Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het...

64
TIEN WERKVORMEN OVER JAAR ALGEMEEN KIESRECHT

Transcript of Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het...

Page 1: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 JAAR ALGEMEEN KIESRECHT

Page 2: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer
Page 3: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER100 jaaR algEMEEN KIEsREchT

Page 4: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

over prodemosProDemos is het ‘Huis voor democratie en rechts-staat’. ProDemos legt uit wat de spelregels zijn vande democratie en de rechtsstaat en laat zien watmensen zelf kunnen doen om invloed uit teoefenen – in de gemeente, de provincie, het landen Europa.

Ontwikkeling werkvormenProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat

Omslagfoto’sVoorzijde: Bart van VlietAchterzijde: Paul Voorham

VormgevingPuntspatie [bno], Amsterdam

Page 5: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

Inhoud

INlEIdINg 4

1 allEMaal NaaR hET sTEMlOKaal 530 minuten | vmbo, mbo, havo, vwo

2 BINgO 100 jaaR algEMEEN KIEsREchT 1115 minuten | vmbo

3 TIjdlIjN algEMEEN KIEsREchT 1320 minuten | vmbo, mbo, havo, vwo

4 FORMaTIEspEl pacIFIcaTIE 1730–45 minuten | havo, vwo

5 als jullIE hET VOORhET zEggEN haddEN… 23minimaal 2 lesuren | vwo

6 VaN sTEMpas TOT sTEMBus 3210 minuten | praktijkonderwijs

7 KWaRTET gEschIEdENIspaRlEMENTaIR sTElsEl 3530 minuten | vmbo, mbo, havo, vwo

8 dEMOcRaTIE-INdEx 4045 minuten | havo, vwo

9 dE lEuzENKRaKER 4820 minuten | vmbo, mbo, havo, vwo

10 WElKE dEMOcRaTIE pasT BIj MIj? 5750 minuten | havo, vwo

Page 6: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

4 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

Zodra je achttien bent, mag je in Nederland meebeslissen. Tegenwoordig

is dat vanzelfsprekend, maar het heeft heel wat voeten in de aarde

gehad voordat iedereen stemrecht kreeg. Discussie, debat,

demonstraties: jarenlang was Nederland het oneens over wie mocht

stemmen. In kleine stappen werd het kiesrecht uitgebreid. In 1919

besliste de Tweede Kamer dat alle Nederlandse mannen en vrouwen

vanaf 25 jaar voortaan mochten stemmen.

Dit werkvormenboekje is ontwikkeld om leerlingen bewust te maken

van de verworvenheid die het algemeen kiesrecht is. Elke werkvorm

is beschreven in een korte instructie waarin informatie staat over het

leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal.

Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd.

Meer lezen over hoe het algemeen kiesrecht tot stand kwam, wat het

voor mensen betekent én hoe het kiesrecht nog steeds in beweging is?

Kijk op www.ikviermijnstem.nl.

Inleiding

Page 7: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

KORTE OMschRIjVINg WERKVORM

In deze werkvorm spelen leerlingen verschillende verkie-zingen na als historische personages en ondervinden zo aanden lijve wie er wel en niet mochten stemmen in de loop vande geschiedenis.

lEERdOEl

leerlingen leren in welke stappen de ontwikkeling vancensuskiesrecht naar algemeen kiesrecht verlopen is.

duuR

30 minuten

BENOdIgdhEdEN

n Overzicht per jaartaln 32 kaartjes met de rolomschrijvingen

haNdlEIdINg

1. Begin dit onderdeel door iets te vertellen over hetstemrecht in Nederland. Vraag de leerlingen bijvoor-beeld of ze weten wie tegenwoordig mogen stemmen inNederland (bij verschillende soorten verkiezingen).Bespreek (afhankelijk van de antwoorden) dat vroegerniet alle Nederlanders boven de 18 jaar mochtenstemmen. Vertel dat dit onderdeel gaat over hoe hetstemrecht in Nederland zich heeft ontwikkeld.

2. geef elke leerling een kaart(je) met een rolomschrijving.Als er minder dan 32 leerlingen zijn, kunt u een aantalberoepen weglaten. Zorg er in ieder geval voor dat ereen goede mix is van ‘mannenberoepen’ en ‘vrouwenbe-roepen’. Deel daarnaast sowieso van elk jaartal enkelerollen uit.

3. Vraag alle leerlingen de omschrijving van hun personagete lezen.

4. leg de werkvorm uit: vertel dat de leerlingen teruggaanin de geschiedenis. U gaat vijf keer een jaartalbeschrijven en de leerlingen maken telkens voor datjaartal de keuze of het personage op hun bordje toenmocht stemmen of niet. Begin dan meteen met het eerstejaartal: houd het bord met 1848 omhoog en lees deomschrijving bij dit jaartal voor. Vraag de leerlingen ofzij denken dat hun personage in dat jaar al mochtstemmen. Zo ja: dan mogen ze gaan staan. Zo nee, danmoeten ze blijven zitten.

5. lees nu het bijbehorende tekstje ‘Wie mag stemmen?’voor. Kijk de groep rond. Wie ten onrechte is gaan staan,moet gaan zitten. Wie ten onrechte is blijven zitten, gaatstaan. Vraag de leerlingen wat voor eigenschappen depersonages hebben die mochten stemmen: maakt het uitwelke leeftijd je had, of je man of vrouw was en wat jeafkomst was?

6. let op: wie nu staat, blijft ook staan. Zo wordt inzichte-lijk hoe langzaam maar zeker steeds meer mensenmochten stemmen. En dat sommige burgers daar lang opmoesten wachten.

7. Houd nu het volgende jaartal omhoog en herhaal destappen. Ditzelfde doet u daarna met de volgende driejaartallen.

8. Bij het laatste ‘jaartal’ (nu) zitten de personages jongerdan 18 jaar nog. Vestig daar de aandacht op en leg uitdat je in Nederland niet mag stemmen als je jonger bentdan 18 jaar. Bespreek met leerlingen wat ze hiervanvinden.

9. Vertel dat de stemgerechtigde leeftijd in de grondwetstaat. Artikel 54 bepaalt dat iedereen onder de 18 jaar isuitgesloten om te stemmen bij de Tweede Kamerverkie-zingen. De kiesgerechtigde leeftijd kan dus alleen veran-deren als de grondwet aangepast wordt. Dat isbijvoorbeeld gebeurd in 1972: daarvoor mocht je passtemmen als je 21 jaar of ouder was.

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 5

allemaal naarhet stemlokaal 30 minuten1

Page 8: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

6 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

let op! U kunt dit overzicht ook downloaden opwww.prodemos.nl/lesmateriaal door op de naam van dezewerkvorm te zoeken. Per jaartal kunt u een dubbelzijdigeafdruk maken, waarbij op de ene kant het jaartal in hetgroot staat (dat u naar de leerlingen kunt richten) en op deandere kant de informatie die hieronder staat vermeld.

1848Omschrijving: Het is 1848. De grondwet wordt gewijzigd. DeKoning staat een deel van zijn macht af. Het parlement, endus het volk, krijgt meer invloed. De leden van de TweedeKamer worden vanaf nu gekozen. Maar wie mag eigenlijkstemmen?Wie mag stemmen? In 1848 wordt het censuskiesrechtingevoerd. Alleen mannen, ouder dan 23 jaar, dievermogend zijn, mogen stemmen. Dat vermogen wordtgemeten via de belasting die je betaalt. Hoeveel belasting jeprecies moet betalen om stemrecht te hebben, verschilt pergemeente. In de praktijk mag 11% van de mannen stemmen.De rollen die mogen stemmen:n de directeurn de notaris

1896Omschrijving: Het is 1896. Allerlei groepen komen op voormeer rechten en gelijke kansen. De kieswet wordtaangepast. Eerder (in 1887) werd de grondwet al gewijzigd.Mensen hoeven nu niet langer rijk te zijn om te mogenstemmen, maar moeten ‘aantoonbaar geschikt’ zijn voordeze belangrijke taak. Wie mag in 1896 stemmen?Wie mag stemmen? Vanaf 1896 moet je om te mogen stem -men een man zijn van 25 jaar of ouder en beschikken over‘tekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand’. jebent geschikt als je bijvoorbeeld een examen of diplomahebt behaald, een eigen (huur)woning hebt, of een behoor-lijk loon of spaargeld. Ook telt nog steeds mee of je belastingbetaalt. In de praktijk mag nu 49% van de mannen stemmen.De rollen die nu ook mogen stemmen:n de politieofficiern de leraarn de eigenaar van een boerenbedrijfn de winkeliern de bakkern de schildern de ploegleider in de fabriekn de havenmeester

1917Omschrijving: Het is 1917. De Tweede Kamer stemt in meteen ingrijpende wijziging van de grondwet waardoor ineensveel meer mensen mogen stemmen. Wie mogen nu naar destembus?Wie mag stemmen? In december 1917 krijgen alle Neder-landse mannen van 25 jaar of ouder stemrecht. Het rechtverandert meteen in een plicht: als je kiesrecht hebt, móetje bij verkiezingen op komen dagen en het liefst ookstemmen. Dit heet ‘opkomstplicht’. Vrouwen krijgen noggeen actief stemrecht. In 1917 wordt wel het passief

kiesrecht voor vrouwen ingevoerd: ze kunnen vanaf datmoment worden gekozen.De rollen die nu ook mogen stemmen:n de fabrieksarbeidern de textielarbeidern de markthandelaarn de stalknechtn de visser

1919Omschrijving: Het is 1919. Al jaren zijn er regelmatig grotedemonstraties voor algemeen kiesrecht. sinds 1917 mogenalle mannen stemmen, maar vrouwen nog niet. In dit jaarwordt een wet aangenomen die daar verandering in brengt.Wie mag nu stemmen?Wie mag stemmen? Vanaf 1919 mogen ook alle vrouwen van25 jaar of ouder stemmen. Het duurt overigens nog evenvoordat vrouwen dat stemrecht ook in een landelijke verkie-zing kunnen gebruiken: de eerstvolgende landelijke verkie-zingen zijn pas in 1922.De rollen die nu ook mogen stemmen:n de baronesn de kunstenaresn de winkeleigenaresn de verkoopstern de serveerstern de au-pairn de verpleegkundigen de werkster (35 jaar)n de leraresn de boerinn de huisvrouwn de gepensioneerde dame

NUOmschrijving: En nu? We zijn bijna 100 jaar verder engelukkig geldt nog steeds het algemeen kiesrecht voormannen en vrouwen. sinds 1919 is er nog wel ietsveranderd: je hoeft geen 25 jaar meer te zijn om te mogenstemmen. Wie mag nu stemmen?Wie mag stemmen? De leeftijd waarop je in Nederland kies-gerechtigd wordt, is in stapjes verlaagd. Eerst naar 23 jaar(in 1946), toen naar 21 jaar (1965) en uiteindelijk naar 18jaar (in 1972). De grens van 18 jaar geldt nu nog steeds. Ditis sinds 1983 ook de leeftijdsgrens om in de volksvertegen-woordiging te komen. Let op: Als je je eerder verkiesbaar steltkan dat, maar moet iemand anders tot die tijd voor jewaarnemen. Als genoeg mensen op je stemmen, kun je dusal op je 18e in de Tweede Kamer komen. De opkomstplicht istrouwens in 1970 afgeschaft. sindsdien is stemmen alleeneen recht en geen plicht.De rollen die nu ook mogen stemmen:n de textielarbeidstern de werkster (20 jaar)n de havenarbeiderDe rollen die nog niet mogen stemmen:n de winkelmedewerkster (17 jaar)n de vakkenvuller (16 jaar)

OVERzIchT pER jaaRTal

Page 9: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 7

let op! U kunt ook grotere rolomschrijvingen downloaden opwww.prodemos.nl/lesmateriaal door op de naam van deze

werkvorm te zoeken. U kunt dan elke rol afdrukken opbijvoorbeeld A4-formaat.

ROlOMschRIjVINgEN

dIREcTEuR

Man / 40 jaarIk verdien heel goed.

Ik woon in een vrijstaand huis.Ik heb economie gestudeerd.

NOTaRIs

Man / 50 jaarIk verdien veel geld.Ik woon in een villa.

Ik heb rechten gestudeerd.

OFFIcIER VaN dE pOlITIE

Man / 55 jaarIk krijg een goed salaris.

Ik woon in een rijtjeshuis.Ik heb de politieacademie gedaan.

lERaaR

Man / 55 jaarIk verdien precies genoeg voor mijn gezin.

Ik woon in een koophuis.Ik heb een lerarenopleiding gedaan.

BaRONEs

Vrouw / 39 jaarIk ben van adel. Mijn man en ik hebben veel geld en

hoeven niet te werken.Ik woon in een vrijstaand huis.

Ik heb het gymnasium afgerond.

KuNsTENaREs

Vrouw / 43 jaarIk maak prachtige schilderijen.

Ik verdien redelijk veel geld met mijn kunst.Ik woon in een stadswoning met atelier.

WINKElEIgENaREs

Vrouw / 50 jaarMijn winkel loopt goed, ik kan mijn eigen huis

betalen.Ik woon boven de winkel.

Ik heb geen opleiding gedaan.

VERKOOpsTER

Vrouw / 40 jaarIk verdien niet veel geld.

Ik woon in een huurappartement.Ik heb geen opleiding gedaan.

Page 10: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

8 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

plOEglEIdER IN EEN FaBRIEK

Man / 43 jaarIk verdien precies genoeg voor mijn gezin.

Ik woon in een huurhuis.Ik heb geen opleiding gedaan.

EIgENaaR BOERENBEdRIjF

Man / 50 jaarIk verkoop genoeg melk om mijn gezin te onder-

houden.Ik woon op mijn eigen boerderij.

Ik heb een agrarische opleiding gedaan.

WINKElIER

Man / 55 jaarMijn winkel loopt goed, ik kan mijn eigen huis

betalen.Ik woon boven de winkel.

Ik heb een avondopleiding economie gedaan.

schIldER

Man / 26 jaarIk verdien goed.

Ik woon in een eigen flatje.Ik heb een schildersopleiding gedaan.

WINKElMEdEWERKsTER

Vrouw / 17 jaarIk verdien heel weinig.

Ik woon bij mijn ouders.Ik zit in mijn eindexamenjaar.

sERVEERsTER

Vrouw / 27 jaarIk verdien heel weinig.

Ik woon in een huurappartement.Ik ben gestopt met mijn opleiding.

au-paIR

Vrouw / 25 jaarIk krijg kost en inwoning.

Ik woon bij mijn werkgever in huis.Ik heb een opleiding pedagogisch medewerker

gedaan.

TExTIElaRBEIdsTER

Vrouw / 19 jaarIk verdien niet veel.

Ik woon bij mijn ouders.Ik heb de middelbare school afgemaakt.

let op! U kunt ook grotere rolomschrijvingen downloaden opwww.prodemos.nl/lesmateriaal door op de naam van deze

werkvorm te zoeken. U kunt dan elke rol afdrukken opbijvoorbeeld A4-formaat.

Page 11: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 9

sTalKNEchT

Man / 35 jaarIk verdien heel weinig.

Ik woon en werk op de boerderij van mijn baas.Ik heb geen opleiding gedaan.

BaKKER

Man / 28 jaarIk verkoop genoeg om rond te komen.

Ik woon boven mijn bakkerij.Ik heb een bakkersopleiding gedaan.

haVENaRBEIdER

Man / 23 jaarIk verdien heel weinig.

Ik woon in een huurhuis.Ik heb geen opleiding gedaan.

VaKKENVullER

Man / 16 jaarIk verdien heel weinig.Ik woon bij mij ouders.

Ik zit in mijn eindexamenjaar.

VERplEEgKuNdIgE

Vrouw / 40 jaarIk verdien genoeg om rond te komen.

Ik woon in een huurappartement.Ik heb verpleegkunde gestudeerd.

WERKsTER

Vrouw / 20 jaarIk verdien niet veel.

Ik woon bij mijn ouders.Ik heb de huishoudschool gedaan.

WERKsTER

Vrouw / 35 jaarIk verdien heel weinig.

Ik woon in een huurappartement.Ik heb de huishoudschool gedaan.

lERaREs

Vrouw / 30 jaarIk verdien precies genoeg voor mijn gezin.

