toelichting PPPscan Safari Resort Beekse Bergen
-
Upload
patrick-de-klerk -
Category
Documents
-
view
236 -
download
2
description
Transcript of toelichting PPPscan Safari Resort Beekse Bergen
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
1
Toelichting bij de vragen van de PPPscan
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
2
In overleg met de Brabantse Milieufederatie
(BMF) heeft Libéma besloten de uitbreiding van
Beekse Bergen met het SafariResort te toetsen op
duurzaamheid met behulp van een PPPscan.
Wat is de PPPscan?
De PPPscan is een instrument om plannen te
beoordelen op hun bijdrage aan een duurzame
ontwikkeling. Hiermee maakt de PPPscan de
discussie over de verwachte effecten van het plan
voor het SafariResort inzichtelijk en signaleert
knelpunten en verbetermogelijkheden. Het is een
praktisch hulpmiddel voor planvorming en
transparantie van het besluitvormingsproces.
Voor dit project is besloten een groepsscan uit te
voeren waaruit dan een groepsoordeel volgt.
Naast het groepsoordeel geeft de PPPscan ook
inzicht in de verschillen van mening tussen de
groepsleden.
Deelnemers
In samenspraak tussen de BMF en Libéma zijn de
zogenaamde stakeholders geanalyseerd en
bestaan uit omwonenden, overheden,
belangenverenigingen en klanten. Ook is een
toelichting geformuleerd op de vragen in de
PPPscan om deze specifieker te maken voor het
project SafariResort.
Het betreft een toelichting op hoofdlijnen, maar
biedt u een basis een afweging te maken bij uw
beoordeling.
Dit heeft ook tot gevolg dat op een aantal
aspecten meer de nadruk is gelegd, daar deze
meer nadrukkelijk zijn onderzocht.
Opbouw document
In dit document is eerst de geschiedenis van de
ontwikkeling van het SafariResort beschreven.
Vervolgens is ingegaan op de diverse aspecten
van de plannen voor het project SafariResort.
De cursief geplaatste tekst in dit document
biedt extra achtergrondinformatie en is
derhalve niet noodzakelijk om gelezen te
worden.
Belangrijke opmerkingen over dit document
- De gegeven informatie is enkel afkomstig van
Libéma en representeert (mogelijk) niet de
mening van overige bij deze PPPscan
betrokken partijen.
- Dit document is enkel bestemd voor de
PPPscan SafariResort Beekse Bergen/BMF.
- Aan de tekst in dit document kunnen geen
rechten worden ontleend.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
3
Voor de overname van “Recreatieoord Beekse
Bergen”door Libéma in 1986 werd door de
gemeente Hilvarenbeek in 1984 al een nota
opgesteld waarin werd gezinspeeld op de
ontwikkeling van de voorziene locatie van het
SafariResort. In deze ontwikkelingsvisie was
sprake van een totaal van 1.500
recreatiewoningen in het westelijk beboste deel
van Beekse Bergen. Destijds is een
bestemmingsplan opgesteld maar nooit in
procedure gebracht.
In 1993 is door Libéma een structuurvisie
opgesteld voor Beekse Bergen die de aanloop
vormde naar het bestemmingsplan
“Recreatiepark Beekse Bergen 2000”. In deze
visie was sprake van een uitbreiding van de
SafariCamp in westelijke richting, waarbij Resort
Hilvarenbeek een verdere uitwerking zou zijn.
Deze uitbreiding zou plaatsvinden in het 55 ha
grote bosgebied ten zuiden van het Safaripark en
westelijk van de SafariCamp. Voor het eerst was
sprake van een thematisering in Afrikaanse stijl
waarbij de woningen werden gesitueerd aan een
te graven water (zie afbeelding).
In 2002 is het bestemmingsplan “Recreatiepark
Beekse Bergen 2000” vastgesteld, maar
uiteindelijk vernietigd omdat de m.e.r.-
beoordelingsprocedure niet was gevolgd. In dit
bestemmingsplan was het 55 ha gebied echter
niet opgenomen.
In 2005 is de Startnotitie voor het MER opgesteld.
In eerste instantie bestond het plan onder andere
uit de volgende punten:
- Herstructurering van het bestaande
recreatiepark.
- Uitbreiding van recreatieve voorzieningen
ten zuidwesten van het park (55 ha).
Binnen het bestaande recreatiepark is een
herstructurering van diverse bedrijfsonderdelen
voorzien. De meest prioritaire en ingrijpende
ontwikkeling is de uitbreiding met de recreatieve
voorzieningen ten zuidwesten van het Safaripark.
In 2008 is een hernieuwde visie opgesteld met
betrekking tot verwezenlijking van
recreatieverblijven in het zogenaamde 55 gebied,
door het ontstane idee Afrikaanse diersoorten
tussen de woningen op een nieuw te creëren
savanne te laten lopen. Deze savanne zal
aansluiten op de bestaande savanne waar onder
andere giraffes en zebra’s lopen en de autosafari
doorheen loopt (de locatiekeuze is elders in deze
rapportage gemotiveerd). Bij het stedenbouw-
kundig ontwerp is uitgegaan van huizen die een
rechtstreeks zicht hebben op de savanne en een
gebied waarin sprake is van besloten hofjes die
doen denken aan een Afrikaans dorp.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
4
In 2009 is, omdat de uitbreidingslocatie deel
uitmaakt van de EHS, een bedrijfsplan opgesteld
en beoordeeld door de onafhankelijke Commissie
Recreatie & Toerisme Noord-Brabant. In haar
advies van 22 juli 2009 erkent de Commissie
Recreatie & Toerisme dat de voorgenomen
plannen een belangrijke kwaliteitsverbetering
van het Safaripark betekenen die van belang kan
zijn voor de winstgevendheid en het
onderscheidend vermogen van het park. Maar,
uitbreiding van het park met 55 ha zal volgens de
Commissie leiden tot een belangrijke
onderbreking van de landschapsecologische
relaties in de regio. En tevens zal de uitbreiding
leiden tot een overschrijding van de draagkracht
van het bosgebied. De Commissie heeft een
negatief advies uitgebracht en gaf aan dat gezocht
moet worden naar een evenwichtiger
ontwikkeling waarbij natuur- en ondernemers-
belangen beter met elkaar in evenwicht zijn.
Door Libéma is daarop voorgesteld om een groot
deel van de EHS in stand te houden. Dit door het
creëren van een groene zone aan de zuidkant van
de uitbreiding, de zogenaamde EcoZone. Het
Safari Resort is verkleind van 55 ha tot circa 26
ha en het aantal lodges is verminderd tot 425 en
het zuidelijk deel van de Safari Camp wordt
teruggegeven aan de natuur. Vervolgens is een
nieuw stedenbouwkundig ontwerp opgesteld
waarbij rekening is gehouden met een
ecologische verbindingszone aan de zuidzijde van
het gebied.
Tevens is een Mitigatie- en compensatieplan
opgesteld waarin de onderbouwing wordt
gegeven voor de toepassing van het compen-
satiebeginsel EHS voor het SafariResort en is een
inrichtingsvisie beschikbaar voor de EcoZone.
Groen: EcoZone
Rood: uitbreiding
Blauw: SafariCamp
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
5
Het belangrijkste kenmerk van het SafariResort is
de beleving van savannedieren vanuit de lodges.
Hiertoe wordt een savannevlakte gerealiseerd over
de gehele breedte van de uitbreidinglocatie, die
aansluit op de bestaande savannevlakte binnen het
Safaripark.
De ondergrond binnen de uitbreidinglocatie is
zanderig en hoog, waardoor de ondergrond
droog en voedselarm is. Deze situatie sluit aan bij
de natuurlijke leefomgeving van de hier
gehuisveste dieren dat van belang is voor hun
welbevinden. Vanuit de biotoopeisen van de
savannedieren is uitbreiding aan de zuidzijde van
het bestaande Safaripark de enige praktisch
aantrekkelijke locatie.
De doorsteek aan de geplande zuidkant voor
aanvoer van dieren, logistiek van dierverzorging
is zeer eenvoudig te realiseren. Daarnaast is het
financiële risico lager door een lagere investering.
In dit gebied kunnen dieren beschut gehouden
worden en bestaat de grond uit (vanuit
dierenstandpunt) gewenste droge zandgrond.
Bovendien geldt vooral voor de giraffes de
mogelijkheid tot een eenvoudige uitwisseling
tussen de huidige locatie en de nieuwe locatie.
Het vervoer met een trailer en eventuele narcose
bij giraffes wordt vermeden bij de voorgestelde
locatie, wat voor het dierenwelzijn van de giraffes
een pré is. Voor de fokprogramma’s van de
giraffes en witte neushoorns is een tweede locatie
naast de bestaande locaties in het Safaripark
ideaal.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
6
In het stedenbouwkundig ontwerp is steeds
uitgegaan van één of meerdere ringstructuren
voor het autoverkeer waarbij sprake is van
tweerichtingsverkeer. De gecreëerde hofjes zijn
autoluw. Parkeren vindt plaats bij de lodges waar
1,2 of (bij de hofjes) centrale parkeerplaatsen zijn.
