Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een...

17
Oberon Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 1 Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten Oberon/CED-groep december 2016 Inleiding Deze notitie geeft stapsgewijs aan hoe gemeenten de pedagogisch medewerkers in de VVE kunnen laten toetsen en scholen naar taalniveau 3F. In 2017 en 2018 krijgen kleinere gemeenten in Nederland extra financiële middelen 1 (4,7 miljoen per jaar) om pedagogisch medewerkers (pm’ers) van gesubsidieerde VVE- locaties bij te scholen. Ook zij moeten dan vanaf augustus 2019, net als hun collega’s in grotere gemeenten, voldoen aan de taaleis 3F op de onderdelen lezen en mondelinge vaardigheden. Dit taalniveau wordt momenteel al nagestreefd voor alle pedagogisch medewerkers in de VVE van de G37 en 86 (middel)grote gemeenten (aangeduid als G86). Omdat dit traject maatwerk is, hoeven gemeenten de stappen niet chronologisch te doorlopen. Wel is het belangrijk om alle aandachtspunten mee te nemen in het traject. De subsidie, die gemeenten in 2017 voor de toetsing en scholing van de pedagogisch medewerkers in de kleinere gemeenten, ontvangen moet worden besteed in 2017 omdat naar verwachting 2017 het slotjaar OAB is en dus resterende middelen niet meegenomen kunnen worden naar 2018. Het is dan ook van groot belang om het proces tot het behalen van taalniveau 3F snel te starten. Het voornemen is om per 1 augustus 2019 in de niet-G37 en niet-G86 het taalniveau 3F voor pedagogisch medewerkers in de voorschool op de onderdelen lezen en mondelinge vaardigheden verplicht te stellen (voor de G37 en de G86 moet dit gaan gelden per 1 augustus 2017). 2 Taalniveau 3F: wat is het en waarom is het van belang De overheid heeft vastgesteld dat voor het versterken van het opbrengstgericht werken, het stimuleren van de taalontwikkeling van kinderen en het realiseren van ouderbetrokkenheid in de VVE; - Een aantoonbaar en verrijkend taalniveau vereist is. Door deskundigen is daarbij aangegeven dat taalniveau 3F hiervoor gewenst is. In lijn met een motie van de Tweede Kamer wordt wettelijk verplicht gesteld dat pedagogisch medewerkers in de voorschool voldoen aan het taalniveau 3F. - De volgende taalnormen voor pedagogisch medewerkers in de VVE worden verplicht gesteld: o Taalniveau 3F voor mondelinge vaardigheden (luisteren, spreken en gesprekken voeren). o Taalniveau 3F voor leesvaardigheden (lezen en interpreteren van teksten). NB: In het kader van de bestuursafspraken werd ook het niveau 2F voor schriftelijke vaardigheden apart getoetst. In het conceptwetsvoorstel zal dit niet worden opgenomen. Het taalniveau van de pedagogisch medewerkers wordt vastgesteld door ze, onder verantwoordelijkheid van werkgevers, te laten toetsen op de twee genoemde domeinen van de Nederlandse taal. Vervolgens is het de bedoeling dat de pedagogisch medewerkers die onder de taalnorm scoren worden bijgeschoold en opnieuw getoetst. Afhankelijk van de afspraken in de gemeente kan deze cyclus een aantal keren worden herhaald tot en met december 2018. 1 In Bijlage 1 staat een uitsplitsing hoeveel budget de gemeenten in 2017 (en ook in 2018) ontvangen voor 3F. 2 Voor mondelinge vaardigheden en leesvaardigheden.

Transcript of Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een...

Page 1: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 1

Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten

Oberon/CED-groep december 2016

Inleiding

Deze notitie geeft stapsgewijs aan hoe gemeenten de pedagogisch medewerkers in de VVE kunnen laten

toetsen en scholen naar taalniveau 3F. In 2017 en 2018 krijgen kleinere gemeenten in Nederland extra

financiële middelen1 (4,7 miljoen per jaar) om pedagogisch medewerkers (pm’ers) van gesubsidieerde VVE-

locaties bij te scholen. Ook zij moeten dan vanaf augustus 2019, net als hun collega’s in grotere gemeenten,

voldoen aan de taaleis 3F op de onderdelen lezen en mondelinge vaardigheden. Dit taalniveau wordt

momenteel al nagestreefd voor alle pedagogisch medewerkers in de VVE van de G37 en 86 (middel)grote

gemeenten (aangeduid als G86).

Omdat dit traject maatwerk is, hoeven gemeenten de stappen niet chronologisch te doorlopen. Wel is het

belangrijk om alle aandachtspunten mee te nemen in het traject. De subsidie, die gemeenten in 2017 voor de

toetsing en scholing van de pedagogisch medewerkers in de kleinere gemeenten, ontvangen moet worden

besteed in 2017 omdat naar verwachting 2017 het slotjaar OAB is en dus resterende middelen niet

meegenomen kunnen worden naar 2018. Het is dan ook van groot belang om het proces tot het behalen van

taalniveau 3F snel te starten.

Het voornemen is om per 1 augustus 2019 in de niet-G37 en niet-G86 het taalniveau 3F voor pedagogisch

medewerkers in de voorschool op de onderdelen lezen en mondelinge vaardigheden verplicht te stellen (voor

de G37 en de G86 moet dit gaan gelden per 1 augustus 2017).2

Taalniveau 3F: wat is het en waarom is het van belang

De overheid heeft vastgesteld dat voor het versterken van het opbrengstgericht werken, het stimuleren van de

taalontwikkeling van kinderen en het realiseren van ouderbetrokkenheid in de VVE;

- Een aantoonbaar en verrijkend taalniveau vereist is. Door deskundigen is daarbij aangegeven dat

taalniveau 3F hiervoor gewenst is. In lijn met een motie van de Tweede Kamer wordt wettelijk verplicht

gesteld dat pedagogisch medewerkers in de voorschool voldoen aan het taalniveau 3F.

- De volgende taalnormen voor pedagogisch medewerkers in de VVE worden verplicht gesteld:

o Taalniveau 3F voor mondelinge vaardigheden (luisteren, spreken en gesprekken voeren).

o Taalniveau 3F voor leesvaardigheden (lezen en interpreteren van teksten).

