susann Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms...

15

Click here to load reader

Transcript of susann Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms...

Page 1: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

LentekriebelsRijk thematisch aanbod voor de onderbouw

Lentekriebels bij koeien die na een lange winter op stal eindelijk weer de wei in mogen

Susanne van der Werf500514883

Verkorte Deeltijd Pabo 2A2 april 2014

Inleiding

Page 2: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

Lente. Vrijwel elke kleuterklas besteed er aandacht aan rond de maanden maart en april. Wij hebben als projectgroep dan ook voor dit thema gekozen vanuit praktische overwegingen, aangezien bij ieder van ons dit thema wordt behandeld in de stageklas. De originaliteit zit hem dus niet in de themakeuze maar wel in de invulling en uitvoering van ons thema ontwerp. We namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten. Door de kinderen de lente echt te laten ervaren en te laten ontdekken welke zintuigelijke prikkels dit met zich me brengt, noemden we ons twee daags thema aanbod ‘lentekriebels’.Het thema aanbod dat Edli, Wytske, Karlijn, Mariëlle en ik hebben ontworpen, bestaat uit twee Mens en Wereld en twee Kunstzinnige Oriëntatie lessen. De lessen hebben vorm gekregen door ontdekkend en onderzoekend leren als uitgangspunt te nemen. Elke les staat in het teken van beleven. Het leren komt voort uit de nieuwsgierigheid en de verwondering die de activiteiten met zich meebrengen. Ook moedigen de lessen de kinderen aan om hun omgeving onderzoekend tegemoet te treden (Vaan&Marell, 2012). De lessen stimuleren de interactie tussen de kinderen onderling en tussen de kinderen en hun omgeving. Wat volgens Bronfenbrenner de basale drijfveer van ontwikkeling is (Kohnstamm, 2002). Wij hebben geprobeerd de kinderen deelgenoot te maken van de activiteiten en met toenemende complexiteit, waarin ze wederkerig interacties kunnen aangaan met hun omgeving. Ons thema is rijk vanwege de samenhang. Niet alleen bij de vier ontworpen lessen staan lentekriebels centraal maar ook bij de taal- en rekenactiviteiten tot de aankleding van de klas aan toe zie je het terug. Om alles in je thema te verwerken was voor mij persoonlijk al bekend door mijn stage afgelopen jaar op OGO school de BOE. Dit type onderwijs spreekt mij erg aan, omdat er als leraar een groot beroep wordt gedaan op je creativiteit. Naast dat dit leuk en uitdagend is voor de leraar, brengt het ook ontzettend leuk onderwijs voor kinderen. Tijdens mijn stage op de BOE heb ik vaak gedacht: ‘Had ik hier vroeger maar op school gezeten, want wat wordt hier een leuke en speelse invulling gegeven aan leerstof.’ Ik heb deze opdracht dan ook met erg veel plezier uitgevoerd op mijn huidige, zeer, reguliere stageschool.

Page 3: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

BeginsituatieDeze periode loop ik stage op basisschool de Corantijn (Amsterdam Baarsjes) in groep 1-2. De klas is een afspiegeling van de buurt en bestaat grotendeels uit Turkse en Marokkaanse kinderen. Het niveau op gebied van taal en rekenen ligt laag en ook sociale vaardigheden zijn voor veel kinderen lastig. De groep bestaat uit 28 kinderen, waarvan een aantal met een zeer korte spanningsboog. Lesjes en activiteiten waarbij de kinderen iets kunnen doen of mogen bewegen slaan dan ook vaak het beste aan. De groep is druk maar kan ook erg enthousiast zijn, dus het vereist van de leerkracht een goed klassenmanagement en prikkelende activiteiten. De Corantijn is een Kaleidoscoopschool, wat de werkwijze oplevert van actief leren, vooruitkijken, (speel)werken, terugkijken en zelfstandigheid. De school is verder regulier en werkt met methodes, niet met thema’s. In de kleutergroepen wordt er echter wel met thema’s gewerkt, zoals kunstschilders of sprookjes. In de realiteit is een thema enkel terug te zien in een prentenboek dat tijdens elk thema centraal staat en in een aantal knutselactiviteiten. Het thema dringt niet door in de bouwhoek, huishoek, aankleding van de klas en in taal- of rekenactiviteiten. Erg zonde, vindt ik persoonlijk. Naar mijn mening leert een kind optimaal wanneer alles betekenisvol is en in samenhang en spelenderwijs aan kinderen gepresenteerd wordt. Mijn visie sluit dan ook aan bij het Ontwikkelingsgericht Onderwijs, waar de leerpsychologie van Vygotsky centraal staat (Kohnstamm, 2002).

