Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 -...

9
T Documentnr.: PTC-0120 - RA 16 Toelichting risicobeoordeling In dit document wordt een toelichting gegeven op de alge- mene aspecten van een risicobeoordeling. Meerdere keren wordt in deze toelichting de norm12100 genoemd. De volledige term is NEN-EN-ISO 12100:2010 Machinerichtlijn 2006/42/EG Doel van de machinerichtlijn Sinds 1 januari 1995 is toepassing van de Machinerichtlijn verplicht. In de Machinerichtlijn wordt een minimum veiligheidsniveau voor machines vastgelegd. Deze eisen gelden voor alle binnen de Europese Economische Ruimte (EER) te verkopen en in werking te stellen machines. De eerste richtlijn (98/37/EEG) is nu vervallen en is per 29 december 2009 vervangen door de richtlijn 2006/42/EG. Er bleek behoefte om een aantal zaken beter uit te kristalliseren en dat heeft geleid tot de nieuwe richtlijn. Ook zijn er punten aangepast vanwege de voortschrijdende techniek. Machines dienen zodanig te zijn gebouwd dat men er mee kan werken zonder dat men aan gevaar blootgesteld wordt. Met dien verstande dat de bediening, het onderhoud, het afstellen en alle andere handelingen geschieden onder de door de fabrikant vastgestelde omstandigheden. De fabrikant is verplicht een risicobeoordeling te verrichten om na te gaan welke risico's voor zijn machine gelden. Bij het ontwerp en de constructie van de machine moet de fabrikant rekening houden met deze risicobeoordeling. De genomen maatregelen moeten er op gericht zijn elk ongevalsrisico gedurende de te verwachten levensduur van de machine volledig uit te sluiten. Dit geldt ook voor risico's bij het monteren en demonteren, en bij te voorziene abnormale omstandigheden (misbruik). Volgorde maatregelen De volgorde waarin de fabrikant oplossingen voor veiligheidsvraagstukken moet zoeken, wordt door de Machinerichtlijn dwingend voorgeschreven: 1. Intrinsiek veilig ontwerpen: gevaren uitsluiten in het ontwerp. 2. Beveiligingsmaatregelen treffen (zoals afscher- mingen) voor gevaren die met ontwerpaanpas- singen niet kunnen worden uitgesloten. 3. Gebruikersinformatie leveren met betrekking tot gevaren die niet voldoende door voor- gaande maatregelen kunnen worden afge- wend. Denk hierbij aan opleiding, instructies in de gebruiksaanwijzing, en signalering op de machine. Wanneer een risicobeoordeling Een eerste risicobeoordeling moet al na de conceptfase van de machine worden uitgevoerd, zodat tijdens de engineering al direct met bepaalde ontwerpmaatregelen rekening kan worden gehouden. In dit stadium zijn veiligheid verhogende maatregelen met de minste moeite en kosten te realiseren. Na de engineeringfase kan met de resultaten van de conceptrisicobeoordeling een tweede risicobeoordeling worden gemaakt. Hierin worden de in het concept verwerkte risico reducerende

Transcript of Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 -...

Page 1: Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 - RA Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

T

Documentnr.: PTC-0120 - RA16

Toelichting risicobeoordelingIn dit document wordt een toelichting gegeven op de alge-

mene aspecten van een risicobeoordeling.Meerdere keren wordt in deze toelichting de norm12100

genoemd. De volledige term is NEN-EN-ISO 12100:2010

Machinerichtlijn 2006/42/EG

Doel van de machinerichtlijn

Sinds 1 januari 1995 is toepassing van de Machinerichtlijn verplicht. In de Machinerichtlijn wordt een minimum veiligheidsniveau voor machines vastgelegd. Deze eisen gelden voor alle binnen de Europese Economische Ruimte (EER) te verkopen en in werking te stellen machines.

De eerste richtlijn (98/37/EEG) is nu vervallen en is per 29 december 2009 vervangen door de richtlijn 2006/42/EG. Er bleek behoefte om een aantal zaken beter uit te kristalliseren en dat heeft geleid tot de nieuwe richtlijn. Ook zijn er punten aangepast vanwege de voortschrijdende techniek.