Ik woon in een huurhuis.Ik heb een lerarenopleiding gedaan.

let op! U kunt ook grotere rolomschrijvingen downloaden opwww.prodemos.nl/lesmateriaal door op de naam van deze

werkvorm te zoeken. U kunt dan elke rol afdrukken opbijvoorbeeld A4-formaat.

Page 12: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

10 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

FaBRIEKsaRBEIdER

Man / 25 jaarIk verdien heel weinig.Ik woon bij iemand in.

Ik heb geen opleiding gedaan.

TExTIElaRBEIdER

Man / 30 jaarIk verdien heel weinig.Ik woon bij iemand in.

Ik heb geen opleiding gedaan.

MaRKThaNdElaaR

Man / 40 jaarIk verdien heel weinig.Ik woon bij iemand in.

Ik heb geen opleiding gedaan.

VIssER

Man / 30 jaarIk verdien heel weinig.

Ik woon en werk op mijn bootje.Ik heb geen opleiding gedaan.

BOERIN

Vrouw / 35 jaarsamen met mijn man werk ik in ons eigen -

boerenbedrijf.Het bedrijf draait goed.

Ik heb de huishoudschool gedaan.

huIsVROuW

Vrouw 40 jaarIk heb geen inkomen.

Ik woon in een huurhuis.Ik heb geen opleiding gedaan.

gEpENsIONEERdE daME

Vrouw / 70 jaarIk krijg een klein pensioen.

Ik woon in een huurhuis.

haVENMEEsTER

Man / 60 jaarIk verdien precies genoeg voor mijn gezin.

Ik woon in een huurhuis.Ik heb geen opleiding gedaan.

let op! U kunt ook grotere rolomschrijvingen downloaden opwww.prodemos.nl/lesmateriaal door op de naam van deze

werkvorm te zoeken. U kunt dan elke rol afdrukken opbijvoorbeeld A4-formaat.

Page 13: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

KORTE OMschRIjVINg

De leerlingen krijgen allemaal een unieke bingokaart. Opdeze kaart staan 9 vakjes met antwoorden. De antwoordenhoren bij de vragen uit deze handleiding. Dit onderdeelleent zich goed als afsluiting van een les.

lEERdOEl

leerlingen testen hun voorkennis of opgedane kennis doormiddel van een speelse bingo.

duuR

15 minuten

BENOdIgdhEdEN

U heeft een stapeltje unieke bingokaarten nodig (één voorelke leerling). U kunt deze bingokaarten downloaden vanafonze website: www.prodemos.nl/lesmateriaal. Zoekhiervoor op “Bingo 100 jaar algemeen kiesrecht”. Eventueelkunt u prijsjes uitreiken.De vragen en antwoorden van de bingo vindt u op devolgende pagina.

dE WERKVORM sTap VOOR sTap

1. geef de leerlingen allemaal een bingokaart. leg uit datalle bingokaarten verschillend zijn.

2. Vertel de leerlingen dat u vragen gaat stellen die gaanover 100 jaar algemeen kiesrecht. staat het antwoord opde vraag op de kaart, dan mag de leerling dezewegstrepen.

3. leg uit hoeveel rondes er gespeeld worden en wanneerer BINgO geroepen mag worden. Een mogelijkheid is:a. Ronde 1: Eén horizontale, verticale of diagonale lijnb. Ronde 2: Twee horizontale, verticale of diagonale

lijnenc. Ronde 3: Volle kaart

Kondig het aan als er een prijsje gewonnen kan worden,maar ook wat er gebeurt als iemand een valse BINgO heeft.4. stel één voor één de vragen uit deze handleiding.5. controleer de antwoorden wanneer een leerling BINgO

roept. Bespreek hierbij kort de antwoorden, zo zijn alleleerlingen weer bij.

6. ga daarna door met de volgende ronde(s).7. Nadat iemand de volle kaart heeft, kunnen de overge-

bleven vragen en antwoorden nog besproken worden.

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 11

Bingo 100 jaaralgemeen kiesrecht 15 minuten2

Page 14: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

1. Zo oud moet je nu minimaal zijn om te mogen stemmen.18 jaar

2. In dit jaar werd het algemeen kiesrecht ingevoerd; ookvrouwen mochten voortaan stemmen.1919

3. Deze politica was het eerste vrouwelijke TweedeKamerlid.Suze Groeneweg

4. Waar of niet waar? je moet minimaal hbo hebbengedaan om politicus te worden.Niet waar

5. In dit jaar werd het algemeen mannenkiesrechtingevoerd.1917

6. Ook tegenwoordig zitten er nog minder … dan mannenin de Tweede Kamer.Vrouwen

7. In deze wet staan alle regels over het organiseren vanverkiezingen in Nederland.Kieswet

8. Deze vrouwelijke arts voerde actie voor het vrouwenkiesrecht.Aletta Jacobs

9. Zo heet het recht om te mogen stemmen bij verkiezingen.Actief kiesrecht

10. Tot 1887 mocht je alleen stemmen als je genoeg geldverdiende. Dit heette het …Censuskiesrecht

11. Tot 1970 was je verplicht om te komen opdagen bijverkiezingen, dit heette de …Opkomstplicht

12. Zo heet het recht om gekozen te mogen worden.Passief kiesrecht

13. Waar of niet waar? Als je een verblijfsvergunninghebt en 5 jaar in Nederland woont, mag je ook als niet-Nederlander stemmen bij gemeenteraads -verkiezingen.Waar

14. Tot 1917 was het alleen voor … mogelijk omTweede Kamerlid te worden.Mannen

15. In artikel 4 van de … is het kiesrecht vastgelegd.Grondwet

12 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

VRagEN EN aNTWOORdEN

Page 15: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

KORTE OMschRIjVINg WERKVORM

Bij deze werkvorm zoeken leerlingen de juiste foto bijbelangrijke momenten uit de geschiedenis van 100 jaarkiesrecht. Zij maken zelf een tijdlijn over de geschiedenisvan het Nederlandse kiesrecht.

lEERdOEl

leerlingen weten na het maken van de tijdlijn hoe onskiesrecht zich heeft ontwikkeld vanaf het districtenstelsel.

BRONNEN

• www.ikviermijnstem.nl• Brochure ‘Hoe kwam het algemeen kiesrecht tot stand?’

(ProDemos)

BENOdIgdhEdEN

• Per groepje werkblad 1 en werkblad 2• scharen

duuR

20 minuten

haNdlEIdINg

1. Vertel leerlingen dat het kiesrecht in Nederland in deloop der tijd is veranderd. In de periode van 2017 t/m2019 is het honderd jaar geleden dat het algemeenkiesrecht voor mannen en vrouwen werd ingevoerd.Daarvoor en daarna zijn er ook nog een aantal belang-rijke momenten geweest. Het algemeen kiesrecht is dusniet vanzelfsprekend.

2. Verdeel de klas in groepjes van vier leerlingen. geefieder groepje werkblad 1 en werkblad 2. Ieder groepjeheeft daarnaast ook een schaar nodig.

3. leg uit dat leerlingen uit werkblad 1 en werkblad 2 deverschillende foto’s en tekststukjes moeten uitknippen.

4. Vertel leerlingen dat ze nu met hun groepje de juiste fotobij de juiste tekst moeten plaatsen. Ze moet er eenduidelijke tijdlijn van maken, horizontaal of verticaal optafel.

5. Als alle groepjes klaar zijn volgt een klassikale nabespre-king. stel de leerlingen vragen:– Wat valt jullie op?– Wat zijn de belangrijk(st)e momenten geweest?– Wat zijn de grootste verschillen tussen 100 jaar

geleden en nu?6. sluit af door leerlingen te vragen welke mogelijke veran-

deringen er nog kunnen komen in het kiesrecht van detoekomst? Voorbeeld: stemmen vanaf 16 jaar?

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 13

Tijdlijn algemeen kiesrecht20 minuten3

Page 16: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

14 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

aNTWOORdMOdEl

VÓÓR 1848Er mocht door een paar men-sen gestemd worden voor deTweede Kamer, maar KoningWillem II koos de EersteKamer nog zelf. In praktijk hadhij dus nog bijna alle macht.

1848Koning Willem II tekent denieuwe Grondwet van Thorbecke. Daarin wordt hetcensuskiesrecht ingevoerd.Alleen mannen, ouder dan23 jaar, die veel belasting betalen, mogen stemmen.In de praktijk mag 11% vande mannen stemmen.

1896Vanaf 1896 moet je om temogen stemmen een man zijnvan 25 jaar of ouder enbeschikken over ‘tekenen vangeschiktheid en maatschappe-lijke welstand’. Je bentgeschikt door bijvoorbeeld eenbehaald examen, een eigen(huur)woning, een behoorlijkloon of spaargeld. Ook telt nogsteeds mee of je belastingbetaalt. In de praktijk mag nu49% van de mannen stemmen.

1917Na de herziening van de Grond-wet in 1917 krijgen alle man-nen van 25 jaar of ouder hetkiesrecht. Het recht wordt ookdirect een (opkomst-)plicht:als je stemrecht hebt moet jebij verkiezingen naar het stembureau. Vrouwen krijgennog geen actief stemrecht. In1917 werd het wel mogelijkvoor vrouwen om in de TweedeKamer te worden gekozen.

1919Vanaf 1919 mogen ook allevrouwen van 25 jaar of ouderstemmen. Het duurt overigensnog even voordat vrouwen datstemrecht ook in een lande-lijke verkiezing kunnen gebruiken: de eerstvolgendelandelijke verkiezingen vindenplaats in 1922.

1970Tot 1970 was het voor ieder-een die stemrecht had, ver-plicht om naar het stembureaute komen, bij de verkiezingen.Deze opkomstplicht is in 1970afgeschaft.

1972De leeftijd waarop je in Neder-land kiesgerechtigd wordt, isin stapjes verlaagd. Eerst naar23 jaar (in 1946), toen naar21 jaar (1965) en uiteindelijknaar 18 jaar (in 1972).De grens van 18 jaar geldtnu nog steeds.

NUTegenwoordig mogen nogsteeds alle mannen en vrouwen met een Nederlandseidentiteit boven de 18 jaarstemmen. Sinds de opkomst-plicht is afgeschaft, ligt deopkomst bij landelijke verkiezingen tussen de 73 en88 procent. Bij lokale, provin-ciale en Europese verkiezingenis de opkomst veel lager.

Page 17: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 15

WERKBlad 1

Page 18: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

16 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

WERKBlad 2

1919Vanaf 1919 mogen ook allevrouwen van 25 jaar of ouderstemmen. Het duurt overigensnog even voordat vrouwen datstemrecht ook in een lande-lijke verkiezing kunnen gebruiken: de eerstvolgendelandelijke verkiezingen vindenplaats in 1922.

1917Na de herziening van de Grond-wet in 1917 krijgen alle man-nen van 25 jaar of ouder hetkiesrecht. Het recht wordt ookdirect een (opkomst-)plicht:als je stemrecht hebt moet jebij verkiezingen naar het stembureau. Vrouwen krijgennog geen actief stemrecht. In1917 werd het wel mogelijkvoor vrouwen om in de TweedeKamer te worden gekozen.

VÓÓR 1848Er mocht door een paar men-sen gestemd worden voor deTweede Kamer, maar KoningWillem II koos de EersteKamer nog zelf. In praktijk hadhij dus nog bijna alle macht.

1970Tot 1970 was het voor ieder-een die stemrecht had, ver-plicht om naar het stembureaute komen, bij de verkiezingen.Deze opkomstplicht is in 1970afgeschaft.

1848Koning Willem II tekent denieuwe Grondwet van Thorbecke. Daarin wordt hetcensuskiesrecht ingevoerd.Alleen mannen, ouder dan23 jaar, die veel belasting betalen, mogen stemmen.In de praktijk mag 11% vande mannen stemmen.

1896Vanaf 1896 moet je om temogen stemmen een man zijnvan 25 jaar of ouder enbeschikken over ‘tekenen vangeschiktheid en maatschappe-lijke welstand’. Je bentgeschikt door bijvoorbeeld eenbehaald examen, een eigen(huur)woning, een behoorlijkloon of spaargeld. Ook telt nogsteeds mee of je belastingbetaalt. In de praktijk mag nu49% van de mannen stemmen.

1972De leeftijd waarop je in Neder-land kiesgerechtigd wordt, isin stapjes verlaagd. Eerst naar23 jaar (in 1946), toen naar21 jaar (1965) en uiteindelijknaar 18 jaar (in 1972).De grens van 18 jaar geldtnu nog steeds.

NUTegenwoordig mogen nogsteeds alle mannen en vrouwen met een Nederlandseidentiteit boven de 18 jaarstemmen. Sinds de opkomst-plicht is afgeschaft, ligt deopkomst bij landelijke verkiezingen tussen de 73 en88 procent. Bij lokale, provin-ciale en Europese verkiezingenis de opkomst veel lager.

Page 19: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

KORTE OMschRIjVINg WERKVORM

De leerlingen spelen in groepjes een onderhandelingsspel,gesitueerd in de jaren ‘10 van de twintigste eeuw. Bij ditspel moeten de leerlingen zich verplaatsen in de strijd rond1917 over het algemeen kiesrecht en de schoolstrijd; depacificatie. Elk groepje vertegenwoordigt een politiekestroming en krijgt een aantal standpunten. Hieruit moetenzij de beste standpunten kiezen. samen met een anderestroming moeten zij een coalitie vormen en tot een regeerak-koord komen. Het groepje met de meeste punten is dewinnaar.

lEERdOEl

Deze werkvorm dient om de leerlingen inzicht te geven in destrijd over het algemeen kiesrecht en de schoolstrijd.Natuurlijk verliep de echte pacificatie niet zoals in dit spel.De leerlingen nemen vooral kennis van de standpunten vande drie grote politieke stromingen uit die tijd en ervaren dathet Nederlandse systeem van coalitievorming het gevolgheeft dat je niet al je standpunten kunt uitvoeren.

duuR

30 – 45 minuten

BENOdIgdhEdEN

n Per groepje een werkblad met rolomschrijving en stand-punten.Print de rolomschrijvingen. Extra leuk is om de rolom-schrijving van de liberalen op blauw papier, van de soci-alisten op rood papier, en van de confessionelen opgroen papier te printen

n Per twee groepjes een formulier om het regeerakkoorden de score op in te vullen.

n Voor ieder groepje een schaar om de standpunten uit teknippen.

haNdlEIdINg

1. Verdeel de klas in 8 groepen van 3 à 4 leerlingen. 3liberalen, 3 confessionelen en 2 socialisten.

2. leg uit wat de bedoeling is. Ieder groepje speelt eenpolitiek-ideologische stroming. De leerlingen moetenzich dus inleven in de ideeën van die stroming. Iedergroepje moet uit 15 standpunten de 8 standpuntenkiezen die zij het belangrijkst vinden. Daarna mogen ze

beslissen hoe belangrijk deze standpunten zijn. Hetbelangrijkste standpunt geven ze 8 punten, het minstbelangrijke 1 punt, enzovoorts. Deze waardering moetenze achterop het betreffende kaartje zetten.

3. Ronde 1: deel de rolomschrijvingen en standpunten uit.Vraag ieder groepje de kaartjes uit te knippen en 8partijstandpunten te kiezen die het beste passen bij destroming die zij vertegenwoordigen. (10 minuten)

4. Ronde 2: In deze ronde gaan de leerlingen een waarde-ring aan de standpunten geven. Het belangrijkstestandpunt krijg 8 punten, het minst belangrijkestandpunt krijgt 1 punt. De waardering voor hetstandpunt moet achterop het kaartje worden geschreven.In afwachting van de volgende opdracht leggen de leer-lingen de kaartjes in willekeurige volgorde op elkaar,met de standpunten naar boven. (5 minuten)Let op! Het is belangrijk dat de andere partij niet weetwelke waardering de leerlingen aan de standpuntenhebben gegeven.

5. U kunt er voor kiezen om bij alle groepjes nog even tecontroleren of ze daadwerkelijk de standpunten gekozenhebben die bij hun politieke stroming horen.

