TOEGEVOEGDE WAARDE · “De aandacht voor soft skills is al zo lang aan de gang dat je niet meer...

KoninklijkActuarieel Genootschap

TOEGEVOEGDE

WAARDEJA

AR

VE

RS

LA

G2

01

3-

20

14

K o n i n k l i j k A c t u a r i e e l G e n o o t s c h a p | j a a r v e r s l a g 2 0 1 3 - 2 0 1 4

3

Lang geleden, lang lang geleden op 7 november 1888richtten een paar wiskundig geïnteresseerden 'deVereeniging van Wiskundige Adviseurs bij NederlandscheMaatschappijen van Levensverzekering' op om metelkaar kennis uit te wisselen over hun vakgebied. Sindsde oprichting is die vereniging gegroeid en verbreed,maar centraal is altijd de interesse in het actuariaatblijven staan. Die vereniging van toen bestaat nogsteeds en 127 jaar later mag die vereniging zich hetKoninklijk Actuarieel Genootschap (AG) noemen. Eenvereniging met ruim 1500 leden, die zich met namebezighouden met vraagstukken omtrent risico-management, productontwikkeling en in brederperspectief met de financiering van onze toekomst.

Het afgelopen verenigingsjaar stond in het teken vanrekenrente, afstempelen, het nieuwe FTK, de doorsnee-premieproblematiek en de ontwikkeling van deprognose van onze levensverwachting. Dit laatsteresulteerde in een nieuw ontwikkeld stochastisch modelgenaamd Prognosetafel AG 2014. De gemeenschappelijke deler van genoemde thema’s isnatuurlijk de mate waarin we solidariteit willen blijventoepassen in Nederland. Solidariteit tussen jong en oud,tussen vermogend en minder vermogend en ook tussenwerknemer en zp’er (de zelfstandige professional).Solidariteit, of door sommigen ook wel collectieverisicodeling genoemd, is een groot goed dat we zekerniet zomaar over boord moeten gooien. In Nederland isnamelijk veel, zo niet alles, goed geregeld. Onzecollectieve pensioenpot is nog nooit zo groot geweest enons land is nog steeds één van de welvarendste landenin de EU. Staatssecretaris Klijnsma heeft het afgelopenjaar met haar Nationale Pensioendialoog de meningenen gevoelens van de betrokkenen willen peilen. Onderandere op basis hiervan maar ook op basis van diverserapportages uit het veld zal de staatssecretaris in 2015met een duurzaam voorstel komen voor een stelsel datde komende jaren maatschappelijk gedragen wordt enrecht doet aan behoeften.

Ondanks onze collectieve welvaart staat ons stelselonder druk. Delen en samen verantwoordelijk zijn isgoed en voelt goed, maar de vraag is tot hoever? Het AGprobeert met haar uitingen toe te voegen aan hetdebat. Toe te voegen door te duiden, doorbeargumenteerd aan te geven waar de keuze-

momenten liggen. Nederland, maar ook breder gezienEuropa, staat aan de vooravond van belangrijkekeuzen. Keuzen die veel impact zullen hebben op hetindividu, maar juist ook op de collectiviteit.

Een andere belangrijke ontwikkeling, die eindelijk najaren van uitstel op 1 januari 2016 van kracht zal gaanen veel impact heeft en zal hebben op de verzekerings-industrie, is Solvency II. De rol van de onafhankelijkecertificerende actuaris zal veranderen met de komst vanSolvency II. Er zal invulling moeten worden gegeven aande rol en taak van de nieuw gedefinieerde ActuariëleFunctie. Het AG volgt de ontwikkelingen nauwgezet engeeft daar waar nodig dan wel wenselijk haar mening.

Door het uitbrengen van position papers, rapporten enconsultaties draagt het AG niet alleen bij aan maat-schappelijke discussies, maar wil zij vooral invullinggeven aan één van de belangrijkste speerpunten enpijlers van het AG voor de komende meerjarenperiode2014-2017: kennispartner van de toekomst. Juist dezekennispijler is de waarde die wij als individu en alsvereniging toevoegen aan de maatschappij.

