svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2...

32
RUP Binnenstad STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN maart 2012

Transcript of svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2...

Page 1: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

RUP Binnenstad

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTENmaart 2012

Page 2: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 2 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

COLOFON

ProjectleiderIsabelle VerhaertWim Van Roosendael (opvolging vergunningenbeleid)

ProgrammaleiderKatlijn Van der Veken

Planologisch AmbtenaarKatlijn Van der Veken

SecretariaatBedrijfseenheid StadsontwikkelingDen Bell, Francis Wellesplein 1, 2018 AntwerpenTel +32 3 338 23 39 | [email protected]

Page 3: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 3 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDENDE VOORSCHRIFTEN 4

1.1 Algemene ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit 41.2 Afstemming categorieën van gebiedsaanduiding VCRO 41.3 Voorkooprecht 51.4 Overgangsmaatregelen 5

2 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 6

2.1 Algemene bouwvoorschriften 62.1.1 CULTURELE, HISTORISCHE EN\OF ESTHETISCHE WAARDE 62.1.2 HARMONIEREGEL EN REFERENTIEBEELD 62.1.3 BOUWVOLUME, BOUWLIJN, BOUWDIEPTE 72.1.4 HOOGTE VAN HET GEBOUW 722.1.5 GEVELBREEDTE 82.1.6 GEVELOPBOUW EN GEVELGELEDING 82.1.7 GEVELMATERIALEN 92.1.8 VASTE UITSPRONGEN BOVEN DE OPENBARE WEG 92.1.9 DAKVORMEN EN DAKKAPELLEN 102.1.10 DAKBEDEKKING 102.1.11 DAKTERRASSEN 102.1.12 ZONNEPANELEN EN ZONNECOLLECTOREN OP DAKEN 102.1.13 SCHOORSTENEN EN TECHNISCHE INSTALLATIES 112.1.14 LANGDURIGE AFSLUITINGEN LANGS DE OPENBARE WEG 112.2 Algemene stedenbouwkundige voorschriften 112.2.1 DRAAGKRACHT 112.2.2 ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM 122.2.3 LADEN EN LOSSEN 122.2.4 PUBLIEK DOMEIN 122.2.5 ONBEBOUWDE RUIMTE EN TUINEN 12

3 BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN 15

Artikel 1: Zone voor wonen - (Wo1) 15Artikel 2: Zone voor wonen - (Wo2) 16Artikel 3: Zone voor wonen - (Wo3) 17Artikel 4: Zone voor wonen - (Wo4) 17Artikel 5: Zone voor centrumfct - Publieksgerichte gebouwen (Ce5) 18Artikel 6: Zone voor centrumfct - Stedelijke functies (Ce6) 19Artikel 7: Zone voor groen - (Gr) 19Artikel 8: Zone voor publiek domein - (Pu) 20Artikel 9: Overdruk - Detailhandel (dh) 20Artikel 10: Overdruk - Reca (r) 21Artikel 11: Overdruk - Voorkooprecht 213.12 Overzicht 21

4 TERMINOLOGIE 23

Page 4: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 4 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

1 INLEIDENDE VOORSCHRIFTEN

De voorschriften worden toegepast op het perceel/de percelen waarop dehandelingen of bouwwerken betrekking hebben en op alle aangrenzende percelenbinnen een bepaalde zone die in de feiten met het desbetreffende perceel zijnverbonden (bijvoorbeeld door doorgeslagen scheimuren).

De voorschriften worden niet perceelsgewijs toegepast. De beoordeling van deverenigbaarheid met de voorschriften gaat uit van het te realiseren bouwwerk,zijnde het geheel van constructies en al dan niet open ruimten, die functioneel ofmaterieel samenhangen.

Toelichting:Vaak zijn er meerdere gebouwen aanwezig op een perceel of is een gebouwuitgestrekt over meerdere percelen. Een bouwaanvraag moet steeds alleinformatie bevatten waardoor men op de plannen alle onderstaandevoorschriften kan controleren. Gebouwen die fysisch verbonden zijn,bijvoorbeeld door doorgeslagen scheimuren, worden beschouwd als ééngeheel, ongeacht de percelering.

Dit ruimtelijk uitvoeringsplan heft alle bijzondere plannen van aanleg volledig op diegelden in het plangebied, zoals opgesomd in de toelichtingsnota.

Dit ruimtelijk uitvoeringsplan heft alle verkavelingsplannen volledig op die gelden inhet plangebied, zoals opgesomd in de toelichtingsnota.

Dit ruimtelijk uitvoeringsplan heft alle rooilijnplannen volledig op die gelden in hetplangebied, zoals opgesomd in de toelichtingsnota.

1.1 Algemene ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteitDe gebiedsontwikkeling van de binnenstad volgt het principe van de duurzamestedenbouw of stedenbouw die in alle stadia van het planproces maximaal kansenen mogelijkheden benut om een hoge ruimtelijke kwaliteit in combinatie met eenhoge milieukwaliteit tot stand te brengen. Voor de Binnenstad betekent dit concreetzoveel mogelijk vertrekken vanuit het bestaande waardevolle patrimonium zoalsuitgelegd in punt 2.1.1

De constructies en de inrichting van het gebied moeten voldoen aan de gewenstemilieukwaliteit. Zowel de vormgeving en de uitrusting van de gebouwen als deinrichting en uitrusting van de buitenruimte moeten een zo minimaal mogelijkemilieubelasting tot stand brengen (en waar mogelijk een verbetering van het milieuen een verhoging van de leefbaarheid). Voor de Binnenstad betekent ditvoornamelijk zoveel mogelijk buitenruimte bewaren, zoals uitgelegd in punt 2.2.5.

1.2 Afstemming categorieën van gebiedsaanduiding VlaamseCodex

Page 5: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bijbesluit van de Vlaamse Regering op 15 mei 2009, wordt opgelegd dat eenstedenbouwkundig voorschrift ten allen tijden sorteert onder een categorie ofsubcategorie van gebiedsaanduiding. In de volgende tabel wordt aangegeven inwelke categorie elke bestemmingszone uit voorliggend RUP valt.

CategorieënVlaams Gewest

Bestemmingszones RUP Binnenstad

[1°] Wonen, [a]woongebied

Art 1 Zone voor wonen (Wo1)Art 2 Zone voor wonen (Wo2)Art 3 Zone voor wonen (Wo3)Art 4 Zone voor wonen (Wo4)Art 5 Zone voor centrumfuncties - publieksgerichtegebouwen (Ce5)Art 6 Zone voor centrumfuncties - publieksgerichtegebouwen (Ce6)Art 7 Zone voor groen - open ruimte en tuinen (Gr)Art 8 Zone voor publiek domein (Pu)

1.3 OvergangsmaatregelenDeze overgangsmaatregel heeft enkel betrekking op de bestaande hoofdzakelijkvergunde niet-verkrotte constructies.

Deze overgangsmaatregel heeft geen betrekking op bouwaanvragen metfunctiewijzigingen, nieuwbouw, herbouw, vermeerderen van wooneenheden enverbouwingen met volume-uitbreiding.

