TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public...

52
35 jaar hogeschoolbibliotheken Kennis delen door sociaal leren Het zusterschap tussen de bibliotheken van Tielt-Winge en Krapina Is het archiefdepot wel schoon? TOEKOMSTMUZIEK DE MUZIEKBIBLIOTHEEK TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF 2013 | 1

Transcript of TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public...

Page 1: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

35 jaar hogeschoolbibliothekenKennis delen door sociaal lerenHet zusterschap tussen de bibliotheken van Tielt-Winge en KrapinaIs het archiefdepot wel schoon?

TOEKOMSTMUZIEKDE MUZIEKBIBLIOTHEEK

TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK

& ARCHIEF

2013 | 1

Page 2: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Bezoek voor meer informatie onze website www.ebscohost.com/ebooks

of neem contact op met Kaatje De Moore-mail: [email protected] - telefoon: 0497547861

eBooks on EBSCOhost biedt een betaalbare manier om kwaliteitstitels aan uw collectie toe te voegen;u betaalt geen mark-up of extra kosten voor toegang en onderhoud.

Betere kosteneffectiviteit…

Naast de mogelijkheden voor aanschaf voor één of meerdere gebruikers kunt u ook e-bookcollectiesop abonnementsbasis afnemen met toegang voor een onbeperkt aantal gebruikers.

Flexibelere aanschafmogelijkheden…

Vind de perfecte onderwerpspecifieke titels voor uw organisatie of kies passende collecties of abonnementspakketten.

Meer onderwerpcollecties om aan de wensenvan uw organisatie tegemoet te komen…

Creëer en beheer uw e-bookcollectie met de EBSCOhost Collection Manager – hierin zoekt u titels,bekijkt u pakketten, maakt u lijsten voor Patron Driven Acquisition, stelt u uw aankooppreferenties in en meer.

Betere ondersteuning voor versimpeld collectiebeheer…

Page 3: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

META 2013 | 1 | 1

VERANTWOORDELUKE UITGEVER

Julie Hendrickx, Statiestraat 179,

2600 Berchem

HOOFDREDACTEUR

Julie Hendrickx • [email protected]

REDACTIE

Klaartje Brits, Jo Cooymans,

Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster,

Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Raf Guns,

Myriam Lemmens, Laurent Meese,

Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen,

Veronique Rega, Peter Rogiest,

Saskia Scheltjens, Eva Simon,

Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren.

VRIJWILLIGER

Rien Emmery

REDACTIESECRETARIS

Tom Van Hoye • [email protected]

REDACTIEADRES

VVBAD • META

Statiestraat 179, 2600 Berchem

Tel. 03 281 44 57

[email protected] • http://www.vvbad.be/meta

Reageer op Twitter: #overmeta

ADVERTENTIES

Marc Engels • [email protected]

LAY-OUT

Marc Engels

DRUK

Enschedé-Van Muysewinkel

META verschijnt 9x per jaar,

niet in januari, juli en augustus.

META is een uitgave van de VVBAD en is

begrepen in het lidmaatschap, maar is ook

verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie

op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.

ISSN 2033-639X

Engagement

Julie Hendrickx, Hoofdredacteur

Op maandagavond 10 december werden in de Bibliotheekschool van Gent voor de tweede keer de Bib Web Awards uitgereikt. De opzet en het verloop is u intussen waarschijnlijk al bekend: van een longlist naar een shortlist en vervol-gens een lijstje met winnaars. Uiteindelijk keerden 36 instellingen huiswaarts met een prijs onder de arm: brons, zilver of goud. Terwijl de eerste editie uitsluitend de (brede) bibliotheeksector beloonde, trokken dit jaar ook enkele archief- en erfgoedinstellingen de aandacht naar zich toe. En met succes!

Een evenement als de Bib Web Awards is een charmant bewijs van het enga-gement dat de BAD-sector zo kenmerkt. Meer dan 8.000 (!) mensen brachten hun stem uit.

De waarde van engagement wordt in deze editie van META trouwens mooi geïllustreerd door Els Bervoets. Met haar artikel wou ze de geschiedenis van de sectie HSB en die van de sector vertellen. Maar het werd ook een verhaal van hoe bibliotheken er dankzij een gemeenschappelijk engagement in geslaagd zijn zich te profileren binnen het onderwijslandschap en daarbij hun dienst-verlening steeds naar een hoger kwalitatief niveau stuwden. Het Forum voor Afgestudeerden Archivistiek en hedendaags Documentbeheer (FAAD) heeft eigenlijk een gelijkaardige opdracht: een netwerk realiseren tussen pas afge-studeerden, de sector en de opleiding. Samen sterk is het motto.

Niet alleen pas afgestudeerden zitten vaak met dezelfde vragen, ook organisa-ties. De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge liet zich leiden door haar nieuwsgierigheid en bracht een stukje Kroatische biblio-theekervaring naar Vlaanderen en vice versa. Ook een individueel leerpartner-schap in het buitenland is mogelijk. Net als bij een Erasmusbeurs voor studen-ten laat het Grundtvig-programma laat een ander licht schijnen op de eigen knowhow.

De intentie om zich te engageren betekent al heel wat. Om zo’n voornemen dag in dag uit vol te houden, is er meer nodig: gelijkgestemden, lotgenoten.

2013 belooft een uitstekend jaar te worden om gelijkgezinden te treffen! Bibliotheek- en/of fietsliefhebbers vinden elkaar tijdens Cycling For Libraries. In juni dit jaar wordt tijdens een traject van Amsterdam naar Brussel aandacht gevraagd voor de cruciale rol die bibliotheken in een samenleving spelen. Daarnaast is het ook al uitkijken naar de jaarlijkse conferentie van de International Council of Archives (ICA) die dit jaar doorgaat in Brussel van 20 tot 24 november. Een definitieve titel is nog niet geweten maar toegang tot informatie en transpa-rantie zullen hoog op de agenda staan. De jaarlijkse conferentie van International Association of Music Libraries, Archives and Documentation Centres (IAML) zal u moeten onthouden voor uw nieuwe agenda van 2014. Van 13 tot en met 19 juli zal Antwerpen het mekka zijn voor muziekbibliothecarissen, -archivarissen en -documentalisten. En dat Informatie aan Zee plaatsvindt op donderdag 12 en vrijdag 13 september, wist u al langer.

EDITORIAAL

Page 4: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Unieke ScanRobot zet historische boekcollecties om naar dynamische publicatie.

ScanRobot 2.0 MDSScanRobot 2.0 MDS

GMS heeft unieke ScanRobot GMS heeft unieke ScanRobot

voor het omzetten van boekcollecties

voor het omzetten van boekcollecties

naar dynamische publicatie.naar dynamische publicatie.

GMS digitaliseert | Edisonweg 50d | 2952 AD AlblasserdamTelefoon: (00)31 78 6931300 | Fax: (00)31 78 6931123 | E-mail: [email protected]

DIGITALISEREN ■ INDEXEREN ■ CONVERSIESLAGEN ■

www.gmsnl.com

Met de ScanRobot worden boeken

volledig geautomatiseerd gescand

op een constant hoge kwaliteit. Door

de snelheid van 3.000 pagina’s per uur

kunnen historische collecties effi ciënt

worden omgezet in elk gewenst bestands

worden omgezet in elk gewenst bestands

formaat. Zo digitaliseert GMS collecties

voor nu en in de toekomst.Scan de QRcode met uw

Smartphone voor meer info.

ScanRobot 2.0 MDS

GMS heeft unieke ScanRobot

voor het omzetten van boekcollecties

naar dynamische publicatie.

Met de ScanRobot worden boeken

volledig geautomatiseerd gescand

op een constant hoge kwaliteit. Door

de snelheid van 3.000 pagina’s per uur

kunnen historische collecties effi ciënt

worden omgezet in elk gewenst bestands

worden omgezet in elk gewenst bestands

formaat. Zo digitaliseert GMS collecties

voor nu en in de toekomst.

ScanRobot 2.0 MDS

GMS heeft unieke ScanRobot

voor het omzetten van boekcollecties

naar dynamische publicatie.

Met de ScanRobot worden boeken

volledig geautomatiseerd gescand

op een constant hoge kwaliteit. Door

de snelheid van 3.000 pagina’s per uur

kunnen historische collecties effi ciënt

worden omgezet in elk gewenst bestands

worden omgezet in elk gewenst bestands

formaat. Zo digitaliseert GMS collecties

voor nu en in de toekomst.

Veelzijdig Overzichtelijk Aanpasbaar aan alle soorten publicaties Internetmodules: SDI attenderen, Online reserveren en Full text zoeken Eenvoudig titelbeschrijvingen ontlenen Makkelijk rapporteren Geïntegreerde aanvullende modules: Bestelmodule, Uitleenmodule en Tijdschriftenmodule Meertalig Internationale standaarden SRU, ISBD/AACR2, Z39.50 MARCXML, OAI-PMH en meer Integreerbaar met Adlib Museum en Adlib Archief tot één ‘crossdomain’ systeem API-koppelingen Keuze databases MS SQL Server, Oracle, Adlib Internet ready.

Adlib Bibliotheek catalogiseert meer dan boeken alleen. Adlib Bibliotheek vormt de kern van een compleet informatie- en kenniscentrum. Desgewenst kunt u deze kern uitbouwen met de uitleen-, bestel- en tijdschriftenmodules, of met vragenregistratie, SDI, full-text search en verschillende online services. Iedere vorm van informatie wordt zo op maat gemaakt voor uw gebruikers. Niet voor niets is Adlib Bibliotheek in gebruik bij vele mediatheken, bedrijven, (hoge)scholen, en juridische en overheidsinstellingen.

Adlib Information Systems +31 (0)346 586800

[email protected] www.adlibsoft.com

De juiste informatie bij de juiste persoon

Adlib Bibliotheek

Page 5: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

META 2013 | 1 | 3

31 UitgepaktHoe ga ik om met digitaledragers in mijn archief?Henk Vanstappen,

32 EssayToekomstmuziekChris Vandenbroucke

35 ColumnOp fietsafstandNoël Geirnaert

Het citaat

36 De VraagIs het archiefdepot wel schoon?Werkgroep Lokaal Overheidsarchief

37 Het cijfer

Het plan

38 Kroniek• ICA-congres• Bibliotheekweek 2012• Open Access Week 2012

43 Recensies

Toepassing

44 Personalia

45 Zo gezienIngrid Hansen

47 Activiteiten

48 Uitzicht

1 EditoriaalEngagement

4 Nieuws

8 Artikel35 jaar hogeschoolbibliothekenin de professionelebacheloropleidingenEls Bervoets

14 Interview “Altijd onder je eigen kerktoren blijven is niet verruimend.”Rien Emmery, Julie Hendrickx en Tom Van Hoye

19 ArtikelKennis delen door sociaal lerenPeter Verbist

24 SignalementDe Schotense Braembibliotheek

26 EtalageHet FAAD

27 InzetMichel Vermote

28 Over de schuttingHaal een vreemde vogel in huis of vlieg er zelf eens uitEva Simon

30 TrendMet de iPad op ontdekkingDirk Hermans en Filip Lambrechts

META 2013/1Jaargang 89 - februari 2013

INHOUD

Page 6: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

‘The Belgian War Press’ onlineSinds december is de volledige Belgische clandestiene pers uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog raadpleegbaar via de website The Belgian War Press. De site biedt gebruikers de mogelijkheid om online te bla-deren in meer dan 700 clandestiene bladen. The Belgian War Press is een initiatief van het SOMA (Studie- en documentatiecentrum Oorlog en hedendaagse Maatschappij), gerealiseerd met steun van Belspo, het federale wetenschapsbeleid.

La Voix des Belges, De Rode Vaan, De Werker, België Vrij, La Libre Belgique… het zijn slechts enkele van de honderden titels die consul-teerbaar zullen zijn via http://warpress.cegesoma.be. De Koninklijke Bibliotheek kreeg daarbij de digitalisering van een dertigtal represen-tatieve nationale krantentitels uit de periode 1830-1950 toevertrouwd. Het SOMA richtte zich op de digitalisering van de clandestiene en de gecensureerde oorlogspers.

WAARDEVOL ONDERZOEKSINSTRUMENT In totaal zijn meer dan 700 sluikbladen op te vragen via de nieuwe web-site. Dit correspondeert met maar liefst 41.000 gedigitaliseerde pagina’s. In de leeszaal van het SOMA kan ook de gecensureerde oorlogspers wor-den geraadpleegd. De website wordt zo een waardevol instrument voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de beide wereld-oorlogen in België. Sluikblaadjes zijn onmisbaar voor de studie van het

verzet, het dagelijkse leven in oorlogstijd en de mentaliteit van de bezette bevolking. Clandestiene bladen hielden de hoop op een geallieerde eindoverwinning levendig, staken de draak met de bezetter en zijn col-laborateurs, riepen op tot sabotage en droomden hardop van een vernieuwd naoorlogs België. Zowel in de Eerste als in de Tweede Wereldoorlog betaalden hun schrijvers en verspreiders een zware tol. In de Tweede Wereldoorlog kostte de Duitse repressie van de sluikpers 1650 mensenlevens.

SOMA

Het afscheidsnummer van De Patriot. 1 april 1944.

Cycling for libraries is een internationale unconference voor bibliotheekmedewer-kers en sympathisanten. Cycling for libra-ries is bovenal een avontuurlijke fietstocht. Het biedt een uitzonderlijke kans om te netwerken met toegewijde collega’s van-uit de hele wereld. Onderweg wordt er gestopt om ideeën uit te wisselen, work-shops te houden en uiteraard bibliothe-ken te bezoeken en kennis te maken met de lokale collega’s. De frisse neus krijg je er gratis bij.

In 2011 liep de tocht van Kopenhagen naar Berlijn. 80 bibliothecarissen fiets-ten toe mee. Het verslag van deze tocht kon je lezen in META 2011/7. Vorig jaar liep de tocht van Vilnius naar Tallinn. In juni 2013 wordt er van Amsterdam naar Brussel gefietst. Een ideale kans om er zelf ook eens bij te zijn! De VVBAD steunt dit initiatief en nodigt je uit om mee te fietsen. Heb je interesse, neem dan con-tact op met [email protected]> http://www.cyclingforlibraries.org

Fiets mee van Amsterdam naar Brussel

Foto: Pim Fijneman.

4 | META 2013 | 1

NIEUWS

Page 7: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Foto: Pim Fijneman.

Ga aan de slag met het memorandum

Begin dit jaar werd het VVBAD-memorandum voor de lokale en provin-ciale verkiezingen van oktober 2012, voor een tweede keer opgestuurd: deze keer naar alle Vlaamse provincie-, gemeente- en OCMW-besturen. Dat heeft maar zin als onze leden hiermee aan de slag gaan. ZIj kennen de situatie in hun gemeente of provincie het beste, weten welke thema’s er van belang zijn en wie een doorslag-gevende invloed kan uitoefenen.

Neem de tekst van het memorandum nog eens grondig door en bekijk welke punten in uw situatie prioritair zijn. Zo weet u wat u wilt bereiken als u met politici of andere bestuurders in gesprek gaat. Onderbouw de punten die u naar voren haalt, ook met argumenten en cijfers uit de lokale prak-tijk. Een goed beargumenteerde vraag maakt meer kans om gehoord te worden.We raadden u eerder al aan om het memorandum te gebruiken als aanlei-ding om een gesprek te beginnen met de cultuurbeleidscoördinator, het hoofd van de dienst Vrije Tijd, het diensthoofd Cultuur, … Bespreek met de archivaris of met de bibliothecaris uit uw gemeente of er gemeenschappelijke punten zijn die jullie samen naar voren kunnen schuiven. Vergeet ook de lokale adviesraden en beheersorganen niet. 

Maar nu is het vooral belangrijk om contact op te nemen met de bevoegde schepen of de beleidsverantwoordelijke. Onthoud vooral dat de nieuwe bestuurs-ploeg werk moet maken van een meer-jarenplan. Zorg ervoor dat je als archiva-ris of bibliothecaris betrokken wordt bij de opmaak van dat plan, rechtstreeks als het mogelijk is, onrechtstreeks als het niet anders kan.

Merkt u dat uw bestuur geen gesprek wil aangaan over het memorandum, bezorg het dan aan de voorzitter van de raad of aan leden van de oppositie, zodat zij het debat kunnen aangaan. Is dat voor u moeilijk, speel dan de coördinaten van de betrokkenen door aan het VVBAD-secretariaat zodat wij hen ons memoran-dum kunnen opsturen. Uiteindelijk zijn het de politici die het beleid maken. 

> Het volledige memorandum vindt u hier:

http://www.vvbad.be/memorandum2012

Alamire Foundation werkt samen met Biblioteca Apostolica Vaticana

De Vaticaanse Bibliotheek en de Alamire Foundation (KU Leuven) — het Internationaal centrum voor de studie van de muziek in de Lage Landen — teken-den onlangs een overeenkomst die het Alamire Lab — een state of the art mobiel laboratorium dat gespecialiseerd is in de digitalisering van muzikale erfgoed — de toestemming geeft om de manuscripten in de Vaticaanse bibliotheekcollecties te onderzoeken, beschrijven en digitaliseren. Het gaat over manuscripten uit de late 14e tot de vroege 17e eeuw uit de Sixtijnse Kapel, de Cappella Giulia, en de kerk van S. Maria Maggiore.

De oude bibliotheek van het Vaticaan. Nu onderdeel van het museum.Foto: www.flickr.com/photos/scottgunn.

In november 2012 ging de digitalisering van zo’n 13.500 foto’s van start, in april van dit jaar zou het project afgerond

moeten zijn. De bronnen zullen in het Vaticaan door een team van internatio-nale onderzoekers stuk voor stuk zorgvuldig worden bestudeerd, geanalyseerd, beschreven en voorzien van metadata. De beelden zullen nadien niet enkel te raadplegen zijn in de Vaticaanse bibliotheek maar ook opgenomen worden in een nieuwe digitale database, databank voor Oude Muziek (IDEM). Deze databank zal ook extra materiaal met betrekking tot de manuscripten ter beschikking stellen en zal bovendien vrij toegankelijk zijn.

Het Digital Lab van de Alamire Foundation wordt gesteund door de Herculesstichting en de Universiteit van Leuven. De samenwerking met het Vaticaan wordt mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Vlaamse minister van Cultuur Joke Schauvliege en het Bijzonder Onderzoekfonds van de Universiteit van Leuven.

KU Leuven

Leerstoel Boek.be

Ieder jaar organiseren Boek.be en de opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschap van de Universiteit Antwerpen de Leerstoel Boek.be. Telkens behandelt een bui-tenlandse spreker een onderwerp dat aansluit bij de actualiteit van de uitgeverij en boekhandel. Op vrijdag 22 maart 2013 spreekt John B. Thompson over “Merchants of Culture: The Transformation of Trade Publishing, 1960 to the Present.”

John B. Thompson is hoogleraar Sociologie aan de universiteit van Cambridge. Zijn onderzoek richt zich onder meer op hedendaagse veranderingen in het boek-bedrijf, een thema dat hij behandelde in de studies Books in the Digital Age: The Transformation of Academic and Higher Education Publishing in Britain and the United States (2005) en in het spraakmakende Merchants of Culture: The Publishing Business in the Twenty-First Century (tweede uitg. 2012). In zijn lezing zal hij het hebben over ontwikkelingen in het Angelsaksische boekbedrijf, die vaak een voor-bode zijn voor wat er elders te gebeuren staat.

Datum Vrijdag 22 maart 2013, 16.00 u.-17.30 u.Locatie Universiteit Antwerpen, Stadscampus, Prinsstraat 13, lokaal C-204

> Meer info op www.ua.ac.be/ibw

Raf Guns

META 2013 | 1 | 5

NIEUWS

Page 8: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Op 27 december 2012 verscheen in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit van 13 december 2012 betreffende de vergoe-ding voor de openbare uitlening. Het nieuwe KB vervangt het KB van 25 april 2004 en regelt dus de leenvergoeding in België vanaf 2004. De grote lijnen van het besluit waren al bekend, nu liggen ook de bedragen definitief vast.

De nieuwe regeling gaat uit van twee criteria: de grootte van de collectie en het aantal uitleningen. De niet-uitleenbare werken moeten niet meegeteld worden bij de collectie, tenminste als die bijgehouden worden in het ‘geautomatiseerd gegevensregistra-tiesysteem’. Is dat het niet het geval, dan wordt verondersteld

Nieuwe leenvergoedingdat het gaat om 5 procent van de collectie. Ook de uitleenbare werken in het publieke domein, waarop dus geen auteursrech-ten meer verschuldigd zijn, worden op 5 procent van de collec-tie geschat. De bibliotheken worden op basis van de collectie-grootte ingedeeld in zes categorieën. Per categorie wordt een forfaitair bedrag aangerekend voor de omvang van de collectie. Het bedrag is bepaald voor de periode 2004-2012 en wordt dan van 2013 t/m 2017 jaarlijks met ongeveer 10 procent opgetrok-ken. Het totaal geïnde bedrag op basis van collectie voor de openbare bibliotheken stijgt zo van ca. 615.000 euro in 2012 tot een 1.075.000 euro in 2017.

Collectie Tot 2012 2013 2014 2015 2016 2017

1 t/m 12.500 € 300 € 345 € 390 € 434 € 479 € 524

12.501 t/m 25.000 € 750 € 862 € 974 € 1.086 € 1.198 € 1.310

25.001 t/m 50.000 € 1.500 € 1.724 € 1.948 € 2.172 € 2.396 € 2.620

50.001 t/m 100.000 € 2.200 € 2.529 € 2.857 € 3.186 € 3.514 € 3.843

100.001 t/m 200.000 € 3.000 € 3.448 € 3.896 € 4.344 € 4.792 € 5.240

200.001 en meer € 3.600 € 4.138 € 4.675 € 5.213 € 5.751 € 6.288

Het besluit stelt uitdrukkelijk dat raadpleging ter plaatse en verlenging geen uitleningen zijn. Ook van het aantal uitlenin-gen wordt 5 procent afgetrokken voor uitleenbare werken in het publiek domein. Van 2004 t/m 2012 wordt er 0,0168 euro per

uitlening aangerekend, dan stijgt ook dat bedrag jaarlijks om in 2017 bijna verdubbeld te zijn tot 0,0294 euro per uitlening. Het totaal geïnde bedrag voor uitleningen in openbare bibliotheken stijgt zo van 835.000 euro in 2012 tot 1,46 miljoen euro in 2017.

Tot 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Per uitlening € 0,0168 € 0,0193 € 0,0219 € 0,0244 € 0,0269 € 0,0294

Het besluit bepaalt uitdrukkelijk dat het bedrag doorgerekend kan worden aan de leners. Anderzijds kunnen overheden of ver-enigingen van uitleeninstellingen de betaling geheel of gedeel-telijk op zich nemen, zoals ook in het verleden het geval was. Dan is er een korting voorzien van maximaal 5 procent op het te betalen bedrag. Minister Schauvliege heeft al bekend gemaakt dat de Vlaamse overheid de betaling van de leenvergoeding voor de Vlaamse openbare bibliotheken ook in de toekomst op zich blijft nemen.

Zoals in het vorige KB blijven onderwijsinstellingen, wetenschap-pelijke onderzoeksinstellingen, zorginstellingen en instellingen ten behoeve van blinden, slechtzienden, doven en slechtho-renden vrijgesteld van de leenvergoeding. De bepaling dat er voor een lener maar één keer betaald moet worden, werd wel geschrapt, zoals door het Europese Hof van Justitie gevraagd.

De aangifte moet gebeuren binnen 220 dagen. De beheers-vennootschap kan gegevens opvragen om de verdeling van de leenvergoeding over de auteurs mogelijk te maken. Ze is ver-plicht om jaarlijks een verslag op te maken over de inning en de verdeling van de vergoedingen.

De regeling komt tegemoet aan de vraag van de auteurs en de uitgevers voor een hogere leenvergoeding. Of zij met deze oplossing genoegen zullen nemen, zal nog moeten blijken. Voor de bibliotheeksector is het belangrijk dat de bestaande uitzon-deringen gehandhaafd bleven en dat rekening gehouden wordt met niet-uitleenbare werken en werken in het publiek domein. Dat uitdrukkelijk bepaald wordt dat op verlengingen geen ver-goeding verschuldigd is, voorkomt langdurige juridische discus-sies zoals in Nederland. (BV)

6 | META 2013 | 1

NIEUWS

Page 9: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

HEBT U OOK NIEUWS VOOR DEZE RUBRIEK? STUUR HET NAAR [email protected]

Ambassadors of the book

In META 2012/3 ver-scheen al de kroniek over ‘Ambassadors of the book’, het internationale congres

dat op 1 en 2 februari 2012 georgani-seerd werd door de opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschap van de Universiteit Antwerpen, de Vlaamse Erfgoedbibliotheek en de Enssib (Lyon). Nu is er ook het boek in de reeks IFLA Publications.

