TEMP. #16

64
Miloš Mendeš Rotterdam Fenne Westra Den Bosch Maaike Knibbe Groningen Astrid Mingels Maastricht Ingmar König Utrecht Meral van de Velde Rotterdam Renée Verberne Den Bosch Evelien Jansen Zwolle

description

TEMP magazine het tijdschrift van Kunstpodium T. Editie 16 met daarin de leerling/meester exposities van Navid Nuur, Wiesje Peels en Steffen Maas.

Transcript of TEMP. #16

Miloš Mendeš RotterdamFenne Westra Den BoschMaaike Knibbe GroningenAstrid Mingels MaastrichtIngmar König Utrecht

Meral van de Velde RotterdamRenée Verberne Den BoschEvelien Jansen Zwolle

Pag. 4 VoorwoordDoor Marleen Hartjes

Pag. 6 NAVID NUUR

Pag. 8Hitherto NL / EN

Door Cornelie Samsom Pag. 15

Maaike KnibbeGroningen

Pag. 18 Fenne WestraDen Bosch

Pag. 20Miloš MendešRotterdam

Pag. 22 Ingmar KönigUtrecht

Pag. 26 Astrid MingelsMaastricht

Pag. 30 Leerling/Meester Gesprek Navid Nuur

Pag 32WIESJE PEELSSTEFFEN MAAS

Pag 36Evelien JansenDoor Manus Groenen

Pag 40 Evelien JansenZwolle

Pag 44 Anywhere ElseDoor Mariska van Zutven

Pag 46 Renée VerberneDen Bosch

Pag 50 Meral van de VeldenRotterdam

Pag. 54 Colofon

Renée Verberne

‘Anywhere else #3’

3

4

Talent is iets bijzonders. Ik kan er niet echt de vin-ger op leggen, maar talent voel je. Het is een soort ril-ling over je rug als je herkent dat je met iets buitenge-woons te maken hebt. Iets waarvan je elkaar aankijkt met een blik van, dit is er weer één. Een gevoel dat je kunt bejubelen en waarvan je kunt genieten. En het mooie is dat het heeft me nog nooit teleurgesteld heeft. Wat een geluk dat ik dit werk mag doen en dat ik dat gevoel meerdere malen kan ervaren wanneer ik werk met deze jonge kunstenaars. Het voelt een beetje zo-als vroeger toen je zenuwachtig was voor pakjesavond. De Leerling/Meester exposities zijn net zo. Een zoete ongeduldigheid omdat je zo nieuwsgierig bent naar hoe ze het zullen doen. Of je het vuur wat je in hen herkende ook terug kan vinden in de expositie. Ze-nuwachtig omdat ik eigenhandig (mede-)verantwoor-delijk ben voor de samenstelling van de groepjes jonge kunstenaars en hun meester. Ze werden gekoppeld op basis van inhoudelijke overeenkomsten, maar vaker nog op basis van houding in het werk, mentaliteit en een flinke berg intuïtie. In zo’n afstudeerjaar kan de wind namelijk nogal eens anders gaan waaien. Het zal niet de eerste keer zijn als een kunststudent in het laatste jaar het roer radicaal omgooit en met totaal

iets nieuws komt aanzetten… verrassing! Dan is intu-itie toch wel handig gebleken in de afgelopen vier jaar dat ik nu als projectleider werkzaam ben.

De expositie met Navid Nuur voelde voor mij een beetje alsof Sinterklaas en kerst op dezelfde dag vie-len; ik was super zenuwachtig en het is niet eens mijn eigen expositie! De samenstelling van dit groepje voelde voorafgaand zo goed, zo vanzelfsprekend, vijf studenten van vijf verschillende academies die op de één of andere manier het licht hebben gezien. Het werk van deze studenten had allemaal iets bijzonders, jonge-kunstenaars-waar-je-een-rilling-van-over-je-rug-krijgt-achtig. Het bleek een groep waar iedere expositie plek graag mee werkt: super gemotiveerd, scherp, kritisch, hard werkend en bijzonder eigenzin-nig. Navid Nuur sloot daar naadloos op aan.

Soms is het fijn om te zien dat alles op zijn plek valt. Geruststellend dat niet alleen je intenties goed zijn, maar dat ook onze inzet, dat waar we het allemaal voor doen is terug te zien in zo’n moment. Trots als een pauw dat we samen met de vele toegestroomde bezoekers konden genieten van iets bijzonders. Ik ben blij dat wij een podium kunnen zijn voor toekomstige Meesters.