Indien de bestaande bebouwing niet voldoet aan de voorschriften van dit RUP, danvormen de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot de bestemming opzichzelf geen weigeringsgrond bij de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgenvan een vergunning.

Page 6: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 6 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

2 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

2.1 Algemene bouwvoorschriften

2.1.1 CULTURELE, HISTORISCHE EN\OF ESTHETISCHE WAARDEHet hele plangebied is een gebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. In ditgebied wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan de wenselijkheid van hetbehoud. Dit geldt zowel voor het exterieur en het interieur van gebouwen, als voor de bijhorendebuitenruimten. De culturele, historische en/of esthetische waarde van alle aanwezige elementenmoet voldoende beschreven worden in de beschrijvende nota van de aanvraag voor eenstedenbouwkundige vergunning.

De toepassing van de andere voorschriften van dit RUP kan geen aanleiding of motief zijn omde elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde niet te behouden.

Toelichting:In de binnenstad bevindt zich een grote concentratie van waardevolle gebouwen,waarvan slechts een deel beschermd is als monument. Omdat het niet mogelijk is omal deze gebouwen ( interieur en exterieur) te onderzoeken op hun cultuurhistorischewaarde, heeft men in het gewestplan heel het plangebied aangeduid als gebied metculturele, historische en esthetische waarde. Het uitgangspunt is dat al dezegebouwen bewaard dienen te blijven. Tijdens de bouwaanvraag moet aangetoondworden waarom een gebouw of een gedeelte van een gebouw niet bewaard moetblijven. Dit gebeurt in de beschrijvende nota waar een studie duidelijk maakt welkedelen cultuurhistorische waarde en welke delen geen cultuurhistorische waardehebben. Deze studie noemt het CHE rapport en is voor alle gebouwen in debinnenstad een onderdeel van de beschrijvende nota bij de bouwaanvraag.Vervolgens kan bij elke bouwaanvraag bepaald worden wat mag afgebroken ofveranderd worden en wat behouden moet blijven en op welke manier het nieuweontwerp de bestaande waardevolle elementen ondersteunt. Als dit niet voldoendeaangetoond wordt in de bouwaanvraag, geldt het volledige behoud van het gebouw.

2.1.2 HARMONIEREGEL EN REFERENTIEBEELDIndien het gebouw of delen ervan niet behouden dient te worden, geldt deharmonieregel:

Het bouwvolume, de positie van het gebouw, de voorgevel- en achtergevelbouwlijn,de bouwdiepte, de bouwhoogte, de gevelopbouw en gevelgeleding, de bedaking,de dakbedekking, de kleur en gevelmaterialen, de schrijnwerken, de beglazing enbuitenschildering, de uitsprongen en insprongen, moeten in harmonie zijn met hetreferentiebeeld. Kortom alle uiterlijke kenmerken van het gebouw moeten inharmonie zijn met het referentiebeeld.

Het referentiebeeld wordt opgebouwd uit de bouwschil van de bestaandegebouwde omgeving. Dit beeld bestaat uit de gebouwen welke inzake harmonischesamenhang het talrijkste zijn en dus kenmerkend voor de betreffende omgeving

Page 7: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 7 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

kunnen genoemd worden. Men bekijkt het gebouw steeds vanuit een logischgeheel in de omgeving waar een harmonische samenhang merkbaar is.

Toelichting:

Bij de toepassing van de harmonieregel kijkt men naar een lijn of een gebied: Somsis het aangewezen om het gebouw in een ruimer gebied te plaatsen waar eenharmonie duidelijk merkbaar is. Andere keren is de straat zelf een uitstekendreferentiebeeld voor de harmonieregel, maar meestal zijn dit de gebouwen langsdezelfde zijde van de straat als het gebouw van de bouwaanvraag en dit vanstraathoek tot straathoek.

2.1.3 BOUWVOLUME, BOUWLIJN, BOUWDIEPTEHet bouwvolume, de voorgevel- en achtergevelbouwlijn en de bouwdiepte van dehoofd- en bijgebouwen moeten in harmonie zijn met het referentiebeeld, zoalsnader bepaald in punt 2.1.2. Desbetreffende kan niet gerefereerd worden naarbestaande bouwdiepten die niet in harmonie of storend zijn met de omgeving.

Ter verbetering van de lichtinval, bezonning en leefbaarheid binnen het bouwblokkan in geval van nieuwbouw, verbouwing met volumeuitbreiding of functiewijzigingeen geringer bouwvolume, voorgevel- en achtergevelbouwlijn en bouwdiepte dande oorspronkelijke worden opgelegd.

Toelichting:

Door een te hoge densiteit in een bouwblok en de wil om een te grotevloeroppervlakte te realiseren in vergelijking met de terreinoppervlakte van hetperceel en de gevels van het gebouw komt de beschikbaarheid van licht, lucht enopen ruimte voor de gebruikers in het gedrang. Indien niet alle leefruimtenvoldoende toegang hebben tot licht en verluchting, ook op het gelijkvloers, kan mennaar aanleiding van een grote verbouwing, nieuwbouw of functiewijziging eenvermindering van het bouwvolume, een verplaatsing van de bouwlijn of eenverkleining van de bouwdiepte vragen. Dit is ook mogelijk wanneer het bestaandebouwvolume, de bouwdiepte en de bouwlijn in harmonie zijn met de omgeving. Naarde volgende criteria wordt gekeken bij de beoordeling voor deze bijkomendebeperking: ten eerste de kwaliteit binnen het gebouw van de bouwaanvraag en tentweede, de kwaliteit van de gebruikers van de omgeving.

2.1.4 HOOGTE VAN HET GEBOUWDe bouwhoogte moet in harmonie zijn met het referentiebeeld zoals nader bepaaldin punt 2.1.2.

Inzake bouwhoogte en kroonlijsthoogte kan in geen geval gerefereerd worden naarbestaande gebouwhoogten die de harmonische samenhang van hetreferentiebeeld of het bouwblok in het gedrang brengen.

De bouwhoogte van een gebouw met hellend dak mag maximaal 6 meter hogerzijn dan de kroonlijsthoogte.

Page 8: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 8 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

2.1.4.1 Kroonlijsthoogte van de voorgevelsDe kroonlijsthoogte van de voorgevels moet in harmonie zijn met hetreferentiebeeld, zoals nader bepaald in punt 2.1.2.

Indien de kroonlijsthoogte van de gebouwen in een bepaalde straat de leefbaarheidvan de gebouwen aan de overkant van de straat of aan de achtergelegen straat inhet gedrang brengt, kan er bij nieuwbouw, verbouwing met volumeuitbreiding offunctiewijziging een geringere hoogte worden opgelegd dan deze bepaald door deharmonieregel.

2.1.4.2 Kroonlijsthoogte van de achtergevelsDe kroonlijsthoogte van de achtergevels moeten in harmonie zijn met hetreferentiebeeld, zoals nader bepaald in punt 2.1.2.

