Thema maatschappelijke stage

1
E ven luisteren, jon- gens. „Nee!” roept een klein bijdehand- je van de buiten- schoolse opvang re- bels naar gymleraar Eric Ma- rees. De veertien pubers op de bank grinniken. Ja, nu is het nog grappig, maar straks mo- gen ze al die kinderen zélf in goede banen leiden. Toch gaat dat goed. Heel goed zelfs. Want voor de kinderen is niets zo spannend als voetballen met een ‘grote’ jongen, iemand naar wie ze opkijken. Ook al is zo’n sportleider amper groter dan zijzelf, zoals Diego Hans- sen uit Bunde. De 14-jarige vmbo-leerling van Stella Maris in Valkenburg heeft zelf een jonger broertje en zusje. „Ik vind het leuk om iets met kinderen te doen. En de kinderen zeiden ook tegen mij dat ik het heel goed deed, dus dat was mooi om te horen. Zij leren van mij, maar ik leer ook van hen. Hoe je met kinde- ren om moet gaan. Bijvoor- beeld hoe je moet reageren als een kind verdrietig is. Ik zag net ineens een jongetje huilen, dat een elleboog in zijn gezicht had gekregen.” In de gymzaal van de Polfermo- len deelt een van de leerlingen hesjes uit aan een paar jonge- tjes. Vertwijfeld kijken ze hem aan. Hoe trek je dat aan? Hij helpt ze, maar heeft nog moei- te met het aantrekken van zijn T oegegeven: toen Marlies van de Boorn voor het eerst hoorde van de ver- plichte maatschappelij- ke stage was ze huiverig. Wéér iets wat ze er als docent bij moet doen. Nu, vijf jaar later, is ze om. „Het is een verrijking van de op- leiding. Het zou doodzonde zijn als het moet verdwijnen.” Samen met collega-docent Idy Theeven begeleidt ze de leerlin- gen van Stella Maris (in Valken- burg en Meerssen) bij de stages. Hiervoor werken ze nauw samen met het Sophianum, dat even- eens vijf jaar geleden al is begon- nen met de (toen nog vrijwillige) stage. De scholen wilden daar- mee inspringen op de schreeuw om jonge vrijwilligers, maar al snel zagen ze ook de opbrengst in van zo’n stage, die leerlingen verder doet kijken dan alleen de school, vertelt coördinator Rob Mennen van Sophianum. „Daar- na kwam pas het hele verhaal van minister Bijsterveld om de hoek kijken. Eerst was er sprake van een landelijke verplichting van zeventig uur, maar toen moest er worden bezuinigd en twee jaar geleden kregen we te horen dat het nog maar dertig uur zouden zijn. Wij hebben toen gezegd: ‘Daar doen wij niet aan mee.’ Onze leerlingen kwa- men wat inzet betreft al eerder in de buurt van zeventig dan der- tig uur. Maar los van de verplich- ting zien wij er ook de meerwaar- de van in.” Het is lastig nu al een effect te meten, zegt Mennen. „Ze kunnen er nu even aan snuf- felen, mogelijk is het iets waar ze later op terugkomen. In ieder ge- val is de maatschappelijke stage op onze school zo vanzelfspre- kend geworden dat het de leerlin- gen is ontgaan dat die tegenwoor- dig verplicht is.” Ook bij Stella Maris zijn de erva- ringen positief. Terwijl de leerlin- gen daar de stage echt in hun vrije tijd moeten lopen. Daar ho- ren ze nooit klachten over, zeg- gen Van de Boorn en Theeven. „Ze mogen zelf de tijden bepa- len, dus hun sportclub of bijbaan- tje hoeven ze niet te schrappen.” Guido Rijninks van Stagebedrijf LVO Maastricht maakt zich geen grote zorgen over het mogelijk wegvallen van de verplichting van een maatschappelijke stage en de bijbehorende overheidsfi- nanciering. „Ik denk liever in mogelijkheden en geloof dat de maatschappelijke stage nog be- langrijker wordt dan ze nu al is. Bij het United World College ver- richten jongeren jaarlijks hon- derdvijftig uur sociale service en steken ze dus aardig de handen uit de mouwen. De onderwijs- instellingen moeten doorkrijgen dat ook bij hen genoeg stages te lopen zijn. Een meisje neemt bij mij bijvoorbeeld een hoop werk uit handen door de administratie te doen. Zoiets kan natuurlijk op veel meer plekken.” Van de Boorn en Theeven zullen hoe dan ook hun stem laten ho- ren. „Het wegvallen zou zonde zijn van al onze investeringen. De stages lopen nu net op rolle- tjes. Ook de vrijwilligersorganisa- ties rekenen op onze leerlingen. Als de stages verdwijnen, hebben ook zij straks een probleem.” Ballen met de grote ‘Stage heeft echt een meerwaarde’ Veel jongeren denken bij vrijwilligerswerk