NB: In het kader van de bestuursafspraken werd ook het niveau 2F voor schriftelijke vaardigheden apart

getoetst. In het conceptwetsvoorstel zal dit niet worden opgenomen.

Het taalniveau van de pedagogisch medewerkers wordt vastgesteld door ze, onder verantwoordelijkheid van

werkgevers, te laten toetsen op de twee genoemde domeinen van de Nederlandse taal. Vervolgens is het de

bedoeling dat de pedagogisch medewerkers die onder de taalnorm scoren worden bijgeschoold en opnieuw

getoetst. Afhankelijk van de afspraken in de gemeente kan deze cyclus een aantal keren worden herhaald tot

en met december 2018.

1 In Bijlage 1 staat een uitsplitsing hoeveel budget de gemeenten in 2017 (en ook in 2018) ontvangen voor 3F.

2 Voor mondelinge vaardigheden en leesvaardigheden.

Page 2: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 2

Belang taalniveau 3F

Om VVE goed toe te kunnen passen en de gewenste opbrengsten te verkrijgen is een goede

beheersing van de Nederlandse taal door pedagogisch medewerkers belangrijk. Daarmee kunnen ze een

stimulerende en verrijkende taalomgeving voor kinderen creëren. Het beschikken over een hoog taalniveau is

van groot belang voor de ontwikkeling van het kind én van de pedagogisch medewerker zelf. Voor kinderen die

thuis weinig of zwak Nederlands horen en spreken, of alleen buitenshuis Nederlands horen is het van groot

belang dat het taalaanbod in voorschoolse instellingen van een hoog niveau is. Pedagogisch medewerkers

spelen hierbij een grote rol, ze zijn bij de taalontwikkeling een voorbeeld voor de kinderen. Van een

pedagogisch medewerker die taalcompetent is, leren kinderen een grote basiswoordenschat en

zinsconstructies die hen helpen bij het stellen van vragen of het vertellen over eigen ervaringen met een

positieve doorvertaling naar het verrijken van kinderen en hun ontwikkeling. Ook voor de pedagogisch

medewerkers zelf is het gunstig om vaardig te zijn met taal. Het geeft meer voldoening en arbeidsvreugde om

te zien dat kinderen sprongen maken in taal die methodisch en spelenderwijs wordt verrijkt. Ook voor de

contacten met ouders is een goede beheersing van de Nederlandse taal belangrijk.

Vrijstelling van toetsing

PM-ers hoeven niet getoetst te worden als ze voor beide onderdelen kunnen aantonen het niveau 3F te

beheersen. Hierbij geldt:

- Een pm’er kan beheersing van het taalniveau 3F op de vereiste onderdelen aantonen met een voldoende

op de verplichte resultatenlijst behorende bij het mbo 3- of mbo 4- diploma. Bij mbo 3 dient de student een

keuzedeel hiervoor te volgen. Of via een taaltoets.

- Zij die in bezit zijn van een hbo- of wo-diploma of een associate degree voldoen aan het taalniveau 3F.

- Beheersing van het niveau 3F kan ook worden aangetoond met een B2-certificaat op de genoemde

onderdelen. Op de onderdelen mondelinge vaardigheden en lezen is het niveau B2 voldoende vergelijkbaar

met het niveau 3F om op hetzelfde niveau te kunnen functioneren in de voorschoolse educatie.

Beroepsopleidingen anticiperen al op deze taaleis. Studenten van de mbo 4-opleiding voldoen aan de 3F-

taaleis. Studenten die op niveau 3 afstuderen kunnen vanaf het studiejaar 2018-2019 uitstromen op taalniveau

3F (indien zij dit keuzedeel hebben gekozen). Het voldoen aan de taaleis betreft daarmee vooral een inhaalslag

voor de bestaande pedagogisch medewerkers in de VVE.

Stappenplan bij traject 3F

In deze notitie bespreken we een stappenplan voor het gemeentelijk traject 3F. We onderscheiden de volgende

stappen:

Fase 1: Oriëntatie

Fase 2: Eerste toets

Fase 3: Na eerste toets, voor eerste scholing

Fase 4: Tijdens scholing

Fase 1: Oriëntatie Alvorens de eerste toetsing kan plaatsvinden, vindt de fase van oriëntatie plaats. We benoemen hierbij de

volgende onderdelen:

- bepaal de rol van de gemeente en de ambitie van de gemeente;

- inventariseer wie de partners zijn en hoe zij geïnformeerd worden;

- voer een eerste overleg met voorschoolse aanbieders;

- inventariseer om hoeveel pm-ers het gaat;

- stel een begroting op;

- stel een startnotitie en bijbehorend plan van aanpak op.

Page 3: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 3

Hieronder worden de onderdelen verder toegelicht.

Bepaal rol van de gemeente en de ambitie

Begin met het formuleren van een eigen ambitie. Het einddoel is dat medio 2019 alle pedagogisch

medewerkers in VVE over het gewenste taalniveau beschikken. Eind 2018 loopt de subsidie voor Taalniveau

3F af. Een snelle start is geboden. In dit kader zou u begin 2017 kunnen beginnen met een nulmeting. Wat is de

opgave van uw gemeente? Hoeveel pedagogisch medewerkers voldoen al? Op basis daarvan kunnen het

ambitieniveau en de planning bepaald worden. Tevens kunt u besluiten of niet VVE-pedagogisch medewerkers

ook kunnen meedoen (dit is niet verplicht). Dit is kostbaarder, maar biedt meer mogelijkheden voor vervanging

en alle kinderen (ongeacht of ze doelgroep zijn) profiteren van pedagogisch medewerkers die een goed

taalniveau beheersen. Stel voor uzelf vast wat de meerwaarde is voor de gemeente, werkgevers en

pedagogisch medewerkers. Bekijk verder welk budget er beschikbaar is.

Ga vervolgens na welke rol het beste bij uw gemeente past. Dit kan bijvoorbeeld een sturende of een

initiërende rol zijn, maar ook een meer bescheiden faciliterende rol, vooral afhankelijk van de lokale

(bestuurlijke) verhoudingen. In sommige gemeenten worden veel taken van dit traject belegd bij de VVE-

coördinator.