De kroonlijsthoogte van de achtergevels zijn steeds kleiner of gelijk aan dekroonlijsthoogte van de voorgevels.

Bij nieuwbouw, verbouwing met volumeuitbreiding of functiewijziging, kan eenbeperking van de kroonlijsthoogte van de achtergevel opgelegd worden, zodat dehoogte van de achtergevel kleiner of gelijk is aan de afstand tot detegenoverliggende achtergevel in het bouwblok. Dit wordt gevraagd ter verbeteringvan de lichtinval en leefbaarheid van het bouwblok.

Indien voor een bepaalde achtergevelbouwlijn geen referentiebeeld bepaald kanworden, wordt de hoogte van de gevels bepaald in functie van de afstand van hetbouwblok tussen de normale achtergevelbouwlijnen van de hoofdgebouwen.

2.1.5 GEVELBREEDTEDe korrelmaat en gevelbreedte moeten in harmonie zijn met het referentiebeeld,zoals nader bepaald in punt 2.1.2.

Bij samenvoeging van percelen zal de schaal van de oorspronkelijke bebouwing (ofeen daaraan benaderende schaal) tot uiting komen door het gebruik van hetgebouw op te delen in kleinere entiteiten. Dit wordt bekomen door de functies dieondergebracht zijn in het gebouw aan te passen, de plaatsing van de toegangen,de verhouding open/gesloten en het materiaalgebruik.

2.1.6 GEVELOPBOUW EN GEVELGELEDINGDe gevelopbouw en gevelgeleding moeten in harmonie zijn met het referentiebeeldzoals beschreven in punt 2.1.2.

Elke gevel moet een harmonische en logische constructieve opbouw hebben. Ditgeldt ook voor het gelijkvloers dat een duidelijke basis moet zijn voor het gebouwen een onderdeel moet vormen van het bovenliggende geveloppervlak. Dit wilzeggen dat men op het gelijkvloers minstens de twee uiterste penanten van devoorgevel moet herstellen of behouden. Als het gelijkvloers verschillende pandensamenneemt moet de structuur en de opbouw van de afzonderlijke bovenliggendegeveloppervlakte terugkomen in het ontwerp van het gelijkvloers.

Page 9: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 9 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

2.1.7 GEVELMATERIALENHet materiaalgebruik van alle gevels (voor-, zij- en achtergevels) moet uitgevoerdworden in natuurlijke, kwalitatieve materialen die inzake uiterlijk en kleur inharmonie moet zijn met het referentiebeeld zoals beschreven in punt 2.1.2.

Een overmatige verscheidenheid van materialen en kleuren en het gebruik vancamouflerende, nabootsende en in het oog springende gevelmaterialen,-bekledingen, -schrijnwerken, -beglazingen en –schilderingen zijn niet toegestaan.

Gevels die oorspronkelijk als bepleisterde gevels opgetrokken zijn, mogen alleenafgekapt worden met het oog op het aanbrengen van een nieuwe pleisterafwerking.

Bij het schilderen, pleisteren of kaleien van een gevel dienen elementen, decoratiesen volledige gevels die historisch niet bedoeld waren om beschilderd, bepleisterd ofgekaleid te worden, zoals natuursteen of arduinen plinten, dorpels en typischezand- en baksteenarchitectuur, ongepleisterd, ongeschilderd en ongekaleid teblijven, tenzij dit vanuit historisch oogpunt aangewezen is of omwille vanbouwfysische redenen. Indien deze in het verleden geschilderd, gepleisterd ofgekaleid werden, dient deze afwerking indien mogelijk verwijderd te worden.

2.1.8 VASTE UITSPRONGEN BOVEN DE OPENBARE WEGVaste uitsprongen worden beschouwd als accenten in het gevelvlak en moeten inharmonie zijn met het referentiebeeld zoals beschreven in punt 2.1.2.

De diepte van balkons, loggia’s en vaste uitsprongen, andere dan luifels enkroonlijsten, zal maximum 125 cm bedragen. Uitsprongen groter dan 30 cm mogenechter nooit meer bedragen dan 1/20ste van de straatbreedte en devoetpadbreedte verminderd met 75 cm.

Gemeten vanaf het voetpad moet de hoogte onder de uitsprongen minimum 2.50meter bedragen. De draagstukken, consoles en alle andere ornamenten mogen opeen hoogte van minimum 2.20 m geplaatst worden, op voorwaarde dat zij niet meerdan 30 cm uitspringen. De gehele diepte van de uitsprongen moet begrepen zijntussen twee loodrechte vlakken die van de erfscheiding uitgaande elk een hoekvan maximum 45° met het normale gevelvlak vormen.

Uitsprongen zijn accenten en worden dus niet gebruikt om de vloeroppervlakte vanhet gebouw uit te breiden.

De breedte van de uitsprongen wordt bepaald op maximum 4 m per uitsprong.Wanneer zij naast elkaar worden geplaatst, zullen zij van elkaar gescheidenworden tot op het normale gevelvlak op de bouwlijn. De breedte van deze verticalescheiding tussen twee uitsprongen moet minimum tweemaal zo groot zijn als dediepte van de maximale uitsprong.

De hoogte van de loggia’s moet tot maximum twee verdiepingen beperkt zijn peruitspringend geheel. Indien loggia’s boven elkaar worden geplaatst, zullen deze vanelkaar gescheiden worden, tot op het normale gevelvlak op de bouwlijn. De hoogtevan deze horizontale scheiding moet minimum tweemaal zo groot zijn als demaximale diepte van de loggia’s.

Page 10: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 10 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

2.1.9 DAKVORMEN EN DAKKAPELLENDe vorm en de helling van de daken moet in harmonie zijn met het referentiebeeldzoals beschreven in punt 2.1.2. Indien teruggetrokken daken mogelijk zijn volgensde harmonieregel, dient de teruggetrokken bovenste bouwlaag minstens drie meterachter het voorgevel- en achtergevelvlak te liggen.

Dakkapellen zijn mogelijk indien zij in harmonie zijn met het referentiebeeld zoalsbeschreven in punt 2.1.2. Dakkappellen zijn toegelaten tot minimum 0,75 metervan het midden van scheidsmuren. Ze zijn maximum 1.50m breed en liggen opminimum 1m afstand onderling. De kroonlijst mag ook niet onderbroken worden.

2.1.10 DAKBEDEKKINGDe dakbedekking van schuine daken moet uitgevoerd worden in natuurlijke,kwalitatieve materialen die inzake uiterlijk en kleur in harmonie moet zijn met hetreferentiebeeld zoals beschreven in punt 2.1.2.

2.1.11 DAKTERRASSEN

2.1.11.1 Terrassen in schuine dakenEr zijn geen terrassen in schuine daken toegelaten palend aan of zichtbaar vanafhet openbaar domein. Aan de achtergevel zijn terrassen toegelaten wanneer zijgeïntegreerd zijn binnen het volume van de begrenzende dakvorm en zij beperktzijn tot op een afstand van 1m van het midden van de scheidsmuur. Terrassen zijnnergens toegelaten indien het dak of de dakstructuur een culturele, historischeen/of esthetische waarde heeft, zoals bepaald in punt 2.1.1.

