Theology - Kerkelijk Werkers · 3.2 Pastorale competentie Definitie: Het vermogen om mensen,...

18
Een professional met diepgang Domeincompetenties voor de Bachelor of Theology

Transcript of Theology - Kerkelijk Werkers · 3.2 Pastorale competentie Definitie: Het vermogen om mensen,...

Een professional met diepgangDomeincompetenties voor de Bachelor of Theology

Brochure Omslag.qxd 9-5-2006 11:13 Pagina 1

Een professional met diepgangDomeincompetenties voor de Bachelor of Theology

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:30 Pagina 1

© Landelijk Overleg Opleidingen TheologieEde 2006

Lay-out en Druk: Reprografisch CentrumNoordelijke Hogeschool Leeuwarden

Foto’s: Willine Andes

Film: THP (Ten Ham Producties, Beeld enGeluid Ederveen)

Overname van tekstgedeelten uit dit rapportis toegestaan met bronvermelding.

Besteladres: LOO-GPW, Postbus 80, 6710 BBEde

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:30 Pagina 2

Voor u ligt het competentieprofiel van hetDomein Bachelor of Theology. Dit profiel ishet resultaat van het Project ValideringDomeincompetenties Bachelor of Theology,dat op initiatief van het Landelijk OverlegOpleidingen Theologie (LOO) is uitgevoerd. Inhet LOO zijn acht hogescholen vertegenwoor-digd, te weten Azusa TheologischeHogeschool, Christelijke Hogeschool Ede,Christelijke Hogeschool Windesheim, CursusGodsdienst Onderwijs, Fontys HogeschoolTheologie Levensbeschouwing,Gereformeerde Hogeschool, HogeschoolInholland en Noordelijke HogeschoolLeeuwarden. De diverse opleidingen hebben,samen met bijdragen vanuit de betrokkenwerkveldorganisaties, zorg gedragen voor debekostiging van dit project. Door het LOO iseen tweetal medewerkers aangetrokken, datuitvoering heeft gegeven aan het project. Ditzijn mw. drs. Willine Andes-Doornenbal,onderwijskundige, en dhr. dr. BertusNijendijk, theoloog.

Bij de verkenning en beschrijving van hetprofiel zijn vertegenwoordigers van organisa-ties uit het werkveld intensief betrokkengeweest. Het betrof een representatief aantalkerken en organisaties, te wetenDoopsgezind Seminarium, EvangelischeAlliantie, Gereformeerde Gemeenten, hetIslamitisch Instituut voor MaatschappelijkeActiveringswerk, Verenigde Pinkster- enEvangeliegemeenten, Vereniging vanGereformeerde Pastoraal Werkers, Verenigingvan Kerkelijk Werkers, Vereniging voorGeestelijk Werkers Albert Camus,

Protestantse Kerk in Nederland en Rooms-Katholieke Kerk.

Het was een bijzondere uitdaging om alswerkveld en opleidingen van zeer diversepluimage een gezamenlijk competentieprofielte formuleren. Tijdens het hele project is ereen sfeer van eensgezindheid geweest. Allebetrokkenen zagen de noodzaak van eengezamenlijk profiel in en een ieder streefdeernaar dit tot stand te brengen. Er was uit-eindelijk eenstemmigheid over het hiernavolgende resultaat. Wij willen alle participan-ten bedanken voor deze constructieve opstel-ling en de bijdrage die ze geleverd hebben. Wij hopen dat dit domeincompetentieprofielbijdraagt aan de verdere professionaliseringen maatschappelijke erkenning van hetdomein Bachelor of Theology en dat het eenstructureel contact tussen werkveld en oplei-dingen teweegbrengt. Dit profiel is een werk-document, waarvan het nut zich in de prak-tijk zal moeten bewijzen. Periodieke evaluatieen zo nodig bijstelling zal regelmatig plaats-vinden.