ir. drs. Jeroen Breen AAGalgemeen directeur Koninklijk Actuarieel Genootschap

K E N N I S P A R T N E R V A N D E T O E K O M S T :T O E G E V O E G D E W A A R D E

I N H O U D J A A R V E R S L A G 2 0 1 3 - 2 0 1 4

V O O R W O O R D - D O O R J E R O E N B R E E N - 3

M A R J O N T J I A O V E R D E K E N N I S K U N D E V A N A C T U A R I Ë L E P R O F E S S I O N A L S - 4

H A N S K O N I N G O V E R H E T B E L A N G V A N S O F T S K I L L S - 6

D E D A N S C H M I D T O V E R D E T O E G E V O E G D E W A A R D E V A N D E B E R O E P S O R G A N I S A T I E - 8

L E D E N O V E R D E T O E G E V O E G D E W A A R D E V A N H E T A G - 10

I N F O G R A P H I C S - 12

J A A R C I J F E R S - 16

O R G A N O G R A M - 17

Leden Geaffilieerd

Pe

Risk Man

Verzeke

Verzeke

Verzekere

Leden AAG

Leden Actuarieel Analist AG

foto Bert Janssen

© Koninklijk Actuarieel Genootschap Groenewoudsedijk 80 3528 BK Utrecht T 030-6866150 W www.ag-ai.nl

eindredactie Frank Thooft, Pluspen teksten en de afdeling PA&PR van het AG

vormgeving Stahl Ontwerp infographics Akker Ontwerp druk Print Power Media

Alle bijdragen in dit jaarverslag zijn op persoonlijke titel geschreven. Zet- en drukfouten voorbehouden.

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

krachtige bijdrageleveren aan demaatschappelijkeuitdagingen


5

Verder is het van belang dat (Nederlandse) actuariëleprofessionals wereldwijde erkenning krijgen. Hiervoor ishet niet alleen noodzakelijk dat onze Actuariëleopleidingen voldoen aan de internationale eisen maardat wij ook de internationale ontwikkelingen op hetgebied van educatie kunnen beïnvloeden. Actievedeelname van het AG in internationale commissies vanonder meer International Actuarial Association (IAA) enActuarial Association of Europe (AAE) is belangrijk.”

Moet daarvoor worden samengewerkt met andereorganisaties, en zo ja, welke en waarom?“De uitdagingen van de wereld van nu vragen om een gezamenlijke aanpak. Door vanuit onze kracht

verbindingen te maken, samenwerkingen aan te gaanbuiten ons domein en landsgrenzen en kennispartner tezijn, kunnen we een krachtige bijdrage leveren aan demaatschappelijke uitdagingen. Op deze manier kunnenwe als actuariële professionals onze positie duidelijkmaken, versterken en - invloed hebben.”

M.V. (Marjon) Tjia AAG is eigenaar van ActuarialConsulting Tjia, partner in Syntaxyz Education Asia.Tevens is zij vanuit het AG lid van de EducationCommittee en de Taskforce Educating Future Actuaries bijde IAA (International Actuarial Association).


4

Welke kenniskunde wordt er momenteel van actuariëleprofessionals gevraagd?“Er worden steeds meer eisen gesteld aan actuariëleprofessionals. Van oudsher zijn actuarissen goed inrisico’s identificeren, analyseren en kwantificeren enworden om deze technische vaardigheden gewaardeerd.Tegenwoordig gaat het niet alleen om het kwantificerenvan risico’s; belangrijker is om verbanden in risico’s tezien, de vertaalslag te kunnen maken naar wat dezebetekenen voor de bedrijfsstrategie en hierover tekunnen communiceren. De kwantitatieve ‘toolkit’ maaktdat een actuaris bij uitstek geschikt is om riskfuncties tevervullen, maar is niet voldoende om succesvol te zijnals risicomanager. De risicomanager kwantificeert nietalleen risico’s, maar ziet ook kansen die het nemen vanrisico’s met zich meebrengen. Voor de rol van risico-manager zijn andere (niet-technische) competentiesessentieel, zoals strategisch/kritisch denken en businessmindset: competenties die (nog) niet direct verbondenworden aan actuarissen. Willen actuariële professionalsals risicomanagers het verschil maken voor organisatiesen de maatschappij, dan zullen zij hun ‘toolkit’ moetenuitbreiden dan wel versterken met andere (niet-technische) competenties inclusief professionalisme/beroepsethiek.”

Wat moet daarin veranderen, gezien deontwikkelingen binnen het vakgebied?“Dat ‘verandering de enige constante is’, is een cliché.Het verschil met vroeger is de snelheid waarin deveranderingen nu plaatsvinden. Dit wordt versterkt doorvooral de digitale revolutie en de globalisering. Desnelle ontwikkeling in de (digitale) technologie brengtgrote veranderingen in de toekomstige arbeidsmarkt.

