Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners,...

19
Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard werkenden Montebovi, Saskia Published in: Nederlands Instituut voor Sociale Zekerheid Publication date: 2018 Link to publication Citation for published version (APA): Montebovi, S. (2018). Sociale zekerheid en de niet-standaard werkenden: Hoe sociaal en hoe zeker. Unpublished. In Nederlands Instituut voor Sociale Zekerheid : Platformarbeid NISZ Nederlands Instituut voor Sociale Zekerheid. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. - Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research - You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain - You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright, please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Download date: 27. Jul. 2018

Transcript of Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners,...

Page 1: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

Tilburg University

Sociale zekerheid en de niet-standaard werkenden

Montebovi, Saskia

Published in:Nederlands Instituut voor Sociale Zekerheid

Publication date:2018

Link to publication

Citation for published version (APA):Montebovi, S. (2018). Sociale zekerheid en de niet-standaard werkenden: Hoe sociaal en hoe zeker.Unpublished. In Nederlands Instituut voor Sociale Zekerheid : Platformarbeid NISZ Nederlands Instituut voorSociale Zekerheid.

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

- Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research - You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain - You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policyIf you believe that this document breaches copyright, please contact us providing details, and we will remove access to the work immediatelyand investigate your claim.

Download date: 27. Jul. 2018

Page 2: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

1

Sociale zekerheid en de niet-standaard werkenden: hoe sociaal en

hoe zeker?1

Saskia Montebovi, Tilburg University

NISZ Studiemiddag – Platformeconomie – 19 april 2018, Den Haag

♯1. Nu platformarbeid alom aanwezig is in ons dagelijks leven en werken, kunnen we er niet

om heen om ook de arbeidsrechtelijke en socialezekerheidsrechtelijke aspecten ervan

grondig te bestuderen en aan te passen. Hoe en wanneer aanpassingen zullen gebeuren, is

nog niet duidelijk maar zeker is wel dat de positie van de platformwerker – of ruimer, de

niet-standaard werkende – op de agenda staat van wetenschappers, wetgevers en

beleidsmakers. Vandaag wil ik met u de sociale zekerheid van de niet-standaard werkenden

in Nederland bespreken. Uiteraard speelt deze kwestie ook in het buitenland en daarom

geef ik op het eind van mijn presentatie ook nog wat Europeesrechtelijke aspecten aan.

Laten we beginnen met de titel van mijn presentatie: hoe sociaal en hoe zeker? De eerste

vraag die dan op tafel ligt is: wat betekent sociaal? Daaraan gekoppelde vragen zijn: Wat is

sociaal genoeg? En wat is sociaal gewenst? Het antwoord op die vragen is niet zo eenvoudig.

Ook is het beantwoorden van die vragen niet voorbehouden aan één groep experts

bijvoorbeeld juristen. Het vraagt ook een inbreng van de politiek en de maatschappij en is

bovendien onderhevig aan de tijd.

Factoren als solidariteit, eigen verantwoordelijkheid, het groeiende individualisme,

vergrijzing, bestaanszekerheid, bescherming enz. spelen een essentiële rol in de discussie.

Ook is het belangrijk om ons te blijven realiseren dat wij hier in Nederland (en in West-

Europa) onze welvaartsstaat hebben opgebouwd, nog niet zo lang geleden, juist door

gezamenlijk enkele basiswaarden voorop te stellen. Die waarden, zoals de horizontale en

verticale solidariteit, bestaanszekerheid en bescherming, lijken aan belang in te boeten door

de platformeconomie en door de groeiende flexibilisering.

In Tilburg zijn we bezig met een onderzoeksproject, gesubsidieerd door het Gak, en dat is

specifiek gericht op de sociale zekerheidspositie van de niet-standaard werkenden.2 De

vorige spreker, Robert Knegt, gaf ons inzicht in hoeverre platformarbeid werkelijk een

nieuwe vorm van arbeid is als we het door de eeuwen heen bekijken. Arbeid is altijd

1 Dit is de uitgeschreven tekst van de mondelinge presentatie bij het NISZ (Nederlands Instituut voor Sociale

Zekerheid) op 19 april 2018 in Den Haag. Deelnemers aan de studiemiddag waren afkomstig van o.a. het

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Ministerie van Economische Zaken, SER, CPB, Universiteiten,

CNV, VCP, FNV, GAK, Advocatenkantoor, platform Werkspot, TNO, VNO-NCW-MKB, NGSZ. 2 Zie ook de laatste slide bij deze presentatie voor meer informatie.

Page 3: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

2

georganiseerd geweest in verschillende vormen: als zelfstandige, in loondienst, in

dagloondienst, korte tijd contracten, seizoenscontracten, via markten (te vergelijken met

platformen?) … Maar regulering lijkt nu wel een probleem te zijn. Ook is het contrast met de

‘klassieke werknemer’ steeds groter aan het worden en lijkt de niet-standaard werknemer

het kind van de rekening te zijn.

♯2. Goed, waar hebben we het nu eigenlijk precies over als we spreken over de

platformwerker of de niet-standaard werkende? Dat laat ik u graag zien aan de hand van een

reeks krantenberichten uit het Fd, de Volkskrant en Trouw van 2017 en 2018. Het eerste

bericht gaat over de ‘Digitale nomaden’.3 Wie zijn dit? Het zijn (vaak jonge) mensen die niet

aan haard en huis gebonden zijn maar hun werk overal kunnen doen. Overal ter wereld. Het

enige wat deze mensen nodig hebben is goedkope wifi, goedkoop leven en andere

‘nomaden’. Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, vertalers,

freelance journalisten, verhuurders/koopmannen die hun zaken puur digitaal regelen. Deze

digitale nomaden leven bijvoorbeeld 3 maanden in Noord-Thailand, trekken tijdens het

regenseizoen naar het Zuiden en zitten in de zomer graag in goedkope Europese steden.

Vaak leven en werken ze ook in groepen: samen een werkplek huren, samen een huis huren

en ondertussen ook genieten van zon, zee en strand. Geen 9-tot-5-baan, maar werken

wanneer en waar het het beste uitkomt. Wie wil dat nu niet? Deze digitale nomaden doen

het gewoon ook zo. Er is trouwens ook wel wat weerstand aan het ontstaan tegen deze

groepen van migranten die wel langere tijd in een land verblijven maar er weinig tot niets

bijdragen aan de samenleving en ook geen belasting betalen voor faciliteiten, voorzieningen

in de gemeenten, steden, plaatsen waar ze maanden verblijven en jaarlijks naar terugkeren

… Maar goed, waar wij vooral in geïnteresseerd zijn, is in hoe de sociale zekerheid van deze

digitale nomaden is opgebouwd. En of er al iets is opgebouwd? En in welk land dan? U

begrijpt dat nationaliteit voor deze mensen nauwelijks een rol speelt. Maar zijn of voelen ze

zich wel verbonden met een land om in geval van ‘nood’ naar terug te keren? Wat als deze

nieuwe werkende ernstig ziek wordt of een ongeval krijgt? Wil hij dan terug naar zijn

geboorteland? Of vaderland? Of land waar hij eerder al werkte? En heeft hij daar ooit iets

opgebouwd? Is daar een socialezekerheidsvangnet? Bouwt deze persoon nu ook ergens

pensioen op? Hoe dan? Waar geeft hij zijn inkomsten op? Kan dat gecontroleerd worden?