Page 4: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

OGO ontwerpschema

Toelichting OGO ontwerpschemaBij het vormgeven van ons thema lentekriebels hebben we het OGO ontwerpschema gebruikt. In dit schema geven wij onze holistische aanpak van het thema weer. De betekenisvolle activiteiten vertonen samenhang en sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen. Met de activiteiten willen we de betrokkenheid van de leerlingen zo groot mogelijk maken en zoveel mogelijk uit de leerlingen zelf laten komen. De kinderen worden gestimuleerd om onderzoekend en ontdekkend te leren. In dit ontwerpschema maken we een onderscheid tussen lessen in de grote en in de kleine kring.

Page 5: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

ActiviteitenIk heb geprobeerd de volgende aspecten optimaal in te zetten tijdens alle lessen: betrokkenheid en begrijpelijkheid creëren, stof net boven niveau aanbieden, positief gedrag bevestigen, kinderen verbeteren en helpen onduidelijkheden te verhelderen. Ook wilde ik tijdens alle lessen volop de mogelijkheid tot interactie creëren. Deze interactiemomenten kunnen kinderen verder helpen zich te ontwikkelen (Portaal, 2009 ). Vanwege de beginsituatie van de kinderen, hebben de lessen niet een te hoge cognitieve belasting. Alleen de eerste niveaus van Bloom, onthouden, begrijpen en toepassen, zijn in de lessen verwerkt (Vaan&Marell, 2012).Tijdens het presentatie moment op de HvA zal ik samen met mijn projectgroep onze lessenreeks overhandigen. Hierin staat de inhoud beschreven, evenals de lesdoelen, manier waarop gedifferentieerd wordt en de bijbehorende taal en rekenactiviteiten. Naast het gezamenlijke gedeelte, wat ik samen met mijn projectgroep heb voorbereid, heb ik individueel ook aan het thema gewerkt om mijn stageklas twee volle dagen in het thema lentekriebels te brengen. Naast de vier themalessen heb ik daarom alle vaste dag routines in lentesferen gebracht met het volgende:- Op elke groep tafels had ik een pot met narcissen neergezet. - In de boekenhoek had ik allemaal boeken neergezet die betrekking hadden

op de lente.- In de gang had ik boven de kapstokjes foto’s gehangen van jonge dieren. - In de bouwhoek konden kinderen een boerderij maken. Er stonden foto’s

van boerderijen en ik had een krat met speelgoed boerderijdieren neergezet.

- De speelhoek was omgebouwd tot bloemenwinkeltje. Er zijn stonden emmers met bloemen, een kassa, bloemenfolie, linten en portemonneetjes met geld.

- In de knutselklas waren extra materialen toegevoegd als watten, wol, en verschillende stofjes die gebruiken konden worden om dieren mee te knutselen.

- De vaste muziek, taal en reken lessen hadden deze twee dagen ook allemaal betrekking op de lente. Zo heb ik een rekenlesje over de grootte van kippeneitjes gegeven.

Page 6: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

Dagschema dinsdag 4 maartGroep 1-2 C, de Corantijn

08.30 tot 08.40 – Opstart van de dag - Begroeting- Kinderen mogen iets vertellen in de kring (vingers en naar elkaar luisteren).- Wie waren gister de klassenhulpjes -> namen doorstrepen op het bord.- Wie zijn vandaag de hulpjes -> een van deze kinderen mag tellen met

hoeveel kinderen we vandaag in de klas zitten. Waren er gister meer of minder kinderen? Welke kinderen missen we?

- Andere hulpkind mag de datum noemen -> welke dag? Welke maand? Hoeveelste is het vandaag? Welk jaar?