> Ambassadors of the book/ Raphaële Mouren (red.).

– De Gruyter Saur, 2012. – 196p. – 978-3-11-030127-4

Hoorzitting Erfgoedbeleid

Donderdag 13 december vond er in de commissie Cultuur een hoorzitting plaats rond het erfgoedbeleid. Aan het woord kwamen Marc Jacobs, de directeur van het Vlaams steunpunt voor cultureel erf-goed FARO, over het Prisma-onderzoek en Patrick Allegaert, de voorzitter van de adviescommissie, over de nota ‘Groei en groeipijnen’.

Uit de gestelde vragen bleek dat de aan-wezige commissieleden vooral belang-stelling hadden voor de substantiële nood aan middelen voor de erfgoedsec-tor. Niemand ontkende de wet van de remmende achterstand net als de voor-delen van het Kunstendecreet. Een finan-ciële inhaalbeweging is noodzakelijk. Ook de musea en het effect van hun bestuur-lijke indeling werden hierbij niet over het hoofd gezien.

Ten slotte werd de nood aan een echte visie op cultureel erfgoedbeleid erkend. Net als de rol van een belangenbeharti-ger. Het luik belangenbehartiging in het decreet werd bevestigd als opportuun. Dat de erfgoedsector vaker en luider van zich mocht laten horen, was uiteindelijk de algemene teneur.

De hoorzitting vond nochtans plaats op vraag van de sector. Helaas werd ‘de sec-tor’ zelf niet uitgenodigd om het woord te nemen. Het Cultureel-Erfgoedoverleg (CEO) betreurt deze beslissing als een gemiste kans en denkt alsnog een aanvul-lend verhaal te kunnen brengen in deze

hoorzitting: “De cultureel-erfgoedsector is enthousiast en bereid… maar mist de slagkracht om zelfs maar zijn basisop-dracht naar behoren uit te voeren, laat staan om aan alle (terechte) vragen voor (her)gebruik tegemoet te komen.” Daarom bundelden organisaties uit de erfgoedsector hun standpunt in een gemeenschappelijke tekst. U kan de vol-ledige tekst raadplegen op de site van het Cultureel-Erfgoedoverleg. (JH)

> www.cultureelerfgoedoverleg.be

Digitale archivering Vlaams erfgoed van start

Op voorstel van de Vlaamse ministers Ingrid Lieten (Media en Innovatie) en Joke Schauvliege (Cultuur) heeft de Vlaamse regering middelen vrijgemaakt voor de opstart van een Vlaams Instituut voor de Archivering en de ontsluiting van het Audiovisueel erfgoed (VIAA). Alles samen gaat het om 11,8 miljoen euro waarvan 7,8 miljoen voor de operationele werking en 4 miljoen voor infrastructuur.

De oprichting van een Vlaams Instituut voor de Archivering en de ontsluiting van het Audiovisueel erfgoed (VIAA) is een engagement uit het Regeerakkoord 2009-2014. Vlaanderen wil door gerichte digitalisering en de creatie van digitale platformen en diensten zijn erfgoed, kennis en geschiedenis op een verstan-dige manier bewaren en ontsluiten voor de huidige en toekomstige generaties. Tegelijk wordt al dat materiaal beschik-baar gemaakt voor de meest diverse toepassingen en voor onze kenniseco-nomie. Tal van maatschappelijke secto-ren en overheden, media, wetenschap-pelijk onderzoek, cultureel erfgoed en andere — worden geconfronteerd met de nood aan het duurzaam toegankelijk krijgen en houden van digitale informatie.

De kwestie is zo dringend dat in eerste instantie het meest bedreigde analoge erfgoed moet worden aangepakt. Dat Vlaanderen het VIAA opstart, is een nood-zakelijke en concrete stap in de richting van een Digitaal (Archief) Vlaanderen (DAV).

Vanwege de urgentie en de omvang van de taak wordt een speciaal samen -

werkingsverband geïnstalleerd tus-sen vzw Waalse Krook en iMinds, het vroegere Interdisciplinair Instituut voor Breedbandtechnologie (IBBT). iMinds krijgt voor de opstartfase 2013-2014 een eenmalige subsidie van 7,8 miljoen euro. Dat bedrag gaat naar werking (mede-werkers, uitbouw van een dienstenaan-bod, ontsluiting) en digitaliseringspro-jecten. De ministers bevoegd voor Media en Cultuur nemen de infrastructuurkosten op zich: elk 2 miljoen.

De vzw Waalse Krook zal het project begeleiden en toezicht houden op de strategische keuzes. Tegen 15 maart 2014 moeten alle noodzakelijke stap-pen in kaart zijn gebracht voor de eventuele verzelfstandiging van het Archiveringsinstituut (VIAA).

Vlaams minister van Media en Innovatie Ingrid Lieten: “We hebben in Vlaanderen zo’n schat aan audiovisueel materiaal. Het is hoogtijd dat we dat op een sys-tematische maar ook op een duurzame wijze bewaren voor deze en alle volgende generaties. Het is belangrijk ernaar te stre-ven om het archief zo maximaal mogelijk publiek open te stellen voor de media-sector, het onderwijs, de bibliotheken e.a. Audiovisueel materiaal komt immers pas tot leven als je het kan gebruiken, beleven, verspreiden.”

Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege: “Het VIAA is een toekomst-gerichte stap naar een hedendaags en duurzaam gebruik van ons erfgoed. Uitingen van onze cultuur, archiefmateri-aal, bewegende beelden en geluidsfrag-menten zullen door een gestandaardi-seerde digitalisering blijven bestaan, maar ook beter en breder toegankelijk worden voor jong en oud. Ons erfgoed krijgt hier-door een nieuw leven in het tijdperk van vandaag en morgen.”

FARO

META 2013 | 1 | 7

NIEUWS

Page 10: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

35 jaar hogeschoolbibliotheken in de professionele bacheloropleidingenEls Bervoets, gepensioneerd bibliothecaris, Lessius Mechelen (Thomas More)

In de afgelopen 35 jaar hebben de hogeschoolbibliotheken een hele evolutie doorgemaakt. In het begin zochten vele, pas opgerichte, kleinschalige bibliotheken hun weg. Stilaan werden ze volwassen, waarna het decreet van 1994 de eerste fusiegolf teweeg bracht. Enkele jaren later werden de associaties gevormd en nu wordt de inkanteling van de masteropleidingen in de universiteiten voorbereid. Tijd om alles even op een rijtje te zetten.

De nieuwe bibliotheken die na het Koninklijk Besluit van 15 april 1977 (of in de normaal-scholen dat van 21 juli 1982) ontstonden, waren kleinscha-lig en werden meestal geleid door één persoon. De diplo-mavereisten van het ambt van bibliothecaris dat deze KB’s in het leven riepen waren hoog: zowel licentiaat zijn als de ‘Akte van bekwaam-heid tot het houden van een openbare bibliotheek’ bezit-ten. Omdat de leidinggevende bibliothecaris de hele tijd aan-wezig was en al het werk zelf deed, kende hij/zij de collec-tie en het doelpubliek door en door, waardoor in een aantal hogescholen een waardevolle dienstverlening op maat van de klant gerealiseerd werd.

DE PIONIERSTIJDIn die eerste jaren voelden de bibliothecarissen in hun een-persoonsbibliotheken de nood om buiten de grenzen van de eigen instelling vakcollega’s te ontmoeten. Zo ontstonden de eerste samenwerkingsverban-den. Al voor 1981 bestond er een werkgroep van bibliothe-carissen verpleegkunde. Koen De Raedemaecker (bibliothe-caris van het Hoger Instituut Sint-Lodewijk in Antwerpen) initieerde ook een werkgroep die een aantal instellingen voor hoger onderwijs bui-ten de universiteit (HOBU) in de buurt had aangeschreven. Toen leden van de VVBAD het congres ‘De schoolbiblio-theek in Vlaanderen’ (Gent, 21

november 1981, 150 aanwe-zigen) aan het voorbereiden waren, kregen ze medewer-king van deze groepen. De thema’s die in de referaten en de daaropvolgende discussie-momenten aan bod kwamen, waren de noodzakelijke infra-structuur en werkingsmid-delen van de hogeschoolbi-bliotheek, de relaties met het beleid en de andere actoren in de hogeschool, het biblio-theekpersoneel, zijn opleiding, statuut en taken — waarbij de pedagogische opdracht meer-maals beklemtoond werd — en de samenwerking met de

openbare bibliotheken alsook binnen het HOBU zelf 1.

Aansluitend bij dit geslaagde congres werd binnen de VVBAD een ‘werkgroep schoolbibliotheken’ gevormd die aanvankelijk een onderdeel vormde zowel van de sectie Openbare Bibliotheken als van de sectie Wetenschappelijke Bibliotheken. In een hoorzit-ting en in een enquête werd gepeild naar de voornaamste prioriteiten voor de verdere

werking: enerzijds duidelijk-heid creëren over het statuut en het beroepsprofiel van de bibliothecaris en anderzijds ideeën uitwisselen en nor-men opstellen over de wer-king van de bibliotheek. Het is deze werkgroep die later zal uitgroeien tot de subsec-tie (vanaf 1985) en later sec-tie Schoolbibliotheken (vanaf 1989) van de VVBAD (nu sec-tie Hogeschoolbibliotheken).

In 1981 werd, onder impuls van Guido Van Horebeek, ook bin-nen het Nationaal Verbond van het Katholiek Hoger Onderwijs

(NVKHO), een overleg tussen mediathecarissen opgestart. Op 11 maart 1982 legden zij de volgende twee basisteksten voor: Statuut van de school-mediathecaris en Profiel van de schoolmediathecaris.

De bibliothecarissen roeiden met de riemen die ze hadden om studenten en docenten zo goed mogelijk van relevante informatie te voorzien. Vroege samenwerkingsverbanden focusten op het gezamenlijk

ontsluiten van tijdschriftar-tikels in de studiegebieden verpleegkunde, onderwijs en industriële wetenschappen en technologie. Veel later, vanaf 1999, startte ook het studie-gebied handelswetenschap-pen en bedrijfskunde met een samenwerking tot het ontslui-ten van tijdschriften: Relevante Informatie uit Seriële publica-ties over Economie (RISE).

Uit dit alles blijkt dat er van bij de beginperiode een aan-tal hogeschoolbibliothecaris-sen een inhoudelijk degelijk uitgebouwde visie over hun beroep hadden. Om ze ook in de dagelijkse praktijk te kunnen toepassen, moesten ze echter heel wat hinder-nissen overwinnen. De infra-structuur was vaak verre van riant, waardoor de biblio-theek weinig uitstraling had. De bibliotheek was meestal klein, bevond zich vaak in een kelderruimte met weinig natuurlijk licht, het meubilair was oud, de middelen waren schaars en de eenzame biblio-thecarissen moesten heel wat overtuigingskracht aan de dag leggen opdat de direc-tie en de collega’s-docenten de meerwaarde van de biblio-theek voor de opleidingen echt zouden valoriseren. Het gevolg was dat zij soms niet voldoende verantwoorde-lijkheid kregen om hun visie waar te maken. Die situatie hield nog een hele poos aan, zoals blijkt uit ‘De schoolbi-bliothecaris : een pionier met

“DE BIBLIOTHECARISSEN ROEIDEN MET DE RIEMEN DIE ZE HADDEN

OM STUDENTEN EN DOCENTEN ZO GOED MOGELIJK VAN RELEVANTE

INFORMATIE TE VOORZIEN.”

8 | META 2013 | 1

ARTIKEL

Page 11: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

schaarse middelen’, een artikel van Chris Peeters uit 1990:

“Terwijl er in de literatuur vurige pleidooien worden gehou-den voor de mediatheek, het hart van de nieuwe school, is de werkelijkheid zo helemaal anders: schoolbibliothecaris-sen worden belast met het innen van drankgeld, (...) zij krijgen de afgedankte typema-chine en kopieermachine van het secretariaat toegestopt, moeten acties organiseren om een minimaal budgetje op te bouwen, ze kaften schoendo-zen om daarin hun uitleenklas-sement te bewaren.” 2

DE VOLWASSENWORDINGDe subsectie School biblio-theken van de VVBAD deed er alles aan om zich zowel in de bibliotheekwereld als in het onderwijslandschap beter te profileren en om een kwalita-tief hoogstaande dienstverle-ning in de schoolbibliotheken te stimuleren. Zo kwam in 1985 een Inventaris van Vlaamse HOBU-schoolbibliotheken 3 en

— via samenwerking met het Hoger Instituut der Kempen (HIK) in Geel — de eerste CCP HOBU-Vlaanderen: centrale

catalogus van de HOBU-scholen 4 tot stand. De sub-sectie Schoolbibliotheken redigeerde ook de Monografie van de HOBU-mediathecaris 5, die werd voorgesteld aan het publiek op een forumge-sprek op 13 december 1988 in het Provinciaal Hoger Instituut voor Toegepaste Communicatie (PHITC) in Antwerpen. De Monografie onderscheidt vijf kernfunc-ties in het takenpakket van de mediathecaris: de pedago-gische taken (de gebruikers leren omgaan met informa-tie), de beleids- en beheersta-ken (mediatheekbeleid en dagelijkse werking), de biblio-theektechnische taken (gezien in de context van onderwijs-ondersteuning), de relatio-nele en promotietaken (t.o.v. de leden van de schoolge-meenschap en externe con-tacten) en opleiding en bijscholing van de mediathe-caris en zijn/haar medewer-kers. De reacties tijdens het forumgesprek waren positief en er werd gewerkt aan een vervolgdocument: Normen voor HOBU-mediatheken. Het was de bedoeling om in dit document aanbevelingen te

formuleren en streefdoelen uit te tekenen inzake collectie, personeel, budget, uitrusting en ruimte van de hogeschool-bibliotheek. Na jaren sleutelen werd de tekst pas in mei 1992 gepubliceerd als deel 3 van de Monografie onder de titel

‘Kwaliteitseisen voor de medi-atheek in het HOBU (Korte en Lange Type)’.

In de tweede helft van de jaren tachtig werden in de Vlaamse bibliotheekwereld de eerste stappen gezet om de voorde-len van computergebruik in de bibliotheken te bestuderen. De sectie Wetenschappelijke Bibliotheken van de VVBAD organiseerde hierover op 19 september 1986 een studiedag. Datzelfde jaar bracht Lieven Forrez zijn bibliotheeksoft-ware BIDOC op de markt. In 1987 startte een gebruikers-groep van bibliothecarissen die de software Dbase III Plus gebruikten en hierin soms zelf eenvoudige program-ma’s schreven; daaruit ont-stond de bibliotheeksoftware ATBiB, samengesteld door Frans Van Elsacker en Helena Van Rompuy. Gestimuleerd door deze initiatieven en de

informaticamarkten die de VVBAD regelmatig organi-seerde, kwam de automatise-ring van de bibliotheekcatalo-gus in de HOBU-bibliotheken stilaan op gang. Bij gebrek aan een centraal automatiserings-systeem vanuit het ministe-rie van Onderwijs namen de schoolbibliothecarissen zelf het heft in handen. Een heel aantal katholieke hogescho-len kocht BIDOC aan, enkele andere hogescholen kochten ATBiB. Rond beide systemen ontstonden gebruikersgroe-pen.

De verdere ontwikkeling van de hogeschoolbibliotheken had tot gevolg dat steeds meer de behoefte gevoeld werd om als gelijkwaardige partners met de andere types bibliotheken te gaan samen-werken. Zo hield Ria Molemans (voorzitster van de subsectie Schoolbibliotheken) op de Algemene Ledenvergadering van de VVBAD van 1988 een vurig pleidooi om de subsectie om te vormen tot een volwaar-dige sectie Schoolbibliotheken. Met succes: op de ALV van 1989 werd het eerste sectie-bestuur verkozen, waarvan

De EHSAL bibliotheek anno 2005. Foto Myriam Lemmens.

META 2013 | 1 | 9

ARTIKEL

Page 12: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

het mandaat in januari 1990 startte.

In 1991 stelde Hilde Sels in opdracht van de VLIR-werkgroep Wetenschappelijke Bibliotheken het rapport De HOBU-bibliotheek in Vlaanderen en haar relatie tot de universiteitsbibliotheek samen. Hierin brachten de resultaten van enquêtes in de bibliotheken van het HOBU en van de universiteiten aan het licht dat er grote verschillen in bibliotheekvoorzieningen bestonden, wat soms leidde tot een te grote druk op een nabij gelegen universiteitsbi-bliotheek. De conclusie luidde dat goede afspraken en voor-lichting van de studenten — bij-voorbeeld door een vak ‘infor-matiekunde’ in het curriculum

— nodig waren, en dat vooral de HOBU-bibliotheken beter uitgerust moesten worden. 6

Op 30 mei 1991 werd er in het Hoger Instituut der Kempen in Geel aan dit rapport een studiedag gewijd met als titel ‘HOBU-bibliotheken en univer-siteitsbibliotheken : deelgeno-ten in het wetenschappelijk bibliotheekveld?’. Naast de 60 HOBU-bibliothecarissen waren

daar ook deelnemers uit uni-versiteitsbibliotheken en over-heidsdiensten aanwezig. Als forum om die samenwerking uit te bouwen, werd in 1992 de vzw Vlaams Overlegorgaan inzake Wetenschappelijk Bibliotheekwerk (VOWB) opgericht, waarin de hoge-scholen vertegenwoordigd waren. De hogeschoolbi-bliotheken werden daarna betrokken bij belangrijke evo-luties in de wetenschappe-lijke bibliotheeksector, zoals de consortia voor het gebruik van databanken, updates van de Antilope-catalogus, DoKS repositories, het OK!PI project voor bibliotheekstatistieken, …

DE EERSTE FUSIEGOLFToen de sectie School-bibliotheken vernam dat de Vlaamse overheid bespre-kingen voerde over rationali-satie in het hoger onderwijs, maakten de sectie haar wen-sen over het behoud van pro-fessioneel omkaderde biblio-theekvoorzieningen kenbaar aan de beleidsinstanties. De sectie wilde garanties dat de bibliotheekvoorzieningen in de nabijheid van de studen-ten en docenten bleven, met

voldoende personeel om de kwaliteit van de dienst-verlening op peil te houden. De sectie wilde absoluut het doemscenario vermij-den dat de collecties van de vele kleine, goed functione-rende bibliotheekjes centraal zouden bijeengepropt wor-den in een te kleine ruimte, ver weg van de gebruikers, met een minimum aan toe-zichthoudend personeel dat geen voeling meer zou heb-ben met de informatienoden van de gebruikers. Tegelijk trachtten ze zichzelf zo goed mogelijk op die nieuwe toe-komst voor te bereiden. In 1993 was het thema van een studiedag ‘Schaalvergroting en hogeschoolbibliotheken’ en in november 1994 onder-nam de sectie, samen met de Nederlandse collega’s van de afdeling Hogeschool Bibliotheken (HB) van de Nederlandse Vereniging van Bibliothecarissen (NVB), een studiereis naar Zuid-Engeland

— waar reeds in 1988 en 1991 hervormingen in het hoger onderwijs tot grootschalige hogeschoolbibliotheken had-den geleid. De deelnemers sta-ken daar zowel van de Engelse

als de Nederlandse collega’s heel wat op over teamwork, het specialiseren naar diverse functies, het organiseren van bibliotheekintroducties en bibliografische instructies, en het samenwerken met docen-ten 7.

Op 31 augustus 1994 ver-scheen in het Belgisch Staatsblad het ingrijpende ‘Decreet van 13 juli 1994 betref-fende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap’. De 164 kleine hogescholen fuseer-den tot slechts 22 instellingen en hun opdracht werd, naast onderwijs, ook wetenschappe-lijk onderzoek en maatschap-pelijke dienstverlening. Er kwam een nieuwe beleids- en overlegstructuur en internati-onalisering werd gestimuleerd. Het ‘ambt van bibliotheca-ris’, zoals het sinds april 1977 bestond, bleef alleen nog uit-dovend voortbestaan voor de vastbenoemde personeels-leden. In de plaats daarvan kwam er een ‘mandaat van bibliothecaris’ van onbepaalde duur, waarvan het hogeschool-bestuur vrij kon kiezen of ze het aan iemand toekende — mits een diploma van aca-demisch niveau (tweede cyclus) aangevuld met een getuigschrift of diploma van bibliotheekopleiding. In een aantal hogescholen werd dit mandaat toegekend aan de hoofdbibliothecaris/dienst-hoofd van de bibliotheek of aan de bibliothecaris-coör-dinator. In de meeste gefu-seerde hogescholen werkte het bibliotheek beleid ofwel met het centrale model dat alle bibliotheekmedewerkers in één dienst met één dienst-hoofd verenigde onder de bevoegdheid van één directie-lid, ofwel met het decentrale

Ria Molemans presenteert het jaarverslag van de sectie SB op de ALV van VVBAD in november 1999. Naast haar Wim De Vos, toenmalig secretaris van de vereniging. Foto: Myriam Lemmens.

10 | META 2013 | 1

ARTIKEL

Page 13: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

model waar de bibliotheken en hun medewerkers verbonden bleven aan de departementen, onder de bevoegdheid van de departementsdirecteurs. In dat laatste geval behartigt een bibliothecaris-coördinator de gemeenschappelijke projecten zoals het automatiseringssys-teem, onderhandelingen met leveranciers van databanken of e-books.

In beide modellen veranderde de werksituatie van het per-soneel grondig. Iedereen was vanaf dan lid van een team en moest zijn/haar plaats vinden in de groep. Dit vergde een intelligente aanpak van het diensthoofd of de bibliothe-caris-coördinator: als hij/zij erin slaagde de ervaring van de medewerkers te waarderen en hun kwaliteiten te benutten

en hen zo tot een enthousiast team te laten evolueren, bete-kende dit een meerwaarde. Dit was zeker niet eenvou-dig, vermits er vaak mensen met verschillende statuten en verloningen met elkaar aan dezelfde taken moesten wer-ken. Om hierbij ondersteu-ning te geven, herwerkte de sectie Schoolbibliotheken de Monografie van de HOBU-mediathecaris in 1998 tot Het bibliotheekteam in de hoge-school: taken en functies. In tegenstelling tot de vroe-gere Monografie ging het nu om een bibliotheekteam, niet meer om één bibliothecaris. De taken werden opgesplitst in bibliotheekorganisatorische taken, en — in het licht van de opdracht van de hogescholen volgens het decreet van 13 juli 1994 — taken gericht op de

onderwijsopdracht en op de onderzoeksopdracht van de hogeschool en taken in het kader van maatschappelijke dienstverlening.

CONCRETE GEVOLGENVeel nieuwbouwprojecten dateren van deze periode. Kleine en oncomfortabele bibliotheekjes werden inge-ruild voor nieuwe, ruime bibliotheken die meer en meer studeercentra werden, voorzien van alle nodige hardware. Zo verwierven de bibliotheken ook meer aantrekkingskracht bij de eigen studenten en een gro-tere uitstraling naar buiten. Op het vlak van ICT zette de professionalisering zich door: er werd gekozen voor bibliotheeksoftware die gro-tere bestanden aankon, een

webversie had en in net-werk kon gebruikt worden. De decretale opdracht tot wetenschappelijk onderzoek en de toenemende internatio-nalisering met studenten- en docentenuitwisselingen sti-muleerden mee het gebruik van grote wetenschappelijke databanken — aanvankelijk geleverd op cd-roms, later IP-gecontroleerd online — als-ook de aankoop van e-books. Het Forum Elektronische Databanken van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) en het VOWB hebben baan-brekend werk verricht om dit alles via consortia tegen een aanvaardbare prijs aan te kopen, zodat ook de hoge-scholen met professionele bacheloropleidingen deze informatiebronnen aan hun gebruikers konden aanbieden.In 2002 ontwikkelde de Katho l ieke Hogeschool Kempen (KHK) de webap-plicatie DoKS, met als hoofddoel om de digitale eindwerken van hogeschool-studenten te beheren en toegankelijk te maken. Veel hogescholen namen DoKS in gebruik, zodat het evolu-eerde naar het ‘eindwerkpor-taal Vlaamse hogescholen’. Naast de aangekochte data-banken geraakte het publieke internet ingeburgerd om research te doen. Om de gebruikers hierbij te onder-steunen, ontwikkelden vele hogeschoolbibliothecaris-sen workshops over ‘efficient zoeken op internet’ en ver-zamelden ze relevante web-sites die ze aan hun gebrui-kers communiceerden via een eigen pagina op het intranet, via het elektronisch leerplat-fom van de hogeschool, of via een Web 2.0-toepassing zoals Delicious.

“KLEINE EN ONCOMFORTABELE BIBLIOTHEEKJES WERDEN INGERUILD VOOR NIEUWE, RUIME BIBLIOTHEKEN DIE MEER EN MEER STUDEERCENTRA WERDEN, VOORZIEN VAN ALLE NODIGE HARDWARE.”