Principes zoals een volledig autovrij park zijn
overwogen maar zijn omwille van de doelgroep
(ouders met kleine kinderen) en de grote afstanden
binnen het park verder buiten beschouwing
gelaten.
1. Variant randlengte
2. Eén savanne
3. Twee werelden
4. Eiland
5. Oud en nieuw
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
7
Uiteindelijk
concept
stedenbouwkund
ig plan op basis
van variant 2
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
8
De PPPscan maakt inzichtelijk op welke wijze
voorgenomen beleid en plannen raken aan een of
meerdere kapitalen: People, Planet, Profit. Elk
kapitaal bevat meerdere voorraden. Zo omvat het
kapitaal Planet ondermeer de voorraden lucht,
bodem en grondwater. De PPPscan geeft voor elk
van deze voorraden aan hoe sterk de gevolgen
zijn van voorgenomen beleid. In dit document is
een toelichting per te beoordelen aspect
weergegeven, waarbij specifiek wordt ingegaan
op het project SafariResort. In het hiernaast
weergegeven kader zijn de verschillende
aspecten opgenomen.
De cursief geplaatste tekst biedt extra
achtergrondinformatie en is daarom niet
noodzakelijk deze te lezen.
(*) de voorraden oppervlaktewater en delfstoffen zijn niet van
toepassing verklaard op deze scan
People(Sociaal-
Cultureel), hd 5.1
Planet(Ecologie),
hd 5.2
Profit(Economie),
hd 5.3
participatie bodem arbeid
gezondheid grondwater economische structuur
kunst en cultureel erfgoed
onderwijs
landschap
lucht
kennis
grond- en hulpstoffen
sociale samenhang & identiteit natuur kapitaalgoederen
veiligheid oppervlaktewater (*) kennis
woonomgeving delfstoffen (*) ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
landschap
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
9
Voor de ontwikkeling van het SafariResort is
gekozen voor het opstellen van een
provinciaal inpassingsplan. De te volgen
procedure komt overeen met het opstellen
van een gemeentelijk bestemmingsplan, de
beslissingen worden echter genomen door
gedeputeerde en provinciale staten. Het
inpassingsplan beslaat het gehele
grondgebied van Beekse Bergen omdat
sprake is van verouderde, niet meer
toereikende bestemmingsplannen. In het
inpassingsplan wordt het SafariResort
volledig opgenomen. Tevens wordt voor de
ontwikkeling een milieu effect rapport
(MER) opgesteld. Het MER zal de onderdelen
bevatten die wettelijk verplicht zijn en is
gebaseerd op de startnotitie die in 2005 is
vastgesteld door de gemeente Hilvarenbeek.
Het proces van inpassingsplan en MER volgt
de wettelijke procedures zoals die zijn
vastgelegd in de Wet Ruimtelijke ordening.
In deze wet zijn de mogelijkheden tot het
indienen van zienswijzen voor een ieder
gedetailleerd geregeld.
Buiten deze wettelijke procedures is
voorzien in informatieavonden voor
omwonenden, overleg met diverse
belangengroepen en zal een projectwebsite
worden ingericht.
Op naastgelegen schema treft u het
processchema van het MER en het
inpassingsplan aan.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
10
Met het project SafariResort wordt een
beleving gecreëerd die een bezoek aan een
Afrikaanse savanne kan benaderen. Door de
aanwezigheid van een grote savanne waar
dieren zoals giraffen, neushoorns en zebra’s
verblijven in combinatie met sterk
gethematiseerde verblijven ontstaat een
unieke belevenis. Binnen het SafariResort
worden diverse activiteiten georganiseerd
die samengevat kunnen worden onder de
noemer edutainment. De woningen worden
zodanig ingericht dat ze hedendaags comfort
bieden.
Het totale complex van Beekse Bergen biedt
ook mogelijkheden voor diverse (outdoor)
activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn
Speelland (dagrecreatief strandpark met
diverse activiteiten), uitgebreide
mogelijkheden om te vissen en
vanzelfsprekend een bezoek aan het
Safaripark. De mogelijkheden die het
Safaripark nu biedt, zoals avondsafari’s
zullen, in aangepaste vorm, ook worden
aangeboden in het SafariResort. Voor
kinderen zijn er uitgebreide mogelijkheden
zoals deelnemen aan animatieteams en een
dagje dierenverzorger zijn.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
11
Het plangebied is gelegen binnen de
geomorfologische eenheid “landduinen met
bijbehorende laagten en vlakken”. In de
Noord-Brabantse zandgebieden zijn deze
landduinen naar verwachting op natuurlijke
wijze ontstaan, rond het begin van het jaar
1000 n. Chr. In Nederland kwamen destijds
regelmatig sterke stormen voor. In
combinatie met langdurige perioden van
grote droogte en verlaging van de
grondwaterspiegel konden deze stormen
leiden tot verstuiving van de schaars
begroeide zandgebieden. In natuurlijke
luwten en bij struikjes en andere begroeiing
werd het zand weer afgezet en ontstonden
duinen. Op plekken waar het zand sterk
onder invloed van de wind stond, werden
laagtes uitgeblazen.
Op dergelijke wijze kon een afwisseling van
hogere duinen en laaggelegen vlaktes
ontstaan. Binnen het plangebied en het
aangrenzend bosgebied zijn de landduinen
en laagten nog steeds goed zichtbaar aan de
hoogteverschillen in het terrein.
Ten noorden en zuiden van het bosgebied
waarin de uitbreiding van De Beekse Bergen
plaats zal vinden, is de oorspronkelijke
geomorfologie (grotendeels) verstoord. Ten
zuiden van het bosgebied hebben agrarische
activiteiten geleid tot egalisatie van het
oorspronkelijke reliëf ten behoeve van de
landbouw.
Bij de beoogde uitbreiding van Beekse
Bergen zal grondverzet de bodemopbouw
doen veranderen. Of de maatregelen ook
daadwerkelijk leiden tot verstoring van de
bodemopbouw en het reliëf, is afhankelijk
van de omvang, diepte en de hoeveelheid
grond die binnen het plangebied afgegraven
en hergebruikt wordt. In het
stedenbouwkundig plan is zoveel mogelijk
rekening gehouden worden met het
aanwezige reliëf (en de aanwezige
beplanting). Daartoe heeft een zeer
nauwkeurige inmeting plaatsgevonden van
het aanwezige reliëf en de beplanting.
Realisatie van het Safari Resort zal niet
mogelijk zijn zonder enige aantasting van de
oorspronkelijke geomorfologie, aangezien
graaf- en ophoogwerkzaamheden
onvermijdelijk zijn. Wel wordt de aantasting
beperkt door de lichte wijze van bouw
waarbij het niet noodzakelijk is funderingen
aan te leggen. De woningen kunnen door
deze werkwijze in principe op vier tegels
worden geplaatst. Van de landduinen zal in
de thematisering gebruik gemaakt worden
door de woningen deels op palen te plaatsen.
Impressie huidige bosgebied
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
12
Archeologie
Libéma acht het van het grootste belang om
op een verantwoorde wijze om te gaan met
het archeologisch bodemarchief. Indien
archeologische waarden binnen het
plangebied aanwezig zijn, moet het eerste
uitgangspunt zijn die waarden in situ te
behouden. Het doen van prospectief
onderzoek binnen een groot deel van het
plangebied, zonder dat bekend is waar
uiteindelijk de grondroerende
werkzaamheden zullen plaatsvinden, lijkt
vooralsnog moeilijk verenigbaar met die
doelstelling. Daarom is er voor gekozen om
bij het opstellen van het bestek van de
grondroerende werkzaamheden voor het
Safari Resort uitvoerig stil te staan bij de
omgang met mogelijke archeologische
waarden.
Zodra archeologische waarden worden
aangetroffen, zal worden gekeken of het
mogelijk is om, door middel van
planaanpassing, de waarden in situ veilig te
stellen. Hierbij kan gedacht worden aan het
ophogen van een aangetroffen huisplaats
behorend aan landbouwers of het plaatselijk
aanpassen van de inrichting van het resort
waardoor bijvoorbeeld een vindplaats van
jagers-verzamelaars wordt ingepast in de
niet te verstoren delen van de savanne of
woonerven.
Indien de vindplaats, vanwege zijn omvang
of zijn locatie, niet te behouden is binnen de
planontwikkeling, zullen de archeologische
waarden middels een definitieve opgraving
worden veiliggesteld. Enkel bij een
exceptioneel groot aantal vondstlocaties zal
de uitvoering van het werk als totaal
structureel worden gehinderd. Mede
vanwege de archeologische verwachting
voor zowel jagers-verzamelaars als
landbouwers, lijkt de kans hierop gering.