6. Ronde 3: Ieder groepje moet nu tegenover een andergroepje gaan zitten.a. socialisten tegenover liberalen (één tweetal)b. liberalen tegenover confessionelen (twee tweetallen)c. confessionelen tegenover socialisten (één tweetal)De twee partijen gaan tegenover elkaar aan tafel zitten.De opdracht is om samen tot een coalitieakkoord van 8standpunten te komen. Het coalitieakkoord wordt samen-gesteld uit de standpunten van partij A en partij B. Ermoet dus onderhandeld worden. (15 minuten)

7. Eerst kijken beide partijen of zij een aantal dezelfdestandpunten hebben. Die worden in het midden gelegd,met de waardering naar beneden.

8. Daarna gaan de partijen onderhandelen over de stand-punten die niet gelijk zijn. Dat kan op een aantalmanieren:a. Ze kunnen standpunten tegen elkaar inwisselen: ‘als

wij standpunt X mogen toevoegen, mogen julliestandpunt Y toevoegen.’

b. Ze kunnen standpunten tegen elkaar inwisselen enafzwakken.

c. Ze kunnen standpunten samenvoegen.9. De standpunten waar overeenstemming over wordt

bereikt worden op het regeerakkoord-formuliergeschreven. Deze procedure wordt herhaald totdat departijen samen tot een volledig regeerakkoord van achtstandpunten zijn gekomen. De leerlingen leggen de

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 17

Formatiespel pacificatie30–45 minuten4

Page 20: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

kaartjes die tot het compromis hebben geleid apart. Zoweten de partijen welke partijstandpunten aan het rege-ringsstandpunt hebben bijgedragen en wat de score bijde puntentelling wordt.

10.Ronde 4: laat de leerlingen nu hun scores berekenen,treed eventueel op als scheidsrechter. (5 min)a. Als een standpunt door beide partijen gekozen is,

krijgen de partijen ieder de punten die ze zelf aanhet standpunt hebben toegekend.

b. Als een standpunt van een partij volledig is overge-nomen, krijgt de partij de volledige punten die zeaan dit standpunt hadden toegekend. De anderepartij krijgt niets.

c. In geval van een compromis moeten de puntenverdeeld worden. Tel de punten van beide partijen open deel door 2.

d. Als standpunten zijn samengevoegd doe je hetzelfde:tel de punten van beide partijen op en deel doortwee.

De partij met de hoogste score heeft het beste onder -handeld.

11. In totaal kunnen er 36 punten worden behaald. Dat luktalleen wanneer alle standpunten volledig overeenkomenof wanneer beide partijen de standpunten van één partijovernemen. Beide situaties zullen zich niet vaakvoordoen. Alle partijen moeten water bij de wijn doen,wil men de eigen standpunten (deels) gerealiseerd zien.

12. Bespreek de opdracht na met de klas. leg daarbij de linkmet de pacificatie van 1917. Vertel over het compromisdat toen gesloten is, waarmee het algemeen mannenkies-recht werd ingevoerd en er een einde kwam aan deschoolstrijd. (10 min)

Extra: Bij een klas die meer uitdaging kan gebruiken,kunt u ervoor kiezen om de drie partijen samen te latenoverleggen. Het is dan nog moeilijker tot een regeerak-koord te komen.

18 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

Page 21: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

jullie zijn de liberalen. jullie hebben al jarenlang de meestepolitieke invloed. jullie aanhangers zijn vooral rijke burgersen fabriekseigenaren. jullie vertegenwoordigen ‘ het welden-kende deel der natie’ en jullie willen een tegenwicht biedenaan ‘ de almacht van middelmatigheden.’ Kernbegrip dat bijde liberalen hoort is: vrijheid. De burger moet vrij zijn omzijn eigen beslissingen te kunnen nemen en is verantwoorde-lijk voor zijn eigen geluk.

OpdrachtKnip de kaartjes uit en kies de acht standpunten die voorjullie het belangrijkste zijn. geef vervolgens elk standpuntop de achterkant een waarde van 1 t/m 8 (8 is de hoogstewaardering, 1 de laagste).

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 19

FORMaTIEspEl pacIFIcaTIE: lIBERalEN

Het algemeen kiesrecht voormannen moet worden

ingevoerd.

Er moet eenziektekostenverzekering

worden ingevoerd.

De overheid moet zuinig aandoen met haar uitgaven.

Er mogen in Nederland alleenopenbare scholen zijn.

De Zuiderzee moet ingepolderdworden.

De belastingen moetenworden verlaagd.

Het districtenstelsel moetworden afgeschaft, en het

stelsel van evenredigevertegenwoordiging moet

worden ingevoerd.

Er moet opkomstplicht zijn bijverkiezingen (niet stemmen =

een boete).

Kerk en staat moetengescheiden zijn, dus de

overheid mag geen subsidiegeven aan bijzonder onderwijs

(katholieke en protestantescholen).

Er moet een staatspensioenkomen voor degenen die dat

nodig hebben, dat uit dealgemene middelen betaald

wordt.

Nederland moet niet bij deEerste Wereldoorlog betrokken

worden.

Vrouwen en mannenmoeten dezelfde economische

rechten krijgen.(Vrouwen mogen bijv. ookcontracten ondertekenen.)

Er moet algemeen kiesrechtvoor vrouwen komen.

De overheid moet strengertoezien op de handhaving van

de goede zeden.

De zondagsrust moet strenggehandhaafd worden.

Page 22: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

jullie zijn de confessionelen. De confessionelen baseren hunpolitieke opvattingen op religieuze overtuigingen. jullieaanhangers zijn zowel de protestanten als de katholieken.Binnen deze groepen zijn zowel arbeiders als rijke burgerste vinden. Alle lagen van de samenleving worden door julliepartij vertegenwoordigd.

OpdrachtKnip de kaartjes uit en kies de acht standpunten die voorjullie het belangrijkste zijn. geef vervolgens elk standpuntop de achterkant een waarde van 1 t/m 8 (8 is de hoogstewaardering, 1 de laagste).

20 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

FORMaTIEspEl pacIFIcaTIE: cONFEssIONElEN

De overheid moet strengertoezien op de handhaving van

de goede zeden.

Bijzondere scholen(protestants/katholiek/etc.)

moeten evenveel geld krijgenvan de overheid als openbare

scholen.

Er moetgezinshoofdenkiesrecht worden

ingevoerd.

De overheid hoeft armen pas tehelpen als de kerk of familie dit

niet kan.(Subsidiariteit)

Het algemeen mannenkiesrechtmoet worden ingevoerd.

De Zuiderzee moet ingepolderdworden.

Ook openbare scholen moetende Bijbel onderwijzen.

De zondagsrust moet strenggehandhaafd worden.

Er moet een achturige werkdagworden ingevoerd in plaats van

een twaalfurige werkdag.

Vrouwenarbeid moet beperktworden.

Het districtenstelsel moetworden afgeschaft, en het

stelsel van evenredigevertegenwoordiging moet

worden ingevoerd.

De staatsloterij moet wordenafgeschaft.

Drankmisbruik moet wordenbestreden.

Kerk en staat moetengescheiden zijn, dus de

overheid mag geen subsidiegeven aan bijzonder onderwijs

(katholieke en protestantescholen).

Vrouwen en mannen moetendezelfde economische rechten

krijgen.(Vrouwen mogen bijv. ookcontracten ondertekenen.)

Page 23: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

jullie zijn de socialisten. jullie aanhangers zijn voornamelijkarbeiders. sommige mensen zien jullie als revolutionairomdat jullie uit zijn op verandering. jullie vinden datarmeren dezelfde rechten moeten hebben als rijken. julliebelangrijkste standpunt is: gelijkheid. Iedereen moet gelijkerechten hebben.De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen goedbehandeld wordt.

OpdrachtKnip de kaartjes uit en kies de acht standpunten die voorjullie het belangrijkste zijn. geef vervolgens elk standpuntop de achterkant een waarde van 1 t/m 8 (8 is de hoogstewaardering, 1 de laagste).

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 21

FORMaTIEspEl pacIFIcaTIE: sOcIalIsTEN

Er moet algemeen kiesrechtvoor vrouwen komen.

Drankmisbruik moet wordenbestreden.

Het openbaar onderwijs moetworden verbeterd.

Nederland moet een Republiekworden, zonder koning.

Er moet een achturige werkdagworden ingevoerd in plaats van

een twaalfurige werkdag.

Het algemeen kiesrecht voormannen moet worden

ingevoerd.

Belangrijke industrie moet inhanden van de staat zijn.

Er moet een staatspensioenkomen voor degenen die dat

nodig hebben, dat uit algemenemiddelen betaald wordt.

Vrouwen en mannen moetendezelfde economische rechten

krijgen.(Vrouwen mogen bijv. ookcontracten ondertekenen.)

De Eerste Kamer moet wordenafgeschaft.

Er moet gratis rechtsbijstandkomen voor iedereen.

Er moet financiële steun komenvoor mensen die invalide zijn.

De overheid moet zorgen voorkleinere verschillen tussen arm

en rijk.

De belastingen moeten wordenverlaagd.

De zondagsrust moet strenggehandhaafd worden.

Page 24: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

STANDPUNT PUNTEN PARTIJ A PUNTEN PARTIJ B

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

Totaal

22 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

REgEERaKKOORd FORMaTIEspEl pacIFIcaTIE

Page 25: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

KORTE OMschRIjVINg WERKVORM

De leerlingen doen in groepjes onderzoek naar de onder-werpen waar de staatscommissie parlementair stelsel in 2018aanbevelingen over heeft gedaan. Elk groepjes bestudeerteerst het standpunt en de argumentatie van de staatscom-missie over hun onderwerp. Daarna lezen ze een artikelwaarin een andere visie op het betreffende onderwerpwordt verwoord. Voor twee onderwerpen is het artikel albijgevoegd. De andere groepjes kunnen hun artikel opinternet lezen. Tot slot vormen de groepjes hun eigenstandpunt over het onderwerp en presenteren dat, inclusiefargumentatie, aan de rest van de klas.

lEERdOEl

• leerlingen zijn zich ervan bewust dat het Nederlandseparlementaire stelsel niet in beton gegoten is en dat hetkabinet wil zoeken naar manieren om de democratie enrechtsstaat te versterken.

• leerlingen kennen ten minste vier aanbevelingen uit hetrapport van de commissie parlementair stelsel.

• leerlingen ontwikkelen onderzoeksvaardigheden.• leerlingen leren hun mening te onderbouwen.

BRONNEN

• Rapport staatscommissie parlementair stelselwww.staatscommissieparlementairstelsel.nl/binaries/staatscommissie-parlementair-stelsel/documenten/rapporten/samenvattingen/12/13/eindrapport/Eindrap-port+-+lage+drempels%2c+hoge+dijken.pdf

• Document ‘Tussenstand’ van de staatscommissie parlementair stelsel

• Hans Harbers, Volkskrant (25 november 2016), ‘Bindendreferendum leidt tot tirannie van de minderheid’: www.volkskrant.nl/columns-opinie/bindend-referendum-leidt-tot-tirannie-van-de-minderheid~b1724b5f/

• Douwe jan Elzinga, Binnenlands bestuur (20 juli 2018),‘constitutionele toetsing is terugval’: www.binnenlandsbestuur.nl/bestuur-en-organisatie/opinie/columns/constitutionele-toetsing-is-terugval.9593118.lynkx

• Hans goslinga, Trouw (24 juni 2018), ‘De verkiezing vaneen formateur leidt tot tweedeling’:www.trouw.nl/opinie/de-verkiezing-van-een-formateur-leidt-tot-tweedeling~af702f46/

• Bert van den Braak, Trouw (16 mei 2003), ‘Alleen inhuidige kiesstelsel telt elke stem mee’:

www.trouw.nl/home/alleen-in-huidige-kiesstelsel-telt-elke-stem-mee~ad10dea4/

• Eelco Keij, Democraat (1 juni 2017), ‘4 vragen over…stemmen vanuit het buitenland’.

duuR

Minimaal 2 lesuren

BENOdIgdhEdEN

• Voor elk groepje een (verschillend) werkblad• Internet waar de groepjes (thuis of tijdens de les)

gebruik van kunnen maken

haNdlEIdINg

Stap 1: Vertel dat in de grondwet staat dat de Tweede enEerste Kamer het gehele Nederlandse volk vertegenwoor-digen. Toch voelen nogal wat kiezers zich niet goed verte-genwoordigd, en dat zijn ze ook niet altijd. Hoe zorgen wevoor een goede representatie van alle Nederlanders? Watzijn andere manieren om onze democratie te versterken?leg uit dat de regering in 2017 een staatscommissie parle-mentair stelsel heeft ingesteld. Deze commissie kreegopdracht om te onderzoeken of er veranderingen nodig zijnom de democratie, de rechtsstaat en het werk van hetparlement te versterken. En zo ja: wélke veranderingen. Decommissie heeft haar rapport nu af. Ze hebben verschillendeveranderingen voorgesteld en ook geadviseerd om bepaaldezaken juist te laten zoals ze zijn.

Stap 2: Vertel de leerlingen dat zij zelf gaan onderzoekenwat hun mening is over enkele belangrijke onderwerpen uithet rapport. Dit doen ze in groepje van 4 tot 6 leerlingen,aan de hand van een werkblad, het rapport van de staats-commissie en per groepje één artikel. Elk groepje krijgt éénonderwerp om zich in te verdiepen. Ze presenteren hunstandpunt vervolgens aan de rest van de klas met eenPowerPointpresentatie.Vertel de leerlingen wanneer zij hun presentatie moetenhouden.De onderwerpen die de leerlingen kunnen gaan onderzoekenzijn: referenda, oprichting constitutioneel hof, invoeringgekozen formateur, ons kiesstelsel en stemmen vanuit hetbuitenland. U kunt de onderwerpen verdelen of de groepjeszelf laten kiezen uit bovenstaande onderwerpen. Mogelijkzijn er dan straks wel meerdere presentatie over hetzelfdeonderwerp.

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 23

als jullie het voor hetzeggen hadden…minimaal 2 lesuren5

Page 26: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

achTERgRONdINFORMaTIE

Dit zijn in beknopte vorm de standpunten van de staatscom-missie over de onderwerpen:1. Referenda: er moet een bindend correctief referendum

worden ingevoerd.2. Oprichting constitutioneel hof: er moet een constitutio-

neel hof komen, dat wetten mag toetsen aan degrondwet.

3. Invoering gekozen formateur: kiezers moeten bij lande-lijke verkiezingen niet alleen op een partij stemmen,maar ook op een formateur.

4. Kiesstelsel: het kiesstelsel moet meer op kandidaten inalle regio’s ingericht worden.

5. Stemmen vanuit het buitenland: stemmen vanuit hetbuitenland moet makkelijker gemaakt worden.

24 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

Page 27: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

Een referendum is een volksraadpleging. Op landelijk niveauzijn referenda op dit moment niet mogelijk.

1 Zoek op wat de staatscommissie parlementair stelselschrijft over het referendum. Welke wijzingen stelt destaatscommissie voor ten opzichte van de huidigesituatie en waarom? Vat dit samen.

2. Lees het krantenartikel ‘Bindend referendum leidt tottirannie van de minderheid’ door Hans Harbers in Volks-krant (25 november 2016): www.volkskrant.nl/columns-opinie/bindend-referendum-leidt-tot-tirannie-van-de-minderheid~b1724b5f/Welk standpunt en argumentatie heeft Hans Harbers tenaanzien van het referendum?

3. Overleg wat jullie eigen standpunt is over referenda.Noteer jullie gezamenlijke standpunt en argumentatievervolgens hieronder.

4. Maak een PowerPointpresentatie. Aan de hand van dezepresensatie vertel je straks in de klas welke informatieje tijdens je onderzoek hebt gevonden bij opdracht 1, 2en 3. Uiteraard vertel je ook welke mening jullie hebbenover het onderwerp en waarom.

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 25

WERKBlad – REFERENda

Page 28: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

Een constitutioneel hof bestaat uit rechters die wetten mogentoetsen aan de grondwet. Zij bepalen of een wet in overeen-stemming is met de grondwet. Nederland heeft op dit momentgeen constitutioneel hof.