Minister van Onderwijs Luc Van den Bossche bezoekt de bibliotheek van de Ham Hogeschool en krijgt een demonstratie van de cd-rom uitrusting (1994).

META 2013 | 1 | 11

ARTIKEL

Page 14: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

In de loop van de jaren negen-tig hebben de hogescholen en universiteiten een kwaliteits-zorgstelsel op. Het externe luik — de visitaties — valt onder de verantwoordelijk-heid van de VLHORA en de VLIR. Zij controleren de totale werking van een opleiding, inclusief het aanbod en de dienstverlening van de biblio-theek — wat de samenwer-king tussen beide stimuleerde. Om intern aan kwaliteitszorg te doen, ontwikkelden een aantal Vlaamse hogescho-len het PROZA-instrument (PRojectgroep Ontwikkeling ZelfAnalyse-instrument voor kwaliteitszorg). Het sectiebe-stuur schoolbibliotheken van de VVBAD kreeg toestemming van PROZA om het aspect ‘bibliotheek’ in dit document te bestuderen en suggesties te doen over de invulling ervan.

Als een gevolg van dat alles waren heel wat Vlaamse hogeschoolbibliotheken in het begin van de 21e eeuw zo toonaangevend dat ze externe collega’s op bezoek kregen. Zo bezocht in 2003 een delegatie bibliotheca-rissen van de Franstalige beroepsvereniging Prodoc.edu de toen nieuwe centrale bibliotheek van de Katholieke Hogeschool Mechelen (KHM). De Nederlandse collega’s van

de NVB brachten in 2004 een bezoek aan de KHM en aan de Plantijn Hogeschool in Antwerpen. In 2005 ont-ving de KHK zelfs een groep Hongaarse bibliothecarissen.

ASSOCIATIEVORMING EN INKANTELING MASTEROPLEIDINGENIn 1999 ondertekenden 29 Europese min isters de Bolognaverklaring, in Vlaanderen vertaald naar het ‘Decreet betreffende de her-structurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen’ — of kortweg ‘Structuurdecreet’. De oprichting van Associaties moest de samenwerking tus-sen universiteiten en hoge-scholen bevorderen en veel-soortige opleidingen in een duidelijke structuur onder-brengen. Zo ontstonden in Vlaanderen vier associaties, telkens gevormd door een universiteit en een groep hogescholen: de Associatie KU Leuven, de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen (AUHA), de Associatie Universiteit Gent (AUGent) en de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg (AUHL). Het over-leg inzake bibliotheekwer-king kreeg via de associaties een stimulans, maar gebeurde in de vier associaties op verschil lende snelheden.

De bib van het studiegebied IWT van de Artesis hogeschool (2011). Foto: Myriam Lemmens.

De bib van KHM in 2002.

“DE VERDERE ONTWIKKELING VAN DE HOGESCHOOL BIBLIOTHEKEN HAD TOT GEVOLG DAT STEEDS MEER DE BEHOEFTE GEVOELD WERD OM ALS GELIJKWAARDIGE PARTNERS MET DE ANDERE TYPES BIBLIOTHEKEN TE GAAN SAMENWERKEN.”

12 | META 2013 | 1

ARTIKEL

Page 15: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

BESLUITDe afgelopen 35 jaar is er in de hogeschoolbi-bliotheken heel wat ver-anderd. Ook voor de toekomst dienen verande-ringen en vernieuwingen zich aan. Vooral de digi-talisering die zich nu nog maar in een beginstadium bevindt wordt een grote uitdaging. Twee aspecten zijn cruciaal. Ten eerste: garanderen dat de vrije toegang tot informatie blijft verder bestaan. Dit is bijvoorbeeld momenteel een probleem met vele oefeningenboeken: waar de bibliothecaris vroe-ger de oefeningenboe-ken in het rek kon zetten en uitlenen, wordt de toe-gang in een digitale ver-sie door de uitgever vaak beperkt door een per-soonlijke login. De hoge-schoolbibliotheken zijn vragende partij om over een IP-gecontroleerde toe-gang te kunnen beschikken. Ten tweede: het beroeps-imago van de bibliothe-caris. Het is ondertus-sen aanvaard dat hij/zij in samenwerking met docen-ten een kwalitatieve collec-tie boeken en tijdschriften uitbouwt die rechtstreeks aansluit bij het vakgebied en bij de informatienoden van de studenten. Dat hij/zij ook de aangewezen persoon is om wegwij-zers uit te zetten naar de digitale informatie en om studenten informatievaar-digheden bij te brengen, wordt wel eens onderschat. Sommigen denken dat stu-denten alles wat ze nodig hebben wel via Google vanzelf zullen vinden. De grote uitdaging voor de informatieprofessionals zal erin bestaan om goed met de nieuwe situatie om te gaan, in te spelen op de informatienoden van hun klanten en naar het beleid toe hun meerwaarde dui-delijk zichtbaar te maken.

1 ‘De schoolbibliotheek in

Vlaanderen: referaten gehou-

den op het congres dat door

de VABB (Nederlandstalige

afdeling), de S.O.B.-Gent en

de VVBAD werd ingericht te

Gent op 21 november 1981’, in:

Bibliotheekgids 58 (1982) 1-2, p.

6-85.

2 PEETERS, Chris, ‘De schoolbi-

bliothecaris: een pionier met

schaarse middelen’, in: Nova

et vetera, 68 (1990-1991) 1-2, p.

47-64.

3 STORMS, Marc, Inventaris

van Vlaamse HOBU-

schoolbibliotheken, Antwerpen,

VVBAD, 1985.

4 CCP-HOBU-Vlaanderen: cen-

trale catalogus van periodieken,

hoger onderwijs buiten de uni-

versiteit Vlaanderen, Geel, 1986

5 Monografie van de HOBU-

mediathecaris, Antwerpen,

VVBAD, 1987, 14 p.

6 SELS, Hilde, De HOBU-

bibliotheek in Vlaanderen en

haar relatie tot de universiteits-

bibliotheek (Bibliotheekkunde,

49), Antwerpen, VVBAD, 1991, p.

187.

7 SELS, Hilde, ‘Schoolbibliotheca-

rissen op studiereis naar

Engeland: 9 tot 13 november

1994’, in: Bibliotheek- & archief-

gids, 70 (1994) 5, p. 251-253.

8 CAUWENBERGH, Johan,

SIJSMANS, Paul en SMET, Dirk,

‘OK!PI: Overzicht Kwantitatieve

Performantie-Indicatoren’, in:

META (2012) p. 8-13.

9 http://anet.ua.ac.be/desktop/ua/

static/extra/auharapport2011.pdf

10 http://docs.vlaamsparlement.

be/docs/stukken/2011-2012/

g1655-6.pdf

Sommige elementen kwamen wel telkens terug: afspraken over toegang en leenfacili-teiten, het streven naar een gemeenschappelijke catalo-gus en het ontwikkelen van tools voor informatievaar-digheden. Bij een sterk uit-gebouwde samenwerking kunnen grote gemeenschap-pelijke ICT-projecten sneller doorgevoerd worden, maar anderzijds hebben de afzon-derlijke instellingen minder autonomie en minder ruimte om zelf creatief met nieuwe technologieën te experimen-teren.

De werkgroep bibliotheken van de Associatie KU Leuven bestaat uit verschillende deel-groepen die elk aparte projec-ten uitwerken, zoals het biblio-theeksysteem LIMO, digitale repositories, het inventarise-ren van de collectie periodie-ken en het op punt stellen van een bewaarbeleid. Hun uitwer-king van een systeem voor sta-tistieken, benchmarking en kwaliteitszorg resulteerde in het OK!PI-model dat VOWB ter beschikking stelde van de andere Vlaamse Associaties 8. De AUHA deed al tweemaal een gebruikersonderzoek in haar bibliotheken, in 2008

en in 2011, op basis waarvan een rapport met conclusies en aanbevelingen gepubliceerd werd 9. Daarnaast werken de AUHA-bibliotheken mee aan het project ‘Balans en per-spectief. Verkenning en ont-wikkeling van de erfgoedge-meenschap rond academisch erfgoed in Vlaanderen’ (http://academischerfgoed.be/pro-ject/).

Ten slotte keurde het Vlaams Parlement in de zomer van 2012 het ‘integratiedecreet’ goed, dat bepaalt dat de aca-demische opleidingen van de hogescholen vanaf het acade-miejaar 2013-2014 in de univer-siteiten zullen opgaan. 10 Ten gevolge daarvan ontstaan er nieuwe clusters bij de bachelo-ropleidingen. Zo is in de provin-cie Antwerpen Thomas More ontstaan uit de synergie tus-sen Lessius Antwerpen, Lessius Mechelen (fusie van de vroe-gere Katholieke Hogeschool Mechelen met het De Nayer Instituut) en de Katholieke Hogeschool Kempen. In de provincie Limburg zullen de Provinciale Hogeschool L imburg en de XIOS Hogeschool Limburg samen-smelten tot de Hogeschool PXL.

META 2013 | 1 | 13

ARTIKEL

Page 16: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

“Altijd onder je eigen kerktoren blijven is niet verruimend.”De Kroatische bibliothecaris Marina Smiljanec op bezoek in de openbare bibliotheek van Tielt-Winge

Rien Emmery, Julie Hendrickx en Tom Van Hoye

In oktober 2012 was in de openbare bibliotheek van Tielt-Winge de Kroatische bibliotheca-ris Marina Smiljanec te gast. Haar bezoek was een uitloper van het programma NAPLE Sister Libraries, dat samenwerking rond specifieke thema’s aanmoedigt tussen openbare bibliothe-ken uit verschillende Europese landen. Dat ‘verzusteringsproject’ is een initiatief van NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe), het forum dat Europese openbare biblio-theken wil inspireren en ondersteunen.

Marina Smiljanec is een goedlachse dame die aan het hoofd staat van de openbare bibliotheek van Krapina, een gemeente op een dikke 50 kilometer van de Kroatische hoofdstad Zagreb. Samen met Kathleen Dubois, bibliothecaris in de openbare bibliotheek van Tielt-Winge, vertelt ze over wat bibliotheken in Kroatië en België verbindt en onderscheidt.

Kathleen Dubois (links) en Marina Smiljanec (rechts).

Page 17: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Van wanneer dateert jullie samenwerking en wat verwachtten jullie ervan?Marina: Het NAPLE Sister Libraries-programma bestaat sinds begin 2012. Wij hebben toen in Krapina meteen een aanvraag ingediend. Dat betekent gewoon een online formulier invullen met wat informatie over je eigen bibliotheek, je interesses en met welke landen uit de lijst je graag een samenwerking zou aangaan. Het is vooral de bedoeling om elkaars werking beter te leren kennen, om samen te werken, …

Kathleen: … om ook ideeën op te doen die je in je eigen land kan gebruiken. Het is Marina die Tielt-Winge heeft uitgekozen. Op een dag vond ik een mail van haar in mijn inbox, met het voorstel om zusterbibliotheken te worden. (lacht) Het NAPLE-programma schrijft geen specifieke doelen voor. We zijn vrij in onze werking, al wordt soms bij ons geïnformeerd hoe de zaken ervoor staan. We krijgen af en toe een mailtje van LOCUS, dat enigszins de NAPLE-werking in Vlaanderen coördineert. Er is ook een blog waar je zelf updates van de samenwerking kan delen …

Marina: … maar die wordt niet al te vaak gebruikt. We hebben geen tijd. (lacht) Ik heb Tielt-Winge gekozen omdat ik dacht dat we een behoorlijk gelijkaardige werking hadden. Krapina heeft ongeveer hetzelfde aantal inwoners, hetzelfde aantal gebrui-kers, een collectie van gelijkaardige omvang en zelfs evenveel bibliothecarissen. Maar wij hebben ook een samenwerking met andere bibliotheken in Spanje en Finland, want ik hou van diver-siteit. Maar Tielt-Winge is de eerste bibliotheek die ik binnen het NAPLE-project bezoek.

Kathleen: Ik hou ook van verrijking. Ik ben nogal nieuwsgierig van aard en ik vind dat je van elkaar kan leren. Ik had zin om ideeën op te doen, een nieuwe blik. Altijd onder je eigen kerk-toren blijven, is niet verruimend. Soms heb je een bepaalde kijk op de zaken en helpt het om die te verduidelijken door ze van-uit een ander perspectief te laten bekijken. Zo vertelde Marina mij gisteren over een bibliotheek… was het bij de Kroatisch-Tsjechische grens?

Marina: Ja, in een gebied waar nogal wat Tsjechen wonen. Daar bestaat een speciaal bibliotheekproject voor de Tsjechische bevolking en hebben ze een partnerschap met een Tsjechische bibliotheek afgesloten.

Kathleen: Wel, ik kan me inbeelden dat er in België ook biblio-theken bestaan met verschillende gebruikersgroepen die ver-schillende talen spreken. In die situatie kan het misschien interessant zijn om een samenwerking aan te gaan met een bibliotheek uit een welbepaald land. Al is dat voor onze samen-werking niet meteen het geval.

Marina: Nee, er zijn geen Belgen in Krapina. (lacht)

Kathleen: Maar denk bijvoorbeeld aan bibliotheken dicht bij de taalgrens. Daar kan het interessant zijn om een zusterschap af te sluiten met een Franstalige bibliotheek.

Is er financiële ondersteuning voorzien voor bibliotheken die deelnemen aan het NAPLE-initiatief?Kathleen: Nee, dat gebeurt op eigen kosten. Wij hebben in Tielt-Winge een expositie opgezet over de bibliotheek van Krapina, die opende op de eerste zaterdag van de Bibliotheekweek. Marina heeft ons digitale foto’s opgestuurd die wij op eigen kosten op groot formaat hebben laten afdrukken.

Marina: Ik heb ook wat materialen over onze provincie meege-bracht, zodat iedereen die de bibliotheek in Tielt-Winge bezoekt iets kan zien of lezen over de streek.

Kathleen: Marina had bovendien voor iedere bezoeker op de tentoonstelling prachtig lokaal Kroatisch ambachtswerk mee. Iedereen was aangenaam verrast.

Marina: Ja, licitars — dat zijn handgemaakte en met bloemmo-tieven gedecoreerde hartvormige gemberkoekjes — met een speciale inscriptie voor België. Eetbaar natuurlijk! Die koekjes zijn een eeuwenoude traditionele ambachtelijke specialiteit uit Krapina en omgeving.

“DE GROOTSTE GELIJKENIS IS DAT KROATISCHE EN VLAAMSE BIBLIOTHECARISSEN MET VEEL

ENTHOUSIASME LIJKEN TE WERKEN.”

KrapinaZagreb✶

META 2013 | 1 | 15

INTERVIEW

Page 18: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Kathleen: Onze bezoekers waren ook over de tentoonstelling zelf zeer enthousiast. Ik had de leden van de bibliotheekraad en de gemeenteraad uitgenodigd en die zijn zowat twee uur gebleven en hebben veel vragen gesteld. Eén dame stelde zelfs voor om een bus te charteren en in Krapina naar de bibliotheek te gaan kijken.

Bestaat er tussen het personeel van de zusterbibliotheken ook persoonlijke interactie?Kathleen: Oorspronkelijk was het alleen wij tweeën, daarna heb-ben we elkaar foto’s gestuurd van onze bibliotheekmedewerkers. Ik heb al het gevoel dat ik hen daar een beetje ken. Marina heeft nu onze staf ontmoet. We hebben ook een cadeautje meege-geven voor de collega’s in Krapina. De bibliotheek bestaat daar trouwens al meer dan 150 jaar.

Marina: Wel niet de huidige bibliotheek, maar de eerste leeszaal is inderdaad opgestart in 1845.

In Vlaanderen heeft bijna elk dorp zijn eigen bibliotheek. Hoe ziet het bibliotheeklandschap in Kroatië eruit?Marina: Wel, de belangrijkste Kroatische bibliotheekwet schrijft voor dat elke gemeente haar eigen bibliotheek moet hebben. Maar er zijn ongeveer 400 gemeenten en maar iets meer dan 200 openbare bibliotheken. Kleinere dorpen kunnen wel met bibliotheken uit naburige gemeenten een overeenkomst slui-ten over bibliotheekvoorzieningen. Het aantal schoolbibliothe-ken ken ik niet, maar elke instelling uit het lager, middelbaar en hoger onderwijs is verplicht over een bibliotheek te beschikken. Daar mogen louter academisch geschoolde bibliothecarissen en bibliotheekassistenten aan de slag. Er bestaat dan ook een aparte opleiding voor bibliothecarissen die vier jaar duurt. In mijn županija Krapina-Zagorje (Kroatië bestaat uit 21 županije: ‘comitaten’ of provincies die het belangrijkste tussenniveau zijn, nvdr) zijn er 12 openbare bibliotheken en ongeveer veer-tig schoolbibliotheken. De bibliotheek waar ik werk, in de stad Krapina, is de coördinerende hoofdbibliotheek die alle andere superviseert en adviseert, zowel de schoolbibliotheken als de openbare bibliotheken. We beschikken over ongeveer 2000 gebruikers die elk jaar goed zijn voor samen 60 à 70.000 ont-leningen. Onze collectie bestaat momenteel uit 55.000 boeken en ongeveer 1500 cd’s en dvd’s. Daarnaast is er nog een speciale afdeling met een uitgebreide lokale collectie boeken, artikels, documenten en foto’s over de provincie, de stad Krapina en haar inwoners. Daar zitten zowel heemkundige als geschiedkundige publicaties tussen.

Kathleen: Wij zijn een gewone openbare bibliotheek met een gewone werking in een gemeente met een kleine 11.000 inwo-ners, maar onze functie is toch wel een beetje verschillend. Het is vooral op basis van onze grootteorde en op basis van het-zelfde doelpubliek dat we met elkaar in contact zijn gekomen voor deze internationale samenwerking.

Marina: De bibliotheken in Kroatië worden gefinancierd door de lokale overheden, die ook zetelen in de bestuurscomités. Dat leidt tot zeer specifieke vastgelegde jaarlijkse budgetten die men ons overmaakt en die we onafhankelijk kunnen invul-len — zij het natuurlijk met een verslag als verantwoording. Maar met dat budget moeten we dan ook het hele jaar rondkomen. Als in de bibliotheek van Tielt-Winge bijvoorbeeld een defect of een mankement is, kan Kathleen de gemeente opbellen en op hen rekenen om het in orde te brengen. Dat is bij ons niet het geval. Ik moet dan zelf werkmannen contacteren en uit ons vaste budget vergoeden. Dat is goed zolang je geld hebt,

JE ZUSTERZIEL IN BIBLIOTHEEKLAND

NAPLE Sister Libraries helpt je op wegBibliotheken vind je wereldwijd. En wie in het bui-

tenland al eens een openbare bibliotheek binnenliep,

voelde zich daar ongetwijfeld op de een of andere

manier een beetje thuis. Ook al zijn ordeningen heel

anders, doet de werking futuristisch of net een beetje

oubollig aan: de drive die de bibliotheek voortstuwt,

is meestal sterk voelbaar en herkenbaar.

In hun streven naar een open toegang tot informa-

tie, kennis en cultuur voor alle mensen stoten biblio-

theken vaak op gelijkaardige drempels en uitdagin-

gen. En omdat je samen nu eenmaal meer weet dan

alleen, werkte Europese organisatie NAPLE (National

Authorities on Public Libraries in Europe) het project

Sister Libraries uit.

In dit project worden bibliotheken uit alle aangeslo-

ten Europese landen* uitgenodigd om een zuster-

schap aan te gaan met collega’s over de grenzen

heen. Welke thema’s deel uitmaken van het zuster-

schap, hoe intens de samenwerking is en hoe formeel,

dat bepalen beide bibliotheken volledig zelf, al naar-

gelang van de eigen wensen en noden.

Ben je ook benieuwd hoe men elders omgaat met

digitale en andere kloven? Staat er een verbouwing

of nieuwbouw aan te komen en wil je de innovatieve

denkpistes wel eens aftoetsen buiten de vertrouwde

kringen? Of ben je op zoek naar insteken om de

Roemeense gemeenschap in je gemeente meer bij de

bibliotheek te betrekken? Misschien geeft de samen-

werking met een openbare bibliotheek in hun thuis-

land je wel gouden tips en inzichten om je werking

en collectie verder te verfijnen.

Op http://sisterlibrariesnaple.wordpress.com/ vind je

meer informatie over het project. Bibliotheken die zich

kandidaat willen stellen, vinden er ook een aanmel-

dingsformulier. Als je het invult, geef je aan open te

staan voor een zusterschap, en kan je bijvoorbeeld

verfijnen rond welke thema’s je graag wil samenwer-

ken. Het volstaat om dat formulier te bezorgen aan

de organisatie die het aanspreekpunt is voor jouw

land. In Vlaanderen volgt Maja Coltura dat op vanuit

LOCUS. En dan is het wachten op je zusterziel. Eens

de link gelegd is tussen twee bibliotheken, wordt de

verdere communicatie aan jullie overgelaten. Maar

uiteraard horen we graag hoe alles verloopt, en of

we nog ergens van dienst kunnen zijn.

Je kunt het project verder volgen via de blog (http://

sisterlibrariesnaple.wordpress.com/) of op twitter:

@NAPLESisLib

* De deelnemende landen zijn op dit moment België, Finland,

Ierland, Kroatië, Litouwen, de Tsjechische Republiek,

Polen, Portugal, Roemenië, Schotland, Slovenië en Spanje.

16 | META 2013 | 1

INTERVIEW

Page 19: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

maar als ik de burgemeester zou bellen, zou hij zeggen dat hij mij spijtig genoeg niet kan helpen. Dus we zijn onafhan-kelijk, maar dat heeft zijn voor- en zijn nadelen. Mijn arbeidscontract is er bijvoorbeeld ook één met de bibliotheek, niet met de gemeente. Dat is wel een groot verschil. Elke vier jaar is er zelfs een verkiezing voor de positie van hoofdbiblio-thecaris, waarbij meerdere termijnen mogelijk zijn. Het is de bibliotheekraad die eerst stemt. Ze zullen de werkne-mers consulteren, maar zijn niet verplicht om een huidige werknemer tot hoofdbiblio-thecaris te benoemen. Hun beslissing moet daarna nog bevestigd worden door de gemeenteraad en vervolgens zelfs nog door het Ministerie van Cultuur. Het is ook een positie waar zeer veel druk op rust. Als ik één euro ver-keerd spendeer, kan ik al in de gevangenis terechtkomen. (lacht)

Zijn er nog andere grote gelij-kenissen of verschillen tussen Kroatië en Vlaanderen?Marina: De grootste gelijkenis is dat Kroatische en Vlaamse bibliothecarissen met veel enthousiasme lijken te wer-ken. Ik denk niet dat dat overal ter wereld zo is. Ook de col-lecties zijn redelijk gelijklo-pend. De boeken die je in het Kroatisch kan lezen, zijn meestal ook in de Vlaamse bibliotheken voorhanden. Er zijn ook wel overeenkomsten in de doelgroepwerking naar jongere en oudere lezers. Voor onze jeugdcollecties gebrui-ken we wel een ander classifi-catiesysteem in open rek dan hier in Tielt-Winge. Misschien zijn er nog wel enkele kleinere verschillen wat catalografie betreft, maar ik zie toch meer overeenkomsten dan verschil-len. Onze bibliotheek in Krapina lijkt wel vaker contact te heb-ben met de media, zoals de lokale radio — bijna elke dag zelfs — en de lokale tv-zender die ons ook van nabij volgt. Ook de lokale krant publiceert

regelmatig reportages over de bibliotheek. Naar aanleiding van mijn bezoek aan België waren er bijvoorbeeld repor-tages in de krant, op de radio en op de lokale televisie.

Bestaat er in Kroatië een bibliotheekvereniging zoals de VVBAD?Marina: Natuurlijk, er is een Kroatische Librarians Society met een subdivisie in elke pro-vincie.

In Vlaanderen bestaat een bibliotheekstaf in de meer-derheid uit vrouwen. Is dat bij jullie ook zo?Marina: In onze bibliotheek werken we met zeven per-sonen, inclusief het schoon-maakpersoneel, en zes daar-van zijn vrouwen. Vier hebben een master in de bibliotheek-wetenschap, twee zijn assis-tenten. Bibliothecaris is inder-daad ook in Kroatië een typische job voor vrouwen, er zijn veel meer dames dan heren werkzaam in de biblio-theken. Vroeger natuurlijk niet. Denk aan het oude Egypte en de bibliotheek van Alexandrië: daar waren het mannen die de geheimen bewaarden. Geen open access. (lacht)

En als er vacatures zijn, komen er dan veel reacties van geïnteresseerden?Marina: Ja, er zijn altijd heel wat mensen geïnteresseerd. Vier faculteiten aan Kroatische universiteiten bieden een bibliotheekopleiding aan, de laatste daarvan is pas dit jaar geopend. Dus heel wat men-sen studeren om bibliothecaris te worden.