Machines dienen zodanig te zijn gebouwd dat men er mee kan werken zonder dat men aan gevaar blootgesteld wordt. Met dien verstande dat de bediening, het onderhoud, het afstellen en alle andere handelingen geschieden onder de door de fabrikant vastgestelde omstandigheden.

De fabrikant is verplicht een risicobeoordeling te verrichten om na te gaan welke risico's voor zijn machine gelden. Bij het ontwerp en de constructie van de machine moet de fabrikant rekening houden met deze risicobeoordeling.

De genomen maatregelen moeten er op gericht zijn elk ongevalsrisico gedurende de te verwachten levensduur van de machine volledig uit te sluiten. Dit geldt ook voor risico's bij het monteren en demonteren, en bij te voorziene abnormale omstandigheden (misbruik).

Volgorde maatregelen

De volgorde waarin de fabrikant oplossingen voor veiligheidsvraagstukken moet zoeken, wordt door de Machinerichtlijn dwingend voorgeschreven:

1. Intrinsiek veilig ontwerpen: gevaren uitsluiten in het ontwerp.

2. Beveiligingsmaatregelen treffen (zoals afscher-mingen) voor gevaren die met ontwerpaanpas-singen niet kunnen worden uitgesloten.

3. Gebruikersinformatie leveren met betrekking tot gevaren die niet voldoende door voor-gaande maatregelen kunnen worden afge-wend. Denk hierbij aan opleiding, instructies in de gebruiksaanwijzing, en signalering op de machine.

Wanneer een risicobeoordeling

Een eerste risicobeoordeling moet al na de conceptfase van de machine worden uitgevoerd, zodat tijdens de engineering al direct met bepaalde ontwerpmaatregelen rekening kan worden gehouden. In dit stadium zijn veiligheid verhogende maatregelen met de minste moeite en kosten te realiseren.

Na de engineeringfase kan met de resultaten van de conceptrisicobeoordeling een tweede risicobeoordeling worden gemaakt. Hierin worden de in het concept verwerkte risico reducerende

Page 2: Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 - RA Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

T

Versiedatum: sept. 2013 17

maatregelen beschouwd als reeds genomen. Nog resterende risico's worden aan een evaluatie en risicoreductie onderworpen.

Tenslotte wordt na de constructiefase de laatste risicobeoordeling uitgevoerd, waarin alle genomen maatregelen worden beschouwd. Alle risico's dienen dan tot een aanvaardbaar niveau te zijn teruggebracht, hetzij in het ontwerp, door middel van afscherming of door informatievoorziening.

De voorkeur gaat uit naar het uitvoeren van risicobeoordelingen in alle drie bovengenoemde fasen. Soms is dit echter praktisch niet (meer) realiseerbaar.

Andere richtlijnen

Machines moeten voldoen aan alle van toepassing zijnde richtlijnen. Dit rapport behandelt niet de specifieke testen die nodig zijn om aan te tonen dat de machine voldoet aan andere richtlijnen dan de machinerichtlijn, zoals de Laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG) en de EMC-richtlijn (2004/108/EG)1.

Technisch Consult Zwart zal geen uitgebreide geluidsmeting uitvoeren.

Aspecten van de risicobeoordeling en risicoreductie2

Methodiek

Volgens de norm ISO 12100 omvat het proces van risicobeoordeling de volgende aspecten:

1. Risicobeoordeling:a. de bepaling van de grenzen van de

machine (zie blz. 19);b. de identificatie van gevaren (zie blz. 20)

en nagaan of aan de eisen van norm/richt-lijn wordt voldaan;

c. een risico-inschatting (zie blz. 21).

2. Risico-evaluatie (zie blz. 23).

Op basis van de eisen uit de norm 12100 (hoofdstuk 4) moeten in het verlengde daarvan risico reducerende maatregelen (hoofdstuk 6) getroffen worden, waarna opnieuw de beoordeling moet plaatsvinden.

In fig. 1, blz. 18 is het gehele proces schematisch weergegeven (ontleend aan de 12100). In de volgende paragrafen worden alle aspecten nader toegelicht.

1. Voor 20 juli 2009 was de oude EMC richtlijn van kracht (89/336/EG).

2. In 2010 is de nieuwe internationale norm NEN-EN-ISO 12100 uitgebracht; deze vervangt de 12100-1 en -2 en de 14121-1. Deze oude normen zijn nog geldig t/m 30-11-2013.