Functies verdwijnen of worden overgenomen doorcomputers, maar er ontstaan ook nieuwe functies. Ditgeldt ook voor actuarissen. De digitale revolutie englobalisering hebben tevens gezorgd voor een nieuwedimensie in risicomanagement: denk aan zaken als ‘bigdata’, cultuurverschillen, politieke/economische enfinanciële instabiliteit in sommige landen. Risico’sworden groter en complexer. Deze ontwikkelingenvragen om een brede en integrale aanpak van risico’s encreatieve/innovatieve (product)oplossingen. Actuarissenkunnen hier grote waarde toevoegen, mits zijbeschikken over de juiste competenties zoals hiervoorgenoemd. Verder moeten actuarissen zich flexibelopstellen om aangehaakt te blijven bij de snellemarktveranderingen en samenwerkingen aangaan metandere disciplines om de holistische benadering vanrisicomanagement te waarborgen.”

Wat is daarvoor nodig op het gebied van opleidingenen Permanente Educatie?“We moeten er voor zorgen dat de opleiding relevantblijft voor de markt en aantrekkelijk is voor toekomstigeactuariële professionals, zodat zij in de maatschappijvan nu en van de toekomst kunnen functioneren. Deopleiding moet mogelijk maken dat actuarissen hunkennis en vaardigheden breed kunnen inzetten buitenhet traditionele werkdomein en landsgrenzen.Toepassing van onze kennis en vaardigheden op hetgebied van risicomanagement biedt veel perspectievenen stelt toekomstige actuariële professionals in staat omde concurrentie aan te gaan met (risk)professionals uitandere disciplines. Het technische gedeelte van onze AI-opleidingen voldoet nog prima, met mogelijk detoevoeging van kennis van ‘big data’ en nieuwe(digitale) technologie. Wel zal meer aandacht besteedmoeten worden aan de ontwikkeling/versterking van de‘soft skills’ en professionalisme/beroepsethiek. Met derecente onderwijsvernieuwing van het ActuarieelInstituut (AI) is deze vertaalslag al gemaakt. HetPermanente Educatieprogramma houdt het kennispeilvan de actuariële professionals up-to-date oververanderingen in de markt en de gevolgen voor onzeberoepsgroep.

D E T O E G E V O E G D E W A A R D E V A NO P L E I D I N G E N : E D U C A T I N G F U T U R E A C T U A R I E S

interview met Marjon Tjiadoor Frank Thooft | foto Willy Slingerland

goede communicatievevaardigheden:

professioneel en teken van kwaliteit


7

Waarom wordt de nadruk gelegd op het belang vansoft skills voor een (financiële) professional?“Soft skills zijn hefboomvaardigheden die inhoudelijkekennis en inzichten versterken of verzwakken.Professionals verzamelen informatie en verwerken dietot getallen of adviezen aan de eigen organisatie ofexterne opdrachtgevers. Zowel in het verzamelen vaninformatie als in het overbrengen van de uitkomstenvan hun werk hebben ze te maken met gesprekspartnersdie meer of minder deskundig zijn, meer of mindergemotiveerd zijn, meer of minder invloed hebben enmeer of minder door eigen belangen worden gestuurd.In die omstandigheden zijn soft skills belangrijk: oogvoor de omstandigheden van je counterpart;verwoorden van je opvattingen of uitkomsten op eenmanier die aansluit bij de opdrachtgever, klant ofcollega. En vooral niet alleen zenden, maar ook effectiefomgaan met de reacties door bedenkingen entegenwerpingen te betrekken in je beïnvloedings-strategie. Als we bedenken dat klanten en opdracht-gevers goede communicatieve vaardigheden ervaren alsprofessioneel en zelfs als teken van kwaliteit, is deaandacht voor soft skills heel begrijpelijk. Een actuarisdie goed communiceert, wordt beleefd als een goedeactuaris. Het draagt bij aan de waardering voor ‘devent’ binnen ‘de tent’.”

Voldoet het huidige opleidingsaanbod daar voldoende in?“Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. In de nieuweopleidingen van het Actuarieel Instituut worden meeruren aan soft skills besteed dan voorheen en zijn dezeinzichten en vaardigheden als een doorlopend (lint)vakgeïntegreerd in de inhoudelijke modules. Ook in deExecutive Masters - EMAS aan de Universiteit van Tilburgen AEMAS aan de Universiteit van Amsterdam – wordensoft skills en inhoudelijke kennis geïntegreerd in casesen praktijkopdrachten en hebben competenties een plekin de individuele begeleiding van studenten. De bredeacceptatie voor het belang van communicatievevaardigheden van aankomend actuarissen wordt duszeker vertaald in toenemende tijd en aandacht in deopleidingen. En of dit voldoende is? We kunnenhoogstens concluderen dat het voorheen niet voldoendewas.”