Wat zijn de voornaamste uit-dagingen voor de Kroatische bibliotheken?Marina: Wij willen in de eerste plaats de kwaliteit en kwanti-teit van het lezen verbeteren, van alle leesmaterialen. De grootste uitdaging is digita-lisering, toch voor openbare bibliotheken — waar ik het meest van af weet omdat ik er nu eenmaal werk. Het hangt af van de grootte van de biblio-theek, maar we liggen daar

“IK KON ME NIET VOORSTELLEN HOE POPULAIR STRIPS IN BELGIË ZIJN”

META 2013 | 1 | 17

INTERVIEW

Page 20: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

misschien een beetje achter op België. Kroatië staat klaar om op 1 juli 2013 lid te worden van de Europese Unie, dus we wil-len zoveel mogelijk digitaliseren wat beschikbaar is aan boeken over ons land in onze bibliotheken.

Zijn er opvallende culturele verschillen tussen Belgen en Kroaten als bibliotheek gebruikers?Marina: Voor zover ik gezien heb, lijken mij de bibliotheek-gebruikers in België meer open en minder verlegen dan de Kroatische lezers, die eerder hetzelfde soort literatuur uitle-nen. Stripverhalen zijn ook een belangrijk verschil. In Krapina hebben we een collectie comics en een groep lezers die daar gebruik van maakt, maar in het algemeen zijn stripverhalen niet zo populair in onze bibliotheek. Ik kon me niet voorstellen hoe populair die in België wel zijn. Persoonlijk lees ik geen stripver-halen — vroeger als kind natuurlijk wel. Ik wist bijvoorbeeld ook niet dat de Smurfen Belgisch waren! Dus dat heb ik bijgeleerd op deze trip. (lacht)

Kan je ons iets vertellen over de Nationale Bibliotheek van Kroatië?Marina: Eigenlijk heet die officieel de Nationale en Universitaire Bibliotheek, omdat het ook de centrale bibliotheek is van de Universiteit van Zagreb. Ze heeft een collectie van ongeveer 2,5 miljoen boeken. Als je jaarlijks lidgeld betaalt en een kaart koopt, kan je er niet alleen boeken en andere materialen consulteren in de leeszaal, maar ook boeken uitlenen. In Krapina hebben we bovendien een afspraak voor interbibliothecair leenverkeer met zowel de Nationale Bibliotheek als de openbare bibliotheek van Zagreb, die ook een grote collectie heeft. Wie een aanvraag doet, kan ongeveer twee à drie dagen later het boek komen ophalen. Met zo’n 120 bibliotheken gebruiken we ook het cata-loogsysteem dat de bibliotheek van Zagreb samen met een IT-bedrijf heeft ontwikkeld. De Nationale Bibliotheek updatet die catalogus elke week en ze is permanent online beschikbaar.

Welke budget is beschikbaar voor collectieverwerving?Marina: De meeste openbare bibliotheken krijgen hun budget voor collecties op basis van een contract met het ministerie voor Cultuur. Het is de bedoeling dat de gemeente dan hetzelfde bedrag voorziet als het ministerie. Dat is in de regel niet het geval en ligt veel lager. Onze bibliotheek krijgt bovendien ook nog wat fondsen van de provincie. Samen komt het totale bud-get neer op ongeveer 220.000 euro per jaar, waarvan 40.000 euro naar de collectie gaat.

Kathleen: Dat is relatief veel voor 15.000 inwoners. Wij hebben voor 11.000 inwoners een vast collectiebudget van ongeveer 30.000 euro.

Marina: Daarnaast is het belangrijk op te merken dat het minis-terie de collectievorming niet enkel bevoordeelt door subsidies te geven. Er is een speciale regel waarbij het ministerie boeken rechtstreeks bij de uitgever aankoopt. Een comité beslist welke boeken bij welke uitgever worden aangeschaft. Die boeken zen-den ze vervolgens naar de openbare bibliotheken.

Kathleen: Daarnaast zijn er toch soms budgetproblemen. Er zijn relatief hoge budgetten voor collectievorming, maar Marina heeft mij verteld dat er niet genoeg geld is om alle boeken te verstevigen.

Marina: Ja, de fondsen die we krijgen dienen louter om de boe-ken aan te kopen. Ik mag er geen euro van gebruiken om plastic folie mee kopen om de boeken mee te kaften.

Organiseert de bibliotheek in Krapina vaak activiteiten, zoals voordrachten en tentoonstellingen?Marina: Ja, zo goed als permanent. Van 15 oktober tot 15 novem-ber was er in Kroatië bijvoorbeeld een boekenmaand, en dan organiseren alle Kroatische bibliotheken veel activiteiten. Dit jaar was het thema van de boekenmaand ‘Ouderen’. Dan organise-ren we heel wat ontmoetingen met auteurs, tentoonstellingen, lessenreeksen, enzovoort. Dat doen we het hele jaar door, maar in die maand iets intensiever. We zijn in november ook gestart met een week computerlessen voor ouderen. Daar was veel interesse voor, zozeer zelfs dat we niet alle gegadigden kon-den toelaten. We hebben ze opgesplitst in twee groepen, maar zullen waarschijnlijk nog extra lessen moeten inlassen voor wie niet kon deelnemen.

Hoe reageert de lokale overheid op die initiatieven?Marina: Zeer positief, vooral omdat het hen niets kost. (lacht) Ze vinden het allemaal oké, maar we hoeven geen geld te vragen.

Kathleen: Dat is bij ons in Vlaanderen hetzelfde. (lacht)Hangt er in jullie bibliotheken een bericht dat er samenwerking is met een partner in het buitenland?

Marina: Ik heb het partnerschap aangekondigd op de website een tijdje geleden. Aan de ingang hangt er ook een bordje van NAPLES met een lijst van onze zusterbibliotheken.

Kathleen: Er was bij ons de tentoonstelling, maar geen speci-fieke kennisgeving.

Zou je graag nog een boodschap meegeven aan de Belgische lezers?Marina: Ja, ik zou graag vermelden dat ik Kathleen, haar staf en de mensen van Tielt-Winge zeer dankbaar ben. Ik ben er van overtuigd dat we ons programma gaan voortzetten en verder zullen ontwikkelen. Ik hoop ook dat Kathleen nog op bezoek komt in Krapina. Ik praatte onlangs met het personeel van onze bibliotheek en ze hadden graag iedereen van Tielt-Winge in Kroatië uitgenodigd. Dus jullie zullen even moeten sluiten om in Kroatië alles in het echt te komen bezoeken. Een foto is maar één kant van de zaak, in levende lijve is het anders.

Kathleen: Ik vond het ook leuk dat je op bezoek bent geko-men. Voor onze staf was het heel interessant. Toen we voor het eerst de foto’s uit Krapina zagen, waren we verbaasd dat het zo’n grote, moderne bibliotheek was. Dat verwachtten wij niet eerlijk gezegd …

Marina: … uit het oosten van Europa? (lacht) Dat begrijp ik. In Kroatië hebben we in het algemeen niet zoveel geld, en al zeker niet voor bibliotheken. Maar ik denk wel dat we een goede kwaliteit hebben wat bibliothecarissen betreft. Zelfs de over-heid besteedt redelijk wat aandacht aan bibliotheken. Zo kan je in Kroatië bijvoorbeeld geen job in een bibliotheek krijgen als je je bibliotheekopleiding niet hebt afgemaakt. Zonder uit-zondering, zelfs met een ander universitair diploma kan je niet als bibliothecaris aan de slag. Ik heb het dan over academisch geschoolde bibliothecarissen; de bibliotheekassistenten moeten speciale examens afleggen.

Bedankt voor dit interview!

18 | META 2013 | 1

INTERVIEW

Page 21: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Kennis delen door sociaal leren

Foto: © KU Leuven.

Peter Verbist, KU Leuven

De voorbije jaren zijn er in Engeland en elders ook nieuwe leercentra gebouwd of zijn er uit-gewerkte projectplannen. 1 Dichter bij huis in Louvain-la-Neuve zal de bibliotheek in het najaar 2014 verhuizen naar een nieuwe locatie en uitgebreid worden met faciliteiten voor groepswerk. Maar hoe ver staan we eigenlijk in het Vlaamse universitaire landschap?

In mei 2006 nam ik deel aan een geslaagde NVB/VVBAD-studiereis naar een tiental Engelse bibliotheken en leer-centra. Naast het traditionele en stijlrijke Cambridge met de schitterende Paul Parker Library en de prestigieuze Millennium Library in Norwich bezochten we destijds ook de universiteiten van Coventry, Milton Keynes, Sheffield en Warwick. De twee meest in het oog springende Engelse voor-beelden van uitgebouwde leer-centra waren op dat moment de Learning Grid (Warwick University) en het in aanbouw zijnde Information Commons (University of Sheffield).

In Brussel (VUB-ULB) en Antwerpen (KdG) plannen om een Library and Learning Centre te bouwen. 2 In Gent zijn er geen plannen voor een centraal aanbod van groeps-werklokalen, maar zijn er binnen het netwerk van de UGent-bibliotheken wel werk-plekken voor studenten die in groep willen samenwerken. 3 In Antwerpen worden groeps-werklokalen aangeboden op de Bibliotheek Stadscampus en de Campusbibliotheek Groenenborger. 4 Voor de KU Leuven geldt sinds kort hetzelfde voor de Campusbibliotheek Arenberg en vanaf 2014 ook voor de

Campusbibliotheek Bio me-dische Wetenschappen. 5

Voor de Leuvense binnen-stad is de situatie complexer, met een Centrale Bibliotheek en zeven faculteitsbibliothe-ken. De groeiende nood aan groepswerkfaciliteiten heeft in 2007 aanleiding gegeven tot een behoefteanalyse waarbij zowel docenten als studenten werden betrokken. De belang-rijkste conclusie was dat de gewenste ‘extra’ functies van de bibliotheek, d.i. als ruimte voor actieve sociale werkvor-men (overleg, groepswerk e.a.), niet combineerbaar ble-ken te zijn met de nood aan

een stille werk- en studie-ruimte voor het raadplegen van de eigenlijke collecties. Dit probleem werd bevestigd door een eerste LibQUAL+-tevredenheidsonderzoek dat de KU Leuven in 2008 uit-voerde. 6 Om deze redenen werd in een beleidsrapport op initiatief van de Groep Humane Wetenschappen gepleit voor de oprichting van een leercentrum in de Leuvense binnenstad waar de studenten op eigen initiatief, informeel, in een echte stu-diebevorderende omgeving kunnen komen werken en waar uitdrukkelijk het werken in groep en het sociale leren

AGORA-project KU Leuven

META 2013 | 1 | 19

ARTIKEL

Page 22: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

gestimuleerd wordt. Niet veel later heeft de KU Leuven dit advies gevolgd en werd het AGORA-project opgestart (2009). Ondertussen zijn we drie jaar verder en krijgt het nieuwe leercentrum in het

centrum van Leuven ook con-creet vorm. Met deze bijdrage willen we de geïnteresseerde lezer informeren over de pre-cieze stand van zaken en de conceptuele uitwerking van dit nieuwe leercentrum.

AGORA ALS CONCEPT: KENMERKEN VAN EEN LEERCENTRUMOmdat definities en opsom-mingen ‘per definitie’ afba-kenen en beperken, is een leercentrum het beste te omschrijven als een informele leeromgeving waar studen-ten kunnen doen wat ze willen doen, althans in een ‘lerende context’. Hieronder een aan-tal kenmerken waaraan we een leercentrum kunnen her-kennen:

• Aangenaam: Leercentra bieden een aangename omgeving voor de studen-ten. Dit impliceert onder meer een uitgebalanceerde klimaatregeling die verder gaat dan de strikte mini-mumnormen. In een leer-centrum is er (in theorie) nauwelijks een merkbaar

verschil tussen een warme zomerdag en een kille win-terochtend. Er is tevens aandacht voor kwalitatief en zeer gevarieerd meubi-lair dat studenten toelaat om urenlang in dit gebouw

te werken of studeren. Een succesfactor, waarvan de impact al te vaak onder-schat wordt, zijn de aan-gebrachte akoestische ele-menten die ervoor zorgen dat groepjes studenten niet storend op elkaar inwerken. Ten slotte is het ook belang-rijk om schermvriendelijke en dus indirecte verlichting te voorzien.

• Flexibel: De leeractivitei-ten van studenten wijzigen doorheen het academiejaar. Tijdens de blok- en examen-periode is er minder nood aan groepswerkzones en meer nood aan stille studie-ruimtes. Door middel van flexibel meubilair kan je zon-der veel inspanningen één of meerdere ruimtes voor een welbepaalde periode omvormen tot extra ruimte voor blokkende studenten.

• Informeel: Een leercen-trum houdt rekening met het gegeven dat studenten zelf hun tijdsindeling en hun manier van werken plannen. Er is niemand die zegt wat en wanneer ze iets moeten

doen. Niettemin zijn er ook in een leercentrum regle-menten en te respecteren regels. Deze zijn echter minder restrictief of ingrij-pend dan in sommige klas-sieke bibliotheken, waar bibliotheekmedewerkers al te vaak voor politieagent moeten spelen. Jassen, tas-sen, dranken en maaltijden worden toegelaten en vaak ook aangeboden in een kof-fiecorner.

• Multimediaal: Een leercen-trum brengt multimedia tot bij de studenten zelf. Het kan gaan om interactieve schermen, smartboards, videoconferentie, camera’s, documentcamera’s, monta-gesoftware, audio kits, uit-leenbare laptops, tablets, enz. De apparatuur moet niet alleen gebruiksvrien-delijk, maar ook robuust en solide zijn (‘student proof’).

• Sociaal: Een leercentrum is een ontmoetingsplaats voor studenten van verschillende opleidingen, faculteiten, groepen en nationaliteiten. Er is ook ruimte voor geor-ganiseerde evenementen voor en/of door studenten.

• Studentgecentreerd: Dit is misschien wel het belang-rijkste kenmerk van een leercentrum. De hele ruim-telijke indeling en dienstver-lening wordt afgestemd op de student, en dus niet op de collectie. Deze term ‘stu-dentgecentreerd’ overkoe-pelt in zekere zin de andere kenmerken, maar wordt hier specifiek gebruikt voor de impact op de ruimte en op de dienstverlening .

• Toegankelijk: Informele leer omgevingen zijn spe-cifiek uitgerust ter onder-steuning van andersvalide studenten en studenten met dyslexie (digitale toeganke-lijkheid). Toegankelijk bete-kent ook een aanbod van onbeperkte of minstens zeer ruime openingstijden. Heel wat Angelsaksische leercen-tra passen de 24u/7d-regel toe. Ruime openingstijden vormen één van de belang-rijkste kenmerken van een leercentrum.

AGORA: voorgevel. © Abscis Architecten.

“AGORA WORDT ECHTER VEEL MEER DAN LOUTER EEN EXTRA BLOK- OF STUDIECENTRUM”

20 | META 2013 | 1

ARTIKEL

Page 23: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

AGORA ALS GEBOUW: MÉÉR DAN EEN BLOKCENTRUM ALLEENHet is belangrijk dat een infor-mele leeromgeving voor stu-denten voldoende centraal gelegen is voor alle studenten. Daarom heeft de KU Leuven gekozen voor het voorma-lig Farmaceutisch Instituut, gelegen aan de Edward van Evenstraat op de cam-pus Sociale Wetenschappen. Deze campus ligt vlakbij het stadspark en er is momenteel reeds een drukke circulatie-stroom van Leuvense studen-ten omwille van de onmiddel-lijke nabijheid van auditoria en van het studentenrestaurant Alma 2. Het Farmaceutisch Instituut wordt volledig gere-noveerd onder leiding van de Divisie Monumenten van de Technische Diensten KU Leuven, in samenwerking met het ontwerpteam Abscis-Provoost-Ingenium en in over-leg met de Cel Onroerend Erfgoed Vlaanderen. 7 Dit his-torisch en karaktervol gebouw is zeker geschikt voor de her-bestemming tot een leercen-trum omwille van het gevari-eerde aanbod aan grote zones en klei-nere lokalen. Dit laat ons perfect toe om in eenzelfde gebouw de ver-schillende noodza-kelijke functies van een leercentrum aan te bieden.

De KU Leuven voert reeds enkele acade-miejaren een cam-pagne “Blokken in Leuven” om stu-denten dankzij rui-mere openingstijden te voor-zien van werkplekken in de bibliotheken. 8 Daarom kreeg het AGORA-project in de beginfase voortdurend af te rekenen met het predicaat van een ‘blokcentrum’, een plaats waar studenten samenko-men om te studeren. AGORA wordt echter veel meer dan louter een extra blok- of stu-diecentrum. De eigenlijke leeractiviteiten kunnen gaan van individueel studeren over

groepswerk, inoefenen en opnemen van presentaties tot en met videobewerking en videoconferencing. Dankzij het samenbrengen van deze verschillende functies en ser-vices in één gebouw wordt bovendien juist een surplus gecreëerd ten opzichte van de loutere som ervan.

AGORA zal toegankelijk zijn voor alle personeelsleden en studenten, dus inclusief de academische opleidingen van de Associatie KU Leuven. De bezoekersstatistieken van de voorbije jaren tonen duidelijk aan dat ook studenten van de campussen Wetenschap & Technologie en Biomedische Wetenschappen gret ig gebruik maken van de biblio-theekinfrastructuur in de bin-nenstad. Dit zal voor AGORA ongetwijfeld niet anders zijn.

Bij de opening zullen we mini-maal 550 werkplekken kunnen aanbieden, waarvan ruim de helft specifiek gericht op het faciliteren van groepswerk:

• In de open groepswerkzone kunnen studenten in groep

samenwerken aan papers, taken of andere opdrach-ten. Zij kunnen daarbij gebruik maken van breed-beeldschermen en flipcharts. De flexibiliteit ligt vooral in het meubilair omdat bijna alles hier letterlijk op wiel-tjes loopt. Op die manier kunnen groepjes studenten probleemloos opsplitsen of samenkomen. Bovendien kan deze open groeps-werkzone in de blok- en

examenperiode getransfor-meerd worden in een extra stille studieruimte of een ruimte voor evenementen.

• De koffiecorner concreti-seert de sociale functie van een leercentrum. Hier kun-nen studenten met elkaar afspreken, even uitblazen van hun leeractiviteiten, zich voorbereiden op een nieuwe concentratieboog, kranten of weekbladen bekijken, nieuwsberichten en nieuwsuitzendingen vol-gen via een videomuur, enz. Voor wie wil, zal er ook een ruim aanbod zijn aan koffie, frisdranken, broodjes, fruit en yoghurts.

• Op de eerste verdieping vin-den we twee grote zones waar studenten in stilte samen kunnen studeren of werken. De stille zone zal met respect voor het authentieke labomeubilair worden omgevormd tot een serene ruimte voor individu-ele studie. In de tegenover-liggende ruimte bieden we individuele werkplekken aan met een grote variatie van opstelling en inrichting.

In tegenstelling tot eerdere plannen zullen we hier geen gedrukte collectie van refe-rentiewerken, leeslijsten of cursussen aanbieden. Deze beslissing genereert op korte termijn enkele nade-len (studenten kunnen in het leercentrum geen cur-susmateriaal of literatuur in gedrukte vorm raadplegen), maar creëert ook opportu-niteiten. Zo mikken we op een gerichte uitbreiding van

elektronische handboeken en als we actief inspelen op de op handen zijnde evolu-ties naar verrijkte elektroni-sche cursussen.

• Aan de voorzijde van het gebouw worden 20 groeps-werklokalen ingericht, ver-spreid over vier verdieping en. De capaciteit varieert tus-sen 6 en 20 personen. In een basisversie wordt ieder groepswerklokaal voor-zien van een touchmonitor. Sommige lokalen zullen ook uitgerust zijn met montage-software, documentcamera’s of videoconferencing.

• Aanvullend zal er ook plaats zijn voor een infomarkt waar activiteiten van studenten of sponsors kunnen plaatsvin-den, een leestuin die fun-geert als een natuurlijke uitbreiding van de koffiecor-ner — bij voldoende mooi weer uiteraard — en een brainstormzone met crea-tief meubilair in een inspire-rende set-up.

AGORA ALS PROJECT: MÉÉR DAN EEN GEBOUW ALLEEN

Een informele leer omgeving voor stu-denten stopt echter niet bij het gebouw zelf. Minstens even belangrijk is de dienstverlenende context die je aan-biedt. Een cruciaal element hierbij is de sociale functie in combinatie met de toegankelijkheid, meer specifiek de openingstijden. Het Angelsaksisch prin-cipe van perma-

nente opening, de fameuze 24/7-regeling, is voor de KU Leuven anno 2013 organisa-torisch en financieel (nog) niet haalbaar. Niettemin zal AGORA iedere dag geopend zijn; van 8.00 u. tot 24.00 u. op gewone lesdagen en in de blok- en examenperiodes, van 9.00 u. tot 19.00 u. tijdens de week-ends, lesvrije weken, vakantie-periodes en feestdagen. Enkel op Kerstmis en Nieuwjaar zal het gebouw gesloten zijn. De

Links: AGORA: informele zone, rechts: AGORA: open groepswerkruimte.© Technische Diensten KU Leuven.

META 2013 | 1 | 21

ARTIKEL

Page 24: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

combinatie van deze ruime openingstijden met de aan-geboden infrastructuur maakt van AGORA een uniek project voor Vlaanderen.

Maar deze combinatie biedt nog geen garantie op onver-deeld succes. Het is immers van cruciaal belang hoe we de dienstverlening in AGORA wil-len organiseren. Ruime ope-ningstijden hebben immers een niet geringe impact op de personeelsinzet. Het is hierbij zaak om naast een beperkt team van informa-tieadviseurs ook de beschik-king te hebben over geën-gageerde jobstudenten. De informatieadviseurs zullen het gebouw overdag behe-ren en de jobstudenten zullen vooral de late avonduren en de weekends voor hun reke-ning nemen. Deze personeel-sinzet vereist niet alleen een weloverwogen rekrutering op basis van de juiste compe-tenties, maar ook een goed uitgebouwde omkadering en opleiding. 9 Beide elementen worden bij voorkeur opge-bouwd op basis van de meest voorkomende problemen en vragen van studenten. We hoeven dus niet vast te hou-den aan het principe van een vaste informatiebalie (fixed helpdesk) waar studenten vra-gen ‘mogen’ stellen. De uitda-ging ligt in het actief inspe-len op mogelijke vragen of problemen door zelf rond te gaan in de verschillende zones van het gebouw (roving sup-port). 10

Hierbij gaat het dus zeker niet uitsluitend over informatiebe-middeling (“waar vind ik infor-matie over dit onderwerp?”), integendeel. De meeste vra-gen of problemen zullen juist zeer praktisch van aard zijn (“mijn pc krijgt geen internet”,

“ik krijg geen beeld”, “hoe moet ik deze camera gebrui-ken?”, “hoe moet ik een PDF maken?”, “hoe krijg ik die gra-fiek in mijn paper?”, “hoe moet ik mijn paper elektronisch inle-veren?”, enz.). Dit is op zich natuurlijk niet uniek voor een leercentrum. Ook bibliotheken

“ER BESTAAT NIET ZOIETS ALS HÉT IDEALE LEERCENTRUM. IEDERE UNIVERSITEIT MET PLANNEN IN DEZE RICHTING MOET REKENING HOUDEN MET DE LOKALE CONTEXT”

voelen de nood om hun per-soneel meer (bij) te scholen in het adequaat omgaan met vragen en problemen die val-len buiten het domein van de strikte informatiebemiddelaar. Met AGORA willen we echter nog een stap verder gaan door informatie-adviseurs en job-studenten te laten fungeren als een team van volwaardige eer-stelijnsondersteuning voor alle mogelijke vragen van studen-ten (“hoe kan ik mijn studen-tenkaart vernieuwen?”, “kan ik een studiebeurs krijgen?”,

“waarom werkt mijn paswoord niet meer?” of zelfs “ik zie het niet meer zitten, help me!”). Deze vorm van personeelsin-zet vereist een veelzijdig oplei-dingspakket en een gedegen omkadering. Vanzelfsprekend moet ook vooraf alle aangebo-den informatie met betrekking tot studieadvies, inschrijvin-gen, studiebeurzen of andere domeinen doorgesproken en afgestemd met de betrokken centrale diensten.

Belangrijk is ook de integra-tie van bestaande services voor studenten in het leercen-trum. 11 Het reeds bestaande pc-lab voor studenten met computerproblemen zal ver-huizen vanuit de pc-klassen in de Dekenstraat naar AGORA, net als de print- en plotter-infrastructuur voor studen-ten. Daarnaast zullen we uit-leenbare laptops en mogelijk ook tablets aanbieden, even-als complete kits voor video-opname, audio-opname of webconferentie. Voor studen-ten met dyslexie, ten slotte, wordt speciale software voor digitale toegankelijkheid aan-geboden.