- Dagschema doornemen 08.40 – 09.00 – Grote kring, daarna aan tafelB Tuinkers planten - Terugblik: We zijn nu met de klas met het thema lente begonnen. In de lente zie je dat er opeens weer allemaal bloementjes en plantjes uit de grond komen. Wie heeft dit al gezien? Waar komen deze plantjes en bloementjes vandaan? (uit een zaadje) En wat hebben ze nodig om te kunnen groeien? (water, grond, licht). Ik laat de kinderen het volgende filmpje zien waarin de groei van een plantje versneld wordt afgespeeld. Voor ik het filmpje laat zien vertel ik dat mensen hier eerst een zaadje in een bakje, dat buiten in het licht stond, hadden gepland (begrip uitleggen) en de aarde een beetje water hadden gegeven. http://www.youtube.com/watch?v=3nRVZPJdXOo

Page 7: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

- Oriëntatie: Vandaag gaan wij ook een zaadje planten. Uit deze zaadjes ontstaat dan binnen ongeveer een week het plantje Tuinkers (ik laat een het voorbeeld van tuinkers aan de klas zien). Vandaag gaan jullie leren hoe je de zaadjes moet planten. De komende dagen gaan jullie kijken of de tuinkers goed groeit en over een week zien we of de tuinkers net zo hard is gegroeid als het voorbeeld dat ik vandaag heb meegenomen.- Uitleg: Straks gaat iedereen terug naar zijn plek en krijgt elk groepje voor elk kind een dop, zaadjes, watten en een bakje water. Ook liggen de naamkaartjes van de kinderen op hun tafel, voor als ze klaar zijn. Ik laat de materialen aan de kinderen zien en doe voor welke stappen ze vervolgens gaan zetten. Hierbij benadruk ik dat we deze stappen met z’n alle tegelijk maken, dus dat we op elkaar moeten wachten. Ik doe alles voor tot het planten klaar is. Vervolgens zeg ik dat de kinderen naar hun plek mogen gaan en deel ik de materialen per groepje uit. De kinderen mogen alvast elk een dop en watten pakken. De zaadjes en het water mogen ze nog niet aanraken.- Begeleide inoefening: Stap voor stap vertel ik wat de kinderen mogen doen. Ondertussen loop ik rondjes op te helpen waar nodig is. Als kinderen klaar zijn mogen ze hun naamkaartje pakken en de dop op de kast zetten, waarbij ze hun naambordje leggen. Ik vertel dat er drie kinderen tegelijkertijd bij de kast mogen komen, omdat het anders te druk wordt en je niet voor voorzichtig kunt zijn. - Evaluatie: Als iedereen klaar is en op zijn plek zit vraag ik aan de kinderen hoe ze vonden dat het ging. Wat hebben ze nu gedaan (zaadje geplant) hoe doe je dat? Wat verwachten de kinderen dat er de komende dagen zal gebeuren? Zou er morgen al iets ze zien zijn? Ik vertel nogmaals wat er nu met de tuinkers gaan gebeuren en wanneer we er weer met de hele klas naar gaan kijken.09.00 – 09.15 – Grote kringVooruitkijken• We gaan zo speelwerken. In de bouwhoek kun je een boerderij maken. Er staat foto’s van boerderijen en er is speelgoed van boerderijdieren neergezet. De speelhoek is omgebouwd tot bloemenwinkeltje. Er zijn allemaal mooie lentebloemen te koop en er staat een kassa en portemonneetjes met geld. In de knutselklas kun je lentedieren knutselen. Er zijn watten, wol, en verschillende stofjes die je als dierenvachtje kunt gebruiken. Dan gaat iedereen nu een plannetje maken in zijn hoofd, en bedenkt wat je gaat doen, waar je dit gaat doen, wat je nodig hebt om dit te doen en wat je gaat leren. Als je een plannetje hebt en je wilt dit samen met iemand doen mogen kinderen nu even kort overleggen. Na twee minuten moet iedereen terug in de kring gaan zitten en mogen paar kinderen hun plannetje vertellen. 09.15 – 10.00 Speelwerken