Namens het LOO,

Drs. J. Doelman, voorzitterDrs. L. van Hoorn, secretaris

12 mei 2006

Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology 3

Woord vooraf

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:30 Pagina 3

4 Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology

Inhoud

1 Inleiding 5

1.1 Aanleiding: van (geschoold) vrijwilliger naar professioneel werker 51.2 Opleiding en werkveld 5

2 Competenties 7

2.1 Definiëring competentie 72.2 Positionering van het domeincompetentieprofiel 72.3 Competenties en vakinhoudelijke kennis 7

3 Domeincompetentieprofiel voor de Bachelor of Theology 8

3.1 Hermeneutische competentie 83.2 Pastorale competentie 83.3 Liturgische competentie 93.4 Missionaire competentie 93.5 Educatieve competentie 93.6 Agogische competentie 103.7 Leiderschap 103.8 Communicatie 113.9 Persoonlijke competentie 11

4 Werkwijze bij het valideringsproces 13

4.1 Achtergrond methode 134.2 Stappen valideringsproces 13

Literatuur 15

Bijlagen 15

Vertegenwoordigers werkveldorganisaties 15Vertegenwoordigers opleidingen 15Betrokken hogescholen 16

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:30 Pagina 4

1.1 Aanleiding: van (geschoold) vrijwilliger naar professioneel werker

Sinds de tweede helft van de 20e eeuw is inkerkgenootschappen en geloofsgemeen-schappen in Nederland een ontwikkeling waarte nemen, waarbij naast de universitair opge-leide en kerkelijk gewijde/geordineerdeambtsdragers steeds meer andere werkersactief worden. Soms als vrijwilliger, steedsvaker bezoldigd, gaan zij diverse taken ver-vullen. Soms als afgeleide van gewijdeambtsdragers (rooms-katholieke kerk), somsmet een bepaalde opdracht (catechese,pastoraat) naast de geordineerde ambtsdra-gers (protestantse kerken), soms ook alsvoorganger en gemeenteleider (doopsgezin-de, evangelische en pinkstergemeenten).Ook in de moslimgemeenschappen inNederland werken voorgangers (imams) dietot voor kort vaak uit de diverse landen vanherkomst naar Nederland kwamen, maar nusteeds vaker in Nederland worden opgeleid.Daarnaast is er een groeiend aantal vrijgevestigde geestelijk verzorgers en zijn ergeestelijke verzorgers in diverse instellingen,al dan niet verbonden aan een kerkelijke ofreligieuze gemeenschap.Al deze ’werkers’1 werden en worden op zeerdiverse wijze opgeleid (variërend van geenopleiding, via diverse soorten cursussen tothbo en zelfs universitair opgeleiden). In decomplexe wereld van geloven en denkengroeit breed het besef dat een gedegen oplei-

ding van de GPW-er een noodzaak wordt. Ook in de samenleving bestaat een duidelijkebehoefte aan beroepsstandaarden, oplei-dings- en kwaliteitseisen.De kerkelijk werker of de geestelijk verzorger(in instellingen of vrij gevestigd) wordt nietmeer beschouwd als een (geschoolde) vrijwil-liger, maar als een professional die vanuitzijn/haar eigen professionaliteit op verant-woorde wijze werkzaam is. Een professionalmet diepgang. Om aan deze brede roep om professionalise-ring gehoor te geven is het nodig om eengezamenlijk beroeps- en competentieprofielte formuleren, waaraan in de onderwijswe-reld en de samenleving voortdurend gerefe-reerd kan worden als kader voor de toetsingen de toepassing van de kwaliteitseisen,waaraan de werkers in dit domein dienen tevoldoen. De invoering van het bachelor-masterstelsel (2002) bracht ook de benamingvan dit domein als ‘Bachelor of Theology‘ metzich mee.

1.2 Opleiding en werkveldHBO-opleidingen zijn beroepsopleidingen: zijleiden op voor een bepaald beroep, in ditgeval de GPW-er, die op diverse plaatsen inde samenleving en ook in diverse rollen alsgeestelijk verzorger of kerkelijk werker werk-zaam is. Al die diverse plaatsen vormensamen het werkveld van de Bachelor ofTheology. Het werkveld stelt eisen aan degenen die

Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology 5

1 In de discussies met opleidingen en werkveld is gemakshalve de term 'GPW-er' ('Godsdienst-Pastoraal Werker')als verzamelnaam voor al deze werkers gehanteerd. Ook in deze rapportage keert deze term een aantal malen terug.Hoewel taalkundig en inhoudelijk niet geheel correct, is het een handige aanduiding voor de beroepsgroep.