In de gemeente Hilvarenbeek vindt reeds sinds
vele eeuwen bewoning plaats. De oudste
vondsten die in de gemeente gedaan zijn,
dateren van circa 900 voor Christus. Sinds die
tijd heeft er vele malen strijd plaatsgevonden
om het gebied, waarbij verschillende dorpen
in de as gelegd zijn. Het gebied is echter nooit
verlaten. Het dorpje Westerwijk, direct ten
zuiden van De Beekse Bergen, wordt voor het
eerst in schriftelijke bronnen genoemd in
1147.
Over de bossen tussen Hilvarenbeek en Goirle,
waarin Beekse Bergen gelegen is, zijn weinig
historische gegevens bekend. Tijdens de Eerste
Wereldoorlog werd in deze bossen een illegale
petroleumtank ingegraven, van waaruit
smokkelaars petroleum over de Belgische
grens smokkelden. Aan het eind van de
Tweede Wereldoorlog hielden de Duitse
soldaten in de bossen nog drie weken stand
tegen de Engelsen, die Hilvarenbeek reeds
bevrijd hadden en verder noordwaarts wilden
trekken. Ook bij Westerwijk en Biest waren
sterke stellingen aanwezig.
In de loop van de afgelopen anderhalve eeuw
is het gebied sterk veranderd. Halverwege de
19e eeuw bestond het huidige bosgebied
waarin het Safaripark gelegen is en het Safari
Resort voorzien is, nog geheel uit heide. De
provinciale weg N269 was toentertijd nog een
grind- en klinkerweg, waar tol geheven werd.
Duidelijk zichtbaar op de historische kaart
zijn de landduinen. De heide werd door de
boeren in de omgeving waarschijnlijk
gebruikt als gemeenschappelijke weidegrond
(gemeijnte) voor het vee, zoals dat veelal in
Nederland gebeurde op de hogere
zandgronden.
Het gedeelte van Beekse Bergen aan de
oostzijde van de provinciale weg bestond in de
19e eeuw reeds uit bos. Dit bos zal naar
verwachting een ander uiterlijk hebben gehad
dan bossen van vandaag de dag. Bossen
werden sinds de middeleeuwen intensief
gebruikt door de omringende bevolking. Ook
in bosgebied werd vee geweid, terwijl het hout
geoogst werd voor de bouw van huizen, het
maken van werktuigen en voor verwarming
van de huizen. Zo ontstonden veelal
hakhoutbossen, in tegenstelling tot de huidige,
hoog opgaande bossen. Sommige bossen
waren echter afgesloten voor gebruik door
omwonende boeren. Deze bossen werden
uitsluitend gebruikt voor de jacht door
adellijke families. Voor de locatie van Beekse
Bergen zijn helaas geen bronnen bekend die
ingaan op het bosgebruik.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
13
De omgeving van Beekse Bergen: 1899
en 1938
Begin 20e eeuw is het landgebruik van het
huidige recreatiepark De Beekse Bergen
drastisch veranderd. Het westelijk deel is voor
een groot deel beplant met (jong) naaldbos en
ook in het westelijk deel is de oppervlakte bos
toegenomen. In de omgeving is wel nog heide
aanwezig, namelijk de Breeheesche Heide.
Bebossing van heide vond in Nederland aan
het begin van de 19e eeuw op veel locaties
plaats. Enerzijds was het een manier om
werkloze arbeiders werk te verschaffen,
anderzijds konden rechte boomstammen,
door opkomst van de mijnindustrie, geld
opbrengen als mijnstutten.
Bovendien verloor de heide aan het begin van
de 20e eeuw deels zijn waarde voor boeren,
doordat het potstalsysteem niet langer
noodzakelijk was voor bemesting van de
akkers daar kunstmest zijn intrede deed.
In 1950 werd gestart met het uitgraven van
de zandwinningsplas aan de huidige N269.
Het zand werd onder andere gebruikt voor de
aanleg van rijkswegen, woonwijken en
industrieterreinen. In 1964 startten de
gemeenten Tilburg en Hilvarenbeek
gezamenlijk met de exploitatie van
‘Recreatieoord Ontspanningsparadijs Beekse
Bergen’.
Voor het beschermen van archeologische
waarden is een archeologisch bureau-
onderzoek uitgevoerd. Aanbeveling in dit
rapport was aanvullend onderzoek te
verrichten door middel van boringen. Echter
binnen het plangebied zal een inventariserend
veldonderzoek in de vorm van boringen
waarschijnlijk geen duidelijkheid verschaffen
over mogelijke archeologische waarden die
verstoord zouden kunnen worden bij plan-
ontwikkeling.
Booronderzoek zal bijdragen aan de kennis
over het wel of niet intact aanwezig zijn van
het potentieel archeologisch niveau in de top
van het pleistoceen pakket dat wordt afgedekt
door het holocene stuifzand. Dit niveau,
verwacht op een diepte van 40 tot 50
centimeter beneden maaiveld, zal in de
profielen kunnen worden herkend aan een
oud podzolprofiel. Een inventariserend
veldonderzoek in de vorm van boringen zal
een vervolg dienen te krijgen in de vorm van
een inventariserend veldonderzoek in de vorm
van proefsleuven. Omdat een definitieve
stedenbouwkundige en civieltechnische
uitwerking van het Safari Resort nog niet
beschikbaar is, is het niet mogelijk prospectief
proefsleufonderzoek uit te voeren op enkel die
locaties waarvan verwacht wordt dat een
mogelijk archeologisch niveau zal worden
geroerd.
Indien het reeds verstoorde deel van het
plangebied in ogenschouw wordt genomen,
blijft nog altijd circa 35 hectare over die
middels proefsleufonderzoek zal moeten
worden onderzocht op de aan- of afwezigheid
van archeologische waarden. Een uiterst
kostbaar onderzoek waarbij al op voorhand
bekend is dat niet kan worden gegarandeerd
dat tijdens de uitvoering van het werk toch
archeologische waarden in het gedrang
komen.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
14
Beekse Bergen draagt met dit project bij aan
educatie omtrent bescherming van
bedreigde diersoorten. Dit programma, zoals
dit al bekend is van het Safaripark, zal
worden uitgebreid. Daarnaast zal sprake zijn
van een groter aantal dieren waardoor meer
dierverzorging nodig is. Dit biedt extra
kansen voor onder andere stagiairs en
onderzoekers. De educatie zal worden
uitgebreid met de thema’s “Leefwijzen in
Afrika” en “Duurzaamheid”.
Het Safaripark biedt aan diverse
Universiteiten (Wageningen, Utrecht,
Amsterdam, Zürich) en Hogescholen (Den
Bosch, Leeuwarden) een podium voor
research en biedt stageplaatsen aan
voornoemde (inter)nationale opleidingen en
nationale VMBO’s (o.a. Helcon Velp) in het
kader van dierverzorging, groenverzorging
en veterinaire opleidingen etc.
Opnames van het programma “Komt een
aap bij de dokter”
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
15
De uitbreiding met het SafariResort, maar
ook het voornemen tot het behalen van het
Green Key certificaat, is aanleiding geweest
de communicatie met de omwonenden
(weer) op te pakken. De contacten met
omwonenden waren voornamelijk op
individuele basis.
Voor de bouw van het SafariResort en alle
daaraan voorgaande procedures worden
omwonenden geïnformeerd over de stand
van zaken. Dit zal onder andere plaats
vinden door middel van informatie-
bijeenkomsten en een projectwebsite (zie
ook Voorraad Participatie).
Beekse Bergen heeft het begrip
omwonenden ruim geïnterpreteerd. Voor
deze gelegenheden worden circa 50
adressen aangeschreven en/of digitaal van
informatie voorzien.
Met ingang van 2010 worden de
omwonenden minimaal eenmaal per jaar
uitgenodigd en bijgepraat over de
ontwikkelingen op Beekse Bergen. Dit kan
bijvoorbeeld ook bestaan uit een kijkje
achter de schermen van een evenement.
De mensen die werken in de omgeving van
Beekse Bergen (met name agrariërs) maken
hoofdzakelijk vanwege hun beroep deel uit
van de groep omwonenden.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
16
Verkeer
Om de verkeersafwikkeling te optimaliseren
en overlast voor omwonenden zo veel
mogelijk te beperken zal de routing en
bewegwijzering van Beekse Bergen
verbeterd worden.
Het SafariResort zal, in tegenstelling tot de
huidige SafariCamp, niet meer worden
ontsloten via de Kommerstraat, maar direct
op de Tilburgseweg. Deze weg is ingericht
als erftoegangsweg buiten de bebouwde
kom met een snelheidsregime van 60 km/h.
Omdat het een belangrijke fietsverbinding
tussen Tilburg en Hilvarenbeek is, is een
éénzijdig in twee richtingen te berijden
fietspad aanwezig.
De inrichting en functie van de weg is
geschikt voor het veilig afwikkelen van de
berekende hoeveelheid verkeer. Naar
verwachting maken in de toekomst circa
3.700 motorvoertuigen per etmaal gebruik
van de Tilburgseweg. Op basis van huidige
inrichting en functie van de weg kan een
dergelijke weg tussen 5.000 en 6.000
motorvoertuigen per etmaal afwikkelen.