Hoeveel contributie voor sociale zekerheid zou de digitale nomade betalen en waar? En

misschien wel nergens? Of misschien wel op meerdere plaatsen? En waar kan hij ‘later’

terecht als hij zich wel wil settelen? Het zijn heel terechte vragen die voor de sociale

zekerheid enorm van belang zijn: niet alleen voor de persoon zelf maar uiteraard ook voor

de betaalbaarheid en duurzaamheid van het systeem.

3 Trouw, ‘Digitale nomaden: overal thuis’, 31 maart 2018.

Page 4: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

3

Een tweede bericht gaat over de familie Bellinga. Dit bericht kwam ik ook tegen in de krant

Trouw.4 Met verbazing heb ik dit artikel over deze vloggers gelezen. Het is een hele andere

wereld, een hele andere manier van leven en geld verdienen. Het gaat om een jong gezin

met 3 kleine kinderen waarvan de twee oudsten (3 en 5 jaar) ook al hun eigen YouTube-

kanaal hebben en vader en moeder werkelijk alles delen op hun familie-YouTube-kanaal.

Door de hele dag te vloggen hebben zij van hun hobby hun werk gemaakt. Trots vertellen ze:

‘Wij werken hier fulltime aan. Negentig procent van ons inkomen komt uit

reclameblokjes op YouTube over onze vlogs. En we krijgen soms spullen in ruil voor

gratis reclame op ons kanaal.’

Wel, bij dit soort berichten vraag ik mij dus heel erg af: wat doen zij met hun sociale

zekerheid en belastingen? Geven deze mensen inkomsten aan en al hun inkomsten? En wat

dan met bonnen, kortingskaarten, inkomsttickets, kleding, schoenen, uitstapjes die ze

ontvangen: is dat inkomen? Ja toch? Maar ook voor ons huidige socialezekerheidssysteem?

En wat als één van de ouders bijvoorbeeld uitvalt en niet meer kan meedraaien in de ‘vlogs’

en de YouTube-kanalen van de familie? Verwachten en krijgen zij dan ergens een

vervangingsinkomen?

Goed, laten we dan nu eens kijken naar wat zo vaak in het nieuws komt: de platformwerkers

van Deliveroo. Hoe zit het daar nu mee? Het volgende bericht van september 2017 heeft de

kop: ‘Bezorgers willen niet in vaste dienst’.5 Dat is wat Deliveroo beweert natuurlijk. En dan

hebben we ook het volgende bericht dat het tegendeel beweert. Dat bericht is van de

werkenden: ‘Werknemers bezorgservice Deliveroo voeren actie tegen

schijnzelfstandigheid’.6 Deze werkenden voerden op 1 januari 2018 actie door te ‘staken’/te

protesteren. Tot zover berichten over de ‘nieuwe’ categorie werkenden, die duidelijk een

ander werk- en leefpatroon hebben dan wat wij tot nu toe meestal verstaan onder werk.

Er is echter ook een klassieke groep ‘werkenden’ die toch met grote onzekerheid te maken

heeft. Ik doel hiermee op de ‘flexwerkers’. Uit volgend bericht blijkt dat deze categorie stijgt

en vooral ook stijgt onder een bepaalde groep mensen, namelijk de zogenaamd

laagopgeleiden. Dat is natuurlijk geen goede ontwikkeling. De vaste banen lijken dus meer

naar de hoogopgeleiden te gaan. De kop van dit CBS-bericht luidt als volgt:7

‘Aantal flexbanen stijgt sneller dan vaste contracten in 2017. Flexwerk groeide in

2017 harder dan vast, blijkt uit nieuwe CBS-cijfers. Er kwamen ook veel vaste banen

bij, maar die gingen voor 78% naar hogeropgeleiden.’

4 Trouw, ‘De Bellinga’s. Dit is pure emotie’, 31 maart 2018. 5 NOS, ‘Bezorgers willen niet in vaste dienst, zegt Deliveroo’, 14 september 2017 (zie ook ANP-berichtgeving 13

en 14 september in meerdere kranten), www.nos.nl. 6 Fd, ‘Werknemers bezorgservice Deliveroo voeren actie tegen “schijnzelfstandigheid”’, 1 januari 2018. 7 Fd, ‘Aantal flexbanen stijgt sneller dan vaste contracten in 2017’, 19 februari 2018.

Page 5: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

4

Het zesde bericht dat ik graag met u wil delen, gaat over de innerlijke kant van de flexmens.8

Dit bericht raakte me en ik roep u allen op om ook stil te staan bij de andere kant van de

flexwereld: het gaat niet alleen om beter en goedkoper voor de consument. Het gaat ook om

de werkende mens achter deze ‘race tegen de klok’ bij bestellingen en de ‘race-to-the-

bottom’ bij nog lagere prijzen voor veel producten en diensten. De flexibilisering ten top. U

ziet toch ook die opgejaagde man die bij u aan de deur belt met een pakje voor u of de

buren? Hij heeft geen tijd om langer dan 2 seconden te wachten tot de deur opengaat. Hij

moet voort. Snel. Naar de volgende klant. En hij krijgt als wederdienst in ieder geval niet veel

betaald. Wel, in dit artikel wijst de hoogleraar sociologie Sennett op het gevaar en de

negatieve kant van deze doorgeschoten flexibilisering. Wij zijn daar mentaal niet tegen

bestand. De stress van tijdelijke contracten is funest.9

Laten we nu weer heel concreet terug naar de Nederlandse situatie van de zzp’ers. In dit

zevende nieuwsbericht lezen we de volgende kop: ‘De overheid heeft niet veel aan de

zzp’er.10 In het bericht staat verder:

‘Een zzp’er kost het Rijk meer dan dat hij oplevert. Naar die conclusie neigt het

onlangs verschenen rapport van onderzoeksbureau SEO Economisch onderzoek.’

Van de grote groep zzp’ers in Nederland blijkt maar een heel klein deel (3%) door te groeien

tot een bedrijf met personeel. Veertig procent van de zzp’ers blijkt zo weinig te verdienen

dat ze geen belasting hoeven te betalen maar wel gebruik kunnen maken van allerlei fiscale

mogelijkheden en stimuli. De vraag is dus of we deze grote groep werkenden wel terecht als

ondernemers moeten zien of dat het niet eerder mensen zijn die niet voor een baas willen

werken en de oplossing daarvoor dan zoeken in het zzp’schap dat ze eigenlijk ook niet

kunnen waarmaken omdat ze te weinig inkomen genereren en dan wel willen terugvallen op

de staat met allerlei fiscale maatregelen. Dat verklaart de grote groei van de zzp’ers in

Nederland t.o.v. andere landen waar het fiscale regime veel minder gunstig is voor de kleine

zelfstandige.