Checklist

Alleen VVE-medewerkers of alle pm-ers?

Rol gemeente: trekker, faciliterend of delegerend?

Inventariseer wie uw partners zijn en hoe zij geïnformeerd worden

Bepaal welke peuterspeelzalen en/of kinderdagverblijven meedoen. Het gaat in ieder geval om de

voorschoolse voorzieningen die VVE-subsidie van de gemeente krijgen of op termijn gaan krijgen. Eventueel

kunnen andere instellingen ook aanhaken, bijvoorbeeld op basis van cofinanciering of vanwege financiering uit

eigen scholingsbudgetten.3 Analyseer vervolgens de afspraken die u hebt gemaakt over het aanbieden van VVE

plaatsen binnen de huidige samenwerking met de (VVE) aanbieders. Kijk ook naar hun continuïteit, met het oog

op eventuele krimp of bezuinigingen. Verder kunt u inventariseren of er met andere gemeenten in de regio kan

worden samengewerkt, wat voor de kleine gemeenten zeer aan te raden is, zeker voor wat betreft inkoop van

trainingen. We zien in toenemende mate dat gemeenten samen optrekken in dit traject, bijvoorbeeld vier

Achterhoekse gemeenten en vier gemeenten op de Veluwe. Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-

overstijgende samenwerking past bij uw plannen.

De gemeente doet er goed aan te bedenken wie in dit traject wanneer moet worden geïnformeerd.

Om draagvlak te creëren en te behouden is het van belang dat er in dit traject met enige regelmaat overleg is

met alle betrokken partijen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een LEA of in de vorm van een tijdelijke

werkgroep. Binnen een gemeente is de LEA het bestuurlijk overleg waarbij de gemeente met haar bestuurlijke

partners (van oudsher met name de schoolbesturen, tegenwoordig steeds vaker verbreed met voorschoolse

voorzieningen) invulling geeft aan het lokaal onderwijsbeleid.

Checklist

Welke organisaties moeten meedoen? Welke organisaties kunnen meedoen, wellicht op basis van

cofinanciering?

Optrekken met andere buurtgemeenten?

Wie dient er wanneer geïnformeerd te worden over dit traject? Bestuurders ook? Welk overleg?

3 Op termijn is het de bedoeling dat alle pedagogisch medewerkers in de kinderopvang voldoen aan het taalniveau 3F

voor mondeling vaardigheden.

Page 4: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 4

Voer een eerste overleg met de werkgevers

In veel gevallen voert de gemeente de regie in dialoog met de werkgevers, oftewel de aanbieders van VVE in de

kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Bereid de eerste communicatie met hen over dit traject goed voor. Stel

vooraf vast met wie, wanneer en met welke toonzetting u communiceert. Benoem het belang van een snelle

start in verband met het traject van de subsidieverlening. Eind 2018 loopt het subsidietermijn af, resterend

budget van 2017 kan naar verwachting niet ingezet worden.

Probeer ook goed duidelijk te krijgen hoe de werkgevers hierin staan en of zij al zicht hebben hoe de reacties

van hun medewerkers is. Het is hierbij goed te realiseren dat werkgevers hierbij soms in een spagaat zitten: ze

snappen vanuit het belang van het kind de verhoogde eis, maar krijgen hierover ook de nodige weerstand

vanuit de medewerkers die de toetsing als een soort examen ervaren waaruit de geschiktheid voor de functie

zal blijken. Daarom is goed doorpraten met werkgevers welke toon/communicatiestijl zij hanteren/gaan

hanteren richting hun medewerkers ook een belangrijk gespreksonderwerp.

De eerste stap richting de werkgevers kan gezet worden in een bestaand overleg waarin zij vertegenwoordigd

zijn, zoals de bovengenoemde LEA. Wanneer een dergelijke overlegstructuur afwezig is, zal een nieuw overleg

moeten worden opgezet. Benadruk bij werkgevers het belang van het traject. Kinderopvang en

peuterspeelzaalwerk kunnen onderling en intern verschillen in hun behoeften en mogelijkheden. Inventariseer

hun behoeften en mogelijkheden, en speel hier waar mogelijk op in.

Checklist

Bereid eerste overleg met werkgevers goed voor.

Bepaal de toonzetting vanuit de gemeente, mede ook afhankelijk van ambitie en rol.

Achterhaal hoe werkgevers tegenover het traject staan.

Achterhaal hoe werkgevers denken dat hun medewerkers tegenover dit traject staan.

Bespreek traject 3F in bestaand overleg of creëer hiervoor een overleg/werkgroep.

Inventariseer om hoeveel pedagogisch medewerkers het gaat

Inventariseer al dan niet met de werkgevers hoeveel pedagogisch medewerkers getoetst moeten worden. Het

is verplicht om alle pedagogisch medewerkers met een mbo-diploma die op een VVE-groep staan te toetsen op

het taalniveau 3F (mondelinge vaardigheden en lezen), tenzij voldaan wordt aan onderstaande voorwaarde:

Een diploma hebben waaruit door middel van een resultatenlijst blijkt dat één of beiden onderdelen op

het gewenste taalniveau zijn. Alleen de onderdelen die nog niet behaald zijn, dienen dan nog getoetst te

worden.

Een jaarcontract hebben.

Bij het vaststellen of een pedagogisch medewerker al dan niet voldoet aan de gestelde taaleisen, kan de

volgende definitie gehanteerd worden. De (kandidaat) werknemer wordt geacht te beschikken over taalniveau

3F. Dit is aan te tonen via een diploma en/of cijferlijst waarop expliciet minimaal het taalniveau 3F of B2 op de

onderdelen spreekvaardigheid en leesvaardigheid staat vermeld. De vrijstellingen staan eerder in deze

handreiking genoemd.

De volgende groep hoeft niet getoetst te worden: gastouders van gastouderbureaus. Volgens de Wet OKE zijn

zij namelijk geen aanbieders van VVE.

Desgewenst kunnen ook andere pedagogisch medewerkers getoetst en geschoold worden, zodat alle kinderen

profiteren van het hoge taalniveau van pedagogisch medewerkers en/of omdat deze pedagogisch

medewerkers dan direct inzetbaar zijn voor een VVE-groep. Verder kunnen de toetsen als eis worden

opgenomen bij het werven van nieuw personeel in de VVE.

