Trends voor trainers: trainersdurf

4
Anneke Dekkers, Strapa. Traint en coacht professionals om met plezier en resultaat te werken. www.strapa.nl , 0641576176, [email protected] Trainen op topniveau: trainersdurf Bijdrage voor het congres Trends voor Trainers, 15 januari 2010 Wat maakt een toptrainer een toptrainer In mijn boek trainen op topniveau ben ik meegelopen met 9 succesvolle trainers en heb onderzocht wat hen zo goed maakt. De resultaten heb ik verwerkt in het basismodel succesvolle trainers. Figuur 1. Basismodel succesvolle trainers Wat maakt een toptrainer een toptrainer? Het grootste verschil met ‘gewone’ trainers zijn: - de enorme gedrevenheid/passie/liefde die ze hebben voor het werk en hun deelnemers. - Het lef dat ze hebben. Ze durven meer risico te nemen in hun interventies dan gewone trainers. Ze laten zich niet leiden door hun eigen interne criticus, laten zich niet leiden door hun eigen onzekerheden, of door de onzekerheden van de groep. Trainersdurf Laten we er vanuit gaan dat jullie voldoende gedrevenheid en passie voor je werk hebben. Lef, durf is dan datgene wat de toptrainer onderscheidt van de gewone trainer. Dan hebben we het wel over trainersdurf. De toptrainer zet iets in beweging, juist door op spannende momenten iets te doen of te laten. Door onvervaard te doen wat aansluit bij de behoefte van de klant. Ook al begrijpt de klant het op dat moment zelf misschien nog niet. De toptrainer is bereid het risico te nemen dat wat ze doet mislukt. Is bereid de gevolgen daarvan te dragen . 1 Inzicht geven Waarnemen Leiden, volgen Verbinden Interveniër en

description

Inhoudelijke bijdrage voor de workshop Trainersdurf door Anneke Dekkers voor het congres Trends voor trainers, 15 januari 2010. www.trendsvoortrainers.nl

Transcript of Trends voor trainers: trainersdurf

Page 1: Trends voor trainers: trainersdurf

Anneke Dekkers, Strapa. Traint en coacht professionals om met plezier en resultaat te werken. www.strapa.nl, 0641576176, [email protected]

Trainen op topniveau: trainersdurfBijdrage voor het congres Trends voor Trainers, 15 januari 2010

Wat maakt een toptrainer een toptrainerIn mijn boek trainen op topniveau ben ik meegelopen met 9 succesvolle trainers en heb onderzocht wat hen zo goed maakt. De resultaten heb ik verwerkt in het basismodel succesvolle trainers.

Figuur 1. Basismodel succesvolle trainers

Wat maakt een toptrainer een toptrainer?Het grootste verschil met ‘gewone’ trainers zijn:

- de enorme gedrevenheid/passie/liefde die ze hebben voor het werk en hun deelnemers. - Het lef dat ze hebben. Ze durven meer risico te nemen in hun interventies dan gewone

trainers. Ze laten zich niet leiden door hun eigen interne criticus, laten zich niet leiden door hun eigen onzekerheden, of door de onzekerheden van de groep.

Trainersdurf

Laten we er vanuit gaan dat jullie voldoende gedrevenheid en passie voor je werk hebben.

Lef, durf is dan datgene wat de toptrainer onderscheidt van de gewone trainer. Dan hebben we het wel over trainersdurf. De toptrainer zet iets in beweging, juist door op spannende momenten iets te doen of te laten. Door onvervaard te doen wat aansluit bij de behoefte van de klant. Ook al begrijpt de klant het op dat moment zelf misschien nog niet. De toptrainer is bereid het risico te nemen dat wat ze doet mislukt. Is bereid de gevolgen daarvan te dragen . Met trainersdurf bedoel ik dat de durf die je toont pas ingezet wordt als het binnen het contract met de groep en het individu past. En als het mogelijkerwijs bijdraagt aan het behalen van de leerdoelen, leerwensen. Niet alleen dat, je zet het ook alleen in als je inschat dat je de kwaliteiten hebt het tot een goed eind te brengen, danwel de gevolgen te dragen.

1

Inzicht geven

Waarnemen

Leiden, volgen

Verbinden

Interveniëren

a.Contract

b. Nodig, kans om doel te bereikenc. Binnen je mogelijkheden

Trainersdurf ?

Page 2: Trends voor trainers: trainersdurf

Anneke Dekkers, Strapa. Traint en coacht professionals om met plezier en resultaat te werken. www.strapa.nl, 0641576176, [email protected]

Als je deze punten in acht neemt kun je spreken van trainersdurf: vanuit je professionaliteit en binnen het contract spannende interventies plegen.