En zo komen we bij het laatste nieuwsbericht in deze reeks. U heeft nu meer zicht gekregen

op de categorie ‘niet-standaard werkenden’. U ziet dat het om een gevarieerd gezelschap

gaat dat niet zo eenvoudig in één juridisch framework in te passen valt. Ook bevat de groep

zzp’ers in Nederland een groep van 1 miljoen mensen die vaak een onduidelijke, beperkte en

onzekere socialezekerheidspositie hebben. Voor hen moet onze minister Koolmees een

nieuwe regeling bedenken. Dat geeft deze krantenkop mooi aan:

‘Koolmees schiet besmette zzp-wet af, maar echte helderheid komt pas in 2020.’11

8 Volkskrant, socioloog Richard Sennett, ‘Voor de flexmens is het leven niet vol te houden’, 1 juli 2017. 9 Zie ook WRR-Verkenning nr.36: Voor de zekerheid. De toekomst van flexibel werkenden en de moderne

organisatie van arbeid, 7 februari 2017, WRR: Den Haag. 10 Trouw, ‘De overheid heeft niet veel aan de zzp’er, 10 juni 2017.

Page 6: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

5

En daarmee moeten we het nu doen. Wij kunnen met z’n allen wel meedenken en opties

aanreiken want er moet de komende maanden (anderhalf jaar) keihard gewerkt worden om

een nieuwe wettelijke regeling te vormen. Tot die tijd wordt de huidige impopulaire DBA-

wet niet gehandhaafd. Alleen in overduidelijke gevallen van misbruik, waarin partijen

‘opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laten voortbestaan’ kan de

belastingdienst de kwaadwillenden sanctioneren.

♯3. Ter oriëntering geef ik u ook nog enkele trends mee. Ten eerste, in Europa is een

stijgende EU-mobiliteit waarneembaar. Ongeveer 17 miljoen mensen werken en/of wonen in

een andere EU-staat. En ongeveer 1,5 miljoen mensen pendelen dagelijks heen en weer

tussen twee staten. Helaas moet ook vastgesteld worden dat het slecht gesteld is met de

informatie van deze mensen over hun rechten en plichten en over de overdracht van hun

opgebouwde rechten.12

Een tweede trend waar ik u op wil wijzen is de stijging van de groep niet-standaard

werkenden. Het is duidelijk: steeds meer mensen werken part time, tijdelijk of als

economisch afhankelijke zelfstandige. Deze drie vormen van niet-standaard werk zijn nog

steeds minder aanwezig dan de permanente, full time baan maar het belang neemt snel toe.

Overal in de OESO-landen maken deze drie atypische arbeidsrelaties al één derde uit van alle

arbeidsrelaties.

Nederland springt er soms ook bovenuit: zo werkt in Nederland de helft van de

beroepsbevolking in deeltijd!13 En de logische daaraan gekoppelde vraag is dan hoe het met

de sociale bescherming van deze groep werkenden gesteld is? Wat arbeidsrecht en sociale

zekerheid aangaat is het duidelijk dat deze takken minder bescherming bieden dan aan de

mensen met een vaste, onbepaalde tijd arbeidsovereenkomst.

♯4. Om de veranderende rechtspositie van de werkende wat scherper te tekenen, zou je ook

kunnen spreken van een evolutie van ‘de werknemer’ naar ‘de werkende’. We spreken meer

en meer van ‘werkenden’ op de arbeidsmarkt, niet zozeer meer van de ‘werknemer’ omdat

die categorie te beperkt is en de niet-standaard werkenden niet automatisch insluit. Als we

die wijziging op de arbeidsmarkt en in de rechtspositie in het kort zouden moeten

omschrijven, zou ik het als volgt formuleren. De ‘klassieke werknemer’ had/heeft meer

zekerheid, meer bescherming, meer duidelijkheid en meer recht. Daar tegenover staat de

‘nieuwe werkende’ (dit is zowel de platformwerker als de zzp’er als de atypische werkende)

en voor hem geldt het tegenovergestelde: minder zekerheid, minder bescherming, minder

11 Fd, ‘Koolmees schiet besmette zzp-wet af, maar echte helderheid komt pas in 2020’, 9 februari 2018. 12 EC Persbericht, 13 maart 2018, Commissie presenteert voorstellen voor een Europese Arbeidsautoriteit en

voor een bredere toegang tot sociale bescherming. 13 Eurostat.

Page 7: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

6

transparantie en minder recht. Uiteraard gelden er bij niet-standaard werk nog andere

factoren zoals de flexibiliteit, de grotere keuze of de lagere prijs voor de producten en

diensten; maar vanmiddag houden we het op de socialezekerheidspositie van de nieuwe

werkenden en die lijkt alleen maar minder te worden. De grote verliezer van dit hele

veranderingsproces lijkt de ‘nieuwe werkende’.

♯5. Samenvattend zou je kunnen zeggen dat voor een heleboel mensen in de samenleving of

op de arbeidsmarkt duidelijk is welk statuut zij hebben: ze zijn werknemer, of zelfstandige, of

niet-werkend, of student, of gepensioneerd, … Maar een groeiende groep mensen heeft

geen duidelijk statuut of zelfs geen statuut. Die (sociale) onzekerheid is niet gewenst en

moet geregeld worden. Meer inzicht en meer regulering is nodig voor betrokkenen maar

zeker ook voor de samenleving en de duurzaamheid van de socialezekerheidssystemen.

♯6. Om inhoudelijk in te gaan op de niet-standaard arbeidsrelaties, is het goed om de

standaard arbeidsrelatie nog eens te typeren. De standaard arbeidsrelatie bepaalt namelijk

het kader van onze discussie vanmiddag. Een goed vertrekpunt is hierbij de definitie van

Walton (2016). Een typische standaard arbeidsrelatie is:14

‘a stable, open-ended and direct arrangement between a dependent, full-time

employee and their unitary employer’

In dat artikel in het tijdschrift TRA hebben we het over interne en externe uitdagingen voor

de standaard arbeidsrelatie. Laten we beginnen met de interne ontwikkelingen (zie ♯7).

♯7. De interne uitdagingen situeren zich rond de drie klassieke elementen van een standaard

arbeidsrelatie: de gezagsverhouding, de arbeid en het loon. Op de slide is dat weergegeven

in een driehoeksfiguur met op elke punt van de driehoek een aantal kenmerken van elk van

de drie klassieke elementen. Dat ziet er dus uit als volgt.

Ten eerste, de gezagsverhouding: die vinden we terug in het element ‘de arbeidsrelatie’

zoals aan de top van de driehoek te zien is. Die arbeidsrelatie omvat o.a. de elementen:

- de persoonlijke ondergeschiktheid

- de economische ondergeschiktheid

- het bilateraal karakter

- de wederkerigheid van de verbintenissen 14 Cfr. artikel dat we vorig jaar in Tilburg schreven: Montebovi, Barrio en Schoukens, De sociale zekerheid en de

niet-standaard arbeidsrelaties: ontwikkelingen in Europa en Nederland, TRA 2017/82.