Is dit een hype of een trend, en waarom?“De aandacht voor soft skills is al zo lang aan de gangdat je niet meer van een hype kunt spreken. Veelberoepsgroepen - juristen, medici, business analisten -en binnen die beroepsgroepen zowel adviseurs alsmanagers, moeten hun beslissingen verantwoorden aancollega’s of wereldwijze opdrachtgevers die intoenemende mate willen begrijpen wat er wordtbesloten en die zichzelf in toenemende matebeschouwen als gelijke. Soft skills worden gezien alslogisch onderdeel van professionele communicatie,samenwerking en beïnvloeding.”

De vorige voorzitter van het AG, drs. Rajish SagoenieAAG, pleitte enkele jaren geleden al voor het ABC’tjewaarbij de C stond voor communiceren, en dus voor desoft skills. Dat is echter niet zo vlot gegaan alsgehoopt werd. Wat zouden belemmeringen kunnenzijn geweest, en wat kan er worden gedaan om dat nute overbruggen?“De constatering dat het niet zo vlot gegaan is is slechtsten dele waar. De aandacht voor soft skills in deactuariële opleidingen, ook binnen de bedrijven, toontaan dat het er zeker deels van komt. En waar hetlangzamer gaat dan gewenst, komt dat waarschijnlijkdoordat inhoudelijke professionals vaak overtuigd zijnvan het feit dat ze ‘goed’ zijn als ze ‘inhoudelijk goed’zijn. Als daar weinig feedback op komt, blijft die situatiebestaan. Dat de aandacht voor soft skills wellicht nogsteeds niet aan de maat is, kan daarom wordenbeschouwd als een ‘red flag’ voor de organisatieswaarin actuariële professionals werken. Zij moeten alertzijn op de ontwikkeling van competenties en aansluitenbij de lijn die in de opleidingen wordt doorgezet. In degroeiende markt van actuariële professionals wordensoft skills in toenemende mate een competitie enconcurrentiepunt. Nog meer dan nu het geval is.”


6

interview met Hans Koningdoor Frank Thooft H E T B E L A N G V A N S O F T S K I L L S

V O O R D E A C T U A R I Ë L E P R O F E S S I O N A L

drs. H. (Hans) Koning werkt bij A&O groep en is alsontwikkelaar en docent betrokken bij de opleidingenvan het Actuarieel Instituut, EMAS en AEMAS.

betrokkenheid en het gevoel dat

je ‘erbij hoort’

Drs. D.P.J. (Dedan) Schmidt heeft bestuurskundegestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en deRijks Universiteit Leiden. Bij de VO-raad en A-OMetalektro was hij interim directeur, bij Berenschotsenior managing consultant met de focus op strategie enbesturing van branches en beroepen. Op dit moment ishij ad interim directeur van het CBF, de toezichthoudervan de goede doelen-branche. Hij is docent aan deAcademie voor Verenigings-management en isgespecialiseerd in maatschappelijke organisaties,brancheorganisaties, belangenorganisaties, verenigingenen middenveldorganisaties. Hij heeft drie boeken oververenigingsmanagement en belangen-behartiginggeschreven. Binnenkort komt er een boek uit overbelangenbehartiging dat hij samen met enkele

anderen heeft geschreven.

Wat zijn volgens u de trends en maatschappelijkeontwikkelingen binnen beroepsorganisaties?“Er worden steeds meer allianties gevormd tussenberoepsgroepen die qua discipline vlak naast elkaar ofzelfs overlappend werken. Daarbij wordt aangestuurd opsamenwerking en aanvulling in plaats van het vroegereafbakenen van terreinen. Ook zie je versmelting van deberoeporganisaties die eerder naar onderscheidendeopleidingsniveaus waren gereorganiseerd, zoals de RAen de AA bij de accountants en de Ir. en de Ing. bij deingenieurs. Daarnaast zie je dat de naamgeving van deberoepsvereniging invloed heeft op de ontwikkeling vande organisatie. Ter illustratie: Een woord als kennis-centrum nodigt potentiële toetreders van anderedisciplines uit om ook lid te worden. Een derde trenddie ik zie is de legitimiteit van het beroep, ofwel de zinvan het beroep in kwestie. ‘Waar sta je voor?’ is eenvraag die de maatschappij vaker stelt, en die belang-rijker wordt voor beroepsorganisaties om adequaat tekunnen beantwoorden: wat draagt ons beroep bij aande maatschappij en economie?”

