The Story of Art Deel 1 H1 H8

16
 The Story of Art Dee l 1: Hoof dstu k 1 t/m 8 Ook verkri jgb aar: Deel 1: Hoofdst uk 1 t/m 8 Ook verkri jgbaar: Deel 2: Hoofd stuk 9 t/m 15 Ook verkri jgbaar: Deel 3: Hoofdstuk 16 t/m 23 Ook verkri jgbaar: Deel 4: Hoofd stuk 24 t/m 28 Bronvermelding Titel: The Story of Art Druk: 16  Au teu r : E.H. Gom br ich Uitgever: Phaidon Press ISBN (bo ek): 9780 71483 2470  Aan t al h oo fd st uk ken (bo ek): 28  Aan t al p agi na’ s ( bo ek): 688 De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen. Je dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat wel nastreeft. Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het originele boek. Wij raden altijd aan het bijbehorende studieboek erbij te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel worden diverse verwijzingen gemaakt naar het studieboek op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt. Dit uitt reksel is een uitg ave van Students Only B.V. Copyright © 20 06 S tudentsOnly B.V. Alle rechten voorbehouden. De uitgever van het stud ieboek is op generlei wijze betrokken bij het verv aa rdigen van dit uittr eksel. Voor vragen kan je je wenden per e mail aan info@studentsonl y.nl.

Transcript of The Story of Art Deel 1 H1 H8

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 1/16

The Story of Art

Deel 1: Hoofdstuk 1 t/m 8

Ook verkrijgbaar: Deel 1: Hoofdstuk 1 t/m 8Ook verkrijgbaar: Deel 2: Hoofdstuk 9 t/m 15Ook verkrijgbaar: Deel 3: Hoofdstuk 16 t/m 23Ook verkrijgbaar: Deel 4: Hoofdstuk 24 t/m 28

Bronvermelding

Titel: The Story of ArtDruk: 16Auteur: E.H. GombrichUitgever: Phaidon PressISBN (boek): 9780714832470

Aantal hoofdstukken (boek): 28Aantal pagina’s (boek): 688

De inhoud van dit uittreksel is met de grootste zorg samengesteld. Incidentele onjuistheden kunnen niettemin voorkomen.Je dient niet aan te nemen dat de informatie die Students Only B.V. biedt foutloos is, hoewel Students Only B.V. dat welnastreeft. Dit uittreksel is voor persoonlijk gebruik en is bedoeld als wegwijzer bij het orig inele boek. Wij raden altijd aanhet bijbehorende studieboek erbij te kopen en dit uittreksel als naslagwerk erbij te houden. In dit uittreksel worden diverseverwijzingen gemaakt naar het studieboek op basis waarvan dit uittreksel is gemaakt.

Dit uittreksel is een uitgave van Students Only B.V. Copyright © 2006 StudentsOnly B .V. Alle rechten

voorbehouden. De uitgever van het studieboek is op generlei wijze betrokken bij het vervaardigen van dituittreksel. Voor vragen kan je je wenden per email aan info@studentsonly .nl.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 2/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

2

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Strange beginnings 3

Hoofdstuk 2 Art for eternity 4

Hoofdstuk 3 The great awakening 6Hoofdstuk 4 The realm of beauty 8

Hoofdstuk 5 World Conquerors 10

Hoofdstuk 6 A parting of ways 12

Hoofdstuk 7 Looking eastwards 14

Hoofdstuk 8 Western art in the melting pot 15

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 3/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

3

Hoofdstuk 1 Strange beginnings

Tegenwoordig worden kunstobjecten vooral gewaardeerd vanwege hun esthetische functie.Deze objecten worden niet meer gezien als gebruiksvoorwerpen, maar meer als decoratieofwel als iets om te bewonderen in musea. Dit was in het verre verleden echter zeer anders.

Objecten hadden toentertijd een bepaalde functie; zij dienden als gebruiksvoorwerp. En hoeverder men teruggaat in het verleden, hoe vreemder deze functies waren. Zo wordt er vertelddat veel zogenoemde primitieve volken deze objecten, die wij nu als kunst beschouwen,gebruikten bij hun rituelen. Bovendien denkt men dat deze volken geloofden dat de objectenof afbeeldingen magische krachten zouden bezitten. Een voorbeeld hiervan zijn demuurschilderingen in de grotten van Lascaux (zie: hfst. 1; blz. 41; The Story of Art; E.H.Gombrich). Deze afgebeelde dierenfiguren zijn diep in het binnenste van de grottengeschilderd. Het is dus niet erg aannemelijk dat de mensen uit de ijstijd deze muurschilderijenalleen ter decoratie aanbrachten. Daarbij is het geval dat veel schilderingen over elkaar zijnaangebracht, zonder een duidelijke ordening. Aannemelijker is dus dat de primitieven ervanovertuigd waren dat deze schilderingen bepaalde magische krachten hadden. Zo is het idee datzij geloofden dat wanneer zij hun prooien hadden afgebeeld op de muren, soms zelfs geraaktdoor speren of stenen bijlen, zij hun echte prooien ook zouden kunnen vangen.

Het lijkt alsof dit geloof in magie weinig te maken heeft met ons idee van kunst. Toch heeftdit op vele manieren de kunst beïnvloed. De objecten en afbeeldingen die bedoeld waren omgebruikt te worden in deze rituelen, werden niet gewaardeerd om hun schoonheid, maar of deze zouden ‘werken’ bij de rituelen. Het gevolg was dat verscheidene volken hun eigenbeeldtaal ontwikkelden, die het beste paste bij hun rituelen. De ‘kunstenaars’ werden nietgeacht deze beeldtaal te veranderen, maar alleen met hun vaardigheden een nieuwe versie af te leveren. Hierdoor had de kunstenaar de mogelijkheid om zijn vaardigheden te

perfectioneren. Enkele objecten die aan ons zijn overgeleverd hebben dan ook eenbewonderenswaardig hoge kwaliteit qua vakmanschap. Toch kunnen deze kunstobjecten onsvreemd ofwel onkundig toeschijnen. Dit ligt echter niet aan de kwaliteit van hetvakmanschap, maar aan de toentertijd heersende ideeën. De kunstgeschiedenis is geen verhaalover de vooruitgang van de technische kwaliteit van kunst, maar een verhaal over deveranderende ideeën over kunst. Toch zijn er wel degelijk voorbeelden te noemen vanprimitieve kunstobjecten die zeer lijken op onze westerse kunst. Zo zijn er een aantal decenniageleden verscheidene bronzen beelden ontdekt in Nigeria, die qua kwaliteit niet onderdoenvoor onze westerse beeldhouwwerken.

