TECHNISCHE INFORMATIE...Illustraties die algemeen voor drinkwater-, verwarmingsinstallaties of...
Transcript of TECHNISCHE INFORMATIE...Illustraties die algemeen voor drinkwater-, verwarmingsinstallaties of...
TECHNISCHE INFORMATIEBASISKENMERKEN VAN HET SYSTEEM, BUIZEN EN VERBINDINGEN
2
Deze Technische Informatie "Basiskenmerken van het systeem, buizen en verbindingen" is geldig vanaf september 2016.
Met deze publicatie is de voorgaande Technische Infor-matie niet langer geldig.
Dit document is auteursrechtelijk beschermd. De daaruit voortvloeiende rechten, met name voor het vertalen, het herdrukken, het gebruiken van afbeeldingen, het uitzen-den, het weergeven op fotomechanische of soortgelijke wijze en het opslaan in gegevensverwerkingsinstallaties, blijven voorbehouden.
Alle maten en gewichten zijn richtwaarden. Vergissingen en wijzigingen voorbehouden.
3
Basiskenmerken van het systeem, buizen en verbindingen
Inhoud 4
Basiskenmerken 6
Buizen 12
Fittingen en schuifhulzen 18
Montagewerktuigen RAUTOOL, buisscharen en opwijdgereedschap 27
Verbindingstechniek 35
Ontwerp en montage 41
Samenvatting componenten 56
Normen, voorschriften en richtlijnen 59
TECHNISCHE INFORMATIE
4
INHOUD
1 Informatie en veiligheidsinstructies 6
2 Overzicht van de systeemcomponenten 8
3 Materiaaltesten door REHAU 10
4 Transport en opslag 114.1 . . . . Gebruik van de buizen en systeemonderdelen . . . . . . . . 11
5 Buizen 125.1 . . . . Materialen PE-X . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125.2 . . . . Materiaal – Buis (overzicht) . . . . . . . . . . . . . . . . . 125.3 . . . . Toepassingsgebied buizen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 135.4 . . . . Toepassingsgebieden van buizen voor
oppervlakteverwarming/-koeling. . . . . . . . . . . . . . . 135.5 . . . . Universele buis RAUTITAN stabil . . . . . . . . . . . . . . . 145.6 . . . . Universele leiding RAUTITAN flex . . . . . . . . . . . . . . 155.7 . . . . Verwarmingsbuis RAUTHERM S . . . . . . . . . . . . . . . 165.8 . . . . Technische buisspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . 17
6 Fittingen en schuifhulzen 186.1 . . . . Onderscheid tussen de verschillende fittingen en schuifhulzen 186.2 . . . . Fittingen en schuifhulzen van het systeem RAUTITAN. . . . . 196.2.1 . . . Fittingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 206.2.2 . . . Schuifhulzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.3 . . . . Fittingen en schuifhulzen voor de verwarmingsbuis
RAUTHERM S. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216.3.1 . . . Fittingen voor de verwarmingsbuis RAUTHERM S . . . . . . 216.3.2 . . . Schuifhulzen voor de verwarmingsbuis RAUTHERM S . . . . 216.4 . . . . Overgang naar andere buismaterialen . . . . . . . . . . . . 226.5 . . . . Aansluiting aan armaturen . . . . . . . . . . . . . . . . . 256.6 . . . . Aanwijzingen voor het gebruik van de
verbindingscomponenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
5
6
Aanwijzingen bij deze technische informatie
GeldigheidDeze technische informatie is geldig voor België en Luxemburg.
Geldende technische informatie - Huisinstallatiesysteem RAUTITAN - Oppervlakteverwarming/-koeling
NavigatieBij het begin van deze technische informatiebrochure vindt u een gedetailleer-de inhoudstafel met alle titels en overeenkomstige paginanummers.
Definities - Leidingen of buisleidingen bestaan uit buizen en hun verbindingen (bijv. schuifhulzen, fittingen, schroefdraad e.d.). Dit geldt voor drinkwater- en verwarmingsleidingen en voor alle andere leidingen in deze Technische Informatie.
- Leidinginstallaties, installaties enz. bestaan uit de leiding en de bijbehorende componenten.
- Verbindingscomponenten bestaan uit fittingen met de bijbehorende schuif-hulzen en de bijbehorende buizen, dichtingen en schroefverbindingen.
WeergaveIllustraties voor afzonderlijke deelsystemen worden in de betreffende buis-, fitting- en schuifhulskleur weergegeven.Illustraties die algemeen voor drinkwater-, verwarmingsinstallaties of vloerver-warming/-koeling gelden, worden met grijze leidingen en witte fittingen/schuifhulzen voorgesteld.
Afb. 1-1 Weergavevoorbeeld voor deelsysteem RAUTITAN met PX-systeemcompo-nenten (links) en algemene weergave voor meerdere deelsystemen (rechts).
Pictogrammen en logo's
Veiligheidsinstructie
Juridische instructie
Belangrijke informatie die in acht genomen moet worden
Informatie op het web
Uw voordelen
Actualiteit van de technische informatiebrochureVoor uw veiligheid en om het correct gebruik van onze producten te kunnen garanderen, wordt u aangeraden regelmatig na te gaan of er geen recentere versie van deze technische informatie beschikbaar is. De uitgavedatum van uw technische informatiebrochure vindt u links onderaan op de omslag.De recentste versie van de technische informatie kan u verkrijgen bij uw RE-HAU-verkoopkantoor of groothandel of kan u downloaden van het internet op: www.rehau.de of www.rehau.de/downloads
Veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen - Voor uw eigen veiligheid en voor de veiligheid van anderen vragen wij u de veiligheidsaanwijzingen en gebruiksaanwijzingen aandachtig en volledig door te lezen alvorens u met de montage begint.
- Bewaar de gebruiksaanwijzingen en hou ze binnen bereik. - Als u de veiligheidsinstructies of de afzonderlijke montage-instructies niet goed begrepen hebt of als u iets onduidelijk is, richt u dan tot uw RE-HAU-verkoopkantoor.
- Niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies kan materiële schade of verwondingen veroorzaken.
Gebruik volgens de voorschriftenDe systeemcomponenten en schuifhulsverbindingen mogen uitsluitend wor-den ontworpen, geïnstalleerd en gebruikt zoals beschreven in deze technische informatie. Elk ander gebruik is niet volgens de voorschriften en dus ook niet toegelaten.
Voorstelling RAUTITAN met PX-componenten
Voorstelling algemeen
1 INFORMATIE EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Basi
sken
mer
ken
7
Neem bij het installeren van buisinstallaties alle geldende nationale en internationale voorschriften met betrekking tot de plaatsing, de installatie, ongevallenpreventie en veiligheid alsook de aanwijzingen in deze technische informatiebrochure in acht.
Neem tevens de geldende wetten, normen, richtlijnen, voorschriften(bijv. NBN, DIN, EN, ISO, NEN, DVGW, VDE, WTCB TV en VDI) in acht en de voorschriften betreffende milieubescherming, bepalingen van de beroepsver-eniging en voorschriften van de plaatselijke energiebedrijven.
Voor toepassingsgebieden die in deze technische informatiebrochure niet aan bod komen (speciale toepassingen), is overleg met onze afdeling gebruiks-techniek vereist.Neem voor uitgebreid advies contact op met uw REHAU-verkoopkantoor .
De aanwijzingen met betrekking tot planning en montage zijn onlosmakelijk aan elk afzonderlijk product van REHAU gekoppeld. Er wordt slechts af en toe naar algemeen geldende normen of voorschriften verwezen.Houd altijd rekening met de geldende richtlijnen, normen en voorschriften. Andere normen, voorschriften en richtlijnen met betrekking tot de planning, de installatie en het gebruik van drinkwater-, verwarmings- of gebouwtechnische installaties moeten eveneens in acht genomen worden en maken geen deel uit van deze technische informatie.
Personeelsvereisten - Laat onze systemen enkel installeren door erkend en geschoold personeel. - Laat werken aan elektrische installaties of leidingonderdelen enkel uitvoeren door hiervoor geschoold en erkend personeel.
Algemene veiligheidsmaatregelen - Houd uw werkplek schoon en vrij van hinderlijke voorwerpen. - Zorg ervoor dat uw werkplek voldoende verlicht is. - Houd kinderen, huisdieren en onbevoegde personen zo ver mogelijk uit de buurt van werktuigen en montageplaatsen. Dit geldt in het bijzonder voor renovaties in bewoonde ruimten.
- Gebruik alleen de componenten die voor het betreffende buizensysteem van REHAU bedoeld zijn. Gebruik van andere componenten of van werktuigen die niet tot het betreffende installatiesysteem van REHAU behoren, kan tot ongevallen en andere gevaarlijke situaties leiden.
Werkkleding - Draag een veiligheidsbril, gepaste werkkleding, veiligheidsschoenen, een veiligheidshelm en indien u lang haar hebt, een haarnet.
- Draag geen wijde kleding of sieraden, aangezien deze door bewegende onderdelen gegrepen zouden kunnen worden.
- Draag in geval van montagewerken op ooghoogte of boven het hoofd een veiligheidshelm.
Bij de montage - Lees en volg altijd de bedieningsinstructies van het gebruikte REHAU-mon-tagewerktuig.
- Verkeerd gebruik van werktuigen kan ernstige snijwonden, kneuzingen of het verlies van ledematen veroorzaken.
- Verkeerd gebruik van werktuigen kan verbindingscomponenten beschadigen of lekkage tot gevolg hebben.
- De buisscharen van REHAU hebben scherpe messen. Bewaar en gebruik ze zodanig dat ze geen risico vormen op verwondingen.
- Respecteer bij het inkorten van leidingen de veiligheidsafstand tussen de hand waarmee u de leiding vasthoudt en het snijwerktuig.
- Breng uw handen tijdens het snijden nooit in de snijzone van het gereed-schap en grijp niet naar bewegende delen.
- Na het opwijden, krijgt het opgewijde buisuiteinde zijn oorspronkelijke vorm terug (memory-effect). Steek in deze fase geen vreemde voorwerpen in het opgewijde buisuiteinde.
- Breng uw handen tijdens het persen nooit in de perszone van het gereed-schap en grijp niet naar bewegende delen.
- Tot het persen afgelopen is kan de fitting uit de buis vallen. Verwondings-gevaar!
- Trek bij onderhouds– of aanpassingswerken en bij verandering van werkplek altijd de stekker van het werktuig uit het stopcontact en zorg ervoor dat het niet per ongeluk aangeschakeld kan worden.
BedrijfsparametersAls de bedrijfsparameters overschreden worden, worden de buizen en verbindingen overbelast. Het is daarom niet toegestaan de bedrijfsparameters te overschrijden.Zorg ervoor, door middel van veiligheids-/regelinrichtingen (bijv. drukregelaars, veiligheidskleppen en dergelijke) dat de bedrijfsparame-ters worden nageleefd.
8
Huisinstallatiesysteem RAUTITAN
Maat 16–40 Maat 50–63 Gereedschap
Universeel systeem RAUTITAN voor drinkwater en verwarming
Buis
RAUT
OOL
Schuifhuls
Fitting
Universele buis RAUTITAN stabil
Universele buis RAUTITAN �ex
RAUTITAN PXPVDF
RAUTITAN MXMessing
RAUTITAN PXPPSU
RAUTITAN RXRoodkoper
RAUTITAN SXRoestvrij staal
RAUTITAN RXRoodkoper
2 OVERZICHT VAN DE SYSTEEMCOMPONENTEN
Basi
sken
mer
ken
9
REHAU-systeem voor oppervlakteverwarming/-koeling
Maat 10–32 Gereedschap
Oppervlakteverwarming/-koeling
Buis
Verwarmingsbuis RAUTHERM S
RAUT
OOL
Schuifhuls
Schuifhuls voor verwarmingsbuis RAUTHERM SMessing met zilverkleurige oppervlaktelaag
Fitting
Fitting voor verwarmingsbuis RAUTHERM S Messing met zilverkleurige oppervlaktelaag
10
3 MATERIAALTESTEN DOOR REHAU
Bij REHAU worden alle buistypes aan een permanente kwaliteitscontrole onderworpen en doorlopen ze tal van proeven en duurtesten om de hoge kwaliteit van de buizen te garanderen. Hieronder worden enkele standaard-tests uit het REHAU-testlaboratorium voorgesteld. Bij polymere buismaterialen die onderhevig zijn aan thermische en mechanische belasting moet rekening gehouden worden met het feit dat deformatie en stevigheid afhangen van de temperatuur en de belastingsduur. Om de grootte van de toegelaten perma-nente belasting te bepalen, moet het mechanisch gedrag van het buismate-riaal over een langere periode en bij verschillende temperaturen onderzocht worden. Dit geldt ook voor buizen die onder binnendruk staan.
BarstdruktestTijdens de barstdruktest worden de buizen in een proefopstelling aan een steeds stijgende druk blootgesteld, tot de buis barst. De barstdruk bij kamer-temperatuur is ongeveer zeven keer zo groot als de maximale werkingsdruk.
Afb. 3-1 Resultaat van een barstdruktest met de universele buis RAUTITAN flex
KerfslagtestDe weerstand van de buizen tegen kerfinslagen wordt in een kerfslagtestin-stallatie getest. Een hamervormige slinger slaat onder gecontroleerde omstan-digheden in op een te testen buis. Buizen uit vernet polyethyleen hebben een zeer grote weerstand tegen dergelijke massieve mechanische inwerkingen. Het geïllustreerde testvoorbeeld (zie Afb. 3-2) toont een kerfslagsterkte van de buis zonder breuk bij een buistemperatuur van –30 °C.
Afb. 3-2 Universele buis RAUTITAN flex in de kerfslagtestinstallatie
TrektestIn een trektestmachine worden buizen onder gecontroleerde omstandigheden met hoge kracht in de lengte uitgerekt tot ze scheuren. Buizen uit vernet polyethyleen hebben een buitengewoon hoge rekbaarheid in vergelijking met metalen buizen. De lengte van een uitgerekte buis kan een veelvoud zijn van de oorspronkelijke buislengte. De schuifhulsverbindingstechniek is onder de gebruiksomstandigheden uittrekbestendig: de buis wordt niet uit de verbinding getrokken.
Afb. 3-3 Resultaat van een trektest
DuurtestHet gebruik van buizen in een huisinstallatie vereist een levensduur van 50 jaar en meer. Om alle effecten van bv. temperatuurschommelingen, druk en mechanische belastingen te kennen, worden buizen tijdens duurtests aan extreme temperatuur- en drukomstandigheden blootgesteld en op regelmatige tijdstippen aan de beschreven tests onderworpen. Daarna worden de buizen aan een lichtoptisch onderzoek onderworpen.
Afb. 3-4 Buizen in een duurtest (onder druk in een waterbekken)
Alle nodige parameters werden ontwikkeld op basis van meer dan 35 jaar ervaring in het laboratorium én in de praktijk in tal van tests en omvang-rijke proeven op buizen uit hogedrukvernet polyethyleen. De buizen op de achtergrond met bruin oppervlak (zie -Afb. 3-4) worden sinds het begin van de productie bij REHAU getest in een testbekken bij 95 °C en 10 bar. Andere tests worden uitgevoerd volgens de geldende normen en voorschriften. Deze tests zijn bv. bepaling van de vernettingsgraad, krimptest, verouderingstest, temperatuurschommelingstests, impulsdruktest enz.
