Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

11
R. Sentse sergeant-majoor der infanterie Terrorisme en zijn bestrijding Sedert het begin van de jaren '70 zijn vele terroris- tische bewegingen ontstaan die zeker twee over- eenkomsten hebben: terreur is volgens hen het beste middel om het gestelde doel te bereiken; volgens hen wordt voor een dusdanig recht- vaardige zaak gestreden dat het doel alle middelen heiligt. Uit recente publikaties over terrorisme valt af te leiden dat het aantal terroristische aanslagen tus- sen 1984 en 1988 met ca. 25% is toegenomen. Het grootste deel daarvan vond plaats in Ierland, Ita- lië, Spanje, Frankrijk en de Bondsrepubliek. Van de terreuraanslagen die de afgelopen 17 jaar plaatsvonden werd tweederde in West-Europa ge- pleegd. Het begrip terreur laat zich niet definiëren. De verschillen bv. tussen terrorisme en acties van vrij- heidsstrijders of leden van verzetsbewegingen zijn (uitgangspunten en doelstellingen buiten beschou- wing latend) nagenoeg nihil. Niemand zal echter een onderdrukt volk het recht ontzeggen zich te- gen repressie te verzetten. Niemand zal in oorlogs- tijd verzetsdaden afkeuren als daden van terreur; die daden vertegenwoordigen de volkswil om te overleven. De terreur echter waarmee het Westen wordt geconfronteerd vertegenwoordigt niet de wil van een volk. In deze bijdrage wordt achtereenvolgens ingegaan op de belangrijkste stromingen in West-Europa, de bewegingen in Oost-Europa, terreurbewegin- gen in Nederland, op de vraag hoe dit alles wordt gefinancierd, en op de bestrijding van terrorisme. Belangrijkste stromingen in West-Europa In West-Europa zijn in het terrorisme drie stro- mingen te onderscheiden. a. De op marxistisch-leninistische (ideologische) leest geschoeide groeperingen die hun protest te- gen de, in hun ogen, sociopolitieke wantoestanden met gewelddadigheden onderstrepen; bv. Rote Armee Fraktion (RAF), Rode Brigades en Ac- tion Directe (AD). b. De tweede groep zou men kunnen omschrijven als etnische (nationalistische) terroristen. In het algemeen zijn dat separatistische groeperingen, voortkomend uit bv. Koerden, Basken en Ar- meniërs. Hieronder vallen groeperingen als de Asala, het Armeense leger voor de bevrijding van Armenië, en de Oestase, een groepering van ex- treme Kroatische separatisten die Kroatië geheel los willen zien van de Joegoslavische republiek. c. De derde groep bestaat uit vele criminele ter- reurorganisaties die West-Europa gebruiken om af te rekenen met tegenstanders, iets wat in eigen land minder kans van slagen zou hebben. Vele Pa- lestijnse groeperingen maken hiervan deel uit. Ook aanhangers van Moeammar el-Khadafi die landgenoten in het buitenland doden wier opvat- tingen niet stroken met de Libische politiek wor- den tot deze groep gerekend. a. Ideologische, nationalistische, criminele bewe- gingen Marxistisch-leninistisch (ideologisch) geweld; Ac- tion Directe (AD) Maart 1982, AD in haar pamflet „Pour un projet communiste": Laten wij het imperialisme bestrijden met gewapende acties en gezamen- lijk met alle revolutionairen. Offensieve solidariteit met de volkeren van de mreld. Internationale broederschap van alk proletariërs in de directe actie. De AD werd in juli 1979 in Parijs opgericht als „communistisch-revolutionaire" beweging. Een van de oprichters was Jean Mare Rouillan, die 268 MS 158(1989)(6)

description

Terrorisme in Nederland, een artikel uit 1989.

Transcript of Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

Page 1: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

R. Sentse

sergeant-majoor der infanterie

Terrorisme en zijn bestrijding

Sedert het begin van de jaren '70 zijn vele terroris-tische bewegingen ontstaan die zeker twee over-eenkomsten hebben:

— terreur is volgens hen het beste middel om hetgestelde doel te bereiken;— volgens hen wordt voor een dusdanig recht-vaardige zaak gestreden dat het doel alle middelenheiligt.

Uit recente publikaties over terrorisme valt af teleiden dat het aantal terroristische aanslagen tus-sen 1984 en 1988 met ca. 25% is toegenomen. Hetgrootste deel daarvan vond plaats in Ierland, Ita-lië, Spanje, Frankrijk en de Bondsrepubliek. Vande terreuraanslagen die de afgelopen 17 jaarplaatsvonden werd tweederde in West-Europa ge-pleegd.

Het begrip terreur laat zich niet definiëren. Deverschillen bv. tussen terrorisme en acties van vrij-heidsstrijders of leden van verzetsbewegingen zijn(uitgangspunten en doelstellingen buiten beschou-wing latend) nagenoeg nihil. Niemand zal echtereen onderdrukt volk het recht ontzeggen zich te-gen repressie te verzetten. Niemand zal in oorlogs-tijd verzetsdaden afkeuren als daden van terreur;die daden vertegenwoordigen de volkswil om teoverleven. De terreur echter waarmee het Westenwordt geconfronteerd vertegenwoordigt niet dewil van een volk.In deze bijdrage wordt achtereenvolgens ingegaanop de belangrijkste stromingen in West-Europa,de bewegingen in Oost-Europa, terreurbewegin-gen in Nederland, op de vraag hoe dit alles wordtgefinancierd, en op de bestrijding van terrorisme.

Belangrijkste stromingen in West-Europa

In West-Europa zijn in het terrorisme drie stro-mingen te onderscheiden.

a. De op marxistisch-leninistische (ideologische)leest geschoeide groeperingen die hun protest te-gen de, in hun ogen, sociopolitieke wantoestandenmet gewelddadigheden onderstrepen; bv. RoteArmee Fraktion (RAF), Rode Brigades en Ac-tion Directe (AD).b. De tweede groep zou men kunnen omschrijvenals etnische (nationalistische) terroristen. In hetalgemeen zijn dat separatistische groeperingen,voortkomend uit bv. Koerden, Basken en Ar-meniërs. Hieronder vallen groeperingen als deAsala, het Armeense leger voor de bevrijding vanArmenië, en de Oestase, een groepering van ex-treme Kroatische separatisten die Kroatië geheellos willen zien van de Joegoslavische republiek.c. De derde groep bestaat uit vele criminele ter-reurorganisaties die West-Europa gebruiken omaf te rekenen met tegenstanders, iets wat in eigenland minder kans van slagen zou hebben. Vele Pa-lestijnse groeperingen maken hiervan deel uit.Ook aanhangers van Moeammar el-Khadafi dielandgenoten in het buitenland doden wier opvat-tingen niet stroken met de Libische politiek wor-den tot deze groep gerekend.

a. Ideologische, nationalistische, criminele bewe-gingen

Marxistisch-leninistisch (ideologisch) geweld; Ac-tion Directe (AD)

Maart 1982, AD in haar pamflet „Pour un projetcommuniste":Laten wij het imperialisme bestrijden met gewapende acties en gezamen-lijk met alle revolutionairen. Offensieve solidariteit met de volkeren vande mreld. Internationale broederschap van alk proletariërs in de directeactie.