Page 3: Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 - RA Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

T

Documentnr.: PTC-0120 - RA18

Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

Page 4: Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 - RA Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

T

Versiedatum: sept. 2013 19

Bepalen van de machinegrenzen

Op basis van de 12100 (5.3) moeten de grenzen van de machine bepaald worden. In bijlage 2 van deze rapportage zijn 3 checklists opgenomen; de eerste daarvan is de checklist

Machinegrenzen (zie afbeelding). Hieronder zijn de diverse grenzen toegelicht:

• De afzonderlijke fasen tijdens de levensduur van de machine (deze fases worden ook wel modi genoemd):Gevaarlijke situaties treden niet alleen op wan-neer de machine continu draait (met bijvoor-beeld gesloten kappen), maar juist ook wanneer wordt afgeweken van de dagelijkse praktijk, zoals bijvoorbeeld bij onderhoud. Het is daarom van groot belang dat de beoordelaar zich tijdens de beoordeling bewust is van de mogelijke modi.

Mogelijke modi zijn:• Transport:

Het transport van de fabriek naar de klant.• Opbouwen:

Het opbouwen (of in elkaar zetten) van de machine.

• Instellen:Het regelen en afstellen van het proces.

• Starten:Het opstarten van de machine.

• Operationeel:Normaal procesverloop.

• Storingen:Afwijkingen in het normale procesverloop.

• Stoppen:Het tot stilstand brengen van de machine, met de bijbehorende uitloopverschijnselen (hete delen, uitdraaien van motoren, enzo-voort).

• Onderhoud:Het onderhouden van de machine (waarbij veiligheidsvoorzieningen buiten werking gesteld of verwijderd kunnen worden).

• Ombouwen/omstellen:Het ombouwen van de machine voor een ander product.

• Afdanken/destructie:De ontmanteling aan het einde van de levenscyclus.

• Gebruiksgrenzen:Hierin wordt nagegaan waar en door wie de machine gebruikt gaat worden en of er ook andere personen in contact met of bij de machine aanwezig kunnen/zullen zijn.Ook wordt gekeken of er bijzondere omstandig-heden zijn ten aanzien van de gebruiker. Erva-ring en training van de gebruiker bepaalt mede de kans op ongevallen.Bij machines voor 'huishoudelijk gebruik' zal er ook rekening gehouden moeten worden met oneigenlijk gebruik!

• De ruimtelijke grenzen van de machine:Het is belangrijk dat vooraf wordt aangegeven wat wel en wat niet bij de machine hoort. De Machinerichtlijn ziet een samenstel van machi-nes als één nieuwe machine1. Vaak kan een machine in een productielijn niet los worden gezien van de rest van de lijn, omdat beveiligin-gen aan elkaar gekoppeld zijn. Als een derge-lijke machine toch apart wordt beoordeeld, dan is het belangrijk aan te geven hoe de machine in de lijn zal worden ingebouwd en hoe de vei-ligheid op de grensvlakken moet zijn gewaar-borgd.In hoofdstuk 2 van deze toelichting is aangege-ven om welke machine(s) het gaat en in par. 3.3 - ’Zones’ (blz. 8) van deze rapportage zijn even-tuele zones aangegeven.

• Tijdsgrenzen:Verder wordt nog nagegaan of ten aanzien van de levensduur van de machine of onderdelen en de onderhoudstermijn nog bijzonderheden zijn.

• Overige grenzen:Tot slot wordt nog nagegaan of er ten aanzien

1. Hiervoor geldt ook de norm NEN-EN-ISO 11161: 2007 - Veiligheid van machines - Geïntegreerde productiesystemen - Algemene eisen.

Checklist Machinegrenzen

Page 5: Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 - RA Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

T

Documentnr.: PTC-0120 - RA20

van omgeving, reinheidsniveau of ten aanzien van de producten nog bijzonderheden zijn.

• Machinegegevens:Tot slot worden een aantal algemene machine-gegevens geïnventariseerd en ook wordt nage-gaan of de machine tot een bepaalde groep behoort voor bepaalde toepassingen, waarvoor aanvullende maatregelen (MR, bijlage I, punt 2 t/m 6) gelden. Verder wordt nagegaan of de machine genoemd wordt in de bijlage IV van de richtlijn (categorieën machines waarvoor één van de in artikel 12, 3 en 4, bedoelde procedu-res moet worden gevolgd).