Voor de fietsers ontstaan geen
verkeersonveilige situaties, omdat deze
gebruik maken van een vrij liggend fietspad.
De overige voorzieningen van Beekse Bergen
worden afgewikkeld via de Ambrosiusweg. Dit
betekent dat de uitrit van het Safaripark aan
de Tilburgseweg slechts op topdagen als
uitgang wordt gebruikt, maar dat bezoekers
dezelfde route voor de ingang en de uitgang
dienen te gebruiken. Door herinrichting van
het parkeerterrein is dit te realiseren. De
wijziging van deze structuur betekent dat alle
verkeer van Safaripark, Speelland,
Vakantieland en Discovery Valley worden
afgewikkeld via de Ambrosiusweg. Daardoor
zal de hoeveelheid verkeer hier toenemen, ten
gunste van de Tilburgseweg.
Op de Ambrosiusweg zal het verkeer
toenemen tot circa 2.800 motorvoertuig-
bewegingen per etmaal. Ten opzichte van de
huidige situatie is dit een duidelijke toename.
Deze weg heeft echter primair als functie om
het verkeer van en naar De Beekse Bergen af
te wikkelen en is hier ook voor geschikt. Om
conflicten tussen verkeer van en naar
Speelland, Vakantieland en Discovery Valley
en verkeer van en naar het Safaripark zo veel
mogelijk te beperken zijn mogelijk
kleinschalige voorzieningen voor
overstekende voetgangers wenselijk ter
hoogte van de hoofdingang bij Speelland.
Grootschalige maatregelen zijn echter niet te
verwachten.
Om er voor te zorgen dat de bezoekers van De
Beekse Bergen de juiste voorziening via de
juiste route kunnen bereiken, is het wenselijk
en noodzakelijk om de bewegwijzering aan te
passen. Dit geldt met name voor de
bewegwijzering ter hoogte van de afrit N269
met de kruising met de Tilburgseweg.
De huidige bewegwijzering is hier erg
onduidelijk. Om het verkeer op een betere
manier naar de voorzieningen te leiden,
wordt voorgesteld de bewegwijzering ter
plaatse van de afrit N269 – Tilburgseweg aan
te passen. Door een duidelijke bewegwijzering
wordt de aanrijroute verbeterd. Een
koppeling met aanpassing van routes die in
navigatiesystemen zijn opgenomen, kan het
gebruik van de juiste routing optimaliseren.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
17
Parkeren
Het parkeren van de recreatiewoningen van
het SafariResort is volledig opgenomen in
het stedenbouwkundig ontwerp. Hierbij is
als uitgangspunt gehanteerd dat parkeren bij
iedere vakantiewoning afzonderlijk wordt
opgelost. In het park zijn nog enkele kleinere
parkeerterreinen aanwezig om
bezoekersparkeren in het plan te kunnen
oplossen. Er wordt niet voorzien in één
groot parkeerterrein voor alle bezoekers van
de recreatiewoningen.
Terreinbeveiliging/Dierbeveiliging
Het terrein van het SafariResort zal volledig
worden afgezet met hekwerk. Dit is niet
alleen noodzakelijk vanuit het oogpunt van
terreinbeveiliging, maar ook vanuit het feit
dat wilde dieren relatief vrij rondlopen op
de savanne binnen het SafariResort.
Ondanks dat een ontsnapping hoogst
onwaarschijnlijk wordt geacht is het
noodzakelijk deze maatregel te treffen. De
dieren worden op een natuurlijke wijze
afgeschermd van de bezoekers door middel
van een greppel die is bekleed met
(stort)steen, een onneembare horde voor de
aanwezige dieren.
Het volledig omheinen van het terrein heeft
ook als voordeel dat bezoekers niet
eenvoudig de zuidelijk van het SafariResort
gelegen EcoZone (onderdeel van de EHS)
betreden.
De woningen op het SafariResort worden
voorzien van kaartsloten waardoor het niet
meer noodzakelijk is bij een receptie aan te
melden. De aanwezigheid wordt onder meer
gecontroleerd aan de hand van kentekens.
De combinatie van kaartsloten en een
centrale bedrijfsmatige exploitatie voorkomt
tevens permanente bewoning van het
SafariResort.
Impressie afscheiding savanne
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
18
De woningen voor het SafariResort worden
gebouwd volgens een houtskeletbouw
methode. Deze methode garandeert een
lichte bouwwijze gecombineerd met
uitstekende isolatiewaarden. Het gebruikte
hout zal voldoen aan de FSC-criteria. De
buitenafwerking van de woningen zal met
name bestaan uit stuc afwerking met
houtachtige materialen.
De binnenafwerking bestaat uit materialen
die gebruikelijk verwerkt worden in
recreatiewoningen. Bij de keuze van de
materialen gaat hier met name om
bestendigheid tegen veelvuldig gebruik,
mogelijkheden tot schoonmaak etc.
De voorzieningen op het park zullen
uitsluitend toegankelijk zijn voor de
huurders op het SafariResort.
Voorbeelden van de stijl van woningen
voor het SafariResort
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
19
In het kader van het MER heeft een
screening van de rapporten van de op
Beekse Bergen uitgevoerde bodem-
onderzoeken plaatsgevonden en is een
historisch bodemonderzoek uitgevoerd.
Binnen het plangebied zijn geen potentiële
verontreinigingsbronnen aanwezig die
aanleiding geven tot een (nader) bodem-
onderzoek.
Om eventuele uitloging van metalen (en
overige stoffen) naar de bodem te
voorkomen zal voor de bouw gebruik
gemaakt worden van niet uitlogbare of
natuurlijke bouwmaterialen.
Bouwmaterialen die gebruikt worden voor
de aanleg van wegen, voetpaden etc. zijn
gecertificeerd volgens het Bouwstoffen-
besluit wat garandeert dat verontreiniging
van grond en grondwater uitgesloten is.
Overigens zullen, evenals nu het geval is,
behoudens enige vermesting (savanne) geen
potentieel bodembedreigende activiteiten op
het terrein plaatsvinden.
De grond die vrijkomt bij de noodzakelijke
graafwerkzaamheden, zal binnen het
plangebied worden verwerkt. Afvoer van
grond zal niet plaatsvinden. Wel zal aanvoer
van zand noodzakelijk zijn, aangezien de
ontgraven grond niet geschikt is om te
dienen als zandbed voor wegen en
parkeerplaatsen.
Ten behoeve van de uitbreiding is op het
gedeelte waar de eerste fase van het
SafariResort gepland is een verkennend
bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit
onderzoek bleek dat de grond tot 2 meter
diepte niet verontreinigd is. Het ondiepe
grondwater blijkt verontreinigd te zijn met
(zware) metalen zoals cadmium en zink, een
vaak voorkomend verschijnsel in bosgebieden
met vrijwel uitsluitend naaldhout. Ook
uitstoot vanuit de industrie kan hier debet
aan zijn.
Aanvullend grondwateronderzoek heeft
uitgewezen dat de voornoemde
verontreiniging vrijwel in het gehele
uitbreidingsgebied (en zelfs totaal Beekse
Bergen) voorkomt. Door de grote diepte
waarop het grondwater aanwezig is bestaan
er geen risico’s voor de volksgezondheid.
Bodemprofiel tpv SafariResort
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
20
Door de grootschalige aanwezigheid van
open water binnen het plangebied, zal
(hemel)water afkomstig van wegen, daken
en overig verhard oppervlak zoveel mogelijk
oppervlakkig worden afgevoerd naar
transportgreppels langs de wegen. Via dit
greppelsysteem zal hemelwater vervolgens
worden getransporteerd richting het
oppervlaktewater van het safaripark.
Doordat tijdens transport (hemel)water
geheel of deels via de bodem en/of taluds
van de greppels in de bodem infiltreert, zal
niet al het afvloeiende hemelwater tot afvoer
komen in het oppervlaktewater. Een deel
van de verharding, waaronder terrassen en
paden nabij woningen, zal vrij afwateren
richting maaiveld en aldaar ter plaatse
infiltreren.
Voor de te gebruiken materialen wordt
verwezen naar de Voorraad Bodem.
Ten behoeve van het SafariResort zal geen
grondwateronttrekking plaatsvinden. Het
resulterende effect van de ontwikkeling is
dat de grondwateraanvulling, door een
verminderde verdamping uit de bossen, in
het grootste deel van het plangebied
toeneemt. Uit een vergelijking van de
berekende grondwaterstanden tussen
huidige en toekomstige situatie blijkt dat
binnen het plangebied hierdoor de
grondwaterstand in het algemeen minder
dan 5 cm verandert. Lokaal is sprake van
veranderingen tussen 5 en 10 cm (verhoging
of verlaging). Buiten het plangebied zijn de
effecten overal niet significant: de
veranderingen zijn altijd minder dan 5 cm.