De AD werd in juli 1979 in Parijs opgericht als„communistisch-revolutionaire" beweging. Eenvan de oprichters was Jean Mare Rouillan, die

268 MS 158(1989)(6)

Page 2: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

voortkwam uit de Franse „Groupes d'ActionRévolutionaires Internationaliste" (GARI). Inhet begin van de jaren '70 streed hij met die groe-pering in het Franse Toulouse met de in die stadwonende Spaanse anarchisten tegen de dictatuurvan Franco. Samen met activisten van bv. ,,NoyauArmee Pour l'Autonomie du Prolétariat" (Napap)en autonomen wilde hij strijden voor het ideaal zo-als dat in maart 1982 door de AD in haar pamfletwas verwoord. Onder de oprichters bevond zichook Fréderic Oriach die naam had gemaakt bijNapap. Hij was tijdens zijn activiteiten daar o.a.verantwoordelijk voor de moord op de militaireattaché van Bolivia en op een beveiligingsbeambtevan de Renaultfabriek, omdat deze beambte demao'ist Pierre Overney had doodgeschoten.

De eerste daad van de AD bestond uit een bank-overval, waarna aanslagen volgden op instellingenvan de Franse overheid. In 1980 werd vrijwel degehele beweging opgerold door een actie van deFranse politie. Doordat echter president Mitter-rand na zijn verkiezing in 1981 gratie verleendeaan enkele gevangen leiders van de AD, werd dekiem gelegd voor een gewelddadiger optredendegroepering.

Nadat in mei 1983 twee Franse politieagenten omhet leven kwamen toen ze leden van de AD wildenarresteren, werd op 25 januari 1985, voor de eer-ste maal sedert haar oprichting in 1979, door deAD een persoon als doelwit uitgekozen; het wasde Franse generaal René Audrian, een naaste ad-viseur van de minister van defensie. Deze laffemoordaanslag werd opgeëist door „CommandoElisabeth Van Dijck, geëxecuteerd in Nürnberg1978", aldus de verklaring van de AD. Pas in au-gustus 1982 werd de AD, nadat zij zich verant-woordelijk had gesteld voor een reeks aanslagenop Joodse instellingen, door de Franse regeringverboden. Op 13 december 1984 boekte de Fransepolitie resultaat in haar strijd tegen de AD. In Pa-rijs werden acht leden gearresteerd. Dat had ech-ter geen effect op de activiteiten. Pas nadat op 21februari 1987 nog eens vier leidende figuren vande AD werden opgepakt in een afgelegen boerde-rij in de buurt van Orléans, kon de groepering alsontmanteld worden beschouwd. Het betrof JeanMare Rouillan, Nathalie Menigon, Joelle Aubronen Georges Cipriani. Na die arrestatie heeft deAD tot op heden niets meer van zich laten horen.

b. Separatistisch (nationalistisch) geweld

Asala

De Asala is het Armeense geheime leger voor debevrijding van Armenië, een gebied gelegen tus-sen de Zwarte en de Kaspische Zee, en groten-deels in Turkije; een klein (noordelijk) gebiedmaakt deel uit van de Trans-Kaukasus. Het Ar-meense volk heeft vele overheersingen gekend;het werd achtereenvolgens geknecht door Grie-ken, Romeinen, Mongolen, Perzen, Turken enRussen. Vooral de vervolgingen waaraan zij alschristenen onder de Turken waren blootgesteld inde periodes 1895-'96, 1914-'15 en in 1921, hebbenhen vrijwel uitgeroeid of uit hun vaderland verdre-ven. Uit onvrede en onlustgevoelens werd beslo-ten diegenen te treffen die verantwoordelijk zijnvoor de bestaande Armeense constellatie.Verspreid levend in de VS, het Midden-Oosten,Turkije, de Sovjetrussische Trans-Kaukasus en inWest-Europa, vindt de Armeense gemeenschap inParijs en Libanon het grootste recruteringsgebiedvoor de Asala. Het kader alsook de meest extre-men vindt men in het Libanese Borij Hammoed,een deel van Beiroet.De gewelddadige acties van de Asala zijn hoofdza-kelijk gericht tegen vertegenwoordigers van deTurkse overheid. Tussen 1975 en 1980 kwamen 30Turkse diplomaten om het leven door Asala-aan-slagen. Deze waren kennelijk zeer goed voorbe-reid en georganiseerd aangezien in die periodevrijwel geen enkel Asala-lid werd gearresteerd.Aan het einde van de jaren '70 vond een verhevi-ging van extremistisch geweld plaats in Turkije,hoofdzakelijk geïnitieerd door Asala, en wel opeen dermate grote schaal dat op een gegeven mo-ment ca. 20 Turken per dag om het leven kwamen.Op 12 september 1980 kende Turkije een machts-omwenteling die de Asala-activiteiten tot een mi-nimum beperkte. De Israëlische inval in Libanonhad voor de Asala tot gevolg dat haar opleidings-faciliteiten sterk werden beperkt. Zij week uitnaar Syrië waar zij wapens en opleidingsmogelijk-heden verkreeg, en weer opleefde. Sindsdien zijnde acties verlegd naar gebieden buiten Turkije. In1982 werden in de Canadese hoofdstad Ottawade Turkse militaire attaché gedood en de Turksehandelsattaché zwaar gewond bij een aanslag doorde Asala. De vier, volgens de Canadese regeringhiervoor verantwoordelijke, Armeniërs werden

l

MS 158(1989)(6) 269

Page 3: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

kort daarna gearresteerd. Die arrestatie werddoor de Asala beantwoord met een bomaanslag opeen toestel van Air Canada op het vliegveld vanLos Angeles, die schade aan het vrachtruim vanhet toestel veroorzaakte. De relatie tussen doel enhistorische band werd echter helemaal verlorennadat bij een bomaanslag in de hal van het Parijsevliegveld Orly, in juli 1983, 8 doden en 50 gewon-den vielen. Na 1983 zijn door de Asala geen ope-raties van enige omvang meer uitgevoerd, maarhet moet niet worden uitgesloten dat zij op kortetermijn weer zal overgaan tot het plegen van aan-slagen, mogelijk op Sovjetrussische instellingen,daartoe wellicht aangezet door de problemen diezich sedert februari 1988 voordoen in de Armeen-se enclave Nagorno-Karabach, deel van de Sov-jetrepubliek Azerbeidzjan. De Asala heeft al drei-gementen in die richting geuit.

Oestase

Dit is de naam van een extremistische bewegingvan Kroatische separatisten. Vooral de Servischeaanwezigheid in de bestuurlijke organen vanKroatië vormt voor de Oestase een voedingsbo-dem. Tot 1918 was Kroatië een autonoom konink-rijk. Na 1918 werd het een provincie van Joegosla-vië en in 1939 kreeg het beperkte autonomie. Bijde bezetting van Joegoslavië door Duitsers en Ita-lianen in 1941 werd Kroatië tot zelfstandig konink-rijk verklaard maar in 1944 door maarschalk Titoals autonome republiek in de Joegoslavische fede-ratie opgenomen.