Page 5: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 5

Checklist

Inventariseer om hoeveel pm-ers het gaat. Hoeveel komen in aanmerking voor een vrijstelling?

Gastouders hoeven niet getoetst te worden.

Stel een begroting op

Het advies luidt om in dit stadium in overleg met de werkgevers een begroting op te stellen. Daarbij spelen drie

kostenposten een rol, namelijk de toetsingskosten, de scholingskosten en de verletkosten.

De toetsingskosten zijn relatief laag. Het afnemen van een toets kost circa 100 tot 200 euro per medewerker,

maar kan oplopen tot 500 euro. Het percentage geslaagden bij de eerste toetsing varieert per gemeente, maar

ligt grofweg tussen de 30 en 70 procent. Als gemiddelde bedrag geldt 250 euro en daarbij nog 100 euro aan

verletkosten, hoewel niet alle gemeenten de verletkosten van het toetsen vergoeden. Verletkosten zijn kosten

die de organisatie maakt om de pedagogisch medewerker die bijscholing volgt te vervangen of uit te betalen.

Het is zeer gebruikelijk dat de gemeente deze verletkosten (deels) compenseert aan de werkgever.

De scholingskosten kunnen oplopen tot circa € 4.000 per medewerker. Als gemiddelde bedrag kan € 1.250

aangehouden worden. In de huidige CAO staat dat scholing zoals deze geheel in werktijd mag worden gedaan,

het wordt immers beschouwd als opgedragen werkzaamheden. Daarom hebben de werkgevers te maken met

verletkosten. De totale verletkosten hangen af van de duur van de scholing en het aantal te scholen

medewerkers. Gemiddeld kost dit gemeenten nog € 950 per medewerker, met een uurbedrag van circa € 25-

30.

Let bij het maken van de begroting op het tijdspad. Het in 2017 toegekende budget voor de invoering van

2F/3F loopt tot eind 2018. Het budget voor 2017 dient in zijn geheel te worden aangewend in 2017, omdat dan

de huidige OAB naar verwachting afloopt.

Voor uw eigen begroting kunt u grofweg rekenen met de volgende rekensom:

Totale kosten 3F:

Aantal pedagogisch medewerkers * € 350 (toets) + helft aantal pedagogisch medewerkers * € 2.200 (scholing).

Indien u wilt berekenen hoeveel pedagogisch medewerkers u ongeveer kunt laten toetsen en scholen, dan kunt

u uw jaarbudget 3F delen door € 725,-. U heeft dan een goede richtlijn van het budgettair gezien aantal pm-ers

dat u kunt laten deelnemen aan dit traject.

Checklist

Stel een begroting op (samen met werkgevers).

Als houvast gelden de volgende twee formules als grove richtlijn:

o Totale kosten 3F: Aantal pedagogisch medewerkers * € 350 (toets) + helft aantal pedagogisch

medewerkers * € 2.200 (scholing).

o Jaarbudget 3F : € 725 = aantal te toetsen en te scholen pm-ers.

Page 6: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 6

Stel een startnotitie en plan van aanpak op

We adviseren gemeenten om ter afronding van de oriëntatiefase een startnotitie en bijbehorend plan van

aanpak op te stellen. Hierin staan alle onderdelen van de checklist benoemd met hierbij het (voorlopige)

standpunt van de gemeente voor wat betreft de aanpak. Deze startnotitie/plan van aanpak kan vervolgens

besproken worden met betrokkenen, bij voorkeur in de LEA.

Checklist

Stel een startnotitie op met bijbehorend plan van aanpak. Benut hiervoor de checklistjes van deze

handreiking.

Bespreek de startnotitie en plan van aanpak in de LEA.

Fase 2: Start eerste toets Als u de startnotitie met plan van aanpak besproken heeft en nadat er akkoord is over de aanpak, kan gestart

worden met de voorbereidingen richting de eerste toets. In dit stadium gaat het om:

- keuze Toetsaanbieder;

- werkafspraken over toetsing;

- communicatie richting pm-ers over toetsing.

Inventariseer de toetsaanbieder

In overleg met de werkgevers inventariseert u de toetsaanbieders. U kunt de keuze van de toetsaanbieder ook

aan de werkgevers overlaten. Daarbij is het goed te letten dat alle werkgevers binnen uw gemeente op

dezelfde manier de toets laten uitvoeren.

Het volgende document helpt u bij uw keuze:

De ‘’Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen’’ (Sardes, december

2016). Dit is een update van een eerdere versie uit 2014.

In de kieswijzer voor toetsen vindt u een vijfstappen plan om te komen tot de juiste keuze van toetsaanbieder.

In de Kieswijzer vindt u een beoordeling van de aanbieders op basis van 15 kenmerken. De belangrijkste

kenmerken voor een keuze zijn: domein, beroepsspecificiteit, niveau, betrouwbaarheid en validiteit,

toetsprocedure en rapportage. In veel gemeenten worden aan twee of drie aanbieders een offerte opgevraagd

om zo een uiteindelijke keuze te maken. Ons advies is om hierbij ook goed te letten op zaken als:

wijze waar aanbieder vooraf informatie aanbiedt aan pm-ers (sluit men bv aan bij eerste bijeenkomst met

pm-ers;

of er individuele terugkoppeling is welke onderdelen er wel en welke niet zijn gehaald.

In de Kieswijzer vindt u nog tal van andere aandachtspunten terug.

Checklist

Bepaal wie de toetsaanbieder wordt. Maak hierbij gebruik van de Kieswijzer toetsing van Sardes van eind

2016.

Vraag 2 of 3 offertes op en let hierbij op zaken als communicatie vooraf en individuele terugkoppeling

achteraf.

Maak werkafspraken over toetsing

Inhoudelijk moeten er een aantal zaken met de werkgevers afgestemd worden voordat de eerste toets kan

worden afgenomen. Zonder de pretentie te hebben volledig te zijn, noemen we, mede op basis van ervaringen

van de G37 en G86:

- Stel een duidelijke taakverdeling op die het beste past tussen de gemeente en de werkgevers. Dit geldt

met name voor de communicatie richting de pm-ers. Het is het meest gebruikelijk dat werkgevers deze

communicatie doet. Bij een eerste overleg komt het vaak voor dat ook de gemeenteambtenaar aanschuift.