Basi
sken
mer
ken
11
4 TRANSPORT EN OPSLAG
4 1 Gebruik van de buizen en systeemonderdelen
Afb. 4-1 Bescherm de buis tegen invallend zonlicht
Bescherm buizen en systeemcomponenten tegen UV-straling in opslag en tijdens transport.
Vermijd beschadiging van buizen en systeemonderdelen: - Laad buizen vakkundig in en uit. - Houd bij transport rekening met het buismateriaal. - Sleep buizen niet over de grond of over betonoppervlakken. - Leg buizen op een effen oppervlak zonder scherpe kanten om ze te bewa-ren.
- Bescherm buizen tegen mechanische beschadiging. - Bescherm buizen tegen vuil, boorstof, mortel, oliën, vetten, verven, oplos-middelen, chemicaliën, vocht enz.
- Bescherm buizen tegen invallend zonlicht, bv. door een lichtondoorlaatbare folie of iets dergelijks.
- Bescherm buizen tijdens het bouwen tegen langdurige blootstelling aan zonlicht.
- Verwijder de verpakking pas kort voordat u de buizen verwerkt. - Hygiënische voorschriften in acht nemen (bv. sluiten van buiseinden, be-schermen van fittingen, naleving van VDI 6023 - Hygiënebewuste planning, uitvoering, gebruik en installatie van drinkwaterinstallaties).
-Afb. 4-2 Buis niet op ondergrond met scherpe randen leggen
12
5 BUIZEN
5 1 Materialen PE-X
Afb. 5-1 Ethyleen
Afb. 5-3 Polyethyleen
- Corrosiebestendigheid van de buizen: geen putcorrosie - Neigt niet tot afzetting - Polymere buismaterialen verminderen de geluidsoverdracht langs de buis - Hoge slijtvastheid - Toxicologische en fysiologische veiligheid - Alle RAUTITAN-buizen met DVGW-registratie voldoen aan de KTW-richtlijnen (kunststoffen en drinkwater) van het Duits ministerie van leefmilieu.
Peroxidisch vernet polyethyleenPeroxidisch vernet polyethyleen wordt aangeduid als PE-Xa. Deze manier van vernetten vindt plaats bij een hoge temperatuur en onder hoge druk door toevoeging van peroxiden. De afzonderlijke polyethyleenmoleculen verbinden tot een driedimensionaal netwerk. Kenmerkend voor deze hogedrukvernet-ting is de verbinding in de smeltmassa, boven het kristallijne smeltpunt. De vernettingsreactie vindt plaats tijdens de buisproductie in de machine. Deze vernetting garandeert ook bij dikwandige buizen een gelijkmatige en zeer hoge vernetting over de volledige buisdoorsnede.
Stralingsvernet polyethyleenStralingsvernet polyethyleen wordt aangeduid als PE-Xc. De vernetting vindt plaats na de eigenlijke buisproductie onder invloed van energierijke straling.
Inliner universele buis RAUTITAN stabilDe binnenliggende buis in de universele buis RAUTITAN stabil, die met het erdoor vloeiende medium in contact komt, noemen we de inliner. Deze inliner bestaat uit vernet polyethyleen (PE-X).
5 2 Materiaal – Buis (overzicht)
Opbouw / Materiaal Buis
- Zelfdragende PE-X-inliner, druk-vast en vernet
- Aluminiumlaag - Polyethyleen buitenlaag
Universele buis RAUTITAN stabil
- RAU-PE-Xa - Hechtmiddel - Zuurstofsperlaag
Universele leiding RAUTITAN flex
Verwarmingsbuis RAUTHERM S
Tab. 5-1 Buisopbouw/-materiaal (van binnen naar buiten)
Afb. 5-2 Ethyleen, opgaande dubbele verbinding
Afb. 5-4 Vernet polyethyleen (PE-X)
Buiz
en
13
5 3 Toepassingsgebied buizen
Het universele systeem RAUTITAN voor drinkwater en verwarming is uitgebreid inzetbaar in: - Drinkwaterinstallatie - Verwarmingsinstallatie - Radiatoraansluiting vanuit de wand - Radiatoraansluiting vanuit de vloer - Radiatoraansluiting vanuit de plint (enkel RAUTITAN stabil) - Oppervlakteverwarming/-koeling
Voor oppervlakteverwarming en -koeling adviseren wij de REHAU-systemen met de rode verwarmingsbuis RAUTHERM S. - Grotere binnendiameter van de buis - Veelzijdige plaatsingssystemen - Optimale wanddikten voor een flexibele plaatsing
Buis Afm Buismateriaal Toepassingsgebied
Drinkwaterinstallatie VerwarmingsinstallatieRadiatoraansluiting
vanuit de plintOppervlakteverwarming/
-koeling
Universele buis RAUTITAN stabil16–40
Gelaagde metaal-kunststofbuis
++ ++ ++ +
Universele leiding RAUTITAN flex16–63
PE-Xa-met zuurstofsperlaag
++ ++ – +
Verwarmingsbuis RAUTHERM S10–32
PE-Xa-met zuurstofsperlaag
– – – ++
++ Gebruik toegelaten + Gebruik beperkt mogelijk – Gebruik niet toegelaten
5 4 Toepassingsgebieden van buizen voor oppervlakteverwarming/-koeling
Plaatsingssysteem BuisUniversele buisRAUTITAN stabil
Universele buis RAUTITAN flex
VerwarmingsbuisRAUTHERM S
Noppenplaat Varionova - met contactgeluidsisolatie 30-2 - warmte-isolatie 11 mm - zonder contactgeluidsisolatie
16,2 x 2,6 mm 16 x 2,2 mm14 x 1,5 mm17 x 2,0 mm
Tackersysteem16,2 x 2,6 mm20 x 2,9 mm
16 x 2,2 mm20 x 2,8 mm
14 x 1,5 mm17 x 2,0 mm20 x 2,0 mm
RAUFIX-railvoor 12/14 – – 14 x 1,5 mm
voor 16/17/2016,2 x 2,6 mm20 x 2,9 mm
16 x 2,2 mm20 x 2,8 mm
17 x 2,0 mm20 x 2,0 mm
Buisdraagmat16,2 x 2,6 mm20 x 2,9 mm
16 x 2,2 mm20 x 2,8 mm
14 x 1,5 mm17 x 2,0 mm 20 x 2,0 mm
Droogsysteem 16,2 x 2,6 mm 16 x 2,2 mm 16 x 2,0 mmBasisplaat TS-14 – – 14 x 1,5 mmKoelplafond – – 10,1 x 1,1 mmAkoestisch koelplafond – – 10,1 x 1,1 mmWandverwarming/-koeling in droge opbouw / natte opbouw
– – 10,1 x 1,1 mm
Wandverwarming/-koeling in natte opbouw – – 10,1 x 1,1 mmSaneringssysteem voor de vloer – – 10,1 x 1,1 mm
Buisbevestigingsmat RAUTAC 10 16,2 x 2,6 mm 16 x 2,2 mm10,1 x 1,1 mm14 x 1,5 mm17 x 2,0 mm
14
5 5 Universele buis RAUTITAN stabil
Afb. 5-5 Universele buis RAUTITAN stabil
- Metaal-kunststofbuis met volgende opbouw (van binnen naar buiten): - Zelfdragende inliner (drukbestendige binnenbuis) uit vernet polyethyleen
(PE-X) volgens NBN EN ISO 15875 en DIN 16892 - Zuurstofdiffusiedichte aluminiumlaag - Polyethyleen buitenlaag
- Toepassingsgebieden - Drinkwaterinstallatie, zie:
- Technische informatie 'Huisinstallatiesysteem RAUTITAN' - Verwarmingsinstallatie, zie:
- Technische informatie 'Huisinstallatiesysteem RAUTITAN' - Technische informatie 'Oppervlakteverwarming/-koeling'.
Uitleveringsverpakking
d [mm]
s [mm]
Inhoud [l/m]
16,2 2,6 0,09520 2,9 0,15825 3,7 0,24332 4,7 0,40140 6,0 0,616
Tab. 5-2 Verpakking universele buis RAUTITAN stabil
Afb. 5-6 Diameter/wanddikte
Toelatingen en kwaliteitscertificaten- ATG-toelating voor de universele buis RAUTITAN flex en schuifhulsverbindingstechniek van REHAU met RAUTITAN verbindingscomponenten- DVGW-registratie voor universele buis RAUTITAN stabil en de schuifhulsverbindingstechniek van REHAU met RAUTITAN verbindingscomponenten- Systeemtoelatingen voor diameters 16–40: DVGW DW-8501AU2346- De universele buis RAUTITAN stabil is conform de norm NBN EN ISO 21003 - toepassingsklasse 1-5 / 10 bar.- ATG 06/2558 RAUTITAN Stabil.
Sluiting van de RAUTITAN-buizen in de fabriek garandeert hygiënisch transport en opslag.
d
s
Buiz
en
15
5 6 Universele leiding RAUTITAN flex
Afb. 5-7 Universele leiding RAUTITAN flex
- Buizen uit RAU-PE-Xa - Peroxidisch vernet polyethyleen (PE-Xa) - Met zuurstofsperlaag - Zuurstofdicht volgens DIN 4726
- Toepassingsgebieden - Drinkwaterinstallatie, zie:
- Technische informatie 'Huisinstallatiesysteem RAUTITAN' - Verwarmingsinstallatie, zie:
- Technische informatie 'Huisinstallatiesysteem RAUTITAN' - Technische informatie 'Oppervlakteverwarming/-koeling'.
Uitleveringsverpakking
d[mm]
s[mm] DN Inhoud
[l/m]16 2,2 12 0,10620 2,8 15 0,16325 3,5 20 0,25432 4,4 25 0,42340 5,5 32 0,66150 6,9 40 1,02963 8,6 50 1,633
Tab. 5-3 Verpakking universele buis RAUTITAN flex
Afb. 5-8 Diameter/wanddikte
Toelatingen en kwaliteitscertificaten- ATG-toelating voor de universele buis RAUTITAN flex en schuifhulsverbindingstechniek van REHAU met RAUTITAN verbindingscomponenten- DVGW-registratie voor universele buis RAUTITAN flex en de schuifhulsverbindingstechniek van REHAU met RAUTITAN verbindingscomponenten- Systeemtoelatingen voor diameters 16–63: DVGW DW-8501AU2200- De universele buis RAUTITAN flex is conform de norm NBN EN ISO 15875- DIN CERTCO-registratie bevestigt de toepasbaarheid van de buizen in een verwarmingsinstallatie conform DIN 4726/NBN EN ISO 15875 - toepassingsklasse 1-4 / 10 bar en 5 / 8 bar en de daarvoor noodzakelijke dichtheid voor zuurstofdiffusie- ATG 2559 RAUTITAN Flex
Sluiting van de RAUTITAN-buizen in de fabriek garandeert hygiënisch transport en opslag.
d
s
16
5 7 Verwarmingsbuis RAUTHERM S
Afb. 5-9 Verwarmingsbuis RAUTHERM S
- Buizen uit RAU-PE-Xa - Peroxidisch vernet polyethyleen (PE-Xa) volgens NBN EN ISO 15875 en
DIN 16892 - Met zuurstofsperlaag - Zuurstofdicht volgens DIN 4726
- Toepassingsgebied - Oppervlakteverwarming/-koeling, zie:
- Technische informatie 'Oppervlakteverwarming/-koeling'. - Technische informatie 'Huisinstallatiesysteem RAUTITAN'
- Verwarmingsinstallatie in gebouwen. De veiligheidstechnische uitrusting van het verwarmingstoestel moet voldoen aan DIN EN 12828
- ATG 1937 RAUTHERM S
Toelatingen en kwaliteitscertificaten - De verwarmingsbuis RAUTHERM S voldoet aan DIN 16892 en DIN 4726 - DIN CERTCO-registratie voor de diameters 10,1 / 14 / 17 / 20 en 25 bevestigt de geschiktheid van de buizen en de bijbehorende schuifhulsver-bindingstechniek voor verwarmingsinstallaties volgens DIN 4726/ NBN EN ISO 15875 - toepassingsklasse 5 en de daarvoor noodzakelijke dichtheid voor zuurstofdiffusie.
Uitleveringsverpakking
d [mm]
s [mm]
Inhoud [l/m]
10,1 1,1 0,04912 2,0 0,05014 1,5 0,09516 2,0 0,11317 2,0 0,13320 2,0 0,20125 2,3 0,32732 2,9 0,539
Tab. 5-4 Verpakking verwarmingsbuis RAUTHERM S
Afb. 5-10 Diameter/wanddikte
De verwarmingsbuis RAUTHERM S mag niet worden gebruikt voor drinkwaterinstallaties!
d
s
Buiz
en
17
5 8 Technische buisspecificaties
Technische gegevens Eenheid Buis
Universele buisRAUTITAN stabil
Universele buisRAUTITAN flex
VerwarmingsbuisRAUTHERM S
Materiaal – PE-X/Al/PEPE-Xa
EVAL-ommanteldPE-Xa
EVAL-ommanteldKleur (oppervlak) – zilverkleurig zilverkleurig roodKerfslagsterkte bij 20 °C – zonder breuk zonder breuk zonder breukKerfslagsterkte bij -20 °C – zonder breuk zonder breuk zonder breukGemiddelde uitzettingscoëfficiënt
[mm/(m·K)]
0,026 0,15 0,15bij plaatsing met cliphalfschaal
Maat 16–40Maat 50 en 63
––
0,040,1
––
Warmtegeleidingsvermogen [W/(m·K)] 0,43 0,35 0,35Buisruwheid [mm] 0,007 0,007 0,007Zuurstofdiffusie (volgens DIN 4726) – zuurstofdicht zuurstofdicht zuurstofdichtMateriaalconstante C – 33 12 12Bouwmateriaalklasse volgens DIN 4102-1 Bouwproductklasse volgens NEN EN 13501-1
–B2E
B2E
B2E
Maximale/minimale verwerkingstemperatuur [°C] +50/–10 +50/–10 +50/–10Minimale buigradius zonder hulpmiddeld = buisdiameter
– 5 x d 8 x d5 x d (bij
plaatsingstemperatuur > 0 °C)Minimale buigradius met buigveer/gereedschap d = buisdiameter
– 3 x d – –
Minimale buigradius met buisgeleidingsbocht d = buisdiameter
– –3–4 x d sanitair
5 x d sanitair/verwarming5 x d
Beschikbare maten: [mm] 16–40 16–63 10–32
Tab. 5-5 Technische buisspecificaties / richtwaarden
In uitzonderlijke gevallen kunnen tijdens gebruik hier en daar op het buis-oppervlak van de universele buis RAUTITAN stabil kleine blaasjes ontstaan. Ook bij toepassing van betonkernactivering kunnen er tijdens de druktest met perslucht en een langere testduur in uitzonderlijke gevallen blaasjes ontstaan op het buisoppervlak van de RAUTHERM S buis. Deze blaasjes hebben geen invloed op de kwaliteit of de functionaliteit en zijn ongevaarlijk.
18
6 FITTINGEN EN SCHUIFHULZEN
6 1 Onderscheid tussen de verschillende fittingen en schuifhulzen
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de fittingen/schuifhulzen RAUTITAN en de fittingen/schuifhulzen van de REHAU-systemen voor oppervlaktever-warming/koeling.
Toepassingsgebieden van de fittingen en schuifhulzenDrinkwaterinstallatie Verwarmingsinstallatie Oppervlakteverwarming/-koeling
Fitting Schuifhuls Fitting Schuifhuls Fitting Schuifhuls
Tab. 6-1 Toepassingsgebieden van de fittingen en schuifhulzen
Polymere fittingen RAUTITAN PX mogen enkel worden gecombineerd met polymere schuifhulzen RAUTITAN PX.