Het college van burgemeester en schepenen kan een afwijking toestaan bijeengezinsgebouwen, die over geen tuinen of terrassen beschikken.

2.1.11.2 Terrassen op platte dakenTerrassen zijn een extra bouwvolume en zij zijn slechts toegestaan indien zijverwerkt worden in het maximaal toegelaten bouwvolume zoals bepaald in punt2.1.3.

Gelegen in hetzelfde vlak als de gevel mag de bovenrand van de borstwering vandeze terrassen dus niet hoger zijn dan de voorgeschreven maximum gevelhoogte.In terugsprong moet de hoogte van de borstwering beperkt blijven binnen eenlichtbelemmeringshoek van 45° met de horizontale vanaf de werkelijke gevelhoogteen vertrekkend vanuit het snijpunt met het verticale gevelvlak.

2.1.12 ZONNEPANELEN EN ZONNECOLLECTOREN OP DAKEN

2.1.12.1 Zonnepanelen en zonnecollectoren op schuine daken

Page 11: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 11 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Er zijn geen zonnepanelen en zonnecollectoren op schuine daken toegelatenpalend aan of zichtbaar vanaf het openbaar domein. Aan de achtergevel zijnzonnepalen en zonnecollectoren in schuine daken toegelaten wanneer het gaatover wegneembare constructies. Geïntegreerde constructies die niet omkeerbaarzijn, zijn niet toegelaten. Zonnepanelen en zonnecollectoren zijn nergenstoegelaten indien het dak of de dakstructuur een culturele, historische en/ofesthetische waarde heeft, zoals bepaald in punt 2.1.1.

2.1.12.2 Zonnepanelen en zonnecollectoren op platte dakenEr zijn geen zonnepanelen en zonnecollectoren op platte daken toegelatenzichtbaar vanaf het openbaar domein. De ondersteunende constructie mag geennieuw hellend dak vormen. De panelen dienen daarom in rijen achter elkaar op hetplatte dak geplaatst te worden op minimaal 1 meter van de dakrand.

2.1.13 SCHOORSTENEN EN TECHNISCHE INSTALLATIESIngeval van schuine bedaking worden schoorstenen boven de bedaking opminimum 2 m achter het voorgevelvlak geplaatst. Voor platte daken is deze afstandminimum 4 m.

Technische installaties moeten in het maximaal toelaatbare bouwvolume verwerktzitten zoals bepaald in punt 2.1.3. Buizen van technische installaties moetenuitmonden in het dak.

2.1.14 LANGDURIGE AFSLUITINGEN LANGS DE OPENBARE WEGDe scheiding tussen de private eigendom en het openbaar domein moet bijlangdurige afsluiting of in het geval van een hofmuur vervaardigd zijn uit eenvolwaardig gemetst gevelmateriaal of een haag. Het zal op stevigheid enduurzaamheid beoordeeld worden.

2.2 Algemene stedenbouwkundige voorschriften

2.2.1 DRAAGKRACHTDe aard en grootte van de functie, de typologie en schaal van een project wordenafgetoetst aan de draagkracht van de omgeving. De functie kan overlast genererendoor middel van onder andere geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie,laden en lossen, dag- en nachtactiviteiten. Indien de te verwachten overlast te grootis tegenover de draagkracht van de omgeving, kan een vermindering van hetprogramma, een vermenging van functies of andere bijkomende maatregelenopgelegd worden.

Bedrijven die hinderlijk zijn voor een woonomgeving zoals opslagplaatsen inbrandbare, giftige of explosieve stoffen of bedrijven die lawaai-, stof- of geurhinderontwikkelen zijn over het hele plangebied niet toegelaten.

Toelichting:

Verwevenheid is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een tegrote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde

Page 12: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 12 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Ook is er een verschil tussentypologieën die niet via de functiebeperkingen kunnen opgevangen worden, zoalshet verschil tussen een groot appartementsgebouw en een eensgezinsgebouw.Daarom wordt dit principe toegepast om elke beslissing van functie, typologie enschaal af te wegen tegenover de draagkracht van de omgeving.

2.2.2 ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUMElke bouwaanvraag met bodemverstoring wordt afgetoetst aan de aanbevelingen van destedelijke dienst archeologie over de waarschijnlijkheid van archeologische vondsten op hetterrein.

Toelichting:

De binnenstad is een concentratiegebied van archeologisch materiaal en deontstaansgeschiedenis van de stad bevindt zich onder de oppervlakte. De omgangmet archeologisch patrimonium wordt in Vlaanderen decretaal bepaald. Ditvoorschrift draagt bij om de bouwheer vroegtijdig eraan te herinneren dat ook hetadvies van de stedelijke dienst archeologie gevraagd zal worden bij eenbouwvergunning met bodemverstoring. De mogelijkheden voor zowel verkennend ofpreventief onderzoek als voor uitgebreid archeologisch onderzoek (opgravingen)moeten in de planning en uitvoering van zowel nieuwbouw, renovatie alsinfrastructuurwerken worden voorzien. Meer informatie hierover vindt u terug in detoelichtingsnota.

2.2.3 LADEN EN LOSSEN

In de beschrijvende nota van de bouwaanvraag moet de ruimtelijke impact en de procedure vanhet laden en lossen beschreven worden bij functies anders dan woningen.

Toelichting:

Bij elke bouwaanvraag wordt er gekeken op welke manier het laden en lossen wordtgeorganiseerd in het toekomstige gebouw. Waar zijn de toegangen voor het ladenen lossen? Waar kunnen de vrachtwagens parkeren? Gebeurt dit op afgebakendeplaatsen op het openbaar domein of wordt dit binnen het gebouw opgevangen?Wordt er gebruik gemaakt van gezamenlijke laad- en losplaatsen?

2.2.4 PUBLIEK DOMEINDe aanleg van publiek domein is in alle zones toegelaten, conform de inrichtingsvoorschriftenvan Artikel 8. De eigendom van het nieuwe openbaar domein dient kosteloos aan de stadovergedragen worden als stedenbouwkundige last bij de stedenbouwkundige aanvraag.

2.2.5 ONBEBOUWDE RUIMTE EN TUINENDe onbebouwde ruimte en de beplanting van de aanwezige binnenplaasten en tuinen moetenzorgvuldig bewaard blijven. Bij verbouwingen moet het percentage onbebouwderuimte/bebouwde ruimte per perceel vergroten of gelijk blijven. Voor nieuwbouw moet eenoppervlakte van minimum 15% van de perceelsoppervlakte voorzien worden als onbebouwderuimte. Uitzonderingen worden enkel toegestaan op hoekpercelen. In deze gevallen wordt deoppervlakte onbebouwde ruimte vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.De harmonieregel, zoals beschreven in punt 2.1.2 en 2.1.3 kan door de bepaling van deachtergevelbouwlijn meer open ruimte opleggen.