Page 8: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

7

- het salaris

- het werk bij de werkgever

Het is duidelijk dat niet alle elementen altijd (meer) aanwezig zijn, denk bijv. aan het ‘werk

bij de werkgever’. Dat element is in de loop der jaren al een heel stuk minder essentieel

geworden. We kennen allemaal mensen die vandaag de dag niet meer alle dagen op kantoor

of op de vestiging van de werkgever aanwezig hoeven te zijn voor hun werk. Denk aan

onszelf: wij kunnen bijna allemaal ook thuis werken of op een andere locatie. Maar ook

andere elementen zoals de ‘economische ondergeschiktheid’ zijn minder doorslaggevend

geworden. Mensen kunnen bij meerdere werkgevers tegelijk werken en zijn daardoor

minder afhankelijk van die ene werkgever.

Het tweede element, de arbeid: dat element vinden we terug in de omschrijving

‘arbeidsstabiliteit’ zoals in de linkerhoek van de driehoek te zien is. Arbeidsstabiliteit omvat

de factoren ‘onbepaalde tijd’ en ‘full time’. Zo is nog steeds de klassieke referentie: een full

time arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bij één werkgever. Maar die referentie gaat

voor een steeds grotere groep werkenden niet meer op. Er zijn steeds meer afwijkingen van

dat klassieke referentiekader: part time werkenden, tijdelijke contractanten, gelijktijdige

parttime banen bij verschillende werkgevers, etc. De variatie is groot.

Het derde element van de klassieke arbeidsrelatie is het loon/het salaris. Dat element vinden

we terug in de omschrijving ‘inkomenszekerheid’ zoals in de rechterhoek van de driehoek te

zien is. In de klassieke arbeidsrelatie wordt onder inkomenszekerheid verstaan: een

voldoende hoog salaris om van te kunnen leven (bestaanszekerheid is gewaarborgd) en ook

de verwachting van de werkende om in geval van nood terug te kunnen vallen op sociale

bescherming.

Deze drie klassieke elementen – de arbeidsrelatie, de arbeidszekerheid, de

inkomenszekerheid – kunt u ook terugvinden in het TRA-artikel waarnaar ik zojuist verwees.

Daar zijn deze elementen nog verder uitgewerkt. Voor vanmiddag houd ik het bij deze korte

omschrijving.

♯8. Naast de interne uitdagingen/ontwikkelingen, zijn er ook de externe uitdagingen bij

standaard arbeidsrelaties. U ziet hier drie vormen van niet-standaard arbeidsrelaties: part

time werk, werk in een bepaalde tijd arbeidsovereenkomst en werk als zelfstandige. In deze

drie vormen van arbeid wordt duidelijk afgeweken van het klassieke patroon werknemer-

werkgever met onbepaalde tijd arbeidsovereenkomst. Eén of meerdere kenmerken van de

klassieke arbeidsrelatie ontbreekt/ontbreken in deze drie soorten arbeid. Maar – om het nog

Page 9: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

8

complexer te maken – zien we dat er tegenwoordig een scala aan combinaties bestaat

binnen één werkend persoon. Dat kan tegelijk of achtereenvolgens zijn: bijvoorbeeld:

- iemand is part timer en daarnaast als zelfstandige werkzaam

- iemand is part timer en werkt van tijdelijk naar tijdelijk contract

- een freelancer werkt als zelfstandige, en soms ook tegelijk bij twee of drie

werkgevers in een kleine, tijdelijke baan.

In de cirkels die u op het scherm (de slide) ziet, staan ook andere vormen van afwijkende

arbeidsrelaties: uitzendwerk, stages, marginaal werk, crowd work, zzp’er enz. Dit is allemaal

niet-standaard werk. Soms is er bewust voor gekozen, en soms komen mensen onvrijwillig in

zulke niet-standaard relaties terecht. Ze worden er naar toe getrokken of geforceerd (take it

or leave it).

Wat in ieder geval belangrijk is om te onthouden voor het verhaal van vanmiddag: atypische

arbeid is geen recent fenomeen (zie ook het verhaal van R. Knegt hiervoor) maar het lijkt nu

wel in een groot contrast te staan met andere groepen werkenden die wel de bescherming

van de klassieke arbeidsrelatie genieten.

♯9. Waarom richten wij onze aandacht in feite nu op deze niet-standaard werkenden en hun

socialezekerheidsbescherming? Het gaat in de eerste plaats om de bescherming van de

werkenden zelf. Zij werken en verdienen daarom ook zekerheid en duidelijkheid over hun

rechtspositie. Maar het gaat in de tweede plaats ook om de betaalbaarheid en houdbaarheid

van ons socialezekerheidsstelsel. U ziet hier de koffertjes van de Miljoenennota.15 Aan de

linkerkant de inkomsten, aan de rechterkant de uitgaven. Wat valt op aan de kant van de

uitgaven? Kijkt u eens naar de twee grootste koffers: dat zijn? De zorg en de sociale

zekerheid/arbeidsmarkt. Dat zijn enorme bedragen die daarin omgaan: 75.5 miljard euro

voor de zorg en 78.5 miljard euro voor de sociale zekerheid/arbeidsmarkt. Dat betekent

eenvoudigweg dat als wij de zorg en de sociale zekerheid willen behouden zoals die nu

geregeld zijn (koffers rechts), dat moeten de inkomsten daarvoor ook gegarandeerd blijven

(koffers links). Er is geen reden om aan te nemen dat wij in de toekomst minder geld aan

zorg (willen) besteden en minder geld nodig hebben voor sociale zekerheid en arbeidsmarkt

gerelateerde onderwerpen.

Dus, wij moeten waken voor voldoende geldinstroom. Tot op heden gebeurde dat voor een

heel groot deel door de ‘premies werknemersverzekeringen’: het koffertje van bijna 60

miljard aan de linkerkant. Als dat koffertje steeds minder goed gevuld wordt omdat er

minder mensen werknemer zijn, dan moeten de uitgaven uiteraard door een ander potje

gespijsd worden. Of meer mensen moeten wél werknemer worden – of een gelijkaardige

positie – en dan van daaruit wel premies afdragen en in ruil daarvoor een betere

socialezekerheidspositie opbouwen. Die logica is niet moeilijk en moeten we aan iedereen

15 Zie Miljoenennota 2017.

Page 10: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

9

blijven uitleggen. Je kan niet ‘niet bijdragen’ en toch ‘inkomenszekerheid via uitkeringen’

verwachten. Dat begrijpen ook de studenten als wij hen deze spanning uitleggen. En dat

moeten ook alle werkenden en niet-werkenden zich realiseren.

Dat er atypische arbeidsrelaties zijn, is geen probleem. Daar hoeven we ons ook niet tegen

te verzetten of deze te negeren. Maar wat wel een probleem is, is de slechte en beperkte

inzichten die men heeft in de positie van de ‘atypische werkende’: hoeveel pensioen bouwt

hij op? Wat bij ziekte? Wat bij arbeidsongeschiktheid? Wat als er onvoldoende opdrachten

zijn en dus geen inkomen? Dat zijn vragen waarvoor de antwoorden moeten gezocht

worden. En een antwoord zoeken, kan alleen maar als het probleem helder is. Dat is iets

waar op dit moment veel mensen zich mee bezig houden, ook bij de overheid, ook bij de

SER.