1. Zoek op wat de staatscommissie parlementair stelselschrijft over de oprichting van een constitutioneel hof.Welke wijzingen stelt de staatscommissie voor tenopzichte van de huidige situatie en waarom? Vat ditsamen.

2. Lees het artikel ‘Constitutionele toetsing is terugval ‘, uitBinnenlands bestuur (20 juli 2018). Welk standpunt enargumentatie heeft Douwe Jan Elzinga ten aanzien vande oprichting van een constitutioneel hof?

3. Overleg wat jullie eigen standpunt is over de oprichtingvan een constitutioneel hof. Noteer jullie gezamenlijkestandpunt en argumentatie vervolgens hieronder.

4. Maak een PowerPointpresentatie. Aan de hand van dezepresensatie vertel je straks in de klas welke informatieje tijdens je onderzoek hebt gevonden bij opdracht 1, 2en 3. Uiteraard vertel je ook welke mening jullie hebbenover het onderwerp en waarom.

26 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

WERKBlad – cONsTITuTIONEEl hOF

Page 29: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

‘constitutionele toetsingis terugval’Uit: Douwe Jan Elzinga. Binnenlands bestuur, 20 juli 2018.Door Douwe Jan Elzinga

De staatscommissie-Remkes inzake het parlementair stelselstelt voor om een vorm van constitutionele toetsing inNederland in te voeren. Nu verbiedt de grondwet in art.120de rechter om wetten in formele zin aangrondwetsbepalingen te toetsen. concreet betekent dit datde wetgever steeds zelf bepaalt of deze wetten wel of niet inovereenstemming zijn met de grondwet. Het is daarnaast deRaad van state die zich adviserend hier over uit kan laten. Het zijn met andere woorden vooral de instellingen van deparlementaire democratie – regering en staten-generaal –die hier het laatste woord hebben. Die situatie bestaat alsinds de grondwetsherziening van 1848 en het is dus nu devraag om welke dwingende reden dit systeem moet wordenveranderd. Daar zou aanleiding voor kunnen zijn indien deformele wetgever met een zekere regelmaat zich schuldigmaakt aan schendingen van het grondwettelijke recht. Wiedaar naar gaat zoeken, komt heel weinig tegen.Af en toe zijn er wel discussies over de interpretatie en dereikwijdte van het grondwettelijke recht, maar van evidenteschendingen is vrijwel nooit sprake. Ook wordt wel naarvoren gebracht dat het merkwaardig is dat formele wettendoor de rechter wel kunnen worden getoetst aan niet-nationale mensenrechten, zoals die bijvoorbeeld zijnopgenomen in het Europees Verdrag voor de Rechten van deMens, maar niet aan de Nederlandse grondrechten. Dat lijktop het eerste oog curieus, maar bij nader inzien is dathelemaal niet een probleem, vooral ook niet omdat demarges in het EVRM veelal veel breder zijn dan bij deNederlandse grondrechten.

Veel gehoord is vervolgens het argument datconstitutionele toetsing een enorme impuls zou kunnengeven aan de betekenis van de grondwet. Dat is zeker hetgeval. constitutionele rechters gaan zich intensiefbemoeien met de resultaten van de politiekebesluitvorming en kunnen daar belemmeringen opwerpen.Het wordt dan ook interessant wie deze constitutionelerechters zijn. De Verenigde staten en ook andere landenmet constitutionele toetsing laten zien dat benoemingenvan deze soort zwaar beladen zijn omdat de toetsenderechters zich in progressieve of conservatieve richtingkunnen bewegen. En vanuit deze invalshoek kan wordenbetoogd dat constitutionele toetsing een vorm vanterugval of regressie is. De democratie moet een veer latenomdat de rechter de resultaten van de democratischebesluitvorming kan corrigeren.Uiterst interessant in dat verband is dat constitutioneletoetsing vooral voorkomt in Europese landen die groteproblemen hebben gehad in hun democratie-ontwikkeling:Duitsland, Italië, griekenland, spanje en Portugal. In descandinavische landen, groot-Brittannië en Nederland wassprake van een geleidelijke democratie-ontwikkeling endaar komt deze vorm van toetsing dan ook niet of minderpregnant voor. In de eerder genoemde landen werdconstitutionele toetsing ingevoerd als veiligheidskleptegen parlementaire meerderheden die de democratiezouden kunnen afschaffen of schade zouden kunnentoebrengen.Als we in Nederland ook bevreesd zijn voor toekomstigeparlementaire meerderheden die – zoals in Polen ofHongarije – de grondwettelijke normen aan hun laarslappen, dan is er een overtuigend argument om eenconstitutioneel Hof in te richten. Daar lijkt in ons land in deverste verte geen sprake van. conclusie: grondwetstoetsingals veiligheidsklep is voor de democratie in Nederlandgeheel onnodig en een aderlating voor de democratie. 

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 27

BRON

Page 30: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

Een formateur is iemand die tijdens een kabinetsformatie eenkabinet vormt. Op dit moment mag de Tweede Kamer deformateur benoemen. De formateur is vaak de beoogdeminister-president.

1. Zoek op wat de staatscommissie parlementair stelselschrijft over een gekozen formateur. Welke wijzingenstelt de staatscommissie voor ten opzichte van dehuidige situatie en waarom? Vat dit samen.

2. Lees het opiniestuk ‘De verkiezing van een formateurleidt tot tweedeling’ door Hans Goslinga in Trouw (24juni 2018): www.trouw.nl/opinie/de-verkiezing-van-een-formateur-leidt-tot-tweedeling~af702f46/.Welke standpunt en argumentatie heeft Hans Goslingat.a.v. een gekozen formateur?

3. Overleg wat jullie eigen standpunt is over een gekozenformateur. Noteer jullie gezamenlijke standpunt en argumentatie vervolgens hieronder.

4. Maak een PowerPointpresentatie. Aan de hand van dezepresensatie vertel je straks in de klas welke informatieje tijdens je onderzoek hebt gevonden bij opdracht 1, 2en 3. Uiteraard vertel je ook welke mening jullie hebbenover het onderwerp en waarom.

28 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

WERKBlad – gEKOzEN FORMaTEuR

Page 31: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op evenredige verte-genwoordiging. Dit betekent dat alle uitgebrachte stemmenworden verdeeld over het beschikbare aantal zetels. Anderelanden hebben soms een districten- of meerderheidsstelsel.

1. Zoek op wat de staatscommissie parlementair stelselschrijft over ons kiesstelsel en de mogelijkheden voorkandidaatstelling in de regio in het bijzonder. Welkewijzingen stelt de staatscommissie voor ten opzichte vande huidige situatie en waarom? Vat dit samen.

2. Lees het artikel ‘Alleen in huidige kiesstelsel telt elkestem mee’, door Bert van den Braak in Trouw (16 mei2003): www.trouw.nl/home/alleen-in-huidige-kies-stelsel-telt-elke-stem-mee~ad10dea4/.Welk standpunt en argumentatie heeft Bert van denBraak ten aanzien van de invoering van een districten-stelsel?

3. Overleg wat jullie eigen standpunt is over de invoeringvan een districtenstelsel. Noteer jullie gezamenlijkestandpunt en argumentatie vervolgens hieronder.

4. Maak een PowerPointpresentatie. Aan de hand van dezepresensatie vertel je straks in de klas welke informatieje tijdens je onderzoek hebt gevonden bij opdracht 1, 2en 3. Uiteraard vertel je ook welke mening jullie hebbenover het onderwerp en waarom.

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 29

WERKBlad – KIEssTElsEl

Page 32: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

Ook Nederlandse burgers die in het buitenland wonen, mogenstemmen voor Tweede Kamerverkiezingen en Europese Parle-mentsverkiezingen. Als iemand tijdelijk in het buitenland is,dan kan dit door een aanvraag in te dienen bij de gemeenteDen Haag. Mensen die in het buitenland wonen, moeten zichregisteren als kiezer.

1. Zoek op wat de staatscommissie parlementair stelselschrijft over stemmen vanuit het buitenland. Welkewijzingen stelt de staatscommissie voor ten opzicht vande huidige situatie en waarom? Vat dit samen.

2. Lees het artikel ‘4 vragen over… stemmen vanuit hetbuitenland’ uit Democraat (1–6–2017).Welk standpunt en welke argumentatie heeft Eelco Keijten aanzien van stemmen vanuit het buitenland?

3. Overleg wat jullie eigen standpunt is over stemmenvanuit het buitenland. Noteer jullie gezamenlijkestandpunt en argumentatie vervolgens hieronder.

4. Maak een PowerPointpresentatie. Aan de hand van dezepresensatie vertel je straks in de klas welke informatieje tijdens je onderzoek hebt gevonden bij opdracht 1, 2en 3. Uiteraard vertel je ook welke mening jullie hebbenover het onderwerp en waarom.

30 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

WERKBlad – sTEMMEN VaNuIT hET BuITENlaNd

Page 33: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

‘4 vragen over… stemmen vanuit het buitenland’Uit: Democraat, 1 juni 2017Door Eelco Keij

Bij de Tweede Kamerverkiezingen ging het weer mis:duizenden stembiljetten kwamen niet aan, of arriveerden telaat om nog tijdig in te kunnen sturen – zélfs bij Nederlan-ders die zich al in de herfst van 2016 hadden geregistreerd.D66’er Eelco Keij zet zich al jaren onvermoeibaar in voor debelangen van de ca. 1 miljoen Nederlanders in het buiten-land en vraagt hoogleraar Staatsrecht Paul Bovend’Eert hoedit stemproces beter kan.

Hoe zou het stemproces verbeterd kunnen worden?“Er wordt al jaren geklaagd over het stemmen vanuit hetbuitenland. Het is inderdaad een omslachtige procedure,waarbij veel kan mis gaan. De laatste jaren heeft dewetgever wel enige verbetering gebracht in de procedure,door permanente registratie mogelijk te maken en hetdigitaal toesturen van het stembiljet, maar digitaalstemmen is nog altijd niet ingevoerd. Het gaat om eenpotentieel grote groep Nederlanders, dus het is zeker eenbelangrijk onderwerp in de uitoefening van het kiesrecht alsgrondrecht.”

Zou digitaal stemmen een optie zijn?“Men is tegenwoordig? terecht? zeer beducht voor mogelijkeonveiligheid van digitale stemprocessen. Niets is erger dandat mensen het vertrouwen zouden verliezen in de eerlijk-heid en rechtmatigheid van verkiezingen. Dat zou ernstigafbreuk doen aan de legitimatie van de vertegenwoordi-gende lichamen, waarvoor verkiezingen worden gehouden.In die zin is het goed te begrijpen dat men heel voorzichtig

is met het mogelijk maken van digitaal stemmen. De al ofniet geloofwaardige berichten de laatste maanden overpogingen tot mogelijke beïnvloeding van verkiezingen doorvreemde mogendheden zullen ongetwijfeld verder bijdragenaan de bestaande scepsis tegen digitaal stemmen. Ik vraagme af of digitaal stemmen tegen deze achtergrond snelrealiteit zal worden.”

Zouden Nederlanders in het buitenland ook voor de ledenvan de Eerste Kamer moeten kunnen stemmen? In 2015 heefthet D66-congres een motie van deze strekking aangenomen.“De verkiezingen voor de Eerste kamer zijn, zoals bekend,getrapte verkiezingen. De burgers kiezen de leden vanProvinciale staten, die dan optreden als kiezers voor deEerste Kamer. In beginsel moeten de kiezers inwoners zijnvan een provincie. Voor Nederlanders die wonen in dezogeheten caribische BEs -eilanden (Bonaire, sint Eustatiusen saba, red.), die sinds 2010 deel uitmaken van Nederland,wordt een bijzondere voorziening getroffen, zodat zij in detoekomst een stem uit kunnen brengen met het oog op deEerste Kamerverkiezingen. Deze constructie zou ook kunnenworden toegepast op andere Nederlanders die in het buiten-land wonen. Zij zouden hun stem uit kunnen brengen op eenspeciaal, daartoe op te richten kiescollege dat dan meebe-slist over de samenstelling van de Eerste Kamer.”

Nederlanders in het buitenland vallen formeel onder deminister van Binnenlandse Zaken. Waarom niet Buiten landseZaken? Zij hebben immers het meeste contact met dediplomaten die bij de ambassades en consulaten werken,niet met de ambtenaren van BiZa.“De keuze voor het ministerie van Binnenlandse Zaken lijktmij vanzelfsprekend. Dat ministerie heeft van oudsher deexpertise in huis voor de verkiezingen, in samenwerking metde Kiesraad die formeel belast is met de organisatie vanverkiezingen.”

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 31

BRON

Page 34: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

dE WERKVORM IN hET KORT

De leerlingen leggen 8 tekeningen over het stemproces in dejuiste volgorde.

lEERdOEl

De leerlingen kennen de volgorde van het stemproces. Vanhet ontvangen van een stempas tot het berekenen van hetaantal stemmen.

BENOdIgdhEdEN

• Eén werkblad per groepje• schaar• Antwoordblad

duuR

10 minuten

haNdlEIdINg

stap 1: Verdeel de klas in groepjes van twee leerlingen.stap 2: geef elk groepje een werkblad en een schaar.stap 3: Vraag de leerlingen om de kaartjes uit te knippen enin de juiste volgorde te leggen. Wat komt eerst en wat hetlaatst?stap 4: Bespreek de uitkomsten aan de hand van hetantwoordblad.

32 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

Van stempas tot stembus10 minuten6

Page 35: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 33

WERKBlad

Lever je stem in. Je krijgt een stembiljet.

Kleur één vakje rood. Ga naar het stembureau.

Je kiest een politieke partij. Lever je stempas in.

Je hebt gestemd! Je krijgt een stempas.

Knip de plaatjes uit. Leg ze in de juiste volgorde.

Page 36: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

34 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

aNTWOORdBlad

1Je krijgt een stempas.

2Je kiest een politieke partij.

3Ga naar het stembureau.

4Lever je stempas in.

5Je krijgt een stembiljet.

6Kleur één vakje rood.

7Lever je stem in.

8Je hebt gestemd!

Page 37: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

KORTE OMschRIjVINg

Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbijde kaarten over historische ontwikkelingen en verande-ringen van ons parlementaire stelsel gaan. Onder elkebegrip staat een korte uitleg, maar enige voorkennis is welvereist. Dit kwartetspel zou dus bijvoorbeeld gespeeldkunnen worden na behandeling van dit onderwerp.

lEERdOElEN

leerlingen leren spelenderwijs over verschillende histori-sche ontwikkelingen en veranderingen in ons parlementairstelsel.

duuR

30 minuten

BENOdIgdhEdEN

Per groepje leerlingen één setje van alle kaartjes.

haNdlEIdINg

1. leid het thema in. Vertel dat ons huidige politiekestelsel er vroeger heel anders uit zag en door de tijdheen sterk is veranderd. Het stelsel is dus niet een vast-staand gegeven.

2. Vertel dat de leerlingen een spel gaan spelen om teontdekken welke veranderingen er door de tijd heenhebben plaatsgevonden.

3. Verdeel de klas in groepjes van ongeveer 4 leerlingen enleg de spelregels van kwartetten uit:a. De kaarten worden geschud en allemaal onder de

spelers verdeeld.b. Eén speler begint, door aan een willekeurige andere

speler een andere kaart te vragen van hetzelfdekwartet waarvan de speler al één of meerderekaarten in bezit heeft (“[Naam medeleerling], mag ikvan jou van Vrouwenkiesrecht de kaart AlettaJacobs?”). Als de gevraagde speler deze kaart heeft,moet hij deze geven en mag de vragende spelerverder vragen. Als hij de gevraagde kaart niet heeft,mag hij op zijn beurt gaan vragen.

c. Als een speler alle vier kaarten van een kwartet heeft,maakt hij dit bekend en legt het kwartet opzij.

d. De speler die aan het eind (als niemand meer lossekaarten heeft) de meeste kwartetten heeft, is dewinnaar.

4. Bespreek het spel (en de genoemde begrippen) na.Waren er bijvoorbeeld begrippen die de leerlingen nietsnapten?

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 35

Kwartet geschiedenisparlementair stelsel 30 minuten7

Page 38: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

36 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

VRO

UW

ENKI

ESRE

CHT

1917

suze

gro

enew

eg19

19Al

etta

jaco

bs

In 1

917

kreg

en v

rouw

en p

assi

efki

esre

cht.