Het in 1941 in het zadel gezette Kroatische mar-rionettenbewind leidde het koninkrijk tot 1944waarbij op beestachtige wijze met de inwoners vanKroatië werd omgesprongen. Hierbij bewees deOestase goede diensten aan de fascisten. In die pe-riode werden vele in Kroatië wonende Serviërs,Joden en zigeuners vermoord. Na 1944 vluchttehet bewind met zijn aanhang naar het buitenland,vooral het westen, van waaruit anti-Joegoslavi-sche activiteiten werden ontplooid. Vooral in dejaren '70 toonde de Oestase zich actief. In 1971werden medewerkers van het Joegoslavische con-sulaat in Zweden gegijzeld, en later dat jaar werdde Joegoslavische ambassade in Zweden overval-len, waarbij de ambassadeur de dood vond.Eind 1971 werd een Zweeds vliegtuig gekaapt,hetgeen verder zonder gevolgen bleef. In 1972

werd door leden van de Oestase per vergissing deambassadeur van Uruguay te Paraguay doodge-schoten. De terreurbeweging pleegde eveneensaanslagen tegen Joegoslavische doelen in de VS,Frankrijk en België. In 1982 en 1983 vond een se-rie bomaanslagen plaats in vijf Joegoslavische ste-den, o.a. in de Kroatische hoofdstad Zagreb. Dedaders werden gepakt en in 1985 veroordeeld; on-der hen bevond zich ook de leider van de Oestase.Sedert 1985 heeft de Oestase geen aanslagen vanbetekenis meer uitgevoerd.

c. Overig geweld (crimineel)

Libië

In 1969 kwam Moeammar el-Khadafi door hetplegen van een staatsgreep aan de macht. Doorolierijkdom beneveld steunt de leider van dewoestijnstaat vele terroristische bewegingen (zo-als IRA, ETA en verscheidene Midden- en Zuid-amerikaanse alsook Palestijnse bewegingen). DeAmerikaanse beweging van militante negers„Black Panther" kreeg in haar hoogtijdageneveneens trainingsmogelijkheden in Libië. Libiëgeldt tevens als doorvoerland van West- en Oost-europese wapens naar genoemde bewegingen.Enige tijd geleden is door de Engelse regering bijTsjechoslowakije erop aangedrongen de leveran-tie van de springstof Semtex aan Libië te sta-ken.

Geen enkele beweging zonder een antibeweging;en zo bestaat in Libië het NSFL, het „NationaleFront voor de Redding van Libië". Deze opposi-tionele groep heeft vooral veel aanhangers onderin het buitenland levende Libiërs, maar is ook inLibië zelf actief, althans voor zover de repres-sieorganen dat toelaten. Vooral binnen het legerheeft Khadafi te maken met een groeiende groepontevredenen door — vooral — de Libische be-moeienis in Tsjaad. Khadafi is rigoureus als hetgaat om het tot zwijgen brengen van opposanten,die hij „zwervende honden" noemt. Hij dreigtopenlijk ze naar Libië terug te halen of direct tevermoorden. Tot 1988 zijn in de acties tegen dezeopposanten in het buitenland al 15 mensen ver-moord; hun familieleden in Libië leven onder zwa-re druk. Verantwoordelijk voor dat beleid is Kha-dafi's neef Sajeed Sadat el Dam, samen met hethoofd van de binnenlandse veiligheidsdienst, Has-

270 MS 158(1989)(6)

Page 4: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

san Isjkol en Ikol Joenis Belgasim, hoofd van debuitenlandse sectie.In november 1980 kon in Portsmouth een Libischeagent worden gearresteerd die een moordaanslagwilde plegen op een aldaar wonende Libiër die po-litiek asiel had verkregen. Nadat in een Frans pro-tectoraat een moordaanslag op een Libische za-kenman was gepleegd omdat deze had geweigerdnaar Libië terug te komen, werd de hiervoor ver-antwoordelijke Libiër in Italië gearresteerd en aanFrankrijk uitgeleverd. Khadafi's antwoord daaropwas het aan de grond houden van een Frans vlieg-tuig op het vliegveld van Tripoli. Als gevolg daar-van werd de moordenaar, Said Rasjid van de Libi-sche veiligheidsdienst, vrijgelaten zodat hij naarLibië kon terugkeren.Op 4 april 1984 liet Libië een staaltje zien dat geenprecedent kent. Op die dag openden Libische di-plomaten vanuit het „Volksbureau" te Londenhet vuur op deelnemers aan een tegen Khadafi ge-richte demonstratie. Daarbij vond een Engelsepolitieagente de dood. De Britse reactie bestonduit het verbreken van de diplomatieke banden metLibië. Het Westen reageert slechts gematigd op deterroristische „export" van Libië. Het Westenkan niet buiten de Libische olie en voorts speelthet geld, gemoeid met Westerse commerciële acti-viteiten in Libië, een dusdanige rol dat het WestenLibië's daden slechts veroordeelt.

Overige bekende en minder bekende groeperingendie het buitenland gebruiken om hun idealen invervulling te laten gaan zijn onder andere de vol-gende.

— De „Fractions Armées Libanaises" (FARL),een met de Asala samenwerkende organisatie vanArabische terroristen. Zij is o.m. verantwoorde-lijk voor de aanslag van 23 december 1984 op detrein Napels-Milaan; daarbij vielen 15 doden en 34gewonden.

— Palestijnse bewegingen, voortkomende uit dePLO, hoewel die organisatie groeperingen als dePLFP-GC van Ahmed Jibril en het FRC (FatahRevolutionair Commando) van Aboe Nidal ver-oordeelt. De PLO zag terreur als enig wapen na-dat tijdens de Zesdaagse oorlog in 1967 de Arabi-sche legers door Israël werden verslagen. De hui-dige PLO is echter meer politiek georiënteerd.Onder de Palestijnse bewegingen valt o.m. de

vooral in Frankrijk bekende organisatie CSPPA,(„Solidariteitscomité met de Arabische politiekegevangenen"), een uit het Midden-Oosten ko-mende terreurorganisatie, die o.m. verantwoor-delijk is voor de aanslag op de TGV-trein inFrankrijk in het voorjaar van 1986 waarbij 10 ge-wonden vielen. De CSPPA stelde zich ook verant-woordelijk voor de drie bomaanslagen in septem-ber 1986 in Parijs, waarbij 8 doden en 123 gewon-den vielen. Een andere beweging waarvan al ge-ruime tijd niets meer is gehoord is de Palestijnse„Zwarte September". Deze werd in het leven ge-roepen nadat de Fatah-eenheden (niet te verwar-ren met de FRC van Aboe Nidal) in september1971 in Jordanië werden verslagen en door het le-ger van Hoessein naar Libanon werden terugge-drongen. De naam zou nog in het geheugen moe-ten liggen: op 6 september 1972 pleegde dezegroepering tijdens de Olympische Spelen in Mün-chen een moordaanslag op 11 Israëlische atleten.