Page 7: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 7

- Maak goede afspraken over verletkosten.

- Maak afspraken over hoe (schriftelijk of digitaal) en wanneer (overdag of ’s avonds) er getoetst wordt.

- Maak afspraken over hoe vaak getoetst mag worden. Dit wordt door de gemeente zelf bepaald. Veelal

wordt een maximum van drie keer toetsen aangehouden.

- Bespreek de gevolgen van het zakken voor de laatste hertoets. Eventueel is interne herplaatsing naar een

locatie die geen VVE aanbiedt mogelijk (dit verdient de voorkeur). Indien het niet anders kan, zou externe

herplaatsing of als laatste mogelijkheid ontslag kunnen volgen. Daarvoor dient de werkgever een

zorgvuldig traject te doorlopen (zie bijvoorbeeld brochure ‘Samen aan de slag in VVE’ van de MO-groep en

Brancheorganisatie Kinderopvang of wijs werkgevers op communicatie vanuit Brancheorganisatie

Kinderopvang en Sociaal Werk Nederland hierover). Het is goed om werkgevers hier te wijzen op

bepalingen uit de CAO over opleiden/nascholen van bestaande medewerkers.

- Besteed aandacht aan de risicogroep van pedagogisch medewerkers, zoals 55-plussers of pedagogisch

medewerkers met een niet-Nederlandstalige achtergrond. Houd ook rekening met bijzondere

omstandigheden als faalangst of dyslexie. Een voorlichting vooraf aan de toets neemt bijvoorbeeld een

deel van de faalangst weg. Verder wordt geadviseerd om voor pedagogisch medewerkers met dyslexie de

tijd van de toetsen te verlengen of de papieren toetsen vergroot te laten afdrukken.

- Maak afspraken voor degenen die bijna met pensioen gaan. Als pensioendatum nog voor 1 augustus 2019

is, is toetsing niet noodzakelijk.

- Maak afspraken over nieuwe medewerkers die in een later stadium instromen. Hierbij is cofinanciering

meer voor de hand liggend, omdat de werkgever in het aannamebeleid ook 3F als selectiecriterium kan

meenemen.

- Geef indien mogelijk pedagogisch medewerkers de keuze tussen schriftelijke of digitale afname. Dit is niet

bij alle toetsaanbieders mogelijk.

- Zorg dat de toetsaanbieder ruimte biedt aan pedagogisch medewerkers om voor het maken van de

taaltoets te oefenen. Ook bestaat de mogelijkheid voor het maken van een proeftoets of het geven van

aanwijzingen voor het maken van de toets. Dit verlaagt de drempel voor de pedagogisch medewerkers.

- Vraag om regelmatige terugkoppeling van voortgang, zodat VVE-instellingen verantwoording kunnen

afleggen bij gemeente.

- Beknibbel niet op de taaltoets: pedagogisch medewerkers vinden het prettig om een taaltoets te maken

die past bij hun alledaagse werk op de VVE-groep.

- Let op de reisafstand voor werknemers bij toetsen en vooral bij scholing. Als scholing in de avonduren

gehouden worden, spreek dan ook af tot hoe laat er maximaal doorgegaan wordt. Neem hierbij ook de

arbeidstijdenwet, artikelen 5.3 tot en met 5.7 in acht.

Maak ook heldere afspraken over de organisatie van, en de begeleiding en ondersteuning tijdens, de

toetsafname:

- Geef pedagogisch medewerkers verschillende momenten om te toetsen, zowel overdag als in de avond.

- Laat de toets pas afnemen als pedagogisch medewerkers er klaar voor zijn; voortgangstoetsen of

oefentoetsen zijn belangrijk.

- Zorg dat pedagogisch medewerkers, werkgevers en de gemeente inzage krijgen in de toetsuitslag, zodat ze

een foutenanalyse kunnen maken. Of vraag om een uitgebreide toelichting bij de toetsuitslagen per

getoetst onderdeel, waardoor de pedagogisch medewerker inzicht krijgt in de beoordelingsprocedure. Bij

de selectie van toetsaanbieders adviseren we gemeenten scherp op dit punt te letten, want dit is

belangrijke sturingsinformatie voor de gemeente.

- Ga zorgvuldig om met de uitslagen van de toetsing.

- Stel desgewenst een commissie in die calamiteiten tijdens de toets, zoals ziekte en spieken, behandelt

(Amsterdam heeft een Examenreglement opgesteld, Mister Dutch heeft een toetsreglement).

Page 8: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 8

Checklist

Maak goede werkafspraken met werkgevers over de toetsing. Hierboven staan al ruim 15

aandachtspunten genoemd.

Communicatie richting pm-ers over toetsing

Het traject heeft een grote impact op pedagogisch medewerkers. Daarom is het belangrijk om pedagogisch

medewerkers tijdens een bijeenkomst helder te informeren over:

- waarom er getoetst wordt;

- hoe het toetsen en scholen er uit ziet;

- wat er wordt gevraagd;

- hoeveel tijd het kost;

- waar en wanneer het toetsen en scholen plaats vindt;

- wat er gebeurt als men niet slaagt.

De gemeente en de werkgever dienen hier gezamenlijk en eensgezind in op te trekken, waarbij het gebruikelijk

is dat werkgevers de eerste verantwoordelijkheid hebben voor dit onderdeel. Ter ondersteuning van deze

informatievoorziening adviseren we nadrukkelijk om gebruik te maken van de brochure “Ontwikkelingen rond

VVE in kort bestek”. Hierin wordt een helder beeld geschetst over het waarom, wat en hoe rond de

veranderingen binnen de VVE, waarbij ook taalniveau 3F aan bod komt.

Het heeft de sterke voorkeur dat bij deze bijeenkomst ook de toetsaanbieder aanwezig is. Een gezamenlijke

kick-off zorgt voor helderheid naar de pedagogisch medewerkers.

Checklist

Beleg een bijeenkomst voor pm-ers om het traject goed uit te leggen.