1 Inleiding

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:30 Pagina 5

daar werkzaam zijn. In personeelsadverten-ties bijvoorbeeld vindt men vaak eenomschrijving van het beroep en eenomschrijving van de vereisten waaraan degegadigden dienen te voldoen om in aanmer-king te komen voor de functie. Als de opleidingen hun afgestudeerden graaggeplaatst zien in dit werkveld, zullen zij deopleiding ook af moeten stemmen op deeisen die het werkveld stelt. Daarnaast zullenzij ook eigen gedachten hebben over het pro-fiel van de opgeleiden. Steeds meer wordtbenadrukt dat er een afstemming dient tezijn tussen opleidingen en werkveld, als hetgaat om de beroeps- en competentieprofie-len. In de praktijk hebben bepaalde segmen-ten van het werkveld hierover al afsprakenmet bepaalde opleidingen. Doel van dit pro-ject is te komen tot één door zowel werkveldals opleidingen erkend en herkend (gevali-deerd) competentieprofiel.

In de eerste plaats wordt hiermee voldaanaan de eisen die worden gesteld in de accre-ditatiekaders van de NVAO. In de tweedeplaats vergroot het ook de actieradius van deafgestudeerde en bevordert het structurelecontacten tussen werkveld en opleidingen.Het werkveld mag zeer divers genoemd wor-den. Het heeft ons bijzonder verheugd dat inde gesprekken over de competenties dit zeerdiverse werkveld breed vertegenwoordigdwas (zie bijlage). Datzelfde geldt ook voor deopleidingen (zie bijlage). Deze gesprekkenhebben geresulteerd in een gezamenlijkdomeincompetentieprofiel voor de Bachelorof Theology, die in het volgende hoofdstukwordt beschreven. Een beschrijving en ver-antwoording van de gevolgde methode vindtu in hoofdstuk 3.

6 Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:31 Pagina 6

2.1 Definiëring competentieHet in dit project tot stand gekomen compe-tentieprofiel voor het domein Bachelor ofTheology bevat negen competenties. De laat-ste jaren wordt in de onderwijswereld en inhet werkveld veel gewerkt met het begripcompetentie. Een competentie is een speci-fieke bekwaamheid, bestaande uit een geïn-tegreerde combinatie van kennis, vaardighe-den en attitude, die essentieel is om succes-vol een beroep uit te oefenen, in dit geval inhet werkveld van de Bachelor of Theology.Competenties uiten zich in en zijn daaromook toetsbaar aan een bepaald gedrag. Datgedrag vormt dus een indicatie, dat iemandin bepaalde mate een competentie verworvenheeft. Daarom is bij elk van de negen com-petenties een aantal gedragsindicatorengeformuleerd, waarin de betreffende compe-tentie zichtbaar wordt en waaraan hij ookgetoetst kan worden.

2.2 Positionering van het domein-competentieprofiel

Deze negen competenties vormen een basa-le invulling van het competentieprofiel waar-in werkveld en opleidingen zich kunnen vin-den. Verschillende segmenten van het werk-veld zullen, afhankelijk van hun specialiseringof confessionele achtergrond, nog anderecompetenties formuleren als aanvulling op ditbasisprofiel. In de diverse opleidingen wor-den verschillende accenten gelegd. Dat is enblijft een goede zaak. Dit competentieprofielis niet bedoeld om het afleveren van een‘eenheidsproduct’ te bevorderen, maar is wel een gezamenlijk uitgangspunt, dat erkend enherkend wordt door werkveld en opleidingen.

Elk segment van het werkveld en elke oplei-ding verhoudt zich op een eigen wijze tot ditdomeincompetentieprofiel.

