Thema-opdracht: Arbeiten im Tourismus

Je hebt gekozen voor het thema ‘Arbeiten im Tourismus’. Je gaat de komende vijf weken je woordenschat in het Duits aanvullen met relevante begrippen en je oefent in uitspraak en uitdrukkingsvaardigheid. Daarnaast bied je je medestudenten een deel van de lesstof aan zodat zij meeprofiteren van jouw opgedane kennis. Eindproducten Schriftelijk (deel A) Elke groep levert een verslag in. Hierin zit minimaal: 1 een inhoudsopgave 2 de planning 3 een overzicht van de rolverdeling 4 de urenverantwoording 5 de opgaven uit het boek van elk groepslid apart 6 een hand-out en overige gebruikte teksten van de presentatie(s) 7 de groepsevaluatie Bij de presentatie gebruikte materialen kunnen los worden ingeleverd. 1 Exemplaar per groep is voldoende.

Mondeling (deel B, C en D) Elk groepslid levert een gelijkwaardige bijdrage aan de presentatie voor de klas. Elke presentatie bevat in ieder geval een deel uit: deel B = instructie deel C = demonstratie deel D = activiteit De duur van een presentatie is plm. 30 minuten bij een groep van 3 of 4 studenten. Richtlijn: 10 minuten per onderdeel. Bij een duo is de richtlijn 20 minuten en werk je alleen, dan duurt je presentatie plm. 15 minuten.

Op de dag van de presentatie hoor je van de docent welk onderdeel jij moet verzorgen. Taken en rollen Als je werkt in een groep, dan is elk groepslid eerst expert voor zijn eigen rollen en taken. Aan het eind van de opdracht zorg je ervoor dat de hele groep expert is voor de hele opdracht. Dit geldt ook voor het werken in Duo’s. Werk je alleen, dan ben jij vanzelfsprekend de expert voor alle deelopdrachten.

Om tot een goede taakverdeling te komen, moeten in ieder geval de volgende rollen verdeeld worden: De schrijver schrijft en noteert. De organisator verdeelt de werkzaamheden over de groepsleden. De vrager mag als enige bij andere groepen informeren en hulp vragen aan de docent. De materiaal chef brengt en haalt de benodigde materialen. De tijdbewaker houdt bij hoe lang je over de verschillende onderdelen mag doen. De checker gaat na of iedereen de opdracht en de verwerking begrijpt. Welke taken er zijn, hangt af van de gekozen deelopdrachten. In ieder geval moet de urenverantwoording worden bijgehouden en aan het eind moet de evaluatie (samen) worden ingevuld. Beoordeling

Na de presentatie vullen alle medestudenten een beoordelingsformulier in. De docent bepaalt een groepscijfer en een individueel cijfer. Het eindcijfer is het gemiddelde van het groepscijfer en het individuele cijfer. Dit cijfer wordt eventueel met maximaal 1 punt verhoogd of verlaagd door de beoordeling van de medestudenten.

Bijlagen: planningsformulier, formulier verdeling rollen, urenverantwoording, evaluatieformulier,

beoordelingsformats.

Deel A

Elk groepslid levert handgeschreven de opgaven in van de hoofdstukken 11 (‘Wie war der Urlaub?’) en 14 (‘Guten Flug!’ ). De opgaven mogen worden verdeeld en daarna van elkaar worden overgenomen. Ieder groepslid blijft echter individueel verantwoordelijk voor de juistheid van de antwoorden. De volgende opgaven en oefeningen moeten worden gemaakt: Hoofdstuk 11 – Wie war der Urlaub? opgave oefening 11.0 1, 2, 4 1, 3, 4 11.1 1a,c, 3, 4 5, 6, 7, 8 11.2 1, 2a 9, 10 11.3 - 13, 14, 16 Alles klar? Hoofdstuk 14 – Guten Flug! 14.0 1, 2, 3, 4 1, 2, 3 14.1 1a (eerste opdracht) 7a, 8 14.2 1 9, 10 14.3 1 13 14.4 1a Alles klar?

Deel B (instructie)

Hoofdstuk 11 en 14 Je bereidt een instructie voor waarin je de gekozen lesstof aan de klas uitlegt. Je stelt controlevragen om te kijken of de stof begrepen is.