© Marleen Hartjes, projectleider Leerling/Meester

5

Leerling/Meester 5.3Hitherto

6

7

Navid Nuur (1976)

Grensgebieden en rafelranden zijn geliefde plekken voor kunstenaars. Geen wonder, want het zijn sche-merzones waarin verschillende werelden zich geruis-loos met elkaar vermengen. Kunstenaars, die gewend zijn te schakelen tussen verbeelding en dagelijkse realiteit, vinden op die plekken vaak de samenhang die ze zoeken.

Kunst gaat over het grensgebied waar de perso-nal grid van de kunstenaar en de dagelijkse realiteit elkaar ontmoeten. Maar hoe doe je dat als jonge kun-stenaar? Hoe houd je de blik koel in een tijd waarin je bedolven wordt onder een niet aflatende stroom beelden en meningen over kunst, terwijl de geschiedenis over je schouder meekijkt?

Kunstenaar Navid Nuur heeft schijt aan de kunst-geschiedenis en de status van gevestigde kunst. Als skater is hij gewend de wereld met andere ogen te bekijken, en de mogelijkheden en vooral ruimtelijke potentie van alledaagse dingen te zien. In zogenaam-de interimodules wekt hij met een mengeling van branie en poëtische tederheid dagelijkse voorwerpen tot leven. Daarmee schept hij een nieuw grensgebied

8

9

waarin de traditionele scheidslijnen tussen materiaal, ruimte, publiek en kunstenaar verdwenen zijn, en worden toeschouwers aangemoedigd hun zintuigen te gebruiken, in plaats van hersenloos kunst te con-sumeren.

In 2000 zat ik in de bioscoop te kijken naar een scène in American Beauty, waarin een plastic zak op straat meezeilde en tuimelde op de wind. In die tijd werkte ik bij een commerciële psychologenpraktijk en ging ik in pak naar mijn werk. Mijn verlangen om kunstenaar te zijn had ik diep begraven. Dat was iets voor geniale, virtuoze mensen. Tot ik dat beeld zag.

De kracht van het werk van Nuur ligt in het sub-tiele, bijna onverwachte contact dat het werk maakt met de toeschouwer. Bezoekers worden op de schou-der getikt door voorwerpen die normaal gesproken rondslingeren in huis of op bouwplaatsen. Schijnbaar waardeloos en lullig materiaal neemt een levende en vaak ook monumentale vorm aan: het heeft een ziel. Daarmee lijkt – na een moment van aarzeling - ineens alles mogelijk.

Kunst gaat in de eerste plaats over kijken, over leven en ziel ontdekken in ogenschijnlijk dooie dingen. In die bioscoop werd een domino steen in mijn hoofd

10

aangetikt: het kon dus toch. Het was geen beroemde meester die mij overtuigde om kunstenaar te worden. Dat deed een plastic zak.

De titel Hitherto in Kunstpodium T refereert aan de visie van Nuur op beeldende kunst: een tentoon-stelling is altijd een momentopname. Een staat tussen wat was, wat is en wat nog komt. Nuur koos ervoor met name deze boodschap aan studenten mee te ge-ven, en zich verder niet nadrukkelijk met de inhoud te bemoeien.

Op het eerste oog imponeert de tussenstand in Hitherto. Ambitie en zelfvertrouwen zijn zichtbaar en het geheel is helder en energiek doch ingetogen vormgegeven. Knap werk voor studenten die vooral zelfstandig hebben moeten werken. Met lef en vette (kundige) omgang met materiaal is het ruimtelijke werk in de verschillende ruimtes geplaatst. Robuuste, prehistorische vormen worden gecombineerd met fel gekleurd tl licht, een ruimte valt volledig samen met het object in een samenspel van water, licht en spiege-ling, een bouwpakket van kleurvlakken is onthecht en toch georganiseerd in de ruimte geplaatst, zout-kristallen zijn in geometrische vormen geperst en in een dreunende installatie vol energy drinks, waarin de beats voelbaar zijn tot in de ruggengraat, wordt ver-

11

wezen naar onze bonkende lichaamscultus. Sterk en goed werk, dat op het netvlies blijft hangen. Mooi is de gezamenlijke publicatie die de vijf studenten maakten, met daarin een overzicht van hun werk tot nu toe. Zo wordt me een blik gegund in hun wereld buiten de tentoonstelling, en dat maakt nieuwsgierig.