2.3 Competenties en vakinhoude-lijke kennis

In dit domeincompetentieprofiel is ervoorgekozen om, in navolging van de ontwikke-lingen in onderwijs en werkveld, kennis geïn-tegreerd op te nemen in alle afzonderlijkecompetenties. Kennis, vaardigheden en atti-tude komen samen aan bod. Door het hanteren van het begrip competen-tie is echter bij sommigen de vrees ontstaandat het element kennis teveel op de achter-grond raakt. Wordt de echte vakinhoud opzijgeschoven voor alleen toepassingsgerichtekennis, die nodig is om bepaalde vaardighe-den of attitudes te verwerven? Lopen we niethet gevaar dat de afgestudeerde te weinigafweet van het vakgebied?Bovenstaande vragen kwamen ook naarvoren in de tijdens dit project gevoerde dis-cussies met het werkveld. Daarom onderstre-pen we het belang dat in de opleiding totBachelor of Theology gedegen vakinhoude-lijke kennis niet mag ontbreken. Dit wil zeg-gen: kennis van de bronnen en de historischeontwikkeling van de eigen en andere religieu-ze of levensbeschouwelijke tradities, het ver-mogen deze tradities systematisch vanuit deverschillende vakdisciplines en methoden tedoordenken en deze kennis op adequatewijze te vertalen naar en toe te passen op desituatie van de mens in de huidige wereld. In de geïntegreerde benadering van hetbegrip competentie is het element kennis eenessentieel onderdeel. Het is belangrijk opdeze wijze de vakinhoud goed te verankeren.

Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology 7

2 Competenties

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:31 Pagina 7

Onderstaande negen competenties vormensamen het domeincompetentieprofiel voor deBachelor of Theology. Elke competentie isonderscheiden in een definitie en gedragsin-dicatoren.

3.1 Hermeneutische competentieDefinitie: Het vermogen om enerzijds debronnen van de religieuze traditie, gemeen-schap en/of organisatie, die hij/zij vertegen-woordigt en anderzijds de mens in zijn huidi-ge context in hun onderlinge betekenisvollesamenhang te vertolken.

Indicatoren:a. Legt op methodische wijze verbanden tus-

sen de religieuze traditie en de actuele situatie

b. Brengt hedendaagse levensbeschouwelijkevragen van mensen in verbinding met de religieuze traditie en geeft daaraan een levensbeschouwelijke interpretatie

c. Duidt maatschappelijke en culturele pro-

cessen in het licht van de religieuze tradi-tie

d. Heeft inzicht in de referentiekaders van anderen en betrekt zijn/haar eigen geschiedenis en achtergrond zinvol bij deinterpretatie van de situatie van anderen

e. Reflecteert op en geeft uitdrukking aan debetekenis van zijn/haar religieuze traditievoor de huidige cultuur en samenleving

3.2 Pastorale competentie Definitie: Het vermogen om mensen, indivi-dueel en groepsgewijs, vanuit een contextu-ele optiek en op hermeneutisch verantwoor-de wijze te ondersteunen in het omgaan metreligieuze en levensvragen in zeer uiteenlo-pende situaties.

Indicatoren:a. Hanteert het onderscheid tussen een

gewoon gesprek, hulpverlening en pasto-raat

b. Initieert pastorale zorg vanuit het zicht opwat nodig is

8 Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology

3 Domeincompetentieprofiel voor de Bachelor of Theology

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:32 Pagina 8

c. Hanteert verschillende gesprekstechniekenen stelt adequate pastorale diagnoses

d. Herkent en hanteert grenzen van eigen bevoegdheid en handelen, en kan op basisvan eigen analyse eventueel passend verwijzen naar derden

e. Heeft inzicht in menselijk gedrag, psycho-logische en geestelijke processen en heeftoog voor de pastoranten in hun context

f. Gaat integer en ethisch verantwoord om met de pastoranten en hun situatie, is nabij en leeft mee maar houdt gepaste professionele afstand

g. Refereert aan religieuze bronnen en tradi-tie, appelleert aan het zelfoplossend vermogen van de pastoranten en maakt mensen bewust van hun situatie.

h. Herkent levensvragen en de religieuze en ethische dimensie en kan hierbij begelei-den

i. Maakt in samenspraak met pastoranten gebruik van riten, symbolen en liturgisch/religieuze handelingen

3.3 Liturgische competentieDefinitie: Het vermogen om religieuze vierin-gen en rituelen van verschillende aard endoelstelling gestalte te geven en daarin(mede) voor te gaan.

