik en ver-slaving onderzoeken en effectieve interventies ontwik-kelen om problematisch gebruik en gezondheidsschadete voorkomen. Daarnaast wordt nieuwe kennis op hetgebied van tabak verzameld, ontwikkeld en gedeeld.Uiteindelijk doel is het voorkomen, behandelen en be-heersen van verslaving en het stimuleren van een gezondeleefstijl. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van innova-tieve strategieën op het gebied van social media. Kern-begrippen zijn versterken van de weerbaarheid enveerkracht van zowel jongeren als volwassen rokers omzo hun kwetsbaarheid voor risico’s te beperken.

(NET)N

ATI

ON

AA

LEX

PERT

ISEC

ENTR

UM

TAB

AK

SON

TMO

ED

IGIN

G

28

Kenniscentrum voor Economische Evaluatie Het in 2011 opgerichte Kennis-centrum voor Economische Evaluatie brengt in 2012 verschil-lende rapporten uit. Voor de WHO,VWS, ZonMw en de Indiase over-heid zijn projecten uitgevoerd en erwordt samengewerkt met diverseuniversiteiten in binnen- en buiten-

land. Ook is het aantal gezondheids-economische publicaties gestaaggestegen. Voorbeelden zijn een kosteneffectiviteitsstudies naar PsyFit in samenwerking met de Universiteit van Twente, een kosten-effectiviteitsstudie naar terugval bijdepressie (DepressieVrij) in samen-werking met de RijksUniversiteitGroningen en verschillende econo-

mische modelleringsstudies in op-dracht van het Ministerie van VWS.

COLOFON

Dit Jaarverslag 2012 is een uitgave van het Trimbos-instituut, Netherlands Institute of Mental Health and Addiction, Utrecht.Mei 2013.

REDACTIE Marjan Heuving en Peter Stark PROJECTLEIDING Marjan Heuving en Laila Zaghdoudi ONTWERP Jessica Ottersberg, O&D V.O.F., Baarn FOTO’S Leonie van de Mortel (pag. 1, 2, 6, 10, 14, 18, 22, 26) Mona van den Berg (pag. 16) INFOGRAPHIC Arthur Wentzel DRUK Canon Nederland N.V., ‘s-Hertogenbosch OPLAGE 1.500 exemplaren – bestelnummer AF 1224

Met dank aan allen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit jaarverslag, in het bijzonder de auteurs van de abstracts over Ambulantisering. Via www.trimbos.nl/jaarverslag is ook het financiële jaaroverzicht en de volledige literatuurlijst te raadplegen. Voor vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit jaarverslag kunt u contact opnemen via 030 – 297 11 00 of via [email protected].

Page 17: Trimbos jaarverslag 2012 NED

Trimbos-instituutDa Costakade 453521 VS Utrecht

Postbus 7253500 AS Utrecht

T +31 (0)30 297 11 00F +31 (0)30 297 11 11

E [email protected] www.trimbos.nl