De werkgever heeft bij voorkeur de leiding, de ambtenaar en toetsaanbieder zijn ook aanwezig.

Fase 3 Na de toets, voor de eerste scholing Als de eerste toetsronde is geweest, volgt de fase van terugkoppeling toetsen en starten van de scholing voor

degenen die de toets niet gehaald hebben. In deze fase gaat het dus om:

- terugkoppeling toetsuitslagen;

- bepaling wie er welke scholing krijgt;

- keuze voor scholingaanbieder;

- begroting bijstellen.

Terugkoppeling toetsuitslagen

Zorg ervoor dat de toetsresultaten zorgvuldig worden teruggekoppeld naar de pedagogisch medewerkers. De

primaire verantwoordelijkheid ligt hier bij werkgevers. Als tip: geef de geslaagden een presentje, bijvoorbeeld

een felicitatiekaart van de wethouder.

Verder is het van belang dat werkgevers de toetsresultaten en de behaalde certificaten opnemen in de

personeelsdossiers en hiervan overzichten versturen naar de gemeente. Zo kan de gemeente aantonen,

bijvoorbeeld aan de Inspectie van het Onderwijs, dat pedagogisch medewerkers het gewenste taalniveau

hebben.

Checklist

Zorg dat iedereen een individuele terugkoppeling krijgt.

Stuur de geslaagden een attentie.

Page 9: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 9

Bepaling wie welke scholing krijgt

Bepaal op basis van de volgende punten wie er op welke wijze, na het niet halen van de toets, geschoold gaat

worden (werkgevers zijn hierbij als eerste aan zet):

- Pedagogisch medewerkers die de toets net niet gehaald hebben, hoeven geen scholingstraject

aangeboden te krijgen, maar kunnen in goed overleg ook meteen een tweede keer een toets maken. Dit is

kosten- en tijdbesparend.

- Laat pedagogisch medewerkers oefenen op de domeinen waarmee ze moeite hebben. Zo kan een

pedagogisch medewerker uitstekende mondelinge vaardigheden hebben en gebrekkige leesvaardigheden.

In dit geval is bijscholing met veel aandacht voor mondelinge vaardigheden niet zinvol.

- Bekijk de mogelijkheid om groepen te vormen met pedagogisch medewerkers uit andere organisaties

en/of andere gemeenten. Zo kunnen pedagogisch medewerkers met een vergelijkbaar niveau samen

geschoold worden.

- Bekijk de leerbaarheid van pedagogisch medewerkers die de toets niet gehaald hebben; daar zijn aparte

toetsen voor. Een pedagogisch medewerker is leerbaar als wordt verwacht dat hij/zij binnen de

beschikbare tijd het gewenste taalniveau kan bereiken. Ook leidinggevenden of managers binnen kunnen

de leerbaarheid van pedagogisch medewerkers beoordelen. Ook kan tijdens het scholingstraject, aan de

hand van voortgangsrapportages, worden gekeken of voortzetting zinvol is.

- De pedagogisch medewerkers die bij de toets niveau 1F halen, hebben een lang scholingstraject voor de

boeg. Het is realistisch om minimaal 20 weken (per domein) de tijd te nemen om een niveaustijging te

ondergaan. Hoewel het meer tijd kost is het soms nodig om iemand op meer dan twee domeinen tegelijk

te scholen. Verder is uit ervaring inmiddels bekend dat begrijpend lezen (interpreteren) het moeilijkste

domein is, hierop zakken de meeste pedagogisch medewerkers en zij dienen hierop dus goed te worden

bijgeschoold.

Bij de bepaling wie welke scholing krijgt hoort ook dat afgesproken wordt in welke periode van het jaar de

bijscholing plaatsvindt. Dit onderdeel wordt afgerond met het opstellen door de werkgever van een

een scholingsbeleid. Hierin legt de werkgever afspraken vast in een scholingsovereenkomst met pedagogisch

medewerkers over bijvoorbeeld de duur van scholing (aantal weken per onderdeel).

Checklist

Zorg dat werkgever de leiding neemt om per pm-er die de toets niet gehaald heeft een scholingsplan op te

stellen. Er dient niet teveel geschoold te worden, maar ook niet te weinig: op maat is het devies.

Vorm samen met buurgemeenten scholingsklassen van pm-ers die op hetzelfde niveau zitten.

Keuze scholingsaanbieder

Net als voor de keuze van de toetsaanbieder, is er voor de bepaling van de scholingsaanbieder een recente

Kieswijzer verschenen. Maak dus gebruik van:

De ‘’Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen’’ (Sardes, december

2016). Ook hier betreft het een update van de Kieswijzer uit 2012.

De kieswijzer voor cursussen begint met een vier stappenplan om te komen tot een juiste keuze van

scholingsaanbieder. Ook hier zijn de aanbieders beoordeeld op basis van 15 kenmerken, waarbij domein, doel,

beroepsspecificiteit, intensiteit en toetsing (onafhankelijk en extern) de belangrijkste vormen. Ook hier zien we

dat gemeenten vaak 2 of 3 aanbieders een offerte laten opstellen, ook omdat het budget vaak de

aanbestedingsgrens van meervoudig onderhands al ontstijgt.

Page 10: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 10

Houd bij de keuze van een scholingaanbieder in ieder geval rekening met het volgende:

- De taaldomeinen moeten afzonderlijk gevolgd kunnen worden: pedagogisch medewerkers investeren

liever geen tijd in onderwerpen die ze al voldoende beheersen. Het is ook een verspilling van belastinggeld.

Vraag dus zoveel mogelijk een op maat training voor datgene dat betreffende pm-er nodig heeft.

- Zorg dat er mogelijkheden zijn om een onderdeel sneller af te kunnen ronden; sommige pedagogisch

medewerkers leren sneller dan anderen of hoeven maar weinig bij te leren omdat ze de eerste toets net

niet hebben gehaald. Anderzijds moet er voldoende tijd worden genomen om pedagogisch medewerkers

echt in staat te stellen de stap naar het vereiste niveau te zetten.