De verschillende Palestijnse groeperingen onder-houden nauwe contacten met Westeuropese be-wegingen, met name in Italië, Frankrijk en deBondsrepubliek.

Oost-Europa

Uit Oost-Europa komen via de media weinig mel-dingen over aanslagen van aldaar opererende ter-reurbewegingen. Voor zover bekend zijn er in hetafgelopen decennium aanslagen geweest in Polenen Bulgarije.Op 28 februari 1987 werd een bomaanslag ge-pleegd op het hoofdkantoor van de Communisti-sche partij in de Poolse havenstad Gdynia, dieaanzienlijke schade aanrichtte, maar waarbij geengewonden vielen. De aanslag werd opgeëist door„Akcja Bezposredni" (directe actie), in naam dusgelijk aan de Franse marxistisch-leninistische be-weging „Action Directe". In vlugschriften dreig-de „Akcja Bezposredni" aanslagen uit te voerenop Walesa en andere leidinggevenden van „Soli-dariteit". Walesa sprak van een provocatie doorde Poolse geheime dienst. „Akcja Besposredni"heeft echter niets meer van zich laten horen, enonderzoek door de Poolse overheid leverde nietsop. In de Poolse pers is verder over deze bewegingmet geen enkel woord gerept.Begin 1985 werd ook Bulgarije geplaagd door ter-

MS 158(1989)(6) 271

Page 5: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

reur. Een bomaanslag op een trein tussen Sofia enBurgas kostte zeven mensen het leven. Bij brand-stichtingen en bomaanslagen in augustus 1984 inPlovdiv en Varna vielen verscheidene slachtof-fers. In hoeverre de Turkse minderheid in Bulga-rije, die na een gedwongen assimilatie is opgegaanin de Bulgaarse gemeenschap, hierin de handheeft gehad, is onbekend maar het is zeker nietuit te sluiten.

Terreurbewegingen in Nederland?

Als over terrorisme wordt bericht, springt zekeréén Westeuropees land eruit als het gaat om de re-latieve afwezigheid ervan: Nederland kent geengeorganiseerde terreurbewegingen als de RAF,Rode Brigades, AD, IRA, ETA (Baskisch Vader-land en Vrijheid) en Grapo („Gruppo de Resiten-cia Anti-fascista Primo de Octubre", ofwel An-ti-fascistische verzetsgroep van de eerste okto-ber, ontstaan in 1968 in het Spaanse Galicië uitde Spaanse marxistisch-leninistische organisatieOMLE).Nederland is echter in de afgelopen twee decennianiet verschoond gebleven van terroristische aan-slagen.

Vanaf 1970 liet de Zuidmolukse gemeenschap vanzich spreken, doordat Zuidmolukse jongeren hunontevredenheid over de eigen historie en de gevol-gen daarvan uitten, door in 1970 personeelsledenvan de Indonesische ambassade te Wassenaar tegijzelen, door treinkapingen te Wijster in 1975 ente Ommen in 1977, de gijzeling van personeel vanhet Indonesische consulaat-generaal te Amster-dam en door een gijzelingsactie in een lagereschool te Boven-Smilde.De jaren '70 kenmerkten zich ook door terroristi-sche acties van buitenlandse bewegingen gerichttegen buitenlanders. Op 14 maart 1971 werden teRotterdam olietanks opgeblazen door een Pales-tijns terreurcommando. Op 6 feb. 1972 stelde dePalestijnse beweging Zwarte September zich ver-antwoordelijk voor het opblazen van twee gashou-ders te Rotterdam. In 1974 werd de Franse ambas-sadeur in Nederland door Japanse terroristen vanhet „Japanse Rode Leger" gegijzeld en in die pe-riode vonden ook vuurgevechten plaats tussen le-den van de RAF en de politie van Den Haag,Utrecht en Amsterdam. Op 22 maart 1979 werden

de Britse ambassadeur en zijn Nederlandse lijf-wacht in Den Haag vermoord door een commandovan de IRA-Provisionals. In het ZuidlimburgseVaals werden Nederlandse douanebeambten do-delijk getroffen tijdens een confrontatie metRAF-terroristen en medio '88 vond in Nederlandeen bloedige aanslag plaats van de IRA op Engel-se militairen.Terreurdaden van Nederlandse groeperingen, ge-richt tegen Nederlanders in de zin van moordaan-slagen komen hier niet voor. Ook de vorm van ter-rorisme zoals die bestaat in de Bondsrepubliek,Ierland, Spanje en Griekenland is een fenomeendat de Nederlanders vreemd is. Daarvoor bestaanuiteenlopende verklaringen. De een meent dat hetaan de Nederlandse nuchterheid ligt, een anderkoppelt de afwezigheid van dergelijke groeperin-gen aan de vaderlandse historie.In de eerste twee maanden van 1985 liet het„Noordelijk terreurfront" van zich horen. Dezeacties werden uitgevoerd met molotovcocktails enspringstof. De eerste aanslag vond plaats op hethoofdbureau van politie in Groningen. De verkla-ring was dat de politie als „slaaf van het imperialis-me" de eerste klappen moest opvangen. De twee-de aanslag werd gepleegd om de eisen van gevan-gen zittende RAF-leden kracht bij te zetten.Opmerkelijk is dat die aanslagen plaatsvonden opeen moment dat West-Europa door een golf vanterroristisch geweld werd overspoeld. Terzelfdertijd kwam een samenwerkingsverband tot standtussen RAF, AD en CCC, pleegde de Portugesebeweging FP-25 een aanslag op schepen van deNAVO en werd door een Griekse groepering eenaanslag gepleegd op een ontmoetingscentrumvoor Amerikaanse militairen. Deze opleving vangeweld ontstond nadat begin december 1984 onge-veer 30 gevangen zittende RAF-leden in honger-staking gingen. De RAF wilde met die honger-staking kennelijk de terroristische activiteitennieuw leven inblazen, een doel dat, gezien de es-calatie van geweld in de genoemde maanden, dui-delijk is bereikt. Een mogelijk ander doel voor deRAF-hongerstaking vormde waarschijnlijk het totextreme acties aanzetten van ontevreden vredes-activisten. De toekomst zal wellicht aantonen ofen hoe dat veronderstelde doel is gehaald.Het heeft er alle schijn van dat de acties van het„Noordelijk terreurfront" hiermee eveneens ver-band hielden. Mogelijk betrof het sympathisanten