Hitherto overtuigt als presentatie van jonge kunst, maar ontwapent echter niet als gezamenlijke expo-sitie. Het is lastig de strak vormgegeven expositie te zien als state in between. Er is geen contact of onder-linge samenhang tussen de werken en het gepresen-teerde werk laat weinig ruimte voor vragen. Het span-ningsveld tussen de individuele waarneming van de kunstenaars en dat wat afgesproken is - de realiteit – wordt in de ruimte niet echt afgetast, en daarmee ook niet weergegeven. Veel conceptuele eye candy, maar weinig ruimte voor twijfel of ontregeling.

Toch werkt de combinatie van lef, koppig plaatsen en doelmatigheid aanstekelijk. Hitherto levert vol-doende moois om in gedachten op terug te kijken. Al is het dan geen bouwplaats, of rafelrand.

© Cornelie Samsom, december 2012

Borderlands and twilight zones are surroundings that are loved by artists. No wonder, it is there that different worlds mix rather than collide. Artists who are used to shift between the imaginary and the realistic, often find the connections they are looking for there.

Art is about the border-lands where the personal grid of the artist and daily reality meet. But how do you accom-plish this, as a young artist? How do you keep your view cool in a time where we are overwhelmed with an endless stream of images and opinions on art, while history looks over your shoulder…?

Artist Navid Nuur doesn’t care about art history and the status of established art. As a skater, he

is used to seeing the world differ-ently, he sees the possibilities and the potential of everyday things. In so called ‘interimodules’ he brings daily objects lo life. Dar-ing and with a poetic sense of tenderness.

In the year 2000 I sat in the cinema, watching a scene from American Beauty, where a plas-tic bag sailed over the street and twirled in the wind. In that time I worked for a commercial psy-chology practice and always wore a suit. I had buried the desire of being an artist long ago. It was something for brilliant, virtuous people.

The power of Nuur’s work lies in the subtle, almost unexpected contact that his work engages with the viewer. Visitors are tapped on the shoulder by every-

12

13

day objects that normally lie around in houses and construc-tion sites. Apparently worthless and silly material takes on a living and often monumental state; it has a soul. With that –after a brief moment of hesitation- every- thing seems possible.

Art is in the first place about looking, about life and about the search for a soul in seemingly dead things. Back in the cinema a domino effect took place in my head; it was possible after all. It was not a famous master who convinced me to become an art-ist. It was a plastic bag.

The title Hitherto in Kunst-podium T refers to the vision of Nuur on fine art: an exhibi-tion is always a snapshot. A state of what was, what is and what might come. Nuur choose to give that message to the students and explicitly not interfere with the content of their work.

At first glance Hitherto im-presses. Ambition and self-confidence are visible and the whole is clear and energetic, yet modestly brought togeth-er. Great job for students who mostly worked independently. With guts and great (skilled) handling of the material, the sculptural works are placed in several spaces.

Robust, prehistoric forms are combined with brightly coloured lights, one space completely co-incides with the object in a play with water, light and reflections, a construction kit of colour planes is detached, yet placed in an organised manner, saltcristals pushed in geometric shapes and in a droning installation full of energy drinks, where you feel the beats in your spine, the artist re-fers to our body-worship. Strong and good work, that sticks with you. The publication, a collabo-ration between the five students,

14

is beautiful; it shows an overview of their work until now. This way, they give me a curious look into their world outside of this exhibition.

Hitherto convinces the viewer as a presentation of young art, yet is does not succeed to show a collaborative exhibition. It is hard to see the tightly designed exhibition as a ‘state in between’. There is no contact or underly-ing connection between the works and the work itself leaves very little room for questions. The tension between the view

of the artists and the reality –like agreed- is not really explored and therefore not visible. A lot of conceptual eye-candy, but little room for doubt or disruption.

After all, the combination of guts, persistence and efficiency is contagious. Hitherto shows us enough beauty to look back at. Even though it might not be a construction sight or a twilight zone…

© Cornelie Samsom, december 2012 Vertaling: Steph Byrne

15

Maaike Knibbe (1988) Academi Minerva, Groningen

‘No title’

16

17

Maaike Knibbe

‘No title’

18

19

Maaike Knibbe

‘No title’

20

21

Fenne Westra

‘Amaterasu’

22

23

Miloš Mendeš (1989) Willem de Kooning Academie, Rotterdam

‘Hold’

24

25

Miloš Mendeš ‘Hold’

26

27

Ingmar König (1988) Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht

‘Hitherto’

28

29

Ingmar König

‘Hitherto’

30

31

Astrid Mingels (1987) Academie Beeldende Kunsten, Maastricht

‘Zout template’‘Botergoud’

33

Astrid Mingels

‘Zout template’

34

35

Leerling / Meester gesprek Navid Nuur Museum De Pont, Tilburg - december 2012

Bekijk fragmenten van het meestergesprek met Navid Nuur op Youtube.