Waar baseren de leden van beroepsverenigingen in de nabije toekomst hun behoefte aan begeleiding,faciliteiten et cetera op? “Op eigenaarschap en invloed. Leden willen betrokkenzijn (worden) en erbij horen. Er moet een emotioneleband (mogelijk) zijn, waardoor een identificatie met deberoepsgroep en de beroepsvereniging ontstaat. Het‘what’s in it for me’ is teveel gerationaliseerd; veelberoepsverenigingen stellen zich op als bedrijf metklanten. Dan wordt de relatie eenzijdig. Binnenverenigingen heb je niet alleen iets te halen, maar ookwat te brengen. Gezonde verenigingen en goede ledenzorgen voor betrokkenheid en het gevoel dat je als lid‘erbij hoort’.”

Wat zou de toegevoegde waarde van een beroeps-vereniging in de (nabije) toekomst daarom moetenzijn?“Openstelling voor aanpalende disciplines, leden (nog)meer betrekken bij de toegevoegde waarde van deberoepsorganisatie in de maatschappij, luisteren naarde daadwerkelijke behoeften van leden in plaats van zeeen standaard lidmaatschap met faciliteiten aanbieden,gedacht vanuit de organisatie.”

Wat voor ondersteuning is daarvoor nodig? “De beroepsorganisatie moet de leden daarom meer en meer betrekken bij het doen en laten van deorganisatie. Dus ze tijdig informeren wat er bijvoorbeeldin de pers geuit wordt namens de organisatie, maar ookwaar de organisatie in bepaalde (maatschappelijke)discussies staat. Doe een beroep op hun expertise enlaat dat meetellen in hoe de beroepsorganisatie zichmanifesteert. De ondersteuning van een professioneelbureau is hiervoor essentieel.”

Wat is een valkuil voor beroepsverenigingen?“Eén van de grootste valkuilen is superioriteit: ‘wijweten als beroepsorganisatie wat goed voor de ledenis’. Je ziet dat zp’ers (zelfstandige professionals) zichdaardoor afzonderen en eigen samenwerkings-verbanden aangaan, waarbij ze vaak veel effectiever díezaken kunnen regelen die echt belangrijk voor ze zijn:betrokkenheid, gezamenlijke acquisitie, kennis-bestuiving, platformvorming. Ook het blijven vast-houden aan de eigen unieke soort leden die ooit deaanleiding vormde tot de oprichting, is funest: demaatschappij is immers veranderd en de leden en hunrelatie tot die samenleving navenant.”

D E T O E G E V O E G D E W A A R D E V A N D E B E R O E P S V E R E N I G I N G

interview met Dedan Schmidtdoor Frank Thooft


9


8

D E T O E G E V O E G D E W A A R D E V A N H E T A G V O O R H A A R L E D E N

door Frank Thooftfoto Jan Jansen Bert Janssen | foto Marieke Klein Jacqueline Huber


1 1


1 0

Eerder stelling nemenHet AG kan volgens Marieke mogelijk nog eerder ennadrukkelijker stelling nemen bij actuele thema's.“Zoals het verhogen van de pensioenrichtleeftijd ofhet nieuwe financieel toetsingskader voor pensioen-fondsen. Het AG zou mogelijk een meer expert opinion kunnen geven, net zoals bijvoorbeeld dePensioenfederatie of actuariële adviesbureaus bijnieuws vaak direct doen.” Ze is blij dat in hetMeerjarenplan staat dat er inspanningen gedaanworden om de zichtbaarheid en de bekendheid vanhet AG in de maatschappij te vergroten.

CarrièreperspectievenBinnen de actuariële consultancy is het lidmaatschapvan het AG van hoge toegevoegde waarde, weetMarieke. “De titel AAG wordt erg positief ervaren doorklanten. Voor een carrière binnen het actuariaat heefthet derhalve een zeer positieve invloed. Buiten deactuariële wereld is de toegevoegde waarde mindergroot. Wel staat een bètastudie zoals Econometrie ofactuariaat altijd goed aangeschreven en dit verhoogtdaardoor ook de carrièreperspectieven buiten hetactuariële werkveld.”

Ze besluit: “Het is vooral belangrijk dat de kwaliteitvan de actuariële opleidingen en de waarde van detitels actuarieel analist AG en actuaris AG gewaarborgdblijven. Indien dit niet gebeurt, dan kan detoegevoegde waarde van het (lidmaatschap van het)AG dalen.”