Page 13: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 13 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Onbebouwde ruimte en tuinen die horen bij een beschermd monument of stadsgezicht moetenmaximaal bewaard blijven. Onbebouwde ruimte en tuinen die behoren tot een beschermdlandschap dienen behouden te blijven als onbebouwde ruimte.

Toelichting:

De binnenstad heeft nood aan extra onbebouwde ruimte. Bestaande onbebouwderuimte en tuinen kunnen niet zomaar bebouwd worden. Het RUP bevestigd hieromook het statuut van beschermde landschappen.

Page 14: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 14 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

3 BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN

Toelichting:Samenvattende tabel bestemmingsvoorschriften:

toegelaten functie0: niet toegelaten functieG: toegelaten functie op het gelijkvloers1: toegelaten functie op 1 bouwlaag200G: toegelaten functie op het gelijkvloers met een maximum van 200 nettohandelsoppervlakte.500: maximum 500m²bruto vloeroppervlakte toegelaten1500: maximum 1500m²bruto vloeroppervlakte toegelaten

Page 15: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 15 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Artikel 1: Zone voor wonen - (Wo1)

1.1 BESTEMMINGDe volgende functies zijn toegelaten:

Wonen is toegelaten

Detailhandel is op het gelijkvloers toegelaten

Reca is op het gelijkvloers toegelaten met een maximale nettohandelsoppervlakte van 200m²

Kantoren en diensten zijn op 1 bouwlaag toegelaten

Vrije tijdsvoorzieningen zijn op het gelijkvloers toegelaten

Gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten

Hotels zijn toegelaten, mits volgende beperking:Bij nieuwbouw enverbouwing met volume-uitbreiding geldt de harmonieregel zoals beschrevenin punt 2.1.2 voor de bepaling van de gevelbreedte en dus voor de groottevan het hotel en het aantal kamers. Bij verbouwing zonder volumewijziging ishet de schaal van het bestaande gebouw dat de grootte van het hotel en hetaantal kamers bepaalt. De grootte van het hotel en het aantal kamers kanechter enkel worden toegestaan voor zover ze verenigbaar is met deomgeving zoals beschreven in punt 2.2.1.

Groothandel en bedrijvigheid zijn niet toegelaten

Industrie, logistiek en opslag zijn niet toegelaten

Er kan slechts één nevenfunctie (detailhandel, kantoren en diensten, reca,vrijetijdsvoorzieningen) toegelaten worden per gebouw naast dehoofdfunctie (woningen, gemeenschapsvoorziening of hotel).

Toelichting:

De grootte van een hotel in de woonstraten wordt afhankelijk van de grootte van hetbestaande gebouw. In een groter bestaand gebouw kan dus een groter hotel wordenondergebracht voor zover het geen overlast veroorzaakt voor de straat en de buurt.Bij nieuwbouw en een verbouwing met volumewijziging wordt gekeken naar deschaal en grootte van de gebouwen in de omgeving zoals bepaald door deharmonieregel om de gevelbreedte en dus het bouwvolume te bepalen. Ook al is dittoegelaten bouwvolume kleiner dan het bestaande gebouw of perceel. Op dezemanier wordt er geen beperking van het aantal kamers opgelegd, wordt renovatiegestimuleerd en wordt de schaal van het gebouw beperkt tot de schaal van dewoonzones.

1.2 INRICHTING

Page 16: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 16 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

De algemene bouwvoorschriften (2.1) en de algemene stedenbouwkundige voorschriften (2.2)gelden bij de inrichting van deze bestemmingszone.

Artikel 2: Zone voor wonen - (Wo2)

2.1 BESTEMMINGDe volgende functies zijn toegelaten:

Wonen is toegelaten

Detailhandel is op het gelijkvloers toegelaten

Reca is op het gelijkvloers toegelaten met een maximale nettohandelsoppervlakte van 200m²

Kantoren en diensten zijn toegelaten met een maximale brutovloeroppervlakte van 500m²

Vrije tijdsvoorzieningen zijn op het gelijkvloers toegelaten

Gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten

Hotels zijn toegelaten, mits volgende beperking:Bij nieuwbouw enverbouwing met volume-uitbreiding geldt de harmonieregel zoals beschrevenin punt 2.1.2 voor de bepaling van de gevelbreedte en dus voor de groottevan het hotel en het aantal kamers. Bij verbouwing zonder volumewijziging ishet de schaal van het bestaande gebouw dat de grootte van het hotel en hetaantal kamers bepaalt. De grootte van het hotel en het aantal kamers kanechter enkel worden toegestaan voor zover ze verenigbaar is met deomgeving zoals beschreven in punt 2.2.1.

Groothandel en bedrijvigheid zijn niet toegelaten

Industrie, logistiek en opslag zijn niet toegelaten

Minimum de helft van de bruto vloeroppervlakte moet per gebouw eenwoonfunctie, gemeenschapsvoorziening of een hotelfunctie hebben.

2.2 INRICHTINGDe algemene bouwvoorschriften (2.1) en de algemene stedenbouwkundige voorschriften (2.2)gelden bij de inrichting van deze bestemmingszone.

Artikel 3: Zone voor wonen - (Wo3)

Page 17: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 17 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

3.1 BESTEMMINGDe volgende functies zijn toegelaten:

Wonen is toegelaten

Detailhandel is op het gelijkvloers toegelaten

Reca is op het gelijkvloers toegelaten met een maximale nettohandelsoppervlakte van 200m²

Kantoren en diensten zijn op 1 bouwlaag toegelaten

Vrije tijdsvoorzieningen zijn op het gelijkvloers toegelaten

Gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten

Hotels zijn toegelaten, mits volgende beperking:Bij nieuwbouw enverbouwing met volume-uitbreiding geldt de harmonieregel zoals beschrevenin punt 2.1.2 voor de bepaling van de gevelbreedte en dus voor de groottevan het hotel en het aantal kamers. Bij verbouwing zonder volumewijziging ishet de schaal van het bestaande gebouw dat de grootte van het hotel en hetaantal kamers bepaalt. De grootte van het hotel en het aantal kamers kanechter enkel worden toegestaan voor zover ze verenigbaar is met deomgeving zoals beschreven in punt 2.2.1.

Groothandel en bedrijvigheid zijn niet toegelaten

Industrie, logistiek en opslag zijn niet toegelaten

Minimum driekwart van de bruto vloeroppervlakte van de gezamelijkebouwlagen moet per gebouw een woonfunctie, gemeenschapsvoorziening ofhotelfunctie hebben.

Minimum de helft van de terreinoppervlakte moet ingenomen worden doorniet-overbouwde open ruimte en tuinen. Deze bepaling primeert boven dealgemene stedenbouwkundige voorschriften van punt 2.2.5.

3.2 INRICHTINGDe algemene bouwvoorschriften (2.1) en de algemene stedenbouwkundige voorschriften (2.2)gelden bij de inrichting van deze bestemmingszone.