aan de zorg, maar er zijn veel moge- lijke plekken voor maat- schappelijke stages, zoals: voorlezen voor kinderen in Centre Céramique; meehelpen bij de die- renambulance; een handje helpen op je oude basisschool; het jeugdteam van je sportclub trainen; Zwarte Piet spelen voor de buurtvereniging; het opzetten van een pro- ject bij het Mondiaal Cen- trum om het imago van mi- granten te verbeteren; meehelpen bij de campag- ne van een politieke partij; een figurant spelen in de halloweentocht; snoeien tijdens de Natuur- werkdag van IVN; jeugd begeleiden bij de scouting of tijdens kinderva- kantiewerk; toezichthouder zijn tij- dens de pauzes in de kanti- ne van je eigen school. Terwijl in Heuvelland een wel- zijnsinstelling de maatschappe- lijke stages regelt, doen de ne- gen middelbare scholen in Maastricht dat zelf. Dat ge- beurt via Stagebedrijf LVO Maastricht. Op deze manier wordt verdringing voorko- men. De scholieren die een maatschappelijke stage doen, rijden zo niet in de wielen van de leerlingen die een beroeps- stage moeten doen. Guido Rij- ninks van Stagebedrijf LVO Maastricht: „Het verschil tus- sen die twee soorten stages is helder. De maatschappelijke stage voer je belangeloos uit, terwijl de beroepsstage is be- doeld voor je eigen ontwikke- ling. Daar zit een leeraspect aan.” Rijninks heeft bijna drie- duizend leerlingen in zijn be- stand staan en evenzoveel vaca- tures. „Bedrijven staan in de rij.” Bij een vijfde van de vaca- tures gaat het om stages bij zorginstellingen als Vivre of sportverenigingen. Net als in het Heuvelland wordt gewerkt met een digitale vacaturebank waarop scholieren hun vaardig- heden en interesses invoeren. Het computersysteem selec- teert vervolgens mogelijk vrij- willigerswerk. „Sommige leer- lingen willen al graag iets doen wat in de beroepssfeer ligt, maar dat is niet de bedoe- De maatschappelijke stages waren net een schooljaar ver- plicht, maar het nieuwe kabinet is alweer van plan ze af te schaffen. Juist nu de middelbare scholen in Maastricht en het Heuvelland heel tevreden zijn over hoe het loopt met de sta- ges. Op deze themapagina aandacht voor het verhaal van de leerlingen, de scholen en de centrale die de stages regelt en over deze (nog verplichte) kennismaking met het vrijwilli- gerswerk voor jongeren. Tekst: Merel Visscher en Ruud Maas Foto’s: Johannes Timmermans en Annemiek Mommers ‘Scholieren leren dat je ouderen niet benadert zoals je Stageplaatsen in Maastricht Als je als jongere wat met sport hebt, is een cursus jeugdsportleider heel aantrekkelijk. Die telt niet alleen als maatschappelijke stage, maar je hebt ook een streepje voor als je een opleiding tot sportdocent wilt gaan volgen. Kinderen van de buitenschoolse opvang in Valkenburg en Berg voetballen met de toekomstige jeugdsportleiders. Maatschappelijke stages Doodzonde zou het zijn als de maatschappelijke stage zou verdwijnen, vin- den diverse scholen. Stage- bedrijf LVO Maastricht maakt zich geen zorgen. Vrijdag 16 november 2012 www.limburger.nl regio B3 MA-B02R eigen hesje. Vanaf de eerste les is deze maatschappelijke stage al leerzaam, al lijkt het op een beetje spelen. De leerlingen le- ren niet alleen met kinderen om te gaan, maar ook hoe ze een lesprogramma in elkaar moeten draaien. Ze worden be- geleid en beoordeeld door Ma- rees en als ze slagen, krijgen ze naast het stagecertificaat een di- ploma waarmee ze drie tiende extra punt verdienen voor hun toelatingsexamen bij CIOS, mochten ze verder willen. Ook als de maatschappelijke stage wordt afgeschaft, gaat deze cur- sus gewoon door. Waarschijn- lijk wel met minder leerlingen, denkt Marees. „Want dan ko- men alleen nog de jongeren die er verder in willen.” Scott Linckens uit Vilt (15) hoort daar zeker bij. Hij is heel gemotiveerd en dat maakt een maatschappelijke stage wel erg fijn. „Ik zou alleen vrijwilligers- werk willen doen als het met sport te maken heeft”, zegt Scott. „Ik moet het zelf ook leuk vinden.” De buitenschoolse opvang is maar wat gelukkig met de sta- giairs, vertelt Dagmar Ninnin van BSO Valkenburcht. „Wij kunnen nu dingen doen die we eerst niet mochten omdat we geen gymlicentie hebben. Er zijn kinderen die hier met