272 MS 158(1989)(6)

Page 6: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

van de Groningse „Knipselkrant", een in augus-tus 1978 opgericht weekblad dat volgens eigenzeggen „zoveel mogelijk gegevens tracht te ver-schaffen over onderwerpen die voor revolutionairlinks van belang zouden kunnen zijn". De „Knip-selkrant" is een overblijfsel van het eveneens Gro-ningse „Rood Verzetsfront", dat halverwege dejaren '70 de solidariteit met de RAF probeerdevorm te geven (de „Knipselkrant" werkt samenmet „Ligne Rouge", een in St. Gilles/Brussel ge-vestigde drukkerij waar de Belgische politie bijeen inval pamfletten vond van AD en CC).Net als bij buitenlandse groeperingen moet hetaantal leden van Nederlandse extremistische be-wegingen, bereid tot het uitvoeren van harde ac-ties, als minimaal worden beschouwd. Het RoodRevolutionair Front bv„ dat op 27 juni 1986 eenbom plaatste bij het gebouw van de EG te DenHaag, bleek na gedegen recherchewerk slechts uitdrie man te bestaan. Zoals eerder gesteld kent Ne-derland (nog?) geen groeperingen overeenkom-stig de RAF of de Rode Brigades. Mogelijk houdthet deëscalerende karakter van het overheidsop-treden tegen Nederlandse groeperingen daarmeeverband. Het moet namelijk niet worden uitgeslo-ten dat de acties van de RAF, die eerst bestondenuit demonstraties, steeds radicaler werden door-dat de Westduitse overheid, maar ook de pers, dieacties criminaliseerden. Wellicht heeft de West-duitse overheid door een te forse reactie in het be-gin zelf ervoor gezorgd dat de RAF binnen bepaal-de geledingen van de maatschappij goed kon wor-telen.Een andere reden voor de afwezigheid van inter-nationaal terrorisme in Nederland zou ook kunnenzijn dat de leden ervan kunnen onderduiken in deanonimiteit en hier een rusthaven vinden teneindekrachten op te doen voor volgende acties. Gebor-genheid kan worden geboden door sympathisan-ten die de doelstellingen van diverse groepen on-derschrijven, bv. het Ierland Komité Nederland,waarover verderop meer. Tevens kan onderdakworden geboden door figuren die doorgaans wor-den aangeduid als „de beweging". Onder dienaam gaat een veelheid aan extremisten schuil dieuit pure onlustgevoelens hun frustraties uiten doorbomaanslagen en brandstichtingen. Onder henvindt men zich autonoom noemende groeperingendie hun walging over uniformen bv. laten blijkendoor zich juist als groep te presenteren en gelijk-

soortige kleding te dragen. Zij vormen het achter-grondkoor bij demonstraties en grote gebeurtenis-sen, bv. de Nijmeegse Vierdaagse en Prinsjesdag.Het zijn mensen die overal opduiken waar actie iste verwachten en zich met helmen en gezichtsmas-kering een anonimiteit weten te verwerven die depakkans verkleint. De Bondsrepubliek reageerdedaarop door demonstranten te verbieden zich tij-dens manifestaties gehelmd of gemaskerd te ver-tonen.

Sedert 1980 ontwikkelden zich allerlei groeperin-gen die, om verschillende redenen, overgingen totbrandstichtingen en bomaanslagen. In de zomervan 1982 manifesteerde zich te Rotterdam het„Militant Autonoom Front" (MAF) door hetplaatsen van explosieven in een metrotrein, hetkantoor van de PvdA en het gebouw van de ge-meentelijke dienst Herhuisvesting, maar heeft se-dertdien niets meer van zich laten horen. Omdatde anti-apartheidsactivisten vonden dat het anti-Zuid-Afrikabeleid te „soft" werd uitgevoerd,pleegden voorstanders van andere, hardere actie-vormen bomaanslagen en brandstichtingen op be-drijven die zaken doen met Zuid-Afrika. Deze mi-litanten , die waarschij nlij k opereren vanuit — zichkrakers noemende — groeperingen te Amsterdamen Nijmegen, gingen over tot extreme activitei-ten. Hoewel opererend onder verschillende na-men ging het waarschijnlijk toch steeds om dezelf-de extremisten die verantwoordelijk waren vooro.a.:

— actie bij een VW-dealer („Steve Biko Com-mando");— actie bij slijterij „Kaapkelder" („CommandoCrash and Carry");— actie bij oliehandelaar John Deuss („Pyroma-nen tegen apartheid");— actie bij Makro, Shell en een oliehandel te Al-phen a/d Rijn („Revolutionaire Anti-RacistischeAxie"(RARA)).

Er zijn ook Nederlanders geweest die in hun affec-tie met de doelstellingen van buitenlandse terreur-bewegingen wel erg ver gingen. Zeker een vijf-tigtal heeft, verblind door idealen en utopieën, inhet Midden-Oosten een terroristenopleiding ge-volgd.In 1975 werd te Breda het „Ierland Komité Ne-derland" (IKN) opgericht. Eén van de oprichters

MS 158(1989)(6) 273

Page 7: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

was ook een van de leidende figuren van de toenvooral in Amsterdam, Eindhoven en Breda ac-tieve organisatie „Rode Hulp". Die persoon volg-de met nog enkele anderen van „Rode Hulp" eenterroristenopleiding in Zuid-Jemen, alwaar zijoverigens nogal schrokken van het aldaar door deinstructeurs tentoongespreide fanatisme. Dezeman werd later, paradoxaal genoeg, door de PSPgekozen als afgevaardigde in de Agglomeratie-raad van Eindhoven. Een ander, eveneens partici-perend in IKN en „Rode Hulp", werd, nadat zijeen zelfde opleiding had gevolgd, gearresteerd ophet Israëlische nationale vliegveld te Tel Aviv.Gelukkig hebben deze en overige in het Midden-Oosten opgeleide verdwaasden het geleerde nietin Nederland in de praktijk gebracht, althans nietin de zin dat er doden vielen te betreuren. Toch debekende Hollandse nuchterheid? Het terugkerenin de realiteit, nadat men weer terug was in Ne-derland? Een efficiënt optredende NederlandseBVD? Een goede internationale uitwisseling vangegevens betreffende deze extremisten? Of werdhen in eigen „kring" duidelijk gemaakt dat menweer in Nederland was?In ieder geval mag worden gesteld dat het ont-staan van groeperingen als RAF, AD, ETA, IRAof Rode Brigades in Nederland niet waarschijnlijkmoet worden geacht. De Nederlandse constellatieis niet zodanig dat zulke groeperingen er zoudenkunnen gedijen. Het gehalte van een democrati-sche staat kan o.a. worden afgemeten aan de gren-zen die deze staat stelt aan het overheidsoptreden.In die zin — maar ook in historisch, politiek resp.economisch opzicht — biedt Nederland voor ditsoort uitwassen een slechte voedingsbodem.

Brandstof voor de terroristische motor

Door terreurbewegingen wordt gebruik gemaaktvan de volgende middelen om actief te kunnenblijven.