Je kiest als duo of als je alleen werkt 1onderwerp uit. Als groep van 3 of 4 doe je ze allebei, met een totale tijdsduur van plm. 10 minuten. Je zorgt voor een evenredige verdeling van de tekst over de groepsleden. Uitspraak 11.2 Opgave 3 (p. 138). Leg de uitspraak uit met behulp van een presentatie en een aantal oefeningen. Grammatica 11.1 Opgave 1, 2, 3 (p. 136) + ‘Alles klar?’ (p. 140) . Leg de voltooide tijd uit met behulp van een presentatie en een aantal oefeningen.

Deel C (demonstratie)

Je laat in een spreekproduct aan je medestudenten zien hoe je in het Duits communiceert over jouw thema. Je kiest zelf een of meer (afhankelijk van de groepsgrootte) opdrachten uit. Uit het boek: Hoofdstuk 11 en 14

Hiervan kies je als duo of als je alleen werkt 1 uit. Als groep van 3 of 4 doe je er minimaal 2, met een totale tijdsduur van plm. 10 minuten (5 minuten als je alleen of in een duo werkt). Je zorgt voor een evenredige verdeling van de tekst over de groepsleden. Bij de demonstratie mag je een briefje met steekwoorden gebruiken. Je mag de tekst dus niet voorlezen.

11.0 Opgave 5 (p. 135)

11.2 Opgave 2b (p. 138)

14.0 Opgave 3b (p. 171)

14.4 Opgave 1b (p. 175)

Opdracht ‘Bungalowpark’ Je maakt een Powerpoint- of Prezi-presentatie over een bungalowpark naar keuze. Het mag ook een verzonnen bungalowpark zijn. Geef informatie over de verschillende accommodaties, de faciliteiten, animatie voor volwassenen en kinderen en activiteiten en bezienswaardigheden in de buurt. Je zorgt voor een evenredige verdeling van de tekst over de groepsleden. Bij de presentatie mag je een briefje met steekwoorden gebruiken. Je mag de tekst dus niet voorlezen. Als je deze opdracht als duo of alleen doet, duurt de demonstratie plm. 5 minuten. Voor een groep is de richtlijn 10 minuten.

Deel D (activiteit)

Je presenteert een interactieve activiteit die leuk en leerzaam is voor je medestudenten. Je mag kiezen uit een aantal activiteiten uit het boek of uit de lijst met algemene voorbeelden. Je mag ook zelf een activiteit verzinnen. Activiteit uit het boek – Hoofdstuk 11 en 14 Als groep van 3 of 4: tijdsduur plm. 10 minuten. Als duo of alleen: plm. 5 minuten.

11.2 Opgave 3. (p. 138) Verzin een eigen oefening met de klanken en voer deze uit met de toehoorders.

Activiteit naar keuze. Duur: afhankelijk van groepsgrootte 5 – 10 minuten.

1 Odd one out

Groepssamenstelling: twee- of drietallen. Voorbereiding: ongeveer twintig begrippen over een onderwerp verzamelen. Rijtjes maken van drie of vier begrippen, waarbij steeds één er niet bij hoort. Werkwijze: maak rijtjes met drie of vier woorden die schijnbaar bij elkaar horen. Dit kan op kaartjes of op het bord. Zorg ervoor dat in een reeks van vier, er steeds één niet bij hoort. Aan de studenten natuurlijk de vraag uit te zoeken welk begrip of woord er niet bij hoort. De studenten moeten uitleggen waarom juist dat antwoord wordt gekozen.

2 Vraag en antwoord ketting

Groepssamenstelling: tweetallen. Voorbereiding: bedenk een behoorlijk aantal Duitse woorden en bijbehorende vertaling. Zet een woord op de voorkant van een kaartje en de vertaling van een ander woord op de achterkant. Ieder kaartje heeft dus een woord en een vertaling die er niet bij past. Er moeten minimaal zoveel kaartjes zijn als studenten. Werkwijze: het eerste kaartje met het eerste woord wordt gelezen door de presentator. Het is handig dit kaartje te merken. De rest van de kaartjes wordt verdeeld over de klas. De presentator noemt het Duitse woord. Een van de studenten heeft de vertaling op zijn kaartje staan. Deze moet de vertaling geven en daarna het nieuwe woord op de achterkant van zijn kaartje lezen. Enzovoort. Het laatste woord staat weer op het kaartje van de presentator.