Op het vlak van ICT en mul-timedia fungeert de opening van AGORA als een concrete deadline voor projecten waar-van de resultaten perfect uit-breidbaar zijn naar de univer-siteitsbibliotheken KU Leuven. Een eerste voorbeeld is de uniforme pc-omgeving voor studenten waar de informa-tie niet langer pc-afhankelijk maar profielafhankelijk wordt aangeboden. Anders gezegd

kunnen studenten die aan-melden op een publieke pc in AGORA beschikken over hun eigen gepersonaliseerde desk-top én over de voor hen rele-vante softwarepakketten, bijv. SAS of SPSS. Publieke pc’s in bibliotheken, pc-klassen en AGORA zullen met andere woorden op identiek dezelfde manier werken.

Een ander voorbeeld is het ontwikkelen van een reserve-ringstool voor groepswerklo-kalen, gebaseerd op Microsoft Exchange. Hierdoor zullen studenten kunnen beschikken over een eigen professionele agenda met aanduiding van hun colleges en met de moge-lijkheid om medestudenten uit te nodigen voor een overleg-moment in een op dat moment beschikbaar groepswerklokaal en met inbegrip van op dat moment beschikbaar mate-riaal (webconferentietoestel,

22 | META 2013 | 1

ARTIKEL

Page 25: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

video kit, ...). Ten slotte zul-len we in de nabije toekomst ook als piloot meewerken aan een nieuw uniform printbe-heer- en betaalsysteem voor

Foto: © KU Leuven.

1 Een selectie van inspirerende voorbeelden: Learning Grid in Warwick

University (http://www2.warwick.ac.uk/services/library/grid/),

Information Commons in Sheffield University (http://www.sheffield.

ac.uk/infocommons), Xplora in Avans Hogeschool (http://www.avans.

nl/?id=8492&ms=42&em=8492), Library Learning Centre in TUDelft (http://

librarylearningcentre.weblog.tudelft.nl/), Rolex Learning Centre in Ecole

Polytechnique Fédérale de Lausanne (http://www.rolexlearningcenter.ch/),

The Forum in University of Exeter (http://www.exeter.ac.uk/about/campus/

forum/).

2 Voor het gezamelijk project van VUB en ULB: Zie o.a. de presentaties

van Dominique Lerinckx en Patrick Vanouplines op http://mastic.ulb.

ac.be/2012/04/des-bibliotheques-aux-learning-centers/. Voor het project

op de nieuwe campus van de Karel de Grote-hogeschool wordt gemikt op

najaar 2016 (met dank aan mijn Antwerpse collega Julien Van Borm, ere-

hoofdbibliothecaris van de Universiteit Antwerpen).

3 Onder meer in de gloednieuwe faculteitsbibliotheek Letteren en

Wijsbegeerte van de Universiteit Gent in de Rozier, met dank aan mijn

Gentse collega Saskia Scheltjens.

4 Met dank aan mijn Antwerpse collega Veronique Rega, campusbibliotheca-

ris Humane en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen.

5 De Campusbibliotheek Biomedische Wetenschappen verhuist in de loop

van 2014 naar een nieuwe locatie op Gasthuisberg.

6 LibQUAL+ is een internationale tool om de kwaliteit van de dienstverlening

te meten op basis van een gestandaardiseerd tevredenheidsonderzoek. Zie

ook SIJSMANS, Paul en VANDOOLAEGHE, Frederic, ‘LibQUAL+: tool voor

kwaliteitsbeleid en benchmarking’, META, (2012) 6, p. 34.

7 Zie http://abscis-architecten.be/projects/studielandschap-farmaceutisch-

instituut/

8 Zie http://blokkeninleuven.be

9 Zie o.a. SIMONS, Ellen, ‘The New Learning Environment: Impact on Staff

and Students’, Liber Quarterly: the Journal of the Association of European

Research Libraries, 20 (2010) 2, p. 258-269.

10 Zie o.a. O’NEIL, Frances en COMLEY, Jenny, ‘Models and Management of

Student Employees in an Australian University Library’, Australian Academic

& Research Libraries, 41 (2010) 2, p. 100-112.

11 Zie o.a. KEENE, Judith en FAIRMAN, Roger, ‘Building an integrated work

force through shared values. The Worcester Library and History Centre’,

Library Review, 60 (2011) 3, p. 188-201.

kopieerverrichtingen en voor een gloednieuw aanbod van verrijkte elektronische cursus-sen.

CONCLUSIEEr bestaat niet zoiets als hét ideale leercentrum. Iedere uni-versiteit met plannen in deze richting moet rekening hou-den met de lokale context. Er zijn wel criteria waaraan een leercentrum moet voldoen. Bibliotheken en leercentra zijn zeker geen synoniemen, maar er is wel een duidelijke over-lappende zone. De eigenheid van een leercentrum vinden we niet terug in opvallende kenmerken, zoals bijv. de aan-wezigheid van interactieve multimedia of een coffee cor-ner, maar veeleer in de (bijna) onzichtbare kenmerken als ruime openingstijden, akoestische afwerking en studentge-centreerde dienstverlening.

AGORA zal haar deuren openen op 18 april 2013. Door de combinatie van zeer ruime openingstijden, 20 groepswer-klokalen, interactieve multimedia, informele omkadering en studentgecentreerde personeelsinzet wordt AGORA het

eerste volledig uitgebouwde leercentrum in Vlaanderen. Het speelt hiermee in op een aantal noden en behoeften van hui-dige en toekomstige generaties digital natives. Door samen te werken in een sociale en informele leeromgeving worden studenten hiermee beter voorbereid op reële situaties in het beroepsleven. Complementair met de bibliotheken, de digi-tale leeromgeving en onderwijsondersteunende diensten wil dit leercentrum een cruciale functie vervullen in het uni-versitair aanbod van studentgecentreerde infrastructuur en dienstverlening. Studenten worden daarom nauw betrokken bij de verdere uitwerking project. De eerstkomende jaren zal het ongetwijfeld een voorwerp zijn van permanente evalu-atie. Ook u bent alvast van harte welkom.

http://www.kuleuven.be/agora

META 2013 | 1 | 23

ARTIKEL

Page 26: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Foto’s: Chris Vandenhende

De Schotense BraembibliotheekKlaar voor restauratie in 2013

24 | META 2013 | 1

SIGNALEMENT

Page 27: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Hoofdfoto: Een lijnenspel van de ramen van de bibliotheek met het binnenvallend licht.

Inzet boven: In de bibliotheek zijn er weinig rechte muren vandaar dat deze luchters zo goed passen in dit interieur. Ze geven de ruimte ook een ietwat buitenaards gevoel.

Inzet onderaan links: Contrast tussen de rondingen van de luchters en de horizontale lijnen van de klaarstaande stoeltjes.

Inzet onderaan rechts: Buitenaanzicht waarbij ook hier het lijnenspel duidelijk zichtbaar is, zowel in het ramenspel als in de betonconstructie onder de ramen.

META 2013 | 1 | 25

SIGNALEMENT

Page 28: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

“DE LEDEN WILLEN ALLEMAAL IN

TEAMVERBAND BIJDRAGEN TOT HET HELPEN VAN JONGE

COLLEGA’S”

Het FAAD

Dieter Viaene

De afgestudeerden van de archiefopleiding verenigen zich in het FAAD (Forum van Afgestudeerden Archivistiek en hedendaags Documentbeheer). Dit enthousiaste team staat deze nieuwelingen bij met raad en daad. Deze maand zetten we dit team in onze etalage.

Wanneer werd het FAAD opgericht? Het ontstaan van het FAAD hangt nauw samen met het succes van de opleiding Archivistiek, opgericht in 1989. De toen-malige voorzitter van de opleiding, Juul Verhelst, ontving immers heel wat vra-gen van (afgestudeerde) archivarissen in verband met bijscholing, hun plaats op de arbeidsmarkt, enz. Ook werkgevers vroegen advies voor het invullen van hun vacatures. Op vraag van Juul Verhelst en in samenwerking met een aantal afgestu-deerden werd het FAAD in 1998 boven de doopvont gehouden. Zo werd getracht tegemoet te komen aan de verschillende noden.

Wat is de meerwaarde van een forum als FAAD?Het FAAD is onmisbaar voor de onder-linge contacten tussen de afgestudeer-den, de opleiding en de archiefsector. Dit gebeurt via de jaarlijkse studievoormid-dag, bezoeken aan archieven, de nieuws-brief ‘FAAD-Praat’, de website …

Met welke vragen lopen pas afgestudeer-den zoal rond?Pas afgestudeerden weten niet altijd even goed via welke kanalen ze vacatures kun-nen vinden of hoe ze moeten solliciteren.

Het FAAD verzamelt alle nuttige infor-matie en verstrekt jobadvies. Bovendien worden er vacatures verspreid via archief-forum.be. Eenmaal aan de slag is het niet altijd evident om de aangeleerde theorie

in de praktijk om te zetten. Vaak hebben beginnende archivarissen heel wat prak-tische vragen. Via een jaarlijkse studie-voormiddag — dit jaar op zaterdag 16 maart — en bezoeken aan diverse archie-ven en archiefinstellingen (project ‘Bij de Archivaris op Schoot’) kunnen zij terecht bij meer ervaren collega’s om expertise en ervaringen uit te wisselen.

Wat is de opdracht van de stuurgroep en hoe vullen jullie die in?

V.l.n.r. Stephanie Aertsen, Wendy Van de Camp, Soizik Van Huele, Lawrence Van Haecke, Dieter Viaene (voorzitter), Valerie Gheysens, Erica ten Hove, Frank Scheelings, Ward Vansteenkiste (secretaris).

De voornaamste opdracht van de stuur-groep is het bevorderen van de contacten tussen de afgestudeerden, de opleiding en de archiefsector. Belangrijk daarbij is dat het FAAD dient als verbindingsscha-kel tussen de oudere afgestudeerden (met ervaring en job) en de jongeren, zodat die jongeren bij hen ondersteu-ning vinden. Verder wil de stuurgroep de bekendheid van de opleiding en de afge-studeerden verhogen en de uitwisseling van vakkennis en permanente bijscholing stimuleren. Dit doen we via de jaarlijkse studievoormiddag, bezoeken aan archie-ven (Project ‘Bij de archivaris op schoot’), de nieuwsbrief, Digitaal Archiefinitiatie(f) en het verstrekken van jobadvies. Meer info over dit alles vind je via onze web-site. Om al deze opdrachten tot een goed einde te brengen vergaderen we regel-matig, meestal in het universiteitsarchief van de VUB.

Wat was jullie motivatie om zich te enga-geren in de stuurgroep?De leden van de stuurgroep wensen vooral in teamverband bij te dragen tot het helpen van jonge collega’s en de wis-selwerking tussen het veld en de oplei-ding te blijven ondersteunen. Bovendien zorgt het contact met collega-archivaris-sen in de stuurgroep voor een persoon-lijke meerwaarde.

Welke ambities willen jullie als team nog graag verwezenlijken? De stuurgroep wil vooral de bestaande werking verder bestendigen en hoopt dat de studievoormiddagen en archiefbezoe-ken zowel jonge alumni als ervaren archi-varissen blijven aantrekken.

> http://faad.be

26 | META 2013 | 1

ETALAGE

Page 29: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Michel Vermote is historicus. Hij was als

archivaris verbonden aan Amsab-Instituut

voor Sociale Geschiedenis. Momenteel

is hij coördinator van Archiefbank

Vlaanderen, de online databank van

Vlaamse private archieven. Michel is ver-

bonden aan de Bibliotheekschool Gent

als lesgever Archiefinitiatie. Hij is lid

van de sectie Archief en Hedendaags

Documentbeheer en de werkgroep

Privaatrechtelijk Archief van de VVBAD.

Michel Vermote:

“Er zijn belangrijke stappen gezet, maar er is nog een weg te gaan”Hoe ben je in de archiefsector beland?Naar aanleiding van mijn masterscriptie (een stakingsonderzoek) werd ik gecon-fronteerd met de schaarste aan bronnen-materiaal. Ik ben toen alle vakbondscen-trales gaan bevragen naar hun archieven. Die oefening leverde een aantal verras-sende resultaten op. Dat kon mijn pro-motoren (Herman Balthazar en Wouter Steenhaut) blijkbaar overtuigen om mij mee uit te nodigen op een vergadering van de vakgroep geschiedenis waarin de oprichting van een archief- en documen-tatiecentrum werd besproken. Ik kon toen niet vermoeden dat dit initiatief de aanzet zou geven tot wat later het AMSAB-ISG zou worden.

Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD?Vrij snel werd door het jonge team van historici de noodzaak aan bijkomende vorming aangevoeld. De studiedagen van de sectie Archief van de VVBAD bleken een uitstekende mogelijkheid om vakken-nis op te doen en collega’s te ontmoeten. De beroepsorganisatie speelde daarmee in op die noodzaak aan deskundigheids-bevordering. Vanuit de wederzijdse con-tacten kwam de vraag vanuit het sectie-bestuur Archief om mee te werken in het bestuur. Daar werd immers ook de nood-zaak aangevoeld om die ‘nieuwe’ spelers in het archiefveld mee te nemen in de werking.

Welk thema ligt je nauw aan het hart? Algemeen is er de aandacht voor oplei-ding. Concreet door mijn engagement als lesgever Archiefinitiatie aan de Bibliotheekschool Gent. Een cursus die trouwens door de beroepsorganisatie werd geïnitieerd.

Meer persoonlijk is er de interesse voor de diaspora van archieven naar aan-leiding van WO II. Dat gaat uiteraard terug op een unieke archiefervaring in Moskou. Op basis van het opzoekings-werk van Wouter Steenhaut (toen direc-teur AMSAB-ISG) was er de ontdekking in 1992 in Moskouse depots van een

belangrijk pakket Belgisch archiefmate-riaal. Naast de praktische afhandeling van de restitutie aan ons land in 2002 was er de kans om aansluiting te vinden bij het internationale onderzoek ter zake.

Dat loopt uiteraard verder. De studie van die problematiek geeft ook inzicht in de waarde en betekenis van archieven, en de obsessionele manier waarop daar

— in volle oorlog — werd mee omgegaan door totalitaire regimes. Het ging daarbij niet enkel om de directe informatie ver-vat in het archief (met het oog op repres-sie) maar ook over het raken van men-sen in hun eigenheid. Maar bovenal was er de controle over de geschiedenis zelf, door de bouwstenen voor het schrijven ervan onder ‘verzekerd toezicht’ te hou-den. En hier zie ik een verband met een goede archiefwerking in het algemeen en de werking van Archiefbank in het bij-zonder: hierbij gaat het in tegendeel om het zo ruim mogelijk ter beschikking te stellen van bronnen in het kader van vrij onderzoek.

Hoe heb je de BAD-sector zien evolue-ren? Het ligt voor de hand om de ICT aan te duiden als meest ingrijpende ontwikke-ling in de BAD-sector. Maar ik wil vanuit mijn observatiepositie een andere evolu-tie als belangrijk aangeven: namelijk de groeiende aandacht voor private archie-ven. In internationaal perspectief geen geïsoleerd fenomeen. In ons land kwamen er vanaf eind jaren zeventig veelal van-uit het onderzoek initiatieven om belang-rijke private archieveninstellingen op te zetten (ruim laat, na aanzetten tijdens het interbellum). De overheid speelde daarop in. Naast de eigen publieke instellingen werden privaatrechtelijke archiefcentra gesubsidieerd. Door sturing via decreten werd vanuit het beleid vorm gegeven aan dit veld dat mee op de golf van de erf-goedwerking een belangrijke ontwikke-ling meemaakt. Vanuit de overkoepelende werking van Archiefbank is er de kans om de resultaten van die archiefwerkingen te ‘oogsten’ en de gegevens van een breed

spectrum aan private archieven ruim te presenteren. Op die manier archiefmate-riaal in de publieke ruimte brengen is een rode draad die aansluit bij mijn aanvan-kelijke job bij AMSAB-ISG. Sensibiliseren rond de waarde van archief is daarbij een belangrijk gegeven. Ook de collega’s in publieke archieven namen daarin uiter-aard een taak op. Maar vanuit de werking van Archiefbank komen ook de braaklig-gende terreinen van het huidige archief-landschap pijnlijk bloot te liggen. Er zijn belangrijke stappen gezet, maar er is nog een weg te gaan.

META 2013 | 1 | 27

INZET

Page 30: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

28 | META 2013 | 1

OVER DE SCHUTTING

Europese subsidiemogelijkheden voor volwassenen:

Haal een vreemde vogel in huis of vlieg er zelf eens uitEva Simon, CVO VSPW Gent

Eind 2009 hoorde ik voor het eerst over het Grundtvig-programma. We planden met de Bibliotheekschool van Gent een meerdaagse studiereis naar Londen. Hiervoor vroegen vier lesgevers een ‘Bezoeken en uitwisselingen’-beurs aan, die we vervolgens ook toegewezen kregen. Sindsdien ben ik de mogelijkheden van het programma ‘Een Leven Lang Leren’ van de Europese Unie blijven volgen. Begin 2012 achtte ik de tijd rijp voor een ‘Assistentschap’. Ik diende een dossier in, met succes. Van 1 februari tot en met 31 juli 2013 zal ik in de Bibliothèque de Marseille à Vocation Régionale (BMVR) assisteren als educatief medewerker rond het thema mediawijsheid.

GRUNDTVIG: VOLKSOPVOEDER UIT DENEMARKENNikolaj Frederik Severin Grundtvig (spreek uit: groedtvie) was een Deense leraar en filosoof (1783-1872). Hij stond helemaal achter het idee van levenslang leren en slaagde erin dit te promoten bij de brede bevolking. Voor Grundtvig bete-kende volwasseneneducatie een bijdrage tot actief burgerschap, socia le inclu-sie, gelijkheid en democratie. In 2000 werd de opvolger van de Europese actie ‘Volwasseneneducatie’ dan ook naar deze voorvechter vernoemd. Ondertussen heeft het Grundtvig-programma in Vlaanderen zijn tiende verjaardag gevierd en heeft het heel wat teweeg kunnen brengen in de levens van talloze Grundtvig-begunstigden.

GRUNDTVIG-ACTIES: VOOR ELK WAT WILSIn het Grundtvig-programma zitten ver-scheidene ‘Acties’ vervat. Naast de hier-boven genoemde ‘Assistentschappen’ en ‘Bezoeken en uitwisselingen’, kunnen individuen die in de volwasseneneducatie werken (leraren, administratief personeel, directieleden, beleidsmakers, begeleiders, educatief medewerkers, …) en afgestu-deerden met een diploma in de volwas-seneneducatie of studenten die voor een dergelijk diploma studeren, ook inteke-nen op ‘Voorbereidende bezoeken’ of ‘Nascholingsbeurzen’.

Portret van Grundtvig door Constantin Hansen (1862).

Page 31: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

EPOS VZW

EPOS vzw is het Nationaal Agentschap

van Vlaanderen dat instaat voor het

implementeren van het Europees

Programma ‘Een Leven Lang Leren’.

Het acroniem staat voor ‘Europese

Programma’s voor Onderwijs, Opleiding

en Samenwerking’.

Ben je op zoek naar ondersteuning voor

je deelname aan een internationale con-

ferentie of bijscholing? Wil je buiten-

landse partners vinden voor een project,

jobshadowing, een studieperiode, ...?

Zou je in jouw organisatie graag een

assistent uit het buitenland ontvangen?

Wil je een workshop opzetten en daar-

voor graag een vergoeding vanuit de

Europese Commissie ontvangen? Heb

je een idee voor kennisdeling via een

virtueel netwerk en wil je graag weten

of er vanuit Grundtvig subsidiemoge-

lijkheden bestaan? Wil je het Europese

cursusaanbod voor lerende volwassenen

raadplegen?

Op de website van EPOS vzw kun je ont-

dekken wat het Grundtvig-programma

voor jou of je organisatie kan beteke-

nen. Misschien helpt EPOS vzw binnen-

kort ook jouw Europese dromen waar te

maken.

META 2013 | 1 | 29

OVER DE SCHUTTING

Voor de organisaties uit de volwasse-neneducatie zelf zijn volgende acties bedoeld:

• Leerpartnerschappen: kleinschalige projecten om informatie en ervaringen uit te wisselen, waarbij de betrokken-heid van de lerenden belangrijk is.

• Multilaterale projecten: resultaatge-richte projecten om bijvoorbeeld mate-riaal aan te maken ten behoeve van de volwasseneneducatie.

• Netwerken: grootschalige projecten om de kennis rond een bepaald thema binnen de volwasseneneducatie over de Europese landen heen te linken. Dit kan in de vorm van virtuele netwerken of via de organisatie van een internati-onale conferentie.

Tot slot zijn er twee acties gericht op de lerende volwassenen zelf:

• Workshops: er is een uitgebreid aan-bod van Grundtvig-Workshops, van een taal- en kookcursus in Oostenrijk tot een week 3D-films maken in Turkije. Omdat het hierbij gaat om een initia-tie in een bepaald thema, zijn deze workshops niet bedoeld voor studen-ten hoger onderwijs, lesgevers, direc-ties of andere professionelen, maar in de eerste plaats voor mensen die het socio-economisch moeilijk hebben en nooit eerder van internationale contac-ten konden proeven.

• Senior Vrijwilligers Projecten (SVP): 50-plussers doen vrijwilligerswerk in het buitenland. Ze worden uitgestuurd door een Vlaamse organisatie die op haar beurt vrijwilligers ontvangt.

Belangrijk om te vermelden is dat het hier telkens formeel, niet-formeel en informeel leren betreft. Grundtvig is er dus voor álle organisaties uit de volwasseneneducatie, zowel voor degene die diploma’s of certi-ficaten uitreiken aan volwassenen (CVO’s, CBE’s, ...) als voor organisaties die dat niet doen, maar toch vorming geven aan vol-wassenen: bibliotheken, musea, lokale overheden, socio-culturele organisaties, …

GRUNDTVIG: OOK VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEFOok in onze sector heeft het Grundtvig-programma al meermaals een wezenlijk

verschil kunnen maken in de knowhow en competenties van personen en organisa-ties. Zo was Anita Caals, stafmedewer-ker van FARO, Steunpunt voor Cultureel Erfgoed, ooit op zoek naar meer creati-viteit binnen erfgoededucatie voor vol-wassenen. Zij schreef zich in voor een nascholing georganiseerd binnen het project CONNECTION – Adult Education in Cultural Organisations, waar ze heel wat creatieve werkmethoden aangereikt kreeg.

Op dit ogenblik loopt in Bibliotheek Kris Lambert een project rond digitale gelet-terdheid, Baken genaamd. Dit project sluit aan bij een Grundtvig-Leerpartnerschap. Samen met zes andere instellingen voor volwasseneneducatie uit Europa 1, actief op het vlak van cultuurparticipatie, wisselt de bibliotheek van Oostende methodie-ken uit en deelt ze haar praktijkervaringen. Uniek is dat alle partners gevestigd zijn in een stad die aan het water ligt (Warschau, Wenen, Lissabon, Rome, Stockholm en Corfu), vandaar dat het leerpartnerschap ‘Culture For Waterfronts’ 2 werd gedoopt.

Zoals hierboven gezegd vertrek ik in februari 2013 richting Marseille om daar gedurende een half jaar als Grundtvig-Assistent in de openbare bibliotheek te werken. Ik ga er de bibliotheek helpen om haar aanbod van educatieve activiteiten voor volwassenen verder te ontwikkelen, meer bepaald op het gebied van informa-tiegeletterdheid en mediawijsheid. Als je daaromtrent ideeën hebt of contact met me wil opnemen, dan hoor ik dat graag via [email protected].

> Een verslag over de ervaringen van Eva komt in een

later nummer van META. Tussentijds zal ze erover

bloggen op http://commissaresse.be.

> Meer informatie over EPOS vzw:

http://www.epos-vlaanderen.be/?CategoryID=204

1 http://baken.bakenoostende.be/EuropeanPartners/

2 http://www.river-cities.net/pages/show/

Cultureforwaterfronts

Page 32: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Met de iPad op ontdekking

De OB van Boutersem zet de iPad in bij informatiebemiddeling. De bibliotheek heeft een manier ontwikkeld om een selectie van materialen die een bibliotheekmedewerker maakt snel en eenvoudig te exporteren naar een iPad. De iPad wordt dan in handen gegeven van de bibliotheekbezoeker, die op die manier alle informatie heeft om de voor hem uitgekozen materialen terug te vinden in de rekken. De iPad toont zo per materi-aal onder meer vindplaats met plattegrond, signatuur, cover, achterflap en trefwoorden. De bezoeker kan met eenvoudige swipe-bewegingen door de geselecteerde materialen bladeren.