Gemiddeld hoogste grondwaterstand na
realisatie
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
21
De natuurlijke situatie vormt het
uitgangspunt bij de ontwikkeling van het
vakantiepark. Het gaat hierbij niet alleen om
bestaand groen, maar (vooral) ook om het
respecteren en benutten van het aanwezige
reliëf. Hiermee wordt de bestaande toestand
zo min mogelijk verstoord.
Het behoud van waardevolle, karakteristieke
elementen draagt bij aan de natuurwaarden
binnen het vakantiepark. Voor verschillende
(dier) soorten zal de planlocatie na realisatie
van het vakantiepark, door de hoge
gebruiksintensiteit, geen optimaal leefgebied
meer bieden (het is dan ook geen
natuurgebied). Wel biedt het behoud van
onder andere bomen en het ontwikkelen van
nieuw groenstructuren ruimte aan onder
andere vogels en kleine zoogdieren. Voor
andere (dier)soorten zal het leefgebied er
zelfs op vooruitgaan omdat de variatie
binnen het terrein groter wordt (open-
besloten, bomen-heesters-kruidlaag, etc.).
Het aspect beleving vormt naast het
natuurbehoud een belangrijke motivatie om
karakteristieke elementen binnen het
plangebied te behouden. Een weg die
bijvoorbeeld op natuurlijke wijze rond
bestaande elementen slingert, vergroot de
belevings-/attractiewaarde binnen het park.
Door het sparen van groen ontstaat meteen
een hoogwaardig en voor de recreant
aantrekkelijk vakantiepark.
Het concept-stedenbouwkundig ontwerp
(zie hoofdstuk 3) is hierbij niet statisch,
maar zal waar mogelijk aan de aanwezige
kenmerken/kwaliteiten aangepast worden.
Wegen worden daar waar nodig (en
mogelijk) verlegd; lodges worden qua
situering aangepast, niet alleen de oriëntatie
ervan, maar bijvoorbeeld ook het bouwpeil.
Hierbij zal het nodig zijn dat op sommige
plaatsen minder lodges gebouwd worden,
terwijl elders een verdichting kan
plaatsvinden.
Bij de inpassing in de omgeving is het
ontbreken van een harde grens tussen park
en omgeving van groot belang. De omgeving
dient als het ware binnen het park door te
lopen. Ook met de nieuwe inrichting wordt
zoveel mogelijk rekening gehouden met de
omgeving. Dit komt tot uitdrukking in de
beplanting, materiaalgebruik, maar ook
architectuur van de lodges.
Een belangrijk aspect van inpassing in de
omgeving wordt gevormd door
zichtbaarheid. De zichtbaarheid van de
uitbreiding dient beperkt te blijven tot
groene elementen. De gekozen planopzet,
alsmede de ligging in een bestaand bos,
zorgen ervoor dat het park van buiten
nauwelijks zichtbaar is.
Naar de randen toe wordt vooral gebruik
gemaakt van inheemse, streekeigen
beplanting, die reeds (deels) voorkomt in het
aangrenzende bos, gemengd met (een
beperkt aandeel) safaribeplanting.
Meer naar de kern van het park worden
soorten toegevoegd die het karakter van het
safaripark ondersteunen en bovendien een
grotere (recreatieve) sierwaarde hebben.
Voorbeelden hiervan zijn ginkgo, acacia,
siergrassen en bamboe. De nieuwe
beplanting heeft tot doel het park de
gewenste sfeer te geven en tevens voldoende
privacy tussen de afzonderlijke lodges en
deelgebieden te creëren. Tussen de
afzonderlijke deelgebieden (clusters/ hofjes
van lodges) worden brede groenstructuren
gerealiseerd, zodat een sterke groene
beleving ontstaat. Tussen de individuele
lodges zal daarnaast afschermde beplanting
geplaatst worden. Door het behoud van
bestaande bomen en door de nieuwe
beplanting ontstaat een duurzame
groenstructuur, waarmee het park
verankerd wordt in de omgeving en hier
naadloos op aansluit.
Een vakantiepark kent een heel ander
gebruik dan het aanwezige bos. De
verstoring op de omgeving zal daarmee
toenemen. Naast een visuele inpassing,
vormt het beperken van de verstoring op de
omgeving een belangrijk aspect binnen de
landschappelijke inpassing. Het beperken
van de verstoring wordt met de volgende
maatregelen nagestreefd:
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
22
- Zone vrij van bebouwing: een ruime,
groene zone aan de buitenzijde van het
park voorkomt niet alleen de
zichtbaarheid ervan, maar zorgt tevens
voor een niet of nauwelijks gebruikt
gebied. Binnen dit gebied overheerst de
rust, waardoor uitstraling van
bijvoorbeeld geluid beperkt wordt.
- Verlichting: verlichting binnen het park
is noodzakelijk in verband met de
veiligheid en de oriëntatie binnen het
park. Binnen het park wordt alleen op
strategische plaatsen functionele
verlichting gebruikt met een beperkte
uitstraling. In de randzones wordt geen
verlichting gebruikt. Op deze manier
wordt het natuurlijke (dagnacht) ritme
van dieren in de omgeving en van de
savannedieren zo min mogelijk
verstoord.
- Centrumvoorzieningen:
centrumvoorzieningen trekken veel
bezoekers aan en generen daarmee meer
verkeer en potentiële overlast. De
centrumvoorziening bevindt zich
centraal binnen het park, aan de
safarivlakte, ver buiten de randzones.
- Regenwater: de zanderige ondergrond
maakt een natuurlijk functionerend
watersysteem mogelijk. Hemelwater
wordt hierbij niet afgevoerd via de
riolering, maar kan terplekke infiltreren.
Het vakantiepark heeft hierdoor slechts
een geringe invloed op het natuurlijke
(grond)watersysteem. Het hemelwater
wordt afgekoppeld op greppels/
natuurlijk vormgegeven laagtes. Ook het
type verharding (deels gebakken
straatsteen) draagt bij aan de
infiltratiemogelijkheden. Het binnen het
park omvormen van het naaldbos tot een
meer gemengde beplanting draagt
eveneens bij aan een natuurlijker
watersysteem (beperking verdamping).
Diverse soorten toe te passen beplanting
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
23
Luchtkwaliteit
Zowel in de huidige situatie als in de toekomstige
situatie met uitbreiding worden de grenswaarden
niet overschreden. Wel is er een beperkte
toename voor stikstofdioxide, van 34 tot 37
µg/m3. De meest negatieve waarden worden
gevonden in het noordelijk deel van Beekse
Bergen, het dichtst bij de snelweg A58. Op de
overige punten zijn de concentraties nog sterk
lager en komen deze niet in de buurt van de
grenswaarden.
De grenswaarden uit de Wet milieubeheer
worden in de huidige situatie, de autonome
situatie en bij de situatie met uitbreiding niet
overschreden. De berekende concentraties NO2
en PM10 langs de onderzochte wegen liggen in
alle gevallen ruim onder de wettelijke
grenswaarden. In de toekomst zullen deze
waarden dalen onder mee door vervanging en
verbetering van het Nederlandse wagenpark.
In Nederland zijn de stoffen NO2 en PM10
maatgevend bij de toetsing aan de wettelijke
grenswaarden. Overschrijdingen van de andere
stoffen (zwaveldioxide, lood, benzeen
koolmonoxide) komen in Nederland nagenoeg
niet meer voor. Gezien de geconstateerde ruime
onderschrijdingen van de grenswaarden voor
NO2 en PM10 zal er geen sprake zijn van
overschrijding van de grenswaarden van de
andere stoffen.
Op basis van de toetsingscriteria uit de Wet
milieubeheer kan ten aanzien van de lokale
luchtkwaliteit worden geconstateerd dat in de
huidige en toekomstige situatie mét uitbreiding
geen grenswaarden overschreden worden.
Hiermee vormt de lokale luchtkwaliteit geen
belemmering voor de aanleg van het SafariResort,
maar heeft het ook geen significante invloed op
de omgeving.
Geluidshinder
Er zijn akoestische berekeningen uitgevoerd voor
het jaar 2020 inclusief uitbreiding en vergeleken
met de situatie (2010). Het aantal geluidbelaste
woningen boven de 48 dB in de situatie 2020 met
uitbreiding blijft gelijk ten opzichte van de
autonome situatie. Er is wel een verschuiving in
toename van twee woningen in de klasse 53-58
dB en twee woningen in de klasse 63-68 dB ten
opzichte van de huidige situatie.
Aan de hand van de berekening van de gevel-
belasting blijkt dat de N269 voor de meeste
woningen de maatgevende bron is. Uit de
berekeningen blijkt dat bij twee locaties de
geluidbelasting door de uitbreiding van het park
noemenswaardig zal toenemen ten opzichte van
de autonome situatie. De eerste locatie is gelegen
aan de Ambrosiusweg waar een toename van de
geluidbelasting door verkeerslawaai van de
Ambrosiusweg is vastgesteld van 1,6 dB. Wordt
de invloed van de N269 meegewogen dan is de
toename 1 dB. Aan de Kommerstraat neemt de
geluidbelasting door verkeerslawaai van de
Kommerstraat toe met 5,9 dB. Wordt de toename
van de andere wegen meegenomen dan is de
toename 3,4 dB. Bij de overige waarneempunten
neemt de geluidbelasting niet noemenswaardig
toe (minder dan 1 dB), de toename bedraagt circa
0,4 dB. Voor bovenstaande locaties worden
maatregelen genomen.