Maar waarom schijnen toch veel van de primitieve objecten ons zo vreemd toe? Dit komt

voornamelijk omdat de primitieve kunstenaars alleen de dingen weergaven die noodzakelijkwaren en met deze vormen speelden. Als hun kunstwerk een figuur moest weergeven, danwerden natuurlijk de ogen, neus, mond en dergelijke weergegeven op de juiste plaats. Maarpersoonlijke kenmerken of dieptewerking werd achterwege gelaten. De primitieve kunstenaargaf echter zijn persoonlijke draai aan de figuren door de vorm van de ogen te veranderen vanrondjes in bijvoorbeeld kruisjes. Op deze manier ontstonden er zeer harmonieuze patronen uitallerlei geometrische vormen. Men moet niet denken dat deze geometrische vormen werdengehandhaafd omdat de primitieven niet beter konden schilderen of beeldhouwen. Deprimitieve kunstenaars kozen bewust voor deze beeldtaal.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 4/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

4

Hoofdstuk 2 Art for eternity

De Egyptische kunst wordt over het algemeen als begin van de westerse kunsttraditie gezien.Dit komt omdat de westerse kunst als erfgename wordt beschouwd van de Griekse kunst, diebeïnvloed is door Egyptische cultuur.

Egypte staat bekend als het land van de piramides. Deze piramides zeggen veel over demaatschappelijke structuur van het land indertijd. Zo tonen zij aan dat de Egyptenaren eengoed georganiseerd volk waren. Zulke enorme bouwwerken werden namelijk gebouwd tijdenshet leven van één koning, wat betekent dat het met een enorme snelheid ging. Daarnaast toonthet aan dat de koningen vaak zeer rijk waren om zich de bouw van zo’n bouwwerk te kunnenpermitteren.

Deze piramides dienden als begraafplaatsen voor de koning. Door de driehoekige vorm dierichting de hemel reikte, konden de koningen gemakkelijker opstijgen na hun dood. De redenwaarom er zoveel moeite werd gedaan voor een begraafplaats, was omdat de koningenbeschouwd werden als goden. Daarnaast gingen de piramides het verval van het stoffelijkoverschot van de koning tegen. Dit was zeer belangrijk, aangezien de Egyptenaren geloofdendat het lichaam bewaard moest blijven als de ziel in het hiernamaals wilde blijven doorleven.Bovendien geloofde men dat als de gelijkenis van de koning ook bewaard zou blijven(bijvoorbeeld door afbeeldingen of beelden), een leven in het hiernamaals helemaalgegarandeerd zou zijn. De beelden die gemaakt werden om dit doel te dienen waren niet ergrealistisch, maar ze waren wel op de natuur gebaseerd. De figuren waren opgebouwd uitgeometrische vormen en waren zeer gelijkmatig (dus zonder details). Het geheel straalde rustuit.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 5/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

5

De schilderingen in de piramides geven ons een goed beeld van het leven in Egypte. Zij zijnechter wel zeer anders van karakter dan dat wij gewend zijn. Dit komt omdat het voor deEgyptische kunstenaars niet zozeer belangrijk was om iets moois weer te geven, maar om eencompleet overzicht te kunnen geven. Zo schilderden zij elk onderdeel vanuit die hoek, waarhet object of lichaamsdeel het beste tot zijn recht kwam. Dit is goed te zien in een figuur als

Portret van Hesire (zie: hfst. 2; blz. 61; The Story of Art; E.H. Gombrich). Hier is goed tezien dat het hoofd zijwaarts is gekeerd, terwijl het oog van de voorkant is weergegeven. Alswe naar het lichaam kijken, zien we ook dat de borst naar de toeschouwer is gekeerd, terwijlde ledematen van de zijkant zijn afgebeeld. De figuren lijken zeer plat, omdat er geen sprakeis van verkorting. Dit is door de Egyptische kunstenaars bewust gedaan, omdat zij geloofdendat elk lichaamsdeel in vol ornaat moest worden weergegeven, anders zou de afgebeeldepersoon deze lichaamsdelen missen in het hiernamaals.

Een ander kenmerk van de Egyptische schilderkunst was de hiërarchie die zich in deafbeeldingen voordeed. Een belangrijk persoon (zoals de koning) werd groter afgebeeld dande minder belangrijke personen (zoals de dienaren of zelfs de vrouw van de koning).

Daarnaast waren de schilderingen vergezeld van hiërogliefen die extra informatie gaven overde afgebeelde personen. De muurschilderingen worden bovendien gekenmerkt door debijzondere patronen die zijn ontstaan uit de geometrische vormen.De Egyptische kunstenaar ging bij het maken van schilderingen niet uit van wat hij zag, maarvan wat hij wist (wat bestond).

Alle Egyptische schilderkunst lijkt zeer op elkaar; er is duidelijk een eenheid in stijl teherkennen. Men hanteerde namelijk regels, waaraan de kunstenaar zich moest houden, hoeiets afgebeeld moest worden. Er was geen plek voor originaliteit. De kunstenaar die als bestewerd beschouwd, was hij die het beste zijn meester kon imiteren. Het gevolg was dat in dedrieduizend jaar dat het rijk hoogtij vierde, Egyptische kunst nauwelijks veranderde. De enigedie deze traditie doorbrak was farao Amenophis IV, die zichzelf Akhnaten noemde (naar dezonnegod Aten, die hij aanbad), die de macht had ten tijde van de Achttiende Dynastie. Hijintroduceerde een nieuwe beeldtaal die meer beweging omvatte en bovendien niet meer diehiërarchische ordening kende. Zo was zijn vrouw niet kleiner afgebeeld dan hij. De starre, rustuitstralende stijl was aan de kant geschoven. Dit duurde echter niet lang, want zijn opvolgerTutanchamon liet de oude stijl weer herleven.