Afb. 6-1 Ontoelaatbare combinatie van RAUTITAN PX met messing schuifhuls
Fitti
ngen
19
6 2 Fittingen en schuifhulzen van het systeem RAUTITAN
- Gebruik in drinkwater- en verwarmingsinstallatie - Duurzaam dichte schuifhulsverbindingstechniek volgens NBN EN 806, DIN 1988, DVGW-werkblad W 534, DVGW VP 625 en DVGW VP 626
- Goedgekeurd voor inbouwinstallatie volgens DIN 18380 (VOB) - Robuuste verbindingstechniek, bijzonder geschikt voor gebruik op bouwwer-ven
- Zonder O-ring (het buismateriaal dicht vanzelf af) - Eenvoudige visuele controle - Kan onmiddellijk onder druk gezet worden - Door het opwijden van de buis, zijn de binnendiameters van buis en fitting hydraulisch gelijk.
- RAUTITAN RX-fittingen die voor drinkwater bestemd zijn, bestaan uit roodko-per volgens NBN EN 1982
- Geen gevaar voor verwisseling dankzij uniforme schuifhulzen voor alle buis-types bij het universele RAUTITAN-systeem voor drinkwater en verwarming.
- DVGW-registratie (alle afmetingen) - Voor RAUTITAN-buizen in drinkwaterinstallaties - Voor de schuifhulsverbindingstechniek van REHAU
- Monteren van de schuifhulsverbinding met werktuig RAUTOOL - Specifiek ontwikkeld voor het RAUTITAN- of RAUTHERM S-systeem - Ontwikkeling en service rechtstreeks door REHAU.
Afb. 6-2 RAUTITAN PX-fittingen uit PPSU
Afb. 6-5 Schuifhulzen RAUTITAN
- Gebruik fittingen en schuifhulzen RAUTITAN PX, RAUTITAN RX of RAUTITAN SX uitsluitend in drinkwater- en verwarmingsinstallaties.
- Fittingen RAUTITAN PX mogen enkel worden gecombineerd met schuifhulzen RAUTITAN PX.
- Verwissel de verbindingscomponenten RAUTITAN niet met de verbindings-componenten voor de verwarmingsbuis RAUTHERM S (oppervlakteverwar-ming/-koeling) (bv. systeemovergangen RAUTITAN SX van roestvrij staal of RAUTITAN L-aansluitgarnituren voor radiatoren). Combineer geen fittingen en schuifhulzen uit deze beide, verschillende assortimenten.
- Gebruik geen fittingen voor verwarmingsinstallaties (voorzien van een roze markering of als zodanig aangeduid op de verpakking) in drinkwaterinstal-laties.
- Let op de maataanduiding op de fittingen en schuifhulzen. - Raadpleeg de actuele prijslijst voor het juiste toepassingsgebied van de verbindingscomponenten.
De fittingen en schuifhulzen RAUTITAN zijn compatibel met alle eerdere versies van RAUTITAN buizen SDR 7,4. Dit geldt met name voor bestaande installaties die werden uitgevoerd met de melkwitte drinkwaterbuizen RAUTITAN his/RAUHIS en de roze verwarmingsbuizen RAUTITAN pink/RAUPINK. Meer gedetailleerde informatie over de compatibiliteit van de fittingen en schuifhulzen met oudere buizen krijgt u bij uw REHAU verkoopkantoor.
Afmetingen van de RAUTITAN fittingen en schuifhulzen - 16 x 2,2 - 20 x 2,8 - 25 x 3,5 - 32 x 4,4 - 40 x 5,5 - 50 x 6,9 - 63 x 8,6
Afb. 6-3 Fitting RAUTITAN RX (roodkoper)
Afb. 6-4 Fitting RAUTITAN SX (roestvrij staal)
20
6 2 1 Fittingen
Fittingen voor drinkwater en verwarming
Fittingen drinkwater- en verwarmingsinstallatieFittingen zonder schroefdraad
Afm. 16–40 Afm. 50–63
RAUTITAN PX RAUTITAN RXMateriaal PPSU RoodkoperSchroef-, soldeer-, persfittingen
Afm. 16–63
RAUTITAN RXMateriaal Roodkoper
Afm. 16–40
RAUTITAN SXMateriaal Roestvrij staal
Tab. 6-2 Fittingen drinkwater- en verwarmingsinstallatie
Materiaal - RAUTITAN PX: Polyfenylsulfon
Materiaalaanduiding: PPSU - RAUTITAN RX: Roodkoper volgens NBN EN 1982 (materiaalaanduiding CK 299)
Materiaalaanduiding: Rg
- RAUTITAN SX:Roestvrij staal (materiaalaanduiding 1.4404/1.4408) De fittingen zijn geproduceerd volgens NBN EN 10088, deel 3
Herkenning van fittingen voor verwarmingsinstallaties
Afb. 6-6 Fittingen uitsluitend voor verwarmingsinstallaties
- Gebruik fittingen van het systeem RAUTITAN, die voorzien zijn van een roze markering of op de verpakking als verwarmingsfitting zijn aangeduid, uitslui-tend in verwarmingsinstallaties met RAUTITAN (bv. L-aansluitgarnituren voor radiatoren, T-aansluitgarnituren voor radiatoren, kruisfittingen).
- Raadpleeg de actuele prijslijst voor het juiste toepassingsgebied van de verbindingscomponenten.
6 2 2 Schuifhulzen
Schuifhulzen van het universele systeem RAUTITAN voor drinkwater en verwarming
RAUTITAN PX RAUTITAN MX
Afmetingen
16 x 2,2 mm20 x 2,8 mm25 x 3,5 mm32 x 4,4 mm40 x 5,5 mm
50 x 6,9 mm63 x 8,6 mm
Materiaal PVDF (polyvinylideenfluoride)Thermisch ontspannen
messing volgensNBN EN 1254-3
Kenmerken
- Kan van weerszijden op de fitting worden geschoven
- Zwart
- Kan slechts van één zijde op de fitting worden geschoven
- Messingkleur - Een omtrekgroef
Tab. 6-3 Schuifhulzen RAUTITAN
- Geschikt voor alle buistypes van het universele systeem RAUTITAN voor drinkwater en verwarming
- Duurzaam dichte schuifhulsverbindingstechniek - Voldoet aan NBN EN 806, DIN 1988 en DVGW-werkblad W 534 - Geschikt voor inbouwinstallatie volgens DIN 18380 (VOB)
- Geen gevaar voor verwisseling dankzij uniforme schuifhulzen voor alle buis-types van het universele systeem RAUTITAN voor drinkwater en verwarming.
- Bestaande RAUTITAN schuifhulzen uit messing kunnen zonder meer met RAUTITAN fittingen uit messing, roodkoper of roestvrij staal worden verwerkt.
Afb. 6-7 Schuifhuls RAUTITAN PX uit PVDF
Afb. 6-8 Schuifhuls RAUTITAN MX uit messing
Fitti
ngen
21
6 3 Fittingen en schuifhulzen voor de verwarmingsbuis RAU-THERM S
- Verwissel de fittingen en schuifhulzen voor de verwarmingsbuis RAUTHERM S (oppervlakteverwarming/-koeling) niet met de fittingen en schuifhulzen RAUTITAN (bv. systeemovergangen RAUTITAN SX of RAUTITAN L-aansluitgar-nituren voor radiatoren).
- Let op de maataanduiding op de fittingen en schuifhulzen. - Raadpleeg de actuele prijslijst voor het juiste toepassingsgebied van de verbindingscomponenten.
6 3 1 Fittingen voor de verwarmingsbuis RAUTHERM S
Afb. 6-9 Schuifhulsfitting voor de verwarmingsbuis RAUTHERM S
Fittingen voor de verwarmingsbuis RAUTHERM S
Afmetingen
10,1 x 1,1 mm12 x 2,0 mm14 x 1,5 mm16 x 2,0 mm17 x 2,0 mm20 x 2,0 mm25 x 2,3 mm32 x 2,9 mm
Materiaal Messing met zilverkleurige oppervlaktelaag
Tab. 6-4 Fittingen voor verwarmingsbuis RAUTHERM S
De duurzaam dichte schuifhulsverbindingstechniek is volgens DIN 18380 (VOB) toegelaten voor installatie in chape en beton alsook onder pleisterwerk, zonder inspectieopening.
6 3 2 Schuifhulzen voor de verwarmingsbuis RAUTHERM S
Afb. 6-10 Schuifhuls voor de verwarmingsbuis RAUTHERM S
Kenmerken
Maten Kenmerken
10,1 x 1,1Een omtrekgroef, messing met zilverkleurige oppervlaktelaag
12 x 2,0Een omtrekgroef, messing zonder zilverkleurige oppervlaktelaag
14 x 1,5Twee omtrekgroeven, messing met zilverkleurige oppervlaktelaag
16 x 2,0Een omtrekgroef, messing met zilverkleurige oppervlaktelaag
17 x 2,020 x 2,025 x 2,332 x 2,9
Twee omtrekgroeven, messing met zilverkleurige oppervlaktelaag
Schuifhulzen voor oppervlakteverwarming/-koeling kunnen slechts van één zijde op de fitting worden geschoven.
22
6 4 Overgang naar andere buismaterialen
- Maak de schuifhulsverbinding pas na het solderen. - Laat de plaats waar het soldeersel zich bevindt volledig afkoelen. - Een rechtstreekse schroefverbinding tussen schroeffittingen RAUTITAN MX uit ontzinkingsbestendig speciaal messing en schroeffittingen SX uit roestvrij staal is niet toegestaan. Wij adviseren het gebruik van een tussenstuk uit roodkoper.
- Een rechtstreekse schroefverbinding tussen fittingen RAUTITAN SX uit roestvrij staal en fittingen uit verzinkt staal is volgens NBN EN 806-4 ontoe-laatbaar. Wij adviseren het gebruik van een tussenstuk uit non-ferrometaal (bv. roodkoper).
- Om de schroefkoppelingen van RAUTITAN fittingen te verlengen, adviseren wij het gebruik van een kraanverlengstuk van roodkoper.
Wanneer bijvoorbeeld bij reparaties of uitbreidingen van het leidingstelsel een systeemovergang nodig is naar het systeem RAUTITAN of naar de REHAU systemen voor oppervlakteverwarming/-koeling, moet omwille van de garantie en voor een duidelijke scheiding tussen de verschillende systemen altijd een schroefverbinding worden gebruikt.Deze regel geldt niet bij gebruik van de soldeer-persovergang RAUTITAN RX en de systeem-persovergang RAUTITAN SX uit roestvrij staal.
Gebruik bij een overgang van het systeem RAUTITAN naar soldeer- of metaal-perssystemen (radiale persverbinding volgens DVGW-werkblad W 534) de soldeer-persovergang RAUTITAN RX, bv. bij de materialen koper of zachtstaal (verwarmingsinstallatie).Bij gebruik van metaalperssystemen dient u erop te letten dat de oppervlakken van het soldeer-persuiteinde vrij zijn van groeven en vervormingen.Volg de instructies van de fabrikant van het metaalperssysteem.
Afb. 6-13 Overgang met buitendraad en soldeer-persovergang
Afb. 6-14 Fittingen RAUTITAN voor overgang naar andere materialen
Afb. 6-15 Overgang met buitendraad RAUTITAN ingeschroefd in: (a) Messing fittingen (b) Systemen met verzinkte buizen en fittingen
Afb. 6-16 Soldeer-persovergang RAUTITAN RX met koperperssysteem
Gebruik soldeer- en vloeimiddelen die geschikt zijn voor zacht- of hardsolde-ren
In drinkwaterinstallaties alleen zachtsolderen.
Afb. 6-17 Soldeer-persovergang RAUTITAN RX in koperbuissysteem gesoldeerd
Afb. 6-11 Fittingen RAUTITAN RX (roodkoper)
Afb. 6-12 Fitting RAUTITAN SX (roestvrij staal)
(a)
(b)
Fitti
ngen
23
Overgang naar systemen van roestvrij staal
Afb. 6-18 Systeemovergang met buitendraad RAUTITAN SX uit roestvrij staal en systeem-persovergang RAUTITAN SX uit roestvrij staal
Systeemovergang uit roestvrij staal - Voor de koppeling van installatiesystemen uit roestvrij staal worden systeem-persovergangen RAUTITAN SX en systeemovergangen met buitendraad RAUTITAN SX, beide uit roestvrij staal, aanbevolen.
- Verwissel de fittingen RAUTITAN SX niet met de fittingen met zilverkleurig oppervlak, die gebruikt worden voor de verbinding van de verwarmingsbuis RAUTHERM S (oppervlakteverwarming/-koeling).
- Let op de maataanduiding op de fittingen.
Schroeffittingen van roestvrij staal - Gebruik geen dichtingstapes of -materialen (bv. van teflon) die wateroplosbare chloride-ionen afgeven.
- Gebruik dichingsmiddelen die geen wateroplosbare chloride-ionen afgeven (bv. hennep).
- Om spleetcorrosie te voorkomen bij schroefverbindingen met fittingen RAUTITAN SX, raden wij aan hennep te gebruiken als dichtingsmiddel.
Afb. 6-19 Systeemovergang met buitendraad RAUTITAN SX uit roestvrij staal en systeem-persovergang RAUTITAN SX uit roestvrij staal
Wanneer het systeem RAUTITAN met vreemde systemen van roestvrij staal wordt verbonden door middel van armaturen (bv. inbouwkranen of waterme-ters), is het gebruik van de overgangen RAUTITAN SX niet vereist.
De materiaalcombinatie messing–roestvrij staal behoort reeds lang tot de algemeen erkende regels van de techniek. De directe overgang naar vreemde systemen wordt echter niet duidelijk geregeld in de fabrieksgarantierichtlijnen van de aanbieders van roestvrijstalen systemen.
Voor de directe systeemkoppeling aan installatiesystemen van roestvrij staal adviseert REHAU de systeem-persovergangen RAUTITAN SX en systeemover-gangen met buitendraad RAUTITAN SX (beide van roestvrij staal).
Voor de systeem-persovergangen RAUTITAN SX gelden dezelfde verwerkings-richtlijnen als voor de soldeer-persovergangen RAUTITAN RX.
24
Afb. 6-20 Inbouwsituatie systeemovergang naar een inbouwkraan (voorbeeld)
1 RVS-systeem met inbouwkraan 2 Systeem RAUTITAN met schroefdraadovergang RAUTITAN RX
Afb. 6-21 Rechtstreekse overgang van RVS-systemen naar het systeem RAUTITAN tot maat 32 of bij schroefdraad tot R1/Rp1 (voorbeeld)
1 RVS-systeem 2 Systeem RAUTITAN met overgangen RAUTITAN SX (roestvrij staal) en RAUTITAN RX (roodkoper)
Afb. 6-22 Geen rechtstreekse overgang van RVS-systemen met RAUTITAN MX
1 RVS-systeem 2 Systeem RAUTITAN met overgang RAUTITAN MX (messing)
1 2
1
2
1
2
Fitti
ngen
25
6 5 Aansluiting aan armaturen
Afb. 6-23 Overgang met wartelmoer RAUTITAN
Door middel van overgangen met wartelmoer kunnen zeer eenvoudig appara-ten en armaturen worden aangesloten.