Indicatoren:a. Geeft de liturgie op een passende wijze

vorm, aansluitend bij een gegeven contextb. Overlegt en werkt samen met andere par-

ticipanten in de vieringenc. Put op verantwoorde wijze uit de liturgi-

sche traditied. Maakt en houdt een overdenking in voor

komende gevallen e. Formuleert passende gebeden f. Handelt ritueel gepast en expressief en

gaat op een authentieke wijze voorg. Verricht liturgische handelingen in het

bewustzijn van hun betekenis

3.4 Missionaire competentieDefinitie: Het vermogen om de eigen reli-gieuze traditie met anderen te communicerenen uit te dragen en op een open en uitnodi-gende wijze aanwezig te zijn in de samenle-ving, ook in een cross-culturele context.

Indicatoren:a. Is betrokken op en aanwezig in de samen-

leving en heeft brede en actuele kennis van maatschappelijke en (multi)culturele ontwikkelingen in plaatselijke en wereld-wijde context

b. Reflecteert vanuit de religieuze traditie opde ontwikkelingen in cultuur en samenle-ving

c. Organiseert activiteiten voor verschillendedoelgroepen, die diverse opvattingen en de religieuze traditie met elkaar in contacten gesprek brengen

d. Vertolkt op respectvolle wijze de eigen religieuze traditie in het gesprek met anderen

e. Legt contacten met mensen van buiten deeigen kerk of gemeenschap

f. Levert een bijdrage aan een interreligieuzedialoog

g. Rust mensen toe tot een missionaire hou-ding

3.5 Educatieve competentieDefinitie: Het vermogen om een krachtigeleeromgeving voor individuen en groepen tecreëren en om leer- en vormingsprocessenmet levensbeschouwelijke thema’s te facilite-ren.

Indicatoren:

Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology 9

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:32 Pagina 9

a. Formuleert voor diverse individuen en groepen leer- en ontwikkelingsdoelen

b. Verdiept zich in de beginsituatie van de lerende(n) en herkent religieuze ontwik-kelingen en ervaringen en kiest op basis daarvan leerinhoud en werkvormen

c. Motiveert individuen en groepen in hun religieuze leervragen, daagt hen uit en begeleidt hen waar nodig zodat zij in staatzijn het eigen leer- en vormingsproces testuren

d. Staat open voor reflectie en feedback vande lerende(n) en is flexibel in het aanpas-sen van de leeractiviteiten

e. Speelt in op groepsdynamische processen f. Rust vrijwilligers en/of professionals toe

om zelfstandig taken uit te voeren in gemeente, organisatie of instelling

3.6 Agogische competentieDefinitie: Het vermogen om vanuit de reli-gieuze traditie, gemeenschap en/of organisa-tie die men vertegenwoordigt op eenbewuste, doelgerichte, procesmatige ensystematische wijze (samen) te werken aanverandering.

Indicatoren:a. Analyseert bestaande situaties en maakt

op basis van de analyse een samenhan-gend ontwerp/plan ter verbetering

b. Voert op gestructureerde wijze de voorge-nomen plannen/activiteiten uit

c. Stelt evaluatiecriteria op en reflecteert regelmatig op product en proces van uitvoering en toetst het eigen handelen aan vooraf gestelde eisen

d. Draagt constructief bij aan het behalen vangemeenschappelijke doelen in groepen ensamenwerkingsverbanden

e. Verantwoordt en motiveert de wijze vansamenwerking met collega’s en andere

organisaties en instellingenf. Stimuleert de identiteit van instelling,

gemeente, bisdom of organisatie onder deverantwoordelijkheid waarvan hij/zij werk-zaam is

g. Legt relaties met relevante organisaties, instellingen en individuen, bouwt deze uit,onderhoudt deze en behartigt daarbij de belangen van de te vertegenwoordigende organisatie of gemeenschap

3.7 LeiderschapDefinitie: Het vermogen om individuen (pro-fessionals en vrijwilligers), groepen en orga-nisaties te leiden en te begeleiden op levens-beschouwelijk gebied, gericht op het berei-ken van gestelde doelen.