de leerlingen hebben gehoc- keyd, die later bij een club zijn gegaan.” jongens E erlijk gezegd vond ik die verplichte maatschappelijke stage in eerste in- stantie grote onzin. Ik en de meeste mensen met wie ik omga, hebben naast school allemaal al een baantje, dus we- ten we best hoe het in de maatschappij werkt. En het moet ook na schooltijd, ter- wijl ik het druk heb met huiswerk, mijn paard en het werk in de bediening in het res- taurant van mijn ouders. Dus ik heb ge- vraagd of ik ook in de zomer stage kon lopen en dat mocht in het openluchttheater. Ik had niet verwacht dat ik het zó leuk zou vinden. Nooit ging ik met tegenzin. De ene keer moest je koffie schenken, de andere keer schoonmaken of vegen. Kaartjes scannen was het leukste. Mijn beeld van vrijwilligers heb ik bijgesteld. Ik dacht dat het om men- sen ging die niks beters te doen hadden. Nu zie ik dat deze mensen het ook druk hebben, maar het doen vanuit een passie. Een maat- schappelijke stage is niet onmisbaar voor een opleiding, maar je hebt er echt wel wat aan.” I k had wel zin in de stage, het leek me wel wat om mensen te helpen. Ik kon niet kiezen, er zaten veel leuke plaatsen tussen. Het liefst had ik op een zorg- boerderij gewerkt, maar op het laatste mo- ment ging die stage niet door. Dus kon ik bij Talentino terecht, waar jongeren met een verstandelijke beperking werken. Talenten heten zij. Vijf dagen heb ik er gewerkt, ik hielp mee in de bediening maar deed ook kleine klusjes. Poetsen, stofzuigen, kaarsjes aansteken, suikerpotjes vullen. Je was aan het helpen, maar deed tegelijkertijd een stap- je terug. De ‘Talenten’ vertelden mij hoe ik alles moest doen. Het was leuk en ik vond het eigenlijk wel jammer toen de week om was: je leerde de mensen net een beetje ken- nen. Ik vind een maatschappelijke stage wel bij school horen. Hier leer je theorie, maar tijdens een stage zie hoe het is als je echt gaat werken. Als ik later tijd heb, zou ik best vrijwilligerswerk willen doen. Iets met be- jaarden, gehandicapten of dieren.” I k wist vooral wat ik niet wilde. Liever niets met bejaarden. Niet iets in de zorg. Het leek me leuk om eens ergens mee te lopen. Er stond een lijst met stages op het internet en ik heb gekozen voor groen- onderhoud op de Amerikaanse begraaf- plaats, omdat ik dan tenminste buiten kon werken. Wat me ook wel aansprak, was dat er nog een stel leerlingen van onze school deze stage liepen. Wat we moesten doen, was met een heggenschaar het gras rond de kruisjes bijwerken. Een week lang hebben we dat met zes man gedaan. Achtduizend kruisjes. Op een gegeven moment werd het wel saai. Het voelde echt als een klus. Als ik daar vrijwilliger zou zijn, zou ik het denk ik niet zo lang volhouden. Ik vind het niet echt bij mijn opleiding horen. Wat heeft het te maken met wat ik op de havo leer? Het is niet zo dat ik geen vrijwilligerswerk zou wil- len doen. Nu heb ik het wel druk, met school en mijn bijbaan in de supermarkt. Maar de vrijwillige brandweer lijkt me wel wat.” Wie: Jacqueline Verhagen (16) uit Meerssen Klas: 4 havo Stella Maris in Meerssen Stage: Openluchttheater Valkenburg Wie: Nathalie Obrusnik (16) uit Wijlre Klas: 5 vwo Sophianum Gulpen Stage: Restaurant Talentino in Margraten Wie: Joeri Notermans (15) uit Bocholtz Klas: 4 havo Sophianum Stage: Amerikaanse begraafplaats Margraten ling. Ze moeten echt vrij- willigerswerk doen. De in- structie moet helder zijn: deze stage loop je niet voor jezelf”, zegt Rijninks. Al kunnen ze er wel wat van leren. „Onder meer hoe je je sociaal gedraagt. Leerlingen die normaal voornamelijk communice- ren via Facebook kunnen nu ook ervaren hoe je bij- voorbeeld met ouderen in contact treedt. Hen bena- deren doe je natuurlijk niet zoals je dat wellicht via het internet doet.” Rijninks zegt dat stageaan- bieders verrast zijn over de motivatie die jongeren tonen. „Mede door de in- zet van de scholieren blijft vijftien procent na de maatschappelijke stage plakken bij de instelling of de vereniging. Mooi toch?” ‘Een maatschappelijke stage hoort voor mij bij school’ ‘Op een gegeven moment werd het werk wel saai’ ‘Beeld van vrijwilligers heb ik moeten bijstellen’ dat wellicht op Facebook doet’