RAUTITAN buismaatOvergang RAUTITAN Armaturen
met wartelmoer vlakdichtend met buitendraad voor aansluiting op metalen buis met schroefdraad volgens DIN 3546, deel 1Artikelomschrijving
16 16 - G½ –16 16 - G¾ G¾20 20 - G½ –20 20 - G¾ G¾25 25 - G¾ –25 25 - G1 G132 32 - G1 –32 32 - G1¼ G1¼32 32 - G1½ –40 40 - G1½ G1½40 40 - G2 –50 50 - G1¾ G1¾63 63 - G2⅜ G2⅜
Tab. 6-5 Overeenstemmingstabel van overgang met wartelmoer RAUTITAN met armaturen met buitendraad
6 6 Aanwijzingen voor het gebruik van de verbindingscomponenten
- Span de schroefdraadverbindingen niet te hard aan. - Gebruik een passende steeksleutel. Span de fitting niet te hard aan in de bankschroef.
- Het gebruik van buistangen kan leiden tot beschadiging van fittingen en schuifhulzen.
- Wikkel niet te veel hennep rond de schroefverbindingen. De top van de schroefdraad moet nog zichtbaar zijn.
- Vervorm fittingen en schuifhulzen niet door er bv. met een hamer op te slaan.
- Gebruik enkel schroefdraad volgens ISO 7-1, NBN EN 10226-1 of ISO 228. Andere types schroefdraad zijn niet toegelaten.
- Zorg ervoor dat de verbindingscomponenten tijdens montage en gebruik vrij zijn van ontoelaatbare mechanische spanning. Zorg voor voldoende bewegingsmogelijkheid voor de buizen (bv. door buigbenen).
- Gebruik geen vervuilde of beschadigde systeemcomponenten, buizen, fittingen, schuifhulzen of dichtingen.
- Controleer bij het losmaken van verbindingen met vlakke dichtingen (o.a.) of het dichtingsvlak niet beschadigd is voordat u de verbinding opnieuw tot stand brengt, en gebruik zo nodig een nieuwe dichting.
Houd bij het gebruik van schroefdraadfittingen rekening met de volgende aanwijzingen: - Gebruik uitsluitend dichtingsmiddelen die zijn goedgekeurd voor gas- en waterinstallaties (bv. DVGW-gecertificeerde dichtingsmiddelen).
- De hefboomarm van montagegereedschappen mag niet worden verlengd, bv. met een buis.
- Schroef schroefverbindingen zodanig samen dat het einde van de schroef-draad zichtbaar blijft.
- Controleer de compatibiliteit van schroefdraadtypes volgens ISO 7-1, NBN EN 10226-1 met schroefdraadtypes volgens ISO 228, bv. op tolerantie en gangbaarheid, voordat u de verbinding tot stand brengt. Andere types schroefdraad zijn niet toegelaten.
- Let bij het gebruik van lange schroefdraden op de maximaal mogelijke lengte waarover de schroefdraad ingeschroefd kan worden en controleer of de diepte van de onderdelen met binnenschroefdraad toereikend is.
- Gebruik bij vlakdichtende schroefverbindingen met G-binnendraad uitsluitend passende tegenstukken met G-buitendraad.
De schroefdraden van fittingen met schroefovergang zijn als volgt uitgevoerd: - Schroefdraad volgens ISO 7-1 en NBN EN 10226-1:
- Rp = cylindrische binnenschroefdraad - R = conische buitenschroefdraad
- Schroefdraad volgens ISO 228: - G = cylindrische schroefdraad, niet in de schroefdraad afdichtend
Verwerkingstemperatuur - Niet verwerken bij een temperatuur beneden -10 °C. - Niet verwerken bij een temperatuur boven +50 °C.
26
Uitlijnen van de fittingen
Afb. 6-24 Niet uitlijnen met een hamer
Lijn fittingen alleen uit met geschikt gereedschap, bv.buisnippels of steeksleutels.
Bescherming tegen corrosie of beschadiging
Afb. 6-25 Vermijd corrosiegevaar
Afb. 6-26 RAUTITAN PX: Vermijd contact met schroefdraadlijm, lak en draadsnijolie
Afb. 6-27 RAUTITAN PX: Vermijd contact met lijmen zoals pvc-lijm
Afb. 6-28 RAUTITAN PX: Vermijd ongewild contact met agressieve stoffen
Afb. 6-29 Bescherm de verbindingscomponenten tegen corrosie en beschadiging
- Bescherm fittingen en schuifhulzen door middel van een geschikt omhul-sel tegen contact met metselwerk of chape, cement, gips, snelwerkende bindmiddelen, agressieve media en andere corroderende materialen en stoffen.
- Bescherm fittingen, buizen en schuifhulzen tegen vocht. - Zorg ervoor dat de gebruikte dichtingsmiddelen, reinigingsmiddelen, montageschuimen, isolatie, beschermtape en plakband, schroefdraaddich-tingsmiddelen enz. geen bestanddelen bevatten die spanningsscheuren of corrosie kunnen veroorzaken, zoals b.v. ammoniak, ammoniakhoudende middelen, aromatische en zuurstofhoudende oplosmiddelen (bv. ketonen en ether), chloorkoolwaterstoffen of uitspoelbare chloride-ionen.
- Bescherm fittingen, buizen en schuifhulzen tegen vuil, boorstof, primers en lijmen, mortel, olie, vet, verf, lak, hecht- en beschermgrondlagen, oplosmid-delen enz.
- Buizen in agressieve omgevingen (bv.in dierenverblijven, ingegoten in beton, in de omgeving van zeewater, reinigingsmiddelen) moeten afdoende en diffusiedicht (bv. tegen agressieve gassen, gistingsgassen, chloorhoudende media) tegen corrosie worden beschermd.
- Bescherm systemen tegen contact met chemicaliën en beschadiging (bv. tijdens de bouwfase, in de buurt van voertuigen, machines of in dierenver-blijven, het aanvreten door dieren).
RAUTITAN PX - Gebruik uitsluitend lekzoekmiddelen (bv. schuimende middelen) met het recentste DVGW-certificaat, die bovendien door de betreffende fabrikant zijn vrijgegeven voor de materialen PPSU en PVDF.
- Gebruik in de leidinginstallatie uitsluitend dichtingsmiddelen, montage-schuimen, isolatie, beschermtapes en plakbanden, schroefdraadlijmen en vloeimiddelen die door de betreffende fabrikant zijn vrijgegeven voor de materialen PPSU en PVDF.
- Controleer bij gebruik van de verbindingscomponenten of het materiaal geschikt is voor de betreffende toepassing.
- Contact met aromatische en zuurstofhoudende oplosmiddelen (bv. ketonen en ether) en met halogeenkoolwaterstoffen (bv. chloorkoolwaterstoffen) is ontoelaatbaar.
- Contact met watergedragen acryllakken, hecht- en beschermgrondlagen is ontoelaatbaar.
RAUTITAN SX - Gebruik geen dichtingstapes of -materialen (bv. van teflon) die wateroplos-bare chloride-ionen afgeven.
- Gebruik dichingsmiddelen die geen wateroplosbare chloride-ionen afgeven (bv. hennep).
- Om spleetcorrosie te voorkomen bij schroefverbindingen met fittingen RAU-TITAN SX, raden wij aan hennep te gebruiken als dichtingsmiddel.
WateradditievenBij gebruik van inhibitoren, antivriesmiddelen en andere verwarmingswaterad-ditieven, kunnen de buisleidingen beschadigd raken. Goedkeuring door de betreffende fabrikant en door onze technische dienst is noodzakelijk.Raadpleeg in dat geval uw REHAU-verkoopkantoor.
PVC PRIMER PVC GLUE
RAUT
OOL
1
7 MONTAGEWERKTUIGEN RAUTOOL
- Lees de respectieve handleiding van elk gereedschap grondig door voordat u ermee gaat werken.
- Indien de handleiding niet meer bij het gereedschap zit of niet beschikbaar is, moet u ze opvragen of downloaden van het internet..
- Beschadigde of beperkt functionerende gereedschappen mag u niet meer gebruiken en stuurt u voor reparatie terug naar uw REHAU-verkoopkantoor.
Bedieningshandleidingen kunt u op het internet downloaden via www.rehau.be.
Raadpleeg de prijslijst 'Gebouwentechniek' voor de leveringsomvang van de RAUTOOL montagegereedschappen.
- De RAUTOOL montagegereedschappen zijn speciaal ontworpen voor de REHAU-producten.
- Ontwikkeling en service rechtstreeks door REHAU. - De RAUTOOL montagegereedschappen worden voortdurend verbeterd en verder ontwikkeld.
- U kunt kiezen uit verschillende aandrijvingen voor de RAUTOOL montagege-reedschappen.
- Bij de verbindingsmaten 16/20, 25/32 en 40: - hydraulisch of manueel opwijden mogelijk
- Bij de verbindingsmaten 16-32: - Dubbele persbek, 2 buismaten kunnen worden verwerkt zonder van
gereedschap te wisselen. - Flexibele en goede hantering van de gereedschappen.
- Compacte vorm. - Gemakkelijke montage, ook in moeilijke houdingen (ongunstige inbouw-
situatie). - Scheiding van aandrijfeenheid en persgereedschap bij hydraulische
werktuigen, RAUTOOL H1/H2, E2,/E3 en G1/G2. - Bij de schuifhulsverbindingstechniek van REHAU moeten de buizen niet gekalibreerd worden.
- Het inkorten van buizen in alle maten gebeurt snel en plaatsbesparend dankzij de buisscharen van REHAU. Het gebruik van mantelbuisafsnijders is niet nodig.
Aanwijzingen voor persbekken in maat 40
Persbek voor schuifhulzen RAUTITAN PX maat 40Persbek nieuw
Ø 40 Schuifhulzen
Ø 40Persbek oud
Ø 40Schuifhuls
RAUTITAN PX Ø 40
Persbek 40(zwart)1201801100112018031001
Persbek 40(goudgeel)137805-001138223-001
Persbek M1 40(zwart)1201798100112018041001
Persbek M1 40(goudgeel)137374-001138333-001
Persbek G1/G2 40(zwart)12018021001
Persbek G1/G2 40(goudgeel)137964-001
Tab. 7-1 Persbek voor schuifhulzen PX maat 40
Schuifhulzen RAUTITAN PX van maat 40 moeten worden geperst met de nieuwe zwarte persbek maat 40.
De bestaande persbek (goudgeel) van andere maten 16 x 2,2 / 20 x 2,8 / 25 x 3,5 / 32 x 4,4 / 50 x 6,9 en 63 x 8,6 blijft verder bruikbaar.
- Schuifhulzen RAUTITAN PX van maat 40 mogen uitsluitend met de nieuwe RAUTOOL persbek (zwart) maat 40 worden geperst.
- Meer informatie over de vervanging van de oude persbek 40 (goudgeel) krijgt u bij uw REHAU verkoopkantoor.
- Monteer schuifhulsverbindingen enkel met behulp van RAUTOOL gereedschap. Wanneer voor de montage van de verbindingen werktuigen van andere fabrikanten worden gebruikt, dan moeten deze door de betreffende fabrikant zijn vrijgegeven voor de verwerking van het systeem RAUTITAN en meer bepaald voor de nieuwe fittingen en schuifhulzen RAUTITAN PX.
2
Schuifhulsgereedschappen RAUTOOL - Voor het RAUTITAN-systeem - Voor de REHAU-systemen voor oppervlakteverwarming/-koeling - Voor speciale programma's, bv.de industriële leidingsystemen van REHAU, RAUTHERMEX-programma voor blok- en stadsverwarming
- Verschillende uitbreidingssets en toebehoren (zie prijslijst RAUTOOL monta-gegereedschappen)
De hydraulische gereedschappen RAUTOOL H2 en RAUTOOL A2/A3/A-light/A-light2 zijn onderling compatibel en kunnen worden uitgerust met dezelfde systeemtoebehoren.
7.1 RAUTOOL M1
- Manueel schuifhulsgereedschap voor de maten 16 tot 40 - Voordelig en robuust instapmodel - Ideaal om onafhankelijk van netvoeding te kunnen werken
Gebruik de persbek M1 uitsluitend in combinatie met RAUTOOL M1.
7.2 RAUTOOL H2
- Mechanisch-hydraulisch schuifhulsgereedschap voor de maten 16 tot 40 - Met overdrukgeregelde voet- en handpomp - Ideaal om onafhankelijk van netvoeding te kunnen werken - Ergonomisch draaigewricht op schuifcilinder
7.3 RAUTOOL A3
- Accu-hydraulisch schuifhulsgereedschap voor de maten 16 tot 40 - Aandrijving via een accu-aangedreven hydraulisch aggregaat dat zich recht-streeks op de gereedschapscilinder bevindt
- De schuifcilinder kan optioneel ook worden gebruikt voor het hydraulisch opwijden van buizen
- Leveromvang: Li-Ion-accu (18 V / 3,0 Ah), toebehoren en systeemkoffer
7.4 RAUTOOL A-light2 Kombi
- Gecombineerd accu-hydraulisch schuifhuls- en opwijdgereedschap voor de maten 16 tot 40
- Flexibel toepasbaar - Makkelijke hantering door innovatief omschakelmechanisme - Opwijdeenheid met Quick Change - Leveromvang: Li-Ion-accu (18 V / 1,3 Ah), toebehoren en systeemkoffer
7.5 RAUTOOL A-light2
- Accu-hydraulisch schuifhulsgereedschap voor de maten 16 tot 40 - Makkelijke hantering en compacte vormgeving - De schuifcilinder kan optioneel ook worden gebruikt voor het hydraulisch opwijden van buizen
- Leveromvang: Li-Ion-accu (18 V / 1,3 Ah), toebehoren en systeemkoffer
RAUT
OOL
3
7.6 RAUTOOL G2
- Accu-hydraulisch schuifhulsgereedschap voor de maten 40 tot 110 - Zowel geschikt voor de bouwplaats als voor prefabricage - Leveromvang: Li-Ion-accu (18 V / 3,0 Ah), toebehoren en systeemkoffer - Dankzij individueel uitbreidbare toebehoren inzetbaar van maat 40 tot 110
7.7 RAUTOOL M-light
- Manueel perswerktuig voor de schuifhulzen RAUTITAN PX maten 16 en 20 - Niet geschikt voor verwerking van schuifhulzen van messing
7.8 RAUTOOL Xpand QC
- Lichte en compacte accu-opwijder - Geschikt voor de maten 16 tot 40 - Leveromvang: Li-Ion-accu (18 V / 1,3 Ah) - Compatibel met de lader en accu's van de RAUTOOL gereedschappen A-light2/A3/G2
7.9 RAUTOOL K10 x 1,1
- Manueel combigereedschap voor het opwijden en persen van de verwarmingsbuis RAUTHERM S 10,1 x 1,1 mm
- Toepassingsgebied: maat 10,1 x 1,1
7.10 RAUTOOL K12 x 2,0
- Manueel combigereedschap voor het opwijden en persen van de verwarmingsbuis RAUTHERM S 12 x 2,0 mm
- Toepassingsgebied: Maat 12 x 2,0
7.11 RAUTOOL K14 x 1,5
- Manueel combigereedschap voor het opwijden en persen van de verwarmingsbuis RAUTHERM S 14 x 1,5 mm
- Toepassingsgebied: Maat 14 x 1,5
4
8 BUISSCHAREN
- Mes van de buisschaar regelmatig op beschadiging controleren en eventueel mes of schaar vervangen. Een beschadigd of bot mes leidt tot braam of groeven in de buis waardoor ze tijdens het opwijden op die plaats kan inscheuren.
