Lees- en studieclub van dialogen van Plato

Trefpunt Plato:Trefpunt Plato:SymposionSymposion

Agathon’s lofrede op ErosAgathon’s lofrede op Eros194e – 197e194e – 197e

Agathon begint met kritiek op de vorige sprekers: geen van hen heeft echt Eros besproken: “Daarom is het onze opdracht bij de lofprijzing van Eros eerst zijn eigen aard, daarna zijn gaven te bespreken”(195a).

De eigen aard van Eros (zijn schoonheid, enz.):De eigen aard van Eros (zijn schoonheid, enz.):1.God Eros is de gelukkigste godheid, “omdat hij de mooiste

en de beste is”(195a). Waarom? Zie 195b e.v.2.Hij is teder (195d). Waarom? Omdat Eros intrek neemt “in

de karakters en zielen van goden en mensen”. 3.Eros is jong en verjongt zich steeds weer (eeuwige jeugd);4.Eros is gericht op het schone, op scheppende ideeën;

Agathon’s lofrede op ErosAgathon’s lofrede op Eros194e – 197e194e – 197e

De eigen aard van Eros (zijn goede wezenstrekken):De eigen aard van Eros (zijn goede wezenstrekken):1. Eros doet geen mens of godheid kwaad, iedereen onderwerpt zich

vrijwillig aan Eros;2. Eros kent de grootste zelfbeheersing (de lusten beheersen vraag

kracht), dapperheid, wijsheid en rechtvaardigheid (196c-d)*;De eigen aard van Eros (zijn talenten (196De eigen aard van Eros (zijn talenten (196ee-197a):-197a):1. Eros is goed in de dichtkunst en weet in de geliefden de dichtkunst op

te wekken;2. Eros is goed in alle kunsten3. Eros ordent en veredelt de mensen- en godenwereld;4. Eros verlost de mens van vervreemding en brengt vertrouwdheid,

brengt mensen samen;5. Trouw in veel (197d-e).

* N.B. hier hanteert Agathon deugden, die in de geschiedenis bekend zouden worden – o.i.v. Plato, Augustinus en Thomas van Aquino – als de kardinale deugden, of de niet-theologische deugden (zoals Thomas ze noemt).

Opmerkingen/vragen n.a.v. Opmerkingen/vragen n.a.v. Agathon’s lofrede op ErosAgathon’s lofrede op Eros

N.B. dat er aan Agathon’s lofrede een kleine schermutseling met Socrates voorafgaat (194a-d). Inzet de morele omgang van de tragediedichter met zijn grote publiek (de avond ervoor) en het kleine publiek (nu) vol met door Agathon als wijzen gezien. Het publiek van gisteren noemt hij “een heleboel onbenullen” (194b2). De discussie loopt stuk op Phaidros’ ingrijpen: de lofredes moeten doorgaan!

VRAAG: waarom dit tussenstukje?

Opmerkingen/vragen n.a.v. Opmerkingen/vragen n.a.v. Agathon’s lofrede op ErosAgathon’s lofrede op Eros

Een commentator zegt dat Agathon ijdel geworden door zijn succes ook zijn publiek van het Symposion als eenvoudigen ziet. Deze comentator zegt dat omdat hij meent dat Agathon deze luisteraars op het punt van de logica niet serieus neemt. Wat denken jullie, heeft de commentator een punt? Bewijs dat eens.

Opmerkingen/vragen n.a.v. Opmerkingen/vragen n.a.v. Agathon’s lofrede op ErosAgathon’s lofrede op Eros

Wat is de waarde van Agathon’s bijdrage?1. Volgens een commentator is het zo, dat Agathon “is

allowed to contribute one positive idea, that the object of love is beauty, but otherwise the importance of his speech is purely negative, in that it provides material upon which Socrates’ dialectic may work in order to establish certain preliminary conclusions” (W. Hamilton, 1951, blz. 18). Waarom?

2. Rudi te Velde typeert Agathons’ rede als “van buiten briljant, van binnen leeg”(2006, blz. 77), of: “de retorica van de schijn” (blz. 79). Waarom?

Opmerkingen/vragen n.a.v. Opmerkingen/vragen n.a.v. Agathon’s lofrede op ErosAgathon’s lofrede op Eros

Interessant is om hier vast na te denken over de verschillen tussen:

1. Retorica;

2. Argumentatieleer;

3. Logica. Wat is het doel van ieder van deze?