— Criminaliteit vormt de hoofdbron van inkom-sten, zoals bankovervallen, ontvoeringen, afper-singen, drugshandel, vergoeding voor „bescher-ming" en geld van sympathisanten.— Door diefstal en vervalsing verkrijgt de terro-rist de nodige identiteitspapieren om zijn „levens-verhaal" en valse naam te kunnen onderbouwen.— Doordat terroristen slechts korte tijd op een

lokatie verblijven zijn zij moeilijk te arresteren.Zo wordt grotendeels gebruik gemaakt van auto'som lange afstanden te overbruggen, zodat menaan de scherpe controle op luchthavens kan ont-snappen.— Voor het overbrengen van berichten wordt ge-bruik gemaakt van diensten van sympathisanten.Ook via krantenadvertenties wordt contact onder-houden.— Om acties te kunnen plannen en om explosie-ven te vervaardigen moet worden beschikt overonopvallende en veilige ruimtes. Die moeten aande volgende minimale eisen voldoen: meer uitgan-gen hebben, uit het zicht gesitueerd zijn, met eengarage in de nabijheid om auto's te verbergen, eneen bergplaats bevatten voor wapens en explosie-ven.— Terroristen passen zich aan hun omgeving aanv.w.b. kleding, taalgebruik en omgangsvormen.

De kern van het terrorisme bestaat uit de vastbe-radenheid om, ongeacht de omstandigheden, ge-weld toe te passen.

Wie of wat houdt nu het raderwerk van de terreurgaande? Er bestaan voor de terreurbewegingentalrijke illegale en legale methoden om aan demiddelen te komen die nodig zijn voor het voerenvan acties. Een goede representant om die metho-dieken te beschrijven is de Irish Republican Army(IRA). Zo bestaat in Amerika de Ierse emigran-tenorganisatie Noraid met hoofdkantoor in NewYork. In deze organisatie zijn de meeste nazatenvertegenwoordigd van de Ieren die tijdens debloedige, door de Engelsen geïnitieerde, lers-En-gelse conflicten tussen 1200 en 1600 Ierland zijnontvlucht en in Amerika een bestaan hebben op-gebouwd. De gelden die deze organisatie ver-gaart, worden grotendeels naar de IRA doorge-sluisd. Noraid is voor de IRA slechts een van de in-komstenbronnen. De totale inkomsten van deIRA worden op £ 2 tot 2,5 miljoen per jaar ge-schat. Met dat geld worden vele operaties bekos-tigd, alsook de logistieke en financiële ondersteu-ning van gezinnen van IRA-leden. Vele Ierse ka-tholieken steunen de IRA met donaties; overigeinkomsten komen binnen via verschillende doorde IRA gecontroleerde „pubs": in de prijzen vande versnaperingen is een toeslag verdisconteerddie de IRA ten goede komt. Door dreigementenwordt een aandeel afgedwongen uit de inkomsten

274 MS 158(1989)(6)

Page 8: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

van gokhallen. Om die gelden te „witten" be-schikt de organisatie over firma's, waaronderbouwbedrijven, die als dekmantel fungeren. Eenandere inkomstenbron vormt de „Falls Tax Asso-ciation". Deze taxi-onderneming is opgericht ommensen in het katholieke deel van Belfast vandienst te kunnen zijn, maar werd al direct na deoprichting door de IRA geïnfiltreerd. Van de we-kelijkse opbrengst gaat ca. een derde naar eenfonds voor gevangenen, de rest komt in handenvan de IRA.Enige tijd geleden ontstond bij de EG-afgevaar-digden commotie vanwege het feit dat een deelvan de subsidies die de Gemeenschap ter beschik-king stelt, in handen van de IRA kwam met behulpvan een Ierse boer over wiens gebied de grens tus-sen Eire en Ulster loopt.Terroristen onderdrukken in hun enthousiasmeom aan financiën te komen de mensen, die zij vande onderdrukker wensten te bevrijden. Van allemooie frasen ontdaan komt het dus neer op uitbui-ting, afpersing en bankovervallen om „de motorte smeren".Terroristen financieren hun acties niet alleen dooreigen toedoen, bepaalde landen zijn hen behulp-zaam als het gaat om het bieden van opleidingsfa-ciliteiten en geld. Twee van die landen zijn Libiëen Syrië.Libië financiert met gelden, verkregen uit olieop-brengsten, vele Westeuropese, Latijnsamerikaan-se en Arabische terroristische bewegingen. Vóórde Amerikaanse aanval op Libië bestonden hier26 kampen waar terroristen uit alle windstrekeneen opleiding kregen.In Syrië worden opleidingsfaciliteiten gebodenaan vele Palestijnse groeperingen, alsmede aan deAsala. Beide landen dienen tevens als doorvoer-land voor wapens die, via allerlei omwegen, terro-ristische groeperingen bereiken.Na de Israëlische „Peace for Gallilea"-operatie in1982 werd voor vele terreurbewegingen de grondin Libanon te heet onder de voeten. In Beiroet be-vonden zich terroristen uit alle windstreken in op-leiding, die na de inval het land uitvluchtten, veel-al naar Syrië en Libië.Momenteel vormt de Libanese Be'eka-vallei eenvan de voornaamste uitvalsbases voor pro-Iraansefundamentalisten. De banden op het gebied vande sponsoring van het terrorisme werden door Sy-rië en Libië nog eens sterk aangehaald, nadat op

25 april 1984 Libië aan Syrië $ 350 miljoen betaal-de, waarna het toegang kreeg tot de gegevens enhet netwerk van de als zeer goed bekend staandeSyrische geheime dienst.

Bestrijding van het terrorisme

Het moge duidelijk zijn dat terrorisme het bestevalt te bestrijden indien in internationaal verbandwordt samengewerkt. Interpol bv. is een organisa-tie die in de strijd tegen de criminaliteit succesvoloptreedt, vooral als het gaat om het oplossen vanontvoeringen en de strijd tegen de drugshandel.Het is een internationale organisatie waaraan 138landen deelnemen. Bij zaken waaraan terrorismete pas komt, bevindt de organisatie zich echter ineen vrij machteloze positie. Voor Interpol is na-melijk in art. 3 statutair bepaald dat de organisatieniet deelneemt aan acties die tot doel hebben za-ken op te lossen die zijn gepleegd uit religieuze,politieke of militaire overwegingen. In 1984 werddaaraan toegevoegd dat daden die niet aan de po-litieke situatie kunnen worden gerelateerd, buitendat artikel vallen.