- Verwijder ondeskundig afgesneden buisuiteinden. - In geval van scheurvorming op de plaats waar de buis opgewijd is, moet u het beschadigde buisuiteinde afknippen en opnieuw opwijden.
Let er bij het inkorten van buizen op: - dat u de geschikte buisschaar gebruikt voor elk buistype. - dat u de buizen braamvrij en onder een rechte hoek inkort. - dat de buisscharen onbeschadigd zijn.
Reservemessen voor de buisscharen kunnen worden nabesteld (behalve voor buisschaar 25).
Buismaten 16/20 25 tot 40
Universele buis RAUTITAN stabil
Buisschaar 16/20 RAUTITAN
Buisschaar 40 stabil
Buismaten tot 20 tot 25 tot 40 40 tot 63
Universele leiding RAUTITAN flex
Verwarmingsbuis RAUTHERM S RAUTHERM S
Buisschaar 16/20 RAUTITAN
Buisschaar 25 Buisschaar 40 stabil Buisschaar 63
Tab. 8-1 Keuze van de buisschaar
RAUT
OOL
5
8.1 Buisschaar 16/20 RAUTITAN
Afb. 8-1 Afkorten van een universele buis RAUTITAN stabil met de buisschaar 16/20 RAUTITAN
Voor het braamvrij en recht inkorten van universele buis RAUTITAN stabil in de maten 16 en 20.
Universele buis RAUTITAN stabil in de maten 16 en 20 uitsluitend inkorten met behulp van buisschaar 16/20 RAUTITAN.
PE-X-buizen kunnen ook met de buisschaar 16/20 RAUTITAN worden inge-kort.
Afb. 8-2 Kaliber
Bij gebruik van de knelkoppelingsset de universele buis RAUTITAN stabil (buismaten 16 en 20) kalibreren met behulp van het kaliber dat zich op de zijkant van de buisschaar 16/20 RAUTITAN bevindt.
8.2 Buisschaar 25
Uitsluitend voor het braamvrij inkorten van PE-X-buizen tot maat 25 (zie "Tab. 8-1 Keuze van de buisschaar")
8.3 Buisschaar 40 stabil
Uitsluitend voor het braamvrij inkorten van PE-X-buizen tot maat 40 en van RAUTITAN stabil van maat 25 tot 40 (zie "Tab. 8-1 Keuze van de buisschaar").
8.4 Buisschaar 63
Uitsluitend voor het braamvrij inkorten van RAUTITAN-buizen of PE-X-buizen in de maten 40–63 (zie "Tab. 8-1 Keuze van de buisschaar")
6
9 OPWIJDGEREEDSCHAPPEN
9.1 Opwijdkoppen en opwijdbits voor buizen
Opwijdkoppen Opwijdbits Opwijdkop voor RAUTOOL G2Buismaten 16/20/25/32 40
Universele buis RAUTITAN stabil
Buismaten 16/20/25/32 40 40/50/63
Universele buis RAUTITAN flex
Buismaten 17/20/25/32
Verwarmingsbuis RAUTHERM S De RAUTHERM S buis 16 x 2,0 wordt opgewijd met behulp van de opwijd-kop 16 x 2,2 (blauwe kleurcode).
Tab. 9-1 Keuze van het opwijdgereedschap
Opwijdkop voor RAUTITAN radiator-aansluitgarnituren
Afb. 9-1 Opwijdkop 15 x 1,0 QC
Opwijdkop 15 x 1,0 QC voor RVS- of koperen buizen 15 x 1,0 van de radiator-aansluitgarnituren RAUTITAN.Het gebruik van de opwijdkop 15 x 1,0 QC staat beschreven in de Technische Informatie "Huisinstallatiesysteem RAUTITAN" in het hoofdstuk "Montagevoorschriften voor radiatorgarnituren".
RAUT
OOL
7
Aanwijzingen bij opwijdtang QC en opwijdtang RO
Opwijdtangen en bijbehorende opwijdkoppenOpwijdtang QC Opwijdkoppen Opwijdtang RO Opwijdkoppen
Materiaalnummer12141761001
QC
Materiaalnummer11395921001
QC
RO RO
Tab. 9-2 Opwijdtangen en bijbehorende opwijdkoppen
De zwarte opwijdtang QC kan onbeperkt worden gebruikt met de bestaande opwijdkoppen RO en de nieuwe opwijdkoppen QC.
De nieuwe opwijdkoppen QC met een markeerring mogen niet worden gebruikt met de vroegere opwijdtang RO (zilverkleurig).
Opwijdset 16/20
Afb. 9-2 Opwijdset 16/20
De opwijdset 16/20 wordt gebruikt voor het opwijden van RAUTITAN flex en RAUTHERM S 16 x 2,0 in combinatie met de werktuigen RAUTOOL H2/ A2/A3/A-light/A-light2 en RAUTOOL E2/E3.
Onderscheid tussen de verschillende opwijdkoppen - Opwijdkop voor universele buis RAUTITAN stabil
- Groene kleurcode - Zwarte moer in de maten 16–32 - Afgeschuinde opwijdsegmenten
- Opwijdkop voor universele buis RAUTITAN flex - Blauwe kleurcode - Zilverkleurige moer in de maten 16–32 - Opwijdsegmenten zonder afschuining
- Opwijdkop voor verwarmingsbuis RAUTHERM S - Rode kleurcode - Zilverkleurige moer in de maten 17–32 - Opwijdsegmenten zonder afschuining
- Opwijdkop 15 x 1,0 voor radiator-aansluitgarnituren RAUTITAN - Geen kleurcode - Voor het opwijden van aansluitgarnituren uit roestvrij staal of koper
8
9.2 Opwijdbits
In combinatie met de gereedschappen RAUTOOL H2, E2/E3, A2, A3, A-light en A-light2 kunnen de volgende opwijdbits worden gebruikt: - Universele opwijdbit 25/32 systeem RO - Opwijdbit 40 x 6,0 stabil - Opwijdbit 40 x 5,5
Universele buis RAUTITAN stabil van maat 40 enkel opwijden met de opwijdbit 40 x 6,0 stabil. - Opwijden enkel mogelijk met RAUTOOL H2, E2/E3, A2, A3, A-light en A-light2.
- Opwijden niet mogelijk met de RAUTOOL G1/G2 en M1.
9.3 Veiligheidsinstructies voor de opwijdkoppen
- Gebruik geen beschadigde (bv. gebogen, afgebroken, gebarsten) segmenten of opwijdkoppen.
- Zorg ervoor dat de buis over de volledige omtrek gelijkmatig wordt opgewijd. - Gooi ongelijkmatig opgewijde buisuiteinden weg. - Controleer de opwijdkop op schade, eventueel een test doen om de gelijk-matige opwijding te controleren (bv. geen groeven, geen lokale overmatige opwijding van het buismateriaal).
- Vervang defecte opwijdkoppen. - Smeer geen vet e.d. op het oppervlak van de opwijdsegmenten. - Conus van de opwijdtang invetten. - Gebruik geen vervuilde opwijdkoppen, buizen of verbindingscomponenten. - Bij scheurvorming ter hoogte van het opgewijde deel of indien het buisuitein-de niet correct is opgewijd, beschadigd buisuiteinde afknippen en opnieuw opwijden.
- Zorg ervoor dat de juiste opwijdkop wordt gebruikt voor het betreffende buistype en de buismaat.
Afb. 9-3 Beschadiging van het buismateriaal door een defecte opwijdkop
- Hulpmiddelen (borstel, smeervet enz.) vindt u in de gereedschapskoffer. - De universele buis RAUTITAN flex en de verwarmingsbuis RAUTHERM S zijn voorzien van een zuurstofsperlaag. De zuurstofsperlaag is niet altijd zo flexibel als de basisbuis uit vernet polyethyleen. Daarom moet bij het opwijden van de buizen bij een lage verwerkingstem-peratuur bijvoorbeeld rekening worden gehouden met een lichte scheur-vorming in de sperlaag. Deze scheurtjes tasten de deugdelijkheid van de buis niet aan en hebben geen invloed op op de betrouwbaarheid van de schuifhulsverbinding. Aangezien de scheurtjes zich ter hoogte van de schuif-hulsverbinding bevinden en aan weerszijden omsloten zijn door de fitting of schuifhuls, hebben ze geen noemenswaardige invloed op de zuurstofdicht-heid volgens DIN 4726.
Verb
indi
ngst
echn
iek
9
10 DE SCHUIFHULSVERBINDING TOT STAND BRENGEN
Op de volgende pagina's wordt ter illustratie de schuifhulsverbindingstechniek van REHAU getoond voor de maten 16 – 32. Voor het gebruik van de gereed-schappen en de montage van de verbindingen in andere buismaten verwijzen wij naar de respectieve handleidingen van de gereedschappen.
- Monteer schuifhulsverbindingen enkel met behulp van RAUTOOL gereedschap. Wanneer voor de montage van de verbindingen werktuigen van andere fabrikanten worden gebruikt, dan moeten deze door de betreffende fabrikant zijn vrijgegeven voor de verwerking van het systeem RAUTITAN en meer bepaald voor de nieuwe vormstukken en schuifhulzen RAUTITAN PX.
- Gebruik voor het monteren van de verbindingen enkel daarvoor geschikte montagegereedschappen.
- Neem voor het gebruik van de gereedschappen en het monteren van de verbindingen de respectieve handleidingen, bijsluiters en deze technische informatiebrochure in acht.
- Gebruik geen vervuilde of beschadigde verbindingscomponenten of gereed-schappen.
- Werktuigen met accu- of netvoeding zoals A light 2, A3, E3, G2 zijn niet geschikt voor continubedrijf. Na ca. 50 perscycli na elkaar moet een pauze van minimaal 15 minuten worden ingelast om het toestel te laten afkoelen.
- Raadpleeg de actuele prijslijst voor het juiste toepassingsgebied van de verbindingscomponenten.
Verwerkingstemperatuur - Niet verwerken bij een temperatuur beneden -10 °C. - Niet verwerken bij een temperatuur boven +50 °C.
In de buurt van de minimale verwerkingstemperatuur (–10 °C) raden wij aan RAUTOOL gereedschappen met hydraulische krachtoverbrenging te gebruiken om de montage te vergemakkelijken.
Bedieningshandleidingen kunt u downloaden op de website www.rehau.be.
- Uniforme schuifhulsverbindingstechniek van REHAU - Permanent dichte verbinding - Zonder O-ring (het buismateriaal dicht vanzelf af) - Eenvoudige visuele controle - Kan onmiddellijk onder druk gezet worden - Buizen moeten niet gekalibreerd en afgebraamd worden - Robuuste verbindingstechniek, bijzonder geschikt voor gebruik op bouwwerven
10.1 Buis afkorten
De universele buis RAUTITAN stabil 40 x 6,0 heeft een kortere opwijdlengte dan de andere RAUTITAN buizen van maat 40.Bij correct opwijden en volledig inschuiven, eindigt het opgewijde buisdeel op ca. 6 mm voor de fittingkraag.Hierdoor worden de Z-maten telkens 4 mm langer. De af te snijden buislengte wordt daardoor ca. 8 mm korter.
1. Controleer of de buisschaar perfect in orde is voordat u aan de slag gaat.2. Let op het buistype en gebruik de passende buisschaar.3. Kort de buis braamvrij en onder een rechte hoek in met behulp van de
buisschaar. Respecteer de veiligheidsafstand tussen de hand waarmee u de buis vasthoudt en de buisschaar.
Afb. 10-1 Buis recht inkorten
4. Zorg ervoor dat de verbinding en de verdere verwerking enkel wordt uitgevoerd op recht afgesneden buisdelen (zonder bochten). Het rechte buisgedeelte moet vrij zijn van vuil (bv. plakband, smeer of lijm) en een lengte hebben van minimaal driemaal de schuifhulslengte.
10
10.2 Schuifhuls over de buis schuiven
Schuifhuls over de buis schuiven: - De schuifhuls RAUTITAN PX kan aan weerszijden op de fitting worden geschoven, de opschuifrichting is vrij.
- Schuif schuifhulzen uit messing zo op de buis dat de binnenafschuining naar de verbinding toe gericht is.
Afb. 10-2 Schuifhuls RAUTITAN PX over de buis schuiven
Afb. 10-3 Schuifhuls uit messing over de buis schuiven, de binnenafschuining (pijl) is naar de verbinding toe gericht
Afb. 10-4 Ontoelaatbare combinatie van RAUTITAN PX met RAUTITAN messing schuifhuls
Schuif schuifhulzen uit messing altijd zo op de buis dat de binnenafschuining naar de verbinding toe gericht is. De groef is van de verbinding weg gericht.
10.3 Buis opwijden met opwijdtang
- Neem de veiligheidsinstructies met betrekking tot de opwijdkoppen in acht (zie pagina 8).
- Controleer de opwijdkoppen op hun goede werking en verontreiniging en reinig ze zo nodig.
- Schroef de opwijdkoppen volledig op het opwijdgereedschap (de kop mag tijdens het draaien niet loskomen in de buis).
- Respecteer de minimale afstand tussen het einde van de buis en de schuif-huls (minstens twee keer de lengte van de schuifhuls).
- Buis koud opwijden.
- Steek enkel schuifhulsfittingen van REHAU (geen andere voorwerpen) in het opgewijde buiseinde.
- Wijd buizen uitsluitend op met een volledige en onbeschadigde opwijdkop. - In geval van scheurvorming ter hoogte van de opwijding of indien het buisuiteinde niet correct werd opgewijd, moet het beschadigde buisuiteinde worden afgesneden en opnieuw worden opgewijd.
- Controleer het mes van de buisschaar op beschadiging en eventueel mes of schaar vervangen.
Het buisdeel dat moet worden opgewijd, moet gelijkmatig zijn van tempera-tuur. Vermijd lokale verwarming (bv. door bouwlampen e.d.).Buis vrij van spanning en koud opwijden en op de fitting steken.
1. Schuif de schuifhuls zover op de buis dat tussen het buisuiteinde en de schuifhuls ten minste twee keer de lengte van de schuifhuls vrij is.
Afb. 10-5 Minimale afstand buisuiteinde - schuifhuls
2. Steek de segmenten van de opwijdkop tot tegen de aanslag in de buis. Zorg ervoor dat de opwijdkop niet kantelt.
3. Buis éénmaal opwijden.
Afb. 10-6 Buis éénmaal opwijden
4. Draai het opwijdgereedschap ca. 30°. De buis blijft in de beginpositie.5. Buisuiteinde opnieuw opwijden.
Afb. 10-7 Houd de buis op zijn plaats, draai het opwijdgereedschap 30° en wijd de buis opnieuw op.
°
Verb
indi
ngst
echn
iek
11
10.4 De fitting in de opgewijde buis steken
Als de buis correct werd opgewijd, kunt u de fitting zonder weerstand in de opgewijde buis steken.Na korte tijd zit de fitting vast in de buis, omdat de buis weer samentrekt (geheugeneffect).
Behandel een niet-geperste verbinding op het moment dat ze in het gereed-schap wordt gestoken of tijdens het persen op zodanige wijze dat ze niet uit elkaar kan vallen.
Steek de fitting direct na het opwijden volledig (of tot tegen de vooraanslag) in de opgewijde buis.
Afb. 10-8 Steek de fitting in de opgewijde buis
Alle dichtingsribben moeten daarbij, zoals getoond in Afb. 10-9, bedekt zijn door de buis.
