TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010...

28
ALUMNI INGENIEURS K.U.LEUVEN Nr. 12 januari 2011 Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 P802104 TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN VILv Dag van de ingenieur: the sky is (not) the limit VTK is 90 Vertrouwen in ingenieurswerk! Ingenieurs in de kunst en in ontwikkelings- samenwerking

Transcript of TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010...

Page 1: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

ALUMNI INGENIEURSK.U.LEUVEN

Nr. 12 • januari 2011 Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104

TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN VILv

Dag van de ingenieur: the sky is (not)

the limit

VTK is 90

Vertrouwen in ingenieurswerk!

Ingenieurs in de kunst en in ontwikkelings -

samenwerking

Page 2: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Beste collega-ingenieurs, beste studenten, beste familie en vrienden,

De tijd staat niet stil. 2010 was een bewogen jaar met een aarde in beweging: aardbevingen in Haïti enChili, vulkanische activiteit in IJsland en Indonesië. In België was er ook een politieke aardverschuiving in juni, maar daarna werd het stil, te stil… De Faculteit Ingenieurswetenschappen blijft echter in beweging: een nieuwe initiële masteropleiding, VLITS(Verkeer, Logistiek en Intelligente TransportSystemen), staat in de startblokken en zal een burgerlijk ingenieurafleveren die op creatieve wijze zal ingrijpen in het grote mobiliteitsdebat. De oplossingen die deze ingenieurszullen uitwerken zullen bijdragen tot een robuust verkeersysteem. Trouwens, de 42e editie van de Van Cauteren -leerstoel heeft op veelzijdige wijze het vertrouwen in ingenieurswerk kunnen bevestigen, zowel in bouwwerken,in informaticanetwerken, in de chemische procestechnologie als in het verkeersmanagement. 2011 is hetjaar van de chemie en dat is ook een thema dat ingenieurs na aan het hart ligt: betrouwbare en intelligente

scheikundige processen en producten vormen één van de hoekstenen van de welvaart van onze huidige samenleving. Ook de K.U.Leuvengelooft in de toekomst van de chemie en investeert in een grootschalig project Chem&Tech waarbij unieke onderzoeksfaciliteiten zullenworden gebouwd op onze campus in Heverlee.Ons ingenieurswerk is zeker ook welkom in zogenaamde ontwikkelingslanden; maak kennis met de link tussen studenten, partners in het Zuiden en bedrijven: de vzw Humasol. En dat de creativiteit van een ingenieur tot kunst kan leiden lees je in het interview met JohanLewi, de ingenieur-keramist. Zo bouwen ingenieurs aan een betere wereld: met onderzoek, ontwikkeling, ontwerpen, ontwikkelingssamen-werking en creativiteit. Het motto van Johan Lewi “wat komt, komt” indachtig, wensen we jullie dat wat komen zal in 2011 prachtig zal zijn. Van harte een gezond en creatief jaar gewenst!

Ludo Froyen, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen

Beste alumni,

Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met hetnodige aantal lijstjes en rangschikkingen die her en der opduiken. Time verkoos Mark Zuckerberg totpersoonlijkheid van het jaar, WikiLeaks wordt genoemd als Product van het Jaar 2010. We kunnen erniet omheen dat sinds het ontstaan van het internet, datzelfde internet al een hele evolutie heeft door-gemaakt en dat dit nog steeds tot verrassende wendingen leidt. Robert Cailliau, die twintig jaar geledenmee de eerste website online zette en zo de vader van het world wide web mag genoemd worden,plaatste onlangs grote vraagtekens bij de rol die reuzen als Facebook en Google spelen. ‘Wie lidwordt van Facebook, verkoopt zijn ziel aan de duivel’ poneert hij. Een gelijkaardige, zij het minder uitgesproken, bezorgdheid zette VILv – Alumni Ingenieurs K.U.Leuven ertoe aan om een forumavondte wijden aan het thema ‘Uw digitale voetafdruk’. Je leest het verslag van een boeiende avond metvooraanstaande sprekers verder in GeniaaL. Ook in 2011 trachten we de vinger aan de pols van maat-

schappij en techniek te houden. We starten alvast met een forumavond rond technische innovatie. We stellen immers vast datiedereen, en zeker in Vlaanderen, wel de mond vol heeft over innovatie en de kennismaatschappij, maar dat we er niet altijd inslagen om deze ambities te realiseren. Vooruitblikken naar 2011 doen we als alumni ook graag met de festiviteiten van VTK90.Het doet ons plezier dat de studenten deze niet onaardige verjaardag aangrijpen om feest te vieren en dat ze daarbij ook dealumni willen betrekken.Voor u allen een gezond en boeiend 2011 met een goede balans tussen privéleven en professioneel leven.

Iris De Coster, voorzitter VILv – Alumni Ingenieurs K.U.Leuven

nieuws uit de faculteit 3vertrouwen in ingenieurswerk 4inschrijvingscijfers ingenieurswetenschappen 5internationaal jaar van de chemie 6-7het tweede leven van Johan Lewi 8-9doctoraat Toni Barjas 10-11Humasol: de missing link 12-13Dag van de Ingenieur 14-15

forumavonden 16-17reünies 18-19ie-net 20-21André Vits over de Europese Unie in beweging 22-23Existenz 24-2524-urenloop 26VTK90 27-28

INHOUD

Voorwoord

Page 3: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Nieuws

3

Prijzen, onderscheidingen, …• Jean-Pierre Celis, gewoon hoogleraar aan het Departement MTM, heeft op 21 juli 2010

van de Dunarea de Jos Universiteit van Galati, Roemenië, een eredoctoraat ontvangen.Het eredoctoraat werd hem toegekend voor zijn jarenlange internationale samenwerkingmet de stafleden en studenten van de universiteit, voor zijn wetenschappelijke publicatiesen zijn didactisch onderricht in de oppervlaktetechnologie en de tribologie.

• Om ingenieursstudenten te inspireren tot interdisciplinaire samenwerking met social -profitorganisaties riep de coöperatieve financiële groep Cera samen met RVO-Society de ‘senior Cera award’ in het leven. De prijs wordt uitgereikt aan een ingenieur die rolmodel is voor het ‘nieuwe’ technisch profiel met sociale competenties en sociaalengagement. Wim Dehaene, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek,mocht deze prijs in ontvangst nemen op 30 september 2010 tijdens de conferentie‘Innovatie in de socialprofitsector’.Ann Heylighen, hoofddocent aan het Departement ASRO, was één van de vier genomineerden.

• Moritz Diehl, hoofddocent aan het Departement Elektrotechniek, ontvangt een ERC-sub-sidie voor HIGHWIND ‘Simulation, Optimization and Control of High-Altitude Wind PowerGenerators’ (www.kuleuven.be/research/erc/diehl.html). Jan Swevers en Dirk Vandepitte,gewoon hoogleraren aan het Departement Werktuigkunde, werken mee aan dit project.

• Jan Vermant, gewoon hoogleraar aan het Departement Chemische Ingenieurs -technieken, ontvangt van de Ecole Supérieure de Physique et de Chimie Industrielles de la ville Paris (ESPCI ParisTech) de Michelinprijs.

• Emeritus Ludo Gelders werd door de Nederlandse kwaliteitsorganisatie QANU aangesteldtot voorzitter van de Visitatiecommissie Industrial Engineering and Management. Deze commissie is belast met de beoordeling van in totaal 9 studieprogramma’s bij de TU Delft, de TU Eindhoven en de Universiteit Twente.

• Wim Van Petegem, diensthoofd AVNet, werd verkozen tot Vice-President/President–Electvan de Société Européene pour la Formation des Ingénieurs (SEFI) voor het academiejaar2010-2011. Vanaf volgend academiejaar zal hij voor twee jaar President van SEFI zijn.

• Christel Heylen, monitor Ingenieurswetenschappen, heeft de Best Student Paper Awardin ontvangst mogen nemen tijdens de Joint International IGIP-SEFI Annual Conference in Trnava (Slovakije).

• Kristof De Wilder, master in de ingenieurswetenschappen: architectuur, Sam Voeten en Servaes Waelkens, beiden master in de ingenieurswetenschappen: bouwkunde, winnen de Studieprijs 2010 van de Belgische Betongroeperingen voor hun eindwerk‘Invloed van voorspanning op de dwarskrachtcapaciteit van voorgespannen balken’.Promotor is Lucie Vandewalle.

• Op 25 oktober 2010 reikte Bell Labs, de onderzoekslabs van Alcatel-Lucent, zijn jaarlijkseprijzen uit aan studenten die een opmerkelijke thesis hebben geschreven. Eén van die studenten is Wouter Theetaert, student computerwetenschappen. Hij won de MScThesis Award, in samenwerking met de K.U.Leuven, met zijn thesis ‘Een raamwerk voordynamisch uitbreidbare en context-gedreven domoticasystemen’, met Yolande Berbersals promotor.

• Maarten Beckers en Pieter Coulier, studenten tweede master in de ingenieursweten-schappen: bouwkunde, hebben op 7 juni 2010 tijdens de Transport Research Arena 2010 een gouden medaille gewonnen in de categorie Energy, Environment & Resources met de poster ‘Vibrational discomfort in buildings’. De poster was gebaseerd op hun masterproef in het kader van een Erasmusuitwisseling met CambridgeUniversity (promotoren Hugh Hunt en Geert Degrande).

• Op donderdag 25 november 2010 werden voor het eerst de ‘ie-prijzen’ uitgereikt, de opvolgers van de KVIV-Ingenieursprijzen. Met de ie-prijzenbekroont ie-net de beste eindwerken van afstuderende ingenieurs. Een jury van vertegenwoordigers uit de industrie, overheid, onderzoeks -instellingen en onderwijs boog zich over de inzendingen en kende de prijzen toe. Tien jonge ingenieurs sleepten de prijzen in de wacht, onder hen Koen Coomans, master in de ingenieurswetenschappen: architectuur K.U.Leuven, in de categorie diverse met zijn masterproef ‘Op zoek naar een toekomst voor grootschalige rust- en verzorgingstehuizen:theoretische studie en ontwerpend onderzoek’ met Henk De Smet en Ann Heylighen als promotoren.

Nieuwe mandaathouder

• Ronald Cools heeft per 1 augustus 2010 de functie van departementsvoorzitterComputerwetenschappen opgenomen.

Nieuwe professorenWerden aangesteld in het ZAP-kader:• Thomas Coomans de Brachène,

Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening

• Frederic Nguyen, Burgerlijke Bouwkunde• Jesse Davis, Daan Huybrechs en

Bart Jacobs, Computerwetenschappen• Jan Aerts, Maria Claudia Diaz Martinez

en Jozef Poortmans, Elektrotechniek• Nele Moelans, Metaalkunde en

Toegepaste Materiaalkunde• Patrick Hendrick en Chris Tampère,

Werktuigkunde

AlumniBurgerlijk ingenieur Bart Van Dyck (43) reist als acrobatische komiek de hele wereld rond.Voor meer informatie zie http://dagkrant.kuleuven.be/?q=node/8312.

In memoriamDe universitaire gemeenschap neemt afscheid van:• Walter Lauriks, gewoon hoogleraar aan

de Faculteit Wetenschappen en docent algemene natuurkunde in de bachelor -opleiding ingenieurswetenschappen. Hij overleed in Heverlee op 19 september 2010.

• Georges Smissaert, emeritus hoofddocentaan de Faculteit Ingenieurswetenschappen.Hij overleed in Vilvoorde op 3 oktober 2010.

Koen Coomans krijgt ie-prijs voor zijn masterproef 'Op zoeknaar een toekomst voor grootschalige rust- en verzorgings -tehuizen: theoretische studie en ontwerpend onderzoek'

Page 4: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

4

De 42e editie van de Van Cauterenleerstoel van deFaculteit Ingenieurswetenschappen werd gehouden inde zeer toepasselijke omgeving van het gerestaureerdeThermotechnisch Instituut in Heverlee. Eerst werdendrie meer methodologisch georiënteerde lezingengehouden en daarna vier toepassingslezingen. Tijdens de koffiepauze en receptie werd een 15-talposters over lopend onderzoek gepresenteerd in demachinezaal. Hoewel dit een gedurfde opzet wasomdat de problemen van verkeersstromen, stabiliteitvan bouwwerken en het functioneren van software -systemen, chemische bedrijven en elektronische apparaten, ogenschijnlijk zeer verschillend is, blijkt toch dat deze thema’s een essentieel deel uitmaken van heel wat ingenieurswerk en dat methodologischzeer gelijkaardige aanpakken hun waarde bewezenhebben. Ook heeft dit thema een hele evolutie door -gemaakt, gestuwd door waardevol onderzoek dat zijn weg vindt naar het onderwijs, wat ook de grotebetrachting was van professor Richard Van Cauteren.

In de eerste lezing met als titel ‘Robuust modelleren vanuitruisige waarnemingen: een systeemidentificatie-aanpak’bracht Rik Pintelon (VUB en K.U.Leuven) een waardevolraamwerk voor het begrijpen, voorspellen en controlerenvan lineaire tijdsinvariante systemen waar ruis inherent aan -wezig is. Daarna schetste Jozef Van Dyck (D’AppoloniaBelgium en K.U.Leuven) met de lezing ‘Berekende risico'sin de bouwkunde: een betrouwbare meetlat?’ de evolutievan de ontwerpmethodes waarmee in de bouwkunde methoge onzekerheden kan worden omgegaan. Terwijl vroegertijdens het ontwerpen vaak zeer empirische veiligheidsmargesingebracht werden, wordt vandaag de invloed van de onzeker-heden op het systeemgedrag analytisch doorgerekend om een betrouwbaarheidsindex of faalkans te berekenen.Robert Kooij (TNO en TU Delft) beklemtoonde in zijn lezing‘Robuustheid van complexe netwerken’ de gemeenschap-pelijke topologische elementen van allerlei grootschaligenetwerken zoals transportnetwerken, telefonienetwerken,het internet en power grids, en de intense relatie tussen die topologie en de robuustheid. Pierre Verbaeten(K.U.Leuven) beklemtoonde in zijn lezing ‘DNS

DomeinNamenSysteem: een zeer robuust softwaresysteem!’dat een bruikbaar internet afhankelijk is van een betrouw-baar DNS. Dit kan verzekerd worden door passende ontwerp-en werkingsprincipes van DNS, die de groei, beschikbaar-heid en efficiënte werking van het internet waarborgen (hiërarchische naamgeving, vormen van replicatie, hergebruiken efficiëntie). Davy Pissoort, (Flanders’ MechatronicsEngineering Center KHBO) schetste in zijn lezing‘Betrouwbaarheid en elektronica: partners in technology’ de evolutie van de methodes voor elektronische toestellen.De laatste jaren is er vanuit de industrie een groeiendevraag naar ondersteuning voor de ontwikkeling en het ont-werpen van betrouwbare en veilige elektronische systemenom de eisen van de verschillende omgevingsfactoren (trillingen,schokken, temperatuur, elektromagnetische storingen) omte zetten naar functionele, veilige, betrouwbare en robuusteproducten. Paul Smedts (essenscia) belichtte in zijn voordracht‘Betrouwbaarheid en procesveiligheid in de chemischeindustrie’ hoe de betrouwbaarheid in de procesindustriebepaald wordt door vier p’s: proces (product en technologie),plant (equipment), people (mensen) en procedures. Een globalebetrouwbaarheidsindex voor een procesinstallatie leidt toteen afwijkingsanalyse van storingen in apparatuur, beveili-gingen en mensen (kennis, kunde, ervaring en cultuur). In de bijdrage ‘Mobiel onder alle omstandigheden: de rol vaneen robuust wegennet’ van Ben Immers (TRAIL, expertise-centrum Verkeersmanagement, K.U.Leuven) werd uiteengezetop welke manier de robuustheid van een wegennet verbeterdkan worden door redundantie (reservecapaciteit in het systeem),compartimentering (het systeem opdelen in deelsystemenwaardoor voorkomen wordt dat effecten van verstoringenzich ongehinderd over het gehele netwerk kunnen verspreiden),veerkracht (het vermogen van het systeem om zich telkensweer en zo snel mogelijk te herstellen van een tijdelijke over-belasting) en flexibiliteit (het vermogen van het systeem ommeer en andere functies te vervullen dan deze waarvoor het oorspronkelijk ontworpen is). Al bij al een geslaagde studienamiddag waarbij het vertrouwen in ingenieurswerktoegenomen is door een beter zicht op de degelijke engelijklopende aanpak.