Roel Willems reageert alstweede op de vragen. Hijis Senior ManagerInsurance Risk bijAchmea op de divisieZorg & Gezondheid. Hijstelt: “Een actuarisoverziet als geen anderde diverse aspecten,processen en belangenin pensioenen

verzekeringsland. En een actuaris is in staat dat om tezetten in zowel een kwalitatief als een kwantitatiefbeeld en daarbij te schakelen tussen een commerciële-,operationele-, financiële- en risicobenadering.Daarmee heeft een actuaris in de basis een unieke enwaardevolle positie. Om de noodzakelijke competentiesen kennis op te bouwen en te onderhouden wordenbinnen het AG (en het AI) veel faciliteiten opgezet,grotendeels door vrijwillige AG-leden.”

Spreekbuis naar KamerledenEen lid van het AG kan toegevoegde waarde leveren enontlenen door zich open te stellen om op strategischniveau samen te werken en onafhankelijk vanuitberoepsmatige invalshoek te discussiëren en stelling tenemen, vervolgt Roel. “Dit kan dan via het AG alsonafhankelijke spreekbuis naar (andere)maatschappelijke organisaties worden gebracht,bijvoorbeeld naar Kamerleden die daardoor betergeïnformeerd besluiten en stelling kunnen nemen.Daarvoor is het noodzakelijk dat we in die netwerken dejuiste ingangen hebben, maar bovenal ook dat ledenzich onafhankelijk durven uitspreken.”

Een podiumEr is echter nog wel wat extra’s nodig, aldus Roel: “Wataanvullend nog nodig is, is nog meer transparantiebinnen de AG-organisatie over datgene wat we alsvereniging doen richting de maatschappij. Denieuwsbrieven zouden daar (nog) explicieter voorkunnen worden gebruikt. Voor leden biedt het AG eenpodium om zich te manifesteren, te netwerken,informatie te vergaren, meningen te bediscussiëren enscherp te stellen en je opleiding te ondersteunen.”

Marieke Klein reageert alseerste. Zij is in 2011afgestudeerd in deoperationele research aande Vrije Universiteit (VU)en actuariëlewetenschappen aan deUniversiteit vanAmsterdam (UvA). In 2012heeft ze haar opleidingtot Actuaris AG afgerond.Ze werkt als consultant bijSprenkels & Verschuren enadviseertpensioenfondsen,

werkgevers en ondernemingsraden op het gebied vanpensioenen.

Kennis delenMarieke stelt dat de leden van het AG allemaal huneigen specialiteit hebben. “Door middel van (PE-)bijeenkomsten kunnen leden informatie delen enblijven zij op de hoogte van de ontwikkelingen binnenhet actuariaat. Door deelname aan commissies kunnenleden tevens bijdragen aan grote, actuele onderwerpenzoals de sterftetafel. Het is belangrijk dat het AG eenschakel blijft vormen tussen de leden. Een lid dat kenniswil delen moet hiertoe de mogelijkheid krijgen. Naarmijn mening zou het lid het initiatief moeten nemen enmoet het AG de kennisdeling faciliteren. Daarnaast dienthet AG een leidende rol te nemen in overkoepelende,actuele thema's.”

Met het thema ‘toegevoegde waarde’ hebben we enkele leden gevraagd om te reageren op wat volgens hende toegevoegde waarde van het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) voor de leden is en vice versa. Welegden hen de volgende vragen voor: Wat kan een lid van het AG als toegevoegde waarde voor het AGbetekenen? Wat is daarvoor nodig? Welke waarde kan het AG toevoegen aan maatschappelijke issues? En watis daar voor nodig? Omgekeerd: wat is de toegevoegde waarde van het (lidmaatschap van het) AG voor deleden? Wat is daarvoor nodig, aanvullend op wat er nu al bestaat?

De derde bijdrage komt van Jan Jansen. Jansen starttezijn actuariële loopbaan in 1948. Hij was voorzitter vanhet AG van 1973 tot 1976 en van 1987 tot 1989. Hijwerkte onder meer als raadgevend actuaris enmaatschapslid van het Actuarieel Bureau Dr W.G.J. tenPas. Van 1961 tot 1987 adviseerde hij pensioenfondsenen verzekeringmaatschappijen.

Jansen reageert op de vragen met het voorbehoud datzijn mening met een korrel zout genomen dient teworden. “Op 1 januari 1987 ben ik met mijn actuariëlewerk gestopt. Dit bestond hoofdzakelijk uit hetadviseren van pensioenfondsen. Dat is 28 jaar geleden.Ik verkondig dus een mening uit het verleden.”