Identificatie van gevaren

Alle (latente) gevaren, gevaarlijke situaties en gevaarlijke gebeurtenissen die met een machine in verband kunnen worden gebracht, moeten worden geïdentificeerd (12100: §5.4 en bijlage B).

Er zijn verschillende methoden beschikbaar voor de systematische analyse van (latente) gevaren.

In deze rapportage wordt gebruikt gemaakt van een checklist gebaseerd op de eerder genoemde norm. Het doel van de checklist is om beeld te krijgen van de mogelijke gevaren en daarnaast om de checklist machinerichtlijn te reduceren tot die punten die van belang zijn. Hiervoor is alleen een opsomming gemaakt van alle mogelijke gevaren. De visuele methodiek van de norm (zie afb.) is buiten beschouwing gelaten omdat die ons inziens geen toegevoegde waarde heeft.

De tweede checklist in bijlage 2 is de checklist Gevaren (zie afb.). Hier wordt geïnventariseerd welke soorten gevaren zich bij deze machine kunnen voordoen. Op basis van het al of niet aanvinken daarvan worden vragen in de derde checklist ‘Checklist 12100 en MR 2006/42/EG’ wel/niet weergegeven.

Checklist gebaseerd op de Norm en de Machinerichtlijn

De derde checklist in bijlage 2 van deze rapportage is gebaseerd op de 12100 en de Machinerichtlijn 2006/42/EG.Hierin wordt aangegeven of de genoemde punten uit de norm/richtlijn OK, NOK of NVT zijn. In geval van afwijking of als er een aandachtspunt is, wordt dat hier kort vermeld met verwijzing naar de beschrijving van hoofdstuk 3 - ’Beoordeling’.

Deze checklist bevat een opsomming van allerlei mogelijke gevaren. Als de machine op alle punten van de checklist positief scoort, wordt aangenomen dat de machine voldoet aan alle fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de Machinerichtlijn.

Het voldoen aan de in de checklist genoemde eisen wordt mede bepaald door het voldoen aan de van

toepassing zijn de geharmoniseerde Europese normen. Door te voldoen aan geharmoniseerde Europese normen bestaat het 'vermoeden van overeenstemming' met de betreffende eis van de richtlijn. In de checklist staan deze normen vermeld in de tweede kolom. Indien niet voldaan kan worden aan de norm, is er meestal een risico-inschatting nodig.Checklist gevaren

Visuele weergave gevaren

Checklist Machinerichtlijn + ISO 12100

Page 6: Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 - RA Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

T

Versiedatum: sept. 2013 21

Een beoordelaar zal, wanneer hij/zij bij een machine staat, zich constant moeten afvragen: welke gevaren kunnen optreden? Daarvoor is het nodig dat de beoordelaar kennis heeft van gevaren, en met name de specifieke gevaren die bij het soort machine en de gebruikte componenten kunnen optreden. Daarom is het vooraf invullen van de lijst met gevaren belangrijk. De beoordelaar wordt door die lijst geholpen om bewust te zijn van alle mogelijke voorkomende gevaren.

De zogenaamde C-normen, veiligheidsnormen speciaal voor bepaalde groepen machines, geven vaak goed aan welke specifieke gevaren bij een bepaalde groep machines bestaat.

Voordat een beoordelaar de machine gaat beoordelen, zal hij/zij zich op de hoogte moeten stellen van de algemene gevaren en van de machinespecifieke gevaren. Met deze kennis in zijn achterhoofd zal hij, wanneer hij klaar is met het invullen van de checklist gebaseerd op de Machinerichtlijn, zich nogmaals moeten afvragen: "Zijn er wellicht andere gevaren die nog niet zijn genoemd?"

Gezond verstand

Als laatste moet vermeld worden ‘het gebruik van gezond verstand’. Gezond verstand gebruiken bij de identificatie van gevaren is van groot belang. De beoordelaar zal realistisch naar de machine moeten kijken en niet alleen stil moeten blijven staan bij normen en details, maar ook het grote geheel in de gaten houden en de gevaren die daarbij kunnen ontstaan. In het zoeken naar verborgen gevaren mag hij de duidelijk zichtbare niet over het hoofd zien!