Joos Vandewalle

Vertrouwen in ingenieurswerk!Robuustheid, betrouwbaarheid en flexibiliteit van systemen

Page 5: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

5

Grote terugval bij de inschrijvingenvoor ingenieurswetenschappen

De onderstaande tabel toont het aantal inschrijvingen van generatiestudenten voor de richtingen ingenieurswetenschappen(burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect) voor het academiejaar 2010-11. Een generatiestudent is iemand die voorhet eerst inschrijft in het 1e jaar hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, als hoofdinschrijving.

Zoals we vorig jaar al vreesden heeft de dalende trend zich verdergezet. Hoewel de VUB nog goed nieuws kan rapporteren, is het globale saldo voor de ingenieursopleiding bijzonder negatief. Het totaal aantal inschrijvingen ligt voor de gewone richtingop 832. Dit is minder dan in 2007. Een constante zorg is de terugval in het relatieve aantal meisjesstudenten, van 15,1% in2002 tot 13,9% in 2010 voor de algemene richting.

Met de grote vraag van de industrie naar ingenieurs suggereren deze cijfers dat er nood is aan een trendbreuk in het secundaironderwijs. Wiskunde en wetenschappen moeten dringend worden gepopulariseerd. Misschien moeten er meer ingenieurs les-geven in het secundair onderwijs; goede leerkrachten kunnen een groot verschil maken.

K.U.Leuven stand op 18/11/2010(www.kuleuven.be/overons/feitenencijfers.html)

Richting 2009 – 2019 2010 – 2011 Verschil in # studenten

Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal

1e ba ir. wet. 398 63 461 375 57 432 -23 -6 -29

1e ba ir. wet.: architectuur 69 64 133 57 66 123 -12 +2 -10

Totaal 467 127 594 432 123 555 -35 -4 -39

UGent stand op 17/11/2010(persoonlijke mail van Mevr. Anuschka De Pla, Directie Onderwijsaangelegenheden)

Richting 2009 - 2010 2010 – 2011 Verschil in # studenten

Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal

1e ba ir. wet. 291 56 347 270 51 321 -21 -5 -26

1e ba ir. wet.: architectuur 91 58 149 67 63 130 -24 +5 -19

Totaal 382 114 496 337 114 451 -45 0 -45

Vrije Universiteit Brussel stand op 28/10/2009(persoonlijke mail van de heer Peter van Rompaey, Communicatieverantwoordelijke)

Richting 2009 – 2010 2010 – 2011 Verschil in # studenten

Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal

1e ba ir. wet. 62 9 71 71 8 79 +9 -1 +8

1e ba ir. wet.: architectuur 12 16 28 13 15 28 +1 -1 0

Totaal 74 25 99 84 23 107 +10 -2 +8

Eric Van den Bulck

Page 6: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

6

Doel

Het Jaar van de Chemie heeft (natuurlijk) als doel om de bijdragenvan de chemie tot ‘het welzijn van de mensheid’ te vieren. De slogan van het initiatief is dan ook heel toepasselijk:‘Chemistry- our life, our future’. Er wordt gefocust op het vergrotenvan de bekendheid en appreciatie van de - vaak onbekende/ondergewaardeerde - rol van chemie in ons dagelijks leven.Chemie is ook van wezenlijk belang voor onze toekomst: om groteuitdagingen zoals duurzaamheid, voedsel, drinkwater, gezond-heid,… het hoofd te bieden zal ook de kracht van de chemie moeten geharnast worden. Het motiveren van vooral jonge mensenvoor chemie is in dit licht uiteraard heel belangrijk.Maar deze dubbele verjaardag wordt ook gezien als een gelegen-heid om enkele meer specifieke aspecten te belichten. 100 jaargeleden waren vrouwelijke wetenschappers, zoals Marie Curie, zeer uitzonderlijk gezien de maatschappelijke en culturele normen.Maar ondanks het huidige genderevenwicht (met zelfs een over-wicht van vrouwen) in de studentenpopulatie aan universiteiten in de westerse wereld en zelfs gerichte wervingscampagnes, zijnwetenschappers ook nu nog overwegend mannen. De verjaardagvan Marie Curies Nobelprijs is dus een gelegenheid om de bijdragenvan vrouwen aan de wetenschappelijke vooruitgang in de verf tezetten. De verjaardag van de oprichting van de InternationalAssociation of Chemical Societies maakt dit dan weer het idealemoment om de voordelen van internationale samenwerking op het vlak van wetenschap te benadrukken.

Activiteiten

In het teken van het Internationale Jaar van de Chemie wordtonder coördinatie van IUPAC en UNESCO een hele waaier vanactiviteiten georganiseerd, van entertainend tot educatief en vanlokaal tot internationaal. Aangezien één van de doelen van hetinitiatief het benadrukken van internationale samenwerking is, isniets passender dan de massale deelname van allerlei chemiege-relateerde organisaties: verenigingen, bedrijven en universiteiten.

essencia, de koepelorganisatie van de Belgische chemische sectoren life sciences sectoren, heeft alvast een ambitieus actieplan

klaar om van het Jaar van de Chemie ook in ons land een succeste maken. Eén van de blikvangers op de agenda is de jongeren-week. Van 28 februari 2011 tot 4 maart 2011 organiseertessenscia in samenwerking met een aantal wetenschaps- enoverheidsorganisaties op verschillende locaties activiteiten rondchemie, die specifiek gericht zijn tot jongeren. Zo zal bijvoorbeeldin Technopolis®, het Vlaamse doecentrum voor wetenschap entechnologie, het ‘Grootste Laboratorium van Vlaanderen’ wordenopgezet, waar de bezoeker niet enkel spectaculaire demonstratiesvoorgeschoteld krijgt, maar ook zelf kan experimenteren. Na hetgrote succes van vijf jaar geleden zullen de bedrijven uit de chemischesector, de life sciences- en kunststoffensectoren dit jaar ookopnieuw de deuren openen voor het publiek. In maart wordt dan weer de tweede editie van de creativiteitsmarathon georga-niseerd, een wedstrijd voor teams uit de derde graad van hetsecundair onderwijs rond een bestaand bedrijfsprobleem. Er wordt in januari 2011 zelfs een postzegel uitgebracht met als titel ‘Stoffen ontraadseld – het VN-jaar van de chemie’.

De K.U.Leuven, en meer specifiek de Groep WetenschapTechnologie waartoe de faculteiten Wetenschappen, Bio-ingenieurswetenschappen en Ingenieurswetenschappen

2011: Internationaal Jaar van de

Dit jaar vieren we de 100e verjaardag van het toekennen van de Nobelprijsvoor de Chemie aan Marie Curie, dit overigens 8 jaar nadat ze die voor denatuurkunde kreeg. Ze verdiende de prijs voor haar bijdragen aan de vooruit-gang van de chemie, en meer bepaald voor de ontdekking van de elementenradium en polonium en de isolatie van en studie naar radium. Bovendienwordt er in 2011 nog een andere chemiegerelateerde 100e verjaardaggevierd: die van de International Association of Chemical Societies. Niet verwonderlijk dus dat al vijf jaar geleden - net na dat andere wetenschappelijkejaar: het Jaar van de Natuurkunde in 2005 ter ere van Einsteins revolutionairepublicaties - het idee voor een chemiejaar geopperd werd op een vergadering

van IUPAC, de Inter nationale Unie voor Zuivere en Toegepaste Chemie. De Unie zocht en verkreegerkenning en steun voor het initiatief bij UNESCO, de organisatie van de Verenigde Naties die instaatvoor onderwijs, wetenschappen en cultuur.

prof. Shakhashiri (die demo’s zal geven tijdens de jongerenweek in Technopolis) website ‘science is fun’ from Mr. Shakhashiri:http://scifun.chem.wisc.edu/wisl/wislpeople.htm

Page 7: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

7

behoren, laat zich natuurlijk ook niet onbetuigd tijdens dit feest-jaar voor de chemie. In het najaar bleek nog uit een ranking van Europese universitieiten, die werd opgesteld door de Duitse onafhankelijke denktank Centre for Higher EducationDevelopment (CHE), dat onze universiteit op het gebied van chemie Europees helemaal aan de top staat. 2011 is dus hétmoment om al die kwaliteit eens voor het voetlicht te brengen.Zo zal het Departement Chemische Ingenieurstechnieken, naastzijn deelname aan de essenscia-activiteiten, een seminariereeksmet internationaal vermaarde sprekers organiseren rond de pertinente uitdagingen voor de toegepaste chemie.

De toekomst

Maar belangrijker nog dan de specifieke activiteiten rond het Jaarvan de Chemie is het belichten van de langetermijnengagementenen -doelstellingen van ‘de chemie’ aan onze universiteit. Het Departement Chemische Ingenieurstechnieken heeft nietvoor niets als motto ‘process, product, planet’. De evolutie in deonderzoeksthema’s van de verschillende afdelingen sluit immershelemaal aan bij de basisfilosofie van het feestjaar, dat de chemievoorstelt als een essentiële factor in het huidige, maar ook toe-komstige ‘welzijn van de mensheid’. Met thema’s als beteretechnieken voor afvalwaterzuivering, verwerking van afvalstoffenen biodegradeerbare polymeren speelt het departement in op de uitdagingen van de toekomst.

Bovendien begint in 2011 ook de bouw van ‘Chem&Tech’, de core facility voor chemie en technologie aan onze universiteit.Het Chem&Tech-gebouw zal de nieuwe thuisbasis worden voor alle onderzoeksactiviteiten van de departementen Chemie(Faculteit Wetenschappen), Chemische Ingenieurstechnieken(Faculteit Ingenieurswetenschappen) en het Centrum voorOppervlaktechemie en Katalyse (Faculteit Bio-ingenieursweten-schappen). De Chem&Tech core facility sluit aan bij het ‘Nanolab’,een state-of-the-art centrum voor nanotechnologisch onderzoekwaarvan de bouw deels parallel zal verlopen met die vanChem&Tech. De Groep Wetenschap & Technologie investeert in dit ambitieus dubbelproject omdat het gelooft dat de onder-zoeksdomeinen chemie en chemische technologie cruciaal zijn voor de toekomst. Het Jaar van de Chemie zal ongetwijfeldnog meer mensen van dat inzicht weten te overtuigen.

Michelle D’Haese

Meer info:www.chemistry2011.org/www.essenscia.be/NL/page.aspx/2301http://cit.kuleuven.be/

Chemie

Page 8: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Professor emeritus Johan

8

Met een zekere schroom bel ik aan ten huize van Lewi: ik ga een

interview afnemen van een collega die 25 jaar lang mijn buur was

op het Departement Computerwetenschappen. Je zou denken

dat ik hem ondertussen goed genoeg ken, niet? Neen dus.

In de ruime leefkamer staan, liggen of hangen de keramieksculpturen

overal om ons heen: op de tafels, de stoelen, de schouw, tussen

de planten. Drie zetels en een klein tafeltje bleven vrij: ik mag in

de grote zetel plaatsnemen, Johan en zijn vrouw Dany zitten iets

minder ruim.

Johan is geboren in Turnhout in 1939 als tweede kind in een gezin

van vijf; zijn ouders waren allebei kunstenaars. Moeder schilderde

aquarellen en gouache, maakte etsen, glasramen en ook kleinere

keramiekstukken. Vader werkte met olieverf, hij schilderde vooral

portretten. Hoe komt iemand uit zo’n gezin ertoe om voor

ingenieur te studeren? Die vraag had Johan blijkbaar verwacht:

met een glimlach toont hij mij het programma van het toelatings-

examen voor de ‘Speciale Scholen van de Mijnen, de Burgerlijke

Bouwkunde, de Kunsten en het Fabriekwezen, de Bouwkunst

en de Electriciteit’.

Lewi: ‘Ik ben erin geslaagd: als kunstenaarszoon was ik duidelijk

voorbestemd om ingenieur te worden’. Ik krijg zelfs een fotokopie

van dit programma mee. Later gaat hij wat dieper in op mijn vraag:

zijn ouders hadden het niet zo gemakkelijk, zeker niet gedurende

de oorlog; ze hadden veel interesse voor wetenschap en spoorden

hun kinderen aan om verder te studeren. Johan volgde de Grieks-

Latijnse humaniora, maar hield ook van wiskunde en dacht eraan

in die richting verder te studeren, zoals zijn oudere broer. Hij wou

echter aan een betere wereld werken en vond ingenieursstudies

daarvoor beter geschikt: na een speciaal jaar wiskunde in Antwerpen

werd hij ingenieursstudent aan de Leuvense universiteit.

Hij troont mij mee naar zijn vroegere atelier, waar hij nu zijn werken

tentoonstelt. Ik krijg er enkele in handen – ‘keramiek moet je kunnen

betasten’, inderdaad. Het verwondert mij dat al die stukken, die

er zo massief en stevig uitzien in feite hol en dunwandig zijn.

Lewi: ‘Als keramist moet je leren leven met de beperkingen van

het materiaal – net als een ingenieur. Hoe dikker je een voorwerp

maakt in klei, hoe meer kans je hebt dat het bij het bakken in

de oven gaat barsten: je moet dus de wanden zo dun mogelijk

maken’. Elke uitstulping aan de buitenkant komt daarom overeen

met een uitholling aan de binnenkant. Het resultaat noemt Johan

‘keramieksculpturen’. Waarom? ‘Als je spreekt over keramiek,

denkt iedereen onmiddellijk aan gedraaide voorwerpen. Potten

draaien is een zeer technische kunst, waarvoor ik veel respect heb,

maar mijn werken worden niet gedraaid, het zijn echte geboetseerde

beeldhouwwerken. Daarom noem ik ze zo.’

In mijn oven bak ik op 1000°C: het duurt immers zeer lang om

nog hogere temperaturen te bereiken. Bij die hogere temperaturen

bekom je een betere verglazing en zijn de stukken ook beter

bestand tegen weersomstandigheden, maar ik vind de textuur

dan minder interessant. Na langzaam afkoelen worden de kleuren

aangebracht en komt er een tweede bak, eventueel een derde,

een vierde, ... Voor mij zijn de kleuren even belangrijk als de vorm.’

Hij reikt mij een klein beeldje (hij noemt het een ‘scherf’) aan en

vraagt om de kleur ervan te beschrijven. Ik moet het heel dicht

bij mijn ogen houden. Het heeft inderdaad veel licht nodig.