Indicatoren:a. Draagt verantwoordelijkheid voor en geeft

transparant en integer leiding aan geeste-lijke processen bij individuen en groepen

b. Is zich bewust van de voorbeeldfunctie dieeen leider altijd heeft en handelt hier ook naar

c. Stemt zijn/haar handelen af op de grond-slag, tradities en regels van de organisatieof gemeenschap

d. Gaat op een professionele en oplossings-gerichte wijze om met weerstanden; durftte confronteren en te corrigeren, verzoenten stimuleert

e. Ontwikkelt, implementeert en evalueert visie en beleid

f. Geeft leiding aan overlegsituaties en besluitvormings- en veranderingsprocessen en speelt daarbij in op groepsdynamische processen

g. Enthousiasmeert en mobiliseert h. Delegeert effectief taken met daarbij

behorende verantwoordelijkheden

10 Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:32 Pagina 10

3.8 CommunicatieDefinitie: Het vermogen om adequaat endoelgroepgericht te communiceren met indi-viduen, groepen en organisaties zowel mon-deling als schriftelijk, verbaal als non-ver-baal.

Indicatoren:a. Maakt gebruik van symbolen, beelden en

voorbeelden om levensbeschouwelijke onderwerpen ter sprake te brengen en uitte leggen

b. Verstaat en interpreteert signalen van individuen en groepen en vraagt waar nodig om verduidelijking

c. Leeft zich in in gedachten, gevoelens en situaties van anderen

d. Brengt eigen standpunten en beslissingenovertuigend en met enthousiasme onder woorden en legitimeert deze vanuit diver-se inzichten, daarbij respect tonend voor de ander

e. Schrijft heldere teksten met een duidelijkestructuur en opbouw

f. Kiest de juiste communicatie passend bij de doelgroep en maakt daarbij gebruik van informatie- en communicatietechnolo-gie

3.9 Persoonlijke competentie Definitie: Het vermogen om vanuit de eigenspiritualiteit of de spiritualiteit die hij/zij zichheeft eigengemaakt vanuit de religieuzegemeenschap en/of organisatie die hij/zijvertegenwoordigt te reflecteren op attitude,identiteit en handelen in beroepssituaties enom zich persoonlijk en professioneel te ont-wikkelen.

Indicatoren:a. Analyseert het eigen functioneren en heeft

daardoor een goed beeld van zijn/haar competenties en blijft planmatig werken aan de ontwikkeling hiervan

b. Ontwikkelt een visie op het beroep, op basis van theologische inzichten, eigen levensovertuiging en ervaringen in de beroepsuitoefening, passend binnen de religieuze traditie en/of organisatie die hij/zij vertegenwoordigt

c. Reflecteert op de religieuze traditie van destroming of organisatie die hij/zij ver-tegenwoordigt, bijbehorende geschriften, gebruiken en symbolen en weet die op waarde te schatten

d. Geeft persoonlijk gestalte aan zijn/haar identiteit, is daarin evenwichtig en handelt

Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology 11

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:32 Pagina 11

op een authentieke, integere en ethisch verantwoorde wijze

e. Reflecteert op de eigen religieuze en spiri-tuele ontwikkeling

f. Toont relativeringsvermogen en kent zijn/haar grenzen

g. Verantwoordt zijn/haar gemaakte keuzes

12 Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:33 Pagina 12

4.1 Achtergrond methodeHet domeincompetentieprofiel is tot standgekomen volgens de procedures die voor alleHBO-opleidingen door de HBO-raad zijn afge-sproken. Een van de belangrijkste eisen diede HBO-raad stelt, is dat het werkveld bij detotstandkoming van het profiel betrokkenwordt. Een representatieve vertegenwoordi-ging van het werkveld is dan ook geraad-pleegd en heeft input geleverd voor het pro-fiel en ingestemd met het uiteindelijke resul-taat.Voor het ontwikkelen van het domeincompe-tentieprofiel is gebruik gemaakt van demethode die Spencer & Spencer (1993) ont-wikkelden voor het formuleren van compe-tenties voor een specifieke praktijk. De korteversie van deze methode bestaat uit vieronderdelen, te weten een panel met experts(vertegenwoordigers van de opleidingen enhet werkveld), behavioral event interviews2,data-analyse en validering. Deze verschillen-de onderdelen zijn in dit onderzoek uitge-voerd om tot juiste, concrete en herkenbaredomeincompetenties te komen. Het onderzoek is opgezet volgens de Delphi-methode. De Delphi-methode is gebaseerdop intersubjectiviteit, waarbij het gaat om degeïnformeerde mening van deskundigenen/of betrokkenen (Van Dijk, De Goede, ’tHart & Teunissen, 1991). Door het houdenvan verschillende panels waarin meningen,argumenten en feiten centraal staan, wordende onderzoekseenheden betrokken bij het

onderzoek en de besluitvorming. Zij partici-peren als een soort medeonderzoekers. Bij de Delphi-methode gaat het om commu-nicatie tussen individuen in groepsverband,waarbij de groep als geheel nadenkt en oor-deelt over een probleem of onderwerp. In ditonderzoek hebben vertegenwoordigers vande opleidingen en het werkveld gezamenlijknagedacht over welke competenties essenti-eel zijn voor de GPW-er.

4.2 Stappen valideringsprocesHet onderzoek is onder te verdelen in eenaantal stappen:

Stap 1De basis voor het uiteindelijke domeincompe-tentieprofiel vormen de reeds bestaandecompetentieprofielen van de betrokken oplei-dingen en, waar aanwezig, van de werkveld-

Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology 13

4 Werkwijze bij het valideringsproces

2 Met de behavioral event interviewmethode wordt zeer diep ingegaan op een gebeurtenis. Door gedetailleerde vragen te stellen over een gebeurtenis waarbij een GPW-er succesvol handelde, wordt duidelijk welk gedrag is vertoond. Dit maakt het mogelijk omte bepalen welke domeincompetentie aan dit gedrag ten grondslag ligt.

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:34 Pagina 13

organisaties. Hieruit zijn alle verschillende competenties gedistilleerd, wat resulteerde in een overzichtslijst van vijfenveertig verschil-lende competenties.

Stap 2Als voorbereiding op het panel met de werk-veldorganisaties is met vertegenwoordigersvan de betrokken opleidingen de overzichts-lijst besproken. Tevens hebben zij een keuzegemaakt welke competenties volgens henessentieel zijn voor de GPW-er.

Stap 3In het panel met de vertegenwoordigers vande werkveldorganisaties zijn met de behavi-oural event methode twee succeservaringenvan GPW-ers uitgediept. Daarnaast is deoverzichtslijst aan hen voorgelegd en hebbenze een keuze gemaakt voor de volgens henessentiële competenties.

Stap 4Op basis van de bovenstaande stappen is eeneerste concept gemaakt voor het domein-competentieprofiel, beschreven in definitiesen indicatoren.

Stap 5In het tweede panel met de vertegenwoordi-gers van de werkveldorganisaties zijn aanvul-lingen en wijzigingen verkregen op het eersteconcept, zowel op de competentienaam, dedefinities en de indicatoren. Verder is er eengroepsbesluit genomen over de meest cruci-ale competenties, te weten: Hermeneutischecompetentie, Pastorale competentie,Liturgische competentie, Educatieve compe-tentie, Agogische competentie, Leiderschap,Communicatie en Persoonlijke competentie.Stap 6

In een tweede bijeenkomst met de vertegen-woordigers van de opleidingen zijn de uit-komsten van de werkveldpanels voorgelegd.Ook zij hebben de mogelijkheid gekregen omwijzigingen en aanvullingen te geven op hettweede concept domeincompetentieprofiel.De opleidingen bevestigden de keuze voor deacht cruciale competenties. Daarnaast gavenzij aan de missionaire competentie nog temissen. Al discussiërend kwamen we tot deconclusie dat de missionaire competentiewaarschijnlijk niet naar voren is gekomendoordat er geen missionaire organisaties ver-tegenwoordigd waren in het werkveldpanel.Besloten wordt om aan het werkveld voor testellen deze competentie toe te voegen alsnegende cruciale competentie.