Niet alleen Egypte was een politieke grootheid in die tijd. Ook Mesopotamië en Syrië haddenzeer veel macht. Uit deze gebieden zijn ons echter veel minder kunstobjecten overgeleverd.Een van die oorzaken is dat deze volken niet de geloofsovertuiging hadden, zoals de

Egyptenaren, dat een leven in het hiernamaals was gegarandeerd als het lichaam of deafbeelding van de overledene werd bewaard. Daarnaast waren maar weinig gebouwen uitsteen opgetrokken, waardoor er veel verloren is gegaan. Wat wel is overgebleven zijn stenenreliëfs, waarop gewonnen veldslagen zijn afgebeeld. Deze reliëfs hadden vaak een zeerpropagandistisch karakter en dienden als begin van een lange traditie.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 6/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

6

Hoofdstuk 3 The great awakening

De kunst in Griekenland en Klein-Azië, waar Kreta als centrum van werd gezien, was zeeranders dan in Egypte. De kunst was zeer dynamisch vergeleken met die in Egypte. Ditveranderde echter rond 1000 v. Chr.; volkeren uit Europa veroverden het schiereiland van

Griekenland en de kunst van Klein-Azië. Het gevolg was dat de bestaande kunst werdvernietigd en vervangen werd door een nieuwe stijl. In de eerste eeuwen van de overheersingvan deze volkeren leek de kunst nogal star en primitief. Het vertoonde zelfs veelovereenkomsten met de Egyptische kunst, zoals de eenvoud, de geometrische vormen en deduidelijke patronen. Dit is goed te zien in de vaas uit 700 v. Chr. waarop het rouwen van dedoden is afgebeeld (zie: hfst. 3; blz. 76; The Story of Art; E.H. Gombrich).

Deze stijl is ook terug te zien in de bouwkunst van de Grieken in deze vroege periode. Als wekijken naar een tempel in deze zogenoemde Dorische stijl, zoals het Parthenon op deAkropolis in Athene (zie: hfst. 3; blz. 83; The Story of Art; E.H. Gombrich), is de eenvoudduidelijk te herkennen. Het gebouw heeft geen bijzondere decoraties en bestaat uit alleen uithet noodzakelijke. Toch is er een harmonieus geheel gecreëerd. Deze gebouwen warenoorspronkelijk opgetrokken uit hout, maar men ging rond 600 v. Chr. over op steen.

Een tempel als het Parthenon was opgebouwd uit (dikwijls houten) kolommen, oftewelzuilen, waarop een entablement lag. Dit entablement was opgebouwd uit opeenvolgend eenarchitraaf , een fries en een kroonlijst. De fries bestond uit afwisselend trigliefen enmetopen. Een triglief is te herkennen aan de stenen platen met twee hele en twee halvegleuven. De metopen zijn de tussengelegen gedeeltes, waarop vaak reliëfs zijn aangebracht.Hoewel de tempels groot zijn, lijken ze niet heel kolossaal of zwaar zoals de Egyptischebouwwerken. Dit komt voornamelijk door de zuilen die naar boven toe smaller toelopen.

Van alle volkeren die in dit gebied leefden, was de stadsstaat Athene van Attica één van deberoemdste, aangezien hier een revolutie in de kunst plaatsvond. Hoewel de Grieksekunstenaars nog steeds de Egyptische en Assyrische beelden als voorbeeld voor hun eigenbeeldhouwwerken gebruikten, hielden zij zich echter niet zo aan de strikte regels van hunvoorgangers. Zij begonnen te experimenteren. Het gevolg hiervan was van ontzagwekkendebetekenis: de Griekse kunstenaar begon weer te geven wat hij zag en niet wat hij wist.Natuurlijk waren sommige experimenten niet gelijk succesvol, maar het is toch een enormestap voorwaarts gebleken.

Deze revolutie was ook in de schilderkunst te zien. Veel schilderingen zijn echter verloren

gegaan. Het enige wat ons is overgeleverd zijn de schilderingen op vazen en kruiken. Op eenbeschilderde pot uit 510-500 v. Chr. (zie: hfst. 3; blz. 81; The Story of Art; E.H. Gombrich)zijn de revolutionaire ontwikkelingen goed te herkennen. De lichaamsdelen van de figurenzijn niet meer allemaal in hun geheel afgebeeld of op die manier die het meest karakteristiekis. Zo is de linkerhand van de linkerfiguur wat verscholen achter het lichaam en is zowel eenlinkerhand als een rechtervoet getekend (in tegenstelling tot de Egyptische figuren die vaaktwee linker- of twee rechtervoeten hadden). Maar het opmerkelijkste van de schildering is deverkorting van de linkervoet van de strijder in het midden. Deze is naar de toeschouwer toegedraaid, waardoor hij door het perspectief erg wordt verkort.

Toch moet er vermeld worden dat niet alles van de Egyptenaren overboord werd gegooid. De

vroege Griekse kunst behield de starre en duidelijke omlijningen van de figuren. Bovendienwas er nog steeds sprake van een doordachte harmonieuze compositie.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 7/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

7

Deze revolutie in de kunst gebeurde tijdens een bijzondere periode in de geschiedenis. In dezeperiode begon men in Griekenland de oude tradities in twijfel te trekken en begonnen dewetenschappen, filosofie, drama en, nog belangrijker, de democratie zich te ontwikkelen.Toch werden de kunstenaars nog steeds gezien als ambachtslieden en behoorden zij niet tot dehoogste kringen van de maatschappij.