- Bekijk ook de verschillende scholingsvormen. Wordt het een cursus van 40 weken waaraan de deelnemers

2x per week deelnemen of past een blended methode, waarbij de lessen grotendeels via de computer

plaatsvinden, beter.

- Sommige scholingsaanbieders gebruiken voortoetsen om het startniveau te bepalen. Dit is echter niet

nodig en wellicht onprettig voor pedagogisch medewerkers: zij zijn immers al getoetst.

- De scholingaanbieder is bij voorkeur niet dezelfde aanbieder als de toetsaanbieder. Dit voorkomt

mogelijke belangenverstrengeling.

In de Kieswijzer vindt u deze en andere aandachtspunten terug.

Checklist

Vraag 2 of 3 aanbieders een offerte op, de Kieswijzer voor cursussen helpt bij het selecteren van potentiële

aanbieders.

Maak samen met de werkgevers een keuze voor een aanbieder van scholing. Hierboven zijn al enkele

aandachtspunten genoemd bij het selecteren.

Begroting bijstellen

Wellicht zakken minder pedagogisch medewerkers voor de eerste toets dan verwacht. In dat geval hoeven er

minder pedagogisch medewerkers bijgeschoold te worden, waardoor er middelen overblijven. Het

overgebleven budget mag dan aan de overige onderdelen van artikel 165, 166 en 167 van de WPO ingezet

worden. Als het aantal gezakte pedagogisch medewerkers juist groter is dan verwacht, kan het nodig zijn om

extra OAB-budget in te zetten, indien deze ruimte er is.

Checklist

Stel op basis van percentage geslaagden bij de toets en de offertes van de scholingsaanbieders de

begroting bij. Benut OAB budget als het budget voor 3F omhoog bijgesteld moet worden.

Fase 4 Tijdens de scholing In deze fase wordt de bemoeienis van de gemeente steeds minder. Belangrijke afspraken zijn als het goed is

allemaal al vastgelegd en de gemeente houdt voornamelijk vinger aan de pols. We benoemen hier nog kort:

- voortgang scholingstraject;

- tweede keer toetsen (hertoets);

- 3F als subsdidie-eis opnemen.

De voortgang van het scholingstraject

Vraag om regelmatige terugkoppeling van de scholingaanbieder aan werkgevers en de gemeente.

Tussentoetsen tijdens het scholingstraject kunnen handig zijn om de scholing eventueel bij te sturen. Verder

geven tussentoetsen aan in hoeverre pedagogisch medewerkers klaar zijn voor de hertoets.

Page 11: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 11

Tweede keer toetsen (hertoets)

Aan de hand van de hertoets kan worden aangetoond of de scholing tot het gewenste resultaat heeft geleid.

Om belangenverstrengeling te voorkomen, is het belangrijk dat de hertoets door een externe, onafhankelijke

toetsaanbieder wordt gedaan. Met andere woorden er wordt niet getoetst door de scholingsaanbieder.

Voor degenen die ook de hertoets niet halen, kan al naar gelang de gemaakte afspraken nog een volgende

scholingsronde plaatsvinden. In dit stadium is het ook goed als de gemeente en werkgevers de gemaakte

afspraken monitoren. Immers deze afspraken krijgen nu ineens ‘gezichten’ en ‘verklaringen’ waarbij soms een

appèl wordt gedaan op coulance vanuit de gemeente als iemand wederom gezakt is voor de toets. Gezien de

wettelijke verplichtingen vanaf medio 2019 is deze niet mogelijk.

3F als subsidie eis

We roepen gemeenten op om vanaf 2019 3F niveau als subsidie eis op te nemen voor VVE-instellingen. De

verantwoordelijkheid ligt vanaf dan bij de werkgevers. Immers de door de gemeente gefinancierde toets- en

scholingsronde geldt voor de jaren 2017-2018, daarna is het de verantwoordelijkheid van de werkgevers. Het is

dan ook logisch dat werkgevers bij nieuwe medewerkers zelf letten of men 3F niveau al heeft. Hierbij geldt dus

ook dat de gemeente na 2019 geen mogelijkheden meer heeft om nieuwe medewerkers te ondersteuning bij

het behalen van 3F niveau.

Checklist fase 4

Houdt zicht op de voortgang van de scholing en hertoetsing.

Hertoetsen wordt niet gedaan door de scholingsaanbieder.

Houd vast aan de gemaakte afspraken bij aanvang.

Neem 3F als subsidie-eis op vanaf 1 januari 2019.

Stop met financiële ondersteuning vanaf 1 januari 2019.

Page 12: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 12

Beschikbare documentatie

www.vveschakelklassenzomerscholen.nl Thema VVE, Thema Taalniveau 3F

Brochure: Ontwikkelingen rond VVE in kort bestek

Brochure: Samen aan de slag in VVE, handreiking voor organisaties

Geraadpleegde bronnen

Mister Dutch B.V. (2014). Informatie uitvoering taaltoetsen pedagogisch medewerkers in de voor- en

vroegschoolse educatie.

Presentaties regiobijeenkomst G86 over Taalniveau 3F maart 2014:

- Marco Zuidam (Oberon)

- IJsbrand Jepma (Sardes)

- Ernst Radius (MOgroep Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening)

- Jan van Essenveld (gemeente Enschede)

- Dorien van IJzendoorn (gemeente Haarlem)

Sardes (2012). Kieswijzer Toetsen taalniveau pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen.

Sardes (2012). Kieswijzer Taalcursussen pedagogisch medewerkers in voorschoolse instellingen.

Sardes (2013). Bijlage bij de kieswijzer voor taaltoetsen en taalcursussen. Herbeoordelingen en

gebruikerservaringen.

Sardes (2014). Inventarisatie kosten toetsen en scholing taalniveau 3F.

Els Hoefnagels (2013). Samen aan de slag in VVE. Handreiking voor G37-organisaties die VVE aanbieden. In

opdracht van MOgroep en Brancheorganisatie kinderopvang.