Een uitzondering hierop is het opsteken van de universele buis RAUTITAN stabil op de fitting RAUTITAN PX in maat 40. Hier wordt de laatste dichtingsrib eventueel niet volledig bedekt.
Correcte plaatsing van de buis op fitting RAUTITAN PXMaat 16–32 40 50–63
Universele buis RAUTITAN stabil ―
Universele buis RAUTITAN flex ―
Correcte plaatsing van de buis op metalen fittingen
Universele buis RAUTITAN stabil ―
Universele buis RAUTITAN flexVerwarmingsbuis RAUTHERM S
Afb. 10-9 Correcte plaatsing van de buis op de fitting
A Fitting
B Fittingkraag
C Vooraanslag
D Dichtingsrib
12
10.5 De verbinding in het persgereedschap plaatsen
Plaats de schuifhulsverbinding in het persgereedschap.
Afb. 10-10 Plaats de schuifhulsverbinding in het persgereedschap
Niet schuin houden. Gereedschap over het hele oppervlak en onder een rechte hoek aanzetten.
Een conische vervorming van de schuifhuls doet niets af van de kwaliteit van de verbinding en komt vooral voor bij gebruik van oudere opwijdkoppen.Bij gebruik van oudere opwijdkoppen met buizen van RAU-PE-Xa (geldt niet voor universele buis RAUTITAN stabil) kan het buismateriaal tijdens het persen opstuiken. Schuif in dit geval de schuifhuls uit messing tot net voor de verdikking (ca. 2 mm van de fittingkraag).
10.6 Schuifhuls tot tegen de fittingkraag schuiven
- Monteer de verbinding uitsluitend op recht afgesneden buisdelen (niet op bochten in de buis). Het rechte buisdeel moet minstens drie keer zo lang zijn als de schuifhuls.
- Niet-geperste verbinding bij het in het gereedschap plaatsen en tijdens het persen niet kantelen en gereedschap altijd volledig aangezet houden.
- Schuif de schuifhuls volledig tot tegen de fittingkraag. - Gebruik tijdens het monteren van de schuifhulsverbinding geen glijmiddel, water e.d.
1. Bedien de drukschakelaar of het voetpedaal op het gereedschap.2. Schuif de schuifhuls volledig tot tegen de fittingkraag.3. Doe een visuele controle van de verbinding op schade en schuif de
schuifhuls volledig op de buis.
Afb. 10-11 Schuifhuls opschuiven
Afb. 10-12 Afgewerkte, geperste schuifhulsverbinding
- Gereedschap na elk gebruik schoonmaken en oliën. - Gereedschap op een droge plaats bewaren.
Verb
indi
ngst
echn
iek
13
11 DE SCHUIFHULSVERBINDING LOSMAKEN
REHAU kan niet aansprakelijk worden gesteld als deze werkinstructies (bv. over het verwarmen van de verbinding in geplaatste toestand) niet in acht worden genomen.
11.1 De verbinding losmaken
Maak de verbinding met behulp van de buisschaar volledig los van de bestaande buisleiding. Respecteer de veiligheidsafstand tussen de hand waarmee u de buis vasthoudt en de buisschaar. Afb. 11-1 De verbinding losmaken
11.2 Bruikbaarheid van losgemaakte verbindingen
Bruikbaarheid van de onderdelen van een losgemaakte schuifhulsverbinding
Herbruikbaar Niet herbruikbaarWeggooien, inclusief alle verwijderde buisdelen
Systeem RAUTITANFittingen oppervlakteverwarming/
-koelingSchuifhulzen
Fittingen RAUTITAN PX
Tab. 11-1 Bruikbaarheid van losgemaakte schuifhulsverbindingen
Losgemaakte fittingen uit waterleidingen - Reeds gebruikte fittingen RAUTITAN PX en schuifhulzen RAUTITAN PX als onbruikbaar markeren of duidelijk beschadigen en meteen weggooien.
- Losgemaakte metalen fittingen mogen enkel worden hergebruikt als ze onbeschadigd zijn en uitsluitend voor hetzelfde type installatie als die waaruit ze werden losgemaakt.
- Gebruik losgemaakte metalen fittingen uit waterinstallaties niet voor gasinstallaties, ook niet als ze voorzien zijn van een gele markering.
- Losgemaakte schuifhulzen met de losgemaakte buisstukken als onbruikbaar markeren of duidelijk beschadigen en meteen weggooien.
14
11.3 Verbindingen van drinkwater- en verwarmingsinstallaties losmaken
11.3.1 De los te maken verbinding verwarmen
Bij verwarming van schuifhulzen RAUTITAN PX tot boven 200 °C of recht-streekse inwerking van vlammen kunnen toxische gassen worden gevormd.
- Verwarm schuifhulzen RAUTITAN PX niet tot boven 200 °C. - De schuifhulzen RAUTITAN PX mogen niet met de vlam worden bewerkt of verbrand.
1. De losgemaakte metalen fitting met een heteluchtblazer verwarmen. Neem de veiligheidsinstructies in de handleiding van de heteluchtblazer in acht.
2. Trek bij een temperatuur van ca. 135 °C de schuifhuls van de fitting (bv. met behulp van een tang).
Afb. 11-2 De los te maken verbinding verwarmen
Afb. 11-3 Niet-toegelaten werkwijze
Door de los te maken verbinding te verwarmen, worden alle verbindingen met de verwarmde fitting ondicht.
Maak de te verwarmen fitting altijd volledig los van de buisinstallatie!
11.3.2 Schuifhulzen aftrekken
1. Buis van de fitting trekken.2. Fitting schoonmaken.
- De fitting kan worden hergebruikt als hij onbeschadigd en opnieuw afgekoeld is.
- Losgemaakte schuifhulzen en buisdelen mogen niet worden hergebruikt.
3. Gooi losgemaakte schuifhulzen samen met de losgemaakte buisdelen weg.
Afb. 11-4 Schuifhulzen samen met de losgemaakte buisdelen weggooien.
Ontw
erp
en m
onta
ge
15
12 BUIZEN BUIGEN
12.1 Buigen van universele buis RAUTITAN stabil
Afb. 12-1 Gebogen universele buis RAUTITAN stabil
De universele buis RAUTITAN stabil kan met behulp een buigwerktuig of met de hand worden gebogen.
Minimale buigradius - Bij het buigen zonder werktuig is de minimale buigradius gelijk aan 5 keer de buitendiameter van de buis.
- Bij het buigen met een buigveer is de minimale buigradius gelijk aan 3 keer de buitendiameter van de buis.
- De minimale buigradius wordt gemeten in het midden van de buis. - Respecteer altijd de aangegeven minimale buigradius. - Ga na of er na het buigen geen deuken, plooien of bulten zichtbaar zijn en of de PE-buitenmantel en de aluminiumlaag niet beschadigd zijn.
Bij een verwerkingstemperatuur beneden 0 °C moeten buisbochten verder worden doorgebogen.Buizen RAUTITAN stabil enkel koud buigen.
Buismet buiggereedschap (90°) 3 x d met de hand gebogen (90°) 5 x d
Buismaten Buigradius R [mm] Bochtlengte B [mm] Buigradius R [mm] Bochtlengte B [mm]16 48,6 76 81 12720 60 94 100 15725 75 118 125 19632 96 151 160 25140 120 188 200 314
Tab. 12-1 Minimale buigradius universele buis RAUTITAN stabil
Afb. 12-2 Buigradius en bochtlengte
R Buigradius B Bochtlengte
Goedgekeurde buigwerktuigen voor universele buis RAUTITAN stabil
Buismaat [mm] Leverancier / fabrikant Naam van het model Materiaalnummer
16/20 Zie prijslijst REHAU verkoopkantoorBinnenbuigveer 16 stabil Binnenbuigveer 20 stabil
12474841001 12474941001
16/20 Fa. Hummel, D-79178 WaldkirchBuitenbuigveer 17 Buitenbuigveer 20
2901170203 2901202503
16/20/25 Fa. H. Wegerhoff /ALARM, D-42810 Remscheid Buisbuiger voor gebruik met één hand 2501 0016/20/25 Fa. Roller, D-71332 Waiblingen Roller Polo 15302216/20/25 Fa. CML Deutschland, D-73655 Plüderhausen Ercolina Junior 0130G16/20/25 Fa. REMS, D-71332 Waiblingen REMS Swing 15302216/20/25/32/40 Fa. CML Deutschland, D-73655 Plüderhausen Ercolina Jolly 010140 Fa. REMS, D-71332 Waiblingen Curvo 58002540 Fa. Rothenberger, D-69779 Kelkheim Robull MSR 5.790040 Fa. Tinsel, D-73614 Schorndorf UNI 42 –16/20/25/32 Fa. Tinsel, D-73614 Schorndorf OB 85 –
Tab. 12-2 Goedgekeurde buigwerktuigen voor universele buis RAUTITAN stabil (stand: 2008)
16
12.2 Buigen van universele buis RAUTITAN flex
Afb. 12-3 Buisgeleidingsbochten sanitair (3–4 x d) - 90° of 45° voor maat 16–32
Afb. 12-4 Buisgeleidingsbochten sanitair/verwarming (5 x d) - 90° of 45° voor maat 16–25
Afb. 12-5 Buisgeleidingsbochten sanitair (4 x d) - 90° en buisgeleidingsbochten sanitair/verwarming (5 x d) - 90° telkens in maat 32
Warmbuigen van universele buizen RAUTITAN flex kan tot beschadiging van de zuurstofsperlaag leiden.
Universele buizen RAUTITAN flex enkel koud buigen.
Het gebruik van kniefittingen is bij de maten 16 tot 32 niet altijd nodig. Bochten van 90° en 45° kunnen gemakkelijk en snel koud worden gebogen met behulp van buisgeleidingsbochten.Voor de buismaten 40 tot 63 wordt het gebruik van fittingen aanbevolen.
Minimale buigradiusBij het buigen met de hand is de minimale buigradius gelijk aan 8 keer de buitendiameter van de buis.
Bij gebruik van buisgeleidingsbochten bedraagt de minimale buigradius bij sanitaire installaties 3 keer de buitendiameter van de buis, bij verwarmingsin-stallaties 5 keer.
De minimale buigradius wordt gemeten in het midden van de buis.
Afb. 12-6 Buisgeleidingsbocht sanitair 90°, voor maat 16– 32 en buisgeleidings-bocht sanitair/verwarming 5 x d 90° voor maat 32
R Buigradius
Buis Drinkwaterinstallatie met buisgeleidingsbocht
sanitair 90°, ca. 3–4 x d
Drinkwater- en verwarmingsinstallatie met buisgeleidingsbocht
sanitair/verwarming 90°, 5 x d
met de hand gebogen (90°) 8 x d
Buismaat Buigradius R Bochtlengte B Buigradius R Bochtlengte B Buigradius R Bochtlengte B16 48 75 80 126 128 20120 60 94 100 157 160 25125 75 118 125 196 200 31432 112 176 160 251 256 402
Tab. 12-3 Minimale buigradius bij RAU-PE-Xa buizen
Afb. 12-7 Buigradius en bochtlengte
R Buigradius B Bochtlengte
R
Ontw
erp
en m
onta
ge
17
12.3 Buigen van verwarmingsbuis RAUTHERM S
Meer informatie over het buigen van verwarmingsbuizen RAUTHERM S en over het gebruik van buisgeleidingsbochten in combinatie met de systemen voor oppervlakteverwarming/-koeling vindt u in de actuele calculatieprijslijst en in de Technische Informatie "Oppervlakteverwarming/-koeling".
Met de hand gebogen (90°) 5 x d(bij installatietemperatuur > 0° C)
Buisgeleidingsbochten sanitair/verwarming 90°
5 x d
Tab. 12-4 Minimale buigradius RAUTHERM S
Warmbuigen van verwarmingsbuizen RAUTHERM S kan tot beschadiging van de zuurstofsperlaag leiden.
- Verwarmingsbuis RAUTHERM S enkel koud buigen. - Gebruik een afrolinrichting voor koude en warme installatie.
RAUTHERM S
18
13 CLIPHALFSCHAAL
13.1 Voordelen van het gebruik van de cliphalfschaal
- Reduceert de temperatuurafhankelijke lengteverandering - Clipeffect verhoogt de axiale houdkracht - Stabiliseert buizen tegen doorhangen en zijdelings uitbuigen - Verhoogt de buigstijfheid - Vergroot de buisklemafstand tot 2 m, ongeacht de buismaat - Verzorgde zichtbare installatie met de RAU-PE-Xa buizen - Eenvoudige montage - Zelfdragend
- Wordt op de buis geklikt - Geen extra bevestigingsmiddelen (bv. kabelbinders, isoleertape) nodig
- Resten van cliphalfschalen kunnen gebruikt worden
13.2 Werkwijze
De cliphalfschaal omklemt de buis voor ongeveer 60 % en is zo gevormd dat ze strak aansluit rond de buis zonder extra bevestiging. Door deze krachtige omklemming wordt voorkomen dat de buis uitbuigt en wordt de temperatuurafhankelijke lengteverandering gereduceerd.
Afb. 13-1 Doorsnede van een cliphalfschaal
13.3 Montage van een cliphalfschaal
Monteer geen cliphalfschalen of buisbevestigingen in de nabijheid van buigbenen, om het uitbuigen van de buisleiding niet te hinderen.
Buisbedekking
Afb. 13-2 Laat de cliphalfschaal eindigen op ca. 2 mm voor de schuifhuls
De cliphalfschaal moet over de volledige buislengte tot op 2 mm van de schuifhuls worden gemonteerd, omdat alleen zo de temperatuurafhankelijke lengteverandering gereduceerd kan worden.
Buisklemafstanden
Afb. 13-3 Maximale buisklemafstanden
Bij gebruik van de cliphalfschaal bedraagt de maximale buisklemafstand voor alle maten 2 m. De afstand tot het buisuiteinde of bij richtingverandering tot de eerste buisbevestiging mag niet groter zijn dan 0,5 m. Op die manier kunnen buisbevestigingen zowel bij tracering of in de kelder altijd uniform en ordelijk worden geplaatst.
Ontw
erp
en m
onta
ge
19
Fittingbedekking
Afb. 13-4 Minimale overlapping van 0,5 m
Fittingen met schuifhulzen van messing in de maten 50 en 63 kunnen in de cliphalfschaal worden geklikt wanneer de cliphalfschaal minimaal 0,5 m voor-bij de fitting doorloopt. Bij deze manier van monteren hoeft de cliphalfschaal niet meer te worden ingekort ter hoogte van de fitting.
Bij gebruik van schuifhulzen RAUTITAN PX kunnen de fittingen niet worden ingeklikt.
Afb. 13-5 Schuifhulzen RAUTITAN PX niet inklikken
Montage van de cliphalfschalenVerminderde houdkracht van een cliphalfschaal kan leiden tot een sterke temperatuurafhankelijke uitzetting van de buis.
Vermijd dat de houdkracht van de cliphalfschalen afneemt door verkeerde bewaring of montage.
1. Kort de cliphalfschalen in met behulp van een metaalzaag . Respecteer de veiligheidsafstand tussen de hand waarmee u de buis vasthoudt en het snijgereedschap. Zaag cliphalfschalen af vanaf de ronde achterkant, zodat de omgeslagen uiteinden niet worden opengebogen.
Afb. 13-6 Inkorten
2. Als de cliphalfschaal bij het inkorten naar binnen of buiten werd gebogen, buig ze dan terug in haar oorspronkelijke vorm.