♯10. Datgene wat wij hier nu vanmiddag bespreken en wat u in krantenberichten zowat

dagelijks tegenkomst – de uitbreiding van de atypische arbeidsrelaties – is geen Nederlands

fenomeen. Het is uiteraard een nationale en Europese ontwikkeling. En de oplossingen en

aanpassingen moeten daarom ook van die twee kanten komen.

Aan de ene kant: nationale stappen en oplossingen:

Er zijn landen die al stappen richting de formalisering van de rechtspositie van de niet-

standaard werkenden hebben gezet, maar daar ook al weer van terugkomen.

Voorbeeld 1: Italië. Daar was het gebruik van de aparte categorie van de para-subordinati té

groot; de specifieke regeling voor deze niet-standaard werkenden werd in feite misbruikt en

daarom ook afgeschaft. Voorbeeld 2: Spanje. Ook daar bestaat al langer een aparte

wettelijke regeling voor de mensen die zich als zelfstandigen op de arbeidsmarkt aanbieden

maar wel erg afhankelijk zijn van één cliënt (minimaal voor 75% van hun inkomen).16 Deze

aparte categorie is in Spanje helemaal geen succes. In september 2016 bleken slechts 10.250

mensen te zijn geregistreerd als TRADE.17 Toch zijn er in Spanje veel meer mensen werkzaam

als economisch afhankelijk zelfstandige. Zij zijn dus niet geregistreerd in de wettelijke

systemen maar blijken liever via het informele circuit hun geld te verdienen.

Naast deze landen waar geprobeerd is om de nieuwe werkenden in te laten stromen in een

nieuwe wettelijke categorie, zijn er ook landen die vanuit hun bestaande stelsels deze

evolutie beter lijken op te kunnen vangen. Denk hierbij aan de Nordic countries en ook

beetje aan Nederland (omwille van de AOW en de ZVW).18

16 In Spanje wordt deze categorie van economisch afhankelijke zelfstandigen aangeduid met het begrip TRADE,

trabajador autónomo económicamente dependiente. Zie art.11 van Wet 20/2007, 11 juli (zoek via Ley

20/2007). 17 Europa Press, 20 september 2016 (zoekterm: Europa Press, 20 september 2016, solo 10.250). 18 AOW: Algemene Ouderdomswet; ZVW: Zorgverzekeringswet.

Page 11: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

10

Aan de andere kant: Europese stappen en ontwikkelingen:

Voor platformwerkers zijn er natuurlijk geen fysieke grenzen. En ook andere categorieën

atypische werkenden combineren steeds makkelijker werk uit verschillende landen, al dan

niet tijdelijk en al dan niet in combinatie met een klassieke baan. Bovendien moet de EU-

mobiliteit ook bevorderd en ondersteund worden. Dus ook vanuit de EU horen stappen te

worden ondernomen, en dat gebeurt ook. Op het eind van mijn presentatie kom ik daar nog

op terug. In de Europese coördinatieverordeningen is er echter op dit moment nog niets

specifiek geregeld voor deze erg mobiele werkenden.

♯11. Aan welke oplossingsrichtingen kunnen we nu denken? Verschillende opties zijn

mogelijk. Op deze foto (slide) zien we twee bestaande takken (het werknemersstelsel en het

zelfstandigenstelsel) en daaruit groeit een derde tak. Deze tak kan los van de twee

bestaande stelsels verder groeien of heeft wel een link met het werknemersstelsel of een

link met het zelfstandigenstelsel.

♯12. Andere opties zijn echter ook mogelijk.

Optie A: drie gelijkwaardige stelsels, los van elkaar ontstaan en los van elkaar laten bestaan;

het werknemersstelsel, het zelfstandigenstelsel en het stelsel voor de atypische werkenden.

Landen die al ervaring hebben met deze inrichting van het sociale stelsel (soms voor de

sociale zekerheid, soms voor het arbeidsrecht, soms voor het fiscale stelsel): Duitsland,

Italië, Engeland, Spanje.

Optie B: meer dan drie gelijkwaardige stelsels, los van elkaar ontstaan en los van elkaar

bestaan: het werknemersstelsel, het zelfstandigenstelsel, een stelsel voor platformwerkers,

een stelsel voor mensen met marginale banen (weinig uren, laag inkomen), een stelsel voor

zzp’ers die sterk afhankelijk zijn van één opdrachtgever, ….

In ieder geval moet duidelijkheid en onderzoek komen:

- naar de contractuele status van de opdrachtnemers van de nieuwe vormen van

werk (crowd work, platformwerk, …) EN

- naar de verplichtingen van de bemiddelaars

En hierbij moet altijd aandacht zijn voor de mogelijkheden van deze werknemers voor het

onderhandelen over lonen / werktijden / arbeidsvoorwaarden / vakantiedagen / pensioenen

/ moederschapsrechten / vaderschapsverlof / ziektekostenverzekering door de werkgever of

opdrachtgever betaald / andere arbeidsrechten / ook bescherming van eigenaarschap van

geproduceerde intellectuele eigendom / et cetera.

Page 12: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

11

♯13. De context van de niet-standaard werkenden is nu wel voldoende geschetst,

veronderstel ik. Daarom wil ik met u nog eens terug naar de kern van de zaak: WAT is het

probleem precies? En daarna: WELKE mogelijke oplossingen liggen er (zie ♯14) ?

Eerst het PROBLEEM:

Wel, dat gaat om de betaalbaarheid / toekomst / duurzaamheid van de sociale zekerheid.

Kijkt u concreet naar de snelle veranderingen op de arbeidsmarkt in de laatste decennia.

Vroeger hadden we grofweg een gemêleerd en min of meer evenwichtig gezelschap van

werknemers, zelfstandigen, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden. Daarna kwamen er

steeds meer kleine zelfstandigen, meer gepensioneerden en soms ook meer

uitkeringsgerechtigden (meer WAO’ers en WIA’ers en in tijden van crisis meer werklozen) en

minder ‘klassieke/standaard werknemers’. Die trend zet zich door: die groep ‘klassieke

werknemers’ krimpt nog steeds, de groep gepensioneerden groeit maar ook de groepen

digitaal werkenden en erg flexibel werkenden nemen een belangrijke rol in op de

arbeidsmarkt.

En toch willen wij allen voldoende socialezekerheidsbescherming. Dat moet betaald worden

en ook geregeld in aangepaste systemen.

U ziet op het scherm (slide nr.13) verschillende elementen die gekoppeld zijn aan het

probleem. Zo is er in ieder geval in Nederland een enorme stijging van het aantal zzp’ers. En

hebben we ook te maken met schijnzelfstandigen. Daarnaast is er een stijging van het aantal

platformwerkers.