Transcript of Thema maatschappelijke stage

Page 1: Thema maatschappelijke stage

E ven luisteren, jon-gens. „Nee!” roepteen klein bijdehand-je van de buiten-schoolse opvang re-

bels naar gymleraar Eric Ma-rees. De veertien pubers op debank grinniken. Ja, nu is hetnog grappig, maar straks mo-gen ze al die kinderen zélf ingoede banen leiden. Toch gaatdat goed. Heel goed zelfs. Wantvoor de kinderen is niets zospannend als voetballen meteen ‘grote’ jongen, iemandnaar wie ze opkijken. Ook al iszo’n sportleider amper groterdan zijzelf, zoals Diego Hans-sen uit Bunde.De 14-jarige vmbo-leerling vanStella Maris in Valkenburg

heeft zelf een jonger broertjeen zusje. „Ik vind het leuk omiets met kinderen te doen. Ende kinderen zeiden ook tegenmij dat ik het heel goed deed,dus dat was mooi om te horen.Zij leren van mij, maar ik leerook van hen. Hoe je met kinde-ren om moet gaan. Bijvoor-beeld hoe je moet reageren alseen kind verdrietig is. Ik zagnet ineens een jongetje huilen,dat een elleboog in zijn gezichthad gekregen.”In de gymzaal van de Polfermo-len deelt een van de leerlingenhesjes uit aan een paar jonge-tjes. Vertwijfeld kijken ze hemaan. Hoe trek je dat aan? Hijhelpt ze, maar heeft nog moei-te met het aantrekken van zijn

T oegegeven: toen Marliesvan de Boorn voor heteerst hoorde van de ver-plichte maatschappelij-