Stap 7De aanvullingen vanuit de opleidingen resul-teerden in een derde concept. Dit concept isper e-mail voorgelegd aan zowel de ver-tegenwoordigers van de werkveldorganisatiesals de betrokken opleidingen. Een aantal wij-zigingen en discussiepunten zijn per e-mailbesproken en zonodig verwerkt. Ook ging hetwerkveld akkoord met de missionaire compe-tentie.

Op grond van bovenstaande zeven stappen ishet domeincompetentieprofiel voor deBachelor of Theology geformuleerd en gevali-deerd door zowel de opleidingen als hetwerkveld.

14 Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:34 Pagina 14

Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology 15

Literatuur

Spencer, L. M. & Spencer, S. M. (1993). Competence at work: models for superior performance.New York: Wiley.

Dijk, J. van, Goede, M. de, Hart, H. ‘t & Teunissen, T. (1991). Onderzoeken en Veranderen,Methoden van praktijkonderzoek. Leiden: Stenfert Kroese.

Bijlagen

Vertegenwoordigers werkveldorganisaties

Drs. K. Bordens Vereniging voor Geestelijk Werkers Albert CamusDhr. A. van Heusden Evangelische AlliantieDhr. H. Lobbezoo Gereformeerde GemeentenDrs. G. Noort Protestantse Kerk in NederlandDhr. J. Muurling Vereniging van Gereformeerde Pastoraal WerkersDrs. B. Terlouw Gereformeerde GemeentenDhr. C.A. Vellekoop Vereniging van Kerkelijk Werkers Drs. S. van Wessem Verenigde Pinkster- en EvangeliegemeentenDrs. J.D.J.T. Wienen Rooms-Katholieke KerkDrs. A.R. van Wijk Doopsgezind Seminarium Drs. H. Yar Het Islamitisch Instituut voor Maatschappelijke Activeringswerk

Vertegenwoordigers opleidingen

Drs. R.J.A. Doornenbal Christelijke Hogeschool EdeDr. P.I.M. de Haan Fontys Hogeschool Theologie LevensbeschouwingDrs. W.C. van der Horst Gereformeerde HogeschoolDr. A. Mulder Christelijke Hogeschool WindesheimDrs. H. Pol Noordelijke Hogeschool LeeuwardenDhr. R. Treep Hogeschool InhollandDhr. W. van der Wilt Cursus Godsdienst OnderwijsDrs. H.H. Zegwaart Azusa Theologische Hogeschool

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:34 Pagina 15

Betrokken hogescholen

Azusa Theologische Hogeschool, p/a Vrije Universiteit TheologieDe Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam

Christelijke Hogeschool EdePostbus 80 6710 BB Ede

Christelijke Hogeschool WindesheimOpleidingen theologie en levensbeschouwingPostbus 10090 8000 GB Zwolle

Cursus Godsdienst OnderwijsParadijsselpark 212904 PA Capelle a/d IJssel

Fontys Hogeschool TheologieLevensbeschouwingProf. Goossenslaan 1-01 5022 DM Tilburg

Gereformeerde HogeschoolPostbus 100308000 GA Zwolle

Hogeschool InhollandPostbus 2611110 AG Diemen

Noordelijke Hogeschool LeeuwardenPostbus 1080 8900 CB Leeuwarden

16 Domeincompetentieprofiel Bachelor of Theology

Brochure pms 288.qxd 9-5-2006 11:34 Pagina 16

CursusGodsdienstonderwijs

uitgaande van deGereformeerde Gemeenten

Een professional met diepgangDomeincompetenties voor de Bachelor of Theology

Brochure Omslag.qxd 9-5-2006 11:13 Pagina 1