Overigens is de strijd tegen het terrorisme inWest-Europa vrij succesvol gebleken; vooral inItalië, waar de Rode Brigades nagenoeg zijn geëli-mineerd. In 1982 werd door het Italiaanse parle-ment een wet op het politieke terrorisme aangeno-men die een lichtere straf in het vooruitzicht steltaan terroristen die berouw tonen voor hun dadenen met justitie willen samenwerken. Sindsdien ishet politieke terrorisme in Italië aanmerkelijk af-genomen.Ook Frankrijk is in zijn strijd tegen het terrorismesuccesvol gebleken. Met de arrestatie van vier lei-dende figuren van de extreem-linkse terreurbewe-ging Action Directe in februari 1987 werd het radi-cale Franse terrorisme een gevoelige slag toege-bracht. Nu bestaan er wel meer groeperingen inFrankrijk, zoals een Corsicaanse en een Bretonseafscheidingsbeweging, doch de acties van die se-paratisten kunnen slechts in de schaduw staan vande daden van de voormalige AD, hoewel de Corsi-caanse beweging nogal wat bomaanslagen op haargeweten heeft. In tegenstelling tot de Duitse RAFen de Italiaanse Rode Brigades had de Franse ADslechts een beperkte aanhang. Volgens officiëleschattingen heeft de AD nooit meer dan 200 leden

MS 158(1989)(6) 275

Page 9: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

geteld, waarvan enkelen bereid waren tot het ple-gen van moord- en bomaanslagen. Het overgrotedeel, de zg. ,,salonterroristen", zorgde voor veili-ge behuizing, bergplaatsen en logistieke onder-steuning. Onderzoek toonde aan dat de AD, be-halve banden met de RAF, ook contacten onder-hield met de CCC („Cellules Combattantes Com-munistes", ofwel strijdende communistische cel-len) in België. De CCC hebben sinds oktober 1984in België 26 bomaanslagen gepleegd op banken,een energiebedrijf, op het kantoor van de Belgi-sche werkgevers, en op gebouwen en installatiesvan de NAVO. Medio 1982 werden in de drukke-rij „Ligne Rouge" in St. Gilles/Brussel door deBelgische politie vlugschriften van AD en CCCgevonden. Eind mei 1982 vond in België op de au-toweg Brussel-Parijs een verkeersongeval plaats.In de personenauto bevonden zich Nathalie Me-nigon van de AD en Pierre Carette van de CCC.In het voertuig bevonden zich eveneens ca. 15.000pamfletten waarin heftig werd geprotesteerd te-gen de komst van president Reagan naar Frank-rijk. De AD riep hierin de Parijzenaars op presi-dent Reagan „met geladen wapens te verwelko-men". In december 1985 werd de gehele top vande CCC tijdens een actie van de Belgische politiein Namen gearresteerd; sedertdien hebben deCCC niets meer van zich laten horen.

Een van de grootste problemen bij terreurbestrij-ding is dat de omvang van de organisatie vrijwelonbekend is en bovenal dat het initiatief bij de ter-roristen ligt. Uit het feit echter dat na arrestatiesvan leidende figuren binnen terreurbewegingenverdere aanslagen uitbleven, kan worden afgeleiddat de kern van die organisaties slechts uit ca. eentiental personen bestaat. In het geval van de ADen de CCC mogelijk zelfs maar uit vier a vijf per-sonen. Dat zijn ook de mensen die bereid zijn temoorden.

In diverse samenwerkingsverbanden wordt op Eu-ropees niveau getracht het internationale terroris-me een halt toe te roepen. Trevi („Terrorism, Re-volution, Extremism, Violence") — de naamvormt tevens een soort eerbetoon aan de toen-malige Nederlandse DG-Politie van het ministe-rie van justitie, mr. Fonteyn — is een in 1975 teRome gesticht samenwerkingsverband waarin deministers en diensten van justitie en binnenlandse

zaken van de 12 EG-lidstaten zich hebben ver-enigd. De leden ontmoeten elkaar tweemaal perjaar, waarbij telkens een ander lid van de twaalfals gastland optreedt. Vergaderingen vindenplaats in twee verschillende bijeenkomsten: Trevi-1 en Trevi-2. De laatstgenoemde is verdeeld inverschillende werkgroepen, die zich bezighoudenmet o.a. de veiligheid op luchthavens. Ook wor-den gegevens uitgewisseld en genomen maatrege-len op elkaar afgestemd. Nu hebben deze samen-werkingsverbanden helaas niet het effect dat degrondleggers beoogden. Nationale doelstellingenen internationale politieke belangen prevalerennogal eens boven het belang van de internationaleterreurbestrij ding.Een andere organisatie is de „Werkgroep ter be-strijding van het terrorisme". Deze vormt een on-derdeel van de EPS (Europese Politieke Samen-werking), waarin de twaalf EG-lidstaten door hunministers van buitenlandse zaken zijn vertegen-woordigd.Nederlandse instanties die zich met terreurbestrij-ding bezighouden zijn o.a.:

— de Bijzondere-Zakencentrale van de CentraleRecherche-Informatiedienst;— de BVD, met terreurbestrijding als belangrijk-ste taak;— politie-inlichtingendiensten;— Bijzondere-Bijstandseenheden van de Kmaren het Korps mariniers

In bilateraal verband bestaat sedert 1985 samen-werking op het gebied van terreurbestrijding tus-sen de Bondsrepubliek en Frankrijk. Hiertoewerd besloten nadat was aangetoond dat de RAFen de AD innige banden met elkaar onderhielden.Nu kwam deze samenwerking niet tot stand omdatmen het spook van een centrale leiding boven deterroristische organisaties zag, men trachtte veel-eer door coöperatie de nauwe contacten binnenhet internationale terrorisme op het gebied vanuitwisseling van verscheidene specialisten, wa-pens en munitie te verstoren.Op 15 april 1982 werd door de Franse minister vanbinnenlandse zaken, tijdens een bijeenkomst methoge Franse politiefunctionarissen, besloten toteen betere coördinatie op het gebied van inzet-baarheid en samenwerking tussen de verschillen-de Franse diensten inzake terreurbestrijding. Datresulteerde in de opzet van het „Fichier Centrale

276 MS158(1989)(6)

Page 10: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

de Terrorisme", waarin de informatie over terro-risten in snel tempo kan worden gecomputeriseerden opgeslagen. Dat systeem werd zodanig ontwor-pen dat het kon worden aangesloten op het gecom-puteriseerde informatiesysteem van de BRD. Hetoverleg tussen Frankrijk en de BRD resulteerdebegin 1985 in de vorming van een „operationelegroep" ter bestrijding van het terrorisme. In de-zelfde periode vonden contacten plaats tussen deministers van binnenlandse zaken van Spanje enItalië, waarna de Italiaanse minister naar Bonnreisde om met zijn Duitse collega te overleggen.Volgens de Italiaanse minister was de totstandko-ming van een Europees front ter bestrijding vanhet terrorisme van groot belang. Hij memoreerdede anti-NAVO-aanslagen die in 1984 en 1985 wer-den gepleegd in Portugal, de BRD, België, Frank-rijk en Griekenland, die volgens hem waren geïn-spireerd door de thema's van de Rode Brigades.

Verder kwam het verband tussen de Duitse RAFen de Italiaanse Rode Brigades ter sprake. Ita-liaanse inlichtingendiensten gaan ervan uit datmeer dan tweederde van de ongeveer 300 gezoch-te Italiaanse terroristen zich in het buitenland be-vinden. Het vermoeden bestaat dat zeker 150 vanhen in Frankrijk verblijven, en dat was begin fe-bruari 1985 voor de Italiaanse regering aanleidingde Fransen te verzoeken deze terroristen uit te le-veren.