ke stage was ze huiverig. Wéériets wat ze er als docent bij moetdoen. Nu, vijf jaar later, is ze om.„Het is een verrijking van de op-leiding. Het zou doodzonde zijnals het moet verdwijnen.”Samen met collega-docent IdyTheeven begeleidt ze de leerlin-gen van Stella Maris (in Valken-burg en Meerssen) bij de stages.Hiervoor werken ze nauw samenmet het Sophianum, dat even-eens vijf jaar geleden al is begon-nen met de (toen nog vrijwillige)stage. De scholen wilden daar-mee inspringen op de schreeuwom jonge vrijwilligers, maar alsnel zagen ze ook de opbrengstin van zo’n stage, die leerlingenverder doet kijken dan alleen deschool, vertelt coördinator RobMennen van Sophianum. „Daar-na kwam pas het hele verhaalvan minister Bijsterveld om dehoek kijken. Eerst was er sprakevan een landelijke verplichtingvan zeventig uur, maar toenmoest er worden bezuinigd entwee jaar geleden kregen we tehoren dat het nog maar dertiguur zouden zijn. Wij hebbentoen gezegd: ‘Daar doen wij nietaan mee.’ Onze leerlingen kwa-men wat inzet betreft al eerderin de buurt van zeventig dan der-tig uur. Maar los van de verplich-

ting zien wij er ook de meerwaar-de van in.” Het is lastig nu al eeneffect te meten, zegt Mennen.„Ze kunnen er nu even aan snuf-felen, mogelijk is het iets waar zelater op terugkomen. In ieder ge-val is de maatschappelijke stageop onze school zo vanzelfspre-kend geworden dat het de leerlin-gen is ontgaan dat die tegenwoor-dig verplicht is.”Ook bij Stella Maris zijn de erva-ringen positief. Terwijl de leerlin-gen daar de stage echt in hunvrije tijd moeten lopen. Daar ho-ren ze nooit klachten over, zeg-gen Van de Boorn en Theeven.„Ze mogen zelf de tijden bepa-len, dus hun sportclub of bijbaan-tje hoeven ze niet te schrappen.”Guido Rijninks van StagebedrijfLVO Maastricht maakt zich geengrote zorgen over het mogelijkwegvallen van de verplichtingvan een maatschappelijke stageen de bijbehorende overheidsfi-nanciering. „Ik denk liever inmogelijkheden en geloof dat demaatschappelijke stage nog be-langrijker wordt dan ze nu al is.Bij het United World College ver-richten jongeren jaarlijks hon-derdvijftig uur sociale service ensteken ze dus aardig de handenuit de mouwen. De onderwijs-instellingen moeten doorkrijgendat ook bij hen genoeg stages telopen zijn. Een meisje neemt bijmij bijvoorbeeld een hoop werkuit handen door de administratiete doen. Zoiets kan natuurlijk opveel meer plekken.”Van de Boorn en Theeven zullenhoe dan ook hun stem laten ho-ren. „Het wegvallen zou zondezijn van al onze investeringen.De stages lopen nu net op rolle-tjes. Ook de vrijwilligersorganisa-ties rekenen op onze leerlingen.Als de stages verdwijnen, hebbenook zij straks een probleem.”

Ballen met de grote

‘Stage heeft echteen meerwaarde’

Veel jongeren denken bijvrijwilligerswerk aan dezorg, maar er zijn veel moge-lijke plekken voor maat-schappelijke stages, zoals:

� voorlezen voor kinderenin Centre Céramique;� meehelpen bij de die-renambulance;� een handje helpen op jeoude basisschool;� het jeugdteam van jesportclub trainen;� Zwarte Piet spelen voorde buurtvereniging;

� het opzetten van een pro-ject bij het Mondiaal Cen-trum om het imago van mi-granten te verbeteren;� meehelpen bij de campag-ne van een politieke partij;� een figurant spelen in dehalloweentocht;� snoeien tijdens de Natuur-werkdag van IVN;� jeugd begeleiden bij descouting of tijdens kinderva-kantiewerk;� toezichthouder zijn tij-dens de pauzes in de kanti-ne van je eigen school.

Terwijl in Heuvelland een wel-zijnsinstelling de maatschappe-lijke stages regelt, doen de ne-gen middelbare scholen inMaastricht dat zelf. Dat ge-beurt via Stagebedrijf LVOMaastricht. Op deze manierwordt verdringing voorko-men. De scholieren die eenmaatschappelijke stage doen,rijden zo niet in de wielen vande leerlingen die een beroeps-stage moeten doen. Guido Rij-