Maatschappelijke discussies“Een lid van het AG kan een toegevoegde waarde voorhet AG hebben door actief te zijn in commissies en/ofkringen en te publiceren. Alles wat daarvoor nodig is,wordt thans voor hem of haar door het AG geboden.”Jansen houdt echter wel de vinger aan de pols, en zegtvervolgens: “Het AG zou zich nog meer kunnen mengenin maatschappelijke discussies over problemen die hetvak van actuaris raken. Ik denk aan pensioenkwesties,verzekeringszaken en risicomanagement.”

Aan de weg timmerenJansen stelt dat het nodig is dat het AG aan de weg blijfttimmeren. “Contact zoeken met media en overheid. Eenstaatscommissie overpensioenen zonder actuariëleinbreng zou niet mogenvoorkomen. Zie de commissieGoudswaard destijds. Deminister verzuimde eenactuaris erin te benoemen.”Jansen is van mening dat hetberoep door dit soortbijdragen bekender wordt enin aanzien stijgt. Hij besluithet vragenrondje met eenferm: we moeten aan de wegblijven timmeren!”

Woonplaats leden AG per provincie

1%

<1%

1%

2%

2%

2%

8%

7%

2%

28%

20%

19%

306

55

46

407

830

131

217

1178

Ledenaantal per 31-07-2014

Leden AAG


Leden Geaffilieerd

totaal

1136

263

186

= 100man vrouw

Leden Geaffilieerd

21-30

31-40

41-50

51-60

61-70

>71

Onbekend

Leeftijdsopbouw leden AG2013-2014

83

352

445

173

53

27

3

33

99

51

3

13

51

91

68

24

2

14


Leden AAG

= 50

Werkgebied leden AG2013-2014

Leden Geaffilieerd

Banken (17)

13 1 3

Pensioenen (479)

314 113 52

Risk Management (236)

182 29 25

Verzekeren Leven (318)

212 76 30

Verzekeren Natura (16)

11 2 3

Verzekeren Schade (178)

133 19 26

Zorg (57)

37 6 14

Totaal (1301)

Leden AAG


Leden kunnen meerdere werkgebieden aangeven.

Er zijn 749 leden die het werkgebied hebben ingevuld.

Gemiddeld geeft men 1,7 werkgebieden aan.

Hoe zijn AG-leden te typeren?Een uitsplitsing naar leeftijd, sexe, werkgebied en geografische spreiding

Het AG kent drie vormen van lidmaatschappen te weten: Leden Actuaris AG (Lid AAG), leden Actuarieel Analist AG en

Leden Geaffilieerd*. Hoe is de verhouding man-vrouw binnen de binnen de lidmaatschappen? En wat is de

leeftijdsopbouw? Binnen welk werkgebied is men werkzaam? Kortom: hoe zijn de leden van het AG te typeren?

*In deze gegevens zijn ook de aantallen student-leden verwerkt.


1 3


1 2

AG-bijeenkomsten 2013-2014

704(dit aantal bevat ook 23 genodigden)

AG Jaarcongres 2014 550 / 92 / 42

32Bijeenkomsten Dutch Young

Actuarial Professionals

15 / 4 / 13

138Bijeenkomsten Kring Leven

96 / 37 / 5

173Bijeenkomsten Kring

Risk Management

136 / 26 / 11

204Bijeenkomsten Kring Schade

170 / 8 / 26

27Bijeenkomsten Kring van Actuarissen

in Curaçao en Suriname

22 / 4 / 1

43Bijeenkomsten Kring van

Gepensioneerde Actuarissen

41 / 1 / 1

173Johan de Witt lezingen

140 / 19 / 14

151Overige AG-bijeenkomsten

128 / 12 / 11

172Bijeenkomsten Kring

van Actuarieel Analisten

2 / 161 / 9

Leden AG actief binnen Kringen

Kring Schade (118)

Kring Leven (151)

Kring Risk

Management (131)

KAA (175)

KriACS (22)

KvGA (63)

DYAP (17)

94 9 15

121 17 13

109 14 8

2 158 15

15 5 2

56 7 0

0 9 8

Leden kunnen lid zijn van meerdere Kringen

Er zijn 488 leden lid van één of meerdere kringen

Gemiddeld is men lid van 1,7 Kringen

Leden AG actief binnen AG

AG-Commissie Accreditatie

Permanente Educatie (CAPE)

AG-Commissie Commissie Accreditatie

Universiteiten en Hogescholen (CAUH)

AG-Commissie Enterprise Risk

Management (ERM)

AG-Commissie Kwaliteitszorg

AG-Commissie Onderwijs

AG-Commissie Pensioenen

AG-Commissie Solvency

AG-Commissie Sterfte

Onderzoek (CSO)

AG-Commissie Verzekeringen

Leden AAG Leden Actuarieel Analist AG Leden Geaffilieerd Geen lid Leden AAG Leden Actuarieel Analist AG Leden Geaffilieerd

Leden AG actief binnen Actuarieel Instituut

Docent (30)

Corrector (32)

Docent en corrector (12) Totaal (74)

Betrokkenheid van leden bij de verenigingOp welke wijze zijn de leden van het AG actief binnen de vereniging en het Actuarieel Instituut (AI)?