Artikel 4: Zone voor wonen - (Wo4)

4.1 BESTEMMINGDe volgende functies zijn toegelaten:

Page 18: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 18 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Wonen is toegelaten

Detailhandel is op het gelijkvloers toegelaten

Reca is op het gelijkvloers toegelaten

Kantoren en diensten zijn toegelaten

Vrije tijdsvoorzieningen zijn toegelaten

Gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten

Hotels zijn toegelaten

Groothandel en bedrijvigheid zijn niet toegelaten

Industrie, logistiek en opslag zijn niet toegelaten

Minimum de helft van de bruto vloeroppervlakte moet per gebouw eenwoonfunctie, gemeenschapsvoorziening of hotelfunctie hebben.

4.2 INRICHTINGDe algemene bouwvoorschriften (2.1) en de algemene stedenbouwkundige voorschriften (2.2)gelden bij de inrichting van deze bestemmingszone.

Artikel 5: Zone voor centrumfuncties - Publieksgerichte gebouwen(Ce5)

5.1 BESTEMMINGDe volgende functies zijn toegelaten:

Wonen is toegelaten

Detailhandel is op het gelijkvloers toegelaten

Reca is op het gelijkvloers toegelaten

Kantoren en diensten zijn toegelaten met een maximale brutovloeroppervlakte van 1500m²

Vrije tijdsvoorzieningen zijn toegelaten

Gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten

Hotels zijn toegelaten

Groothandel en bedrijvigheid zijn niet toegelaten

Industrie, logistiek en opslag zijn niet toegelaten

Page 19: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 19 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Deze gebouwen vormen een baken in de stad. Er kunnen aangepastevoorwaarden opgelegd worden op de doorwaadbaarheid en de publieketoegankelijkheid van het gelijkvloers van deze gebouwen.

5.2 INRICHTINGDe algemene bouwvoorschriften (2.1) en de algemene stedenbouwkundige voorschriften (2.2)gelden bij de inrichting van deze bestemmingszone.

Artikel 6: Zone voor centrumfuncties - Stedelijke functies (Ce6)

6.1 BESTEMMINGDe volgende functies zijn toegelaten:

Wonen is toegelaten

Detailhandel is op het gelijkvloers toegelaten

Reca is op 1 bouwlaag toegelaten

Kantoren en diensten zijn toegelaten

Vrije tijdsvoorzieningen zijn toegelaten

Gemeenschapsvoorzieningen zijn toegelaten

Hotels zijn toegelaten

Groothandel en bedrijvigheid zijn niet toegelaten

Industrie, logistiek en opslag zijn niet toegelaten

6.2 INRICHTINGDe algemene bouwvoorschriften (2.1) en de algemene stedenbouwkundige voorschriften (2.2)gelden bij de inrichting van deze bestemmingszone.

Artikel 7: Zone voor groen - (Gr)

7.1 BESTEMMINGDe volgende functies zijn toegelaten:

open ruimte

Page 20: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 20 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

tuinen

zitbanken

speeltuigen met een natuurlijk karakter

7.2 INRICHTINGIntegraal te bewaren open en groene ruimte. Bovengrondse en ondergrondse constructies zijnniet toegelaten in deze zone, behalve zitbanken en speeltuigen met een natuurlijk karakter. Erzijn geen verhardingen toegelaten, behalve de minimale verhardingen nodig voor de toegangenvan de gebouwen en het gebruik van de speelinrichting. Deze minimale verhardingen wordenuitgevoerd in waterdoorlatende materialen. Er wordt geen afdak en opslagplaats toegelaten,behalve de bestaande afdaken en opslagplaatsen die een waardevol karakter hebben en ombouwhistorische redenen bewaard dienen te blijven.

0Artikel 8: Zone voor publiek domein - (Pu)

Artikel 8: Zone voor publiek domein - (Pu)

8.1 BESTEMMINGDe volgende functies zijn toegelaten:

Openbare weg

publieke verblijfsruimte

ondergrondse buurtparkings

Permanente bebouwing is toegelaten in deze zone in hoeverre deze:

deel uitmaakt van de inrichting van het publiek domein en;

de beleving van de omliggende publieke ruimte versterken en;

het openbaar nut dienen.

8.2 INRICHTINGDe zone is bestemd voor de aanleg van het publieke domein en de daarbij horendeinfrastructuur zoals parkeervoorzieningen op maaiveldniveau, laad- en loszones,fietspaden, groenaanleg, straatmeubilair… De constructies dienen te voldoen aande redelijke eisen van welstand, in harmonie met de aanleg van de zone.

Artikel 9: Overdruk - Detailhandel (dh)

9.1 BESTEMMING

Page 21: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 21 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Bovenop de functies die toegelaten zijn in de specifieke bestemmingszones geldt:

detailhandel is toegelaten op het gelijkvloers, in de kelder en op de eersteverdieping

indien de overdruk detailhandel en de zone voor centrumfuncties - stedelijkefuncties (Ce6) samenvallen, is detailhandel toegelaten in heel het gebouw.

9.2 INRICHTINGDe detailhandelszaak en haar etalages dienen op de verdiepingen gericht te worden naar dekant van de winkelstraat (de kant van de overdruk).

Artikel 10: Overdruk - Reca (r)

10.1 BESTEMMINGBovenop de functies die toegelaten zijn in de specifieke bestemmingszones geldt:

reca is toegelaten op het gelijkvloers, in de kelder en op de eerste verdieping

Feestzalen en lokalen met dansgelegenheden zijn toegelaten met eenmaximum van 750m² netto handelsoppervlakte

indien de overdruk reca en de zone voor centrumfuncties - stedelijke functies(Ce6) samenvallen, is reca toegelaten in heel het gebouw

Artikel 11: Overdruk - VoorkooprechtBinnen de in overdruk aangeduide zones is het voorkooprecht van toepassing voor15 jaar. Het voorkooprecht wordt toegekend aan, volgens de volgende prioriteit:

1. Vlaams Gewest

2. stad Antwerpen

Page 22: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 22 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

4 TERMINOLOGIE

afdakDak tegen een muur of gebouw, aangebracht boven een open ruimte.

balkonUitkragend terras.

beeldkwaliteitDe kwaliteit van de verschijningsvorm van een gebouw, een object of eenomgeving of het samenstel daarvan. Het gaat in hoofdzaak om het uitzicht en deonderlinge samenhang tussen de bebouwde en onbebouwde ruimtelijkeelementen. Het uitzicht en de samenhang worden enerzijds bepaald door devormelijke kwaliteiten van de bebouwing (volumes, schaal, fijnkorreligheid, ritme,kleur) en van de onbebouwde ruimte (stratentracé, pleinen, enz.) en anderzijdsdoor ervarings- en waarnemingsa specten (de kwaliteit van zichten, geluiden ofstilte, gevoel voor veiligheid, herken baarheid, herbergzaamheid, enz.).

bergplaatsRuimte waar iets wordt opgeborgen, bewaard, met uitsluiting van enig bedrijf.

bijgebouwOp zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheidenkan worden van het hoofdgebouw en dat ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

bodemverstoringElke ingreep in de bodem.

bouwblokOverwegend bebouwde ruimte die bestaat als een verzameling van aan elkaargren zende percelen, omringd door straten en/of natuurlijke grenzen.

bouwdiepteAfstand vanaf de bouwlijn waar over de gehele diepte gebouwd mag worden,inclusief afdaken en uitbouwen, exclusief gelijkvloerse terrassen.

bouwhoogteHoogte gemeten vanaf het maaiveld tot aan het hoogste punt van het bouwwerk,met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen,antennes, …

bouwlaagHorizontaal doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeggelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van hetgelijk vloers en met uitsluiting van de kelder en zolder.