Dirk Hermans en Filip Lambrechts, OB Boutersem

Hoe gaat dit dan concreet in zijn werk?De concrete werkwijze is eenvoudig. Wanneer een bezoeker met een vraag naar de balie komt selecteert de biblio-theekmedewerker materialen die voor de bezoeker in kwestie relevant kunnen zijn. Dat kan door ze één voor één in de biblio-theeksoftware aan te vinken, ofwel door het resultaat van een zoekopdracht in zijn geheel aan de selectie toe te voegen. Daarna wordt de selectie met een druk op de knop geëxporteerd naar de iPad. Op de iPad volstaat het naar een speci-fieke webpagina te gaan om de selectie te bekijken.

Hoe is dit idee ontstaan?Enerzijds kadert dit inschakelen van tablets in de bib in het MO6-project van de bibliotheken van de regio Hageland waar-bij alle betrokken bibliotheken onlangs, met steun van de provincie Vlaams-Brabant, een iPad overhandigd kregen. Deze toepassing werd ontwikkeld in de aanloop van dit project. De vraag naar het zinvol integreren van steeds populairder wordende informatica is een vraag die

in de bibliotheek van Boutersem voort-durend in het achterhoofd wordt gehou-den. Zo maakt de bib haar catalogus ook al langer beschikbaar in een formaat dat

geoptimaliseerd is voor smartphones, en zijn sinds kort ook qr-codes ingevoerd. Die kunnen door bezoekers met smart-phone of tablet gescand worden om op die manier achtergrondinformatie te krij-gen over een bepaald materiaal.

Anderzijds biedt deze toepassing ook een antwoord op een situatie die zich regelmatig voordoet in de bibliotheek:

iemand komt met een wat ingewikkelde vraag naar de balie, waarop de bibme-dewerker materialen in de catalogus opzocht en enkele referenties ervan snel op een post-it krabbelde. Samen met de klant ging hij het materiaal dan uit de rekken halen.

Het spijtige daarvan was dat uiteindelijk de bib-medewerker alle initiatief overnam en dat de bezoeker tevreden moest zijn met wat de medewerker hem overhan-digde. Met de iPad krijgt de gebruiker de uiteindelijke keuze: hij krijgt de lijst van de voor hem geselecteerde materialen mee, waarna hij rustig kan grasduinen door de resultaten en zijn uiteindelijke keuze toch zelf kan maken. Het feit dat men-sen met sommige vragen naar de balie blijven komen is van alle tijden. Ondanks poging en om de catalogus zo gebruiks-vriendelijk mogelijk te maken zijn er nog steeds bezoekers voor wie het zelf opzoe-ken een brug te ver is. Als je niet via de catalogus gaat en enkel kan terugvallen op de ontsluiting via de opstelling in de rek-ken is de kans dat je het antwoord vindt op een heel specifieke vraag klein. Daarnaast is de bibliotheekmedewerker uiteraard ook degene die de catalogus het beste kent. Zijn zoekresultaat zal waarschijnlijk veel minder ruis bevatten dan wanneer een gebruiker zijn zoekopdracht zelf via een publiekscatalogus doet. Ook de manier van het selecteren van materialen met het oog op onze iPad-toepassing is anders dan het zoeken op een opac: de bibliotheek-medewerker kiest er bewust voor één of meerdere materialen toe te voegen aan zijn zoekresultaat, terwijl op de publieks-catalogus het krijgen van te veel zoekre-sultaten een typisch probleem is.

Hoe reageren de bezoekers?De bezoekers zijn aangenaam verrast door het inschakelen van de tablets. Sommigen hebben nog nooit zo’n ding in handen gehad. Daarnaast appreciëren ze het wel dat ze op deze manier gebruik kunnen maken van de expertise van de bibliotheekmedewerker, maar dat ze de uiteindelijke keuze van wat ze uitlenen toch zelf in alle rust en al grasduinend kunnen maken.

“DE GEBRUIKERS KUNNEN DE UITEINDELIJKE KEUZE VAN WAT ZE UITLENEN TOCH ZELF IN ALLE RUST EN AL GRASDUINEND MAKEN.”

Materiaaldetail Achtergrond met locatie Cover

30 | META 2013 | 1

TREND

Page 33: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Hoe ga ik om met digitale dragers in mijn archief?Henk Vanstappen, PACKED vzw

Stel: je archief bevat dragers als cd-roms, floppy’s, dvd’s en externe harde schijven. Wanneer je deze zonder meer bewaart, is de kans groot dat de opgeslagen bestanden op termijn onlees-baar worden. De dragers verslechteren of verslijten (bitrot) na verloop van tijd. De kans is bovendien groot dat de hardware (en bijhorende software) om de drager te lezen onvindbaar wordt. Je moet de bestanden dan ook naar een betrouwbaarder opslagsysteem te kopieren met zo min mogelijk wijzigingen. Hoe ga je daarbij te werk?

BRENG DE FYSIEKE MEDIA IN KAART

• Geef dragers als floppy’s, cd-roms, dvd’s, tapes en USB-sticks een uniek nummer. Verzamel alle informatie over hardware, besturingssysteem en software die gebruikt werden om de bestanden te creëren of bewerken. Breng deze gegevens samen in een tabel. Vergeet ook eventuele opschrif-ten op de dragers niet.

• Voeg een samenvatting van de verza-melde informatie toe aan de bestaande inventarissen en andere toegangen tot de collectie.

• Berg de dragers op in een daar-toe geschikte plaats. Is dit niet bij de fysieke collectie, fotografeer dan de dragers zoals ze worden bewaard en voeg de foto’s toe aan de fysieke col-lectie. Zorg in dit geval ook voor de nodige doorverwijzingen.

• Voeg een samenvatting van de verza-melde informatie toe aan de bestaande inventarissen en andere toegangen tot de collectie.

• Maak een prioriteitenlijst voor het over-brengen van de bestanden, op basis van vier criteria: het belang en de gebruiksfrequentie

van de collectie; de kwetsbaarheid van de dragers; de mate waarin de gegevens ook

beschikbaar zijn in analoge vorm; de mate waarin de digitale versie toe-

gevoegde waarde biedt tegenover de analoge versie.

BRENG DE BESTANDEN OVER NAAR EEN BETROUWBAAR OPSLAGSYSTEEM

• Groepeer de dragers per type en ver-menigvuldig de capaciteit van elk type met het aantal exemplaren om de beno-digde opslagcapaciteit te berekenen.

• Gebruik een computer die je regelmatig op virussen controleert en enkel voor dit werk gebruikt.

• Vermijd dat gegevens op de dragers worden gewijzigd, bijvoorbeeld door het write-protect-lipje van een floppy in te schakelen. Gebruik indien mogelijk gespecialiseerde software of hardware (write blockers).

• Creëer op de computer een map voor de collectie, met een submap voor de bestanden zelf.

• Tracht niet de bestanden te openen. Kopieer de gegevens van de drager naar de submap als een disk image: één bestand met een bit-voor-bit kopie van de drager. Als dit niet mogelijk is, kopieer dan de mappen of bestanden afzonderlijk naar de submap.

• Wanneer bij bitrot het besturingssys-teem bestanden weigert te kopiëren, gebruik dan gespecialiseerde program-ma’s zoals ddrescue. 1

• Documenteer de mappenstructuur en bestandsinformatie zoals bestands-naam, grootte of wijzigingsdatum.

Hierbij kan je gebruik maken van DROID. 2 Bewaar deze documentatie in de collectiemap.

• Creëer en bewaar van elk bestand een checksum, een controlegetal berekend op basis van de inhoud van het bestand. Ook hiervoor kan je gebruik maken van DROID. Bij een disk image volstaat één checksum.

• Maak een leesmij.txt-bestand, waarin alle bovenstaande stappen worden gedocumenteerd. Bewaar dit bestand in de collectiemap.

• Kopieer de volledige collectiemap naar een veilig opslagsysteem.

• Duid op de originele dragers duide-lijk aan dat de inhoud ervan is overge-bracht.

Eens deze stappen zijn uitgevoerd, zijn de bestanden voorlopig veilig. Dat bete-kent nog niet dat de digitale documenten toegankelijk en leesbaar blijven. Hiervoor moet je onderzoeken of de bestan-den daadwerkelijk nog kunnen worden geopend en moeten ze worden bewaard in een beveiligd e-depot (dat meer omvat dan een betrouwbaar opslagsysteem). Ook moet je een preserveringsbeleid vastleggen.

> Dit artikel werd verzorgd door PACKED vzw, exper-

tisecentrum digitaal erfgoed. Vragen zijn welkom

via [email protected].

> Meer lezen: ERWAY, Ricky, You’ve Got to Walk

Before You Can Run: First Steps for Managing

Born-Digital Content Received on Physical Media,

Dublin, OCLC Research, 2012 (http://www.oclc.org/

research/publications/library/2012/2012-06.pdf).

1 http://www.gnu.org/software/ddrescue/ddrescue.

html

2 http://www.projectcest.be/index.php/DROID

Breng tijdig bestanden van kwetsbare dragers over naar een betrouwbaar opslagsysteem. Foto: HSBC UK Press Office.

META 2013 | 1 | 31

UITGEPAKT

Page 34: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Foto boven: www.phonogalerie.com.Foto rechts: Tim Yates.

ToekomstmuziekSchets van de Vlaamse muziekbibliotheek na het paniekbericht in alle media over het teloorgaan van de cd

Chris Vandenbroucke, vakgroep Muziek & Film

De grote platenfirma’s zouden op plannen broeden om het cd-formaat al volgend jaar te verlaten. Dat beweert een spectaculair aanzwellend internetgerucht.

Olivier Maeterlinck, directeur van de Belgian Entertainment Association (BEA), die de belangen van de Belgische produ-centen en distributeurs van games, video en muziek vertegen-woordigt, ontkent. “Dit bericht klinkt ongeloofwaardig, ik weet echt niet waar men dat vandaan heeft”, zegt hij. “Ik heb het bij de IFPI (International Federation of the Phonographic Industry) nagevraagd en het werd met klem ontkend. De fysieke markt is inderdaad dalende, maar in België wordt 85 procent van de omzet wel nog steeds gegenereerd door de fysieke verkoop van cd’s. Het lijkt me dan ook heel kras dat de cd binnen één jaar tijd afgeschaft zal worden.”

“Er is niets zinnigs over te zeggen”, meent Norbert Plantinga van Universal tegenover de Nederlandse VPRO-muzieksite 3voor12.

“Men voorspelde het einde van de cd tien jaar geleden, vijf jaar geleden, en ook nu weer. Het zou kunnen dat het product aan het eind van zijn levenscyclus is, maar de stelling dat het nu al niet meer rendabel zou zijn om cd’s uit te brengen, snap ik niet. Als er geen partijen meer zijn die cd’s verkopen of als mensen geen cd’s meer willen hebben, dan pas houdt het op. Dat eco-nomische kantelpunt is nog niet bereikt.” (september 2012)

“DE SITUATIE IN DE MUZIEKBIB IS DRAMATISCH MAAR NIET HOPELOOS”

De situatie in de muziekbib is dramatisch maar niet hopeloos. Het valt niet te ontkennen dat de uitleen van cd’s jaar na jaar achteruit gaat. Maar moeten we daarom panikeren als het over onze toekomst als muziekbibliothecaris gaat? We moeten ongerust zijn, we moeten waakzaam en alert zijn en blijven, nu, morgen en overmorgen. Op korte termijn is er reden tot bezorgdheid maar niet tot paniek. Er is heel veel aan het veranderen: de digitalisering kan niet meer tegengehouden worden en downloads zijn voor de platenmaatschappijen en voor artiesten al belangrijkere bron-nen van inkomsten dan de cd-verkoop.

Maar het fabeltje dat er geen cd’s meer verschijnen kan door iedereen op de werkvloer de kop ingedrukt worden: het is als collectiebeheerder nog even moeilijk als vroeger om in de massa nieuwe uitgaven je keuze te maken. De berichten uit de muziek-wereld zijn dan ook minstens eenzijdig. 

Op middellange termijn is het koffiedik kijken: de digitale ont-wikkelingen gaan exponentieel snel en zelfs de knapste koppen kunnen slechts de wildste prognoses maken. Je hebt enerzijds de doemdenkers, anderzijds de positivo’s. Behoor je tot de eer-ste groep, lees dan niet meer verder en zoek ander werk.

WAT KUNNEN WIJ DOEN?Er is niet één oplossing, het blijven bestaan van onze muziek- en filmafdeling zal een optelsom zijn van verschillende verbe-terelementen. DE INFRASTRUCTUURVoetbalclubs in het buitenland hebben een voorsprong op de Belgische omdat ze tijdig hun stadions omgetoverd hebben van een kille bedoening naar een aangename plaats waar je graag naartoe gaat. Daarin ligt ook een uitdaging voor de bibliotheek-wereld. Het is al zodanig veel gezegd dat het bijna een cliché wordt: de bib moet een ontmoetingsplaats zijn, een flitsende, kleurrijke plek waar je in een gezellige sfeer je ding kunt doen. En dat ding moet meer zijn dan alleen boeken, cd’s en films lenen. Liefst zou ik overal nieuwe bibliotheken hebben maar met enkele kleinere ingrepen kun je al veel veranderen: een betere signalisatie, een paar potten verf, veel zithoeken en veel meer licht. En ja, geluid mag er ook zijn, zowel het geroezemoes van de gebruikers als geluid uit de boxen. Vergeet die stille ruimte. Pc’s, studenten, … noem maar op; zij behoren tot het beeld van de muziekbibliotheek van de toekomst.

DE COLLECTIEStandaard Boekhandel verkoopt al jaren meer dan boeken alleen. Een tankstation verkoopt drank, snoep en sigaretten en wordt een Postpunt. Daar moeten we ook naartoe: we mogen niet bang zijn om te diversifiëren. Waarom zouden we geen tic-kets verkopen voor andere culturele manifestaties, optredens, concerten, …?

LESS IS MORE De bibliothecaris van Middelburg — een heel intelligent man — stelt niet onterecht dat je meer uitleningen creëert door min-der aan te bieden waardoor de focus op de recentere werken komt en de gebruiker veel vlugger vindt wat hij wil vinden. Dus moeten we niet bang zijn om te wieden. Ook in mijn bibliotheek

32 | META 2013 | 1

ESSAY

Page 35: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

NAAR DE OVERHEID TOE

Voor onszelf moeten we ook durven afstappen van de uitleencijferterreur. Bij je bestuur word je er

nog op afgerekend maar ook daar is een mentaliteitswijziging mogelijk. Bezoekersaantallen zijn

nu al belangrijker dan de effectieve uitleningen. In Kortrijk stijgt het aantal bezoekers sinds ver-

leden jaar maandelijks met meer dan duizend. Mensen moeten naar de bib komen om elkaar te

ontmoeten, om iets te beleven, iets te doen, om te internetten, om tijdens de middagpauze in de

winter een gezellige babbel te doen, om de kranten te lezen… om iets te ontdekken. En daarom is

het belangrijk dat de bib leeft, dat ze constant in beweging is en niet de logge verzameling boe-

ken en cd’s waarmee we nog altijd geassocieerd worden.

De Provincie West-Vlaanderen is al een paar jaar bezig met een veranderingstraject voor de

bibliotheken. Kort samengevat verschuift de focus van een collectiegerichte bibliotheek naar een

vraaggerichte bibliotheek. Dit betekent dat wij hoe langer hoe meer informatieambtenaar moe-

ten worden. We moeten ervoor zorgen dat iedere inwoner van onze stad met om het even welke

vraag in de bibliotheek terecht kan en daar met een goed gevoel naar buiten gaat, liefst met een

degelijk antwoord. Praktisch gaat op over opleiding van het zoeken naar vraagcontexten (de vraag

achter de vraag), het opmaken van Infowijzers (de vroegere webwijzers) met méér dan boeken

alleen het gebruiken van competente floorwalkers. Meer info op http://www.delphibibliotheken.be/

heb ik er moeite mee mijn medewerkers ervan te over-tuigen dat hun aanwinsten meer gediend zijn met een niet propvol rek en dat kwali-teit altijd de bovenhand krijgt op kwantiteit. Ik ben dus niet bang om enkele cd-bakken weg te doen om meer plaats te maken voor een leuke zit- en luisterhoek. En een deel van mijn budget afstaan voor nieuwere media lijkt me niet meer dan normaal.

Dat het digitale luik nu al een belangrijke rol speelt in het muzieklandschap is duide-lijk. Daarom mogen wij niet achterblijven. Wij moeten in iedere muziekafdeling gratis streamingsites aanbieden aan onze leden (het kost 10 euro per jaar + een pc met hoofd-telefoon). Waarom ook niet een pc ter beschikking stellen waarop onze gebruikers con-tinu op YouTube of andere muziekkanalen hun gelief-koosde muziek kunnen beluis-teren én bekijken?

We moeten ook onze gebrui-kers stimuleren om de materi-alen die ze bij ons vinden én leuk vinden, met al hun vrien-den te delen op Facebook, Twitter en andere sociale netwerken om op die manier nieuwe mensen aan te trekken.

En, moeten we ons beperken tot het uitlenen van de tradi-tionele materialen? Kunnen we geen iPod uitlenen met onze nieuwe aanwinsten? Kunnen we geen apps aanko-pen en die gratis ter beschik-king stellen van onze leden? We mogen niet blind zijn voor de realiteit dat de jeugd haar muziek ‘beleeft’ op een smart-phone. Digitale ontleningen zijn ook ontleningen. Kunnen wij onze cd’s die nergens op

META 2013 | 1 | 33

ESSAY

Page 36: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

internet te vinden zijn, niet digitaal uitlenen? Er moeten moge-lijkheden genoeg zijn maar daarvoor hebben we hulp nodig van experten ter zake.

DE NIEUWE MEDEWERKERDe functie-invulling van een baliemedewerker zal er de komende jaren heel anders moeten uitzien. Gedaan met de statische per-soon achter een drempelverhogende balie. De medewerkers moeten mobieler worden, moeten floorwalkers worden. Je ondervindt zelf wel dat je tussen de rekken veel vlugger aan-gesproken wordt dan achter je balie.

Met de opkomst en invoering van RFID zullen de mechanische werkzaamheden vervallen en komt er tijd vrij om meer inhou-delijk bezig te zijn met vragen van gebruikers. Dat vraagt een heel andere aanpak en een mentaliteitswijziging bij collega’s die soms al jaren ‘vastzitten’ in een bepaald stramien.

Hoe langer hoe meer wordt het werken met internet belangrijk voor de medewerker. Wij moeten de gids zijn in het doolhof dat het overaanbod op internet is. Wij moeten de filter worden die uit die miljoenen hits de essentiële informatie kan halen die op dat moment voor die klant nodig en belangrijk is.

Wij moeten het laagdrempelig kenniscentrum worden voor muziek en film. Nergens anders kun je gratis of bijna gratis zoveel informatie vinden.

Er moet ook dringend werk gemaakt worden van een Vlaamse expertendatabank waarbij je in twee muisklikken een specialist vindt in een andere bibliotheek die de lener met een vraag van op afstand en binnen een redelijk termijn kan helpen. We weten allemaal wel veel maar samen nog véél meer. 

De tijd is voorbij dat we het alleen kunnen: netwerken worden belangrijker dan ooit. Met alle bibliotheken samen hebben we een ongelooflijke collectie aan muziek en beeld en meer samen-werking is aan de orde. Niet met een landelijk centrum dat zich alleen bezighoudt met visie, beleid en projecten en een log apparaat is, maar met een instantie die op een heel praktische, concrete manier en op basis van een degelijke catalogus en een goed werkend IBL-apparaat, kort op de bal kan spelen en ondersteunend werkt.

Naast deze schaalvergroting mogen we zeker de band met de lokale cultuuractoren niet vergeten. En misschien niet meer, zoals vroeger, onze blik richten op de stadsinstanties met een hoge culturele norm maar onze focus leggen op het lokale ver-enigingsleven, zij het nu fotoclubs, DIY-clubs van breiende jon-geren of de plaatselijke fanfare die een nieuwe cd uitbrengt. Een soek met workshops? Nieuwe mensen moeten we probe-ren binnen te halen.

Inspelen op de communitytrend van de jeugd is ook een must. Waarom de plaatselijke geïnteresseerden niet maandelijks laten samen komen rond tv-series als Flikken, Friends, Gossip Girl (die iedere jongere wel gezien heeft), of een praatgroep oprichten rond citytrips, over dubstep… We denken nog altijd te veel in literaire termen: KJV, leesclubs… maar we moeten onze wereld opentrekken.

LABOAlle bovenstaande voorstelletjes kunnen we niet zelf. Daarvoor hebben we gespecialiseerde partners nodig. We moetend drin-gend samenwerken met hogescholen die met nieuwe media bezig zijn, met studierichtingen die vernieuwend bezig zijn. In Kortrijk zijn we ervan overtuigd dat de bib een labo moet worden, een experimenteercentrum waar we – samen mét de gebruikers – nieuwe dingen leren ontdekken. PROMOTIE EN MARKETINGWe zijn goed, zeer goed maar niet iedereen weet het. We heb-ben dringend nood aan een marketingstrategie en een promo-tieapparaat dat onze enorme potentie waard is. En dat kunnen we niet alleen realiseren, dat is een taak die we samen moeten doen en waarbij we serieuze ondersteuning moeten krijgen van hogere instanties (provincies, landelijk). Die promotie moet niet alleen gebeuren voor één week in oktober, de mensen moeten er constant met hun neus op gedrukt worden dat de bibliotheek voor iedereen een meerwaarde is.

“ER IS NIET ÉÉN OPLOSSING, HET BLIJVEN BESTAAN VAN ONZE MUZIEK- EN FILMAFDELING ZAL EEN OPTELSOM ZIJN VAN VERSCHILLENDE VERBETERELEMENTEN”

“Great for CD recording!” Foto: www.flickr.com/photos/perfectance.

34 | META 2013 | 1

ESSAY

Page 37: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

“If the library wishes to be seen as expert, its expertise must be visible.”

Lorcan Dempsey

“Als de bibliotheek wenst

beschouwd te worden

als expert dan moet haar

expertise wel zichtbaar

zijn.”

Noël Geirnaert is hoofdarchivaris van het

Brugse Stadsarchief. Noël is al jarenlang

actief in de VVBAD, als bestuurslid van

de sectie AHD, als lid van de Raad van

Bestuur, en last but not least als lid van de

redactie van META, tijdschrift voor biblio-

theek & archief. Eerder bewees hij zijn kun-

nen al bij Bibliotheek- & archiefgids..

Op fietsafstand

Noël Geirnaert

Bij het nakaarten na een vergadering van één van de VVBAD-werkgroepen waar ik deel van uitmaak, liet één van de deel-neemsters zich ontvallen dat ze actief op zoek was naar een andere baan. Vreesde ze een bezuinigingsronde? Nee. Was ze toe aan een nieuwe uitdaging? Ook niet. Ze wou nu wel eens een job op fietsaf-stand van haar huis. En gelijk heeft ze.

Al bijna veertig jaar fiets ik elke ochtend naar mijn werk. Op mijn huidige werk-plek doet zowat iedereen de dagelijkse verplaatsing van en naar het werk op de fiets. Dat draagt bij tot het algemeen wel-bevinden: je bent niet afhankelijk van de nukken van het treinverkeer, je moet de medemens en zijn lijfgeur niet trotseren in een overvolle bus en je hoeft geen tijd te verliezen in de file. Je moet wel af en toe een fikse regenbui ondergaan en als je op een winterse maandagochtend enigszins afgekoeld op kantoor aankomt kan het gebeuren dat de temperatuur nog niet aan de nieuwe werkweek is aangepast.

Fietsende ambtenaren hebben in de archiefsector hun eigen hebbelijkheden, zo constateer ik bij mezelf en bij mijn collega’s. Wie met glijdende werkuren werkt heeft de neiging om thuis te ver-trekken als de drukte in het autoverkeer is verdwenen, in mijn stad is dat rond

halfnegen. Daardoor gebeurt het wel eens dat er bij de opening van de lees-zaal, ook al om halfnegen, nog geen vol-doende personeel aanwezig is. In het erg-ste geval staat het publiek zelfs voor een gesloten deur. Stiptheid ’s ochtends is dus een aandachtspunt, soms zelfs een knel-punt, in een archiefdienst met uitsluitend fietsende medewerkers.

Wie op de fiets naar het werk komt wil veelal ook thuis lunchen. Dat heeft zo zijn voordelen: je haalt een frisse neus, je eet samen met de huisgenoten en je kan even je zinnen verzetten. Wel ben je toch min-stens voor een uur onbereikbaar: collega’s van elders verbazen er zich wel eens over dat in Brugge tussen halfeen en twee veel telefoons onbeantwoord blijven. De lees-zaal tussen de middag open houden is hier dan ook onbespreekbaar, de lunch-pauze duurt één uur en dat is het mini-mum. En ook hier kan de stiptheid wel eens een probleem vormen.