'Gezond, nuchter verstand' is ook bij de risico-inschatting (zie volgende paragraaf) van belang. Na de cijfermatige toekenning van een risicowaarde zal de beoordelaar zich telkens moeten afvragen: “Klopt dit wel met de realiteit?”

Risico-inschatting

De norm 12100:2010 stelt dat het risico (van het beschouwde gevaar) een functie is van de mogelijke schade en de kans dat de schade optreedt. De kans dat de schade optreedt is op zijn beurt een functie van drie factoren:

• de frequentie en duur van de blootstelling;• de kans dat de gevaarlijke gebeurtenis optreedt;• de mogelijkheid om de schade te vermijden of

te beperken.

In de afbeelding ‘Risico - Omvang - Kans op Schade’ wordt het verband tussen risico en risicofactoren schematisch weergegeven:

Daar waar de machine afwijkt van de eisen van de Machinerichtlijn en de van toepassing zijn geharmoniseerde Europese normen, zal men moeten kunnen aantonen dat er minstens even veilig gewerkt kan worden. Dit houdt in dat men van deze knelpunten een risico-inschatting maakt.

Factoren inschatten grootte risico

Factoren voor het inschatten van de grootte van een risico zijn:

1. Grootte/omvang van de schade/letsel bij een gevaarlijke gebeurtenis. Aspecten zijn:a. de ernst van de verwonding/schade aan

gezondheid:

Risico - Omvang - Kans op schade (vlg. de 12100)

Page 7: Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 - RA Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

T

Documentnr.: PTC-0120 - RA22

• licht, zwaar of dodelijk• herstelbare of niet herstelbare verwondingb. meerdere doden, ramp, catastrofe

2. De kans/de waarschijnlijkheid dat de gevaar-lijke gebeurtenis optreedt. Aspecten zijn:a. De noodzakelijkheid van de toegang tot de

gevaarlijke zoneb. De aard van de toegangc. De verblijftijdd. Het aantal personen dat toegang heeft

maar ook:e. De technische en menselijke (on)mogelijk-

hedenf. Betrouwbaarheidg. Historische gegevens over schade aan

gezondheidh. Vergelijking van risico’si. Ongevallen historie (indien voorhanden)

en verder nog:j. De wisselwerking tussen persoon en

machine of tussen personen onderlingk. Stress gerelateerde belasting, vermoeidheidl. Ergonomiem. Risicobewustzijn

3. De duur/frequentie van de blootstelling. Aspecten zijn:a. Voortdurendb. Tijdens werkurenc. Af en toed. Enkele keren per jaar -> zeer zelden

maar ook rekening houden met:e. alle bedrijfstoestanden (modi): noodzaak

tot toegang buiten het normale gebruik om (afstellen, schoonmaken, onderhoud);

f. taken waarbij beschermende maatregelen buiten werking zijn gesteld.

4. De mogelijkheden om de schade te vermijden/beperken. Aspecten zijn:a. De aard van de persoon die blootgesteld

wordt.b. De snelheid waarmee een gevaarlijk situatie

tot schade kan leiden:langzaam, snel of plotseling.

c. Is men zich bewust van een mogelijk gevaarlijke situatie:informatie, waarneming, waarschuwingssig-nalen

d. Het vermogen van de persoon om schade te vermijden/te beperken:reflex, behendigheid, ontsnappen.

e. Praktische ervaring/kennis (opleidings-aspect)

Risicograaf

Het hulpmiddel bij de risico-inschatting is de risicograaf. In bijlage 1 is de gehanteerde risicograaf afgebeeld. In de risicograaf krijgt elke risicofactor een bepaalde getalwaarde, waarna een risicowaarde kan worden bepaald, zodat uiteindelijk geconcludeerd kan worden of het risico acceptabel is of dat er actie moet worden ondernomen.

De risicograaf is slechts een instrument om meer grip te krijgen op het vaststellen van de grootte van het risico. Deskundigheid bij het invullen is echter een vereiste. Tevens een gezonde kritische houding bij de gevonden waarde, aangezien subjectiviteit een rol speelt.