Ik kan blauw onderscheiden, en rood, en oker, en groen ...

in zeer delicate schakeringen.

Ik vraag ook wat de sculpturen voorstellen. Daar wil hij niet op

antwoorden.

Lewi: ‘De betekenis die ik eraan geef, is niet de prioriteit. Het

belangrijkste is de indruk die mijn werk maakt op degene die

ernaar kijkt: wat zegt hem dat? Eventueel kan de maker achteraf

zijn eigen mening geven, als daar interesse voor is. Ik wil anderen

de ruimte geven om te interpreteren. Op die manier wordt ook de

toeschouwer een creator, en dat boeit mij. Mezelf uitdrukken in

Page 9: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Lewi: ‘mijn tweede leven’

9

mijn werk, dat komt op de tweede plaats; het belangrijkste is decommunicatie tussen de toeschouwer en de maker. En weet je,uiteindelijk is de maker ook een toeschouwer en heeft zijn creatieook een effect op hemzelf. Communicatie is zeer belangrijk; hetgeeft inspiratie. Als ik in volledig isolement zou leven, kan ik nietsmeer maken.’

Hoe is hij tot de keramiek gekomen? ‘Jullie deden vroeger veeljazzdans, niet?’

Lewi: ‘Dansen was toen inderdaad onze vorm van ontspannen,een reactie tegen de rationele, gestructureerde aanpak die ik inmijn werk volgde. Al onze vakanties draaiden rond muziek en dans:we volgden lessen en stages van jazzdans, primitieve dans ... en we gaven zelf ook les aan een groep jongeren hier in Overijse.Voor die groep bedachten we zelf de choreografie. En plotseling,totaal onverwacht, kwam mijn hartaanval, een zwaar infarct, veelzwaarder dan ons eerst werd verteld. Ik was compleet verzwakt,zat thuis te wachten tot de dokters mij zouden oproepen voor de operatie. In die tijd was er nog niet veel ervaring met dergelijkeopenhartoperaties.’

Dany neemt over: ‘De hele dag zat Johan in zijn zetel wezenloosvoor zich uit te staren, volledig krachteloos. Het was pijnlijk omaan te zien. Ik had een brood boetseerklei in de garage liggen, die had ik gekocht om er samen met onze dochter Salie mee teexperimenteren. Ik bracht er een stuk van bij Johan. Als jongetjehad hij nog voor zijn moeder kleine stukjes klei geboetseerd, die zij dan in de oven bakte. Enkele uren later had hij met zijn duimende klei omgevormd tot een ‘prutspotteke’. Zo is het begonnen.Na de operatie volgde een lange revalidatieperiode, met dagelijksetripjes, te voet en met de fiets. Johan heeft daarna zijn werk aande universiteit hervat, maar met een aangepaste werklast. Als ont-spanning werkte hij verder met keramiek – hij maakte na enkelejaren monumentale, manshoge stukken.’

In oktober 1999 ging Johan vervroegd op emeritaat. ‘Ik heb toenvijf jaar lang niets meer gedaan, gewoon van het leven genoten:lange wandelingen maken, inkopen met Dany, Salie bezoeken inLonden, ... Daarna ben ik weer gaan boetseren, zingen in eenkoor, dansen (thuis, alleen); maar het harde werk, het gevecht met de materie, is gedaan. Ik maak geen grote stukken meer. Ik word weer kind. Ik zoek het belangrijke, de vreugde van het maken, van de creatie. Mensen zijn van nature ‘creators’, in de wetenschap zowel als in de kunst als in hun beroep – het is een deel van de mens.‘Als ingenieur werkte ik heel analytisch, rationeel en systeemgericht.Toch nam ik tijdens het ontwerpen een reeks intuïtieve beslissingen.Voor mijn eerste keramieksculpturen werkte ik ook zo: ik maaktevooraf schetsen en werkte die later uit. Nu werk ik veel meer intuïtief: ik begin met een blok klei en weet niet wat eruit zal komen.Ik bekijk het en zie een stukje dat uitsteekt: zou dat een hand kunnen zijn? Ik bewerk het een beetje en bekijk het resultaat. Zo ben ik eigenlijk maker en toeschouwer tezelfdertijd. Ik ben zelfverwonderd tijdens het maakproces. Vroeger werd ik altijd getrokkentussen enerzijds het analytische, het rationele en anderzijds hetintuïtieve, het gevoelsmatige, het niet-bewijsbare. Nu zijn die tweein balans.’

We bladeren ook door het fotoalbum dat hij bijhoudt over zijnsculpturen. ‘Over elke sculptuur maak ik een verhaal. Ik maak verschillende foto’s ervan; al die zichten worden naast elkaar ophet blad gezet. Dit geeft een ander beeld dan als je ze één vooréén bekijkt: je krijgt een samenspel van complementaire zichtenmet een bepaald ritme. Het is een poging om het driedimensionaleaspect van het werk toch in twee dimensies weer te geven.’Bij het afscheid vraag ik nog hoe Johan zijn toekomst ziet. ‘Wat komt

komt. Dankzij de kennis, techniek en vaardigheid van de genees-heren en het medisch team die mij opereerden, heb ik na mijninfarct een tweede leven gekregen. In plaats van een dieptepunt is dat infarct een verdiepingspunt geworden in mijn leven. Ik benanders gaan leven. Ik ben er dankbaar voor.’

Yves Willems

Page 10: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Wanneer het water tot aan Overstromingsbeheersing met behulp van Model

10

Het Demerbekken kampt tijdens periodes vanzware neerslag geregeld met overstromingen.Om de overstromingsschade te beperken werdhet bekken uitgebreid met wachtbekkens enhydraulische kleppen. De vulling en ledigingvan deze wachtbekkens alsook de aansturingvan de hydraulische kleppen kunnen efficiëntergebeuren met behulp van een MPC (model predictive controller)-regelaar.

De rivieren in het Demerbekken worden beheerd door de VlaamseMilieu Maatschappij (VMM). Tijdens periodes van gematigdeneerslag heeft de VMM als doel het waterniveau van een aantalrivieren in het bekken zo dicht mogelijk bij een gewenst referen-tieniveau te brengen. Tijdens hevige neerslagperiodes wijzigt hetdoel en tracht men eventuele overstromingsschade te beperkendoor het overtollige water te bergen in de wachtbekkens. Het beperken van de over stromingsschade is een zeer complexprobleem. De aanwezige buffercapaciteit moet op een zo efficiëntmogelijke manier gebruikt worden. Als de wachtbekkens te vroeg

gevuld worden, dan kan het gebeuren dat er onvoldoende capaciteit voorhanden is om nog overtollig water op te vangen.Worden de wachtbekkens te laat gevuld, dan kan het overtolligewater niet meer op tijd gebufferd worden waardoor de aanwezigebuffercapaciteit van de wachtbekkens niet volledig gebruikt wordt.Een extra complicatie treedt op als er zoveel neerslag valt datoverstromingen onvermijdelijk zijn. In dat geval moet er bepaaldworden welke gebieden men best kan laten overstromen om deuiteindelijke overstromingsschade tot een minimum te beperken. Dit complex probleem wordt momenteel aangepakt op basis van heuristische regels opgesteld door ervaren operatoren vande VMM. Een betere oplossing kun je echter verkrijgen metbehulp van een MPC-regelaar.

Een MPC-regelaar is een geavanceerd controlesysteem dat zijnintrede maakte in de jaren ‘80, met name in de procesindustrie.Deze regelaar baseert zich op een dynamisch model van het te regelen proces. Dit dynamisch model wordt door de MPC-regelaar gebruikt om voorspellingen te maken van de evolutievan het proces en de uitvoer die daarmee gepaard gaat en ditvoor een vooraf vastgelegd tijdsvenster (moving horizon estimationof MHE). Rekening houdend met deze voorspellingen wordt online een sequentie van controlesignalen berekend waarvoor

Na een opleiding tot burgerlijk ingenieur in de computerwetenschappen voerde Toni Barjas zijn doctoraatsonderzoek uit onder supervisie van professor Bart De Moor van het Departement Elektro -techniek en professor Jean Berlamont van het Departement Burgerlijke Bouwkunde. Dagelijkse begeleiding werd verzorgd door professor Patrick Willems, ook van het Departement BurgerlijkeBouwkunde. Het onderzoek werd grotendeels gefinancierd door de Vlaamse Milieumaatschappij.Nu werkt Toni bij Assign ICT consultants in Genk aan een project voor ASML in Eindhoven.

Kurt Driessens

Page 11: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

de lippen komtPredictive Control

11

een gekozen kostenfunctie geminimaliseerd wordt. De controlesignalen uit deze sequentie die overeenkomen met de huidige tijdstap worden aanhet systeem aangelegd. In de volgende tijdstap wordt op basis van nieuwemetingen de nieuwe toestand van het systeem geschat, meestal ook aande hand van een model van het te controleren systeem. Deze schattingvan de nieuwe toestand wordt dan opnieuw gebruikt om nieuwe voor-spellingen te maken en de optimalisatieprocedure te herhalen. Een MPC-regelaar heeft een groot aantal voordelen die hem uiterst geschikt makenom aan overstromingsbeheersing van rivieren te doen. Doordat de regelaarop basis van een onder liggend riviermodel een voorspelling maakt van de waterhoogtes in het systeem, kan hij rekening houden met neerslag-voorspellingen. De regelaar lost het optimalisatieprobleem ook op voor het hele tijdsvenster waardoor je niet alleen ogenblikkelijke optimale klepstanden verkrijgt, maar ook rekening kunt houden met beperkingenop klepstanden (uiterste klepstanden, maximale klepverandering per uur)en waterstanden (overstromingsdrempels). Bovendien is een riviersysteemeen MIMO (multiple-input-and-multiple-output) systeem met complexeinteracties tussen de verschillende toestanden van het systeem en, in tegenstelling tot meer traditionele regeltechnieken, kan een MPC-regelaareenvoudig omgaan met zulke systemen.

Vooraleer een MPC-regelaar kan worden opgesteld, moet een modelvan het beschouwde riviersysteem bepaald worden. De VMM beschiktover een nauwkeurig eindig differentiemodel. Dit model wordt momen-teel gebruikt om de waterstanden van de rivieren in het Demerbekkente voorspellen met als hoofddoel te waarschuwen voor aankomendewateroverlast (zie ook www.overstromingsvoorspeller.be). Dit model,dat gebruikmaakt van methodes uit de numerieke wiskunde om departiële differentiaalvergelijkingen op te lossen, kan echter niet gebruiktworden voor regeltechnische toepassingen wegens een te grote reken-complexiteit. Daarom werd in samenwerking met het HydraulischLaboratorium van de K.U.Leuven een vereenvoudigd niet-lineair modelopgesteld dat de rivierdynamica in het Demerbekken benadert.Simulaties op basis van historische neerslaggegevens tonen aan dat dit computationeel eenvoudigere model toch voldoende nauwkeurig isom gebruikt te worden voor regeltechnische toepassingen. Vervolgenswerd een niet-lineaire MPC-regelaar opgesteld en werd deze gecombi-neerd met de nieuwe MHE-toestandsschatter. Simulaties met dit nieuweregelsysteem tonen aan dat de overstromingsschade beduidend lagerligt dan in simulaties met het huidige regelsysteem. Zelfs wanneer een realistische hoeveelheid onzekerheid op de neerslagvoorspellingenwordt verondersteld, zijn de prestaties van het nieuwe regelsysteembeduidend beter.

Dit onderzoek wordt in de komende jaren verdergezet met als uitein-delijke doel een praktische implementatie ervan in het Demerbekken.

Toni Barjas

Page 12: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

12

vzw Humasol

Enkele jaren geleden, toen Dieter Duyck en Jeroen Devos netwaren afgestudeerd als ingenieur, kreeg de eerste van eenkennis uit Humahuaca, Argentinië, de vraag of hij een zonne-boiler kon ontwerpen. Na de realisatie van dit project bedachtende twee vrienden, die zelf tijdens hun studie het gebrek aanaanbod van internationale stages hadden ervaren, dat diteigenlijk een ideale stage kon zijn voor ingenieursstudenten.Voeg daarbij het enthousiasme van bedrijven om dergelijkeprojecten te sponsoren, en vzw Humasol (van ‘Humahuaca’en zon/’sol’ maar ook verwijzend naar ‘humanitair’ en ‘solidariteit’)zag het daglicht. De twee oprichters van de vzw zochten envonden vrij snel een gemotiveerde kerngroep om de werkingen continuïteit van de organisatie te onderbouwen. De ingenieursin deze kerngroep (raad van bestuur en ‘werkende leden’)worden, gezien de nog beperkte financiële slagkracht van de vzw, niet bezoldigd, maar ondersteunen de voorbereidingvan de projecten naast hun eigenlijke job. De projecten zelfworden gerealiseerd door ‘zendelingen’: studenten burgerlijkof industrieel ingenieur op stage. In 2009 organiseerde

Humasol de eerste stage. Deze zomer waren er al zes, in twee landen (Argentinië en Peru), waarbij elf studenten burgerlijk ingenieur van de K.U.Leuven en één student indus-trieel ingenieur van de hogeschool Lessius Mechelen in Sint-Katelijne Waver betrokken waren. Eén van de teamswerd gevormd door Sarah Praet en Geert Serneels van het Departement Chemische Ingenieurstechnieken.

Een stage in het Zuiden

De stage van Sarah en Geert illustreert op alle punten de visievan Humasol. Hun ingenieursproject in Argentinië werd via hetformat van de stage technisch en financieel ondersteund doorde vzw: meteen de eerste pijler van de visie. Ten tweede wilde organisatie zich focussen op ecologische en duurzameprojecten. De door de twee studenten gebouwde biodigestor,een installatie die biologisch afval omzet in nuttig biogas, is daarvan een goed voorbeeld. Een derde essentieel punt is dat het idee voor dit en alle andere projecten of de vraagnaar een bepaalde toepassing van de lokale partner zelfkomt. Deze wordt ook actief betrokken bij de realisatie van

Ingenieurs en ontwikkelingssamenwerking, deel 1

Humasol: de missing link

Wie ontwikkelingssamenwerking zegt, denkt waarschijnlijk in eerste instantie aan humanitaireorganisaties zoals Artsen Zonder Grenzen. Maar een grote humanitaire ramp gaat meestalgepaard met grote schade aan infrastructuur en voorzieningen. En ook zonder grote rampen is er nood aan ingenieursgerelateerde ontwikkeling in het Zuiden: de energieproblematiek, de klimaat -verandering, de strijd om drinkbaar water zijn geen verre toekomst meer, maar realiteit en dikwijlszelfs een directe bedreiging.Nood aan ingenieurs in ontwikkelingssamenwerking (OS) is er dus genoeg. Anderzijds bestaat eral langer vraag naar duidelijk geprofileerd maatschappijrelevant ingenieurswerk; bij studerende en afgestudeerde ingenieurs maar nog belangrijker, bij jonge mensen die de ingenieursrichtingoverwegen. Daarenboven blijken bedrijven zeer geïnteresseerd in het sponsoren van ingenieurs-geörienteerde OS-projecten. Wat nog ontbreekt is een link die deze factoren met elkaar verbindt.Eén van de organisaties die op die manier is ontstaan – als link tussen studenten, partners in hetZuiden en bedrijven - is Humasol.