Toen de democratie in Athene haar hoogtepunt bereikte, bereikte ook de kunst dit punt met deopbouw van de in 480 v. Chr. door de Perzen vernielde Akropolis. Niet alleen de gebouwen,maar ook de beelden die ter verering dienden behoorden tot het summum van de kunst in dietijd.

Wat echter niet vergeten moet worden is dat veel beelden die wij kennen uit die tijd replica’szijn, die het echte karakter van de originele versies niet goed overbrengen. De oorspronkelijkebeelden waren namelijk niet wit en niet zo levenloos als ze lijken. Zij waren namelijkbeschilderd en versierd met edelstenen. Veel van deze beelden zijn helaas vernietigd tijdensde opkomst van het christendom.

Griekse kunstenaars kregen dikwijls de opdracht om atleten te portretteren. Hierdoor kondenze hun kennis van het menselijk lichaam verbeteren. Deze beelden werden na eenoverwinning aan de tempel geschonken als dank dat de goden hun zo gunstig gezind waren.De beelden waren vaak gemaakt van brons. Ook van deze beelden zijn echter niet veelexemplaren meer over, omdat veel van deze beelden vernietigd zijn tijdens de DonkereEeuwen vanwege een tekort aan brons in die tijd.

Na de verovering van de ruimte door de techniek van verkorting toe te passen in de beeldendekunst, veroverde de Griekse kunstenaar Myron met zijn Discobolos (Discuswerper) (zie: hfst.3; blz. 91; The Story of Art; E.H. Gombrich) ook het gebied van beweging in de kunst.Hoewel de oude Egyptische formule enigszins is gevolgd (lichaam naar de toeschouwergekeerd, de benen en armen van opzij weergegeven), lijkt de figuur tot leven te komen.Myron heeft namelijk zijn beeld gebaseerd op een levensecht model, waardoor het eenovertuigende weergave van een man in beweging is geworden.

Hoewel al deze ontdekkingen zeer belangrijk werden geacht, dienden zij echter een hogerdoel. De Grieken geloofden dat zij door het menselijk lichaam vanuit elke positie of bewegingaf te beelden, de innerlijke gevoelens van de geportretteerde konden weergeven. Of zoalsSocrates het zei: ‘om de werking van de ziel weer te geven’. De Grieken trachtten dit niet tebereiken door emoties of gezichtsexpressie, maar door de expressie van het lichaam

(bijvoorbeeld de houding).

De reliëfs van de fries van het Parthenon tonen waar de kunst van de Egyptenaren naartoe wasgegroeid: de duidelijke indeling (van de Egyptenaren) was gebleven, maar de figuren warenminder statisch en onmenselijk. Men kon nu het menselijk lichaam vanuit elke hoek of in elkebeweging weergeven. Bovendien was er al een begin gemaakt om de gevoelens van personenaf te beelden. De grote ontwaking die ongeveer tussen 520 en 420 v. Chr. plaatsvondbetekende een grotere vrijheid voor de kunstenaar.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 8/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

8

Hoofdstuk 4 The realm of beauty

Aan het einde van de 5e eeuw v. Chr. werden de Griekse kunstenaars zich meer bewust vanhun vaardigheden. Ook het grote publiek begon anders tegen deze meesters aan te kijken.Hoewel ze nog in zekere mate behandeld werden als ambachtslieden, begon het publiek meer

de kunst voor zijn schoonheid te waarderen en niet alleen meer om de politieke of religieuzedoelen die het diende. Ook de intellectuelen begonnen de kunst te eren zoals zij poëzie endramatiek eerden. Men begon de verschillende technieken en stijlen die de kunstenaarshanteerden te vergelijken. Dit leidde tot een nog grotere competitie tussen de verscheidenescholen.

Ook in de architectuur is in deze periode de opkomst te zien van verschillende stijlenscholen.Zoals eerder is genoemd is het Parthenon opgebouwd in de Dorische stijl, terwijl de lateregebouwen van de Akropolis zijn opgebouwd in de sierlijkere Ionische stijl. Een voorbeeld ishet Erechtheion (zie: hfst. 4; blz. 100; The Story of Art; E.H. Gombrich). Als we de tweestijlen vergelijken, zien we dat de zuilen van de Ionische tempel minder zwaar lijken; ze zijnnamelijk smaller dan die van de Dorische tempel. Bovendien is het kapiteel zeer anders: deDorische tempel heeft een kapiteel in de vorm van een soort kussen, de Ionische tempel heefteen kapiteel met twee voluten aan weerszijden. Deze voluten zijn de spiraalvormigeversieringen op het kapiteel.

Niet alleen in de bouwkunst ontwikkelden zich sierlijkere stijlen, maar ook in debeeldhouwkunst en schilderkunst van die tijd. Een voorbeeld is een beschadigd reliëffiguurvan de balustrade rondom de Tempel van de Overwinning van de Akropolis (zie: hfst. 4; blz.101; The Story of Art; E.H. Gombrich). Aan de soepel vallende draperieën, die hetonderliggende lichaam accentueren, is te zien dat de kunstenaar vaardig genoeg was om het

menselijk lichaam, beweging en verkorting perfect weer te geven.De beroemdste kunstenaar uit deze tijd was Praxiteles. Zijn beelden stonden bekend om dehun sierlijkheid. In het beeld Hermes met de jonge Dionysos dat is toegeschreven aanPraxities (zie: hfst. 4; blz. 102; The Story of Art; E.H. Gombrich) is te zien dat de beelden huneerdere starheid hebben verloren. De afgebeelde god staat er zeer ontspannen bij en lijktlevensecht door de weergegeven spieren en botten. Toch moet niet vergeten worden datkunstenaars als Praxiteles hun werk vervaardigden door middel van kennis. De werken zijngeen weerspiegeling van de werkelijkheid, maar van de kunstenaars ideeën. Velen menen datde Grieken een ‘echte’ man als model gebruikten en zijn beeltenis vervolgens idealiseerden.Gombrich denkt echter dat dit niet correct is, omdat als de Grieken werkelijk deze methode

gebruikten, de beelden hun levendigheid zouden hebben verloren. Wat echter geenszins waaris. De Griekse methode zou juist het tegenovergestelde zijn geweest: zij zouden juist in eenschematisch figuur meer leven brengen totdat het beeld werkelijk leek te leven. Het kangezien worden als een hoogtepunt van een ontwikkeling die al eeuwen lang plaatsvond.