3 Drama en theater

Groepssamenstelling: - Voorbereiding: maak een lijst met 5-10 Duitse woorden die je kunt uitbeelden. Zorg ervoor dat de klas deze woorden ook kent. Werkwijze: ieder groepslid beeldt twee woorden uit. De manier waarop staat vrij: mime, zang, rollenspel enz. De klas moet raden welk woord wordt uitgebeeld.

4 Domino

Groepssamenstelling: twee- of meertallen. Voorbereiding: dominospel maken. Werkwijze: Maak voor elk groepje een set dominokaarten. Links op een dominokaart staat een woord in het Duits en rechts de vertaling van een ander Duits woord. De studenten worden in groepen verdeeld. En verdelen de dominokaarten. Een student neemt de eerste kaart van zijn stapel en legt deze open op tafel. De tweede neemt een kaart van zijn eigen stapel en probeert deze correct aan te leggen. Lukt dat niet, dan legt de student de kaart onderaan zijn eigen stapel en de volgende krijgt de beurt. Zo gaat dat door tot alle kaarten op zijn.

5 Memory

Groepssamenstelling: twee- of drietallen. Voorbereiding: voor elk groepje een memory-spel maken, minimaal 20 kaartjes. Werkwijze: maak kaartjes. Zet op de kaartjes op de ene kaart een Duits woord en op de bijbehorende kaart kant de vertaling of een plaatje. Laat het memory-spel in groepjes spelen.

6 Woordzoeker

Groepssamenstelling: individueel of tweetallen. Voorbereiding: een woordzoeker of kruiswoordraadsel maken (eventueel met software). Werkwijze: De studenten maken de puzzel. Gebruik eventueel software zoals: www.puzzlemaker.com .

Beschikbare hulpmiddelen De volgende hulpmiddelen kun je bij de docent opvragen:

- Duitstalige gidsen over bungalowparken - Lijst met activiteiten en animatie voor volwassenen in het Duits - Lijst met activiteiten en animatie voor kinderen in het Duits - Lijst met bezienswaardigheden en winkels in het Duits - Lijst met weersomstandigheden in het Duits - Woordenlijst ‘bungalowpark’ - Plattegrond bungalowpark in het Duits - Printservice

Planning

Thema: Arbeiten im …………………………………

naam/ namen

datum taken in de les taken buiten de les

1e week

2e week

3e week

4e week

5e week

Verdeling rollen

(alleen voor duo’s en groepen)

Thema: Arbeiten im …………………………………

rol

naam

schrijver

organisator

vrager

materiaalchef

tijdbewaker

checker

Urenverantwoording

Thema: Arbeiten im …………………………………

week 1

naam

werkzaamheden datum & tijd aantal uren

week 2

naam

werkzaamheden datum & tijd aantal uren

week 3

naam

werkzaamheden datum & tijd aantal uren

week 4

naam

werkzaamheden datum & tijd aantal uren

week 5

naam

werkzaamheden datum & tijd aantal uren

Groepsevaluatie

Wat ging goed? Hoe komt dat volgens jullie? (minimaal 25 woorden)

Wat ging goed? Hoe komt dat volgens jullie? (minimaal 25 woorden)

Wat zou je de volgende keer anders doen? (minimaal 25 woorden)

Beoordelingsformat student

Beoordeling medestudent voor: …………………………………………………………

Thema: ………………………………………………………………………………………. helemaal mee eens deels mee eens niet mee eens De presentatie maakte een verzorgde indruk Alles was goed te verstaan De inhoud was leerzaam voor de toehoorders De toehoorders werden betrokken bij de leerstof. naam/ namen beoordelaar(s): …………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………….

Beoordelingsformat docent

Beoordeling docent voor: ………………………………………………………………………………..

Thema: …………………………

onvoldoende 0 matig 1 voldoende 2 goed 3 uitstekend 4

Groep

planning en werkverdeling (logboek)

correctheid opdrachten boek

Instructie

demonstratie (gebruik beeld/ geluid, aantrekkelijkheid)

activiteit (betrekken toehoorders)

Totaal aantal punten: / 2 = cijfer

Individueel

werkverzorging opgaven boek

uitvoering eigen taak

werkhouding tijdens de lessen

presentatie (verstaanbaarheid, richten op publiek)

uitspraak Duits

Totaal aantal punten: / 2 = cijfer

Eindcijfer: gemiddelde groep en individueel + evt. correctie voor beoordeling medestudenten.