Dat

bet

eken

t dat

ze

geko

zen

mog

en w

orde

n,bi

jvoo

rbee

ld a

ls T

wee

deKa

mer

lid.

VRO

UW

ENKI

ESRE

CHT

1917

suze

gro

enew

eg19

19Al

etta

jaco

bs

In 1

917

wer

d he

t pas

sief

vrou

wen

kies

rech

t ing

evoe

rd. I

n19

18 w

as s

uze

gro

enew

eg d

eee

rste

vro

uw d

ie w

erd

geko

zen

als

Twee

de K

amer

lid.

VRO

UW

ENKI

ESRE

CHT

1917

suze

gro

enew

eg19

19Al

etta

jaco

bs

In 1

919

kreg

en v

rouw

en a

ctie

fki

esre

cht.

Dat

bet

eken

t dat

ze

vana

f dat

mom

ent z

elf m

ocht

enst

emm

en.

VRO

UW

ENKI

ESRE

CHT

1917

suze

gro

enew

eg19

19al

etta

jaco

bs

Vrou

wen

heb

ben

sind

s 19

17pa

ssie

f kie

srec

ht e

n si

nds

1919

acti

ef k

iesr

echt

. Ale

tta

jaco

bsw

as e

en v

rouw

die

daa

r lan

gvo

or h

eeft

ges

tred

en.

KIES

GERE

CHTI

GDE

LEEF

TIJD

25 ja

ar23

jaar

21 ja

ar18

jaar

Toen

het

alg

emee

n ki

esre

cht i

n19

19 w

erd

inge

voer

d, m

oest

enm

anne

n en

vro

uwen

min

imaa

l 25

jaar

oud

zijn

om

te m

ogen

stem

men

.

KIES

GERE

CHTI

GDE

LEEF

TIJD

25 ja

ar23

jaar

21 ja

ar18

jaar

Na

de T

wee

de W

erel

door

log,

in19

46, w

erd

de k

iesg

erec

htig

dele

efti

jd v

erla

agd

van

25 ja

arna

ar 2

3 ja

ar.

KIES

GERE

CHTI

GDE

LEEF

TIJD

25 ja

ar23

jaar

21 ja

ar18

jaar

In 1

965

wer

d be

slot

en o

m d

eki

esge

rech

tigd

e le

efti

jd te

verl

agen

van

23

jaar

naa

r 21

jaar

.

KIES

GERE

CHTI

GDE

LEEF

TIJD

25 ja

ar23

jaar

21 ja

ar18

jaar

Tot 1

972

moe

st je

nog

21

jaar

oud

zijn

om

te m

ogen

ste

mm

en.

sind

sdie

n is

het

18

jaar

.M

issc

hien

wor

dt h

et o

oit 1

6ja

ar?

er z

ijn la

nden

waa

r dat

al

zo is

.

WERKBlad

Page 39: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 37

ROL

VAN

DE K

ONI

NG

Mon

arch

ieM

inis

teri

ële

vera

ntw

oord

elijk

heid

Ons

chen

dbaa

rhei

dIn

form

ateu

r

Ned

erla

nd is

nie

t alti

jd e

enm

onar

chie

gew

eest

. Pas

in 1

815

kreg

en w

e de

eer

ste

‘Ora

nje-

koni

ng’:

Will

em I.

Kor

t daa

rvoo

rha

dden

we

ook

al e

ven

een

Fran

se k

onin

g: l

odew

ijk.

ROL

VAN

DE K

ONI

NG

Mon

arch

ieM

inis

teri

ële

vera

ntw

oord

elijk

heid

Ons

chen

dbaa

rhei

dIn

form

ateu

r

Tot 1

848

was

de

koni

ng e

rgm

acht

ig. I

n 18

48 is

de

gron

dwet

vera

nder

d en

wer

den

dem

inis

ters

ver

antw

oord

elijk

voo

rw

at d

e ko

ning

doe

t en

zegt

.

ROL

VAN

DE K

ONI

NG

Mon

arch

ieM

inis

teri

ële

vera

ntw

oord

elijk

heid

Ons

chen

dbaa

rhei

dIn

form

ateu

r

In 1

848

is d

e gr

ondw

etve

rand

erd

en w

erd

de k

onin

gon

sche

ndba

ar. D

e m

inis

ters

wer

den

vera

ntw

oord

elijk

voo

rw

at d

e ko

ning

doe

t en

zegt

.

ROL

VAN

DE K

ONI

NG

Mon

arch

ieM

inis

teri

ële

vera

ntw

oord

elijk

heid

Ons

chen

dbaa

rhei

dIn

form

ateu

r

Vroe

ger w

as h

et d

e ko

ning

(in)

die

de in

form

ateu

rs b

enoe

mde

bij h

et v

orm

en v

an e

en n

ieuw

ere

geri

ng. s

inds

20

12 d

oet d

eTw

eede

Kam

er d

it.

EERS

TE K

AMER

1815

Adel

Koni

ngPr

ovin

cial

e st

aten

De E

erst

e Ka

mer

wer

d in

181

5op

geri

cht,

toen

de

Noo

rdel

ijke

Ned

erla

nden

en

de Z

uide

lijke

Ned

erla

nden

één

land

gin

gen

vorm

en.

EERS

TE K

AMER

1815

adel

Koni

ngPr

ovin

cial

e st

aten

Vroe

ger z

at v

eel B

elgi

sche

ade

lin

de

Eers

te K

amer

. Dat

zij

een

plek

kre

gen

in h

et p

arle

men

tw

as e

en b

elan

grijk

e re

den

om d

eEe

rste

Kam

er o

p te

ric

hten

.

EERS

TE K

AMER

1815

Adel

Koni

ngPr

ovin

cial

e st

aten

Tot 1

848

was

het

de

koni

ng d

iede

lede

n va

n de

Eer

ste

Kam

erbe

noem

de. D

e Ee

rste

Kam

erw

erd

ook

wel

de

‘die

rent

uin

van

de k

onin

g’ g

enoe

md.

EERS

TE K

AMER

1815

Adel

Koni

ngpr

ovin

cial

e st

aten

sind

s 18

48 w

ordt

de

Eers

teKa

mer

nie

t mee

r ben

oem

d do

orde

kon

ing,

maa

r doo

r de

Prov

inci

ale

stat

en. D

eze

wor

den

door

het

vol

k ge

koze

n.

Page 40: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

38 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

GRO

TE W

IJZI

GING

EN G

ROND

WET

1814

1815

1848

1917

Na

het v

ersl

aan

van

Fran

krijk

,w

erd

Ned

erla

nd m

et d

eze

gron

dwet

een

land

met

een

mac

htig

e ko

ning

en

een

zwak

parl

emen

t.

GRO

TE W

IJZI

GING

EN G

ROND

WET

1814

1815

1848

1917

In 1

815

wer

d m

et d

e w

ijzig

ing

van

de g

rond

wet

de

Eers

teKa

mer

opg

eric

ht. D

it w

as v

oora

lee

n w

ens

van

de Z

uide

lijke

Ned

erla

nden

.

GRO

TE W

IJZI

GING

EN G

ROND

WET

1814

1815

1848

1917

In 1

848

is d

e gr

ondw

et d

oor

Thor

beck

e st

erk

gew

ijzig

d. D

eko

ning

ver

loor

vee

l mac

ht; d

eTw

eede

Kam

er k

reeg

juis

t vee

lm

eer i

nvlo

ed.

GRO

TE W

IJZI

GING

EN G

ROND

WET

1814

1815

1848

1917

In 1

917

wer

d he

t alg

emee

nm

anne

nkie

srec

ht in

gevo

erd.

Vrou

wen

kre

gen

pass

ief

kies

rech

t en

moe

sten

nog

tot

1919

wac

hten

op

acti

efki

esre

cht.

TWEE

DE K

AMER

dire

ct g

ekoz

enEv

enre

dige

vert

egen

woo

rdig

ing

Man

nen

en v

rouw

en15

0 le

den

Vroe

ger w

erd

de T

wee

de K

amer

geko

zen

door

de

Prov

inci

ale

stat

en. s

inds

184

8 ki

est d

ebe

volk

ing

de T

wee

deKa

mer

lede

n re

chts

reek

s.

TWEE

DE K

AMER

Dire

ct g

ekoz

enEv

enre

dige

vert

egen

woo

rdig

ing

Man

nen

en v

rouw

en15

0 le

den

In 1

917

wer

d he

t ste

lsel

van

even

redi

ge v

erte

genw

oord

igin

gin

gevo

erd.

Voo

r die

tijd

moe

st je

in e

en d

istr

ict d

e m

eest

est

emm

en k

rijg

en o

m g

ekoz

en te

wor

den.

TWEE

DE K

AMER

Dire

ct g

ekoz

enEv

enre

dige

vert

egen

woo

rdig

ing

Man

nen

en v

rouw

en15

0 le

den

Tot 1

918

zate

n er

alle

en m

anne

nin

de

Twee

de K

amer

. In

1917

kreg

en v

rouw

en p

assi

efki

esre

cht e

n in

191

8 w

erd

deee

rste

vro

uw g

ekoz

en.

TWEE

DE K

AMER

Dire

ct g

ekoz

enEv

enre

dige

vert

egen

woo

rdig

ing

Man

nen

en v

rouw

en15

0 le

den

lang

e ti

jd b

esto

nd d

e Tw

eede

Kam

er u

it 1

00

lede

n. D

it is

in19

56 v

erho

ogd

naar

150

, med

eom

dat N

eder

land

ook

ste

eds

mee

r inw

oner

s kr

eeg.

Page 41: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 39

DIRE

CTE

DEM

OCR

ATIE

geko

zen

burg

emee

ster

Burg

erin

itia

tief

Raad

geve

nd re

fere

ndum

Bind

end

refe

rend

um

som

mig

e pa

rtije

n w

illen

dat

burg

ers

zelf

hun

burg

emee

ster

kunn

en k

ieze

n. H

ier i

s in

20

02

mee

geë

xper

imen

teer

d.

DIRE

CTE

DEM

OCR

ATIE

gek

ozen

bur

gem

eest

erBu

rger

initi

atie

fRa

adge

vend

refe

rend

umBi

nden

d re

fere

ndum

sind

s 20

06

is h

et m

ogel

ijk o

mm

et 4

0.0

00

han

dtek

enin

gen

een

onde

rwer

p op

de

agen

da v

an d

eTw

eede

Kam

er te

pla

atse

n.

DIRE

CTE

DEM

OCR

ATIE

gek

ozen

bur

gem

eest

erBu

rger

init

iati

efRa

adge

vend

refe

rend

umBi

nden

d re

fere

ndum

Tuss

en 2

015

en

2018

was

het

voor

bur

gers

mog

elijk

om

een

raad

geve

nd re

fere

ndum

aan

tevr

agen

ove

r wet

ten

die

al w

aren

aang

enom

en.

DIRE

CTE

DEM

OCR

ATIE

gek

ozen

bur

gem

eest

erBu

rger

init

iati

efRa

adge

vend

refe

rend

umBi

nden

d re

fere

ndum

som

mig

e pa

rtije

n w

illen

dat

burg

ers

met

een

bin

dend

refe

rend

um p

lann

en e

n w

ette

nku

nnen

tege

nhou

den.

Dit

is n

ogno

oit i

ngev

oerd

in N

eder

land

.

VERK

IEZI

NGEN

cens

uski

esre

cht

Opk

omst

plic

htPa

cific

atie

Euro

pees

Par

lem

ent

In 1

848

wer

d he

tce

nsus

kies

rech

t ing

evoe

rd: j

eha

d al

leen

ste

mre

cht a

ls je

rijk

geno

eg w

as. H

et c

ensu

skie

srec

htis

in 1

917

hele

maa

l afg

esch

aft.

VERK

IEZI

NGEN

cens

uski

esre

cht

Opk

omst

plic

htPa

cific

atie

Euro

pees

Par

lem

ent

Vana

f 191

7 w

as h

et v

erpl

icht

om

op te

kom

en d

agen

bij

verk

iezi

ngen

. In

1970

wer

d di

epl

icht

wee

r afg

esch

aft (

waa

rna

de o

pkom

st s

terk

daa

lde)

.

VERK

IEZI

NGEN

cens

uski

esre

cht

Opk

omst

plic

htpa

cific

atie

Euro

pees

Par

lem

ent

Dit w

as e

en c

ompr

omis

: alle

man

nen

kreg

en s

tem

rech

t, e

n ‘in

ruil’

daa

rvoo

r wer

d he

t bijz

onde

ron

derw

ijs fi

nanc

ieel

gelij

kges

teld

aan

ope

nbaa

ron

derw

ijs.

VERK

IEZI

NGEN

cens

uski

esre

cht

Opk

omst

plic

htPa

cific

atie

Euro

pees

par

lem

ent

sind

s 19

79 s

tem

men

we

elke

5ja

ar v

oor h

et E

urop

ees

Parl

emen

t. T

ot d

ie ti

jd z

aten

som

mig

e Tw

eede

Kam

erle

den

inda

t par

lem

ent.

Page 42: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

40 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

KORTE OMschRIjVINg WERKVORM

De leerlingen gaan in groepjes aan de slag met een vragen-lijst die gebaseerd is op de echte Democratie-index. Elkgroepje rekent uit hoe democratisch Nederland volgens henis in een bepaalde periode van ons koninkrijk. U vergelijktde uitkomsten van de verschillende groepjes en trekt met deklas een conclusie over het democratiseringsproces vanNederland.

lEERdOElEN

leerlingen leren een aantal belangrijke kenmerken van dedemocratie kennen. Ook leren ze dat het meestal tijd kostvoor een land om democratisch te worden.

duuR

45 minuten

BENOdIgdhEdEN

Alle materialen vindt u op de volgende pagina’s:n Voor ieder groepje een vragenlijstn Voor ieder groepje achtergrondinformatie over de

toegewezen periode.

WaT dOET u?

1. leg uit wat de Democratie-index is en leg de opdrachtuit. U deelt de klas straks op in groepjes en iedergroepje krijgt een tijdvak. Met behulp van een vragen-lijst die gebaseerd is op de echte Democratie-index,moeten zij zelf beoordelen hoe democratisch Nederlandwas in die periode. Er is niet altijd één juist antwoord.Het is belangrijk dat de antwoorden beargumenteerdkunnen worden.

2. Verdeel de klas in vijf groepjes en geef elk groepje deachtergrondinformatie over de volgende periodes uit degeschiedenis: 1815–1848, 1848–1919, 1919–1940,1940–1945 en 1983-heden. geef de groepjes een paarminuten de tijd om deze achtergrondinformatie te lezen.Als de groepjes klaar zijn met lezen, wijst u aan iedergroepje één periode toe waarover zij de vragenlijst gaaninvullen. Vervolgens deelt u de vragenlijst uit.

3. loop rond terwijl de leerlingen bezig zijn met deopdracht en beantwoord eventuele vragen. Als allegroepjes klaar zijn, vertelt u de leerlingen hoeveelpunten elk antwoord waard is (zie antwoordmodel). Deleerlingen tellen de punten op en delen het totaal door 5.Zo komen ze op de score van hun periode.