Deze methode om vanuit een schematische figuur te werken had echter wel een nadeel: zouhet ooit leiden tot een natuurgetrouwe weergave van een persoon? Tot aan het einde van de 4 e eeuw v. Chr. was er namelijk niet echt sprake van een portretkunst. De portretten die al welwaren gemaakt, waren niet gelijkend of emotieloos. Dit veranderde in de tijd na Praxiteles(aan het einde van de 4e eeuw v. Chr.). De kunstenaars leerden om karakteristieke fysiekeeigenschappen en emoties weer te geven. Een goed voorbeeld uit deze tijd is de buste van

Alexander de Grote, gemaakt door Lysippus (zie: hfst. 4; blz. 107; The Story of Art; E.H.Gombrich).

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 9/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

9

Alexander de Grote wordt zeer belangrijk geacht voor de geschiedenis van Griekenland,omdat het tijdens zijn rijk uitgroeide van enkele stadsstaten tot een wereldrijk. Ook de kunstkreeg in die tijd een ander karakter. Deze kunst wordt hellenistische kunst genoemd. De rijkesteden die door Alexander de Grote in het oosten waren gesticht, verlangden naar eenuitbundigere stijl. Er wordt een nieuwe zuil ontworpen: de Korinthische zuil. De voluten op

dit kapiteel zijn kleiner, maar in een groter aantal. Verder is het kapiteel versierd metacanthusbladeren. Bovendien zijn de gebouwen in hun geheel meer en uitbundigergedecoreerd. Deze decoraties en reliëfs dienden om het publiek te overweldigen. Dekunstenaars wilden het dramatisch effect benadrukken door middel van wilde bewegingen enveel expressie. Twee beeldhouwwerken uit deze hellenistische periode waarin dit goed te zienis, zijn het altaar van Zeus (zie: hfst. 4; blz. 109; The Story of Art; E.H. Gombrich) en

 Laokoön en zijn zonen (zie: hfst. 4; blz. 110; The Story of Art; E.H. Gombrich).

Ook begonnen rijke burgers in deze tijd kunst te verzamelen en begonnen schrijvers overkunstwerken en kunstenaars te schrijven. In deze manuscripten is tevens veel te lezen overschilders en hun werk. Helaas zijn er bijna geen schilderijen overgebleven. Men kan alleen

een glimp van deze kunst opvangen in de muurschilderingen en mozaïeken in antieke stedenals Pompeii (weliswaar een Romeinse stad, maar zeer beïnvloed door de Griekse kunst). Hierzijn niet alleen genrestukjes en stillevens te vinden, maar ook landschapsschilderingen, watzeer bijzonder is, aangezien men in het antieke oosten geen werkelijke interesse hiervoor had.Hoewel deze landschapsschilderingen zeer charmant waren, hadden zij echter geen correctperspectief.

De Grieken doorbroken de starre regels van de vroege Oriëntaalse kunst en gingen zelf meerobserveren. Toch is hun werk nooit een echte weerspiegeling van de werkelijkheid geworden,aangezien het met intellect werd gemaakt.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 10/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

10

Hoofdstuk 5 World Conquerors

Veel antieke Romeinse steden bevatten Griekse invloeden, aangezien de Romeinen hunsteden stichtten op de ruïnes van het Hellenistische rijk. Bovendien was er een grote mate vanuitwisseling tussen de Romeinen en de Grieken. Romeinse kunstverzamelaars verzamelden

voornamelijk Griekse kunst. Daarnaast werkten veel Griekse kunstenaars in Rome. Tochveranderde het karakter van de kunst wel. De kunstenaars kregen nieuwe taken en moestenhun methoden daaraan aanpassen. Één van de bijzonderste ontwikkelingen in het RomeinseRijk was de stedenbouwkundige ontwikkeling. De Romeinse wegen, aquaducten en publiekebaden waren uniek in die tijd. Bovendien moeten niet de grootse gebouwen vergeten worden,waar Rome nog steeds zijn roem aan te danken heeft, zoals het Colosseum (zie: hfst. 5; blz.118; The Story of Art; E.H. Gombrich). Het gebouw is opgebouwd uit vier lagen vanopeengestapelde rondbogen. Elke laag is opgebouwd in een verschillende Griekse stijl. Deeerste laag is Dorisch, de tweede Ionisch en de derde en vierde beide Korinthisch. Dezecombinatie van Romeinse constructie en Griekse vorm en versieringen was van grote invloedop de latere architectuur.

Het gebruik van rondbogen, zoals ook in het Colosseum, is typerend voor de Romeinsearchitectuur. Hoewel de rondboog hoogst waarschijnlijk ook bekend was onder de Grieken,werd hij in de Griekse bouwkunst nauwelijks toegepast. De Romeinen werden echter meestersin het gebruik ervan. Één van de beroemdste gebouwen waar deze techniek is toegepast, is hetPantheon in Rome, een voormalige tempel voor alle goden. Het gebouw bestaat uit eenenorme ronde hal, die is overdekt door een grote koepel. In het midden van die koepel is eenronde opening aangebracht (wat tevens de enige plek in de ruimte is waar licht doorheen valt).Net als in de architectuur, was het ook in de Romeinse kunst gebruikelijk om de aspecten vande Griekse kunst die de Romeinse kunstenaars aanstonden over te nemen en aan te passen aan

hun eigen maatstaven en smaak. In Rome was er voornamelijk een grote vraag naarlevensechte portretten. De Romeinse kunstenaars overtroffen in dit vakgebied bovendien hunvoorgangers. Het gevolg is dat wij werkelijk de fysieke kenmerken van de Romeinse heerserskennen. Deze portretten van de heersers werden ook aanbeden, aangezien de Romeinsekeizers indertijd gezien werden als god.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 11/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