Trainersdurf en interveniërenDus als je de laatste stap op weg naar toptrainer wilt zetten: ontwikkel dan je durf. De durf heb je met name nodig bij spannende interventies. Onze workshop gaat vooral over de bovenste schijf van het basismodel succesvolle trainers: interveniëren. Want dan komt het er voor jou als trainer en voor de groep op aan. Niet alles loopt meer op rolletjes en de doelen lijken niet gehaald te worden. Het kan zijn dat een oefening niet aanslaat, de groep weerstand vertoont, mensen onderling ruzie hebben, de groep totale desinteresse toont, iemand dwarsligt, wat dan ook.

Er moet dus iets gebeuren.

Wanneer heb je durf nodig?Afhankelijk van de situatie kan de interventie spanning opleveren bij jou als trainer. Wat moet je doen? Zal het goed uitpakken? Kan je het wel? Krijg je geen ruzie? Mijn ervaring is dat onzekerheid, spanning, angst veroorzaakt wordt door verschillende zaken:

1) in onszelf (je interne criticus, eigen oordelen, eigen waarden)2) buiten onszelf, door de groep. Er kan sprake zijn van parallelle processen. Je neemt de

spanning van de groep over. Een goede trainer weet wanneer de spanning van hemzelf is en wanneer van de groep. Als je de spanning van de groep voelt is dat natuurlijk een signaal dat er iets aan de hand is en intervenieer je als trainer. We laten de parallelle processen hier buiten beschouwing

We gaan het hebben over die situaties die jij spannend vindt (door je interne gedoe) en waarvan je wel vindt dat er iets moet gebeuren. Situaties waar je durf bij nodig hebt.

Samenhang met verbinding en waarnemenMijn aanname is dat als je durf nodig hebt, de verbinding met jezelf of met de groep, of mensen in de groep, verstoord is. Voorwaarde om goed te kunnen interveniëren en met je eigen onzekerheid/angst om te gaan is dat de verbinding hersteld wordt. De verbinding met jezelf en de verbinding met de groep. Een andere voorwaarde is dat je je bewust bent van wat je waarneemt. Als de verbinding hersteld is kun je waarschijnlijk ook beter waarnemen.

2

Inzicht geven

Waarnemen

Leiden, volgen

Verbinden

Interveniëren trainersdurf

Page 3: Trends voor trainers: trainersdurf

Anneke Dekkers, Strapa. Traint en coacht professionals om met plezier en resultaat te werken. www.strapa.nl, 0641576176, [email protected]

We gaan om onze trainersdurf te versterken eerst onszelf en ons interne gedoe waarnemen, beleven en veranderen en ons dan met onze durf verbinden.

3

Inzicht geven

Waarnemen

Leiden, volgen

Verbinden

Interveniërentrainersdurf

Page 4: Trends voor trainers: trainersdurf

Anneke Dekkers, Strapa. Traint en coacht professionals om met plezier en resultaat te werken. www.strapa.nl, 0641576176, [email protected]

Oefening: Van intern gedoe naar trainersdurf

Stap 1. haal je een situatie voor ogen waarin je, naar je eigen idee, te weinig trainersdurf had.Wat waren de gedachten die in je hoofd opkwamen? Schrijf ze op, zo snel je kunt.

Stap 2. vorm een drietal.Stap 3. bepaal de rolverdeling:

A. is degene die meer trainersdurf wilB. is degene die de interne criticus neerzet, verbeeldtC. is degene die aanmoedigt en de oefening leidt.

Stap 4. oefening van intern gedoe naar durf. (in totaal 15 minuten!)Sitatieschets

- A vertelt kort de situatie waarin hij/zij te weinig trainersdurf had, vertelt vervolgens de gedachten die daarbij opkwamen (resultaten stap 1)

Uitbeelden interne criticus- B leeft zich in te tekst en gaat zo staan, kijken als hij/zij denkt dat de interne criticus eruit ziet- C gaat samen met A B verder instrueren en modelleren. Resultaat is dat B eruitziet en klinkt

als de interne criticus. Overdrijven

- Nu gaan we verder! C moedigt B aan alles flink te overdrijven: houding, tekst, stem. B maakt het heel groot. Ondertussen roept/steunt, zucht B de tekst die A gegeven heeft. Na een paar minuten stopt C het hele tafereel.

Van kritiek naar aanmoediging- C nodigt B uit vanuit de interne criticus zo te veranderen dat in plaats van kritiek er nu

aanmoedigingen komen.- A neemt de aanmoedigingen en de houding van B over. C moedigt aan en doet mee.

Aanmoediging en durf- B doet nog een schepje erbovenop en neemt een houding en stem van durf aan.

Overnemen durfgedrag en houding- A neemt de houding en bewegingen over. C doet mee.Resultaat: A, B en C kunnen met durf bewegen en spreken.

4