4. Teken een grafiek op het bord met de vijf periodes en decijfers 0 tot en met 10. laat ieder groepje hun berekendescore met een stip in de grafiek aangeven. De grafiek laatnu het verloop van de democratisering van Nederlandzien.

democratie-index45 minuten8

Page 43: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

I VERKIEZINGSPROCES EN PLURALISME1. Zijn de verkiezingen voor de wetgevende macht vrij en

eerlijk?o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

2. Is er algemeen kiesrecht voor alle volwassenen?o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in decampagneperiode?o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

4. Zijn burgers vrij om nieuwe politieke partijen en maat-schappelijke organisaties op te richten?o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

5. Oppositiepartijen hebben een realistische kans om in deregering te komen.o Klopto Er is een tweepartijensysteem en naast die twee

partijen hebben andere partijen eigenlijk geen kansom aan de regering deel te nemen.

o Klopt niet

II FUNCTIONEREN VAN DE REGERING1. Door de machtenscheiding is er voldoende controle op

de macht van de regering.o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

2. Het regeringsbeleid wordt niet bepaald door het leger ofdoor buitenlandse machten.o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

3. De regering heeft gezag over het hele grondgebied vanhet land.o Klopto Klopt een beetjeo Klopt niet

4. Hoeveel komt corruptie voor?o corruptie is geen groot probleemo corruptie is een belangrijk probleemo corruptie is op alle niveaus aanwezig

5. Percentage van mensen die veel vertrouwen in deoverheid hebben.o Meer dan 40%o 25–40%o minder dan 25%

III POLITIEKE PARTICIPATIE1. Hoe hoog is de gemiddelde opkomst bij verkiezingen

voor het parlement?o Er is een opkomstplichto Altijd boven de 70%o Tussen 50% en 70%o Onder de 50%

2. Hoe groot is het percentage vrouwen in het parlement?o Meer dan 20% van het aantal zetelso 10–20% van het aantal zetelso Minder dan 10% van het aantal zetels

3. Hoe groot is het percentage van de bevolking dat lid isvan een politieke partij?o Meer dan 7%o 4% tot 7%o Minder dan 4%o Iedereen moet verplicht lid zijn van een politieke

partijo Er bestaan geen politieke partijen

4. Hoe groot is het percentage van de volwassen bevolkingdat kan lezen en schrijven?o Meer dan 90%o 70% tot 90%o Minder dan 70%

IV DEMOCRATISCHE POLITIEKE CULTUUR1. Hoe groot is het percentage van de burgers dat graag

een ‘sterke leider’ zou zien – een leider die zich niet drukmaakt om het parlement en de verkiezingsuitslagen?o Minder dan 30%o 30% tot 50%o Meer dan 50%

2. Hoe groot is het percentage van de bevolking dat hetliefst zou willen dat het land bestuurd werd door expertsof technocraten, in plaats van door de regering?o Minder dan 50%o 50% tot 70%o Meer dan 70%

3. Hoe groot is het percentage van mensen dat vindt datdemocratie beter is dan elke andere bestuursvorm?o Meer dan 90%o 75% tot 90%o Minder dan 75%

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 41

VRagENlIjsT dEMOcRaTIE-INdEx

Page 44: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

4. Is er een sterke traditie van scheiding tussen kerk enstaat?o jao De kerk heeft hier en daar nog wat invloed op de

staato Nee

V BURGERLIJKE VRIJHEDEN1. Er is een vrije pers.

o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

2. Er is vrijheid van meningsuiting en je mag in hetopenbaar protesteren tegen het beleid van de overheid.o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

3. Er zijn instituties voor burgers waar ze kunnen klagenover het handelen van de overheid.o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

4. Er is een onafhankelijke rechterlijke macht, die indiennodig een uitspraak doet die tegen de overheid in gaat.o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

5. Iedereen mag vrijelijk zijn of haar godsdienst beoefenen,privé en in het openbaar.o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

6. Alle burgers worden gelijk behandeld voor de wet.o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

7. Burgers hebben grote persoonlijke vrijheid: iedereenheeft het recht om te reizen, te studeren en het werk tekiezen dat hem/haar aanstaat.o Klopt helemaalo Klopt een beetjeo Klopt niet

Onze periode:

Totaal aantal punten:

Totaalscore voor onze periode (aantal punten gedeeld door 5):

42 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

Page 45: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 43

1815–1848: DE EERSTE JAREN VAN HETKONINKRIJK DER NEDERLANDENTussen 1795 en 1813 was Nederland overheerstgeweest door de Fransen. In 1815 was Nederland dusnet weer vrij en onafhankelijk. Willem I werd in 1815ingezegend als de eerste koning van Nederland. Belgiëwerd bij Nederland gevoegd, ook al wilden de Belgendat zelf niet.Koning Willem I had erg veel macht. Er was al wel eenTweede Kamer, maar die had bijna niets te zeggen.De Tweede Kamer werd ook niet direct door het volkgekozen. Alleen mensen (of eigenlijk: mannen) dieveel geld hadden mochten stemmen voor de Provin-ciale staten, en die Provinciale staten kozen dan weerde Tweede Kamer.Katholieken hadden minder rechten onder de heer-schappij van de protestantse koning Willem I. WillemI beperkte ook de vrijheid van drukpers; hij vervolgdeuitgevers en journalisten wegens kritiek op zijn beleid.In 1830 riepen de Belgen hun onafhankelijkheid uit.Willem I stuurde het leger erop af, maar hij verloor.België werd weer onafhankelijk. In 1840 trad WillemI af. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Willem II.

1848–1917: MEER MACHT VOOR HET PARLEMENTIn 1840 was Willem II koning geworden. Net als zijnvader wilde koning Willem II alle macht in handenhouden. Maar overal in Europa was er protest tegenmachthebbers. Ook in Nederland. Het Tweede KamerlidThorbecke schreef een nieuwe grondwet, waardoor dekoning veel minder macht zou krijgen. Willem II wastegen de nieuwe grondwet, maar omdat hij bang wasvoor een revolutie, gaf hij in 1848 plotseling toch toe.De ministers werden verantwoordelijk voor het beleid,in plaats van de koning. De Tweede Kamer kreeg meermacht en werd voortaan rechtstreeks door burgersgekozen. Nog altijd mochten niet alle burgers stemmen:je moest een man zijn en genoeg geld verdienen. Erkwam meer openheid: journalisten mochten voortaanschrijven over wat er in de Tweede Kamer gebeurde.De regering mocht zich niet meer met de kerkbemoeien (en andersom ook niet), maar de volgendekoning, Willem III, hield zich daar niet altijd aan.In de periode tot aan 1917 eiste de bevolking steedsmeer rechten. Mensen verzamelden zich daarvoor inbelangengroepen: arbeiders, vrouwen, katholieken etc.Er was inmiddels vrijheid van onderwijs, zodat dekatholieken hun eigen scholen mochten oprichten. Veelmensen vonden dat iedereen stemrecht moest hebben:niet alleen rijke mannen, maar iedereen boven de 23.

1917–1940: ALGEMEEN KIESRECHTIn 1917 werd het algemeen kiesrecht voor manneningevoerd. Kort daarna, in 1919, mochten ook vrouwenstemmen. Van 1917 tot 1970 gold er een stemplicht:als je stemrecht had, was je meteen ook verplicht omte gaan stemmen, anders kreeg je een boete.Van 1914 tot 1918 woedde in Europa de Eerste Wereld-oorlog. Nederland was bij deze oorlog neutraal en hader daardoor weinig last van.Van 1917 tot aan 1940 zaten er vooral katholieke ende protestantse partijen in de regering. Vanaf 1929ging het economisch heel slecht in Europa, ook inNederland hadden de mensen het moeilijk. In 1934was er in Amsterdam een groot oproer waarbij deoverheid hard ingreep. Er vielen vijf doden.

1940–1945: OORLOGSTIJDToen de Duitsers Nederland in 1940 binnenvielen,vluchtte de regering (de ministers en koningin Wilhel-mina) naar groot-Brittannië. Nederland kwam onderDuits bestuur te staan. De Tweede Kamer kwam nietmeer bij elkaar. joden werden vervolgd, alleen omdatze joods waren. Er was censuur: radio en krantenmochten alleen nieuws brengen dat door de Duitsersgoedgekeurd was. Kunstenaars moesten lid wordenvan een speciale bond en konden niet zomaar makenwat ze wilden. Nederland werd economisch uitgebuit.Mensen stierven van de honger. Mensen werdenzonder proces doodgeschoten of naar een concentratie-kamp gestuurd.1983-heden: ook sociale grondrechten in de grondwetIn 1983 kwamen naast de ‘klassieke’ grondrechten(zoals vrijheid van meningsuiting), ook sociale grond-rechten in de grondwet. De overheid kreeg daardoorbijvoorbeeld de verplichting om zich in te zetten voorwerkgelegenheid, bestaanszekerheid en een schoonmilieu. In artikel 1 van de grondwet werd opgenomendat discriminatie verboden is.

achTERgRONdINFORMaTIE OVER pERIOdEs

Page 46: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

In dit antwoordmodel hebben we de vragen en antwoorden uitde democratie-index zo goed mogelijk gekoppeld aan vijfperiodes uit de geschiedenis van het Koninkrijk der Neder-landen. Vanzelfsprekend was er in het grootste deel van diegeschiedenis geen democratie-index. De antwoorden in ditantwoordmodel zijn niet gebaseerd op wetenschappelijkonderzoek, wel hebben wij geprobeerd de historische situatiein dit antwoordmodel zo veel mogelijk te benaderen.

I VERKIEZINGSPROCES EN PLURALISME1. Zijn de verkiezingen voor de wetgevende macht vrij en

eerlijk?o Klopt helemaal (2) 1815–1848, 1848–1917,

1917–1940, 1983–nuo Klopt een beetje (1)o Klopt niet (0) 1940–1945De verkiezingen na 1815 waren vermoedelijk doorgaansvrij en eerlijk; het kiesrecht was alleen in het begin nogheel beperkt. Om die reden zouden de eerste periodes ookbij ‘klopt een beetje’ of ‘klopt helemaal niet’ kunnenworden geplaatst. WOII hebben we bij ‘klopt helemaal niet’geplaatst omdat er in die periode helemaal geen verkie-zingen zijn gehouden.

2. Is er algemeen kiesrecht voor alle volwassenen?o Klopt helemaal (2) 1917–1940, 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1848–1917o Klopt niet (0) 1815–1848, 1940–1945Tot 1919 hadden alleen mannen kiesrecht. Het aantalmannen dat mocht stemmen werd geleidelijk uitgebreid,onder andere door verlaging van de census. Vlak voor deinvoering van het algemeen mannenkiesrecht in 1917 hadongeveer 70% van de mannen boven de 25 stemrecht.

3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in decampagneperiode?o Klopt helemaal (2) 1983–nu, 1917–1940o Klopt een beetje (1) 1848–1917o Klopt niet (0) 1940–1945 (n.v.t.), 1815–1848 (n.v.t.)De eerste politieke partij van Nederland werd in 1879opgericht. De partijen hadden in het begin niet helemaalgelijke kansen, de SDAP bijvoorbeeld werd benadeeld doorhet censuskiesrecht.

4. Zijn burgers vrij om nieuwe politieke partijen en maat-schappelijke organisaties op te richten?o Klopt helemaal (2) 1917–1940, 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1848–1917o Klopt niet (0) 1815–1848, 1940–1945

5. Oppositiepartijen hebben een realistische kans om in deregering te komen.o Klopt (2) 1983–nu, 1917–1940o Er is een tweepartijensysteem en naast die twee

partijen hebben andere partijen eigenlijk geen kansom aan de regering deel te nemen. (1) 1848–1917

o Klopt niet (0) 1940–1945 (n.v.t.), 1815–1848 (n.v.t.)

De eerste politieke partij van Nederland werd opgericht in1879, in de jaren daarna kwamen er andere partijen bij.Sommige partijen hadden in de periode tot 1917 minderkans, omdat er een meerderheidsstelsel was. Dat bena-deelde kleine(re) partijen.

II FUNCTIONEREN VAN DE REGERING1. Door de machtenscheiding is er voldoende controle op

de macht van de regering.o Klopt helemaal (2) 1917 – 1940, 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1848–1917o Klopt niet (0) 1815–1848, 1940–1945

2. Het regeringsbeleid wordt niet bepaald door het legerof door buitenlandse machten.o Klopt helemaal (2) 1815–1848, 1848–1917,

1917–1940, 1983–nuo Klopt een beetje (1)o Klopt niet (0) 1940–1945

3. De regering heeft gezag over het hele grondgebied vanhet land.o Klopt (2) 1848–1917, 1917–1940, 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1815–1848o Klopt niet (0) 1940–1945In de periode 1830–1839 had België zich feitelijk afge-scheiden van Nederland, maar accepteerde Nederland datnog niet.

4. Hoeveel komt corruptie voor?o corruptie is geen groot probleem (2) 1983–nu,

1848–1917, 1917–1940o corruptie is een belangrijk probleem (1) 1815–1848o corruptie is op alle niveaus aanwezig (0) 1940–1945Voor de periodes 1815–1848, 1848–1917 en 1917–1940 isdeze vraag moeilijk te beantwoorden. 1940–1945: zwartehandel, gesjoemel met voedselbonnen, enz.

5. Percentage van mensen die veel vertrouwen in deoverheid hebben.o Meer dan 40% (2) 1983–nu, 1815–1848, 1848–1917,

1917–1940o 25–40% (1)o minder dan 25% (0) 1940–1945Voor de periodes 1815–1848, 1848–1917 en 1917–1940 isdeze vraag moeilijk te beantwoorden.

III POLITIEKE PARTICIPATIE1. Hoe hoog is de gemiddelde opkomst bij verkiezingen

voor het parlement?o Er is een opkomstplicht (0) 1917–1940o Altijd boven de 70% (2) 1815–1848, 1983–nuo Tussen 50% en 70% (1) 1848–1917o Onder de 50% (0) 1940–1945 (n.v.t.)Op www.verkiezingsuitslagen.nl zijn veel opkomstcijfers tevinden. In de periode 1848–1917 komt de opkomst somsboven de 70% uit, maar vaak ligt de opkomst tussen de

44 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

aNTWOORdMOdEl

Page 47: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

50% en 70%. Tussen 1917 en 1970 gold een opkomstplicht.In de Tweede Wereldoorlog waren er geen verkiezingen.

2. Hoe groot is het percentage vrouwen in het parlement?o Meer dan 20% van het aantal zetels (2) 1983–nuo 10–20% van het aantal zetels (1)o Minder dan 10% van het aantal zetels (0) 1815–

1848, 1848–1917, 1917–1940, 1940–1945 (n.v.t.)Zie de pagina “vrouwen in de Tweede Kamer” op dewebsite www.parlement.com voor het percentage vrouwenin de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer bleef het aantalvrouwelijke leden tot 1971 steken op maximaal 5.

3. Hoe groot is het percentage van de bevolking dat lid isvan een politieke partij?o Meer dan 7% (2) 1917–1940o 4% tot 7% (1)o Minder dan 4% (0) 1983–nuo Iedereen moet verplicht lid zijn van een politieke

partij (0)o Er bestaan geen politieke partijen (0) 1815–1848,

1848–1917 (deels), 1940–1945De eerste politieke partijen ontstonden aan het einde vande 19e eeuw. Zoals geschreven staat in het DNPP Jaarboek1995. “Bij benadering bedroeg de organisatiegraad vanalle in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen in1946 zo’n 15%; in 1956 12,5%; in 1967 6,7%; in 19774,4%; in 1986 3,5%; en in 1994 2,9%.” In de oratie vanprof. dr. G. Voerman (2012) staat dat de organisatiegraadzowel eind 19de eeuw als eind 20ste eeuw laag was.

4. Hoe groot is het percentage van de volwassen bevolkingdat kan lezen en schrijven?o Meer dan 90% (2) 1848–1917, 1917–1940,

1940–1945, 1983–nuo 70% tot 90% (1) 1815–1848o Minder dan 70% (0)Volgens het Internationaal Instituut voor Sociale Geschie-denis zou dit percentage al in 1800 boven de 80% zijngeweest: “Gedurende de negentiende eeuw daalde hetanalfabetisme in Nederland van een niveau van 20 procentin 1800 naar bijna nul procent in 1900.”

IV DEMOCRATISCHE POLITIEKE CULTUUR1. Hoe groot is het percentage van de burgers dat graag

een ‘sterke leider’ zou zien – een leider die zich niet drukmaakt om het parlement en de verkiezingsuitslagen?o Minder dan 30% (2) alle periodeso 30% tot 50% (1)o Meer dan 50% (0)Op deze vraag is eigenlijk geen antwoord te geven: er zijngeen bronnen voor. Eventueel zou een antwoord berede-neerd kunnen worden: gezien de historische context is hetniet vreemd om te veronderstellen dat er in de periode1917–1940 een groeiend deel van de bevolking verlangdenaar een sterke leider. Tegelijkertijd is de aanhang van deNSB en de CPN in deze periode niet groot genoeg om eenpercentage van meer dan 30% te veronderstellen.