36

Leerling/Meester 5.4Anywhere Else

37

Wiesje Peels (1975) Steffen Maas (1973)

‘Anywhere Else #10 t/m #12’

38

39

Wiesje PeelsSteffen Maas

‘Anywhere Else #12’

40

41

Wiesje PeelsSteffen Maas

‘Anywhere Else #11’

Na het maken van een reeks geboetseerde portret-ten wilde Evelien Jansen zich graag verder in deze techniek specialiseren. De keuze om dit te doen aan de traditionele, technische en intensieve Academie in Athene was snel gemaakt. Eenmaal daar aangekomen was het echter niet zozeer de rust van de academie maar het rumoer van de stad dat haar kunstenaar-schap prikkelde.

Een paar jaar geleden werd de omvang van het grote Griekse begrotingstekort en de hoge overheidsschuld duidelijk. Om de financiën weer op orde te krijgen stelt Europa sindsdien zeer strenge economische eisen aan de Griekse overheid. De gewone Grieken zitten hierdoor in zwaar weer: ze krijgen heftige bezuini-gingen, belastingverhogingen en hervormingen voor hun kiezen en de werkeloosheid blijft stijgen (onder-tussen tot een kwart van de bevolking). De stijgende onvrede over deze gang van zaken moest een keer tot een woede uitbarsting komen en sinds juni 2011 is het onrustig in de straten van Athene. Nog steeds is er sprake van rellen, stakingen en gewelddadige de-monstraties.

42

43

Toen Jansen in augustus 2011 naar Griekenland vertrok werd er op de Griekse academie niet over politiek gesproken. Terwijl rustig werd geboetseerd, stond de andere helft van de stad in brand: “voor mijn gevoel waren het twee aparte werelden,” aldus Jansen. Zelf woonde ze in een anarchistenwijk in het midden van de stad, waar zo nu en dan een Molotov cock-tail op het balkon belande. Ze werd omringd door onrust, maar toch probeerde Jansen enige afstand te behouden: “Ik zag het als een voordeel om een buitenstaander te zijn ondanks dat ik midden in de demonstraties zat. Hierdoor kreeg ik de kans om de situatie te observeren.” Zo ontdekte ze in Athene dat haar interesse niet zozeer bij de menselijke figuur lag, maar dat ze gefascineerd raakte “door leefpatronen van mensen.” Wat Jansen vooral opviel was de struc-tuur waarbinnen het protest zich bewoog: de demon-straties vonden plaats op vaste dagen, afgesproken tijdstippen en zelfs de af te leggen routes lagen min of meer vast.

Eenmaal terug in Nederland verwerkte Jansen haar observaties tot een performance en een installatie waarin ze de Griekse situatie introduceert als een bordspel. In een van de ruimtes is de plattegrond van Athene uitgezet op de vloer en dient als speelbord. Vervolgens worden in een performance de spelers en

de spelregels geïntroduceerd. Als speler kies je een van de betrokken groepen demonstranten: de communis-ten, de anarchisten, de desperado’s of de studenten. Iedere groepering heeft zijn eigen wijk als uitvalsba-sis, zijn eigen dress code, wapenuitrusting, vrienden en vijanden. Vervolgens vertelt Jansen het doel van het spel: zo snel mogelijk naar het Syntagmaplein komen, het centrum van het protest. Dan eindigt de uitleg abrupt en Evelien laat het publiek puzzelend achter met deze stortvloed aan informatie.

Politiek activisme is in dit spel het thema, maar het kunstwerk zelf is niet activistisch. Jansen gaat niet dieper in op de achterliggende ideologieën en neemt zelf geen eigen positie in maar toont enkel de structu-ren die aan het protest ten grondslag liggen. Ze geeft een afstandelijk beeld van de spelers en het politieke spel zoals het momenteel in Griekenland gespeeld wordt. Wij als ‘niet Grieken’ kunnen ons maar moei-lijk met de Griekse situatie identificeren en hoe meer we er over horen, hoe minder interesse men lijkt te hebben. De Griekse politiek is blijkbaar niet ons spel, al is dat het in het kunstpodium wel dankzij Jansen. Spelenderwijs wordt ons inzicht in de situatie en onze betrokkenheid vergroot. Wat echter vooral duidelijk wordt, is dat we het politieke spel niet kunnen spelen, laat staan het winnen. De spelers en de regels wor-

44

45

den geïntroduceerd, we kunnen een kant kiezen maar er zijn uiteindelijk geen winnaars, iets wat in de echte protesten ook het geval lijkt. Misschien geldt voor zo-wel Jansens spel als de reële situatie in Griekenland wel een spelletjesmotto dat opeens zeer democratisch en solidair klinkt: meedoen is belangrijker dan winnen.