Page 13: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 13

Bijlage 1: Bedrag 3F per gemeente (2017)

Naam gemeente

Extra middelen 3F 2017

Aa en Hunze 912

Aalburg 17.330

Aalsmeer 37.396

Aalten 41.044

Achtkarspelen 37.396

Alblasserdam 22.802

Amstelveen 24.626

Appingedam 9.121

Asten 26.451

Baarn 31.011

Barendrecht 38.308

Beek 6.385

Beesel 24.626

Bellingwedde 63.846

Berg en Dal 20.978

Bergen (L.) 12.769

Bergen (NH.) 912

Berkelland 29.187

Bernheze 25.539

Best 58.374

Beuningen 20.978

Binnenmaas 46.517

Bladel 10.033

Blaricum 10.033

Bloemendaal 3.648

Boekel 23.714

Borger-Odoorn 20.978

Borne 15.506

Borsele 10.945

Boxmeer 15.506

Brielle 3.648

Bronckhorst 2.736

Brummen 44.692

Brunssum 59.286

Castricum 912

Cranendonck 42.868

Dalfsen 5.473

Dantumadiel 1.824

De Bilt 41.956

De Fryske Marren 45.605

De Marne 3.648

Page 14: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 14

De Ronde Venen 64.758

De Wolden 3.648

Deurne 26.451

Dinkelland 7.297

Doesburg 43.780

Dongen 41.956

Dongeradeel 17.330

Drimmelen 21.890

Druten 63.846

Echt-Susteren 32.835

Edam-Volendam 30.099

Eemnes 912

Eemsmond 19.154

Eersel 7.297

Elburg 15.506

Enkhuizen 51.989

Ermelo 16.418

Franekeradeel 10.945

Geertruidenberg 15.506

Geldermalsen 35.572

Gemert-Bakel 28.275

Gennep 20.066

Giessenlanden 5.473

Goeree-Overflakkee 37.396

Goirle 10.945

Gooise Meren 59.286

Grave 44.692

Grootegast 2.736

Haaksbergen 1.824

Haarlemmerliede en Spaarnwoude 10.033

Hardenberg 21.890

Hardinxveld-Giessendam 29.187

Harlingen 15.506

Hattem 1.824

Heerde 29.187

Heerenveen 48.341

Heerhugowaard 21.890

Heeze-Leende 5.473

Hellendoorn 25.539

Hendrik-Ido-Ambacht 5.473

het Bildt 31.011

Heumen 7.297

Hillegom 12.769

Hof van Twente 15.506

Hollands Kroon 21.890

Horst aan de Maas 2.736

Page 15: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 15

Houten 31.011

Huizen 41.956

Hulst 19.154

Kaag en Braassem 34.659

Kapelle 11.857

Kollumerland en Nieuwkruisland 9.121

Korendijk 4.560

Krimpen aan den IJssel 6.385

Krimpenerwaard 50.165

Laarbeek 11.857

Landerd 2.736

Landgraaf 18.242

Langedijk 22.802

Lansingerland 58.374

Leek 1.824

Leeuwarderadeel 912

Leiderdorp 9.121

Leudal 3.648

Leusden 11.857

Lingewaard 10.033

Lochem 49.253

Loon op Zand 43.780

Lopik 13.681

Loppersum 912

Losser 27.363

Maasdriel 8.209

Maasgouw 3.648

Marum 1.824

Medemblik 20.066

Meerssen 10.033

Menameradiel 1.824

Menterwolde 17.330

Midden-Delfland 4.560

Midden-Drenthe 21.890

Mill en Sint Hubert 3.648

Moerdijk 62.934

Molenwaard 18.242

Montferland 30.099

Montfoort 13.681

Neder-Betuwe 40.132

Nederweert 18.242

Neerijnen 13.681

Nieuwkoop 10.033

Noord-Beveland 13.681

Noordenveld 8.209

Noordwijk 10.945

Page 16: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 16

Noordwijkerhout 2.736

Nuenen, Gerwen en Nederwetten 6.385

Nunspeet 19.154

Nuth 2.736

Oegstgeest 2.736

Oirschot 912

Oisterwijk 42.868

Oldambt 34.659

Oldebroek 38.308

Oldenzaal 48.341

Olst-Wijhe 10.945

Ommen 6.385

Onderbanken 1.824

Oost Gelre 47.429

Ooststellingwerf 31.923

Opmeer 1.824

Opsterland 28.275

Ouder-Amstel 26.451

Oudewater 9.121

Overbetuwe 11.857

Papendrecht 41.956

Peel en Maas 31.011

Pijnacker-Nootdorp 30.099

Putten 49.253

Raalte 24.626

Renkum 30.099

Rijnwaarden 12.769

Rijssen-Holten 47.429

Roerdalen 21.890

Rucphen 49.253

S·dwest-FryslÔn 49.253

Schagen 10.945

Schijndel 42.868

Schinnen 16.418

Schouwen-Duiveland 17.330

Sint-Michielsgestel 18.242

Sint-Oedenrode 9.121

Sluis 12.769

Someren 20.066

Son en Breugel 10.945

Staphorst 60.198

Stede Broec 32.835

Steenbergen 14.593

Steenwijkerland 34.659

Stein 16.418

Stichtse Vecht 36.484

Page 17: Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten...Onderzoek ook de mogelijkheid of een regio-overstijgende samenwerking past bij uw plannen. De gemeente doet er goed aan

Oberon – Taalniveau 3F in de VVE: een aanpak voor kleinere gemeenten 17

Strijen 3.648

Terschelling 912

Teylingen 18.242

Tholen 32.835

Tubbergen 10.945

Tytsjerksteradiel 24.626

Uithoorn 62.022

Urk 41.956

Vaals 16.418

Valkenswaard 8.209

Veere 12.769

Veldhoven 13.681

Vianen 50.165

Voorst 912

Vught 15.506

Waddinxveen 54.725

Wassenaar 7.297

Werkendam 27.363

West Maas en Waal 912

Westerveld 3.648

Westervoort 24.626

Weststellingwerf 38.308

Westvoorne 17.330

Wierden 10.033

Wijchen 10.945

Wijdemeren 5.473

Wijk bij Duurstede 29.187

Winsum 4.560

Woensdrecht 32.835

Wormerland 9.121

Woudenberg 6.385

Woudrichem 1.824

Zandvoort 20.978

Zederik 1.824

Zevenaar 41.044

Zoeterwoude 1.824

Zuidplas 41.956

Zundert 37.396

Zwartewaterland 10.033