Page 13: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

13

het project zodat hij zelfkan instaan voor onder-houd, herstellingen en deeventuele reproductie vande gebouwde installatie. Zo overlegden Sarah en Geertgedurende de realisatie van hunproject systematisch met de toekomsti-ge gebruiker van de biodigestor en hebbenze ook regelmatig uitleg gegeven aan buurtbewoners.Bij het concipiëren van de biodigestor was gebruiksgemakbovendien een belangrijk punt. Alle onder delen komen uit de nabije omgeving zodat vervanging geen probleem magopleveren.

Voor Sarah en Geert was de stage zeker een unieke ervaring.De voorbereiding begon alvast veel vroeger en hield meer indan voor de klassieke stage het geval is. Al in januari begonnende twee studenten met de technische en organisatorischevoorbereiding … en met Spaanse les! Bij het uitwerken van het concept voor de biodigestor kregen Sarah en Geertondersteuning van één van de Humasolingenieurs. Biologischafval van het dorp moest de voeding worden voor de biodigestor.Als dat afval wordt gemengd met water en gedurende enigetijd (in dit geval ongeveer 45 dagen) in een tank blijft staan,kunnen verschillende soorten micro-organismen de biomassaomzetten naar biogas. Het opgevangen gas kan dan ofwelrechtstreeks gebruikt worden (de biodigestor werd verbondenmet de keuken van een residentie in het dorp) of het kan wordenopgeslagen in flessen voor later gebruik. Het restproduct vandit proces kan bovendien nog gebruikt worden als hoogwaardigemeststof. Over de uitwerking van dit hele concept merkteSarah op dat elementen uit zowat alle cursussen van de ingenieursstudie nuttig bleken.

In de zomer ging het dan richting Argentinië. Al tijdens de reiswerden de studenten geconfronteerd met de ‘andere’ kantvan ingenieurswerk: de praktische. ‘Onderweg hebben we aldruk onderhandeld om een tank van 5000 liter te kopen voorons project’, schreven ze in hun blog op de Humasolwebsite.‘Doordat de transportkosten te hoog bleken te zijn moestenwe dit noodgedwongen afzeggen en een andere oplossingzoeken.’ Het verzamelen van de onderdelen voor de biodigestor,en dit binnen het budget, was dus meteen al een uitdaging.Eens ter plaatse begonnen de studenten ook vrij snel met deconstructie... nog een uitdaging, zo bleek! Zo viel het verblijfvan de stagiairs samen met een uitzonderlijke koudegolf endat had zo zijn gevolgen: ‘Vanmorgen geprobeerd om detweede laag fundering te leggen, wat niet goed ging aange-zien deze onmiddellijk bevroor in de schaduw...’ Het hoeft niet te verbazen dat Sarah en Geert het omgaan met enoplossen van onverwachte problemen één van de nuttigstelessen van de stage vonden... een ervaring die hen ongetwijfeldnog van pas zal komen!

De toekomst

Het idee waarop Humasolis gebaseerd blijkt dus een

succes, zowel bij studentenen lokale partners als bij de

sponsorende bedrijven. De bood-schap is duidelijk voor de leden van

de vzw: verder groeien! Voor de volgendejaren ligt de focus dan ook op het verder profes-

sionaliseren en het werken aan naambekendheid. Eén van dedoelstellingen is om de instroom van studenten te verbreden,met name meer studenten industrieel ingenieur aan te trekken.Het vormen van gemengde teams van studenten burgerlijk en industrieel ingenieur kan immers zowel leerrijk zijn voor de studenten zelf als bevorderlijk voor het eindresultaat van

hun project. Daarnaast is het zoeken naar nieuwe, robuustepartnerschappen met het Zuiden zeer belangrijk. Jaarlijkswordt een oproep voor projecten gelanceerd, waarop zowelorganisaties in het Zuiden als hun Belgische/Europese part-ners kunnen reageren. Humasol wil in de toekomst ook graag de krachten bundelenmet andere witte raven die ingenieurswerk en ontwikkelings-samenwerking combineren, zoals Ingenieurs zonder Grenzen.Tenslotte vereist groei het verder bouwen aan een duurzameband met financiële partners.

In zijn initiële opzet is Humasol alvast geslaagd: het linkt metsucces ingenieursstudenten, partners in het Zuiden en bedrijvenen gezien het enthousiasme van alle betrokken partijen ziet heternaar uit dat die link in de toekomst alleen maar sterker wordt!

Michelle D’Haese

meer informatie?www.humasol.bewww.biowasterecoveryplant.wordpress.com

Page 14: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

14

Het namiddagprogramma bestond uit de traditionele bezoekenop verplaatsing, dit jaar met keuze tussen een werfbezoek ofeen rondleiding in Museum M. Daarnaast werd een uitgebreidprogramma ter plaatse aangeboden rond het centrale themaruimtevaart met als gastspreker Frank De Winne. Met meer-dere aanvragen per dag voor een lezing, was VILv – AlumniIngenieurs K.U.Leuven dan ook erg trots om deze bijzonderespreker, en bovendien collega-ingenieur, te mogen verwelkomen.Nieuw tijdens deze editie was een parallel jongerenprogrammavoor de kinderen van de alumni.

Frank De Winne gaf het startschot met een lezing voor dejongeren. Zijn film, gevolgd door vraag en antwoord, werd ergenthousiast onthaald. De jongeren, evenals de volwassenenlater, waren onder de indruk van de vriendelijkheid en de toe-gankelijkheid van de spreker-astronaut. Ze gingen dan ook graagmet hem op de foto en vroegen gretig om een handtekening.Na de lezing mochten ze de theorie omzetten in praktijk enstond professor Vander Sloten samen met enkele faculteits-medewerkers klaar met een indrukwekkende opstelling omhen zelf flesraketten te laten afschieten.

Terwijl Frank De Winne de jongeren toesprak, werden de volwassenen toegesproken door professor Waelkens overHerschel, het nieuwste ruimte-observatorium van het EuropeanSpace Agency. De telescoop doet waarnemingen in het infra-rode spectrum met de bedoeling meer inzicht te krijgen in het ontstaan van het universum. De satelliet is gelanceerd inmei 2009. Zij cirkelt nu in een baan rond het zogenaamde 2e Lagrangepunt op 1,5 miljoen kilometer van de aarde.Professor Waelkens van het Instituut voor Sterrenkunde is als co-principal investigator voor het PACS-instrument(Photoconductor Array Camera and Spectrometer) actiefbetrokken bij de ontwikkeling en de uitvoering van deze missie.De beschrijving van deze ruimtetelescoop maakt indruk: de satelliet beschikt over een gigantische spiegel van 3,5 meter doorsnede die infraroodstraling tot uit de versteregionen van het heelal kan bundelen en projecteren op de meetapparatuur. Aangezien Herschel in het verre (en minderbekende) infraroodgebied werkt, blijkt de satelliet inderdaadongekende beelden en metingen te kunnen opleveren.

Na de lezing door professor Waelkens kondigde moderatorprofessor Vandepitte vervolgens Frank De Winne aan. De bemande ruimtevaart blijft tot de verbeelding spreken. Het jongste verblijf van Frank De Winne in de ruimte tijdens de OasiSS-missie (2009) duurde met zijn zes maanden aan-zienlijk langer dan zijn vorige vlucht in 2002 die beperkt wastot een tiental dagen. Tijdens zijn verblijf in het ISS woondener zes mensen permanent in een complex dat daar eigenlijknog maar net voor klaargeraakt was. Tijdens het hele verblijfkende het ISS een druk komen en gaan van ruimteschepen

met onder andere het vangen met de robotarm van de eersteonbemande Japanse vrachtcargo HTV-1. Daarnaast was er ook de aankoppeling van een nieuwe Russische research-module en de ontvangst van het derde deel van de Japanseonderzoeksmodule Kibo.

Op onze website www.vilv.be kun je een gemonteerde opnamevan Frank De Winnes lezing zien. Collega Marc Vandenbrandeheeft deze lezing gecapteerd en online gezet, waarvoor onzeoprechte dank.

Last but not least willen we nog de activiteit van RvO-Societyvoor de allerkleinsten vermelden: een interactief programmaop kleutermaat rond een heus technologisch thema, implantaten.Geboeid luisterden ze naar het verhaal van Mie Piraat, eenkonijntje dat door de techniek geholpen wordt. Na het verhaalmochten de kleuters zelf wat experimenten uitvoeren rond horenen geluidsoverdracht. En net als in het jongerenprogrammawerden ook de kleuters op een speelse wijze geboeid door en gesensibiliseerd voor technologie.

Nog enkele impressies van de deelnemers:

De jeugdfaculteit op de Dag van de Ingenieur

Frank De Winne was gekomen en heeft ons heel wat bijge-leerd over de ruimte en zijn ruimtereis. Zo heb ik geleerd dat ze in de ruimte twee uur per dag sporten omdat je als je zweeft (alles zweeft in de ruimte omdat daar geen zwaarte-kracht is), je je spieren niet gebruikt en als je dan terug opaarde komt en je hebt niet gesport in de ruimte dan ben je zo slap als een vod. Nadat Frank De Winne had verteld,mochten we vragen stellen en kregen we ook een handtekening. Daarna mochten we flesraketten maken. Aan een colaflesmoesten we vleugels van karton plakken, de punt moest verzwaard worden, je mocht de raket nog een beetje versierenen het afvuren kon beginnen! Er werd water in de rakettengedaan en ze werden op een speciaal platform geplaatst, er werd lucht ingepompt, je trok aan een touwtje en ze vlogen door de lucht! Ze moesten neerkomen op eengeverfd zeil met punten op en wie het dichtst bij de 100 zat(het midden van het zeil) die won. De drie die het dichtst bij de 100 zaten kregen een klein cadeautje.

Het was leuk!

Liesa Vosch, 10 jaar

Zaterdag 2 oktober 2010

Dag van de Ingenieur

Op zaterdag 2 oktober organiseerde VILv de Dag van de Ingenieur editie 2010. Deze jaarlijksenetwerkdag voor alumni-ingenieurs werd dit jaar in een nieuw jasje of misschien beter gezegd in een nieuw ‘ruimtepak’ gestoken.

Page 15: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

15

Werfbezoek aan de spoorwegtunnelSchuman-Josaphat, Brussel

Hoevelen onder ons rijden wel eens vanuit het centrum van Brussel richting Luik door de Kortenbergtunnel?Tegenwoordig staat er halverwege de tunnel een groen-oranjewerfkeet en enkele pompen, zeer onopvallend. Het is deenige toegang tot een gigantisch ondergronds project, wantonder deze weg wordt er momenteel nog een spoortunnelaangebracht. De tunnel moet zorgen voor een rechtstreekseverbinding tussen de tewerkstellingspolen in het oosten vanBrussel en de belangrijkste spoorlijnen van het land. We kregenhierbij quasi alle mogelijke funderingstechnieken te zien enwandelden zelfs even onder de Nederlandse ambassade, letterlijk! Na het Diaboloproject van vorig jaar weer een zeergeslaagd werfbezoek aan één van de grootste Belgischeinfrastructuurprojecten.

Rob Dreessen, 2001

Rondleiding in het Museum M, Leuven

Met twee bussen enthousiastelingen, waaronder heel watafgestudeerden van 1965, vertrokken we naar het Museum Min Leuven. De grote publiekstrekker was de tijdelijke tentoon-stelling ‘De bijbel van Anjou - Napels 1340 - Een koninklijkhandschrift ontsluierd’. In het museum werden we opgedeeldin groepen zodat iedereen de deskundige uitleg van de gidsenkon horen. De Bijbel van Anjou is een pronkhandschrift metsublieme miniaturen. Het kwam tot stand in de veertiendeeeuw aan het tumultueuze Koninklijke Hof van Napels. De tentoonstelling toonde 66 verluchte folio's voor de allereerstekeer. Na de tentoonstelling werd het fragiele juweel weer ingebonden en verdween de bijbel in de kluis van de MauritsSabbebibliotheek. Vandaag is de Bijbel van Anjou alleen nog online raadpleegbaar, www.bijbelvananjou.be. De tentoonstelling werd afgesloten met een bezoekje aan de permanente tentoonstelling van het museum om de aan-wezigen te overtuigen van een vervolgbezoek aan Museum M.Een unieke namiddag!

Carmen Cordier, 1991

Na de gesmaakte namiddagactiviteiten werden de alumni-ingenieurs en hun kinderen vergast op een gezellige receptiewaar Frank De Winne nog een praatje kon slaan met de alumnien een laatste foto- en signeersessie houden met de kids.

Aansluitend nodigde VILv-voorzitter Iris De Coster de gastenuit voor het diner. Ook de vicerectoren Karen Maex en Bart De Moor schoven mee aan tafel. Na de koffie vertrokkende lustrum ingenieurs alweer tevreden naar huis. Op naar de volgende editie …

Iris De Coster en Elke Piessens

© E

SA

and

the

SP

IRE

& P

AC

S c

onso

rtia

Page 16: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

De moderne informatie- en communicatietechnologieën biedenons onmiskenbare voordelen en een ongekend comfort. Maar meer en meer wordt er uiting gegeven aan een bezorgd-heid die bij velen leeft. Wat gebeurt er met de gegevens die ikbewust of onbewust achterlaat in mijn geïnformatiseerde omgeving?Wordt er geen misbruik gemaakt van mijn digitale voetafdruk? Dit debat is brandend actueel. Daarvan getuigen enkele recentevoorvallen. Frank Deboosere vond het hoegenaamd niet leuk dat zijn naam werd misbruikt op Facebook. De man die zich voordeedals Deboosere ontving namelijk persoonlijke boodschappen van vrienden en kennissen van de bekende weerman. Problemen met privacy op het internet kan je echter ook aan jezelf te wijten hebben.Vraag dat maar aan de man die zich ziek had gemeld op het werkmaar op zijn Facebookprofiel een weinig verhullende boodschap hadgepost over een kater. Hij had er niet bij stilgestaan dat zijn baas zijnprikbord kon bekijken.

Op de VILv-Forumavond met als thema ‘Hoe groot is uw digitale voetafdruk?’werd ingegaan op de uitdagingen rond privacy in onze ICT-maatschappij. Vanuit verschillende standpunten werd de problematiek belicht. Bart Preneel(K.U.Leuven ESAT-COSIC) kaderde het gegeven in de technologische evolutiesvan de laatste decennia. Jos Dumortier (K.U.Leuven Interdisciplinair Centrumvoor Recht en ICT) gaf een overzicht van de wetgeving rond privacy. Luc Beirens (Federal Computer Crime Unit) getuigde vanuitde dagelijkse praktijk over hoe criminelen onze persoon-lijke gegevens bemachtigen en misbruiken.

We laten overal sporen na, bewust en onbewust, gewildof ongewild. Iedereen weet dat misdadigers geklist kunnenworden op basis van DNA of vingerafdrukken die ze achter-laten of door het signaal van hun mobiele telefoon. Minderbekende elementen waarmee we iemand kunnen tracerenzijn de serienummers van communicatiechips in mobiele telefoons of laptops. Laserprinters printen op elk blad eenpatroon van met het blote oog onzichtbare gele stippen dieinformatie verstrekken over de printer en het tijdstip van printen.Een zendontvanger wordt gekenmerkt door een specifiek antennepatroon dat eenvoudig kan opgemeten worden. Het feit dat personen of de toestellen die ze bij zich dragen opeen unieke manier kunnen geïdentificeerd worden, gecombineerdmet de huidige connectiviteit en elektronische rekenkracht, leidt tot interessantetoepassingen. Denk maar aan de tijdsopname van de 20 km van Brussel,waarbij iedere deelnemer een tag draagt die herkend wordt aan de startlijn en aan de finish.