© Manus Groenen, december 2012

46

47

Evelien Jansen (1988) ArtEZ hogeschool voor de Kunsten, Zwolle

‘Anywhere Else #1 en #2’

48

49

Evelien Jansen

‘Anywhere Else #1’

Soms kan een kleine observatie lijden tot een stroom van nieuwe beelden. Fotografie legt kleine en grote observaties vast en kadert ze in. Zo ontstaat er een verschil tussen ‘het ding’ en de foto van het ding. Of ‘de actie’ en de afbeelding van de actie. Want de twee, zijn niet los van elkaar te zien. In de tentoonstelling ‘Anywere Else’ onder aanvoering van fotografe Wiesje Peels en grafisch vormgever Stef-fen Maas wordt in alle ruimtes een link gelegd tus-sen de oorspronkelijke situatie en dat wat overblijft als je gaat exposeren. Speels verschijnen verschillende elementen van elke student vermengd door de ruimtes van kunstpodium-T.

De performance van Evelien Jansen bijvoorbeeld, speelt zich af in een andere ruimte dan waar we haar plattegrond en spelregels kunnen bestuderen. De hele activiteit speelt zich sowieso af in een ander land dan waar het werk oorspronkelijk is ontstaan. De klimop van Wiesje Peels en Steffen Maas is eerst gefotografeerd, daarna afgeknipt en verplaatst van zijn oorspronkelijke plek naar één van onze expositie-ruimtes, waar het samen met de foto van zijn oor-spronkelijke plek te zien is. De klimop en de foto van

50

51

de klimop beconcurreren elkaar. De foto is echter zo hoog gehangen dat het bij voorbaat de visuele strijd verliest. In de tuin van Kunstpodium-T, waar de klimop eerder hing, staat nu ‘Don’t worry about me’ geschreven. Papier-tape, projecties van meerdere performances en observaties, los potgrond en zakken potgrond met daarop de woorden ‘Actie’, vormen verbindende elementen door een tentoonstelling van ingekaderde acties, ontstaan elsewhere.

© Mariska van Zutven, december 2012

52

53

Renée Verberne (1988) AKV St. Joost, Den Bosch

‘Anywhere Else #3 t/m #5’

54

55

Renée Verberne

‘Anywhere Else #5’filmstill

56

57

Meral van de Velde (1988) Willem de Kooning Academie, Rotterdam

‘Anywhere Else #6 t/m #9’

58

59

Meral van de Velde (1988) Willem de Kooning Academie, Rotterdam

Filmstill

61

Meral van de Velde (1988) Willem de Kooning Academie, Rotterdam

‘Anywhere Else #6 t/m #9’

HoofdredacteurZeus Hoenderop

EindredacteurMariska van Zutven

VormgevingJeroen KlompTitus KnegtelLarissa LindenRik Vogelaars

FotografieMariska van ZutvenLarissa LindenZeus HoenderopFenne Westra

TekstenManus Groenen Cornelie SamsomMariska van ZutvenSteph ByrneMarleen Hartjes

Kunstpodium TNoordstraat 1055038 EH Tilburg +31 (0)6 [email protected]

OpeningstijdenDonderdag t/m zondag13.00u - 18.00u

Oplage1000 exemplaren

Mede mogelijk gemaakt door

Temp komt voort uit de behoefte de tijdelijkheid van onze tentoonstellingen te overstijgen en deze te laten voortleven in de vorm van een tijdschrift. In onze uitgaven vind je korte kritische besprekingen van kunstwerken die geëxposeerd worden in de presentatieruimtes van Kunst-podium T tijdens het Leerling/Meester project.

THOMAS BAKKER, Jozeth van de Snepscheut, Anna Barbara Kolbe, Nina Kuka, Meria Isolde, KOEN DELAERE, Max van den Hout, Nathalie van der Massen, Hanna Grobbe, Jolien Collen, Doenja Likumahua.

is een uitgave van Kunstpodium TJaargang 3 | 2012 - 2013

Temp is gratis te verkrijgen bij de mediatheken van de deelnemende acadamies. Alle bijdragen zijn ook terug te vinden op de website www.tempmagazine.com. Wil je Temp steunen? Doneer of informeer naar de mogelijkheden (06 23284954) voor het plaatsen van een advertentie.