Op de Ambrosiusweg zal de snelheid verlaagd
naar 60 km/u. De ontsluiting van het SafariResort
zal niet meer plaatsvinden via de Kommerstraat
maar direct op de Tilburgseweg. Dit verminderd
tevens de geluidsbelasting op de EHS.
De oppervlakte geluidbelast EHS buiten het
plangebied en binnen de 40 dB(A) geluidscontour
bedraagt in de situatie 2020 mét uitbreiding 68
hectare. Dit is ten opzichte van de autonome
situatie een toename van 4 hectare (6,3%). De
oppervlakte geluidbelast EHS buiten het
plangebied bedraagt in de situatie 2020 met
uitbreiding 79 hectare. Dit is een toename van 3
hectare (3,9%) ten opzichte van de autonome
situatie. Hierbij is ervan uitgegaan dat de EHS
begrenzing binnen het plangebied voor de
verschillende situaties hetzelfde blijft.
De 40 dB(A) geluidcontour in de situatie mét
uitbreiding in 2020 valt niet binnen het
stiltegebied De Utrecht.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
24
Geurhinder
In de directe omgeving van de beoogde uit-
breidingslocatie van de Beekse Bergen zijn diverse,
met name agrarische, bedrijven gelegen. Van de
omliggende agrarische bedrijven zijn de naar
verwachting meest maatgevende bedrijven
geselecteerd. Van de bedrijven is vastgesteld dat de
vergunde geuremissie geen overschrijding van de
geurnormen ter plaatse van de uitbreiding
veroorzaakt. Ook valt de uitbreiding niet binnen de
omgekeerde werking contouren van de bedrijven.
Hiermee vormt de voorgrondbelasting ten aanzien
van de geuremissie van veehouderijen dan ook
geen belemmering voor de realisatie van de
uitbreiding.
Daarnaast is ook de achtergrondbelasting ter
hoogte van de uitbreiding beschouwd. De
achtergrondbelasting is de cumulatieve
geurhinder door alle veehouderijen in de omgeving
op het plangebied. De achtergrondbelasting vormt
een maatstaf voor de leefkwaliteit in het
plangebied.
Bepaald is dat de leefkwaliteit, op basis van de
vergunde geuremissie vanuit de omliggende
veehouderijen, in het plangebied zeer goed tot
goed is.
Hiermee vormt ook de achtergrondbelasting geen
belemmering voor de realisatie van de uitbreiding.
Uit bovenstaande volgt dat de geurbelasting vanuit
veehouderijen geen belemmering vormt voor de
realisatie van de uitbreiding van de Beekse Bergen
met een aantal recreatiewoningen.
Achtergrondbelasting geur
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
25
Biodiversiteit, huidige situatie
Gedurende diverse seizoenen in 2008 is flora- en
faunaonderzoek verricht in het gehele
recreatiepark Beekse Bergen, inclusief de
uitbreidingslocatie en de ecologische zone. Uit de
uitgevoerde inventarisaties is gebleken dat
binnen het recreatiepark diverse beschermde
en/of zeldzame planten- en diersoorten
voorkomen. Bijzondere planten en dieren zijn
veelal gevonden in de nabijheid van water binnen
het recreatiepark (zowel de zandwinningplas als
de aanwezige vennen). In de uitbreidingslocatie
en de ecologische zone is de soortenrijkdom
beduidend lager. Beschermde of bijzondere
plantensoorten zijn hier in het geheel niet
aangetroffen.
De variatie in ruimte en tijd van soorten en
levensgemeenschappen wordt ook wel
biodiversiteit genoemd. De soortendiversiteit van
het bos in het plangebied is laag. Zowel de
verschillende vegetatielagen boven elkaar
(verticale structuur) alsmede de ruimtelijke
afwisseling van verschillende ontwikkelingsfasen
van het bos (horizontale structuur) zijn slecht
ontwikkeld. Variatie in bosontwikkelingsfasen
komt nauwelijks voor. Terwijl opstanden in een
dergelijke fase van de bosontwikkeling een goede
ontwikkelde dichte struiklaag zouden moeten
hebben. Daarnaast komen er in de boom- en
struiklaag exoten voor, waaronder Amerikaanse
eik en Amerikaanse vogelkers. Voorts bevatten
alle opstanden geen of weinig staand en liggend
dood hout, terwijl de biodiversiteit van bossen
voor een groot deel afhankelijk is van de
aanwezigheid van voldoende dood hout. Dood
hout is van belang voor insectensoorten,
holenbroeders, vleermuizen, mossen en
paddenstoelensoorten.
Wel is een aantal beschermde diersoorten
aangetroffen in deze gebieden. Hierbij gaat het
met name om vogels. Typische bosbewonende
soorten, zoals bosuil, ransuil, sperwer en grote
bonte specht zijn als broedvogel aangetroffen in
de uitbreidingslocatie, dan wel de ecologische
zone.
Daarnaast zijn binnen de uitbreidingslocatie en
de ecologische zone foeragerende en baltsende
gewone dwergvleermuizen waargenomen. Vaste
verblijfplaatsen van deze (gebouwen
bewonende) soort zijn binnen het bosgebied niet
aanwezig. De kolonie verblijft in de
Ambrosiushoeve, die ten noordoosten van de
Beekse Bergen gelegen is. Tenslotte komen
binnen Beekse Bergen en het bosgebied ook
diverse grondgebonden zoogdieren voor. Het
betreft hier voornamelijk algemeen
voorkomende soorten, zoals konijnen, vossen,
egels en diverse soorten muizen. Binnen de
uitbreidingslocatie en de ecologische zone komt
echter ook een aantal nesten van de eekhoorn
voor, wat duidt op de aanwezigheid van één
paartje.
Eekhoorns zijn matig streng beschermd door de
Flora- en faunawet, wat betekent dat bij
ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van de
Flora- en faunawet noodzakelijk is wanneer de
soort negatieve effecten ondervindt. Binnen het
bosgebied is momenteel slechts één paartje
aanwezig daar de kwaliteit niet optimaal is voor
eekhoorns. Het beschikbare voedsel voor de
eekhoorn binnen het bosgebied bestaat namelijk
vrijwel geheel uit dennenappels (naast insecten,
paddenstoelen e.d.), aangezien de loofbomen die
in de verjonging aanwezig zijn, nog te jong zijn
voor een optimale productie van noten en zaden.
Een menging van naaldhout en loofhout zal een
meer geschikt leefgebied voor eekhoorns
vormen.
Biodiversiteit, toekomstige situatie
De toekomstige situatie ter plaatse van het
SafariResort is beschreven onder de Voorraad
Landschap. Een groot gedeelte van de opstand
met naaldbomen zal hier verwijderd worden
waardoor een meer open gebied met variatie in
biotopen zal ontstaan. Of bijvoorbeeld rode lijst
soorten zich hier zullen vestigen zoals elders op
Beekse Bergen is niet te voorzien, maar wordt op
basis van de flora- en fauna inventarisaties wel
verwacht. Het tempo is naar verwachting laag.
In de toekomst zal het bos in de bestaan uit een
variatie aan bosontwikkelingsfasen en bosranden
met een goed ontwikkelde zoom-mantel
vegetatie. Wanneer er van west naar oost door
het bos wordt gelopen komt men alle fasen van
bosontwikkeling tegen met verjonging van ruwe
berk, inlandse eik en plaatselijk Amerikaanse eik.
Hier omheen, naar de randen van de dichtere
bosopstanden toe, staat een goed ontwikkelde
zoom-mantel vegetatie van struiken als lijsterbes,
vuilboom en hulst en verjonging van ruwe berk
en inlandse eik. Deze bosranden lopen geleidelijk
over in de oudere bosopstanden van grove den,
ruwe berk en Inlandse eik met plaatselijk
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
26
verjonging van ruwe berk, inlandse eik en grove
den. In deze oudere bosopstanden komt hier en
daar staand en liggend dood hout voor met een
diameter van meer dan 30 cm. Op de langere
termijn zijn soorten van latere successiestadia te
verwachten zoals beuk. De bestaande opstanden
met Grove den als hoofdboomsoort worden
geleidelijk omgevormd naar een gemengd loof-
naaldbos met een groter aandeel van Ruwe berk
en Inlandse eik. De monotone opstanden in de
stakenfase of jonge boomfase van Corsicaanse
den en Grove den worden structuurrijker
gemaakt met inbreng van inheemse soorten. Van
west naar oost zullen in het projectgebied op
zulke wijze verjongingsgaten worden gemaakt,
opdat alle bosontwikkelingsfasen
vertegenwoordig zullen zijn. De randen van
dergelijke verjongingsgaten bestaan uit een
zoom-mantel vegetatie. Het bos rondom de
verjongingsgaten wordt ontwikkeld tot een ouder
bos, met plaatselijke verjongingsgaten. Om goed
ontwikkelde bosranden te creëren worden deze
ingeplant met bosrandsoorten als kamperfoelie,
hondsroos en hazelaar.