Belangrijk bij de risico-inschatting is ook om na te gaan of de juiste volgorde van gevaarvermindering is aangehouden. Deze is in 12100 par 5.1 als volgt omschreven:

Risicobeoordeling bestaat uit:• een risicoanalyse die bestaat uit:

• de bepaling van de grenzen van de machine (zie 5.3),

• de identificatie van gevaren (5.4 en bijlage B), en• een risico-inschatting (zie 5.5), en

• een risico-evaluatie (zie 5.6).De risicoanalyse geeft informatie die nodig is bijrisico-evaluatie, die op haar beurt de mogelijkheidverschaft om te beoordelen of al dan niet een risico-reductie is vereist.Deze beoordelingen moeten worden ondersteunddoor een kwalitatieve of, waar van toepassing, eenkwantitatieve inschatting van het risico dat samen-hangt met de gevaren die aan de machine zijn ver-bonden.

Hier komt de eerder genoemde dwingende volgorde naar voren bij het veilig maken van machines: eerst de risico's inschatten, dan op grond daarvan het ontwerp van de machine zo veilig mogelijk maken, vervolgens (indien nodig)

Page 8: Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 - RA Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

T

Versiedatum: sept. 2013 23

beveiligingen toepassen, en (indien nog steeds nodig) waarschuwingen en voorschriften plaatsen (zie ’Volgorde maatregelen’, blz 16).

Als voorbeeld nog het volgende:Een machine waarbij uit het oogpunt van kostenbesparing beveiligingen worden weggelaten, zal niet voldoende veilig worden door het plaatsen van allerlei waarschuwingen. Eerst moeten de benodigde beveiligingen worden geplaatst, en als dan nog steeds waarschuwingen nodig zijn voor een veilig gebruik, ook nog pictogrammen e.d.

Risico-inschatting vlg. 12100 en de inschat-ting vlg. Fine & Kenneth

In de norm wordt het risico gezien als een functie van 4 factoren (zie hoofdstuk - ’Risico-inschatting’ op pagina -21). In de methodiek van Fine & Kenneth wordt het risico gezien als een functie van

3 factoren, de mogelijkheid tot gevaarafwending (schade vermijden/beperken) wordt niet apart benoemt en zal daar meegenomen moeten worden in de inschatting van de waarschijnlijkheid.

In de norm worden wel de te beschouwen aspecten genoemd waarmee rekening moet worden gehouden, maar een getalsmatige waardering wordt er niet gegeven. In de risicograaf van Fine & Kenneth is deze wel gegeven en hiermee kan dus wel daadwerkelijk een inschatting van het risico gemaakt worden, op basis waarvan de evaluatie kan plaatsvinden.

Door Technisch Consult Zwart wordt dit risicomodel gehanteerd; met de in §7.2 en §7.3 van de norm genoemde aspecten waarmee rekening moet worden gehouden wordt een inschatting gemaakt van de 3 factoren die het risico bepalen.

Risico-evaluatie

Na de eerste risico-inschatting en het toekennen van de getalswaarde van het risico met behulp van de risicograaf, moet een risico-evaluatie worden uitgevoerd om te bepalen of een risicoverlaging is vereist en of dat een voldoende veiligheidsniveau bereikt wordt. Indien verdere risicoverlaging wordt vereist, moeten geschikte veiligheidsmaatregelen worden gekozen, en toegepast, en de procedure voor de risicobeoordeling worden herhaald (12100, §5.6).

Risico-evaluatie omvat dus de volgende stappen:

• Beoordelen of de bij de knelpunten gevon-den risico's aanvaardbaar zijn of niet.

• Als blijkt dat een risico onaanvaardbaar groot is, worden veiligheidsmaatregelen voorgesteld.

• Dan volgt een tweede risico-inschatting om te bepalen of het risico door deze veilig-heidsmaatregelen voldoende wordt ver-laagd.

Stappenplan voor de risicobeoordeling

Alle hiervoor genoemde aspecten van de risicobeoordeling worden als volgt in een stappenplan uitgevoerd (zie afb. 2).

In de beschrijving hiervoor is e.e.a. samengevat toegelicht:

Page 9: Toelichting op RA 12100-2010 (algemeen tbv web site) · PDF fileT 18 Documentnr.: PTC-0120 - RA Fig.1: Schematische weergave risicoreductieproces (vlg. NEN-EN-ISO 12100:2010)

T

Documentnr.: PTC-0120 - RA24

Fig. 2: Stappenplan Risicobeoordeling