11

Een andere taak die de Romeinen zich stelden was die van de propaganda. Men wilde deoverwinningen van het leger afkondigen, net zoals gebruikelijk was in het antieke oosten(Mesopotamië en Assyrië). Een gebruikelijke manier om dit te doen was in de vorm van eengrote triomfzuil, zoals Trajanus’ zuil in Rome (zie: hfst. 5; blz. 122; The Story of Art; E.H.Gombrich). Het doel van zulke triomfzuilen was niet schoonheid, harmonie of om te

imponeren, maar om een precies verslag te geven van de gebeurtenissen.Zowel de Hellenistische als de Romeinse kunst beïnvloedde ook andere volkeren en religies,onder andere:

-  De Egyptenaren: de Egyptische mummies werden nog steeds vergezeld doorportretten van de overledene. Deze portretten werden echter niet meer in deEgyptische stijl gemaakt, maar in de meer levensechte Griekse stijl(zie: hfst. 5; blz. 124; The Story of Art; E.H. Gombrich).

-  Boeddhisten in India: de Griekse en Romeinse kunst leerden de boeddhisten hungoden te visualiseren in een mooie vorm. Het gevolg was dat in deze periode hetuiterlijk van Boeddha werd gecreëerd. Ook qua stijl zijn de reliëfs waarop het levenvan Boeddha is te zien en de reliëfs op de Romeinse triomfzuilen zeer gelijkend

(zie: hfst. 5; blz. 125 en 126; The Story of Art; E.H. Gombrich).-  Joden: het Jodendom verbood het maken van afbeeldingen van hun goden. Toch zijn

er schilderingen gevonden in synagogen met verhalen uit het Oude Testament(zie: hfst. 5; blz. 127; The Story of Art; E.H. Gombrich).

-  Christenen: ook de Christenen gingen de kunst gebruiken om hun boodschap naarbuiten te brengen. De kunst die zij hiervoor gebruikten, was naar Grieks voorbeeld,zoals duidelijk te zien is in Christus met de Heilige Peter en de Heilige Paulus (zie:hfst. 5; blz. 128; The Story of Art; E.H. Gombrich). Het geheel is namelijk omlijstdoor een antieke architectuur en de drie figuren zijn gekleed als Griekse geleerden(compleet met draperieën en boekrol). De vroegchristelijke schilderingen lijken sterkop de schilderingen in Pompeii. De boodschap stond centraal bij deze kunstenaars endeze boodschap kon het beste overgebracht worden door middel van eenvoud.

Aan het einde van het West-Romeinse Rijk is een duidelijke verschuiving te zien in de kunst.de boodschap werd steeds belangrijker en kunstenaars hadden niet meer de wil en het geduldom een zeer gedetailleerd werk af te leveren. Het was niet zozeer een verval van de techniek,maar men was niet meer tevreden hoe de kunst eruit zag. Expressie werd steeds belangrijkergeacht.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 12/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

12

Hoofdstuk 6 A parting of ways

In 311 benoemde keizer Constantijn het christendom tot een staatsreligie. Dit zorgde echtervoor grote problemen. Er waren namelijk geen geschikte plaatsen die als kerk kondenfungeren. De antieke tempels die bestonden konden over het algemeen niet een

herbestemming als kerk krijgen, omdat deze vaak veel te klein waren. In de tempels wasalleen plaats voor een klein altaar. De processies en diensten werden namelijk altijd buiten detempel gehouden en dit was niet geschikt voor het christelijke geloof. Uiteindelijk vatte menhet idee op om de oude basilica’s om te bouwen tot kerk. Deze basilica’s dienden voorheenals markthal of rechtszaal. Een basilica was opgebouwd uit een lange hal met aan weerszijdentwee smallere hallen die van elkaar gescheiden werden door rijen van zuilen. Aan het eindevan de lange hal was een halfronde ruimte, ook wel apsis genoemd, waar vaak (in het gevalvan een rechtszaal) de rechter zat. Toen de basilica de functie van kerk verkreeg, werd op deplaats van de apsis het koor gesitueerd. De middengelegen grote hal kreeg de naam schip ende zijhallen noemde men de zijbeuken. Het dak van de kerk was opgetrokken uit hout, terwijlde rest van steen was. Een voorbeeld van zo’n vroegchristelijke kerk is de Basiliek van SanApollinare uit Classe, Ravenna (zie: hfst. 6; blz. 134; The Story of Art; E.H. Gombrich).

Er ontstond echter de vraag hoe deze nieuwe kerken versierd moesten worden. Men was heter in het begin snel eens over dat beeldhouwwerken verboden waren in Gods huis, omdat dezete veel zouden lijken op de beelden die de heidense voorgangers hadden. Het was niet debedoeling dat het volk het onderscheid niet kon maken tussen de oude en de nieuwe religie ende nieuwe beelden ook zou gaan vereren, net zoals zij dat deden bij de beelden van de antiekegoden. Over de schilderkunst was men het echter niet eens. Sommigen vonden deze handig,omdat schilders de christelijke boodschap over konden brengen aan de ongeletterde burgers.Paus Gregorius de Grote was een groot voorstander van schilderkunst in de kerk als beeldend

verhaal voor de analfabeten. Het was van groot belang voor de kunstgeschiedenis dat eenpersoon van zo’n formaat dit standpunt had.