Door het bos geleidelijk om te vormen naar een
bos met een betere verticale en horizontale
structuur en meer inheemse soorten, neemt de
soortenrijkdom toe. Het bos zal over een langere
termijn bestaan uit verschillende ontwikkelings-
fasen, afwisselend verspreid over het gebied.
Mede door de inbreng van inheemse soorten en
het ontwikkelen van een goede zoom-mantel
vegetatie rondom de verjongingsgaten ontstaan
er verschillen in vegetatiestructuur, microklimaat
en soortensamenstelling. Daarnaast zal de
hoeveelheid dood hout in de oudere opstanden
toenemen wat gunstig is voor met name
insectensoorten en allerlei schimmelsoorten.
Door het gevoerde beheer zal de inheemse
soortensamenstelling in korte tijd toenemen. Dit
geldt met name voor de meer open zone waar
verjongingsgaten en bosranden zorgen voor
nieuw biotoop. Op lange termijn zal in het ouder
wordende bos dankzij toename van dood hout en
oudere bomen de biodiversiteit sterk toenemen.
Gezien het feit dat er momenteel –m.u.v.
uitzondering van de rode bosmier- geen
zeldzame soorten flora en fauna in het gebied
voorkomen en de natuurlijke ontwikkeling haar
tijd nodig heeft, zal het aantal zeldzame soorten
slechts gestaag toenemen. Na een lange periode
van ongestoorde bosontwikkeling, wordt een
forse toename verwacht van soorten die
momenteel zeldzaam zijn. Op korte termijn zullen
ook al een aantal bijzondere soorten kunnen
profiteren van de effecten van het inleidend
beheer en vooral van de open corridor, bestaande
uit geschakelde open plekken. Van deze open
situatie zal naar verwachting de bosmier sterk
kunnen profiteren. Ook vleermuissoorten zijn
gebaat bij de open ruimte en het lijnvormige
karakter van de corridor. Bovendien kunnen de
interne bosranden die door de gekapte gaten
ontstaan leefruimte bieden aan vlinders en
andere insecten.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
27
Compensatie
Door de realisatie van de uitbreidingsplannen
van Beekse Bergen zal in totaal 22,4 ha EHS
verloren gaan. Het betreft daarbij bosgebied met
een gemiddelde leeftijd van circa 60 jaar. De
totale uitbreidings-/omvormingslocatie,
waarbinnen het vakantiepark gebouwd zal
worden, heeft een oppervlakte van 30,5 ha,
echter de percelen binnen het bestaande
SafariCamp maken geen onderdeel uit van de
EHS.
Voor het bepalen van de compensatieverplichting
is de Beleidsregel natuurcompensatie van de
Provincie Noord-Brabant geraadpleegd. Daarin
wordt allereerst gesteld dat compensatie plaats
dient te vinden buiten de EHS en bij voorkeur
binnen de GHS. Indien mogelijk, moet
compensatie plaatsvinden in de nabijheid van de
verloren gegaan EHS. In de figuur op de volgende
pagina treft u de voorlopige percelen aan die als
compensatielocaties zijn aangemerkt. Momenteel
is er een optimalisatie gaande om zoveel mogelijk
compensatie in de nabijheid van Beekse Bergen
plaatsvindt en daarmee de oost-west EHS
corridor versterkt wordt.
Met de provincie Noord-Brabant is
overeengekomen dat de compensatielocaties
onderdeel vormen van de planologische
procedure voor het inpassingsplan. Zo is er een
waarborg dat voldoende compensatie zal
plaatsvinden.
De uitbreiding van Beekse Bergen leidt tot
aantasting van bosgebied van circa 60 jaar oud.
Volgens de Beleidsregel dient in dat geval een
kwaliteitstoeslag van 2/3 toegepast te worden bij
het bepalen van de compensatieverplichting
(ontwikkelingstijd aangetaste natuur 25-100
jaar). Dat betekent dat in totaal 37,3 ha
compensatie plaats dient te vinden. Het
compensatieplan dient uiterlijk gelijktijdig met de
voltooiing van de aantastende ingreep gestart te
zijn.
Daarbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat
22,4 ha (het feitelijke verlies aan areaal) in de
nabijheid van Beekse Bergen zal worden
gecompenseerd en de overige 14,9 elders.
Los van de compensatieverplichting voor de EHS,
bestaat er ook een compensatieverplichting op
grond van de Boswet voor het Safari Resort:
gekapt bos dient gecompenseerd te worden door
bos van gelijke oppervlakte als het gekapte bos.
Voor de percelen die gelegen zijn binnen de EHS,
zal deze boscompensatie gecombineerd worden
met de compensatie van de EHS. Dit betekent dat
op minimaal 22,7 ha (oppervlakte gehele
uitbreidingslocatie) van de 37,3 ha EHS-
compensatie bos zal worden aangeplant.
Daarnaast zal echter enige boskap plaats moeten
vinden op het huidige terrein van het SafariCamp.
Deze boscompensatie kan niet gecombineerd
worden met de EHS-compensatie, zodat hiervoor
aanvullende hectaren gezocht moeten worden
om invulling te geven aan de compensatie. Dit
kan echter slechts worden bepaald na het (meer)
definitief worden van het stedenbouwkundig
plan.
Inrichting compensatiepercelen
In eerste instantie dient bij natuurcompen-
satie een zelfde natuurbeheertype nagestreefd
te worden als door de voorgenomen ingrepen
wordt aangetast. In het voorliggende geval
zou dat betekenen dat binnen de
compensatiepercelen droog bos met
productiefunctie nagestreefd zou moeten
worden. In beginsel zal hierop worden
ingezet, maar wanneer blijkt dat de
compensatiepercelen minder geschikt zijn
voor dit natuurbeheertype, of er kansen
bestaan voor de ontwikkeling van een ander
natuurbeheertype dat beter aansluit bij de
aanwezige natuurwaarden in de directe
omgeving, wordt aangeraden een ander
natuurbeheertype te kiezen. Zo zou
bijvoorbeeld gekozen kunnen worden voor
een ander bostype (geen productiefunctie, of
juist vochtig bos), of voor de ontwikkeling van
heidevegetatie wanneer dit een positief effect
heeft op aangrenzende of nabijgelegen
natuurgebieden.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
28
Compensatielocaties in de omgeving van
Beekse Bergen (voorlopig)
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
29
Voor de berekening van het aantal nieuwe
arbeidsplaatsen als gevolg van de ontwikkeling
van het SafariResort is gebruikt gemaakt van het
Impactmodel Vrijetijdssector 1. Het Impactmodel
Vrijetijdssector is een rekenmodel waarmee het
economisch belang van de vrijetijdssector
eenvoudig kan worden uitgerekend in
bestedingen en werkgelegenheid.
Het Impactmodel Vrijetijdssector berekent op
basis van betrouwbare kerngetallen de
bestedingen in de vrijetijdssector dit met behulp
van aantallen overnachtingen en aantallen
dagbezoeken. Ook maakt het model inzichtelijk
hoeveel werkgelegenheid de vrijetijdssector in de
regio’s oplevert.
In het model wordt onderscheid gemaakt in
verblijfstoerisme (hotels, bungalowparken,
campings, groepsaccommodaties en jachthavens)
en dagtoerisme (attractieparken, cultuur,
wellness, zwembaden, evenementen,
oeverrecreatie, musea, etc.)
1 Het model is op initiatief van Gastvrij Nederland, RECRON, VVV
Nederland, HISWA Vereniging, Koninklijke Horeca Nederland en
Rabobank tot stand gekomen en ontwikkeld door ZKA Consultants &
Planners.
Uit het model blijkt dat het aantal directe
arbeidsplaatsen met 126 groeit naar 275 FTE
directe arbeidsplaatsen (dus + 126) en 125
indirecte arbeidsplaatsen (+75). De omzet groeit
van € 19 naar € 33 miljoen (dit is exclusief de
omzet die via de indirecte arbeidsplaatsen
gecreëerd wordt).
De aard van de arbeidsplaatsen als gevolg
van de ontwikkeling zal sterk variëren.
Gedacht moet worden aan horecapersoneel,
schoonmakers, dierverzorgers. Er wordt niet
verwacht dat extra managementfuncties
worden gecreëerd. De externe
werkgelegenheid zal voornamelijk bestaan
uit onderhoudswerkzaamheden, maar ook
kan gedacht worden aan webdesign en
andere ICT-services.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
30
Het SafariResort heeft door de omvang van
425 woningen en het creëren van circa 75
arbeidsplaatsen een duidelijke positieve
invloed op de economie in de omgeving (zie
5.3.1. Arbeid).
Door deze relatief grote groei van
werkgelegenheid biedt dit kansen voor
startende ondernemingen die zich met name
op onderhoudswerkzaamheden richten
anders dan schoonmaakactiviteiten (worden
veelal ondergebracht bij landelijk
opererende bedrijven).