Forumavonden

16

VILv – Leuven Inc. Forumavond 16 november 2010

Hoe groot is uw digitale voetafdruk?

Page 17: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Op zich zijn dergelijke toepassingen uiteraard heel nuttig. Bij sommige echter kun je je wel vragen stellen. Willen wij wel dat onze supermarkt nauwkeurig bijhoudt wat wij allemaal in ons winkelkarretje leggen? In een aantal gevallen valt te vrezenvoor een zogenaamde ‘function creep’, het verschuiven van het gebruik van data voor doeleinden waar ze initieel niet voorbedoeld zijn.

Voorstanders van de beperking van de privacy halen vaak vrij ongenuanceerde argumenten aan in de trant van ‘je hebt tochniks te verbergen zeker?’ of ‘niemand geeft iets om privacy, kijk maar naar wat we allemaal op Facebook doen!’. Nochtans zijnvelen wel bezorgd om wat er met hun persoonlijke gegevens gebeurt. Daarom wordt er vandaag meer en meer naar gestreefdom toepassingen die een potentiële inbreuk op onze persoonlijke levenssfeer kunnen inhouden, te voorzien van een zogenaamd‘hard privacy’-concept. Dit houdt in dat de gebruiker de data onder controle houdt. Ze worden niet opgeslagen in een centraledatabase, maar blijven bij de gebruiker. Indien nodig worden ze op een gecontroleerde manier opgevraagd.

Op de forumavond waren de sprekers het erover eens dat er een evenwicht moet gezocht worden tussen veiligheid en privacy.Bart Preneel illustreerde dat slimme technische oplossingen hiertoe kunnen bijdragen. Jos Dumortier legde uit dat de modernewetgeving hierop ook een antwoord wil bieden. Hij toonde aan de hand van verschillende cases aan dat hier nog een hele wegis af te leggen. Het juridisch kader wordt gevormd door de Universele verklaring van de rechten van de mens en door de nationale wetten. Privacy is een basisrecht dat door de wetgever voldoende moet gespecificeerd worden. Zo bestaat er ronddata-opslag door aanbieders van netwerkcommunicatie een Europese richtlijn die de verschillende lidstaten in een wet moetenomzetten. En dat hebben ze met een grote eigenzinnigheid gedaan. In sommige landen wordt zelfs fundamenteel afgewekenvan de richtlijn, door bijvoorbeeld delen van de inhoud van de communicatie mee op te slaan, terwijl de richtlijn duidelijk steltdat enkel de gegevens met betrekking tot het verkeer mogen bijgehouden worden.

Ook Luc Beirens focuste op het moeilijke evenwicht tussen privacy en veiligheid. We zetten veel op het internet over ons persoonlijk leven. Het is duidelijk dat we op die manier niet alleen onze privacy, maar ook onze veiligheid in gevaar brengen.Criminelen maken immers handig gebruik van onze nonchalance op het internet. Ze nemen onze e-mail of andere accountsover (de beveiliging is vaak een lachertje) en maken vervolgens misbruik van onze persoonlijke gegevens. Het verschil met eenklassieke crimineel is dat een cybercrimineel niet gezien wordt. Hij is niet op de plaats van de misdaad geweest en hij laat geenmateriële sporen na. Luc Beirens verklaarde met veel overtuiging dat het in ons aller belang is dat de politiediensten sporenmoeten kunnen onderzoeken. Ze moeten de mogelijkheid hebben om hun recherchewerk ook in cyberspace te doen.

Internet en privacy, het is een moeilijke combinatie en dat zal het waarschijnlijk ook blijven. Dat zowel ingenieurs, juristen als de overheid ernaar streven om de nodige evenwichten en veiligheidsmechanismen in te bouwen, stemt ons toch eerder hoopvol voor de toekomst.

David Maes

Foto’s: Gert Sablon

Forumavond 22 februari 2011 (gewijzigde datum!)

Innovatie van technologie

17

De rol en betekenis van technologie voor de toekomst van Vlaanderen wordt vaak onderschat. Nochtans heeft de recentefinanciële crisis duidelijk gemaakt dat de technologisch sterke regio’s in de EU de crisis beter konden doorstaan dan de andere. Met deze forumavond willen we een signaal geven aan onze overheid dat technologie wel degelijk belangrijk is en dat ze op gepaste wijze de noodzakelijke innovatie van technologie moet verzekeren. Enkele captains of industry gaan met elkaar in debat. Guy Tegenbos, journalist bij de Standaard, zal hen uitdagen om hun visie voor Vlaanderen onverbloemd naar buitente brengen. We roepen alle alumni en studenten ingenieurswetenschappen en economische wetenschappen op om massaal dit evenement bij te wonen. De aula biedt plaats aan 814 personen, dus er is zeker een plaats voor jou. Laat je stem horen door je aanwezigheid op 22 februari 2011.

Start: 19.30 u.Locatie: Aula Pieter de Somer, Charles Deberiotstraat 24, 3000 Leuven

Page 18: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Reünies

18

1950

Acht getrouwen van de promotie 1950 vierden op 21 oktober2010 dat ze 60 jaar zijn afgestudeerd in De Oude Kantien inHeverlee. Met het Arenbergkasteel op de achtergrond gingenhun gedachten naar de studententijd. Gaudeamus igitur senioresdum sumus.

1954

Limburger Jef Hulsbosch haalde zijn promotie dit jaar naarHasselt voor de 19e jaarbijeenkomst. We werden feestelijk onthaald in het Hassotel, waar op groot scherm de groepsfoto te zien was van de 43 promovendi van 1954 - allen in top -stemming na hun promotiediner. Met zeven professoren op de eerste rij gezeten, preses Paul Vangansbeke in hun midden,is die foto zowat ‘ons icoon’. Nadat Paul Van Beveren de 30 aanwezigen humorvol en inopgetogen stemming verwelkomd had, en de 17 afwezigen passend verontschuldigd, liep alles op wieltjes. Het diner wassuper en de timing bijna perfect. Paul Van Beveren is eringeslaagd 36 van de 43 afgestudeerden 1954 te bereiken met de uitnodiging in april. Van de 43 promovendi van juli 1954 was er een maand vóór 14 oktober al één op twee op dezeinschrijvingslijst te vinden. De speech van Jef Hulsbosch was een inspirerende promotievoor de bronsgroen eikenhouten provincie, rijk aan historische en toeristische parels – in de twee Limburgen. ‘Waarom Europaen de wereld afhotsen als we deze eigen bestemmingen nooitbezochten....’ denk je daarbij.Wanneer Jos Deknopper – die al jaren de motor is achter de bij-eenkomsten na het heengaan van Jacques Vincent – het woordneemt, hoort men een fel geapprecieerde toespraak, met attentiesvoor iedere aanwezige, met een fijne blik op al het voorbije, en een oproep om de vriendschap niet los te laten.Bij een in memoriam voor studievrienden Philip Van den Bosscheen Jef Mercelis die dit jaar overleden nam Jos Deknopper ookde collega’s Vangansbeke (+2008) en Huyghebaert (+1994) op,van wie de vrouwen er voor het eerst na het overlijden van hunechtgenoot weer bij zijn. Ook mevrouw Berckmans werd hierbijspeciaal begroet – we kwamen pas nu haar gezin op het spoor,na het overlijden van haar man Jos in 1964, een graaggezienestudiegenoot en collega. Een overzicht van data en plaatsen van onze achttien voorgaandejaarbijeenkomsten waren voor iedereen een reis terug door de tijd, flashbacks langs zoveel mijlpalen waar kameraadschapherleefde. Nadien kond op groot scherm ook nog een reeks historischefoto’s uit 1951, ’52 , ‘53 en ’54, op een cd-rom aangeleverddoor Fons Pauwels, defileren.

En op stadstoer langs een Jeneverfeest... en het Modemuseum

Het Hasselts stadstreintje voerde ons vervolgens naar hetJenevermuseum. We kregen een speciale proefrum... die 10/10cum laude kreeg. Deelnemers die voor het Modemuseum kozen,werden met de ‘jenevelisten’ stipt opgehaald met het treinkon-vooi... waar een gids ons vertellend langs historische straten van de oude binnenstad stationwaarts begeleidde. Het afscheid leek op dat van een familiereünie – aan het stationvoor al wie de trein wilde halen, en nadien aan het hotel voor wie met het Hasselts treintje nog terugreed om in de auto te

stappen, of nog bij een laatste glas wilden bijpraten met AlicePauwels uit Marche-en-Famenne en Theo Van der Waeteren,samen met de koppels die bleven overnachten. Theo liet daarnade duizend lichtjes van Hasselt in de laatavonddrukte achter zich.Want hij wilde in de oktobernacht Zwijndrechtwaarts sporen met de late posttrein naar Antwerpen. Geen probleem voor onze professor die de vorige 18 reünies steeds de weg naar huis terugvond.

Jos Deknopper, Jef Hulsbosch en Paul Van Beveren

1958

Woensdag 29 september 2010 beloofde een mooie dag te wordenmet de alumni-ingenieurs 1958 uit Leuven. Rond half tien stroomdende eerste collega 's toe op de parking van Isotopolis, het bezoekerscentrum van Belgoprocess (zelf onderdeel van het NIRAS – het letterwoord voor Nationaal Instituut voor de verwerking van Radioactief afval en Splijtstoffen) in Dessel.Het deelnemersaantal bedroeg 64.Aan de hand van een korte film werd ons duidelijk gemaaktwelke rol de radioactiviteit speelt in ons dagelijks leven. Nadien werden wij door drie gidsen rondgeleid in het prachtigeinfo centrum om ons een duidelijk beeld te geven van wat er met het radioactief afval op korte en op lange termijn zal gebeuren.De tentoonstelling behandelt drie thema's:• Thema 1: Wat is radioactiviteit? Dit werd ons met demon-

straties en experimenten uitgelegd. De blikvanger is hier denevelkamer. In een afgesloten kijkkast wordt de onzichtbareioniserende straling zichtbaar gemaakt.

1e rij v.l.n.r.:Professoren F. P. Pietermaat, P. de Béthune, Ch. Demeure de Lespaul,Kan. J. Coppens, preses P. Vangansbeke, professoren A. Coppens, R. Van Cauteren, G.P. Reyntjens2e rij v.l.n.r.: G. Berckmans, R. Moens, A. De Clercq, R. Maenhaut, J. Cerulus, O. Huyghebaert, J. Mercelis, W. Wouters, H. Poelmans, J. Hulsbosch, F. Luykx, R. Van Ginderdeuren, R. 's Heeren, J. Van den Broeck, A. Renty, V. Casteels, J. Vincent, F. Albrecht, P. Luypaert, A. Wouters, H. Govaerts3de Rij v.l.n.r.: G. Adriaenssens, G. Langie, M. Matthijs, J. Denis, E. Heirbaut, T. Van Der Waeteren, J. Deknopper, P. Van Lierde, R. Pauwels, E. Smaers, M. Reniers, J. Moerman, M. Empereur, J. Vanbrabant, P. Van Beveren, Ph. Vanden Bossche

Page 19: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

19

• Thema 2: De verwerking. Aan de hand van natuurgetrouwematerialen en foto's werd ons uitgelegd waar het radioactiefmateriaal vandaan komt, hoe het eruitziet en wat ermeegebeurt.

• Thema 3: De berging. Hier vertelt men ook weer aan de hand van foto's en schaalmodellen hoe op lange termijnhet radioactief materiaal zal geborgen worden.

Er zijn drie soorten radioactief afval te bergen: het laagactief, het middelactief en het hoogactief afval. Het kort- of langlevendkarakter van het afval is bepalend voor het beheer of de bergingop lange termijn. Het laagactief- en middelactiefafval met een korte levensduur(minder dan 300 jaar) zal binnenkort in Dessel aan de oppervlaktegeborgen worden. Het bergingsproject heet ‘cAt’. Het hoogactiefen de hogergenoemde twee soorten afval met een lange levens-duur zullen waarschijnlijk ondergronds in de kleilagen op circa200 meter diepte geborgen worden. Het cAt-project - het resul-taat van een unieke samenwerking tussen de Desselse en Molsebevolking enerzijds en de overheid anderzijds - bepaalt hoe hetbergen aan de oppervlakte onder welbepaalde voorwaardenmogelijk wordt gemaakt.

De rondleiding was voor het gezelschap zo boeiend en nam zoveeltijd in beslag dat er helaas geen tijd meer overbleef om de tijdelijkeopslag van het afval in de op het terrein hiertoe voorziene gebouwen te gaan bezoeken. Wij zijn dan maar onmiddellijk naar het Clubhouse van het SCK gegaan voor de klassieke groepsfotoen het feestdiner. Aan tafel verwelkomde onze vriend JacquesDeleuil het gezelschap met enkele statistische gegevens over de opkomst: in 1958 waren wij met 61 afstuderenden (uitsluitendmannen) en van de 47 overlevenden zijn er 34 aanwezig (meestalmet partner) wat een opkomst betekent van ruim 72%: een succesdus. Het diner werd opgeluisterd met nostalgische muziekgebracht door Bert Ostijn. Bert liep met zijn accordeon of vioolvan tafel tot tafel, waar iedereen op zijn manier probeerde mee te zingen. Tijdens zijn inleidende toespraak had Jacques ons verteld dat de volgende bijeenkomst - traditiegetrouw om de 2,5 jaar - zou plaatsvinden in Limburg. Bij leven en welzijn, tot binnen 2,5 jaar!

Hugo Smet

1964

Op zaterdag 9 oktober vond de 46e reünie van Ingenium ‘64plaats in de tweede grootste stad van Oost-Vlaanderen, de zogenaamde ‘denderende’ stad Aalst. Er daagden 51 deelnemers op voor het welgevulde programma. Het werd een aangename zonnige herfstwandeling met bezoekaan de Sint-Martinuskerk, het Oud-Hospitaal, dat nu hetStedelijk Archeologisch Museum herbergt, en het Stadhuis. Op het einde van de wandeling werd op de Grote Markt nog even aandacht besteed aan het Belfort, de ‘Borse vanAmsterdam’ en het standbeeld van Dirk Martens, die bekendstaat als de pionier van de boekdrukkunst in de ZuidelijkeNederlanden.De Sint-Martinuskerk is vanwege het onvoltooide schip geenkathedraal geworden, maar toch vormen koor, dwarsschip en de talrijke straalkapellen een evenwichtig architectonisch voor-beeld van Brabantse hooggotiek. In de kerk werd ondermeer de nadruk gelegd op het doek van Rubens, waarop Christus

de Heilige Rochus tot patroon van de pestlijders aanstelt, de fraaie sacramentstoren van du Quesnoy de Oude en de meridiaan van Aalst, die schuin door het dwarsschip loopt.Het Oud-Hospitaal, in de 14e eeuw gebouwd langs de arm van de nu gedempte Oude Dender, werd tot 1899 door de ordevan de Hospitaalzusters bestuurd. Op het einde van de 20eeeuw werd het Hospitaal nogmaals gerenoveerd en kregen de vroegere ziekenzalen een nieuwe bestemming, namelijk de huisvesting van de merkwaardige museumcollecties vanPriester Daens, van de schrijver Louis Paul Boon, van de schilder Valerius De Saedeleer en van de vele attributen en foto's van het Aalsterse Carnaval.Het Stadhuis, aanvankelijk het ‘Landhuis’ van het Land vanAalst, dateert van de 17e eeuw en werd deels herbouwd inrococostijl. Het voorgebouw is minder fraai, behalve de voor -gevel in laatclassistische stijl aan de rand van de Grote Markt.Zeker de moeite waard zijn het interieur van de feestzaal en demooie rococo-aankleding van de trouwzaal, waar onze groepdoor de burgemeester, Ilse Uyttersprot, werd ontvangen.In haar beknopt overzicht over de actuele stedelijke projectenlegde de burgemeester de nadruk op ziekenzorg, huisvesting en recreatie, zoals de integratie van de Dender met extra ruimtevoor een groene zone en de verdere uitbreiding van de zieken-en bejaardenzorg in samenwerking met de bestaande grote ziekenhuizen.Na deze boeiende uiteenzetting werd er met de burgemeesternog bij een lekker glaasje wijn van gedachten gewisseld over de veelbelovende toekomst van de stad.