Aangezien het doel van de schilderkunst veranderde, veranderde ook de iconografie en stijl.Alleen het noodzakelijke werd weergegeven en alle details, die af zouden kunnen leiden vande werkelijke boodschap, werden weggelaten. Een voorbeeld van deze nieuwe stijl eniconografie is een mozaïek uit de basiliek van St. Apollinare Nuovo te Ravenna (zie: hfst. 6;blz. 137; The Story of Art; E.H. Gombrich). Het verbeeldt de passage uit de Bijbel waarinChristus vijfduizend mensen redt door hen te voeden met vijf broden en twee vissen. Zoals tezien is, is alleen het noodzakelijke weergegeven. De meute van vijfduizend mensen isweggelaten, omdat deze misschien af zou kunnen leiden van de centrale figuur, Christus, en is

vervangen door maar vier personen. Christus staat in het midden en krijgt zo alle aandacht.

Op het eerste gezicht lijkt deze kunst primitief, star en zo anders dan de dynamische Griekseen Romeinse kunst. Toch zijn de bevindingen van de Grieken zeker terug te herkennen, inbijvoorbeeld de draperieën, de schaduwwerking en de verkorting. Als het al primitief lijkt, isdit puur omdat het de bedoeling van de kunstenaar was om het simpel en overzichtelijk tehouden. Het kan gezegd worden dat de christelijke kunst van de middeleeuwen een mix wastussen de doelen van de primitieve kunst (duidelijkheid, het overbrengen van een boodschap)en de artistieke bevindingen van de Griekse kunst (schaduwwerking, verkorting, correcteweergave van draperieën).

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 13/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

13

De observatie van de natuur voor het maken van kunst, die de Grieken gebruikten, werdechter niet meer gehanteerd in de middeleeuwen. Het was immers niet meer relevant of deafbeelding daadwerkelijk klopte met de werkelijkheid; het ging om de boodschap.

In het oosten van het Romeinse Rijk hield men zich ook bezig met het onderwerp van kunst in

de kerk. In dit deel van het rijk waren de meningen nog extremer verdeeld dan in het westen.Zo waren er aan de ene kant de iconoclasten. Zij waren tegen de religieuze kunst in hetalgemeen. Toen zij in 754 aan de macht kwamen in de Byzantijnse kerk, verboden zij allekunst in de kerk. Hun tegenstanders, die een eeuw later aan de macht kwamen, waren er ookniet eens met de Latijnse paus. Zij vonden de religieuze afbeeldingen niet alleen handig, maarzij beschouwden deze ook als heilige voorwerpen. Zij geloofden dat als God zichzelf toondeaan de wereld door middel van Christus (die een evenbeeld was van hem, zoals de Bijbelbeschrijft) en visioenen aan heiligen, dan zou hij zich ook kunnen manifesteren in dezeafbeeldingen. Zij vereerden niet de afbeeldingen zelf, zoals de heidenen voor hen deden, maarGod die zich toonde door deze afbeeldingen. De afbeeldingen die ontstonden en die een zeermysterieus karakter hadden, werden iconen genoemd.

De stijl van deze iconen had nog veel weg van de Griekse en Hellenistische kunst. Dezeinvloeden waren voornamelijk terug te zien in de draperieën, gezichten, gebaren en dedieptewerking. Op deze manier is de Byzantijnse kunst veel levensechter gebleven dan dewesterse christelijke kunst.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 14/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

14

Hoofdstuk 7 Looking eastwards

In dit hoofdstuk richt Gombrich zich ook op de kunst uit het oosten. De andere twee grotereligies, de islam en het boeddhisme, keken heel anders tegen het gebruik van kunst voorreligieuze doeleinden aan. De islam was hier zeer strikt in: het maken van afbeeldingen van

mensen en religieuze figuren was verboden. Toch kon de kunst in het algemeen nietonderdrukt worden. Er ontstond een zeer abstracte stijl, opgebouwd uit allerlei verschillendevormen die een gelijkmatig patroon vormden. Een voorbeeld was de arabesque. Dit dessin isterug te zien in de decoraties van het hof van leeuwen in Alhambra in Spanje (zie: hfst. 7; blz.144; The Story of Art; E.H. Gombrich). Deze dessins werden ook bekend buiten deislamitische wereld door middel van de verspreiding van tapijten. Vanaf de veertiende eeuwbegon men in o.a. Perzië en later in het islamitische India minder streng met de regels van hetverbod op afbeeldingen om te gaan. Menselijke figuren werden namelijk toch toegestaan,zolang deze maar geen religieuze betrekking hadden. Toch is in de afbeeldingen uit dezeperiode, zoals in De Perzische prins Humay ontmoet de Chinese prinses Humayun in haar 

tuin (zie: hfst. 7; blz. 146; The Story of Art; E.H. Gombrich), de invloed van de oudeabstracte patronen nog goed terug te zien. De prins en de prinses zijn niet realistischweergegeven. Bovendien is er geen sprake van verkorting of schaduwwerking. De figuren ende planten hebben namelijk geen diepte en lijken meer een patroon te vormen.

De invloed van religie op de kunst was nog groter in China. Er is niet zoveel bekend over deChinese kunst, behalve dat men al vroeg gespecialiseerd was in het vervaardigen van bronzenvoorwerpen. De vroegste tekenen van schilderkunst en beeldhouwkunst stammen uit hetbegin van onze jaartelling en zijn gevonden in grafkelders die lijken op die van deEgyptenaren. Toch verschillen deze vroege decoraties wel degelijk van de Egyptischedecoraties. De Egyptische kunst werd gekenmerkt door de starre, rechte vormen, terwijl de

Chinese kunst vloeiender en dynamischer was door het gebruik van rondingen. Sommigegrote meesters in de Chinese geschiedenis deelden de mening van Gregorius de Grote datkunst kon worden ingezet voor morele en opvoedkundige doeleinden.