Hoewel in 1984 door Frankrijk werd besloten ter-roristen van de ETA (,,Euskadi ta askatastuna" =Baskisch voor: Vaderland en vrijheid) aan Spanjeuit te leveren, werd het Italiaanse verzoek doorMitterrand afgedaan met de mededeling dat zijnland geen buitenlandse extremisten uitlevert alsdie zich in zijn land rustig houden. Verder werdgesteld dat de Franse wet asiel voor politiekevluchtelingen garandeert. Uit de Franse reactie ophet Italiaanse verzoek blijkt dat er nog het een enander schort aan een goede samenwerking op hetgebied van de terreurbestrijding.

Enkele buitenlandse bestrijdingsorganisaties zijn:

- SAS (Special Air Service), Engeland;— Delta Force, VS;

- GSG-9 (Grenzschutzgruppe-9), BRD;— GIGN (Groupe d'Intervention GendarmerieNationale), Frankrijk;— Kobra, Oostenrijk.

Deze organisaties wisselen ook personeel uit omvan eikaars methoden op de hoogte te blijven.

Tot besluit

Sedert 1970 zijn tal van extremistische groeperin-gen ontstaan en weer verdwenen. Het is toch welcurieus te noemen dat dit soort groeperingen ont-stond na 1968, een markant jaartal. In dat jaarontstonden immers in universiteiten over de gehe-le wereld opstanden. Het lijkt erop dat die de basisvormden voor gezamenlijke acties van ontevrede-nen tegen de gevestigde orde.Groeperingen die uit etnische, religieuze of mar-xistisch-leninistische, of maoïstische overwegin-gen ontstonden, manifesteren zich ook nu nog metterreurdaden.Ook andere groeperingen werden later aangesto-ken door die daden, zoals „dierenvrienden" en„anti-abortusactivisten", welke laatsten enkelejaren geleden in Amerika hun ongenoegen lietenblijken door bomaanslagen op abortusklinieken.Binnen democratieën is het toepassen van over-heidsgeweld een relatief onbekend verschijnsel.Men verwacht van een democratie niet dat zij zichvan dezelfde geweldsmiddelen bedient om terro-risme te bestrijden. In dat opzicht mag men zijnbedenkingen hebben bij de acties van de Engelseoverheid tegen de IRA. Ook de Spaanse groepe-ring GAL, die tegen de Baskische ETA strijdt,blijkt in verband te kunnen worden gebracht metde Spaanse overheid.

Hoever mag een democratie gaan bij de bescher-ming van de eigen belangen? Kan onderscheidworden gemaakt tussen „góéde" en „slechte" ter-roristen? Zouden de VS dit onderscheid maken?Men zou het haast denken als het „Irangate"-schandaal wordt doorgelicht.Door dat schandaal kwam nog een zaak aan hetlicht, en wel een mogelijke overeenkomst tussende leiders van de VS en Israël om te komen tot eeneenheid die familieleden van terroristen moest gij-zelen, om ze daarna te kunnen uitwisselen tegenontvoerde Amerikanen. Terroristen dus, die fami-lie van terroristen zouden moeten terroriserenteneinde staatsburgers vrij te kunnen krijgen; ter-rorisme gefinancierd door een democratie. Zou deroep om „law and order" binnen de Amerikaansegeledingen te ver zijn doorgeschoten? D>

MS 158(1989)(6) 277

Page 11: Terrorisme, ook in Nederland, en de bestrijding ervan

En wat te denken van de door de Franse regeringgeïnitieerde bomaanslag op het schip van de ge-weldloze milieubeweging „Greenpeace" en dereactie daarop van Europese democratieën? Se-lectieve verontwaardiging?Democratieën zijn altijd in het nadeel als het gaatom een effectieve terreurbestrijding. Het lijkterop dat het uitbreiden van de controle- en repres-siemogelijkheden van de overheid inherent is aande verheviging van een antihouding. In de Bonds-republiek is dat wellicht een voedingsbodem voorde RAF geweest. Men mag echter niet uit het oogverliezen dat een terreurbeweging haar acties uit-voert in verhouding tot de publiciteit die men er-mee krijgt. Het zou interessant zijn eens te bezienin hoeverre de pers- en nieuwsmedia bijdragen,resp. hebben bijgedragen, aan de ontwikkelingvan terreurbewegingen. Publiciteit draagt bij aanhet bestaan van terroristen. Het afschaffen ervanzal echter een vrijbrief voor overheidsoptreden in-houden.

Terreur is het tegenovergestelde van democrati-sche besluitvorming, maar zal door diezelfde de-mocratie wel moeten worden beantwoord. Hetantwoord bepaalt het gehalte van zo'n democra-tie. Terreur brengt democratieën aan het wanke-len omdat de roep om recht en orde groter wordt.Hier ligt de basis voor rechts-extremisme en te-vens het dilemma waarvoor een democratie zichgeplaatst kan zien.Om terreur te kunnen, en vooral te willen, bestrij-den, dienen landen samen te werken. Het is nood-zakelijk de landen die terreurbewegingen steu-nen, gezamenlijk te treffen, op economisch en po-litiek terrein en zonder dat men eigen belangenlaat prevaleren. Daartoe is het noodzakelijk datWesteuropese landen hun rechtlijnigheid (en wel-licht ook bewuste laksheid?) terzake herzien. Zo-lang terroristen van, of via, bepaalde landen asielen/of wapens en opleidingsfaciliteiten verkrijgen,

zal het terrorisme nimmer kunnen worden ge-stopt. Wanneer compromissen worden geslotenmet terreurbewegingen zal zulks een escaleren-de werking op het terrorisme hebben.Om terrorisme effectief te kunnen bestrijden,moeten regeringen bereid zijn minimaal het vol-gende te doen:

— alle daders van terroristische aanslagen moe-ten voor de rechter worden gebracht;— aan landen die het terrorisme steunen of zelfuitoefenen, moeten gevoelige sancties worden op-gelegd;— op internationaal gebied moet door inlichtin-gendiensten worden samengewerkt ter bestrijdingvan de terreur, zonder dat regeringen uit eigen be-lang bepaalde gegevens achterhouden.

Terrorisme is wel degelijk te bestrijden: in Italië,Frankrijk, België en de BRD behaalde successenspreken boekdelen. De samenwerking tussenFrankrijk en Spanje heeft de ETA een gevoeligeslag toegebracht. Vastberaden en doortastend op-treden van regeringen op internationaal niveau,zonder aanzien des persoons is het enige ant-woord.

Een vastberaden en doortastend optreden, jawel,maar wat moeten wij ons voorstellen van een Eu-ropa na 1992, een „Europa zonder grenzen"? De„werkgelegenheid" en de onderduikmogelijkhe-den voor terroristen/criminelen zullen door hetwegvallen van de grenzen kunnen worden uitge-breid tot geheel Europa. Er zal in ieder geval eengestructureerde, op elkaar afgestemde recht-spraak moeten komen, met daaraan vastgekop-peld een politiemacht op Europees niveau, wel-licht analoog aan de Amerikaanse FBI. Op dit mo-ment hangt Europa, ook juridisch, als los zand aanelkaar. In hoeverre dat probleem vóór 1992 kanzijn opgelost valt nog te bezien, maar de tekenenzijn niet hoopvol.

278 MS158(1989)(6)