Het bezoek aan Aalst werd afgesloten met een diner in de‘Borse van Amsterdam’, het vroegere vleeshuis op de GroteMarkt dat in de 17e eeuw herbouwd werd als afspanning op de handelsweg Rijsel – Amsterdam.

Jan Van Horenbeeck

Oproep: afgestudeerden van 1964 die de uitnodigingen vooronze bijeenkomsten niet zouden ontvangen, kunnen contactopnemen via telefoon 03/383 46 16 of e-mail:[email protected].

1990

Op zaterdag 23 oktober 2010 hebben 102 personen van ir90hun 4e lustrum (of 20 jaar afstuderen) gevierd. Eerst gaf professorBart de Moor in het vernieuwde Thermotechnisch Instituut eenzeer interessante uiteenzetting over wat er de afgelopen 20 jaarveranderd is aan de universiteit. Daarna trokken we naar Alma 3,voor een receptie en avondmaal, met tussendoor een quiz.

Foto's zijn terug te vinden op de website van ir90(www.ir90.com).

Een deelnemer getuigt: ‘We zijn met z’n allen wat grijzer, dikker, kaler geworden, maar we herkennen elkaar nog steeds. En het gaat er nog steeds zeer hartelijk en joviaal aan toe. Ik zou zeggen tot over 5 jaar.’

Johan Van Marcke

Page 20: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Ingenieurswetenschappen op het voorplan

Ingenieurs van vandaag zijn de motor achter de industriëleontwikkeling. De rol die zij vervullen is er één van algemeenmaatschappelijk belang. Het is een rol die voortvloeit uit eenbreder geïntegreerd denken, waarbij de traditionele grenzentussen domeinen en disciplines vervagen, waarbij teamwerken grensverleggend samenwerken het motto is. En daar komt de complementariteit tussen de beide ingenieursprofielen,van de burgerlijk ingenieur en bio-ingenieur enerzijds en de industrieel ingenieur anderzijds, perfect naar voren.

Deze grensoverschrijdende visie ligt ook aan de basis van ‘ie-net’, het samenwerkingsplatform tussen de ingenieursvereni-gingen. In de samenwerking binnen ie-net houden de ingenieurs-verenigingen niet langer rekening met de traditionele ‘hokjes’ waarin ingenieurs geplaatst worden. De inzet is immers ontzettendbelangrijk: onze toekomst, namelijk de kennismaatschappij. ‘ie-net’ rekent het ook tot zijn rol om een denktank voor deze kennismaatschappij te zijn. Vanuit ie-net doen we dan ook een warme oproep naar alle stakeholders, de universiteiten, het bedrijfsleven, de onderzoeksinstituten om nog meer over de multidisciplinaire grenzen heen samen te werken.

De scharnierfunctie van ‘ie-net’

‘ie-net’ vervult een scharnierfunctie tussen de student, de ingenieuren de professionele wereld. We willen de rol van de ingenieurals stuwende kracht in de maatschappij onderstrepen enbovenal het multidisciplinair karakter van de opleiding en de uitgeoefende functies beklemtonen. In onze huidige maat-schappij worden ingenieurs nog te vaak geassocieerd met de klassieke disciplines. Niet dat deze niet meer belangrijk zijn,maar er is meer: cleantech, de transitieprojecten om onzeindustrie om te vormen tot een generator van duurzame producten en diensten, ‘health engineering’ of het feit datsportschoenen ontwikkeld worden door ingenieurs of trainings-schema’s voor sportlui, … zijn tal van voorbeelden waar velenniet bij stilstaan. Zij komen heel duidelijk naar voren in het project ‘roadmap Vlaanderen, scharnier voor verandering’.

Door de organisatie van tal van activiteiten wil ‘ie-net’ ervoorzorgen dat enerzijds de bedrijfswereld optimaal geïnformeerdwordt, maar ook dat ingenieurs zelf over voldoende informatiebeschikken om optimaal hun cruciale rol in de maatschappijte kunnen vervullen. We richten ons niet alleen tot de werkendeingenieurs, maar ook tot de masterstudenten. Dit laatste

gebeurt met veel succes en in samenwerking met de faculteitenvan de burgerlijk ingenieurs en de bio-ingenieurs en de departementen van de industrieel ingenieurs.

roadmap Vlaanderen en Dynamiek 2010

De samenwerking kreeg dadelijk vorm met de organisatie van twee grote raamprojecten: ‘roadmap Vlaanderen’ en‘Dynamiek 2010’. Met die projecten inspireert en motiveert ie-net in deze technologisch en maatschappelijk snel evoluerende geglobaliseerde wereld.

‘roadmap Vlaanderen’ biedt inspiratie en een leidraad voortransitieprojecten die onze regio naar succes moeten leiden.Er worden heel wat thema’s behandeld die cruciaal zijn voorhet welzijn van de Vlamingen in de volgende tientallen jaren. In 2010 werden zes activiteiten georganiseerd met in totaalmeer dan 2000 deelnemers. De stuurgroep onder leiding van ir. Rob Lenaers en professor Pascal Verdonck stond borgvoor de concepten en programma’s van de activiteiten. De thema’s waren: transitie in een geglobaliseerde wereld,industrie 2020, gezondheidszorg in 2020, sport en technologie,Energyville en ‘fun – speed – life – clean – safe – smart’, –een verfrissende kijk op ‘onderzoek en innovatie voor meerwelvaart in 2020’.

‘Dynamiek 2010’ is het raamproject voor tal van initiatievenwaarbij de rol van ingenieur als motor voor verandering, innovatiein producten, diensten en processen in de verf gezet wordt.Dynamiek focust ook op de vaardigheden of competentiesvan de ingenieur en informeert zowel de ingenieur als hetbedrijfsleven over een brede waaier van loopbaanfacetten.

Zo namen in mei 3000 ingenieurs deel aan de enquête ‘mijnbaan’, de opvolger van de traditionele salarisenquête van de KVIV en de VIK. En in september vulden de 550 pas afge-studeerde ingenieurs de enquête ‘mijn startbaan’ in. De responsop beide enquêtes lag respectievelijk 35 en 60% hoger dande vorige edities. De resultaten leverden persartikels op in De Standaard en de Tijd en tal van andere media. Het rapport‘mijn baan’ is nu beschikbaar via www.ie-net.be/ie-baan.

In het najaar stonden twee activiteiten gericht op afstuderendemasterstudenten op het programma: de startbaanavonden en de jobtrein, en één op de jonge promovendi, de ‘ie-prijzen’,in totaal bijgewoond door meer dan 1000 belangstellenden.

20

Op 18 april 2010 viel het persbericht ‘techniek, technologie, engineering en wetenschap verenigd in ie-net’in de bus van de media-agentschappen. Inderdaad ,’ie-net’ is een initiatief van KVIV en VIK en brengtde burgerlijk en bio-ingenieurs, verenigd in de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging, en de industrieelingenieurs, verenigd in de Vlaamse Ingenieurskamer, bijeen. Onder impuls van de ingenieursverenigingenis het de bedoeling om iedereen samen te brengen die actief is in ingenieurswetenschappen, techniek en technologie of die gepassioneerd is door één van deze disciplines. De beide ingenieursverenigingen hebben samen zo’n 16 000 leden, verspreid over alle maatschappelijke sectoren, van de industrie over de dienstensector tot de financiële wereld en de zorgsector. Net zoals KVIV en VIK richt ‘ie-net’zich tot de bedrijfswereld, de overheid, de onderzoeks- en onderwijsinstellingen.

ie-net, het samenwerkingsverband ingenieurs in Vlaanderen

Page 21: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Via de startbaanavonden informeert ‘ie-net’ de afstuderendemasterstudent-ingenieur op de eigen campus (Gent, Brusselen Leuven) over de loopbaanstart en krijgen de studentenpraktische informatie over het sollicitatieproces. De jobtrein vertrok op 13 oktober 2010 om 8.30 uur in Oostende, kwam er om 18.30 uur terug aan en deedondertussen alle steden aan waar ingenieurs opgeleid worden.De studenten konden op een plaats naar keuze opstappen,gesprekken voeren met bedrijven die op zoek zijn naaringenieurstalent, in Antwerpen een popconcert bijwonenen tenslotte met een gratis retourticket opnieuw aankomen inhun opstapplaats. Een uniek en creatief concept, bijzondergeapprecieerd door de bedrijven en uitvoerig verslagen in zowel de audiovisuele als de geschreven media.

En op 25 november 2010 stelden in het Koninklijk Museumvoor Kunst en Geschiedenis 100 jonge ingenieurs meteen poster hun afstudeerwerk voor aan de 450 deelnemersaan de feestelijke avond ter gelegenheid van de uitreikingvan de eerste ‘ie-prijzen’. De ‘ie-prijzen’ zijn de opvolgersvan de traditionele KVIV-ingenieursprijzen. Een totaalnieuwe formule, erg gesmaakt door de jonge professionals,de professoren-promotoren en vele geïnteresseerden. Er werd tot in de late uurtjes genetwerkt.

2011

‘ie-net’ gaat verder op de ingeslagen weg van vernieuwing.Als (student)-ingenieur, belangstellende in technologie,techniek en wetenschappen word je uitgenodigd op een ruime waaier van activiteiten en projecten. Tot dan!

Hans Romaen

21

van alle

Page 22: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Waarom en hoe ben je ingenieur geworden?Ik heb mijn jeugd doorgebracht in Duitsland, aangezien mijn vaderer beroepsmilitair was. Daar heb ik de lagere school in het Fransdoorlopen. In de humanoria ben ik omgeschakeld naar hetNederlandstalig onderwijs. Ik had een voorliefde voor wiskunde en heb dus Latijn-wiskunde gevolgd. In onze tijd was het een evidentie om daarna voor ingenieur te studeren.

In 1968 ben ik afgestudeerd als burgerlijk elektrotechnisch-werk-tuigkundig ingenieur, richting werktuigkunde aan de K.U.Leuven.Mijn thesis heb ik geschreven bij professor Jacques Péters, beterbekend als ‘de Jacky’. Voor mijn doctoraat ben ik omgeschakeldnaar bouwkunde bij professor Jef Mortelmans, met Ludo Geldersals copromotor. Mijn doctoraat heb ik behaald in 1976.

Daarna werd ik benoemd tot werkleider in het DepartementBurgerlijke Bouwkunde en was ik verantwoordelijk voor mechanischontwerp in de tekenzalen en de oefeningen wegenbouw. Mijn onderzoeksdomein ging meer en meer in de richting van het vakgebied verkeerskunde en de toepassing van informatica. De opkomst van de pc gaf inderdaad nieuwe mogelijkheden vooreen betere bestudering van verkeersstromen, bijvoorbeeld door het realtime inlezen van informatie van verkeerslussen. Wij haddentoen een onderzoeksgroep van een zes-, zevental mensen die projecten uitvoerden in het domein van de verkeerstechniek, een in die tijd compleet nieuw domein waar heel wat toekomst -perspectieven waren.

Wat is jou bijgebleven van je universitaire carrière? Het was een heel boeiende tijd met heel uiteenlopende ervaringenen resultaten. Wat mij vooral bijgebleven is, is het interdepartemen-taal onderzoek. Bij Bouwkunde werkten we onder andere samenmet het Departement Elektrotechniek aan de ontwikkeling van eentoepassing voor een (zeer kleine – 1000 pixels) CCD-chip ontwikkelddoor Elektrotechniek. Dit gebeurde in samenwerking met AndréBarbé, en onder leiding van Jef Mortelmans en wijlen Roger VanOverstraeten. Het idee was om deze CCD-camera te gebruiken als ‘verkeerscamera’ en snelheden, dichtheid en intensiteit van

het verkeer te meten. Dit project werd ondersteund door deVlaamse Overheid (IWT) en met prototypesteun werd een bedrijfaangetrokken dat interesse had om dit mee te commercialiseren.Uiteindelijk werd Jo Versavel, oprichter en algemeen directeur vanDevlonics, de voorloper van Traficom en nu wereldleider op hetgebied van verkeerscamera’s, bereid gevonden om dit prototypeverder te ontwikkelen en is dit begin jaren ’80 op de marktgebracht als product.

Hoe ben je bij de Europese Commissie terechtgekomen?Tijdens mijn job aan de universiteit ben ik in 1988 als expert uit -besteed aan de Europese Commissie. Initieel was dat voor eenperiode van 6 maanden, maar uiteindelijk is het 20 jaar geworden.

Daarbij was ik actief in het tweede kaderprogramma (ondertussenis men nu begonnen met de voorbereiding van het achtste kader-programma). In die tijd bestond dat uit ‘ESPRIT-2’ voor de informatie-technologie (ICT) en ‘RACE’, specifiek gericht op telecommunicatie.Om de vraag naar mobiele datacommunicatie te stimuleren werden een aantal specifieke toepassingsprogramma’s opgezet bij de Europese Unie, zoals ‘DRIVE’, ‘DELTA’ en ‘AIM’ voor verkeer, onderwijs en gezondheid. Een tijd lang heb ik gewerkt als externe expert om het DRIVE-werkprogramma op te stellen en te implementeren.

In 1997 vroeg Jean Berlamont, toen decaan van de Faculteit, wat mijn verdere plannen waren en heb ik de universiteit definitiefverlaten en een vaste betrekking aanvaard in het Directoraat-Generaal Informatie, Maatschappij en Media.

Na de eerste periode bij het DRIVE-programma werd ik gevraagdde operationele planning op mij te nemen voor het Telematics -programma, waarna ik de functie van adjunct-diensthoofd vervuldevan het Departement Budget en Financiën. Een nieuwe ervaringvoor een ingenieur; mijn diensthoofd was een Duitse wiskundige!Bij de start van het zesde kaderprogramma ben ik afdelingshoofdgeworden bij de afdeling ‘ICT for Transport & Mobility’, met eenjaarlijks budget van 50 miljoen euro per jaar voor de financieringvan onderzoeksprojecten. Er waren acht universitair geschooldendie aan mij rapporteerden en elk een projectportfolio beheerden ter waarde van 6-7 miljoen euro per jaar.