Page 23: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 23 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

bouwlijnLijn waarachter een van de gevels van een gebouw geplaatst is of geplaatst kanworden; de grens van de bouwperimeter.

bouwschilDe geïntegreerde onderdelen die de binnenruimte van een gebouw scheiden vande buitenwereld.

bruto-vloeroppervlakte:De bruto-vloeroppervlakte van een gebouw is de som van de bruto-vloeroppervlak-ten van alle vloerniveaus.

Vloerniveaus zijn bij voorbeeld verdiepingen, geheel of gedeeltelijk in de grond,verdiepingen boven de grond, verdiepingen voor installaties, dakverdiepingen,dakterrassen, zolders.

De bruto-vloeroppervlakte van ieder vloerniveau volgt uit de buitenomtrek van deaan het gebouw begrenzende bouwdelen op vloerhoogte.

Hierbij zijn de buitenvlakken van de begrenzingen bepalend.

De oppervlakte van trappen, liften en installatieschachten dienen op elk vloerni veautot de bruto-vloeroppervlakte te worden gerekend.

Niet tot de bruto-vloeroppervlakte moeten worden gerekend de oppervlakten van:

hier en daar uitstekende delen van de buitenwand kleiner dan 0,5 m²;

hier en daar aan de buitenzijde van het gebouw voorkomende nissen, gro terdan 0,5 m²;

hier en daar uitwendige vrijstaande kolommen kleiner dan 0,5 m²;

schalmgaten en vides groter dan 4 m²;

holle ruimten of kruipruimten tussen het maaiveld en de onderzijde van hetgebouw;

kruipkelders, tenzij deze volledig geconstrueerd zijn en deel uitmaken vanhet gebouw met een hoogte van ten minste 1,5 m;

daken en dakterrassen;

terrassen;

open brand- of vluchttrappen aan de buitenzijde van het gebouw.

buitenruimteOnbebouwde, toegankelijke, bovengrondse, niet-overdekte ruimte.

buurtparkingOverdekte autostalling voor bewoners en werknemers die op wandelafstand wonenof werken.

Page 24: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 24 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

caféHandelszaak waar hoofdzakelijk drank wordt verkocht om ter plaatse te wordengenuttigd.

CHE-gebiedWoongebied met een grote concentratie gebouwen van culturele, historische en/ofesthetische waarde.

constructieGebouw, bouwwerk, vaste inrichting, verharding, publiciteitsinrichting of uithang-bord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aande grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemdom ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomenworden, verplaatst worden, of is het goed volledig ondergronds.

cultuurhistorische waardeWaarde die kan worden toegekend aan een object, gebouw, terrein of structuur opbasis van zijn sociaal-historische, geschiedkundige, architectuurhistorische,(steden)bouwhistorische, archeologische of historisch-geografischekarakteristieken.

dakvlakBuitenzijde van het dak, uitsprongen en insprongen buiten beschouwing gelaten.

dakkapelUitspringend raam met dak dat het dakvlak onderbreekt.

dakterrasToegankelijke buitenruimte op het dak van een gebouw (of een deel ervan) dat isaangelegd als een terras.

detailhandelHet leveren van fysieke goederen voor persoonlijk gebruik aan de consument. Dedetailhandel is de laatste schakel van de distributieketen die loopt van fabrikant totconsument. Ook het opslaan daarvan op de plaats van verkoop of op de plaats vanlevering behoort tot detailhandel.

dienstenVerrichtingen die gewoonlijk tegen vergoeding geschieden. De diensten omvattenmet name werkzaamheden:

1. van commerciële aard;

2. van de vrije beroepen;

3. van het ambacht.

functie

Page 25: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 25 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Het feitelijk gebruik [de werking] van een onroerend goed of een gedeelte daarvan.

hoofdfunctieAlle functies, onbeperkt toegelaten op een bepaald perceel of in een bepaaldgebied.

nevenfunctieAlle functies, beperkt toegelaten op een bepaald perceel of in een bepaald gebied.

De specifieke beperkingen van de nevenfuncties moeten samen met denevenfunc ties vermeld worden.

garageOverdekte autostalling, ingesloten met minstens vier muren of drie muren en eenpoort of hek.

gebouwElk constructie, die een voor mensen toegankelijke ruimte is, omsloten door vierbuitenmuren en/of scheimuren, een fundering en een dak.

eengezinsgebouw (huis)Gebouw bestaande uit één zelfstandige woning, waarbij de woning samenvalt methet volledige gebouw.

meergezinsgebouwGebouw waarin minimum twee woningen zijn ondergebracht.

gebouwgebonden parkeerplaatsParkeerplaatsen die, naargelang de oppervlakte en de functies van een gebouw,voor de gebruikers en bewoners ervan worden voorzien.

gelijkvloersOnderste bouwlaag van een gebouw, gelegen boven de pas van het maaiveld.

gemeenschapsvoorzieningNiet-commerciële voorzieningen van een publiekrechtelijke partij en/of instelling(en)die het algemeen nut dienen en geen winstbejag nastreven. Kantoren van eenpubliekrechtelijke partij worden niet tot gemeenschapsvoorzieningen gerekend,maar tot de functie kantoren.

gevelBuitenmuur van een gebouw.

voorgevelGevel palend aan de openbare weg.

achtergevel

Page 26: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 26 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Gevel niet palend aan de openbare weg.

gevelgeledingOnderverdeling van de gevel in kleinere vlakken. Verticale, horizontale offiguratieve indeling van de gevel door middel van gevelopeningen,materiaalgebruik, verspringingen of andere gevelkemnerken of -detailleringen.

gevelvlakBuitenzijde van de gevel, uitsprongen en insprongen buiten beschouwing gelaten.

gezinEen gezin bestaat ofwel uit één persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit devereniging van twee of meer personen die, al of niet door familiebandenverbonden, gewoonlijk in dezelfde woning verblijven en er samenleven.

groothandelBedrijf dat voor eigen rekening en risico goederen verhandelt die buiten de eigenonderneming zijn vervaardigd en die aan bedrijfsmatige (niet-consumptieve)afnemers worden afgeleverd.

harmonieOvereenstemming van vormen en kleuren.

herbouwenAfbraak van een bestaand gebouw en de oprichting van nieuwbouw binnen het oor-spronkelijke bouwvolume.

hoofdgebouwGebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op eenperceel kan worden beschouwd.

horecaVerzamelnaam voor cafés, restaurants, en hotels.

hotelToeristische logies die over ten minste vier kamers en/of accomodaties voor tenmin ste tien personen beschikt. Kleinere toeristische logies vallen onder de functiewonen.

insprongTerugspringend bouwdeel ten opzichte van het gevelvlak of dakvlak.

instandhoudings- en onderhoudswerken die betrekking hebben op destabiliteitWerken die het gebruik van het gebouw voor de toekomst ongewijzigd veilig stellen dooringrepen die betrekking hebben op constructieve elementen (dakgebinten, buitenmuren ofdraagstructuur).