3. Uiteinden van de cliphalfschalen ontbramen.
Afb. 13-7 Ontbramen
4. Klik de cliphalfschalen op de buis (met de hand of met behulp van een kraan- of buistang met kunststofbek). Cliphalfschalen niet overlappend monteren.
Afb. 13-8 Inklikken
5. Klik een kort stukje cliphalfschaal over de naad waar twee cliphalfschalen samenkomen.
Afb. 13-9 Overklikken
Op die manier kunnen korte restjes cliphalfschaal nog nuttig worden gebruikt en gaat er bij de montage bijna geen materiaal verloren.
20
14 BUISBEVESTIGING
14.1 Buisklemmen
Gebruik uitsluitend buisklemmen met de volgende eigenschappen: - Geschikt voor kunststofbuizen - Voorzien van een geluiddempende voering - Juiste grootte (voor een gelijkmatig glijden in gemonteerde toestand en om te voorkomen dat de buisklemvoering wordt uitgetrokken)
- Braamvrij
14.2 Vastpuntmontage
Afb. 14-1 Vast punt uitgevoerd met buisklemmen
- Respecteer de aanwijzingen van de producent van de bevestigingen. - Richtwaarden voor dimensionering en uitvoering van de buisbevestigingen (zie Tab. 14-1) evt. aanpassen aan de bouwkundige omstandigheden en de voorschriften van de fabrikant van de bevestigingen.
- Door vaste punten kan de temperatuurafhankelijke lengteverandering in een vooraf bepaalde richting gestuurd worden.
- Grotere buislengtes kunnen met behulp van vaste punten in verschillende stukken onderverdeeld worden.
- Vaste punten kunnen ter hoogte van T-stukken, hoeken of verbindingen worden geplaatst. Hierbij wordt vlak voor elke schuifhuls een buisklem op de fitting geplaatst.
Monteer de buisklemmen in geen geval op de schuifhulzen.
14.3 Buisklemafstanden
Kies de buisklemafstanden overeenkomstig de richtwaarden (zie Tab. 14-1) voor montage met of zonder cliphalfschaal.
14.4 Installatie op een zichtbare plaats
Bij het plaatsen van buizen op een zichtbare plaats en bij langere leidingen zonder richtingverandering, wordt het gebruik van cliphalfschalen voor de buizen uit RAU-PE-Xa aanbevolen. - Plaats bij montage zonder cliphalfschalen een vast bevestigingspunt om de 6 m.
- Zorg ervoor dat de buizen voldoende kunnen uitzetten.
Houd bij montage van buizen uit RAU-PE-Xa zonder cliphalfschalen rekening met doorhangende buizen
Buistype Buismaat [mm]
l = maximale buisklemafstand [m]
zonder cliphalfschaal
met cliphalfschaal
I
Universele buis RAUTITAN stabil
16 1 –20 1,25 –25 1,5 –32 1,75 –40 2 –
Universele buis RAUTITAN flex
Verwarmingsbuis RAUTHERM S
16/17 1 220 1 225 1,2 232 1,4 240 1,5 250 1,5 263 1,5 2
Tab. 14-1 Richtwaarden voor buisklemafstanden
Ontw
erp
en m
onta
ge
21
15 TEMPERATUURAFHANKELIJKE LENGTEVERANDERINGEN
15.1 Basiskenmerken
Door natuurkundige wetmatigheden zetten alle buismaterialen bij verwarming uit en krimpen ze bij afkoeling. Met dit verschijnsel, dat zich bij elk buismate-riaal voordoet, moet bij drinkwater-, verwarmings- en gasleidingsinstallaties rekening gehouden worden. Dit geldt ook voor buisleidingen van het systeem RAUTITAN.De temperatuurafhankelijke lengteverandering ontstaat meestal door verschil-lende installatie-, omgevings- en gebruikstemperaturen. Let bij het monteren altijd op een correcte plaatsing van de buizen, met bewegingsmogelijkheden (bv. bij richtingveranderingen) en voldoende vrije ruimte voor het uitzetten van de buizen. Bijkomende buigbenen, bv. U-vormige uitzettingsbochten of Lyra-bochten, zijn meestal slechts nodig bij grotere lengteveranderingen.
De buizen RAUTITAN flex in combinatie met de cliphalfschaal en de buizen RAUTITAN stabil vertonen een geringe temperatuurafhankelijke lengteverandering, zie Tab. 15-1.
15.2 Berekening van de lengteverandering
De temperatuurafhankelijke lengteverandering wordt berekend met volgende formule:ΔL = α · L · ΔTΔL = Lengteverandering in mmα = Lengte-uitzettingscoëfficiënt in L = Lengte van de buisleiding in mΔT = Temperatuurverschil in KDe lengte-uitzettingscoëfficiënt moet worden gekozen op basis van het ge-bruikte buistype en de eventueel extra gemonteerde cliphalfschaal.
Bepaling van de buislengte LDe buislengte L die voor de berekening moet worden gebruikt, wordt bepaald aan de hand van de werkelijke inbouwlengte van de buisleiding ter plaatse. Deze lengte kan opgedeeld worden door vaste punten of bijkomende buigbenen te voorzien.
Bepaling van het temperatuurverschil ΔTBij het bepalen van het temperatuurverschil ΔT moet rekening worden gehou-den met de installatietemperatuur en de minimale en maximale buiswandtem-peratuur tijdens gebruik (bv. thermische desinfectie) en tijdens stilstand van de installatie.
Buistype Buismaat Lengte-uitzettingscoëfficiënt
α [ ]
Materiaalconstante C
Formule ΔL = α · L · ΔT LBS = C · √da · ΔL
Universele buis RAUTITAN stabil 16–40 0,026 33
Universele buis RAUTITAN flex
16–63 zonder cliphalfschaal 0,15 12
16–40 met cliphalfschaal 0,04 –
50–63 met cliphalfschaal 0,1 –
Verwarmingsbuis RAUTHERM S 10–32 zonder cliphalfschaal 0,15 12
Tab. 15-1 Lengte-uitzettingscoëfficiënten (richtwaarden) en materiaalconstanten voor de berekening van buigbenen (richtwaarden)
mmm·K
mmm·K
22
16 BUIGBENEN
De temperatuurafhankelijke lengteverandering kan worden opgevangen door buigbenen. Buizen uit RAU-PE-Xa zijn hiervoor bijzonder geschikt vanwege het flexibele materiaal.Een buigbeen is een vrij beweegbaar stuk buis dat de noodzakelijke lengte-verandering kan opvangen. De lengte van het buigbeen wordt in ruime mate bepaald door het materiaal (materiaalconstante C).Buigbenen komen het vaakst voor bij richtingveranderingen van de buisleidingen.Bij lange leidingtrajecten moeten extra buigbenen in de leiding worden ingebouwd om de temperatuurafhankelijke lengteverandering op te vangen.
Monteer geen cliphalfschalen of buisbevestigingen in de omgeving van buigbenen om het uitbuigen van de buizen niet te hinderen.
Afb. 16-1 Buigbenen
LBS Lengte van het buigbeen
ΔL Temperatuurafhankelijke lengteverandering
L Buislengte
x Minimale afstand buis-wand
FP Vastpuntklem
GS Glijbeugel
Ontw
erp
en m
onta
ge
23
16.1 Berekening van de buigbeenlengte
De minimale lengte van de buigbenen (BS) wordt berekend met volgende formule:
LBS = C · √da · ΔL
LBS = Lengte van het buigbeen in mmC = Materiaalconstante van het materiaalda = Buitendiameter van de buis in mmΔL = Lengteverandering in mm
Richtwaarden voor materiaalconstante C, zie Tab. 15-1, pagina 21.
Monteer geen cliphalfschalen of buisbevestigingen in de omgeving van buig-benen om het uitbuigen van de buizen niet te hinderen.
Afb. 16-2 U-vormige uitzettingsbocht
LBS Lengte van het buigbeen
ΔL Temperatuurafhankelijke lengteverandering
L Buislengte
FP Vastpuntklem
GS Glijbeugel
16.2 Berekeningsvoorbeelden
De buislengte L, waarvan de temperatuurafhankelijke lengteverandering door een buigbeen opgevangen wordt, bedraagt 7 m.Het temperatuurverschil tussen minimale en maximale waarde (installatietem-peratuur en latere gebruikstemperatuur) bedraagt 50 K.De gebruikte buis heeft een buitendiameter van 25 mm.Hoe lang moet het buigbeen zijn, afhankelijk van het gebruikte buistype?
Berekening van de buigbeenlengte met de universele buis RAUTITAN stabil
ΔL = a · L · ΔT
ΔL = 0,026 · 7 m · 50 K
ΔL = 9,1 mm
LBS = C · √da · ΔL
LBS = 33 · √25 mm · 9,1 mm
LBS = 498 mm
Berekening van de buigbeenlengte met RAU-PE-Xa- buizen, gemonteerd met cliphalfschalen
ΔL = a · L · ΔT
ΔL = 0,04 · 7 m · 50 K
ΔL = 14 mm
LBS = C · √da · ΔL
LBS = 12 · √25 mm · 14 mm
LBS = 224 mm
Nabeschouwing van het resultaatDe universele buis RAUTITAN stabil vertoont door zijn aluminium mantel een kleinere temperatuurafhankelijke lengteverandering dan een RAU-PE-Xa buis. Toch is de vereiste buigbeenlengte bij de RAU-PE-Xa buis kleiner omdat het materiaal flexibeler is.Door de aanzienlijk hogere materiaalconstante moet bij metalen materialen bij dezelfde uitgangsparameters in elk geval een wezenlijk groter buigbeen worden voorzien dan bij de buizen van het systeem RAUTITAN.
mmm·K
mmm·K
24
16.3 Berekeningsdiagrammen voor het bepalen van buigbenen
Universele buis RAUTITAN stabil, maten 16–40
A Temperatuurafhankelijke lengteverandering ΔL Lengteverandering ΔT Temperatuurverschil
B Bepaling van het buigbeen L Buislengte da Buitendiameter buis
LBS Buigbeenlengte
Buizen uit RAU-PE-Xa, maten 16–63 zonder cliphalfschaal
A Temperatuurafhankelijke lengteverandering ΔL Lengteverandering ΔT Temperatuurverschil
B Bepaling van het buigbeen L Buislengte da Buitendiameter buis
LBS Buigbeenlengte
30
25
20
15
10
= 0,026 da
ΔL [m
m]
ΔL [m
m]
L [m] LBS [mm]
αmmm·K
ΔT
5
30
25
20
15
10
5
00 0 200 400 600 800 120010001 2 3 4 5 6 7 8 9 10
10 K
20 K
30 K
40 K
50 K
60 K
70 K
80 K
90 K
100 K
A B
16 25
20 32
40
110
150
140
130
120
60
100
90
80
70
20
10
50
40
30
= 0,15
da
ΔL [m
m]
L [m] LBS [mm]
αmmm·K
ΔT
0
110
150
140
130
120
60
100
90
80
70
20
10
50
40
30
ΔL [m
m]
00 0 200 400 600 800 1000 12001 2 3 4 5 6 7 8 9 10
10 K
20 K
30 K
40 K
50 K
60 K
70 K
80 K
90 K
100 K
A B
20 32 50
16 25 40 63
Ontw
erp
en m
onta
ge
25
Buizen uit RAU-PE-Xa, maten 16-40 met cliphalfschaal
A Temperatuurafhankelijke lengteverandering ΔL Lengteverandering ΔT Temperatuurverschil
B Bepaling van het buigbeen L Buislengte da Buitendiameter buis
LBS Buigbeenlengte
Buizen uit RAU-PE-Xa, maten 50 en 63 met cliphalfschalen
A Temperatuurafhankelijke lengteverandering ΔL Lengteverandering ΔT Temperatuurverschil
B Bepaling van het buigbeen L Buislengte da Buitendiameter buis
LBS Buigbeenlengte
10
20
30
40
= 0,04da
ΔL [m
m]
ΔL [m
m]
L [m] LBS [mm]
αmmm·K
ΔT
0
10
20
30
40
00 0 100 200 300 400 5001 2 3 4 5 6 7 8 9 10
10 K
20 K
30 K
40 K
50 K
60 K
70 K
80 K
90 K
100 K
A B
16 25
20 32
40
90
100
80
60
70
50
10
20
30
40
= 0,1da 50
63
ΔL [m
m]
L [m] LBS [mm]
αmmm·K
ΔT
0
90
100
80
60
70
50
10
20
30
40
ΔL [m
m]
00 0 200 400 600 800 10001 2 3 4 5 6 7 8 9 10
10 K
20 K
30 K
40 K
50 K
60 K
70 K
80 K
90 K
100 K
A B
26
Verwarmingsbuis RAUTHERM S, maten 14-32
A Temperatuurafhankelijke lengteverandering ΔL Lengteverandering ΔT Temperatuurverschil
B Bepaling van het buigbeen L Buislengte da Buitendiameter buis
LBS Buigbeenlengte
110
150
140
130
120
60
100
90
80
70
20
10
50
40
30
mmm·K
0
110
150
140
130
120
60
100
90
80
70
20
10
50
40
30
00 0 200 400 600 800 10001 2 3 4 5 6 7 8 9 10
10 K
20 K
30 K
40 K
50 K
60 K
70 K
80 K
90 K
100 K
A B
20 32
14 2516
17
da
= 0,15
ΔL [m
m]
L [m] LBS [mm]
α
ΔT
ΔL [m
m]
Ontw
erp
en m
onta
ge
27
17 BASISRICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE VAN BUISLEIDINGEN17.1 Installatie op de ruwe vloer
Afb. 17-1 Installatie met egalisatielaag
- Montagehandleiding en instructies in deze Technische Informatie in acht nemen. De aanwijzingen voor de bescherming en isolatie van de buizen worden beschreven in de hoofdstukken over de respectieve toepassingen.
- RAUTITAN leidingen voor drinkwater- en verwarmingsinstallaties moeten altijd in isolatie worden geplaatst.
- Houd bij het ontwerp al rekening met de opbouwhoogte die noodzakelijk is voor de geïsoleerde buisleidingen.
- Bevestig de buizen op de ruwe vloer (houd rekening met de voorschriften van DIN 18 560, Dekvloeren in de bouw).
- Plaats de leidingen in een geschikte egalisatielaag om een effen oppervlak te verkrijgen voor de plaatsing van de isolatielaag of de contactgeluidsiso-latie.
- De duurzaam dichte schuifhulsverbindingstechniek is volgens DIN 18380 (VOB) toegelaten voor installatie in chape en beton alsook onder pleisterwerk, zonder inspectieopening.
17.2 Ontoelaatbare verwarming van buizen
Afb. 17-2 Bescherm de buisleiding tegen ontoelaatbaar hoge verwarming
Zorg ervoor dat buizen tijdens de werken niet door o.a. andere werkzaam-heden met ontoelaatbare temperaturen belast worden (bv. aan elkaar lassen van bitumenstroken, las- of soldeerwerken in de onmiddellijke nabijheid van onbeschermde buisleidingen).
Afb. 17-3 Bescherming tegen thermische belasting
Buisleidingen in de buurt van toestellen die veel warmte afgeven, moeten voldoende geïsoleerd worden en moeten tegen ontoelaatbare verwarming worden beschermd.Houd rekening met de maximaal toelaatbare bedrijfsparameters (bv. bedrijfstemperatuur en -duur).