2. Hoe groot is het percentage van de bevolking dat hetliefst zou willen dat het land bestuurd werd door expertsof technocraten, in plaats van door de regering?o Minder dan 50% (2) alle periodeso 50% tot 70% (1)o Meer dan 70% (0)Op deze vraag is eigenlijk geen antwoord te geven: er zijngeen bronnen voor. Bij een beredeneerd antwoord lijkt hetlogisch om te veronderstellen dat deze gedachte in de 19deeeuw en voor de Tweede Wereldoorlog meer aanhangershad dan na 1983. Desondanks kiezen we er hier voor alleperiodes 2 punten te geven.

3. Hoe groot is het percentage van mensen dat vindt datdemocratie beter is dan elke andere bestuursvorm?o Meer dan 90% (2) 1983–nuo 75% tot 90% (1) 1848–1917, 1917–1940, 1940–

1945o Minder dan 75% (0) 1815–1848Ook op deze vraag is eigenlijk geen antwoord te geven: erzijn geen bronnen voor. Bij een beredeneerd antwoord lijkthet logisch om te veronderstellen dat de populariteit vandemocratie als bestuursvorm steeds groter is geworden.

4. Is er een sterke traditie van scheiding tussen kerk enstaat?o ja (2) 1848–1917, 1917–1940, 1940–1945, 1983–nuo De kerk heeft hier en daar nog wat invloed op de

staat (1) 1815–1848, 1848–1917o Nee (0)Toelichting: zie www.prodemos.nl/200jaarml

V BURGERLIJKE VRIJHEDEN1. Er is een vrije pers.

o Klopt helemaal (2) 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1815–1848, 1848–1917,

1917–1940o Klopt niet (0) 1940–1945

2. Er is vrijheid van meningsuiting en je mag in hetopenbaar protesteren tegen het beleid.o Klopt helemaal (2) 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1815–1848, 1848–1917,

1917–1940o Klopt niet (0) 1940–1945

3. Er zijn instituties voor burgers waar ze kunnen klagenover het handelen van de overheid.o Klopt helemaal (2) 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1815–1848, 1848–1917,

1917–1940o Klopt niet (0) 1940–1945Toelichting: het instituut Nationale ombudsman bestaat inNederland sinds 1982

4. Er is een onafhankelijke rechterlijke macht, die indiennodig een uitspraak doet die tegen de overheid in gaat.o Klopt helemaal (2) 1917–1940, 1983–nu

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 45

Page 48: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

o Klopt een beetje (1) 1848–1917o Klopt niet (0) 1815–1848, 1940–1945Het heeft in Nederland heel lang geduurd voor het is gelukteen onafhankelijke bestuursrechtspraak in het leven teroepen. Wie kennis neemt van de geschiedenis, ziet dat alin 1891 is geprobeerd de noodzaak van een onafhankelijkerechtspraak voor overheidsbesluiten aan te tonen, maardat dit streven decennia lang is tegengehouden. De burgermoest er maar op vertrouwen dat de overheid juist zouhandelen, en dat de overheid zelf de rechtmatigheid endoelmatigheid van haar handelen kon beoordelen endaarom ook rechter in eigen zaak mocht zijn (Tweehonderdjaar Rechters, onder redactie van M. W. van Boven en P.Brood, 2–11, p.19).Hoewel sinds het ontstaan van het koninkrijk de machten-scheiding in de grondwet is opgenomen, hadden koningWillem I en Koning Willem II (tot 1844) de bevoegdheid tebeslissen of de rechter dan wel het bestuur mocht beslissenin conflicten tussen een burger en de overheid overbestuursbesluiten. Zo kon de koning immuniteit verlenenaan de overheid (Grondrechten tegen, jegens en voor deoverheid, Mr. A.G. Maris, 2008, p.44).

5. Iedereen mag vrijelijk zijn of haar godsdienst beoefenen,privé en in het openbaar.o Klopt helemaal (2) 1848–1917, 1917–1940, 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1815–1848, 1848–1917, 1917–

1940o Klopt niet (0) 1940–1945Tot 1848 was de rooms-katholieke eredienst verboden; tot1853 mocht de rooms-katholieke kerk geen bisschoppenbenoemen.

6. Alle burgers worden gelijk behandeld voor de wet.o Klopt helemaal (2) 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1815–1848, 1848–1917, 1917–

1940o Klopt niet (0) 1940–1945Tot 1956 werden getrouwde vrouwen als handelingsonbe-kwaam gezien, zij mochten ook geen baan hebben bij deoverheid. (We beperken ons in deze toelichting even tot devrouwelijke burgers.)

7. Burgers hebben grote persoonlijke vrijheid: iedereenheeft het recht om te reizen, te studeren en het werk tekiezen dat hem/haar aanstaat.o Klopt helemaal (2) 1983–nuo Klopt een beetje (1) 1848–1917, 1917–1940o Klopt niet (0) 1815–1848, 1940–1945Na toelating van Aletta Jacobs tot de UniversiteitGroningen in 1871 is het aantal vrouwelijke studentenlangzaam gestegen. Dat vrouwen het recht hadden testuderen, wil echter niet zeggen dat vrouwen tot aan deTweede Wereldoorlog gemakkelijk gebruik konden makenvan dat recht. Zie ook de opmerking over functies bij deoverheid hierboven. (We beperken ons in deze toelichtingeven tot de vrouwelijke burgers.)

TOTAALSCORESHieronder ziet u de cijfers die Nederland volgens onze bere-kening (in deze aangepaste Democratie-index met 25vragen) zou krijgen in de aangegeven periodes, met daar-achter voorbeelden van landen die in de Democratie-indexvan 2017 vergelijkbare scores hebben:

o 1815–1848; ca. 17 punten:3,4 | Egypte, Ethiopië

o 1848–1917; ca. 30 punten:6 | Albanië, Ecuador

o 1917–1940; ca. 42 punten:8,4 | Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk

o 1940–1945; ca. 7 punten:1,4 | syrië, Tsjaad, Noord-Korea

o 1983–nu; ca. 48 punten:9,6 | Ijsland, Noorwegen

Nederland scoort in de echte democratie-index lager (8,89)dan in de vereenvoudigde versie die de leerlingen invullen.Nederland staat in de echte index op de 11e plek.

TIPSU kunt de opdracht voor leerlingen uitbreiden door ze deantwoorden op onderstaande vragen op internet te latenopzoeken:

1. Zoek op (Engelse) Wikipedia de Democratie-index van2017 op. Wat voor cijfer kreeg Nederland? Hoe hoogstaan we op deze ranglijst?Antwoord: Nederland kreeg in de echte Democratie-indexvan 2017 een 8,89 en stond daarmee op de elfde plaats.Nederland scoort in de echte Democratie-index lager dan inde vereenvoudigde versie die de leerlingen invullen.

2. Welke landen hadden in 2017 ongeveer hetzelfde cijferdat Nederland had in de periode die jouw groepje bestudeerd heeft?Antwoord: Het antwoord dat de leerlingen geven is afhankelijk van hun berekende score.o 1815–1848 – waarschijnlijk komen landen als Egypte

en Ethiopië in de buurt van de score van Nederland indit tijdvak.

o 1848–1917 – waarschijnlijk komen landen als Albaniëen Ecuador in de buurt van de score van Nederland indit tijdvak.

o 1917–1940 – waarschijnlijk komen landen als Oosten-rijk en het Verenigd Koninkrijk in de buurt van de scorevan Nederland in dit tijdvak.

o 1940–1945 – waarschijnlijk komen landen als Syrië,Tsjaad en Noord-Korea in de buurt van de score vanNederland in dit tijdvak.

o 1983–nu – waarschijnlijk komen landen als IJsland enNoorwegen in de buurt van de score van Nederland indit tijdvak.

46 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

Page 49: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

3. Welke landen scoorden in 2017 hoger op de Democratie-index dan Nederland?Antwoord: Noorwegen, IJsland, Zweden, Nieuw-Zeeland,Denemarken, Ierland, Canada, Australië, Finland en Zwit-serland scoorden in 2017 hoger dan Nederland.

4. Hoe hoog scoorde Nederland in 2006? En in 2011?Wordt Nederland alsmaar democratischer of wordt hetook wel eens minder?Antwoord: In 2006 scoorde Nederland nog 9,66. In 2011was dat al afgezakt naar 8,99. Op het gebied van verkie-zingsproces, politieke participatie en burgerlijke vrijhedenhad Nederland vroeger een 10, nu niet meer. Wellicht tellenbedreigingen van politici mee en met betrekking tot hetverkiezingsproces was er gedoe over stemmachines enproblemen met hertellingen bij sommige papieren stem-mingen. Denk verder ook aan de opkomst bij sommigeverkiezingen die is gedaald.

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 47

Page 50: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

48 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

KORTE OMschRIjVINg WERKVORM

In deze werkvorm koppelen leerlingen historische verkie-zingsleuzen aan het juiste affiche.

lEERdOEl

n leerlingen komen spelenderwijs in aanraking metdiverse (historische) politieke partijen en verkiezings-posters.

n leerlingen beseffen dat een verkiezingsposter niet altijdveel over een partij zegt. Het is niet overduidelijk welkeleus bij welke partij hoort.

duuR

20 minuten

BENOdIgd MaTERIaal

n PowerPointvoorstelling; deze vindt u door opwww.prodemos.nl/lesmateriaal te zoeken op de naamvan de werkvorm.

n Werkblad per leerling

WaT dOET u?

1. Open de PowerPoint met de verkiezingsposters.2. Vertel dat leerlingen een opdracht gaan maken over

verkiezingsposters. Introduceer het onderwerp kort:Verkiezingsposters waren vroeger een groot onderdeel vande campagne. Voordat televisie en internet bestondenwaren de posters een belangrijke manier om nieuwekiezers te bereiken. Ze werden gebruikt om de boodschapvan een partij duidelijk te maken. En om ervoor te zorgendat de partij meer bekendheid kreeg.

3. laat de volgende slide van de PowerPoint zien; hieropstaan de verkiezingsposters van de Tweede Kamerverkie-zingen. Vraag aan de leerlingen: ‘Wat valt jullie op?’

4. leg, aan de hand van de antwoorden van de leerlingenuit: Tegenwoordig staat op een verkiezingsposter vaak

een foto van de lijsttrekker, de naam van de partij en eenverkiezingsleus. De verkiezingsposters lijken tegen-woordig best veel op elkaar, toch kun je nog wel het eenen ander afleiden uit de posters. Zo heeft elke partij zijneigen kleuren. De PvdA en SP gebruiken graag de kleurrood. D66, GroenLinks, de Partij voor de Dieren en hetCDA gebruiken groen. De SGP en VVD gebruiken allebeide kleuren oranje en blauw. En de ChristenUnie en de PVVgebruiken blauw. Sommige partijen hebben logo’s meteen symbool erin. De SP heeft bijvoorbeeld in haar logoeen tomaat, de tomaat staat symbool voor protest. DePVV heeft een meeuw, deze meeuw staat symbool voorvrijheid.

5. laat de volgende slide van de PowerPoint zien. Vroegerwaren de posters heel anders. Er stonden tekeningen opdie een beeld moesten geven van de ideeën van een partijen er werden veel symbolen gebruikt. Bijvoorbeeld destaat als een schip dat op koers moet blijven – kiezersmoesten daarom de goede ‘kapitein’ kiezen (oftewel: degoede partij/politicus). Of een arbeider die zich met eenhakbijl probeert te bevrijden van de armen van eeninktvis. De armen staan symbool voor het kapitalisme,hongersnood en oorlogsleed.

6. leerlingen gaan nu een aantal verkiezingspostersbekijken waarop we de leuzen hebben weggelaten. Deleerlingen bedenken welke leuzen op welke posterhoren te staan. Deel de werkbladen uit en geef leer-lingen 10 minuten de tijd. De PowerPoint gebruikt upas weer bij de nabespreking.

7. Bespreek aan de hand van de PowerPoint de juisteantwoorden.

8. Bespreek de opdracht na. Zeggen verkiezingsleuzenveel over de opvattingen van een politieke partij?Zijn de spreuken op de verkiezingsposters onder -scheidend? Wat is het nut van een verkiezingsleus?

MEER INFORMaTIE

Op www.verkiezingsaffiches.nl vindt u nog meer historische verkiezingsposters.

de leuzenkraker20 minuten9

Page 51: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 49

VROUWEN

In 1919 kregen vrouwen kiesrecht. sindsdien richten partijen zich in de verkiezingscampagne soms specifiek op vrouwen.Verbind de verkiezingsleus aan de juiste poster.

1. Ook vrouwen kiezen de .........,in dienst van het gehele volk

2. Vrijzinnige vrouwen waakt, tegenroode en zwarte overheersching

3. De vrouw die nadenkt stemt óók.........

WERKBlad lEuzENKRaKER

a B c

Antwoord: A = .........; B = .........; c = .........

Page 52: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

50 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

WONEN

Het thema ‘wonen’ komt ook terug bij verschillende partijen. Verbind de verkiezingsleus aan de juiste poster.

1. Uw eigen huis 2. Méér woningen 3. Méér vrijheid, Méér woningen

a B c

Antwoord: A = .........; B = .........; c = .........

Page 53: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 51

TOEKOMST

sommige partijen verwijzen in hun verkiezingscampagne naar de toekomst.

1. gezond gezin, krachtig volk 2. leg de toekomst in veilige handen 3. Zullen onze kinderen nog vogels inde lucht en vissen in het waterzien?

a B c

Antwoord: A = .........; B = .........; c = .........

Page 54: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

52 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

VERVOER

Op veel posters is vervoer een belangrijk thema. soms staat een weg symbool voor iets, en soms gaat de poster ook echtover nieuwe wegen of spoorwegen. Verbind de verkiezingsleus aan de juiste poster.

1. Komt eraan 2. Nieuwe wegen 3. De maatschappij op weg naar deafgrond. Wie dit voorkomen wil,stemt

a B c

Antwoord: A = .........; B = .........; c = .........

Page 55: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 53

SEKS EN POLITIEK

seks en politiek, gaat dat samen? Hieronder zie je drieverkiezingsposters met een opmerkelijk verhaal.De poster van de PsP uit 1971 werd in 2010 uitgeroepen totde beste verkiezingsposter sinds 1918. De poster staatsymbool voor de vrije jaren zestig. Maar de vrouw op defoto wist toen ze op de foto ging helemaal niet dat ze opeen verkiezingsposter terecht zou komen. Zij deed defotoshoot voor sekstant, een tijdschrift van de NederlandseVereniging voor seksuele Hervorming.

Winny de jong deed in 2003 mee met de verkiezingen methaar partij deconservatieven.nl. Tijdens de verkiezingscam-pagne poseerde Winny de jong in een pikante fotoshoot inhet mannenblad Panorama. Het is Winny de jong niet gelukteen zetel te halen.De vrije sekspartij deed in 1970 mee aan de Amsterdamsegemeenteraadsverkiezingen. Ze wilden gratis seksuele voor-lichting en gratis condooms voor iedereen. Het is de partijniet gelukt om een zetel te halen.Verbind de verkiezingsleus aan de juiste poster.

1. Duidelijk 2. Eindelijk 3. Ontwapenend

a B c

Antwoord: A = .........; B = .........; c = .........

Page 56: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

54 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

De antwoorden staan ook weergegeven in de bijbehorendePowerPoint, deze kunt u in de klas laten zien.

aNTWOORdMOdEl

VROUWEN

Antwoord: A = 2; B = 3; c = 1

WONEN

Antwoord: A = 3; B = 1; c = 2

Page 57: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 55

TOEKOMST

Antwoord: A = 1; B = 2; c = 3

VERVOER

Antwoord: A = 3; B = 1; c = 2

Page 58: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

56 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

SEKS EN POLITIEK

Antwoord: A = 2; B = 1; c = 3

Page 59: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

KORTE OMschRIjVINg VaN dE WERKVORM

leerlingen doen een test: ‘Welke democratie past bij mij?’Door de vragen te beantwoorden bepalen ze hoe het idealedemocratische systeem er volgens hen uit zou moeten zien.Als ze de vragen hebben ingevuld, kunnen ze aan de handvan een puntensysteem bepalen welke bestuursvorm hetbeste bij hen past: een representatieve democratie, eendemocratie met een districtenstelsel of een directe demo-cratie. Bij elke bestuursvorm wordt een voorbeeld van eenland gegeven waar dat systeem gebruikt wordt.

lEERdOEl

leerlingen beseffen dat er meerdere vormen van democratiezijn (en dat elke vorm zijn voor- en nadelen heeft).

duuR

50 minuten

haNdlEIdINg

1. Kopieer voor alle leerlingen de test, en (los daarvan) detoelichting.

2. laat de leerlingen hun antwoorden invullen.3. Als iedereen klaar is, geeft u per onderdeel (A/B/c/D)

aan hoeveel punten de leerlingen per antwoord krijgen,zodat de leerlingen zelf kunnen uitrekenen bij welksysteem of land ze uitkomen. Ook de puntentelling kuntu eventueel printen en uitdelen.