ninks van Stagebedrijf LVOMaastricht: „Het verschil tus-sen die twee soorten stages ishelder. De maatschappelijkestage voer je belangeloos uit,terwijl de beroepsstage is be-doeld voor je eigen ontwikke-ling. Daar zit een leeraspectaan.” Rijninks heeft bijna drie-duizend leerlingen in zijn be-stand staan en evenzoveel vaca-tures. „Bedrijven staan in derij.” Bij een vijfde van de vaca-

tures gaat het om stages bijzorginstellingen als Vivre ofsportverenigingen. Net als inhet Heuvelland wordt gewerktmet een digitale vacaturebankwaarop scholieren hun vaardig-heden en interesses invoeren.Het computersysteem selec-teert vervolgens mogelijk vrij-willigerswerk. „Sommige leer-lingen willen al graag ietsdoen wat in de beroepssfeerligt, maar dat is niet de bedoe-

De maatschappelijke stages waren net een schooljaar ver-plicht, maar het nieuwe kabinet is alweer van plan ze af teschaffen. Juist nu de middelbare scholen in Maastricht en hetHeuvelland heel tevreden zijn over hoe het loopt met de sta-ges. Op deze themapagina aandacht voor het verhaal van deleerlingen, de scholen en de centrale die de stages regelt enover deze (nog verplichte) kennismaking met het vrijwilli-gerswerk voor jongeren.

Tekst: Merel Visscher en Ruud MaasFoto’s: Johannes Timmermans en Annemiek Mommers

‘Scholieren leren dat je ouderen niet benadert zoals je

Stageplaatsen in Maastricht

Als je als jongere watmet sport hebt, is een

cursus jeugdsportleiderheel aantrekkelijk.

Die telt niet alleen alsmaatschappelijke stage,

maar je hebt ook eenstreepje voor als je

een opleiding totsportdocent wilt gaan

volgen.

Kinderen van de buitenschoolse opvang in Valkenburg en Berg voetballen met de toekomstige jeugdsportleiders.

Maatschappelijke stages

Doodzonde zou het zijnals de maatschappelijkestage zou verdwijnen, vin-den diverse scholen. Stage-bedrijf LVO Maastrichtmaakt zich geen zorgen.

Vrijdag 16 november 2012 www.limburger.nl

regio B3 MA-B02R

eigen hesje. Vanaf de eerste lesis deze maatschappelijke stageal leerzaam, al lijkt het op eenbeetje spelen. De leerlingen le-ren niet alleen met kinderenom te gaan, maar ook hoe zeeen lesprogramma in elkaarmoeten draaien. Ze worden be-geleid en beoordeeld door Ma-rees en als ze slagen, krijgen zenaast het stagecertificaat een di-ploma waarmee ze drie tiendeextra punt verdienen voor huntoelatingsexamen bij CIOS,mochten ze verder willen. Ookals de maatschappelijke stagewordt afgeschaft, gaat deze cur-sus gewoon door. Waarschijn-lijk wel met minder leerlingen,denkt Marees. „Want dan ko-men alleen nog de jongeren

die er verder in willen.”Scott Linckens uit Vilt (15)hoort daar zeker bij. Hij is heelgemotiveerd en dat maakt eenmaatschappelijke stage wel ergfijn. „Ik zou alleen vrijwilligers-werk willen doen als het metsport te maken heeft”, zegtScott. „Ik moet het zelf ookleuk vinden.”De buitenschoolse opvang ismaar wat gelukkig met de sta-giairs, vertelt Dagmar Ninninvan BSO Valkenburcht. „Wijkunnen nu dingen doen diewe eerst niet mochten omdatwe geen gymlicentie hebben.Er zijn kinderen die hier metde leerlingen hebben gehoc-keyd, die later bij een club zijngegaan.”

jongens

E erlijk gezegd vond ik die verplichtemaatschappelijke stage in eerste in-stantie grote onzin. Ik en de meestemensen met wie ik omga, hebben

naast school allemaal al een baantje, dus we-ten we best hoe het in de maatschappijwerkt. En het moet ook na schooltijd, ter-wijl ik het druk heb met huiswerk, mijnpaard en het werk in de bediening in het res-taurant van mijn ouders. Dus ik heb ge-vraagd of ik ook in de zomer stage kon lopenen dat mocht in het openluchttheater. Ik hadniet verwacht dat ik het zó leuk zou vinden.Nooit ging ik met tegenzin. De ene keermoest je koffie schenken, de andere keerschoonmaken of vegen. Kaartjes scannenwas het leukste. Mijn beeld van vrijwilligersheb ik bijgesteld. Ik dacht dat het om men-sen ging die niks beters te doen hadden. Nuzie ik dat deze mensen het ook druk hebben,maar het doen vanuit een passie. Een maat-schappelijke stage is niet onmisbaar voor eenopleiding, maar je hebt er echt wel wat aan.”