In China was het boeddhisme van grote invloed op Chinese kunst. Het verschafte niet alleennieuwe opdrachten, maar het introduceerde ook een nieuwe benadering van de afbeeldingen.Chinezen zagen het maken van kunst niet als fysieke taak, maar als mentale taak. Dekunstenaar kon op het zelfde niveau geschaard worden als de dichters. Dit was uniek,aangezien deze benadering van de kunstenaar als intellectueel pas in de renaissance ontstond.De boeddhisten zagen het maken van kunst als meditatie, oftewel als een mentale oefening.Men maakte geen kunst om een boodschap over te brengen of als decoratie, maar om

materiaal voor meditatie voor handen te hebben. In de kunst was deze nieuwe benadering tezien in de volgende zaken:-  Afbeeldingen waren vaak niet symmetrisch (zoals Perzische kunst).-  De afbeeldingen waren geen natuurgetrouwe weergaves van de landschappen. Chinese

kunstenaars bestudeerden niet de natuur, maar het werk van beroemde meesters en huneigen geest (door meditatie).

-  De afbeeldingen worden gekenmerkt door eenvoud en het gebrek aan details.Het nadeel was dat de vorm van alle figuren al was vastgelegd en de kunstenaars niet meerdurfden te vertrouwen op hun eigen originaliteit. Pas in de 18e eeuw door contact metwesterse kunst durfden Chinese en Japanse kunstenaars hun traditie los te laten. Aan deandere kant was het ook een wisselwerking, aangezien door het contact met het oosten ook de

westerse kunstenaars een nieuwe weg durfden in te slaan.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 15/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

15

Hoofdstuk 8 Western art in the melting pot

Na de vroegchristelijke periode en het ineenstorten van het Romeinse Rijk kwam een periodedie beter bekend is onder de term Dark Ages. De reden waarom men deze periode zo‘duister’ noemt is aan de ene kant omdat de mensen leefden in roerige tijden van oorlog en

volksverhuizingen. Bovendien hadden zij weinig tot geen kennis tot hun beschikking. Aan deandere kant noemen wij deze periode zo, omdat wij zelf weinig over deze periode weten.Deze Dark Ages heeft men ingedeeld tussen ongeveer 500 en 1000. Dit is een lange tijd,waarin moeilijk te spreken valt over een uniforme stijl.Veel geestelijken hadden gedurende deze periode zichzelf tot taak gesteld om de kunst nieuwleven in te blazen. Zij bewonderden en bewaarden de kunstcollecties in bibliotheken enschathuizen. Toch heeft de kunst in deze tijd niet tot bloei kunnen komen door de veleoorlogen en invallen van allerlei volkeren, zoals de Denen en de Vikingen. Door liefhebbersvan de Griekse kunst en literatuur werden zij later als barbaren bestempeld. Toch kenden deze‘barbaren’ ook hun eigen vorm van kunst; zij waren gespecialiseerd in houtsnijwerk enmetaalwerk. Hun kunst werd gekenmerkt door (vlecht)patronen, vaak in combinatie met deafbeeldingen van draken en vogels. Deze laatstgenoemde moeten misschien niet alleen alsdecoratie beschouwd worden, aangezien zij wellicht een religieuze functie zouden kunnenhebben gehad. Er zijn bronnen die melden dat de houten monsters op de Vikingschepenbedoeld waren om de geesten van het land af te schrikken.Monniken en missionarissen uit Ierland en Engeland probeerden de tradities en beeldtaal vande Vikingen over te laten vloeien in hun eigen christelijke beeldtaal. De afbeeldingen die indeze tijd in dit gebied ontstonden vertonen de toepassing van dezelfde patronen als die van deVikingen. Een pagina uit het psalmenboek van Lindisfarne (zie: hfst. 8; blz. 161; The Story of Art; E.H. Gombrich) laat zo’n harmonieus patroon van vlechtmotieven zien.In andere afbeeldingen, zoals die van de Heilige Lucas (zie: hfst. 8; blz. 160; The Story of 

Art; E.H. Gombrich) is te zien dat menselijke figuren ook een patroon leken te vormen. Defiguren waren weliswaar opgebouwd uit menselijke vormen, maar leken totaal nietlevensecht.Dankzij deze samensmelting tussen de klassieke traditie en de traditie van de inheemsevolkeren ontstond een totaal nieuwe beeldtaal, die de westerse kunst behoedde voor deverstarring van de kunst, zoals die zich in het Byzantijnse rijk had voorgedaan.Hoewel de kunst zich in een nieuwe richting begaf, was de klassieke stijl echter niet vergeten.Toen Karel de Grote aan de macht kwam, zag hij zichzelf als opvolger van de Romeinsekeizers. Hij probeerde dit extra weer te geven door de klassieke kunst nieuwe leven in teblazen. Zo liet hij rond 800 een kerk bouwen in Aken naar Romeins voorbeeld. Dezeherleving van de klassieke stijl wordt ook wel de Karolingische renaissance genoemd.

Hoewel het in deze tijd niet van een kunstenaar werd verwacht dat hij origineel was,ontstonden wel bijzondere kunstwerken, aangezien de kunstenaars hun eigen interpretatiegaven. Zo ontstonden verschillende kunstwerken met hetzelfde onderwerp.Bovendien was het voor de middeleeuwse kunstenaar belangrijk dat hij zijn gevoel lietmeespelen wanneer hij iets maakte. We kunnen als volgt een ontwikkeling aangeven:Egyptenaren tekenden wat ze wisten dat bestond, de Grieken wat ze zagen, de middeleeuwsekunstenaars wat ze voelden. Voor de middeleeuwse kunstenaars was het namelijk nietbelangrijk dat de afbeelding natuurgetrouw was, maar of de boodschap duidelijk werdovergebracht. Bovendien werden alle details die mogelijk af zouden kunnen leiden van deware boodschap weggelaten. Het gevolg was dat veel afbeeldingen of reliëfs uit deze tijd eenvlakke achtergrond hadden, omdat deze niet van belang was.

Niet alle kunst diende de religieuze doeleinden. Veel kunst was ook bedoeld ter decoratievoor de vele kastelen in die tijd. Veel van deze kunst is echter vernietigd.

5/12/2018 The Story of Art Deel 1 H1 H8 - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/the-story-of-art-deel-1-h1-h8 16/16

 

www.studentsonly.nl Voor de beste uittreksels !

Bron: The Story of Art – E.H. Gombrich

16