4. Per onderdeel laat u de leerlingen de toelichting lezen.5. U bespreekt (opnieuw per onderdeel) de voor- en

nadelen van de verschillende systemen en de argu-menten van de leerlingen voor of tegen bepaaldebestuursvormen.

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 57

Welke democratie past bij mij? 50 minuten10

Page 60: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

soms lijkt het alsof er maar twee politieke systemen zijn:democratie en dictatuur. Maar ook tussen democratieën zijnveel verschillen. Doe de Democratietest en ontdek welk landhet beste bij jou past. In wat voor soort democratie voel jijje het beste thuis?

UITSPRAKEN EENS ONEENS SCORE

A.1. Ik vind dat je bij de Tweede Kamerverkiezingen alleen moet kunnen stemmen op

iemand die bij je in de buurt woont.2. je moet er bij verkiezingen niet op letten wat je van politici vindt als persoon.

Het gaat om de idealen. je kunt beter stemmen op een partij die je goed vindt.3. Ook kleine partijen (die bij verkiezingen minder dan vijf zetels halen) moeten

in de Tweede Kamer komen.4. Er zijn te veel partijen in de Tweede Kamer.

Twee of drie partijen zou beter zijn.5. Het zou beter zijn als er maar één partij in de regering zat. Dan kan de winnende

partij na de verkiezingen meteen aan de slag, zonder eindeloze onderhandelingen.

B.6. Ik vind dat de burgers van een gemeente zelf hun burgemeester

moeten kunnen kiezen.7. Als de burgemeester fouten maakt, moeten de burgers hem kunnen afzetten

en een nieuwe kiezen.8. Ik vind dat de burgers de minister-president moeten kunnen kiezen.

9. Ik vind dat de burgers de hoofdcommissaris van politie moeten kunnen kiezen.

10. Het zou slecht zijn als burgers via verkiezingen zouden kunnen bepalen wie errechter mag worden.

C.11. Ik vind dat het volk via internet moet kunnen stemmen over alle belangrijke

politieke besluiten. Politici moeten dan doen wat het volk zegt. Dat is pas echtedemocratie!

12. Politici moeten niet voortdurend naar de kiezers luisteren. Ze moeten zelf beslis-singen nemen.

13. We moeten in dorpen en wijken politieke volksvergaderingen invoeren: iedereennaar het marktplein en daar dan samen belangrijke beslissingen nemen.

14. Bij rechtszaken zou een aantal gewone burgers moeten meeluisteren en meebe-slissen over de uitspraak.

15. Rechtspreken is een moeilijk beroep dat we aan onafhankelijke rechters moetenoverlaten.

D.16. Het is goed als de regering voortdurend overlegt met belangenorganisaties. Dat

zorgt voor een stabiel bestuur waarin met iedereen rekening wordt gehouden.17. Al dat gepraat in de politiek is nergens goed voor, dat gaat ten koste van duidelijk-

heid en daadkracht.18. Politieke partijen moeten veel meer vasthouden aan hun eigen plannen. Nu is het

vaak niet duidelijk waar ze voor staan, met al die compromissen.19. De minister-president moet een sterke leider zijn. Hij moet gewoon kunnen doen

wat hij wil, ook als andere partijen of organisaties het niet met hem eens zijn.20.Als de regering een beslissing over de uitkeringen of het ontslagrecht wil nemen, is

het verstandig als ze eerst met vakbonden en werkgevers praten.

Hieronder staan twintig uitspraken. Kruis aan of je het eensof oneens bent met de uitspraak. Als je klaar bent met detest, vertelt je docent hoe je je score kunt berekenen.

58 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

TEsT: WElKE dEMOcRaTIE pasT BIj MIj?

Page 61: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

Hieronder kun je voor elke uitspraak zien hoeveel punten jekrijgt voor je antwoord.

• Zet de scores achter de uitspraken in de test.• Tel per onderdeel het aantal punten bij elkaar op.• Bekijk daarna de toelichting.

Mijn totaal bij A is: Mijn totaal bij B is: Mijn totaal bij C is: Mijn totaal bij D is:

TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT | 59

puNTENTEllINg

a. B. c. d.

Eens Oneens Eens Oneens Eens Oneens Eens Oneens

1. 5 0 6. 5 0 11. 20 0 16. 0 5

2. 0 5 7. 5 0 12. 0 5 17. 5 0

3. 0 10 8. 15 0 13. 25 0 18. 5 0

4. 10 0 9. 15 0 14. 10 0 19. 5 0

5. 20 0 10. 0 15 15. 0 10 20. 0 5

A. KIESSTELSELVerkiezingen zijn verkiezingen, zou je zeggen. Maar zosimpel is het niet. In Nederland hebben we veel kleinepartijen, terwijl er in andere democratische systemen vaakmaar twee of drie grote partijen zijn. Dit verschil komtvooral doordat ze daar een ander kiesstelsel hebben.

0 puntenHet Nederlandse kiesstelsel past helemaal bij jou!In het Nederlandse stelsel hebben we een evenredige vertegen-woordiging.Bij ons systeem zijn er meerdere partijen. Nieuwepartijen kunnen bij ons gemakkelijk in de Kamer komen.Nadeel: na de verkiezingen duurt het lang voor er een nieuweregering is. Er is nooit één partij die zoveel stemmen heeftgekregen dat ze alleen kan regeren. Er zitten altijd meerpartijen in de regering,die dus eerst moeten onderhandelenover een regeerakkoord. Omdat partijen moeten samenwerken,krijgt geen enkele partij ooit helemaal haar zin. Daarom doenpolitici vaak een beetje vaag en voorzichtig: als ze precieszeggen wat ze vinden, willen de andere partijen daarnamisschien niet meer met ze samenwerken.Voordeel: iedereen heeft de kans om gehoord te worden, enomdat de partijen altijd compromissen moeten sluiten, hoef jeniet bang te zijn dat de nieuwe regering alles compleet andersgaat doen.

5 – 30 puntenjij bent niet helemaal tevreden met het Nederlandsesysteem. je kunt beter verhuizen naar Duitsland!In Duitsland hebben ze ook een evenredige vertegenwoordi-ging, net als in Nederland, maar ze combineren het met eendistrictenstelsel. Duitsers hebben bij verkiezingen tweestemmen: een voor een specifieke kandidaat uit hun eigenregio, en een voor een landelijke partij. De tweede stembepaalt hoeveel zetels elke partij in de Bondsdag krijgt, deeerste stem bepaalt welke kandidaten die zetels gaan bezetten.

Verder is er in Duitsland een ‘kiesdrempel’: partijen mogenalleen in de Bondsdag (de Duitse Tweede Kamer) als ze meerdan 5% van de stemmen hebben gekregen. Partijen als de SGP,de ChristenUnie, de Partij voor de Dieren, DENK, 50PLUS enForum voor Democratie zouden in Duitsland niet in de Kamerkomen. In Duitsland zijn er hierdoor maar een paar grotepartijen. Toch is er nooit een partij die de absolute meerder-heid heeft. De regering bestaat altijd uit een coalitie vanmeerdere partijen.

Meer dan 40 puntenjij vindt het helemaal niks hier! In het Verenigd Koninkrijkvoel jij je vast veel beter thuis.Het Verenigd Koninkrijk heeft een meerderheidsstelsel: eendistrictenstelsel waarbij de kandidaat met de meeste stemmenwint. De rest krijgt niks. Het land is opgedeeld in kiesdis-tricten. In elk district is er maar één winnaar, die krijgt daneen zetel in het Lagerhuis, de Britse Tweede Kamer. Daaromstemmen de mensen daar vooral op kandidaten van één van detwee grootste partijen.Nadeel: Kleinere partijen hebben er weinig kans, dus niet allemeningen worden vertegenwoordigd in het Lagerhuis.Voordeel: het is na de verkiezingen onmiddellijk duidelijkwelke partij de grootste is. Vaak is die partij dan zo groot, datze in haar eentje kan regeren. In landen met dit stelsel zijn ermeestal grotere politieke verschillen, want de partijen hoevenveel minder rekening te houden met elkaar. Ook in Frankrijk enin de Verenigde Staten is er een meerderheidsstelsel.

B. DIRECT GEKOZEN BESTUURDERSIn alle democratische stelsels kiezen burgers hun eigenpolitici. Maar in sommige landen kiezen burgers niet alleenraadsleden en Kamerleden, maar ook de burgemeester, depresident en soms ook de hoofdcommissaris van de politie.

TOElIchTINg

Page 62: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

0 puntenje vindt het Nederlandse stelsel prima zo. De burgemeesterwordt bij ons niet gekozen. De volksvertegenwoordiging(Tweede Kamer, gemeenteraad en Provinciale staten) heefthet hoogste gezag.Voordeel: het is duidelijk wie in de gemeente ‘de baas’ is: degemeenteraad. De raadsleden zijn door het volk gekozen, duszíj bepalen wat er gebeurt. Ook als de burgemeester het er nietmee eens is. Hetzelfde geldt bij de provincie en bij de TweedeKamer: uiteindelijk beslist altijd de gekozen volksvertegen-woordiging.Nadeel: burgers kunnen geen directe invloed uitoefenen opde keuze voor de mensen in het ‘dagelijks bestuur’ van degemeente en het land.

5–10 puntenjij wilt de burgemeester door de burgers laten kiezen.Het voordeel is dat mensen zelf kunnen bepalen wie er in het‘dagelijks bestuur’ van de gemeente zit. Maar wat gebeurt erals de burgemeester en de gemeenteraad het oneens zijn?Beide zijn door de burgers gekozen, dus wie is er dan de baas?Zwitserland en de meeste gemeenten in Duitsland zijn betervoor jou: daar mag het volk wel zelf de burgemeester kiezen.In het Verenigd Koninkrijk kan het volgens de wet wel, maar erzijn maar heel weinig gemeenten waar het ook echt gebeurt.

Meer dan 10 puntenjij bent voor het systeem van de Verenigde Staten:burgers kiezen mensen voor bijna alle belangrijkefuncties bij de overheid.(In de Verenigde Staten zijn dat de president, de burgemeester,rechters, de sheriff…. Als je 55 punten hebt wil jij dat ookallemaal. Als je minder punten hebt wil je slechts een deel vandeze functionarissen kiezen.) Het parlement en de gemeente-raad hebben in de VS minder invloed dan in Nederland, omdatze de bestuurders niet kunnen afzetten (=ontslaan).Voordeel: het volk heeft heel veel invloed.Nadeel: het risico van politieke verlamming. Een gekozenminister-president of burgemeester kan van een andere partijzijn dan de meerderheid van het parlement of de gemeente-raad. Dat is lastig: als de regering iets wil doorzetten kanhet parlement dat tegenhouden, en andersom.

C. DIRECTE DEMOCRATIEMensen die voor ‘directe democratie’ zijn, vinden dat eenland pas een echte democratie heeft als burgers over allesmee kunnen beslissen. Ze willen dat niet overlaten aan hetparlement. Nederland heeft geen directe, maar een represen-tatieve democratie: het volk wordt gerepresenteerd (=’verte-genwoordigd’) door het parlement, de gemeenteraad enProvinciale staten.

0 – 5 puntenjij vindt de representatieve democratie van Nederland goedgenoeg. je bent niet voor referenda en zelfbestuur vandorpen en wijken. En burgers hoeven van jou niet mee tebeslissen bij rechtszaken.

10 – 25 puntenjij bent niet helemaal tevreden met het Nederlandse systeemvan rechtspraak.In het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk worden burgers meerbetrokken bij de rechtspraak dan bij ons. Daar hebben ze bijrechtszaken vaak een jury: een groep van gewone burgers diemeebeslist met de rechter over de schuld van de verdachte ensoms ook over de straf.

25 punten of meerjij bent voor meer referenda en directe democratie. Zwitser-land is dan een goed land voor jou, of de Amerikaanse staatcalifornië (Verenigde Staten). Daar worden vaak referendagehouden en in sommige dorpen komen burgers regelmatigsamen om te debatteren en te stemmen over van alles.Bij rechtszaken zijn gewone burgers aanwezig, als jury enook als ‘lekenrechter’. Zij beslissen mee over de uitspraak.Als je voor directe democratie bent, vind je politieke partijenniet zo belangrijk. Je wilt het liefst dat alles zoveel mogelijkdoor een meerderheid van individuele burgers wordt beslist.In Nederland zijn veel politici en politieke partijen niet zo voorreferenda. Ze zijn bang dat burgers vaak niet genoeg weten omeen goede beslissing te nemen, en dat ze makkelijk te beïn-vloeden zijn door reclamefilmpjes en nepnieuws. Nederlandhad tussen 2015 en 2018 een raadgevend referendum, maardat is afgeschaft. In Nederlandse gemeenten worden wel somsreferenda gehouden.

D. POLITIEKE STIJLPolitieke stijl gaat over de manier waarop de politiek in eenland gevoerd wordt: voorzichtig en met veel overleg, of juistbrutaal en duidelijk. Wat heb jij liever?

0–5 puntenjij zit hier goed in Nederland, waar in de politiek veel wordtoverlegd en waar met iedereen rekening wordt gehouden.In de meeste Noordwest-Europese landen (Scandinavië,Duitsland) is er een evenredige volksvertegenwoordiging, metmeerdere partijen en coalitieregeringen. In veel van die landen(Nederland, Duitsland, Oostenrijk, België) overlegt de rege ringvoortdurend met maatschappelijke en economische belangen-organisaties. In deze landen gaat alles om overeen stemmingen overleg.Voordeel: veel mensen zijn het eens met de besluiten, er isdraagvlak voor. Nadeel: de politieke besluiten zijn vaak hetresultaat van compromisvorming en daarom niet zo duidelijk.

10 punten of meerjij voelt je in de Nederlandse politieke cultuur niet zo thuis.jij bent voor heldere verhoudingen en sterk politiek leider-schap! Dat er dan ook veel mensen zijn die niet tevreden zijn,is voor jou geen probleem, dat hoort erbij. je kunt maarbeter emigreren naar het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk ofde Verenigde Staten. Zwitserland zou ook kunnen.Voordeel: de politieke beslissingen zijn vaak heel duidelijk.Het is ook duidelijk wie een beslissing neemt.Nadeel: veel mensen zijn het niet eens met het besluit, en erzijn vaak veel protesten en stakingen.

60 | TIEN WERKVORMEN OVER 100 jAAR AlgEMEEN KIEsREcHT

Page 63: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer
Page 64: Tien werkvormen over 100 jaar algemeen kiesrecht...leerdoel, de duur, de wijze van uitvoering en het benodigde materiaal. Bij een aantal werkvormen zijn werkbladen toegevoegd. Meer

ProDemos legt uit wat de spelregels zijn vande democratie en rechtsstaat en laat zien watje zelf kunt doen om invloed uit te oefenen– inde gemeente, het waterschap, de provincie,het land en Europa.

ProDemosHofweg 1H2511 AA Den Haag

(070) 757 02 [email protected]

Het parlementaire jaar 2018–2019 staat in hetteken van 100 jaar algemeen kiesrecht. Speciaalhiervoor is een website en een tentoonstellinggemaakt met de naam ‘Ik vier mijn stem’.Kijk op www.ikviermijnstem.nl en bezoek detentoonstelling in de Tweede Kamer, op werkdagentussen 10.00 en 17.00 uur.

Dit boekje met tien werkvormen is samengestelddoor ProDemos in opdracht van de Tweede Kamer.