28
17.3 Installatie buiten
Afb. 17-4 Ondergrondse installatie niet toegelaten
Afb. 17-5 Buiteninstallatie van waterleidingen enkel toegestaan met passende beschermingsmaatregelen.
Buisleiding - Niet voor ondergrondse installatie gebruiken - Beschermen tegen UV-stralen - Beschermen tegen vorst - Beschermen tegen hoge temperaturen - Beschermen tegen beschadiging
17.4 Installatie binnen het bereik van UV-straling
Afb. 17-6 Onbeschermde installatie van leidingen blootgesteld aan UV-straling is niet toegelaten, bijvoorbeeld buiten
Afb. 17-7 Onbeschermde installatie van leidingen blootgesteld aan UV-straling is niet toegelaten Bijvoorbeeld binnen
- Bescherm buizen tegen UV-straling tijdens opslag en transport. - Bescherm buizen tegen UV-straling op plaatsen waar UV-straling kan optreden (bv. zonlicht, neonlicht).
17.5 Lichtdoorlatendheid
Afb. 17-8 Beschermen tegen lichtinval
De universele buis RAUTITAN flex is lichtdoorlatend. Lichtinval kan de hygiëne van het drinkwater schaden.
Bescherm de buizen tegen lichtinval (bv. ter hoogte van ramen en verlichting).
Ontw
erp
en m
onta
ge
29
17.6 Installatie op bitumenbanen of -lagen
Afb. 17-9 Installatie enkel op een bitumenbaan toegelaten
Plaats buizen niet onder een bitumenbaan. Bij installatie onder een bitumen-strook kan de buisleiding of de bitumenbaan beschadigd raken.
- Voor installatie op bitumenbanen of -lagen die oplosmiddelen bevatten, moeten deze volledig droog zijn.
- Neem de door de producent opgegeven hardingstijd in acht. - Zorg ervoor dat de buizen en het drinkwater niet beschadigd of verontreinigd kunnen worden voordat u met de plaatsing begint.
- Bij installatie in de omgeving van bitumenbanen die met de vlam wor-den aangebracht, moet de buisleiding voldoende tegen de hitte worden beschermd.
De instructies voor de isolatie en installatie van RAUTITAN buizen voor drinkwater- en verwarmingsinstallaties vindt u in de Technische Informatie "Huisinstallatiesysteem RAUTITAN".
17.7 Tracing
Afb. 17-10 Voorbeeld van een installatie met tracing
- Bij een buisinstallatie met cliphalfschalen, moet de verwarmingsband aan de buitenkant van de cliphalfschaal worden bevestigd.
- Neem passende maatregelen om ervoor te zorgen dat buizen en verbin-dingscomponenten op geen enkele plaats warmer worden dan 70 °C.
- Volg bij de montage van verwarmingsbanden op de buizen de installatie-in-structies van de tracingproducent.
17.8 Installatie onder heet asfalt
Afb. 17-11 Installatie onder heet asfalt
Heet asfalt wordt aangebracht met een temperatuur van ca. 250 °C. Om de buisleidingen tegen oververhitting te beschermen, moeten passende maatre-gelen worden genomen.Omdat deze maatregelen afhankelijk zijn van de bouwkundige omstandighe-den en niet door REHAU beïnvloed kunnen worden, moeten ze in elk geval met de ontwerper worden besproken en door hem/haar worden goedgekeurd.
- Neem passende maatregelen om ervoor te zorgen dat drinkwater- en ver-warmingsleidingen (bv. buizen, fittingen, schuifhulzen, verbindingen) en hun buisisolatie op geen enkele plaats warmer worden dan 100 °C.
Spreek met het bedrijf dat het hete asfalt zal plaatsen passende isolerende en veiligheidsmaatregelen af die zullen worden toegepast bij het aanbrengen van het hete asfalt, zodat oververhitting van de buizen kan worden uitgesloten.
17.9 Potentiaalvereffening
Afb. 17-12 Potentiaalvereffening bij vervanging van buizen
RAUTITAN buisleidingen mogen niet als aardingsgeleider worden gebruikt voor elektrische installaties volgens DIN VDE 0100.
Na vervanging van bestaande metalen buisinstallaties door het systeem RAU-TITAN, moet u de goede werking van de potentiaalvereffening en van de elek-trische veiligheidsvoorzieningen door een elektrotechnicus laten controleren.
45° 45°
30
18 SAMENVATTING COMPONENTEN
18.1 Componenten voor universele buis RAUTITAN stabil
Afb. 18-1 Universele buis RAUTITAN stabil
Toepassingsgebied - Drinkwaterinstallatie - Verwarmingsinstallatie - Radiatoraansluitsysteem plint - Oppervlakteverwarming/-koeling
Buisgegevens - Technische buisgegevens, zie hoofdstuk "5.8 Technische buisgegevens" - Uitleveringsverpakking, zie hoofdstuk "5.5 Universele buis RAUTITAN stabil" - ;
Maat Fittingen Schuifhulzen Inkorten Opwijden Opwijdkop Verbinding losmaken
16
20
25
32
40
Enkel toegelaten voor verwarmingstoepassingen
SL-fittingset
Sam
enva
tting
com
pone
nten
31
18.2 Componenten voor universele buis RAUTITAN flex
Afb. 18-2 Universele buis RAUTITAN flex
Toepassingsgebied - Drinkwaterinstallatie - Verwarmingsinstallatie - Oppervlakteverwarming/-koeling
Buisgegevens - Technische buisgegevens, zie hoofdstuk "5.8 Technische buisgegevens". - Uitleveringsverpakking, zie hoofdstuk "5.6 Universele buis RAUTITAN flex".
Maat Fittingen Schuifhulzen Inkorten Opwijden Opwijdkop Verbinding losmaken
16
20
25
32
40
50
63
Enkel toegelaten voor verwarmingstoepassingen
32
18.3 Componenten voor verwarmingsbuis RAUTHERM S
Afb. 18-3 Verwarmingsbuis RAUTHERM S
Toepassingsgebied - Oppervlakteverwarming/-koeling
Buisgegevens - Technische buisgegevens, zie hoofdstuk "5.8 Technische buisgegevens". - Uitleveringsverpakking, zie hoofdstuk "5.7 Verwarmingsbuis RAUTHERM S".
Maat Fittingen Schuifhulzen Inkorten Opwijden Opwijdkop Verbinding losmaken
10
12
14
16
17
20
25
32
K 10
K 12
K 14
Norm
en
33
19 NORMEN, VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN
Neem alle geldende nationale en internationale verleg- installatie-, ongevallen-, preventie- en veilig-heids-voorschriften bij de installatie van leidingsystemen in acht, alsook de instructies uit deze technische informatie.
Respecteer eveneens de geldende wetten, normen, richtlijnen (bijv. NBN, DIN, EN, ISO, DVGW, WTCB TV en VDE) alsook de voorschriften met betrekking tot milieubescherming, bepalingen van de beroepsvereniging en voorschriften van de plaatselijke energiebedrijven.
Voor toepassingsgebieden die in deze technische informatie niet aan bod komen (speciale toepassingen, is overleg met onze afdeling gebouwentechniek vereist. Neem voor uitgebreid advies contact op met uw REHAU verkoopkantoor.
De ontwerp- en montage-instructies zijn direct met het betreffende product van REHAU verbonden. Er wordt gedeelte-lijk verwezen naar algemeen geldende normen of voorschriften.Neem de actuele stand van de richtlijnen, normen en voor-schriften in acht. Aanvullende normen, voorschriften en richtlijnen voor het ontwerp, de installatie en het gebruik van drinkwater-, verwarmings- of gebouwtechnische installaties moeten eveneens in aanmerking worden genomen, maar zijn geen onderdeel van deze technische informatie.
Naar de volgende normen, voorschriften en richtlijnen wordt in de technische informatie verwezen (geldig is altijd de laatste uitgave):
DIN 1045Draagconstructies uit beton
DIN 1055Invloeden op draagconstructies
DIN 1186Bouwgipsen
DIN 15018Kranen
DIN 16892Buizen uit vernet polyethyleen met hoge dichtheid (PE-X) –Algemene kwaliteitseisen, testen
DIN 16893Buizen uit vernet polyethyleen met hoge dichtheid (PE-X) –Afmetingen
DIN 18180Gipsplaten
DIN 18181Gipskartonplaten voor hoogbouw
DIN 18182Toebehoren voor de verwerking van gipsplaten
DIN 18195Afdichting voor gebouwen
DIN 18202Toegestane afwijkingen bij hoogbouw
DIN 18350VOB Vergunnings- en contractregeling voor bouwwerken –Deel C: Algemene technische contractuele bepalingen voorbouwwerken (ATV) – Pleister- en stucwerken
DIN 18380VOB Vergunnings- en contractregeling voor bouwwerken –Deel C: Algemene technische contractuele bepalingenvoor bouwwerken (ATV) – Verwarmings- en centralewaterverwarmingsinstallaties
DIN 18557Bouwmortel
DIN 18560Dekvloer in de bouw
34
DIN 1988Technische regels voor drinkwaterinstallaties (TRWI)
DIN 2000Centrale drinkwatervoorziening – Stelregels voor de eisen metbetrekking tot drinkwater, planning, bouw, werking eninstandhouding van nutsinstallaties
DIN 3546Afsluitkranen voor drinkwaterinstallaties op bouwterreinen of ingebouwen
DIN 3586Afsluitinrichtingen voor gas met een thermische ontspanner –Eisen en testen
DIN 4102Brandgedrag van bouwmaterialen en -onderdelen
DIN 4108Warmte-isolatie bij hoogbouw
DIN 4109Geluidsisolatie bij hoogbouw
DIN 4725Warmwatervloerverwarmingsinstallaties – Systemen encomponenten
DIN 4726Warmwatervloerverwarmingsinstallaties en verbindingen metverwarmingselementen – Kunststofbuizen
DIN 49019Elektro-installatiebuizen en toebehoren
DIN 49073Inbouwdozen uit metaal en isolatiemateriaal voor verzonken inbouwvan installatietoestellen en stopcontacten
DIN 50916-2Testen van koperlegeringen; testen van spanningscorrosie metammoniak; testen van bouwonderdelen
DIN 50930-6Corrosie van metalen – Corrosie van metalen materialen binnen inde buizen, reservoirs en toestellen door corrosiebelasting door water– Deel 6: Beïnvloeding van de drinkwaterkwaliteit
DIN 68 800Houtbescherming bij hoogbouw
NBN EN 10088Roestvaste staalsoorten
NBN EN 10226Buisschroefdraad voor verbindingen met afdichting in deschroefdraad
NBN EN 12164Koper en koperlegeringen – Staven voor verspaning
NBN EN 12165Koper en koperlegeringen – Primair materiaal voor smeedstukken
NBN EN 12168Koper en koperlegeringen – Holle staven voor verspaning
NBN EN 12502-1Bescherming van metalen materialen tegen corrosie – Aanwijzingenvoor een analyse van het corrosierisico in waterverdelings- enopslagsystemen
NBN EN 1264Paneelverwarmingssystemen
NBN EN 12828Verwarmingssystemen in gebouwen – Planning vanwarmwaterverwarmingsinstallaties
NBN EN 12831Verwarmingsinstallaties in gebouwen
NBN EN 12831 bijlage 1Verwarmingssystemen in gebouwen – Procedure voor hetberekenen van de norm voor de verwarmingsbelasting
NBN EN 13163Verwarmingsisolatiemateriaal voor gebouwen
NBN EN 13163 tot NBN EN 13171Verwarmingsisolatiemateriaal voor gebouwen
NBN EN 13501Classificatie van bouwmaterialen en bouwstijlen hun brandgedrag
NBN EN 14037Platen voor een verwarmingsplafond voor water met een
temperatuur lager dan 120 °CNBN EN 14240Verluchting van gebouwen – Koelplafonds
NBN EN 14291Schuim producerende oplossingen voor het detecteren van lekkenin gasinstallaties
Norm
en
35
NBN EN 15377Verwarmingsinstallaties in gebouwen
NBN EN 442Radiatoren en convectors
NBN EN 520Gipsplaten
NBN EN 60529Isolatie door behuizingen
NBN EN 806Technische regels voor drinkwaterinstallaties
NBN EN ISO 15875Buissystemen uit kunststof voor warm- en koudwaterinstallaties –Vernet polyethyleen (PE-X)
NBN EN ISO 6509Corrosie van metalen en legeringen – Bepaling van de bestendigheidvan koper-zinklegeringen tegen ontzinking
NBN EN ISO 7730Ergonomie van de thermische omgeving
DIN V 4108-6Warmte-isolatie en energiebesparing in gebouwen
DIN VDE 0100(Samenvatting)Elektrische installaties van gebouwenPlaatsen van sterkstroominstallatiesPlaatsen van laagspanningsinstallaties
DIN VDE 0100-701Plaatsen van laagspanningsinstallaties – Eisen voor bedrijfsruimtes,ruimtes en speciale installaties – Deel 701: Ruimtes met bad ofdouche
DIN VDE 0298-4Gebruik van kabels en geïsoleerde leidingen voorsterkstroominstallaties
DIN VDE 0604-3Elektro-installatiekanalen voor wand en plafond; plintkanalen
DVGW W 270Vermeerdering van micro-organismen op materialen voordrinkwaterinstallaties
DVGW W 291Schoonmaken en desinfecteren van waterverdeelinstallaties
DVGW W 534Buisverbindingen voor drinkwaterinstallaties
DVGW W 551Drinkwaterverwarmings- en drinkwaterleidinginstallaties
NBN EN 1985Koper en koperlegeringen: blokken en gietstukken
NBN EN 1254Koper en koperlegeringen: hulpstukken
ISO 10508Plastic piping systems for hot and cold water installations
NBN EN 163/3Verbindingen voor verwarmings- en koelinstallaties
NBN EN 1057Koper en koperleidingen
NBN EN 14366Laboratoriummeting voor afvalwaterinstallaties
NBN EN 21003Meerlagige leidingsystemen voor warm- en koudwaterinstallaties in gebouwen
WTCB TV 207Kunststofbuissystemen voor de distributie van warm en koud water onder druk in gebouwen
36
NOTITIES
Het huidige document wordt beschermd door auteursrechten. Deze rechten, alsook deze van de vertaling, de herdruk, het hergebruik van afbeeldingen, de radio-uitzendingen, de reproductie door fotomechanische middelen of soortgelijke, en van opslag in gegevensdatabanken zijn voorbehouden.
Onze technische adviezen, mondeling of geschreven, gebaseerd op onze kennis en ervaring, zijn niet bindend. Daar wij geen controle hebben over de werkomstandigheden en toepassingsvoorwaarden kunnen wij niet verantwoordelijk worden geacht. Wij raden u aan na te kijken of het REHAU product geschikt is voor het beoogde gebruik. Aangezien de toepassing, het gebruik en de inwerkingstelling van onze producten buiten onze controle verlopen, vallen zij onder uw verantwoordelijkheid. Als, ondanks alles, onze verantwoordelijkheid aangetoond zou worden, is die beperkt tot de waarde van de goederen die wij u geleverd hebben en die u gebruikt heeft. Onze garantie geldt voor een constante kwaliteit van onze producten volgens onze specificaties en onze algemene betalings- en leveringsvoorwaarden, steeds te consulteren op www.rehau.be.
© REHAU NVAmbachtszone Haasrode 3326
Ambachtenlaan 22 3001 Heverlee
Onder voorbehoud van technische wijzigingen
850624 BE NL 09.2016