Hoe is je job veranderd tijdens je carrière?De voornaamste verandering was dat ik evolueerde van zelf onderzoek doen naar het creëren van mogelijkheden voor anderen om hun onderzoek in een Europees kader verder te zetten. In het begin was ik puur operationeel bezig, terwijl ik naar het einde van mijn carrière meer en meer bezig was met het bedenken van nieuwe instrumenten en nieuwe initiatieven om de Europese strategie op het vlak van mobiliteit en veiligheid in het verkeer concreet vorm te kunnen geven.

22

Gedurende de laatste helft van 2010 was België voorzitter van de EU. Daarom zochten we een ingenieur opdie een groot deel van zijn loopbaan aan Europa gewijd heeft. Onlangs is André Vits op pensioen gegaan na een jarenlange job in de Europese Commissie. We wilden van hem wel eens horen wat een ingenieur tot in de Europese Commissie kan brengen en wat er reilt en zeilt binnen de Commissie. Eén ding is duidelijk: de Commissie is net als een bedrijf of een gezin: het loopt niet altijd even gesmeerd, maar toch geloof je erinen ga je ervoor en worden er heel wat positieve resultaten geboekt. En het zijn niet de instanties die vooruit-gang boeken, maar de mensen die er zitten, die ofwel iets wensen te realiseren ofwel het soms negatievebeeld van ‘Europese ambtenaar’ alleen nog wat versterken...

De Europese Unie in beweging: A

Page 23: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Vooral het internationale samenwerken met diverse lidstaten enmedewerkers van diverse nationaliteiten vond ik een boeiendeervaring, in het bijzonder het dynamisme dat ervan uitging. In hetbegin viel dat goed mee aangezien het aantal lidstaten beperkt was en er al een minimum aan samenwerking bestond. De uitdagingin de toekomst zal zijn om een programma uit te werken waariniedere lidstaat, vooral de nieuwe lidstaten, zijn belangen herkent.

Ook moet je continu alert zijn om creatief te blijven om nieuweideeën uit te werken. Het gevaar bestaat dat je te veel in een puuradministratief kluwen belandt. Het is aan jezelf om te vermijden datdit gebeurt, zowel intern om de administratieve rompslomp zo kleinmogelijk te houden, als extern om de strategische uitdagingen enonderzoeksuitdagingen snel te onderkennen en te steunen.

Europese verwezenlijkingenEr is heel wat gebeurd, van opstarten van nieuwe programma’s inde EU tot concrete resultaten die nu op de markt gebruikt worden,vooral in het domein van verkeersveiligheid, zoals stabiliteitscontrole(ESP), automatische remsystemen (Brake Assist), afstand en lateralecontrole (Advanced Cruise Control - Lane Departure Warning), …dit dank zij de miniaturisatie en enorme stijging van de rekencapa-citeiten. Vandaag zien we de introductie van het zogenaamde eCallin alle voertuigen, een automatische noodoproep, systeem 112 (zie kader). Maar ook op het vlak van verkeersbeheer liggenbelangrijke ontwikkelingen op de tekentafel: de zogenaamde‘coöperatieve systemen’.

Verder heb ik mee aan de wieg gestaan van ERTICO. Dat is eenEuropees multisector publiek-privaat partnerschap dat de ontwik-keling en het toepassen van intelligente transportsystemen en diensten stimuleert. Het is gevestigd in Brussel en één van debelangrijkste adviesgroepen in dit domein. Ondertussen hebben de meeste landen een eigen ITS (intelligent transport systems)-organisatie opgezet, zoals ITS Belgium dat de belangen van de eigen ITS-industrie behartigt.

Met de steun van de toenmalige Commissaris Liikanen, en latermevrouw Reding, heb ik samen met ERTICO en de auto-industriehet overlegplatform eSafety opgericht dat op erg veel steun van de sector kan rekenen, in het promoten van ICT-toepassingen inhet verkeer.

Meer mobiliteit in Europa en verhoogde veiligheid in het verkeer zijn steeds de rode draad geweest in mijn carrière.

Ik weet dat vele mensen kritisch zijn over de Europese Unie en deEuropese verwezenlijkingen. Maar dankzij Europa zijn er heel watinitiatieven genomen die niet door de afzonderlijke lidstaten zoudengerealiseerd zijn. En daar draait het om! En zoals bij ieder bedrijfzijn er in de Europese Unie zaken die goed en minder goed lopen.

Laat ons dan ook focussen op de verwezenlijkingen in plaats vanop de moeilijkheden die er soms zijn om het finale doel uiteindelijkte bereiken!

Huidige activiteiten?Sinds vorig jaar ben ik gepensioneerd en ben ik vooral actief bezigmet mijn zes kleinkinderen. Ook mijn drie kinderen zijn actief in het(ingenieurs)wetenschappelijk milieu. Eén van hen is burgerlijk bouw -kundig ingenieur bij BESIX, de tweede heeft zijn doctoraat bij LudoGelders afgelegd en werkt nu bij Agoria. De derde is actief als geologe,gespecialiseerd in overstromingmodellering en werkt in de UK.

Daarnaast geef ik ook nog consulting voor diverse organisaties en ben ik betrokken bij de voorbereiding van het beleidsplan‘Mobiliteitsplan Vlaanderen 2030’.

Kun je nog een advies geven aan onze jongere generatie?Doe waar je zin in hebt! Je beroep en carrière worden voor eendeel bepaald door toevalligheden. Zo ben ik uiteindelijk ook bij de Europese Commissie beland. Wees steeds jezelf en maakgebruik van de toevalligheden. En zorg er daarbij vooral ook voor dat de collega’s en medewerkers je steeds appreciëren!

eCall helpt om 2500 levens per jaar te redden.

eCall is een systeem waarbij automatisch de hulpdiensten verwittigd worden door intelligente technologie in de wagenwanneer er een ongeval gebeurt.

De Europese Unie heeft opgeroepen om eCall verplicht te makenin alle wagens tussen 2013 en 2015. Dit pan-Europese veilig-heidssysteem zorgt ervoor dat de hulpdiensten snel op de plaatsvan het ongeval kunnen zijn. Dat is van levensbelang wanneer jealleen in de wagen zit, zwaargewond geraakt en niet in staatbent om zelf de hulpdiensten te bellen. Het systeem kan ookmanueel geactiveerd worden: wanneer je bijvoorbeeld onwelwordt in de wagen kun je de hulpdiensten via een noodtoetsoproepen. Volgens diverse studies kan eCall tot 2500 levens perjaar redden door toepassing van deze technologie. In november2010 werd door een aantal bedrijven een Europese eCall promotie-toer opgezet doorheen Europa. Vanuit Athene, Helsinki en Madridzijn drie wagens vertrokken om in alle landen aan te tonen dat de technologie beschikbaar is en werkt. De basismodule in dewagen is mee ontwikkeld door NXP Semiconductors in Leuvenmet financiële ondersteuning door het IWT en de EuropeseCommissie.

Patrick Pype

23

André Vits aan het woord

Page 24: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

De max: Existenz

24

Een mogelijke reden voor het succes van Existenz ten opzichtevan andere jaarwerkingen binnen VTK ligt volgens Lotte, de voorzitster van Existenz, in het feit dat archies zoveel werkjesen deadlines hebben. ‘Ik denk dat wij meer vanaf het eerstejaar een groep vormen omdat we al beginnen als een apartegroep binnen de ingenieursopleiding. Wij zien elkaar ook veelin het Arenbergkasteel en zitten vaak samen in één van detekenzalen. Bij de algemene richting heb je dat minder omdatze in de eerste bachelor zo talrijk zijn. ‘Een tweede mogelijkeoorzaak ligt in het feit dat wij ook al bij vorige jaarwerkingenhebben samengewerkt en al samen met de hele groep opweekends zijn geweest. Van Stad en Architectuur kregen weook het compliment dat we steeds beter georganiseerd zijn.(Stad en Architectuur is een vzw die een discussieplatform wil bieden waar vakmensen en andere geïnteresseerden vangedachten kunnen wisselen over actuele thema’s binnenarchitectuur, stedenbouw en stedelijke ontwikkelingen, die wilmeewerken aan een stedelijk beleid in Leuven, en een sensi-biliserende functie heeft: ze wil de aandacht en gevoeligheidvoor architectuur aanscherpen bij openbare besturen, gebruikersen bewoners van de stad, potentiële bouwheren, kortom hetgrote publiek, n.v.d.r.) En we zijn beter georganiseerd omdatwe meer ervaring hebben door het opstarten van de jaarwer-kingen Duplex en Triplex, de jaarwerkingen van respectievelijktweede en derde bachelor ingenieur-architect. Als je al vakermet elkaar hebt samengewerkt, kun je ook beter inschattenwie welke capaciteiten heeft.’

‘Een ander verschil met de voorgaande jaren is dat we numeer promotie voor activiteiten maken. Daar komt nog eensbij dat we het concept van Ciné-café van vorig jaar hebbenovergenomen en hebben uitgebreid naar meerdere café-initia-tieven waar je gewoon eens gezellig met elkaar kan babbelen.’De hechtere samenwerking met Stad en Architectuur werptook wel zijn vruchten af. Dit is vooral duidelijk in de hogereopkomst dit jaar tijdens de lezingenreeks onder de naamAuditorium in het STUK. ‘We proberen toch ook altijd onszelfte vergelijken met voorgaande jaren en net dat ietsje beter tedoen. Existenz zou meer moeten zijn dan alleen Bauhouse (de feestjes dus), het gaat ook over architectuur. Niet dat dit daarom expliciet aan bod moet komen in bijvoorbeeld een wintercafé. Maar je kan wel in tegenstelling tot opBauhouse-feestjes echt rustig met elkaar praten.

Existenz is en blijft natuurlijk ook een jaarwerking binnen VTKen kan er als ze dit willen ook in meer of mindere mate mee

samenwerken. ‘De samenwerking met VTK verloopt volgensons wel heel goed. Ook mede dankzij de ervaring die we metDuplex en Triplex opgedaan hebben. Zo wisten we ook al snel wat VTK voor ons kan betekenen. Ik ben eigenlijk blij dat we met hen kunnen samenwerken.’

Nog een nieuwigheid dit jaar was ‘Unité’, een tijdschrift overarchitectuur in de brede zin van het woord. ‘De eerste reactiesop het nieuwe magazine van Existenz waren zeer positief.Ook docenten van ASRO kunnen het initiatief wel smaken.Het idee komt van iemand die zelf geabonneerd is op MARK-magazine, een internationaal magazine over architectuur. Hij vond dat er door Existenz te weinig werd gecommuniceerdover zaken buiten de K.U.Leuvenwereld. Het is de bedoelingom ook internationaal bekende projecten aan te halen en verderte gaan dan architectuur zelf. Een deel van onze lezers zalmisschien niet de neiging hebben om zelf dingen op te zoeken,maar krijgt dit nu wel aangeboden zonder er moeite voor temoeten doen. Het is ook nuttig als communicatiemiddel naarandere architectuurscholen toe over wat wij juist te biedenhebben. Het tijdschrift is niet opgevat als reclame voor onzeExistenz-activiteiten.’

Existenz, de jaarwerking van de eerste master burgerlijk ingenieur-architect, is sinds haar oprichting in 1995 - door een scheiding van activiteiten tussen burgerlijk ingenieur- en architectuurstudenten – steeds groter en groter geworden.De opzet van Existenz is activiteiten rond architectuur te organiseren. Het hoogtepunt is elk jaar een Maximumweek boordevol activiteiten zoals workshops en lezingen in een leegstaand gebouw in Leuven dat voor de gelegenheid voor één week wordt omgetoverd tot de hipste plek van de stad. Elk jaar spiegelt zich aan voorgaande jaren en wil toch altijd dat tikkeltje beter zijn. Ook dit jaar is dat het geval. Ik spreek af met enkele van de hoofdactoren van deExistenzwerking van dit jaar om te horen wat ze dit jaar in hun mars hebben.

Page 25: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

25

Over de ExistenzMaximumWeek kan er nog niet zoveel wordenprijsgegeven natuurlijk.

Maar dit is dan ook elk jaar één van de best bewaarde geheimenbinnen de kasteelmuren. We kunnen u wel meegeven dat eral een eventuele locatie is, waarvan de mogelijkheden nogbesproken worden. ‘Een locatie vinden voor deze week washet moeilijkste tot nu toe. Een groot deel van de tijd die je erinsteekt hangt af van hoe snel of gemakkelijk je een geschiktelocatie vindt. Eens een locatie gevonden, kan je er activiteitenvoor gaan bedenken.’

Elk Existenzjaar heeft een thema waarrond vooral tijdens de MaximumWeek gewerkt wordt. Dit jaar is het thema 4D.Natuurlijk kwam dit thema niet zomaar uit de lucht vallen. ‘We wilden een thema dat we interessant vinden en waarinwe alles kunnen plaatsen. We zijn vertrokken met ‘verganke-lijkheid’ en verder gaan denken of architectuur iets blijvends isof niet. Eigenlijk bevat het thema een soort van zelfrelativering,de bedenking dat architectuur niet enkel iets statisch is.’

Ook sportactiviteiten zijn dit jaar een nieuwigheid. ‘Je krijgtdan meer interactie tussen de verschillende jaren die elkaarwel zien in het kasteel, maar zelden of nooit samen iets doen.Er werd geopperd om een Existenz-wielerteam op te richten,maar dit bleek uiteindelijk toch niet echt haalbaar. Het idee om een voetbalteam op te richten kwam van iemand die vorigjaar in het voetbalteam van VTK zat en eenzelfde groepssfeer

en verbroedering bij archies wilde bekomen. Maar het valt af te wachten of dit zo goed zal lukken. Wij zijn tenslotte ook met meer vrouwen die niet per se willen voetballen. Maar badminton is dan misschien wel meer geschikt voor ons.’

Eén van de tradities van Existenz is dat ze het eetstandje vanVTK bij de 24-urenloop verzorgen. Ondertussen is de ambitiegegroeid om elk jaar in deze categorie te winnen en originelerte zijn dan het zoveelste eetstandje dat beweert de beste bickyburger van heel de 24-urenloop aan te bieden. Dit jaarkonden de eetlustigen van overheerlijke pasta uit custommade pastabekers van Existenz genieten, natuurlijk met eenlekker sausje naar keuze waarbij zelfs werd gedacht aan devegetarische hongerige magen. ‘Voor ons voelt het bijna alseen verplichting om mee te dingen naar deze prijs. Het totaal-beeld klopte ook dankzij de inkleding en de bekers. Er werddus wel degelijk op de details gelet om niets aan het toevalover te laten.’

Laat dit ook ineens het algemene doel van Existenz zijn. Na enkele jaren met plezier bediend te zijn door onze voor-gangers, is het een uitdaging om nu zelf ober te spelen.

Existenz gaat elk jaar opnieuw voor het maximum.

Ruben Wouters

Page 26: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

Dinsdag 26 oktober 2010, 20 uur: tijd voor de 39e 24-urenloop! Iedereen was er klaar voor. We zoudenlaten zien dat de sfeer en inzet bij VTK fenomenaal is en blijft! Vorig jaar nog verloren we met 9 rondjes achter-stand van Apolloon. Misschien dat er dit jaar wel weermeer in zit? Uiteraard wil iedereen de overwinning van2005 nog eens overdoen, maar of dit haalbaar is, blijftnog maar de vraag natuurlijk.