Het grote probleem bij de niet-standaard werkenden is dat de ‘kleine zzp’er’ niet

doorgroeit.19 De cijfers zijn ontluisterend: 40% van de zzp’ers verdient jaarlijks minder dan

€16.500 en hoeft dus geen belasting te betalen maar heeft wel de zelfstandigenaftrek. Die

belastingaftrek is voor hen zelfs misschien onmisbaar, aldus SEO. Grote vraag is of deze

mensen echte ondernemers willen en kunnen zijn? Moet het ondernemerschap via de

zelfstandigenaftrek worden gestimuleerd? Zo creëert Nederland vooral ondernemers aan de

onderkant van de markt en daar maakt de overheid zich zorgen over. Deze mensen ‘kopen’

hun vrijheid en willen niet onder een baas werken maar wat leveren ze op aan de economie,

aan Nederland? Want ook voor hen bestaat de zelfstandigenaftrek. Andere landen hebben

minder aantrekkelijke/riante fiscale regelingen.

In plaats van te denken aan een ‘probleem’, zoals wij nu ook doen, zijn er ook mensen die

anders redeneren. Volgens is er geen probleem voor ‘dé maatschappij’ omdat de niet-

standaard werkenden zelf kiezen voor hun werksituatie en daarom dus ook zelf

verantwoordelijk zijn voor hun eigen socialezekerheidspositie en – bescherming. Dat lijkt me

19 SEO-onderzoek 2017.

Page 13: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

12

een beetje kort door de bocht. Want we weten allemaal dat niet iedereen ten volle bewust

kiest voor het zzp’schap of het platformwerk, maar er soms door de omstandigheden en de

markt toe gedwongen wordt.

Een ander probleempunt is de factor ‘arbeid’ als basis voor de contributie. Want wat is

‘arbeid’ nu precies? Denk daarbij aan de familie Bellinga aan het begin van mijn verhaal. Zij

hebben/doen geen arbeid in de klassieke zin van het woord, maar ze hebben wel een

(prima) inkomen. Wat zou dan de basis voor contributies voor sociale zekerheid moeten zijn?

Niet meer alleen arbeid, maar wellicht moeten we dus ook kijken naar het ‘inkomen’ van

mensen en op grond daarvan premies vaststellen en laten afdragen.20

De gebrekkige socialezekerheidsbescherming van de niet-standaard werkenden ligt nu

vooral bij het pensioen en de langdurige arbeidsongeschiktheid. Voor het pensioen voorziet

de eerste pijler (de AOW) gelukkig wel in een basisvoorziening. Maar voor de mensen met

wisselende banen is er een probleem bij de tweede en derde pijler. De klusseneconomie is

namelijk nefast voor de opbouw in de tweede en derde pijler. Bovendien blijkt uit onderzoek

dat het sparen (derde pijler) wel gebeurt bij de zzp’ers maar alleen bij hen die een

voldoende tot hoog inkomen hebben.21 Dus het probleem van de beperkte bescherming en

pensioenopbouw ligt heel sterk bij de onderkant van de markt.

Een ander punt dat zeker het probleem sterk voedt, is de verschillende structuur, aanpak en

begripsbepaling van ‘arbeid’ in de stelsels voor sociale zekerheid (1), het arbeidsrecht (2) en

de fiscaliteit (3). Hier ligt voor een groot deel de oorzaak van het probleem, maar misschien

ligt daar ook juist de oplossing.

Die verschillende structuur, verschillende aanpak en ook verschillende begripsbepaling van

de ‘werknemer’ komt ook terug in binnen de takken van het sociaal recht. Zo maakt het

recente boek van ‘De werknemerachtige in het sociaal recht. Een verkenning’ ook duidelijk.22

In dit onderzoek is ‘de werknemerachtige’ vanuit verschillende hoeken bestudeerd: het

mededingingsrecht, het publieke arbeidsrecht, het pensioenrecht, het arbeidsovereen-

komstenrecht, … Een belangrijk inzicht, aldus de onderzoekers, is dat

‘de problemen van werknemerachtigen en hun oplossingen per rechtsgebied

verschillen. […]. Men kan dat als verwarrend en nodeloos complicerend betitelen,

maar men kan ook aanvaarden dat dit de werkelijkheid is: een patchworkdeken. Het

20 Zie ook TRA-artikel 2017/82. Zie ook M. Westerveld, ‘Sociale zekerheid’, in: J.H. Bennaars e.a. (red.), De

werknemerachtige in het sociaal recht. Een verkenning, Deventer: Wolters Kluwer 2018, p.209. Westerveld

spreekt van een ‘toename van onverzekerde en daarmee niet-premieplichtige arbeid’. 21 Zie o.a. M. Kremer, ‘De verschillende gezichten van onzekerheid. Flexibel werkenden over werk, familie en

sociale zekerheid’ in: M. Kremer, R. Went en A. Knottnerus (red.), Voor de zekerheid. De toekomst van flexibel

werkenden en de moderne organisatie van arbeid, WRR; Den Haag 2017, p.112-115. Zie ook F. Dekker, Flexible

employment, risk and the welfare state (diss. Rotterdam), 2011. 22 J.H. Bennaars e.a. (red.), .), De werknemerachtige in het sociaal recht. Een verkenning, Deventer: Wolters

Kluwer 2018, ieder hoofdstuk en de conclusies p.220.

Page 14: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

13

voordeel daarvan is dat een oplossing op een deelgebied niet direct voor alles hoeft

te passen.’

Deze onderzoekers geven ons mee dat de wetgever, als dat al mogelijk zou zijn, het

probleem niet meteen in één keer hoeft op te lossen.

♯14. We hadden het net over het probleem, nu kijken we naar mogelijke OPLOSSINGEN.

Waar te beginnen?

Ik zou starten met het definiëren van de ‘sociale zekerheid’. Welke sociale risico’s precies

vinden wij, de maatschappij, dat getackeld moeten worden? Wat hoort in die sociale

zekerheid thuis, minimaal en maximaal? Zijn opties, gradaties mogelijk? Kiezen we voor de

platformwerker - of voor elke niet-standaardwerker – de positie van de werknemer of van

de zelfstandige? Of toch een eigen rechtsstelsel? Dat is een serieuze discussie waarover nog

heel wat gedebatteerd moet worden. Dat laat ik nu verder rusten omwille van de beperkte

tijd en ook het doel van deze middag.

Een tweede punt dat bij de oplossingen hoort te worden betrokken, is artikel 20 van de

Nederlandse grondwet. Zowel lid 1 als lid 2 bieden naar mijn mening goede

aanknopingspunten voor regulering van de rechtspositie van de niet-standaard werkenden.

Een juridisch vacuüm voor de niet-standaard werkende, en meer bepaald de

platformwerker, kunnen we ons niet veroorloven.

Een derde aanknopingspunt ligt misschien wel bij de bestaande wetgeving: het rariteiten-KB

met ook de fictieve dienstbetrekkingen, de gelijkstellingen en de uitbreidingen van de

persoonlijke werkingssfeer van de werknemersverzekeringen.