Waar dit mogelijk is zal Libéma nieuw
startende ondernemingen ondersteunen.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
31
Woningen
De woningen voor het SafariResort worden
gebouwd volgens een houtskeletbouw
methode. Deze methode garandeert een
lichte bouwwijze gecombineerd met
uitstekende isolatiewaarden. Het gebruikte
hout zal voldoen aan de FSC-criteria. De
buitenafwerking van de woningen zal met
name bestaan uit stuc afwerking in
combinatie met houtachtige materialen. De
binnenafwerking bestaat uit materialen die
gebruikelijk verwerkt worden in
recreatiewoningen.
Houtskeletbouw
Energievoorziening
Voor de energievoorziening van Beekse
Bergen wordt momenteel gebruik gemaakt
van propaangas (verwarmingsdoeleinden)
en elektriciteit. Met de ontwikkeling van het
SafariResort is besloten onderzoek te doen
en uitvoering te geven aan een
energievoorziening die gebruik maakt van
hernieuwbare bronnen. Het onderzoek richt
zich op twee varianten, een houtgestookte
WKK en een warmtepompsysteem welke
gebruik maakt van het water in de grote plas
van Beekse Bergen. Een houtgestookte WKK
maakt gebruik van hakhout uit de omgeving
van Beekse Bergen en levert zowel warmte
als elektriciteit voor het SafariResort en
warmte voor het zwembad op Beekse
Bergen. Een dergelijke energievoorziening
kan als (nagenoeg) CO2 neutraal worden
beschouwd.
Bij gebruikmaking van een
warmtepompsysteem is elektriciteit nodig
voor het opwekken van warmte. Als
hiervoor groene elektriciteit wordt
ingekocht kan deze methode als CO2
neutraal worden beschouwd. De woningen
in het SafariResort worden op deze
methoden van verwarming cq
warmwatervoorziening aangepast.
Houtchunks
Grondbalans
Bij de voorgenomen ontwikkeling wordt in
principe uitgegaan van een gesloten grondbalans.
Bij de realisatie van het Safari Resort zal voor
diverse onderdelen grond ontgraven moeten
worden:
- Aanleg van riolering; hierbij komt niet alleen
bovengrond vrij, maar wordt ook ondergrond
ontgraven.
- Grondwerk ten behoeve van de bouw van de
Safari Lodges.
- Aanleg van wegen; hierbij zal naast
bovengrond ook ondergrond vrijkomen.
- Aanleg van voetpaden, parkeerplaatsen en
terrassen bij de lodges en de
parkvoorzieningen; hierbij zal naast
bovengrond ook ondergrond vrijkomen.
- Graven van de afwateringssloten.
- Graven van de (droge) greppels rondom het
savannegebied, om te voorkomen dat dieren
kunnen ontsnappen. Ook hier komt een
beperkte hoeveelheid leem vrij.
Daarnaast is ook grond nodig voor de aanleg van
een aantal onderdelen van het Safari Resort. Deze
onderdelen betreffen:
- Dichtmaken van de rioleringssleuven.
Aangezien een gedeelte van de ontgaven
grond bestaat uit leem en deze niet geschikt is
voor opvulling van de rioleringssleuven, dient
hiervoor extra zand aangevoerd te worden.
- Modelleren van de percelen, waar geen
verharding wordt aangebracht.
- Modelleren van de savannevlakte om een
enigszins ‘bolle’ vlakte te creëren.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
32
- Aanleggen van een geluidswal aan de
oostgrens van het plangebied om
geluidshinder vanaf de N269 te voorkomen.
In de geluidswal zal de vrijkomende klei
verwerkt worden.
Niet alle vrijkomende grond is geschikt voor de
ophoog- en aanvulwerkzaamheden binnen het
plangebied. Extra zand dient te worden
aangevoerd voor het grondwerk (zandbed) voor
de wegen en ten behoeve van voetpaden,
parkeerplaatsen en terrassen. In totaal zal circa
17.500 m³ extra zand aangevoerd moeten
worden. Afvoer van zand zal niet plaatsvinden,
daar al het vrijkomende zand kan worden
verwerkt in het savannegebied en in de groene
zone ten zuiden van het plangebied.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
33
Een belangrijk aspect is een centrale
bedrijfsmatige exploitatie. Dit voorkomt zaken als
permanente bewoning en zorgt voor een
professioneel beheer van de locatie.
Green Key
Libéma brengt het SafariResort onder het Green
Key keurmerk. Dit niveau garandeert dat de
exploitatie van het park op een milieuvriendelijke
wijze wordt uitgevoerd.
Dit betekent dat rekening zal worden gehouden
met diverse aspecten op het gebied van milieu en
duurzaamheid variërend van bouwmethode,
waterverbruik van kranen, onderhoud (bijv.
schilderen), scheiden van afval tot het verkopen
van bijvoorbeeld Fairtrade of biologische
voedingsmiddelen. Het SafariResort zal op het
niveau goud gecertificeerd worden (zie
http://www.kmvk.nl/cmslib/www.kmvk.nl/greenk
ey/files/Handleiding_Bungalowparken_Green_Key_
2009_-_2010_DEF.pdf).
Logo Green Key
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
34
Om ervoor te zorgen dat medewerkers een
betere bijdrage kunnen leveren aan, bestaat
Libémacademy. Dat is het introductie- en
trainingsprogramma waarin op een
laagdrempelige wijze kennis gemaakt wordt
met Libéma.
Na het volgen van introductietrainingen
volgen er, afhankelijk van het functietype en
plaats in de organisatie, vervolgtrainingen.
Zo krijgen leidinggevenden een
kennismaking met de verschillende
stafafdelingen en een cursus
bedrijfseconomie.
Zo worden onder horecamedewerkers
verder getraind op hun horecavaardigheden
en medewerkers die administratieve
verantwoordelijkheden hebben volgen de
nodige ICT trainingen.
Kenmerkend voor Libémacademy is dat het
een programma is dat door eigen
medewerkers is ontwikkeld. Daarnaast
worden trainingen veelal door eigen
medewerkers gegeven, wat zorgt voor een
praktijkgerichte aanpak.
Voor het SafariResort kunnen de ervaring
tijdens de bouw, opstart en bedrijf gedeeld
worden omdat dit het eerste park van
Libéma is van een dergelijke omvang.
Toelichting PPPscan SafariResort Beekse Bergen
35
Openbaar vervoer
Ter hoogte van de huidige uitgang van het
Safaripark zijn een instaphalte en een
uitstaphalte voor openbaar vervoer (lijnbus)
aanwezig op de Tilburgseweg. Deze halte is
volledig aangepast aan de laatste eisen
(verhoogde instap, toegankelijkheid
mindervaliden).
Auto
De auto vormt voor Beekse Bergen het
hoofdvervoermiddel en is inherent aan de
enigszins geïsoleerde ligging van het park,
maar ook door het veelvuldig gebruik van de
autosafari in het Safaripark.
De aanrijroute voor autoverkeer vanuit
zowel noordelijke als zuidelijke richting is de
provinciale weg N269 tussen Tilburg en
Hilvarenbeek. Vanaf de N269 kan men
gebruik maken van de toe- en afritten ter
hoogte van de Beekse Bergen. Deze toe- en
afritten zijn circa één kilometer zuidelijk van
de A58 gesitueerd en sluiten aan op de
Tilburgseweg, een gemeentelijke weg waar
een snelheid geldt van gedeeltelijk 60km. Na
realisatie van het SafariResort zal de
ontsluiting van het Safaripark volledig via de
Ambrosiusweg plaatsvinden. Het
SafariResort zal haar hoofdingang krijgen
aan de Tilburgseweg. Op het terrein van
Beekse Bergen is voor auto’s ruim voldoende
parkeergelegenheid. Uitzondering hierop
vormen evenementen waarbij tijdelijke
terreinen worden ingericht. Parkeren bij het
SafariResort zal bij de woningen
plaatsvinden.
Fiets
De Tilburgseweg is aan de westzijde
voorzien van een éénzijdig in twee
richtingen te berijden (vrijliggend) fietspad,
uitgevoerd in asfalt. Het fietspad vormt de
verbinding tussen Tilburg en Hilvarenbeek
met aansluiting op de Ambrosiusweg. Deze
aansluiting wordt veel gebruikt door fietsers
die Beekse Bergen bezoeken.
Huidige verkeersstromen auto
Interne vervoersbewegingen
Gasten van zowel Safaripark, Vakantiepark
(en in de toekomst SarafiResort) worden
zoveel mogelijk gestimuleerd gebruik te
maken van de diverse mogelijkheden die
geboden worden (treintje, boten, bussen).