Uiteraard had ons Sportteam vooraf alle mogelijke tactiekenoverlopen, analyses uitgevoerd en vooral veel vergaderd. De grootste verandering ten opzichte van voorgaande jarenwas de bredere spreiding van de vriendengroepjes. Vroegerhadden we een Speedyteam dat op welbepaalde momenteningezet werd en groepjes die op vastgelegde momenten kwamenlopen. Zo kwam VTK vaak met een redelijk aantal rondjesvoorsprong uit de nacht. Waarop Apolloon ons in de ochtendweer inhaalde om vervolgens hun voorsprong niet meer af tegeven. Deze editie hebben we dus geen 14 rondjes meer voorgestaan zoals vroeger, maar stonden we ook nooit ver achter.Het werd hierdoor een zeer spannende wedstrijd met nogeens een ware nek-aan-nekrace tussen VTK en Apolloon. Het kringgevoel leefde op en bij iedereen stak de hoop op dat we misschien toch nog eens konden winnen.

Op een bepaald moment liepen de lopers gelijk, net niet handin hand, wat natuurlijk voor een extra stimulans zorgde vooronze lopers. Ook enkele van onze vrouwelijke studentes kondengelijke tred houden. De sfeer was uitstekend en iedereen wou volledig voor de overwinning gaan die toch niet helemaalonbereikbaar leek. Ook onze leeuw, de enige echte VTK-mascotte, was van de partij. Hij zorgde voor extra ambiance in en rond het standje en liep uit sympathie ook enkele rondjesbij Run For Specials en Psychologie.Maar jammer genoeg mochten alle extra loopinspanningen nietbaten en na enkele spurtbommen van de sportkring had diemeteen een halve ronde voorsprong. In het laatste uur, waarinde stand niet meer publiekelijk wordt bijgehouden, was over-duidelijk dat Apolloon de overwinning nooit zonder slag ofstoot zou afgeven. Hun laatste spurters vlogen quasi voorbij en zo won Apolloon voor de vijfde keer op rij de 24-urenloop.Maar nadien kwamen ze ons wel nog zeggen dat deze editieook voor hen zeer spannend was. Wat ook al een mooieprestatie is.Op plaats 3 en 4 was er de gebruikelijke strijd tussen LBK(bio-ingenieurs) en Ekonomika. Uiteindelijk moesten de collega-ingenieurs de duimen leggen. Maar door een incident is beslistom de twee kringen op een gedeelde derde plaats te zetten.Een loper van Ekonomika was bij LBK gaan ‘lopen’ of betergezegd gaan ‘wandelen’. Natuurlijk was dit zonder medewetenvan Ekonomika zelf. En toen zij hiervan hoorden, hebben zeomwille van de fairplay hun loper laten wachten tot LBK weerhalf bij was. Bijgevolg is er nadien op de werkvergaderingbeslist om LBK en Ekonomika beiden de derde plaats toe te kennen.

De 24-urenloop is uiteraard niet enkel lopen, ook de vele eet-standjes zijn een vaste waarde bij dit evenement. Naar goedegewoonte zorgt Existenz, de werkgroep van de eerste master

archies hier voor.Dit jaar verrastenze ons met heusepastalekkernijenmet scampi, veggieof bolognese.’s Ochtends werdenwe dan weer verwend met speken eieren. Dit daneventueel aangevuldmet een gebakje en een heerlijke kopstARCHIbucks, koffieof warme chocomelk,‘gepimpt’ met slag-room, chocolade ofkaramel. De gerechtenvan Existenz waren zo lekker dat ze ineen mum van tijd uitverkocht waren.Gelukkig hadden zenog een paar porties opzij gehouden voor de reservejury (door een misverstand hadde jury het eetstandjevan Existenz over -geslagen). En zohaalde ons eet-standje alsnog deeerste prijs binnen!

Omdat ook duidelijk was voor de – ditmaal wel echte – jury dat kosten noch moeitewaren gespaard voor ons VTK-station, werd ook onskringstandje uitgeroepen tot het mooiste van de 24-urenloop.Een verdienstelijke tweede en derde plaats waren weggelegdvoor respectievelijk VRG en Industria. In de categorie besteprijs/kwaliteitsverhouding won Politika’s standje.Of we nog eens kunnen winnen in één van de volgende jaren,is moeilijk te zeggen. Er zit genoeg talent bij VTK, maar hetblijft moeilijk om ze allemaal aan te spreken en te motiverenom te komen lopen voor VTK. Dit jaar hebben we uiteindelijkApolloon redelijk goed kunnen bijhouden met een beperkt aantal lopers. Zo werd er tussen 3 u. en 5 u. ’s nachts maarmet een man of zeven gelopen. Ook tussen 12 u. en 14 u.woensdagmiddag waren er maar enkele lopers. Mocht hettoch lukken om onze groep lopers uit te breiden, kan Apolloonnog wel eens voor een verrassing komen te staan. Er zit zeker nog veel onbenut potentieel tussen onze studenten.Alles welbeschouwd kunnen we toch zeker spreken van eengeslaagde editie. We hebben de loopwedstrijd lang spannendkunnen houden en zowel ons eet- als loopstandje wonnen de eerste prijs. Een score van twee op drie waar we zekertrots op mogen zijn!

Karen Helderweirt en Ruben Wouters

24-urenloop: editie 2010

26

Page 27: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

27

2002-2003_Plons

• Oprichting VTK vzw ’t ElixIrAls één van de laatste fakbars in Leuven was ook ’t ElixIr toeaan regularisatie. Na heel wat over en weer geloop tussen ver-schillende diensten en problemen met allerlei databanken konook onze fakbar eindelijk het professionele leven instappen.

• Aankoop VTK-karHet lijkt inmiddels zeer vanzelfsprekend, maar ooit had VTKgeen kar. Als ze toen een bestelwagen nodig hadden, werddie simpelweg gehuurd of geleend. Maar omdat VTK en deactiviteiten bleven groeien, kon dit niet blijven duren en werddus wijselijk beslist om een eigen VTK-kar aan te schaffen.

• Automatisering cursusdienstInformatisering begon de standaard te worden en ook onzecursusdienst kon niet achterblijven. De automatisatie van hetstockbeheer en het online bestelsysteem waren een schot inde roos en tevens de start van een steeds groter wordendecursusdienst met uitstekende service.

• Laatste editie van Yellow FeverNa vijf edities lang de dance- en technoliefhebbers op hunwenken te hebben bediend, bleek deze formule uit zijn voegente zijn gebarsten. Dit evenement trok meer niet-leden dan ledenaan en vroeg meer en meer engagement van het presidium ende medewerkers. Bijgevolg werd na lange discussies beslotenom terug te keren naar de oorspronkelijke missie van VTK: er zijn voor de leden.

2003-2004_Steam

• TheokotEen vernieuwd Theokot met pc’s. Voortaan kan elke burgie enarchie ’s middags op adem komen in de beste broodjesbarvan Heverlee. Ook ’s avonds werd voor entertainment gezorgdmet maandelijkse filmavonden in het Theokot.

• 1e kanHet laatste jaar met kandidaturen en ingenieursjaren. Tijd vooreen onderwijshervorming.

• Start VTK BureauOnderwijsvertegenwoordiging is een serieuze zaak. Om nogmeer studenten te bereiken werd het VTK Bureau opgestart.Hier kunnen tot vandaag alle geïnteresseerde burgerlijk ingen -ieursstudenten hun zegje komen doen over actuele topics.

• Info werd RedactieMaar niet voor lang…

• Drankautomaat in blok 6 in plaats van streepjes trekkenHet afvoeren van de koelkast en het bijhorende streepjes trekken bleek gunstig voor de begroting.

• GalabalDoor de steeds hogere kosten om het Galabal te organiserenin het Arenbergkasteel werd besloten om voortaan op locatiete vieren. - 24-urenloop. Ons VTK-saloon won de eerste prijsbij de loopstandjescompetitie.

2004-2005_Vizier

• Afschaffing van het toelatingsexamen burgerlijk ingenieurNatuurlijk had dit zijn effect op het aantal starters in het eerstejaar. Er waren maar liefst 530 eerstejaars: dubbel zoveelarchies als voorgaande jaren en 20% meer burgies. VTK telde dat jaar 1600 leden (=300 meer dan vroeger).

• 1e bachersDe BaMa-structuur werd officieel ingevoerd. Kanweek blijftKanweek. Aan sommige vaste waarden raak je gewoon niet.

• Laddercompetities in de fakOm de sfeer in ons café nog meer te bevorderen werden erinteractieve competities op touw gezet. Verschillende categorieënkwamen aan bod: darts, kicker en ad fundum. - 24-urenloopHet was een pechjaar voor VTK. Niet alleen waren we tweedein de loopcompetitie, maar ook bij de loopstandjes kaapteApolloon de eerste prijs weg.

• BrabanthalClouseau in de Brabanthal. Een ongezien succes waar noglang over gesproken werd, maar dat jammer genoeg sindsdienniet meer geëvenaard kon worden.

• JaarrekeningenVoordien trok VTK altijd subsidies uit om haar jaarwerkingen teondersteunen. Maar omdat je nog altijd sneller iets op poten zetals je geld op ‘je rekening’ ziet staan dan wanneer je subsidiesmoet aanvragen, startte VTK verschillende jaarrekeningen op.

2005-2006_Strike

• Redactie werd CommunicatieWhat’s in a name?

• 85 jaar VTKHet laatste lustrumjaar voor de huidige editie.

• Ir. ReëelVanaf dit jaar werden er nog maar vier Ir.Reëels per jaar uitgegeven in plaats van vijf. Ir.Reëel werd ook een meer ‘onafhankelijk’ tijdschrift, vol artikels in de interessesfeer van studenten burgerlijk ingenieur.

• 24-urenloopVTK won de 24-urenloop! - OnderwijsBestond toen nog uit Didactiek en CD&T. CD&T was verant-woordelijk voor het Theokot en de VTK Cursusdienst.

• OndersteuningBestond uit E, Logistiek en Communicatie. Of hoe ‘posten’toen nog broederlijk in hetzelfde nestje bleven.

2006-2007_Cube

• Verbouwingen TheokotCube heeft het Theokot grotendeels ingericht zoals we het nu kennen. - Pinten aan 1 euro’t Elixir behoorde lange tijd bij de goedkoopste fakbars inLeuven (90 cent voor een pintje) maar kan nu ook niet langerontsnappen aan de prijsstijgingen. Voortaan betaal je bij ons 1 euro voor een pintje.

VTK90VTK blaast 90 kaarsjes uit en dat zal Leuven geweten hebben! Ons VTK90-team is volop bezig met de laatste voorbereidingen vooronze fenomenale lustrumweek. Aan alle details zal worden gedacht om onze VTK-leden in de watten te leggen. Maar ook de alumniworden zeker niet vergeten. Uiteindelijk hebben zij VTK toch mee gevormd tot wat het vandaag is, nietwaar? Naast de studentikozeactiviteiten zal er ook de hele week een VTK-museum tentoongesteld worden in Alma 3. Om hier een voorsmaakje van te gevenhebben we alvast de meest recente VTK-jaren onder de loep genomen. Wat hebben die jonge veulens de laatste tijd allemaal uitgespookt? We starten bij Plons en eindigen onze minitijdreis bij het huidige VTK-presidium Impuls. Heb je na het lezen van dit artikel heimwee gekregen naar die ‘beste tijd van je leven’? Kom dan zeker binnenkort naar ons VTK-museum waar we nog verder terug in de tijd zullen gaan. Misschien kom je nog wel foto’s tegen van jezelf uit lang vervlogen tijden…

Page 28: TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT ......Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen

COLOFON

'GeniaaL' is een tijdschrift vande Faculteit Ingenieurs weten -schappen en VILv - AlumniIngenieurs K.U.Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten.

'GeniaaL' verschijnt viermaal perjaar: in januari, april, juli en oktober.

verantwoordelijke uitgever: Ludo Froyen

redactie: Annemie Caproens, Jelle De Borger,Iris De Coster, Michelle D'Haese,Kurt Driessens, Ludo Froyen,Karen Helderweirt, David Maes,Liliane Pintelon, Patrick Pype,Yves Willems, Ruben Wouters

redactieadres:GeniaaLFaculteit IngenieurswetenschappenJelle De BorgerKasteelpark Arenberg 1 bus 22003001 HEVERLEEtel. + 32 16 32 16 89fax + 32 16 32 19 [email protected]

grafisch ontwerp:altera.be

drukwerk:Van der PoortenDiestsesteenweg 6243010 KESSEL-LOtel. + 32 16 35 91 76

2007-2008_Vlam

• 24-urenloopVoortaan jammer genoeg weer rond de piste. De rondjes werden ietslanger wat voor sommigen toch wel net een brug te ver was. - Theokot.Voortaan ook heel de namiddag te uwer beschikking!

• Groep 5 in plaats van groep 4Naarmate er meer en meer geld omging in onze studentenkring, leek het opportuun om voortaan met twee beheerders te werken.Eén van hen was verantwoordelijk voor VTK vzw en de andere voor VTK Ondersteuning vzw, de BTW-plichtige vzw.

• 2FabiolaDe-terugkeer-naar-de-90’s-TD werd een ongezien succes in Alma 3,met een namaakkaartenmarkt om U tegen te zeggen.

2008-2009_Vibe

• InternationaalDe internationale werking werd uitgebreid met een eigen post. Eén presidiumlid zou zich volledig wijden aan buitenlandse studenten en studeren in het buitenland.

• AfrekeningsTDVTK haalde De Afrekening van StuBru naar Leuven!

2009-2010_Volt

• E wordt IT• Theokot

Theokot beperkte zijn openingsuren weer, maar benutte wel zijn middag ten volle met het geweldige muziekvideospel Guitar Hero! De studenten waren hier zo blij mee dat het niet lang duurde voorook Band Hero zijn intrede deed. - VTK-karTijd voor een nieuwe kar. De vorige was absoluut toe aan vervanging.

2010-2011_Impuls

• Didactiek wordt Onderwijs• Fak 15 jaar

’t ElixIr bestaat 15 jaar. Dat wordt gevierd met een eigen feestweek.Maar wat er tijdens die week op het programma staat, is voorlopignog een staatsgeheim.

• 24-urenloopBij het lopen eindigen we weerom op de tweede plaats, maar wekapen wel de eerste prijs weg voor het standje en de culinaire voor-zieningen. Jammer genoeg geen pinten meer aan 60 cent tijdens de 24-urenloop (want eigenlijk weet niemand meer behalve een paaroude zakken dat dit kwam van de 24 frank ter ere van de 24-uren-loop toen men nog met oude franken rekende).

• VTK90! Gedurende heel het jaar geeft VTK in totaal 90 gratis vaten weg en in maart volgt er nog een spetterende lustrumweek. Allen daarheen!

(Voorlopig) programma Lustrumweek VTK 90: 27 maart – 1 april 2011• Zondagavond: Openingsavond in de fak met receptie en

nadien een stevig feestje!• Maandagavond: LustrumDiner, eens lekker uit eten voor

een spotprijs!• Dinsdagavond: MegaLustrumCantus, need we say more?• Woensdag: een ‘Huge’ Verrassingsactiviteit! De woorden gratis,

veel & fun zijn alvast van toepassing!• Donderdagavond: And we go out with a bang: LustrumTD!Een heus VTK90-museum, inclusief openingsreceptie, een grootdebat and much more in de Lustrumweek!Voor meer informatie:www.vtk.be/ontspanning/activiteiten/VTK90/

Karen Helderweirt