Gelukkig is er de Brugse beiaard. De klok-ken van het belfort dienden al in de mid-deleeuwen om iedereen op tijd aan het werk te krijgen, en ze hebben nog steeds dezelfde functie: enkele minuten voor het uur en het halfuur ‘wekkert’ de bei-aard met een melodie van Raymond van het Groenewoud, Willy Lustenhouwer of

een andere Brugse componist, soms zelfs opgediept uit ons eigen Stadsarchief. Op dit signaal rept iedereen zich naar zijn werkplek, en als de klok het halfuur slaat, om halfnegen of halftwee, zwaait de ingangsdeur van het Stadsarchief open. Een enkele keer gebeurt dit pas enkele minuten later. In vergelijking met het openbaar vervoer is de vertraging in het Stadsarchief van Brugge eigenlijk verwaar-loosbaar. Toch is het een bron van onbe-hagen en ik vraag me af: zijn medewerkers die elke dag stipt hun trein of bus moeten halen ook op het werk stipter dan mede-werkers voor wie dat niets uitmaakt?

META 2013 | 1 | 35

COLUMN

CITAAT

Page 38: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

archiefrekken worden stofvrij gemaakt en twee maal met nat gereinigd. Er wordt bij de schoonmaak zo weinig mogelijk water gebruikt, zodat de luchtvochtig-heid niet drastisch en plots toeneemt. Het vocht wordt best zo veel mogelijk opgenomen met een vochtopnemende, droge dweil. Een extra handeling is het stofvrij maken en houden van de verpak-kingsmaterialen, dus van de zuurvrije dozen. Ook dat kan met een (handzame) stofzuiger.

Bij het berekenen van het aantal schoon-maakuren dient de archivaris niet alleen rekening te houden met de bovenstaande aanbevelingen voor het onderhoud van het archiefdepot, maar ook met de gewone schoonmaak van de andere ruim-tes: leeszaal, vestiaire voor de bezoekers, sanitair voor personeel en bezoekers, tria-geruimte, burelen voor het personeel, ver-gaderruimte, enz.

Het is aangewezen om een schoonmaak-plan op te stellen. Dat kan de volgende onderdelen bevatten:

Is het archiefdepot wel schoon?

Het is weinig zinvol om de archiefbe-waarplaats volgens de strengste normen te laten inrichten en daarna geen aan-dacht te besteden aan de schoonmaak ervan. Op die manier krijgen stof, micro-organismen (bijv. schimmels) en insecten namelijk vrij spel. Deze veroorzaken vlek-ken of vreten het papier aan. Een regel-matig onderhoud van het archiefdepot is dus een must.

Er zijn geen standaarden of normen op het vlak van schoonmaakuren, maar op basis van de praktijkervaring van een aan-tal archiefdiensten zijn er wel enkele aan-bevelingen te formuleren.

Het is aangewezen om het archiefdepot zo’n drie tot vier maal per jaar te reinigen. Daarbij worden de gangpaden gestof-zuigd en gedweild. De stofzuiger moet voorzien zijn van een reine (!) HEPA-filter en mag geen gerichte uitblaasopening hebben. Het is immers niet de bedoe-ling dat vuile deeltjes terug in het depot geblazen worden. De toplegborden, de lege legborden en de zijkanten van de

• omschrijving van elke ruimte,• oppervlakte van elke ruimte,• omschrijving van het soort onderhoud

(bijv. ‘stofzuigen’, ‘dweilen’),• omschrijving van materialen in de

ruimte die een specifiek onderhoud vragen,

• de naam van de verantwoordelijke poetsvrouw of -man,

• de tijdsduur van de schoonmaakactie (bijv. ‘30 min.’)

• de frequentie (bijv. ‘dagelijks’).Op die manier kan berekend worden aan hoeveel schoonmaakuren de archief-dienst behoefte heeft.

Reinheid in de depots is van groot belang voor het in goede staat houden van de archiefstukken. Het zou dan ook een zorg moeten zijn van alle medewer-kers, en niet alleen van het schoonmaak-personeel.

Archivarissen bij wie het kriebelt om aan de grote schoonmaak te beginnen, vinden bijkomende informatie in Archiefbeheer in de praktijk, hoofdstuk 5055.

Werkgroep Lokaal Overheidsarchief

Archivarissen streven ernaar om archiefstukken in de best mogelijke omstandigheden te bewa-ren. Er worden eisen gesteld op het vlak van temperatuur, relatieve vochtigheidsgraad, brand-veiligheid, beveiliging tegen inbraak, wateroverlast, zonwering, archiefverpakkingsmateriaal, enz. Er is voldoende literatuur beschikbaar met richtlijnen, normen en aanbevelingen daar-omtrent. Maar wat met de schoonmaak van het depot, eenmaal het ingericht en in gebruik genomen is?

36 | META 2013 | 1

DE VRAAG

Page 39: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Audiovisuele materialen (AVM) zorgden in 2011 voor 18 procent van de uitlenin-gen in de Vlaamse en Brusselse open-bare bibliotheken. Dat blijkt uit een recent Bios2-themanummer over bibliotheek-collecties (november 2012), op basis van cijfermateriaal verzameld via de rappor-teringstool. Tussen 1998 en 2011 compen-seerde de groei van 5,2 naar 9,5 miljoen uitleningen van audiovisuele materialen de lichte daling van het aantal uitleningen van gedrukte materialen. Eigenhandig zorgden AVM ervoor dat het totale aantal uitleningen in de openbare bibliotheken tussen 1998 en 2011 toch met 7 procent is gestegen.

Het aantal audiovisuele materialen in col-lecties is sinds het einde van de vorige eeuw dan ook opvallend toegenomen. Verhoudingsgewijs betekent de stijging van 1,7 miljoen AVM-items in 1998 naar bijna 3,8 miljoen items in 2011 een sprong van 8 procent naar 14 procent van de totale collecties van de openbare biblio-theken.

Het grootste deel van die audiovisu-ele items zijn cd’s, waarvan het bezit de laatste jaren stabiel blijft op ongeveer 2 miljoen stuks. Naast een kleine collectie Daisy-boeken en een jaarlijks afkalvend aantal cd-roms is de stijging vooral te wijten aan dvd’s, waarvan het bezit in openbare bibliotheken de voorbije vijf jaar meer dan verdubbeld is en in 2011 de grens van 1 miljoen stuks overschreed. Dvd’s kunnen bovendien bogen op een zeer hoge gebruikscoëfficiënt: in 2011 werd een dvd gemiddeld 5 keer per jaar uitgeleend. Fictieboeken voor volwassen haalden slechts een coëfficiënt van 2,24.

Rien Emmery

> Het interactieve rapport over bibliotheekcollecties

vind je op http://www.sociaalcultureel.be/doc/

Doc_LOKAAL/2012/Bibliotheekcollecties.pdf. x

18 Werkgroep statistiek verzamelt Bios-cijfersHet Streekgericht Bibliotheekbeleid (SBB) van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat als steunpunt voor de Nederlandstalige Brusselse openbare bibliotheken onder andere in voor de aanmaak van de jaarlijkse Bios2-statistieken. De openbare bibliotheken moeten deze Bios-cijfers jaarlijks aan de Vlaamse overheid aanleveren.

Het verzamelen van statistische gegevens is al enkele jaren een pijnpunt. Om de problemen op te lossen heeft het SBB een ‘werkgroep statistieken’ opgestart. Zeven bibliotheken enga-geerden zich in deze werkgroep. Voorafgaand maakte het SBB een analyse van de verschillende problemen. De berekening van de statistieken gebeurde op een dataset die niet meer 100 pro-cent betrouwbaar was. Elke dag verandert de dataset: er wor-den nieuwe werken aangekocht en andere worden afgevoerd. Sommige cijfers kunnen niet uit het systeem gehaald worden omdat ze niet op een eenduidige manier in het systeem werden ingebracht , bijv. de magazijnwerking en de wisselcollectie maar ook de cijfers over de tijdschriftenabonnementen ontbreken. Sommige cijfers die werden aangemaakt waren foutief. Cijfers lagen veel te hoog (sommige waren dubbel geteld), andere waren te laag. De parametrisering was niet correct gebeurd. De communicatielijn met de leverancier van het bibliotheeksys-teem was te lang waardoor er extra ruis ontstond. Bovendien was er bij de leverancier geen interne kwaliteitscontrole op de geproduceerde cijfers.

Vervolgens werd bekeken hoe deze problemen verholpen kon-den worden. De bibliotheken deden grote inspanningen op vlak van het normaliseren en opschonen van hun data. Er werd onderzocht welke criteria exact gebruikt worden om bepaalde statistieken te berekenen en hoe bepaalde cijfers alsnog konden worden aangemaakt. De leden van de werkgroep engageerden zich om de nieuwe cijfers na te kijken eens ze er zijn. Zij hebben immers de beste positie om de cijfers te evalueren.

Het bibliotheeksysteem levert ook heel wat gegevens aan die niet voor Bios-doeleinden gebruikt worden, maar kunnen dienen om het beleid van de bibliotheek te sturen. Door het grote aantal is dit voor velen eerder verwarrend dan verhelde-rend. Bovendien zijn heel wat van deze cijfers speciaal voor de Nederlandse markt bedoeld. Het is de bedoeling dat de werk-groep al deze cijfers op hun wenselijkheid en relevantie beoor-deelt en op zoek gaat naar gegevens die nu niet aangeleverd worden. Sommige gegevens zullen weggelaten worden, andere extra gegenereerd.

Al deze maatregelen moeten er voor zorgen dat het produce-ren van de Bios-gegevens vlotter verloopt. Anderzijds is het de bedoeling dat de bibliotheken al dit cijfermateriaal optimaal kunnen aanwenden om hun werking te verbeteren.

Jeroen Cortvriendt, SBB VGC

1 2 3 4 5 6 7 8 9

META 2013 | 1 | 37

HET CIJFER / HET PLAN

Page 40: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Het congres ging door van dinsdag 21 augustus tot en met donderdag 23 augustus onder de titel ‘A Climate of Change’. De dag begon met steeds met één of meer-dere keynotes, o.m. van David S. Ferriero (hoofd van het de Amerikaanse National Archives) over de impact van sociale media; Dame Stella Rimington (gewezen direc-teur van MI5) over de nood aan vertrouwelijkheid en geheimhouding; en de beroemde Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzon over waarheid, gerechtigheid en herstel.

Het algemene thema van het congres duidde op de veranderingen en wijzigingen in de wereld en in ons werkveld in het bijzonder. Drie subthema’s groepeerden die ver-anderingen in drie grote clusters:

• Identity: archiefinstellingen helpen de gemeenschap om hun identiteit te bewaren en te ontdekken, hun individuele verhalen te begrijpen en de rechten van de leden van die gemeenschap te beschermen. Anderzijds werd onder dit thema ook onder-zocht hoe de invloed en impact van archivarissen en informatiemanagers wordt versterkt.

• Trust: archiefdiensten staan voor goed bestuur en openheid, zij wenden ethische en professionele procedures aan en ontwikkelen standaarden die een betrouwbaar beheer van de archieven verder helpen.

• Sustainability (duurzaamheid): uitdagingen op vlak van archief- en informatiebe-heer en op samenwerking tussen archiefinstellingen om strategieën te ontwikkelen met het oog op toegang tot, preserveren van, beveiliging van en duurzaamheid van informatie in archieven.

Australiërs zijn heel gastvrije mensen, en dat is voor de archivarissen onder hen niet anders. Uit mijn gesprekken met hen kon ik alvast opmaken dat de meeste onder hen eigenlijk met dezelfde problemen kampen als wij in Vlaanderen: onbegrip rond ons werk, gebrek aan middelen en mensen, …

Een van de lezingen die ik bijwoonde ging bijvoorbeeld over de manier waarop de Queensland State Archives (QSA) omgaan met veranderingen in de staats-structuur. In 2009 werd in Queensland het Department of Employment, Economic Development and Innovation (DEEDI) opgericht. Het nieuwe departement omvatte (op zijn minst delen van) acht oude departementen. Je kan je natuur-lijk voorstellen dat dit allerlei problemen inzake archiefbeheer veroorzaakte. De verschillende oude departementen had-den hun eigen systemen en gewoonten inzake records management en dienden op elkaar afgestemd te worden. QSA zou vanaf de fusie een leidende rol spe-len in het rechttrekken van die situatie. In 2011 was het werk rond… en in maart 2012 werd DEEDI door de nieuwe rege-ring ontbonden en opgesplitst in tien ver-schillende departementen.

Een ding is heel positief aan de Australische context: er wordt enorm veel informatie gedeeld. De websites van de deelstaatarchieven en het Australische Nationaal Archief bevatten bijzonder veel informatie. 1 Ook individueel zijn de archi-varissen meer dan bereid informatie en ervaringen uit te wisselen.

Een mooi voorbeeld van dat engage-ment is de Recordkeeping for Good Governance Toolkit. De Pacific Regional Branch van de ICA maakte de toolkit in samenwerking met het Australische en Nieuw-Zeelandse Nationaal Archief. Omdat mondelinge overlevering een belangrijke rol speelde, stond het archief-beheer bij de start van het initiatief niet zo best aangeschreven. De toolkit bestaat uit modules aan de hand waarvan organi-saties van de eilandengroepen in de Stille Oceaan hun archiefbeheer kunnen verbe-teren. De verschillende teksten zijn laag-drempelig en aangepast aan de plaat-selijke situatie. Intussen werd de Toolkit omgezet naar het Frans en aangepast voor gebruik in een Afrikaanse context. Het doet je afvragen of we dit niet kun-nen aanpassen aan de Vlaamse context.Het belangrijkste wat ik uit deze erva-ring heb onthouden is geen vakkennis, maar inzichten in de manier waarop wij als Vlaamse archivarissen werken en waar we best een nieuwe weg opgaan.

Heel wat landen maken gebruik van nati-onale standaarden. De internationale ISO-23081-standaard voor metadata voor records management is heel theoretisch

ICA-congres21-23 augustus 2012 - Australië

Kansen dienen zich eerder zelden aan, zeker als ze uniek zijn. Toen mij werd gevraagd of ik voor de VVBAD naar het ICA-congres in Australië wou gaan, heb ik geen moment getwijfeld. Een en ander heeft te maken met het feit dat Australië een van de landen is waar een aantal toonaangevende model-len zijn ontwikkeld, zoals het Records Continuum Model of het ‘series system’ dat heel wat invloed had op ISAD.

Het Nationaal Archief van Australië in Canberra. Foto: Rose Holley.

38 | META 2013 | 1

KRONIEK

Page 41: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

De Bibliotheekweek 2012: 20-28 oktober 2012toekomstdromen verzamelen…

In deze kroniekbijdrage nemen we u in vogelvlucht mee langs zes bibliotheken, één in elke provincie en in het Brussels-Hoofdstedelijk-Gewest. We vroegen de bibliothe-carissen en hun medewerkers hoe zij de Bibliotheekweek als opstap voor een doorgedreven publieks-campagne gebruikten. In sommige bibliotheken verzamelden ze actief toekomstdromen voor een concreet project zoals een geplande nieuw-bouw. Andere focusten ruimer, als inspiratie op de toekomstige meer-jarenplanning. Nog andere bibliothe-ken gebruikten de Bibliotheekweek vooral als een campagne om een nieuw publiek te bereiken.

MISS OF MISTER BIB-VERKIEZING IN ALKENIn Alken gingen ze de populaire toer op. Elisabeth Appeltans getuigt: “Via het organiseren van een Miss of Mister BIB-verkiezing wilden we de bibliotheekbe-zoekers aanzetten tot het delen van dro-men en wensen over de toekomst van de bibliotheek. We vonden vier vaste bezoekers die zich met hun toekomsti-deeën voor de bib wilden kandidaat stel-len voor de verkiezing. Wij zouden wel zorgen voor het verkiezingsdrukwerk. De bezoekers konden stemmen van 20 tot en met 27 oktober. Op 28 oktober werd de winnaar bekendgemaakt tijdens een officieel moment. Het winnende idee was ‘Cinema in de BIB’. Wekelijks of maande-lijks vertonen we een film voor kinderen in de bib.”

IEDEREEN NAAR DE NIEUWE BLANKENBERGSE BIBDe bibliotheek van Blankenberge lokte veel (jonge) bezoekers naar de bib. Omdat ze net (nog geen jaar) verhuisd is, wilden ze vooral focussen op nieuwe doelgroepen en de banden aanhalen met andere doelgroepen. Christine Deprest, bibliothecaris, beschrijft de aanpak: “Na een korte brainstorm met het bibliotheek-personeel werd er beslist om alle ‘kamers’ van de bib in de kijker te plaatsen tijdens de bibweek 2012. Door onze jarenlange ervaring kwamen we vlug tot een vari-atie op een coherent programma, waarbij we onze diverse doelgroepen proberen te bereiken. Om ons programma kenbaar te maken hebben we eerst beroep gedaan

en moet aan de eigen situatie worden aangepast. Tussen 2008 en 2012 hebben zowel de National Archives of Australia als de archieven van de deelstaten een eigen, meer praktische en toepasbare versie opgemaakt. 2 Een vergelijkbare standaard voor metadata voor records management in Vlaanderen, onderschre-ven door de Vlaamse overheid of het Rijksarchief, zou heel wat kunnen ople-veren. De bestaande voorbeelden kunnen als een basis gebruikt worden.

Dit wijst op een grote nood aan samen-werking tussen verschillende archief-diensten en instellingen. Zeker als je wil spreken van nationale standaarden. We hebben nood aan een Vlaamse overheid en een Algemeen Rijksarchief dat de handen in elkaar slaat. Zowel de federale Archiefwet als het Vlaams Archiefdecreet bevatten de elementen om, mits een samenwerking, tot een goed beleid te komen.

Bijkomend moeten zowel het Rijksarchief als de Vlaamse overheid zich bewust zijn van de waarde van de mensen werkzaam bij de lagere bestuursniveaus of in private organisaties. Wij zijn als lokale archiva-rissen niet louter uitvoerders, maar ook waardevolle partners.

Daar stopt het echter niet. We zitten als archivarissen nog te veel op onze eigen eilanden en onze eigen kennis. Het warm water steeds opnieuw moeten uitvinden, is jammer genoeg een gegeven dat we als archivaris in Vlaanderen maar al te goed kennen.

Tom Haeck

1 http://www.naa.gov.au/, www.archives.qld.gov.au/,

www.archives.sa.gov.au/, http://prov.vic.gov.au/,

2 Voor enkele van de teksten, zie: http://

www.archives.qld.gov.au/Recordkeeping/

GRKDownloads/Documents/QRKMS.pdf, http://

www.naa.gov.au/Images/AGRkMS_Final%20

Edit_16%2007%2008_Revised_tcm16-47131.pdf,

http://www.archives.sa.gov.au/files/manage-

ment_standard_metadata.pdf, http://www.records.

nsw.gov.au/recordkeeping/government-record-

keeping-manual/documents/recordkeeping-

standards/Technical%20specification%202007.doc.

OB Blankenberge. Foto: Sofie Balieu (Topburo).

META 2013 | 1 | 39

KRONIEK

Page 42: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

OB Dendermonde. Foto: Bruno Vermeeren.

op de klassieke promokanalen zoals de website van de bib, de infokrant van de gemeente en een mailing naar nieuwe inwoners. Wegens weinig respons wer-den er ook flyers verspreid op de ver-schillende scholen en aan het treinstation. Met resultaat: een drukbezochte verwen-dag, een vertelmoment voor een 30-tal kleuters, terwijl de mama’s en de papa’s konden genieten van een muzikaal biba-peritief met hapjes, een gezellige film-voorstelling voor kinderen en een inte-ressante gidsdag voor nieuwe inwoners. Tijdens de bibweek kwamen 55 ukkepuk-ken hun eerste babyboekje afhalen en 54 zesjarigen kregen hun eerste leesboekje cadeau. Velen werden meteen ook lid. Een lezing en twee boekenverkopen lok-ten nog ander volk.”

DANKBARE CAMPAGNE VOOR BIB VAN BORNEM

“Zoveel mogelijk dromen sprokke-len was voor de bib van Bornem van strategisch belang,” geeft Diane Van Doorslaer, bibliothecaris, ons mee. “Na de verkiezing en zouden de gesprekken rond de uitbreiding van de bib immers terug opstarten. De dromencampagne beant-woordde direct aan de nood van een rui-mere burgerbevraging.  Alle mogelijke gedrukte, mondelinge en digitale kanalen werden ingezet om Bornemnaren te doen

dromen over hun ideale bib. Peperkoeken droomhuisjes, verspreid over de hele gemeente, visualiseerden de idee ach-ter de campagne. Verschillende targets werden omgezet in mini-evenementen en verwennerijen : gratis pannenkoekenslag voor jong en oud op de startdag van de Bibweek en onze disconight als hoogte-punt. Kleurige (alcoholvrije) drankjes en hip verklede baliemedewerkers bedien-den al dansend de klanten. ‘t Was weer eens wat anders… en de brede glimlach van onze bezoekers sprak boekdelen.”

Kunsten. Op de Verwendag en tijdens de hele bibweek werden lustig dromen ver-zameld. Stuk voor stuk werden ze inge-voerd op www.bibstevanhetland.be. Heel graag zouden we een inspiratieboek wil-len aanleggen met de verzamelde dro-men. Een droomboek. Om ter hand te nemen en te gebruiken.”

ALLES UIT DE KAST IN ROTSELAARDe bibliotheekmedewerkers van Rotselaar haalden het onderste uit de kan om toe-komstdromen voor hun bibliotheek te verzamelen. Vanaf begin september trok-ken ze naar markten en andere openbare plaatsen om inwoners actief aan te spre-ken. In de loop van september organiseer-den ze verschillende sessies ‘In bed met…’ om in intieme kring te horen welke toe-komstideeën mensen wilden delen.

EERSTE ENERGIEPASSIEVE BIBLIOTHEEK IN SINT-PIETERS-WOLUWE

“In Sint-Pieters-Woluwe worden de toe-komstdromen voor de bib nu zeer con-creet met de bouw van de eerste ener-giepassieve bibliotheek van België,” weet trotse bibliothecaris Linda Teirlinck ons te vertellen. “Op 20 oktober kwam architect Nathan Ooms van Plus Office Architects met infopanelen en de maquette het pro-ject toelichten voor een 25-tal geïnteres-seerden. Iedereen was aangenaam ver-rast dat het niet enkel een duurzame bib wordt maar ook een aantrekkelijk, ruim en modern gebouw. De centrale leestuin zal voor veel daglicht en groenaccenten zorgen. Het energiepassieve aspect d.m.v. extra isolatie, zonnepanelen, een warm-tepomp en een groendak was voor alle aanwezigen een boeiend verhaal.Alle bezoekers kunnen tijdens de biblio-theekweek enkele vragen beantwoorden rond de inhoudelijke invulling van dit nieuwe gebouw. Dit levert weer nieuwe input in de nooit eindigende zoektocht naar de allerbeste (allerbibste) dienst-verlening.”

Bijdrages van Elisabeth Appeltans (Alken), Christine Deprest (Blankenberge), Diane Van Doorslaer (Bornem), Liesbet Senepart (Dendermonde), Kristel Heylen (Rotselaar) en Linda Teirlinck (Sint-Pieters-Woluwe).

> Meer info: LOCUS vzw, Hannes Vanhaverbeke,

[email protected], 02 213 10 53OB Bornem. Foto: Katrijn Gonnissen.

DENDERMONDE, SAMEN SPOREN MET CULTURELE PARTNERSLiesbet Senepart, assistent-dienstleider in Dendermonde startte samen met de part-ners uit het lokale culturele veld de biblio-theekweek al goed op voorhand op. “Op 8 september begonnen we eraan. Samen met CC Belgica, de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans, de jeugd-dienst, de Stedelijke Musea en de cultuur-beleidscoördinator boksten we een heuse cultuurstart in elkaar.Op ons kraampje op de vrijetijdsmarkt mocht het publiek voor het eerst dro-men... Ze vulden hun ideeën in op spe-ciaal ontworpen postkaartjes. In de bib zelf bouwden we droomhoekjes. Kleurige dreamcatchers die de gevangenen uit de gevangenisbib maakten, fleurden de stand op. Ons Leescafé werd omgeto-verd tot droomcafé door de leerlingen van de Koninklijke Academie voor Schone

40 | META 2013 | 1

KRONIEK

Page 43: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

De vraag is verscho-ven van ‘of’ naar ‘hoe’, stelde Carl-Christian Buhr vast in zijn ope-ningsspeech van de Open Access Week op 22 oktober 2012 in het Paleis der Academiën. In het panelgesprek later, leek Elisabeth Monard, secretar is-generaal van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, eerder voor de ‘gold road’ te pleiten: auteurs betalen aan tijd-schriftuitgevers om hun artikels te publiceren die dan gratis beschik-baar zijn voor iedereen. De zaal leek eerder voor-stander van de ‘green road’, waarbij publicaties in ‘repositories’ gedepo-neerd worden en daar gratis beschikbaar zijn voor iedereen. In het geval van de green road gaat het vaak om de laatste auteursversie die ingediend werd bij een tijdschrift, dus nog voor het artikel door lectoren beoordeeld werd. Vooral de hybride tijdschriften die zowel openaccessartikels als klassieke artikels opnemen, lijken gouden zaken te doen. Auteurs betalen voor open access, terwijl de bibliotheken toch toegang willen tot alle informatie in het tijdschrift en dus ook blijven betalen voor hun abonnementen. Ook aan de green road hangt trouwens een kostenplaatje: dat van het bouwen en onderhouden van een repository.