I k had wel zin in de stage, het leek mewel wat om mensen te helpen. Ik konniet kiezen, er zaten veel leuke plaatsentussen. Het liefst had ik op een zorg-

boerderij gewerkt, maar op het laatste mo-ment ging die stage niet door. Dus kon ik bijTalentino terecht, waar jongeren met eenverstandelijke beperking werken. Talentenheten zij. Vijf dagen heb ik er gewerkt, ikhielp mee in de bediening maar deed ookkleine klusjes. Poetsen, stofzuigen, kaarsjesaansteken, suikerpotjes vullen. Je was aanhet helpen, maar deed tegelijkertijd een stap-je terug. De ‘Talenten’ vertelden mij hoe ikalles moest doen. Het was leuk en ik vondhet eigenlijk wel jammer toen de week omwas: je leerde de mensen net een beetje ken-nen. Ik vind een maatschappelijke stage welbij school horen. Hier leer je theorie, maartijdens een stage zie hoe het is als je echtgaat werken. Als ik later tijd heb, zou ik bestvrijwilligerswerk willen doen. Iets met be-jaarden, gehandicapten of dieren.”

I k wist vooral wat ik niet wilde. Lieverniets met bejaarden. Niet iets in de zorg.Het leek me leuk om eens ergens mee telopen. Er stond een lijst met stages op

het internet en ik heb gekozen voor groen-onderhoud op de Amerikaanse begraaf-plaats, omdat ik dan tenminste buiten konwerken. Wat me ook wel aansprak, was dater nog een stel leerlingen van onze schooldeze stage liepen. Wat we moesten doen,was met een heggenschaar het gras rond dekruisjes bijwerken. Een week lang hebbenwe dat met zes man gedaan. Achtduizendkruisjes. Op een gegeven moment werd hetwel saai. Het voelde echt als een klus. Als ikdaar vrijwilliger zou zijn, zou ik het denk ikniet zo lang volhouden. Ik vind het niet echtbij mijn opleiding horen. Wat heeft het temaken met wat ik op de havo leer? Het isniet zo dat ik geen vrijwilligerswerk zou wil-len doen. Nu heb ik het wel druk, met schoolen mijn bijbaan in de supermarkt. Maar devrijwillige brandweer lijkt me wel wat.”

Wie: Jacqueline Verhagen (16) uit MeerssenKlas: 4 havo Stella Maris in MeerssenStage: Openluchttheater Valkenburg

Wie: Nathalie Obrusnik (16) uit WijlreKlas: 5 vwo Sophianum GulpenStage: Restaurant Talentino in Margraten

Wie: Joeri Notermans (15) uit BocholtzKlas: 4 havo SophianumStage: Amerikaanse begraafplaats Margraten

ling. Ze moeten echt vrij-willigerswerk doen. De in-structie moet helder zijn:deze stage loop je nietvoor jezelf”, zegt Rijninks.Al kunnen ze er wel watvan leren. „Onder meerhoe je je sociaal gedraagt.Leerlingen die normaalvoornamelijk communice-ren via Facebook kunnennu ook ervaren hoe je bij-voorbeeld met ouderen in

contact treedt. Hen bena-deren doe je natuurlijkniet zoals je dat wellichtvia het internet doet.”Rijninks zegt dat stageaan-bieders verrast zijn overde motivatie die jongerentonen. „Mede door de in-zet van de scholieren blijftvijftien procent na demaatschappelijke stageplakken bij de instelling ofde vereniging. Mooi toch?”

‘Een maatschappelijke stage hoort voor mij bij school’

‘Op een gegeven moment werd het werk wel saai’

‘Beeld van vrijwilligers heb ik moeten bijstellen’dat wellicht op Facebook doet’