Page 27: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 27 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

kantoorBedrijf waar als hoofdactiviteit privé- en overheidsdienstverlening wordt uitgevoerdmet een hoofdzakelijk beheers- en administratief karakter en een hogepersoneelsdensiteit.

kelderRuimte die volledig of gedeeltelijk onder het maaiveld ligt tussen de fundering enhet gelijkvloers.

kroonlijstHorizontale gevelbeëindiging.

kroonlijsthoogteHoogte van een bouwwerk die gemeten wordt van het maaiveld tot de bovenkantvan de deksteen of kroonlijst.

loggiaInpandig terras.

maaiveldHet afgewerkte bouwterrein.

mansardedakDak met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken, gebroken kap.

Toelichting:Mansardedak is gedefinieerd volgens “Janse: Houten kappen, 320. In:Haslinghuis, E.J.; Janse, H.: Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van dewesterse architectuur- en bouw-historie. Primavera Pers, Leiden, 2005, p. 318.”

netto handelsoppervlakteDe oppervlakte van een handelszaak, uitgezonderd de opslagruimten, debureelruim ten en de sociale ruimten.

nieuwbouwAls nieuwbouw worden beschouwd ofwel een volledig nieuw op te richten gebouw,ofwel een gebouw waaraan een verbouwing is uitgevoerd waarbij meer dan 60%van de buitenmuren zijn gesloopt. Ook een uitbreiding die groter is dan de helft vande bestaande oppervlakte wordt beschouwd als nieuwbouw.

openbare wegElke weg die openstaat voor het openbaar verkeer.

overdrukEen voorschrift dat supplementair geldt voor een bepaald perceel en primeertboven de strijdige voorschriften van de bestemmingszone waarin het perceel zichbevindt.

perceel

Page 28: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 28 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Afgedeeld stuk grond, al dan niet bebouwd, waaraan een kadastraal nummer istoege kend. Elk perceel is vervolgens identificeerbaar door zijn kadastraal nummer.

privaatrechtelijke partijAlle rechtspersonen die geen publiekrechtelijke partij zijn.

publiek domeinRuimte, die voor iedereen toegankelijk is.

publiekrechtelijke partijDe federale staat, een gemeenschap, een gewest, een lokaal bestuur of eenrechtsper soon die rechtstreeks of onrechtstreeks onder determinerende invloedstaat van één of meer van die overheden, wat blijkt uit:

ofwel het in hoofdzaak financieren of dekken van de werkzaamheden vandeze rechtspersoon;

ofwel het uitoefenen van een toezicht op het beheer van die rechtspersoon;

ofwel het aanwijzen van de leden van de bestuursorganen van dierechtspersoon voor meer dan de helft.

recaVerzamelnaam voor cafés en restaurants.

restaurantHandelszaak waar hoofdzakelijk maaltijden worden verkocht om ter plaatse teworden genuttigd.

rotatieparkingGeheel van parkeerplaatsen dat, eventueel tegen betaling, voor iedereentoegankelijk is voor de tijdelijke stalling van wagens.

technische installatiesinstallaties of zelfstandige onderdelen ervan, met uitzondering van schouwen, dievoldoen aan de drie volgende voorwaarden:

de installatie moet vast verbonden zijn aan het gebouw;

het opstellen van de installatie moet nauw verweven zijn met debouwkundige werkzaamheden;

de installatie moet overwegend gericht zijn op het scheppen van het klimaat,de accommodaties en andere omstandigheden, waaronder het leven ofwerken in het gebouw plaatsvindt en niet op het doen de productie of hetverrichten van bezigheden waarvoor het gebouw bestemd is.

technische ruimteRuimte die enkel voor technische installaties wordt gebruikt.

Page 29: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 29 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

terrasToegankelijke verharde buitenruimte in, op of buiten een gebouw, aangelegd alsverblijfs- of wandelplek.

terreinDoor kadastrale of andere grenzen bepaald stuk grond.

toeristisch logiesIedere toeristische handelsexploitatie, die ongeacht haar benaming, met daartoeuitgeruste kamers logies verstrekt, ongeacht de duur van de verhuring (met eenmini mum van één nacht).

uitbreidenVergroten van een bestaand bouwwerk, het anders bouwen ervan zonder dat hetvolledig wordt afgebroken of heropgericht. Het gebeurt buiten het bestaandebouwvolume en met volumevermeerdering.

uitsprongVooruitstekend bouwdeel ten opzichte van het gevelvlak of dakvlak.

verbouwenWijzigingen van een bestaan bouwwerk, het anders bouwen ervan zonder dat hetvolledig wordt afgebroken of heropgericht. Het gebeurt binnen het bestaandebouwvolume of met volumevermindering. Het is een wijziging van het bouwwerkwaarbij minstens 60% van de bestaande buitenmuren blijven staan.

verdiepingBouwlaag boven het gelijkvloers.

verdiepingshoogteHoogteverschil tussen de vloerpas van de betreffende bouwlaag en de vloerpasvan de bouwlaag die zich erboven bevindt.Handboek RUP Stad Antwerpen | 101

verhardingKunstmatig aangelegde grondbedekking (al dan niet door het uitvoeren vanconstruc tieve werken) om het weerstandsvermogen van de bodem te vergroten endie de waterdoorlaatbaarheid ervan beperkt.

verkrot gebouwGebouw dat op de inventaris van leegstand en verkrotting staat.

vernieuwbouwEen gebouw zodanig renoveren dat de kwaliteit vergelijkbaar is met die van eennieuwbouwwoning.

verwevenheid

Page 30: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

_VOORSCHRIFTEN

Pagina 30 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD

Het in elkaars nabijheid brengen van functies en activiteiten zodat er ruimtelijkemeerwaarden, vormen van synergie en complementariteit ontstaan.

vrije tijdsvoorzieningCulturele, sportieve en recreatieve voorzieningen, exclusief horeca en detailhandel.

woningRuimte, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk gezin.

zelfstandige woningWoning waarin alle volgende voorzieningen aanwezig zijn:

1. WC;

2. bad of douche;

3. kookgelegenheden;

4. woongelegenheid;

5. slaapgelegenheid.

zolderRuimte, gelegen tussen de bovenste bouwlaag en de bedaking van een gebouw.

Page 31: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse
Page 32: svRUP 11002 214 10008 00001...Pagina5 Definitieve vaststelling RUP BINNENSTAD In artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse

Stadsontwikkelingwww.antwerpen.be

03 22 11 333