Commissies en Kringen maken een belangrijk onderdeel uit van de organisatiestructuur van het AG. Leden van het AG

zijn onder andere actief binnen genoemde gremia, maar ook zijn ze op diverse manieren betrokken bij het onderwijs

van het Actuarieel Instituut (AI). Op welke wijze zijn de leden van het AG actief binnen de vereniging en bij het AI?

Welke bijeenkomsten organiseert het AG?Een overzicht van de door het AG georganiseerde bijeenkomsten inclusief bezoekersaantallen

Het AG organiseert jaarlijks diverse (inhoudelijke) bijeenkomsten voor haar leden, zoals het AG Jaarcongres,

Kringbijeenkomsten en de Johan de Witt lezing. Maar ook de Algemene Ledenvergadering en de uitreiking van

de Johan de Witt prijs behoren tot de activiteiten die het AG voor, en met, haar leden organiseert.

Welke bijeenkomsten werden in het verenigingsjaar 2013-2014 georganiseerd?


1 5


1 4

Balans Koninklijk Actuarieel Genootschap per 31 juli 2014 na resultaatbestemming

Staat van baten en lasten Koninklijk Actuarieel Genootschap over het boekjaar 2013-2014

activavaste activaimmateriële vaste activamateriële vaste activavlottende activadebiteurenbelastingen en premies sociale verzekeringenoverige vorderingen en overlopende activaliquide middelentotaal activa

passivaeigen vermogencrediteurenbelastingen en premies sociale verzekeringenoverige schulden / overlopende passivatotaal passiva

19.10946.373

59.18828.04871.247

1.071.391

1.092.895 58.201 11.805

132.455

2013-2014

1.295.356

1.295.356

2012-2013

1.311.615

1.311.615

17.426 65.946

32.819 25.287 61.927

1.108.210

1.065.174 40.278 14.046

192.117

batencontributiesDe Actuarisoverige batentotaal baten

lastendirecte kostenlonen en salarissen sociale lasten overige personeelskosten afschrijvingen overige lasten som der lasten

bedrijfsresultaat som der financiële baten en lastenresultaat

1.159.37475.07367.001

483.560136.014

50.01634.615

484.755

1.096.51679.83060.504

453.613126.401

44.80743.383

639.559

2013-2014

1.301.448

97.533

1.188.960

14.95512.766 27.721

2012-2013

1.236.850

89.092

1.307.763

-160.00521.808

-138.197

jaarcijfers 2013-2014


1 7


1 6

organogram Koninklijk Actuarieel Genootschap

A L G E M E N E L E D E N V E R G A D E R I N G

B E S T U U R

K O N I N K L I J K A C T U A R I E E L G E N O O T S C H A P

C O L L E G E V A N

R E C H T S P R A A K

C O M M I S S I E S

Commissie InternationaalCommissie KwaliteitszorgCommissie SolvencyCommissie VerzekeringenCommissie PensioenenCommissie Enterprise Risk ManagementCommissie Sterfte OnderzoekCommissie Onderwijs AGCommissie NominatieCommissie Accreditatie Permanente EducatieCommissie Accreditatie Universiteiten / Hogescholen

R A A D V A N

A D V I E S

R E D A C T I E

D E A C T U A R I S

K R I N G E N

Kring SchadeKring LevenKring Risk ManagementKring Dutch Young Actuarial Professionals (DYAP)Kring van Actuarieel Analisten (KAA)Kring van Gepensioneerde Actuarissen (KVGA)Kring van Actuarissen in Curaçao en Suriname (KRIACS)Kring Internationaal

R A A D V A N B E R O E P

B U R E A U

K O N I N K L I J K A C T U A R I E E L G E N O O T S C H A P

DirectiePA&PRIntern BedrijfsbureauLedenservice en LedenadministratieBeleid en Beleidsondersteuning

TOEGEVOEGDE WAARDE · “De aandacht voor soft skills is al zo lang aan de gang dat je niet meer...

Documents

Transcript of TOEGEVOEGDE WAARDE · “De aandacht voor soft skills is al zo lang aan de gang dat je niet meer...