Een vierde punt van aandacht bij de oplossing(en) zit bij het leidende criterium voor de

hoogte van de sociale zekerheid en van de contributies. Wat is leidend: de inkomsten of de

arbeid? En wat als er een mix is van ondernemerschap en werknemerschap? En is een

platformwerker nu een werknemer of een ondernemer/entrepeneur? Robert Reich

(Amerikaans wetenschapper en oud-minister van Arbeid in de VS) stelt:23

‘als iemand meer dan de helft van zijn inkomsten of gewerkte uren uit één bron

haalt, dan moet die bron (persoon, bedrijf) verantwoordelijk zijn voor de

arbeidsrechtelijke bescherming en de sociale verzekeringen. Het is vreemd om in zo’n

situatie over die persoon als een zelfstandig ondernemer te spreken en niet als een

werknemer.’

23 R. Reich, Why the sharing economy is harming workers – and what must be done, 2015,

robertreich.org/post/134080559175. Zie ook C. Thomas, ‘De Ik-BV. Hoe digitaal delen werk verandert’, in: M.

Kremer, R. Went en A. Knottnerus (red.), Voor de zekerheid. De toekomst van flexibel werkenden en de

moderne organisatie van arbeid, WRR; Den Haag 2017, p.191-209.

Page 15: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

14

Een vijfde haakje om bij aan te knopen, wil ik nog wel eens grondig doordenken: het gaat om

de oude, afgeschafte AAW. Deze volksverzekering, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet,

voorzag in een universele regeling bij arbeidsongeschiktheid, los van de werknemersstatus.

De wet is ten onder gegaan aan zijn succes: té veel mensen maakten gebruik ervan en de

regeling was dus te duur om te blijven bestaan. Uiteraard begrijp ik dat we niet terug zullen

grijpen naar die regeling an sich, maar waarom niet de goede punten nog eens analyseren

en proberen in te passen in de huidige lacunes?

Een zesde aanknopingspunt leunt daar tegenaan: de Nordic countries. Hun systeem lijkt de

nieuwe hybride statussen makkelijker te kunnen absorberen dan ons systeem. Een

bestudering van die systemen, is daarom bijna een conditio sine qua non in onze discussie

en constructie van nieuwe regelingen voor de atypisch werkenden.

Een zevende mogelijke oplossingsrichting is de verdere uitwerking van de ‘theorie van de

arbeidsstatuutneutraliteit van de sociale zekerheid en de arbeidsstatuutspecifieke

toepassing’ zoals eerder door Schoukens is aangedragen.24 Dit houdt in dat we kunnen

uitgaan van neutrale basisbeginselen (iedereen bijvoorbeeld een pensioen of een

werkloosheidsuitkering) gecombineerd met de specifieke toepassing per categorie werkende

(een hoger of anders opgebouwd pensioen voor werknemers of een aparte vorm van

werkloosheid voor zelfstandigen). Die theorie willen we nu ook verder uitwerken in het

Tilburgse onderzoeksproject rondom de positie van de atypisch werkende.25

Voor de verschillende aanpak vanuit de verschillende rechtsgebieden, het achtste

aanknopingspunt, verwijs ik naar wat ik hierboven onder ♯13 al aangaf.26

Tot slot, nog een mogelijke oplossing kan vanuit de Europese hoek komen. Ook daar ligt de

casus van de platformwerker en de atypische werkende (en de schijnzelfstandige) op tafel en

wordt op allerlei manieren gezocht naar gepaste oplossingen, rekening houdend met de

subsidiariteitsregel voor Europa en de diversiteit in de lidstaten.

24 P. Schoukens, De sociale zekerheid van de zelfstandige en het Europese Gemeenschapsrecht: de impact van

het vrije verkeer van zelfstandigen, Leuven: Acco, 2000. 25 Tilburg University, Project ‘Grenzen aan atypische arbeid: flexwerk en zelfstandige arbeid getoetst aan

Europese beginselen van het socialezekerheidsrecht’, looptijd tot medio 2020, gefinancierd door het Instituut

Gak, uitgevoerd door A. Barrio en S. Montebovi o.l.v. Prof. P. Schoukens. 26 En zie daarvoor ook de conclusies in J.H. Bennaars e.a. (red.), .), De werknemerachtige in het sociaal recht.

Een verkenning, Deventer: Wolters Kluwer 2018.

Page 16: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

15

Zoals u ziet, laat ik nog meerdere aanknopingsmogelijkheden open. Niemand kan alles in één

keer overzien en ook niet vanuit één discipline. Daarom moeten we blijven communiceren

en ook openstaan voor alle oplossingen die aangedragen worden. Het onderwerp is

tenslotte erg complex.

♯15. Wat voor ons in het Tilburgse project, maar misschien ook voor velen onder u, een

kernelement is, is het bewaren en bewaken van de ‘social community’. Wat willen wij, hier in

Nederland en in Europa, in geen geval loslaten als minimale waarde? De solidariteit? Tussen

wie en met wie? Tegen welke prijs? En wat met de bescherming? Hoe hoog? In welke

varianten? Die waarden zijn de vertreknorm in de discussie en zijn leidend bij de verdere

discussie en ontwerpen.

♯16. Naast deze ‘abstracte’ begrippen van solidariteit en bescherming, wil ik ook de

aandacht vragen voor iets heel concreets: gepersonaliseerde informatie.

Naar mijn mening is de eerste stap in elke discussie: goede informatie. En in deze context

betekent dat informatie over welke rechten zijn opgebouwd, welke helemaal niet en welke

rechten meegenomen kunnen worden etc. Als mensen dat echt zouden weten, zouden zij

beter weloverwogen beslissingen kunnen nemen over ander werk, in andere vormen en

onder andere voorwaarden en evt. ook in een ander land. Algemene informatie over

Rechten en Plichten is meestal wel beschikbaar maar gepersonaliseerde informatie veel

minder.27

♯17. Tot nu toe hebben we het vooral over de situatie in Nederland gehad. Eerder in deze

presentatie heb ik aangegeven dat het Europeesrechtelijke aspect ook aan bod zou komen.

Dat wil ik nu even met u bekijken.

Er is inderdaad ook enige hulp/actie uit Europa.

De Europese Pijler van Sociale Rechten (2017) initieerde nogal wat (wetgevende)

initiatieven.28 Ik som er hier een paar op:

1) het voorstel tot oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit (2018): nodig

voor de goede werking van de arbeidsmarkt.

a. informatie voor migrerende burgers/bedrijven

27 Zie ook Voorstel voor een Aanbeveling van de Raad met betrekking tot de toegang tot sociale bescherming

voor werknemers en zelfstandigen, 13 maart 2018, COM(2018) 132 final, p.4. 28 In de aanloop naar de Europese Pijler van Sociale Rechten werd benadrukt dat de toegang tot sociale

bescherming wordt gehinderd door de ‘grijze zones’ zoals ‘afhankelijke’ en ‘schijn’ zelfstandigheid. Zie EC,

Access to social protection for people working on non-standard contracts and as self-employed in Europe. A

study of national policies, 2017, p.10.

Page 17: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

16

b. betere samenwerking tussen EU-landen, eerlijke en efficiënte regels voor

mobiliteit

c. bemiddelende rol bij grensoverschrijdende conflicten

2) het voorstel Sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen (2018).