Een besparing lijkt Open Access dus niet echt. Maar het is wel logisch dat de resultaten van onderzoek gefinancierd met publieke middelen, voor iedereen toegankelijk worden. Dat vindt toch de Europese Commissie, die tegen 2014 in elke lidstaat een openaccessbeleid ver-wacht en die publicatie in Open Access onder meer als voorwaarde stelt voor de financiering van onderzoek in het kader van het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020.

BRUSSELS DECLARATIONOok België springt op de kar. Maar

liefst drie ministers ondertekenden op 22 oktober de Brussels Declaration on Open Access: federaal minister Magnette, Vlaams minister Lieten en Waals minis-ter Nollet. “Kosteloze online toegang tot wetenschappelijke publicaties blijkt immers de meest efficiënte manier te zijn om consultatie en gebruik van publiek gefinancierd wetenschappelijk onder-zoek te verzekeren. Onderzoek beschik-baar in Open Access blijkt internationaal een grotere zichtbaarheid te hebben, wat voordelig is voor zowel individuele auteurs als voor onderzoeksinstellingen en onderzoeksfondsen”, zo motiveren zij hun engagement. De ministers willen toe-gang tot onderzoeksresultaten maxima-liseren door:

• onderzoekers actief te informeren;• onderzoekers te vragen om een Open

Access versie van hun publicatie beschikbaar te maken in Open Access;

• de mogelijkheid te onderzoeken om kosten van openaccesspublicatie (gedeeltelijk) te compenseren;

• steun te bieden bij de oprichting en onderhoud van digitale repositories;

• te investeren in onderzoek over Open Access.

De verklaring is daarmee in de eerste plaats een belangrijke princiepsverklaring.

Op de concrete effecten ervan blijft het nog even wachten.

Gezien alle beleids-intenties l i jkt open access een mooie toe-komst te wachten. Maar de volgende uit-daging dient zich al aan. ‘Data as the next big thing’, in de woor-den van Carl-Christian Buhr. Data die, zo bleek uit bijdragen van Henk Harmsen (DANS) en Jan Haspeslagh (VLIZ) nog lang niet altijd ‘open’ zijn. (BV)

> www.openaccess.beInge Van Nieuwerburgh, dagvoorzitter van de studiedag Open Access to Excellence in Research. Foto: Eric Laureys (Belspo).

Carl-Christian Buhr, medewerker van Europees Commissaris voor de digitale agenda Neelie Kroes. Foto: Eric Laureys (Belspo).

Niet ‘Of?’ maar ‘Hoe?’ Open Access in Vlaanderen en de wereld

KRONIEK

META 2013 | 1 | 41

Page 44: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Met een abonnement op faro | tijdschrift over cultureel erfgoed houdt u de vinger aan de pols van de brede cultureel-erfgoedsector in Vlaanderen (archieven, bewaarbibliotheken, documentatiecen-tra, erfgoedcellen, erfgoedverenigingen, musea, expertisecentra …). faro verschijnt viermaal per jaar (maart, juni, september en december) en bevat telkens meer dan zestig pagina’s met actu-ele bijdragen over de kennis en praktijkervaring op het vlak van roerend en immaterieel cultureel erfgoed en de cultuur van al-ledag. Reeds verschenen nummers kan u online raadplegen in de ISSUU-bibliotheek via onze website: www.faronet.be/tijdschrift.

Voor een jaarabonnement betaalt u slechts 25 euro. Als u zich nu (her)abonneert op het faro-tijdschrift, geniet u meteen van een extra voordeel.

Word faro-abonnee en geniet van een extra voordeel!

Als (nieuwe) faro-abonnee betaalt u slechts 20 euro (i.p.v. 29,95 euro in de boekhandel) voor uw exemplaar van het boek Gelieve de familie te volgen. Koffietafels in Vlaanderen. Dat is een uitzonderlijke korting van 33%! Bestellen doet u via www.faronet.be/publicatie-bestellen. Vermeld bij uw bestelling de actiecode ‘faro-abonnee 2013’.

€20 tijdelijk

voor

Page 45: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Lees dit boek

Rosemie Callewaert

Wie af en toe een boek leest laat zich vooral leiden door de media: het aanbod en de presentatie van de boekhandel, een selectie van het warenhuis, een aankondiging in de krant, leestips van vrienden, kooptips op Amazon, … Wie op zoek is naar meer dan wat anderen al vóór ons geselecteerd hebben, heeft het alsmaar moeilijker.

WPG-uitgevers speelt hierop in en heeft een app laten ontwikkelen die hun aanbod op een leuke manier tijdig in beeld brengt. “Met de ‘Lees dit boek’-app kunt u boeken lezen die nog gaan verschijnen of zojuist verschenen zijn. Van elk boek is een fragment beschikbaar, van sommige titels zelfs (tijdelijk) het complete werk. De selectie van de titels is door de deelnemende uitgeverijen gemaakt en wordt wekelijks vernieuwd.“ Na het lezen van een fragment kan je het boek meteen én met korting aankopen in de iBookstore.

De navigatie van de app-schermen kan beter, de etalages mogen meer gesegmenteerd zijn, en het zou beter een responsive website geweest zijn die ook bruikbaar is voor mensen zonder iPad, maar het initiatief is interessant. Het is een middel voor wie via de iPad of iPhone in een vroeg stadium wegwijs wil raken in het aanbod van nieuwe Nederlandstalige titels. Maar ook hier betreft het een selectie van een specifieke uitgeversgroep en blijf je voor het volledige aanbod aangewezen op het zoeken op vele andere plaatsen.

http://www.istoire.be

Archivarissen zijn te weinig advocaat: dat is in enkele woorden de basisstelling van dit boek. In tegenstelling tot andere sectoren maakt het archiefveld veel te weinig promotie voor de eigen zaak. Larry Hackman omschrijft advocacy (‘belangenverde-diging’, ik ken geen betere vertaling) als “activities con-sciously aimed to persuade individuals or organizations to act on behalf of a program or institution”. Het uitgangspunt is heel eenvoudig: je hebt iets nodig, je zoekt uit welke per-soon of instelling dat heeft en vervolgens dokter je uit hoe je de betrokkene ertoe kan bewegen om het gezochte te leveren. Public relations is

maar een onderdeel van het concept advocacy, dat ook lobbying en zelfs regelrechte druk kan impliceren.

Belangenverdediging is meer dan een additionele taak; het vormt een permanente opdracht die tot de corebusi-ness van elke archiefdienst behoort. Het beste instrument om impact uit te oefenen is overigens een hard werkend en creatief team dat zichtbare resultaten oplevert. Niet alleen naar de beleidsverantwoorde-lijken moet dat duidelijk wor-den gemaakt, maar ook naar het brede netwerk waarbin-nen de archiefdienst functi-oneert. Uiteraard is het daar-naast belangrijk om gebruik te maken van de opportuniteiten die zich aandienen.

Hackman laat na een alge-mene theoretische inleiding

in een tiental gevalstudies collega’s aan het woord die getuigen over hun persoon-lijke ervaringen met belangen-verdediging. De meest uiteen-lopende sectoren zijn daarbij vertegenwoordigd: bedrijfs-, universiteits-, overheidsarchie-ven, enz… Het levert een boei-end palet van verhalen op met soms heel persoonlijke getui-genissen over de grote impact van een actieve, soms decen-nialang aangehouden en uit-gebouwde promotie.

Het besluit dat zich na deze getuigenissen opdringt, is dat er toch nogal wat archivaris-sen succesvol zijn als advo-caat-verkoper, en dat niet alleen in bedrijfsarchieven. In

‘What the Case Studies Tell Us’ wordt nog eens opgelijst wat in het voorafgaande minstens impliciet al aanwezig was. Persoonlijk vond ik de inspi-ratie die uit de afzonderlijke gevalstudies opborrelde een stuk sterker dan de wat obli-gate lessons learnt. De bun-del wordt afgesloten met een

literatuuroverzicht (dat ook voor bibliothecarissen inte-ressant kan zijn), en met bij-dragen van Richard J. Cox en Kate Theimer over de bijdrage van opleiding en sociale media in dit verhaal.

Ondanks de redundantie en de soms wat schoolse aan-pak is dit best een inspire-rende bundel. Als afsluiter de vaststelling van Fracis Blouin Jr. “that advocacy is a product and consequence of reinven-tion”. Archivarissen moeten de veelzijdige betekenis van de collecties die ze beheren steeds opnieuw beklemtonen en zichzelf steeds opnieuw ‘uitvinden’: “Perceptions of what an archival institution is cannot allowed to fossilize”.

Eddy Put

> Many Happy Returns, Advocacy and

the Development of Archives / Larry

J. HACKMAN (ed.).- Chicago: Society

of American Archivists, 2011.

Many Happy Returns, Advocacy and the Development of Archives

META 2013 | 1 | 43

RECENSIES

TOEPASSING

Page 46: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Personaliaberichten zijn welkom via [email protected]

Op 1 januari 2013 werd Kirsten Janssens de nieuwe bibliothecaris van OB Sint-Niklaas. Zij volgt Rik Van Daele op die in de nieuwe functie directeur Cultuur stapt. Kirsten studeerde in 1994 af als architecte aan Sint-Lucas Gent. In 1998 startte ze in COB Gent. Na 5 jaar OB Tielt, belandde ze in 2004 in Sint-Niklaas waar ze o.m. verantwoordelijk was voor uit-leen volwassenen, film & muziek en mee-

werkte aan verschillende projecten (reorganisatie 10.10.10, plan van eisen, …). Samen met het team de sterke bibwerking verder uitbouwen en realisatie van de renovatie zijn de belangrijkste uitdagingen.

Stijn Lybeert is sinds 8 oktober 2012 de nieuwe stadsarchivaris van Oudenaarde. Hij volgt Pieter-Jan Lachaert op die aan het werk is gegaan in het stadsarchief van Gent. Stijn studeerde in 2004 af als licentiaat in de geschiedenis aan de Universiteit Gent. Daarna volgde hij een opleiding aggregaat die hij voltooide in 2005. Gedurende twee jaar gaf hij enthousiast les geschiedenis in Bazel,

Dendermonde en Wetteren. In 2007 begon Stijn als verantwoor-delijke voor de digitalisering van het audiovisuele archief bij de West-Vlaamse regionale zenders Focus en WTV. In 2012 stelde hij zich met succes kandidaat voor de functie van archivaris van de stad Oudenaarde. Zijn eerste prioriteiten liggen in de orga-nisatie van het Modern Archief en de herinventarisatie van het Oude Archief, te beginnen bij de Franse periode.

Op 1 januari 2013 stopte Jan Van Hee als zaakvoerder bij Maarifa. Hij ging een nieuwe uitdaging aan bij de Arteveldehogeschool in Gent als infor-matiemanager. Daar neemt hij de leiding over de mediatheken en zal hij toekomst-gerichte verandering aansturen. Jan stu-deerde politieke wetenschappen, biblio-theek- en informatiewetenschappen en management aan de universiteiten van

Gent en Antwerpen. In 2009 behaalde hij nog een master in de Bedrijfseconomie aan de Universiteit Gent met als master-proef Strategisch informatiemanagement als voorwaarde voor goed bestuur. Hij werkte als bibliothecaris, opleidingscoördi-nator en docent voor hij van start ging met Maarifa. In de loop van de jaren verzamelde hij heel wat expertise over strategisch informatiemanagement, kennismanagement, bibliotheekbeheer, content management en sociale media. Daarover publiceert hij artikels op de blog http://www.informatiebeheer.be en in diverse vakbladen. Hij is tevens hoofdredacteur van het hand-boek Informatiemanagement (Politeia)..

Sinds 17 september 2012 is Bram Bresseleers de nieuwe bibliothecaris van de Nederlandstalige bibliotheek van Sint-Gillis. Bram is nieuw in de sector. Hij is productontwikkelaar en beeldend kunstenaar van opleiding en werkte de voorbije negen jaar als cultuurbeleids-coördinator in achtereenvolgens Sint-Agatha-Berchem en Vorst. De gemeen-telijke bibliotheek van Sint-Gillis werd

erkend begin 2005 en verhuisde eind 2008 naar haar huidige locatie in een woonwijk vlakbij het Brusselse Zuidstation. Bram hoopt het opbouwwerk uit deze beginperiode te consolideren en de bib verder te ontwikkelen als eigentijdse vrijetijds- en ontmoetingsplek voor de buurt.

Laura De Caluwé werkt sinds begin janu-ari deeltijds op het VVBAD-secretariaat. Zij zal er de komende zes maanden instaan voor de hervorming van de vakbibliotheek. Laura zal samen met de VVBAD een visie ontwikkelen op de toekomstige rol die de bibliotheek moet spelen binnen de organisatie om vervolgens een praktische, functionele en haalbare oplossing te implementeren.

Laura behaalde eerst een master in de Kunstwetenschappen aan de Universiteit Gent. Doorheen de jaren zag zij haar interesses sterk verbreden en koos vervolgens voor de IBW-opleiding aan de Universiteit Antwerpen. Haar eerste werkervaringen deed ze op tijdens onder meer een stage bij het Rubenianum en in het Kunstencentrum Netwerk waar zij als tijdelijk medewerker de hertekening van de documentatiecollectie in goede banen leidde.

44 | META 2013 | 1

PERSONALIA

Page 47: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Wat is je favoriete film?Ik heb eigenlijk een hele reeks favoriete films, maar als ik er hier één moet uitkie-

zen dan is dat Il postino (1994) van Michael Radford. Il pos-tino gaat over de (overigens volledig f ic-tieve) vriend-s c h a p t u s -

sen de Chileense dichter Pablo Neruda en een Italiaanse postbode tijdens zijn verbanning naar een obscuur Italiaans eiland. Niet alleen behandelt de film uni-versele thema’s zoals vriendschap, liefde en poëzie, hij is ook bloedmooi in beeld gebracht en voorzien van een onverge-telijke soundtrack. Bovendien maakt het laatste half uur van Il postino van deze in wezen bescheiden productie een werke-lijk grootse film.

Naar welk genre gaat je voorkeur uit?Ik ben sinds lang gefascineerd door de relatie tussen film en literatuur, wat bete-kent dat ik een zekere voorkeur heb ont-wikkeld voor literatuurverfilmingen. Geen idee of je dat eigenlijk echt een genre kan noemen. Ik ben vooral geïnteresseerd in de verfilming van klassieke Engelse lite-ratuur. Toegegeven, dat levert niet altijd de meest vernieuwende films op, maar in het beste geval wel boeiende, meer klas-sieke cinema. Dit soort films beleefde wellicht zijn hoogtepunt tijdens de jaren

INGRID HANSEN

Ingrid Hansen is verantwoordelijk voor het beheer van de juridische

bibliotheek van het advocatenkantoor Eubelius. Haar interesse gaat

uit naar film en filmgeschiedenis, Engelse literatuur, tennis en reizen.

Haar favoriete vakantieland is Australië.

negentig, met verfilmingen van het werk van onder meer E.M. Forster (A room with a view, Howards End), Henry James (The wings of the dove) en Terrence Rattigan (The Browning version, The Winslow boy). Meer recent, in 2011, was er de nieuwe versie van Jane Eyre van de hand van Cary Fukunaga, die zich van zijn talrijke voorgangers wist te onderscheiden door een aantal horrorelementen in zijn film te stoppen.

Welk boek zou je dag graag nog eens verfilmd zien?Buzz Aldrin, waar ben je gebleven (2005) van de Noorse schrijver Johan Harstad. De hoofdpersoon verliest ongeveer tege-lijkertijd zijn job en zijn relatie en komt door een samenloop van omstandighe-den op de Faeröer Eilanden terecht. Het is een vrij lang boek, met relatief weinig plot, maar alleen al omwille van de onge-wone locatie en de bijzondere sfeer lijkt het me meer dan de moeite waard om het te verfilmen.

Heb je een favoriete regisseur?Ik vind eigenlijk zelden of nooit alle films van een bepaalde regisseur echt goed. Het werk van de Italiaanse regisseur Nanni Moretti weet ik echter meestal wel te appreciëren. Zijn beste films zijn maatschappijkritisch, politiek geënga-geerd en vaak ook redelijk absurd. Daar komt bij dat zijn stijl nogal idiosyncra-tisch is. Kortom, een mooi voorbeeld van Europese auteurscinema.

Welke film kan je aanraden aan de META-lezers?Wilbur wants to kill himself, de film die Lone Scherfig onmiddellijk na Italian for beginners draaide. Wilbur wants to kill himself is een gitzwarte komedie of beter gezegd een tragikomedie over twee broers (onder wie de depressieve Wilbur uit de titel) die in Edinburgh een tweede-handsboekwinkel uitbaten. Niet echt van die aard om vrolijker van te worden vrees ik, maar zeker de moeite waard om eens te bekijken.

Welke film heb je het laatst gezien en wat vond je ervan? Salmon fishing in the Yemen van Lasse Hallström. Dat is een feelgoodfilm met een prima Britse cast (Emily Blunt, Ewan McGregor en Kristin Scott Thomas), een behoorlijk absurde plot die draait rond het kweken van zalm in de woestijn en een lichte dosis maatschappijkritiek. Meer hoeft dat soms niet te zijn.

Ingrid Hansen:

“Gefascineerd door de relatie tussen film en literatuur”

Massimo Troisi in Il Postino.

META 2013 | 1 | 45

ZOGEZIEN

Page 48: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

0

20

40

60

80

100

Page 49: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

ACTIVITEITENKALENDER

21.02 Informatie voor iedereen?

VVBAD

27.02 Tijdgenoten, colloquium over

jeugdliteratuur

Stichting Lezen, Universiteit Antwerpen

12.03 Algemene ledenvergadering

VVBAD

22.03 Vlaamse studiedag n.a.v. de

Digitale week

LINC vzw

23.04.-04.06 Bewaren en beheren van

fotocollecties

Bibliotheekschool Gent

12-13.09 Informatie aan Zee 2013

VVBAD

Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten

0

20

40

60

80

100

Algemene Ledenvergadering VVBAD

De VVBAD nodigt al haar leden uit voor de Algemene Ledenvergadering op 12 maart 2013 in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. In de voormiddag zijn er de open bestuursvergaderingen. De sectie Archief en Hedendaagsdocumentbeheer vraagt feedback van haar leden op haar beleidsplan; de sectie Openbare Bibliotheken organiseert een sessie rond visieontwikkeling. In de namiddag is er de formele algemene vergadering met goed-keuring van jaarverslag en jaarrekening. Nadien volgt nog de uitreiking van de Ger Schmookprijs. We sluiten de dag af met een korte, sessie rond interculturaliteit.

PRAKTISCHDatum Dinsdag 12 maart 2013Plaats KB Brussel Keizerlaan 2 1000 BrusselPrijs Gratis voor VVBAD-ledenInschrijven Via http://www.vvbad.be/

activiteiten

Digitaal archief & auteursrechten

In een analoge wereld is vrije toegang en hergebruik van archiefmateriaal dat auteursrechtelijk beschermd is een rede-lijk eenvoudige zaak. In een digitale omge-ving waarin gegevens continue geknipt en geplakt worden, gekopieerd, gebruikt en hergebruikt worden, lijken auteursrech-ten en het beschermen ervan een haast onmogelijke opdracht. De digitalisering van onze samenleving heeft een grote impact op het verspreiden en gebrui-ken van kennis en informatie. Tussen de makers/auteurs en de consumenten van informatie zitten archiefinstellingen wat geprangd met hun opdracht om toegang te verschaffen tot hun collectie in func-tie van onderzoek en persoonlijk gebruik.Wat is het verschil tussen toegang ver-schaffen tot archief met auteursrechte-lijk beschermd materiaal online of in de leeszaal? Is er een verschil tussen toe-gang verschaffen tot digitaal of analoog archiefmateriaal? Is er wel een verschil?

Is digitalisering van archieven een bedrei-ging voor het precaire evenwicht vastge-legd in juridisch kader, tussen rechtheb-benden en gebruikers van informatie? Hoe verantwoordelijk is een archiefinstel-ling als doorgeefluik/portaal tot auteurs-rechtelijk beschermd materiaal? Hoe gaan archieven in dagdagelijkse praktijk hier mee om? Hoe krijgen lezers toegang tot archieven met beschermd materi-aal? Wat is het verschil tussen de lees-zaal en de website/online catalogus van een archiefinstelling? Hoe informeert de instelling zijn lezers over het gebruik van archief met auteursrechtelijk beschermd materiaal en hoe wordt de maker hierin betrokken? Welke procedures worden er gevolgd en werken die formules ook online?

Hoe kan een archief rechten klaren op grote collecties waarop de rechten naburige rechten van ontelbare makers en betrokkenen rusten? Moet/kan een archiefinstelling contracten afsluiten met rechthebbenden?

Op deze studienamiddag komt eerst het theoretisch juridische kader aan bod. Nadien geven we de auteurs het woord om tot slot af te sluiten met een paneldis-cussie ingeleid door een aantal concrete cases van archiefinstellingen. Deze stu-diedag is in eerste instantie bedoeld voor professionals uit de archiefsector: archi-varissen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en het toegankelijk maken van publiek en privaatrechterlijk archief-materiaal dat door onderzoekers, journa-listen en studenten wordt geraadpleegd.Deze studienamiddag is een organisatie van de werkgroep Automatisering van de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief en Documentatie (VVBAD). Aansluitende zal er op 23 april een tweede studienamiddag worden geor-ganiseerd over het digitaal beschikbaar stellen van archief en de bescherming van de privacy.

PRAKTISCHDatum Dinsdag 26 maart 2013 van

13.00 u. tot 17.00 u.Plaats OB Leuven, Tweebronnen

Rijschoolstraat 4 3000 LeuvenInschrijven Via http://www.vvbad.be/

activiteiten

Meer informatie volgt.

Informatie voor iedereenBlauwdruk voor een betere informatievoorziening: doelen, prioriteiten en concrete samenwerking

Het samenwerkingsverband van Neder landse universiteitsbibliothe-ken en de Koninklijke Bibliotheek (UKB) en de Arbeitsgemeinschaft der Universitätsbibliotheken (AGUB) in Nordrhein-Westfalen zijn inspirerende voorbeelden. Aan de hand hiervan wil de sectie WDI nadenken over aspecten zoals de stimuli, de concrete uitdagingen en de noden.

Voor informatiewerkers en beleidsverant-woordelijken uit bibliotheken en docu-mentatiecentra in alle sectoren.

PRAKTISCHDatum Donderdag 21 februari 2012,

van 12.00 u. tot 17.00 u.Plaats Vlaams Parlement Leuvenseweg 86 1000 BrusselInschrijven via http://www.vvbad.be/

activiteiten

META 2013 | 1 | 47

ACTIVITEITEN

Page 50: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

‘Verledenmuziek?’Stirling, SchotlandFoto: Marc Engels

Page 51: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

wij richten bibliotheken in ...

Appelweg 94 CB-3221 Holsbeek

Tel.: 016 623 340Fax: 016 620 400

[email protected]

Bezoek voor meer informatie onze website www.ebscohost.com/ebooks

of neem contact op met Kaatje De Moore-mail: [email protected] - telefoon: 0497547861

eBooks on EBSCOhost biedt een betaalbare manier om kwaliteitstitels aan uw collectie toe te voegen;u betaalt geen mark-up of extra kosten voor toegang en onderhoud.

Betere kosteneffectiviteit…

Naast de mogelijkheden voor aanschaf voor één of meerdere gebruikers kunt u ook e-bookcollectiesop abonnementsbasis afnemen met toegang voor een onbeperkt aantal gebruikers.

Flexibelere aanschafmogelijkheden…

Vind de perfecte onderwerpspecifieke titels voor uw organisatie of kies passende collecties of abonnementspakketten.

Meer onderwerpcollecties om aan de wensenvan uw organisatie tegemoet te komen…

Creëer en beheer uw e-bookcollectie met de EBSCOhost Collection Manager – hierin zoekt u titels,bekijkt u pakketten, maakt u lijsten voor Patron Driven Acquisition, stelt u uw aankooppreferenties in en meer.

Betere ondersteuning voor versimpeld collectiebeheer…

Page 52: TOEKOMSTMUZIEK · 2017-09-04 · De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge

Deel

Deel

Voor meer informatie: Filip Trenson - Sales Manager Benelux | Tel. 32 2 727.78.01 | �[email protected]