Dit is een aanbeveling, dus niet-bindend. Reden: er is wel actie vanuit de EU

nodig, maar er is nog geen politieke consensus over de precieze

betekenis/uitwerking van de bescherming.

a. hulp voor EU-landen om uiteindelijk alle werknemers en zelfstandigen

sociale bescherming te bieden, zeker zij die nu (deels) buiten de boot

vallen

3) het voorstel tot een Europees sociaalzekerheidsnummer (2018)

♯18. En ook wil ik u nog wijzen op een ander voorstel dat volgt vanuit die Europese Pijler van

Sociale Rechten: nl. een nieuwe richtlijn voor meer transparante en voorspelbare

arbeidsvoorwaarden in de hele EU. Dat voorstel is in december 2017 door de EC

goedgekeurd.

Marianne Thyssen, commissaris voor Werkgelegenheid, Sociale Zaken, Vaardigheden en

Arbeidsmobiliteit, voegde daaraan toe:

"Met dit voorstel ondernemen we actie om de transparantie en de voorspelbaarheid

van de arbeidsvoorwaarden te verbeteren. De wereld van het werk verandert snel en

het aantal atypische banen en contracten neemt toe. Dit betekent dat steeds meer

mensen het risico lopen hun fundamentele rechten niet te kunnen uitoefenen, te

beginnen met het recht om kennis te nemen van de voorwaarden waaronder zij

werken. Meer transparantie en voorspelbaarheid komt zowel werknemers als

bedrijven ten goede."

De Commissie verwacht dat het voorstel 2 à 3 miljoen méér werknemers met een atypisch

contract bescherming zal bieden dan de huidige wetgeving.29

♯19. Voor de discussie in/met de zaal wil ik graag volgende stelling op tafel leggen:

‘Platformeconomie: zegen of gevaar voor Sociale Zekerheid?’, meer bepaald:

‘Platformeconomie is schadelijk voor werkenden, want opdrachtgevers (peers of

bedrijven) kunnen werk laten doen zonder daarbij verantwoordelijkheid te nemen

voor bijv. minimumloon, veilige arbeidsomstandigheden, sociale verzekeringen en

pensioenen’

Robert Reich (2017), politiek wetenschapper en oud-minister Arbeid in de VS

29 Persbericht EC, 21 december 2017.

Page 18: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

17

Reich heeft hier zeker een punt. En ook Thomas wijst op de spanning tussen

platformeconomie en fatsoenlijk inkomen30 : ‘Werk in de reguliere economie kent (namelijk

vaak, S. Montebovi) een minimumloon. Op de platformen kan in principe elke prijsafspraak

worden gemaakt. Het gevolg daarvan is een wedloop van digitale micro-entrepeneurs die

met elkaar concurreren op prijs.’

Reich (VS) en Thomas (NL) zeggen in feite: ‘de collectieve dimensie ontbreekt bij

platformeconomie en is wel aanwezig bij regulier werk’31.

In de Verkenning van de WRR (meer bepaald bij auteur C. Thomas) staat naar mijn idee de

clue van de hele platformeconomie kernachtig weergegeven als volgt 32 :

‘Zo bezien is de opkomst van de platformeconomie een ontwikkeling met twee

kanten. Aan de ene kant opent zij nieuwe mogelijkheden voor individuen om in hun

levensonderhoud te voorzien. Aan de andere kant wordt dit juist moeilijker omdat

online-verdiensten niet automatisch leiden tot een stabiel en regelmatig inkomen en

geen garanties bieden op uitkeringen, pensioenen, verlof en andere vormen van

sociale zekerheid.’

De klusseneconomie of de schnabbeleconomie heeft duidelijk een keerzijde: iedereen

probeert wat geld te verdienen. Men gaat van de ene kleine klus naar de andere. Er is

daarbij geen zekerheid over de toekomst, noch over het totaal aan klussen of inkomen.

♯20. Om af te sluiten: deze voorlaatste slide met twee foto’s. Op de ene foto staat een

afbeelding met ‘under construction’. Op de andere foto zien we een paar handen bezig met

een reeks potjes en zaadjes/plantjes. Met deze twee foto’s wil ik aan u allen meegeven dat

er nog volop werk aan de winkel is, maar dat we het ook niet moeten forceren en té snel een

oplossing naar voren moeten willen schuiven. Laten we alstublieft veel

planten/discuteren/opties op tafel leggen en kijken wat haalbaar en levensvastbaar is.

Daar hoort een grondige analyse van de eigen bestaande wetgeving bij maar ook een blik

over de grenzen (rechtsvergelijkend onderzoek), zoals aan het begin van dit verhaal al

aangegeven.

En in feite zou het dus ook gepast zijn om in te zetten op een volledige herziening van de

bestaande arbeidsrechtelijke, socialezekerheidsrechtelijke en fiscale benadering van arbeid

en nieuwe wijzen van inkomensvergaring. Hopelijk laat Minister Koolmees zich inspireren en

bijstaan door mensen van allerlei pluimage en houdt hij daarbij voor ogen dat in deze grote

moderniseringsoperatie vele elementen uit de nieuwe arbeidsmarkt samenkomen.

30 C. Thomas, ‘De Ik-BV. Hoe digitaal delen werk verandert’, in: M. Kremer, R. Went en A. Knottnerus (red.),

Voor de zekerheid. De toekomst van flexibel werkenden en de moderne organisatie van arbeid, WRR; Den Haag

2017, p.203. 31 Zie bij C. Thomas, p.203. 32 Zie C. Thomas, p.203.

Page 19: Tilburg University Sociale zekerheid en de niet-standaard ... · Denk hierbij aan webdesigners, schrijvers, creatieve beroepen, ... Maar ook voor ons huidige ... onlangs verschenen

S. Montebovi NISZ, Sociale zekerheid en niet-standaard werkenden 19 april 2018

18

♯21. En op deze laatste slide staat nog wat informatie over het onderzoeksproject aan

Tilburg University, bij de vakgroep Sociaal Recht en Sociale Politiek.

Onderzoeksproject: Grenzen aan atypische arbeid en de SZ

• Het project ‘Grenzen aan atypische arbeid: flexwerk en zelfstandige arbeid getoetst

aan Europese beginselen van het socialezekerheidsrecht’ loopt tot medio 2020 -

gefinancierd door Instituut Gak.

• Sociale zekerheidspositie van atypisch werkenden

• Landenvergelijking: Frankrijk, Spanje, VK, Duitsland en Nederland

• Grensoverschrijdende aspecten (EG-Verordening 883/2004)

Medewerkers, bij vakgroep Sociaal Recht en Sociale Politiek – Tilburg University

Alberto Barrio (promovendus), Saskia Montebovi (post doc), Paul Schoukens (hoogleraar)

Contactpersoon

• Paul Schoukens, [email protected]

• Saskia Montebovi, [email protected]

• https://www.tilburguniversity.edu/nl/over/schools/law/over-tilburg-law-

school/departementen/sociaalrecht/onderzoek/lopend-onderzoek/

Tilburg, april 2018, Saskia Montebovi

---------------------------------