Page 8: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

10.00 – 10.10Opruimen10.10 – 10.25 – Aan tafelEten en drinken10.25 – 10.40 – Grote kringTerugkijken10.40 – 11.30Het boek ‘De koe die een ei legde’ voorlezen aan de hele groep. Kort nabespreken. Leggen koeien eieren? Hoe krijgen zij dan een baby? Ken je dieren die eieren leggen? Vervolgens pak ik een ei uit mijn tas en leg hem in de kring. Wat is dit voor ei? (Even uitleggen dat hier geen kuikentje in zit) Vervolgens pak ik nog meer eitjes (van andere formaten) en leg deze op verschillende plekken in de kring. Dan pak ik handpop Kip Konijn en laat hem in paniek aan de kinderen uitleggen dat zijn eitjes door de war zijn geraakt. Ze moeten weer helpen alles weer op volgorde te leggen van groot naar klein. Eerst bespreken de kinderen de begrippen groot en klein en bedenken we een strategie hoe we kip konijn kunnen helpen. Vervolgens mogen kinderen de eitjes van groot naar klein de kring leggen. 11.30 – 12.15Buitenspelen12.15 – 12.45 – Aan tafel• Zingen, handen wassen, tas pakken.• Lunchen12.45 – 13.10 – Grote kringGroep 1 Met Susanne bloementuin maken in lokaal 1-2 CGroep 2 met Rozanne lesje Met Woorden In De Weer 13.10 – 13.40Muziekles. We pakken een bakje tuinkers en bespreken kort wat er nu met de zaadjes gaat gebeuren. Daarna aanleren liedje ‘zaadje in de grond’. Als de kinderen het liedje kunnen meezingen leer ik bodypercussie aan. Kinderen die goed mee doen mogen vervolgens instrumentele begeleiding geven met een trommel, triangel en rasp.13.40 – 14.00Afsluiting thema. Museum en evaluatie.14.00 – 14.10Jassen pakken en naar huis

Page 9: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

Evaluatie en reflectie

AlgemeenVan tevoren was ik erg benieuwd hoe deze twee themadagen zouden uitpakken. Zoals ik bij het kopje ‘beginsituatie’ omschrijf, werken de kinderen nooit zo intensief met een thema als ik nu zou doen. Het leek mij leuk voor de kinderen om het eens een beetje anders te doen. Aan de andere kant weet ik dat het doorbreken van vaste routines voor sommige kinderen helemaal niet zo prettig is. Zeker bij een aantal druktemakers uit de klas, die juist erg veel behoefte hebben aan de standaard routines, was ik een beetje huiverig voor hun reactie. Ik zag al voor me hoe bijvoorbeeld in de bloemenwinkel, die ik van de huishoek zou gaan maken, alle bloemen en emmers water na een kwartier al door de ruimte zouden vliegen. Uiteindelijk is, mede door het maken van een aantal hele duidelijke afspraken met de klas, alles goed verlopen. Daarbij is het voordeel van de Kaleidoscoop aanpak op deze school, dat tijdens het speelwerken in elke hoek een leerkracht, begeleider of stagiair aanwezig is. Er was dus altijd toezicht en begeleiding voor het verbreden en verdiepen van het spel.

Page 10: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

Ik merkte dat de samenhang tussen de lessen een zeer positieve invloed had op de betrokkenheid van de kinderen. De kinderen hadden er echt zin in en waren erg nieuwsgierig naar wat er allemaal ging gebeuren. Het thema leefde vanaf de eerste dag. Dit merkte ik tijdens het buitenspelen waar een groepje kinderen in de struiken opzoek waren naar bloementjes, plantjes en zaden. Ook hoorde ik in de knutselklas tijdens speelwerken een aantal meisjes praten over ‘kleine schaapjes’, waarop een jongentje reageerde dat dit ‘lammetjes’ waren. Er werd spontaan en met elkaar geleerd zonder dat ik er iets voor hoefde te doen; wat een mooi moment. Tijdens de ochtendkring op de tweede themadag kwamen veel kinderen met verhalen over de lente. Zo had Riat allemaal bloemen gezien onderweg naar school en had Inka die avond ervoor op tv gezien hoe vogels uit een ei kwamen. Al dit enthousiasme gaf mij erg veel voldoening. Ik vond het heerlijk om te zien dat kinderen zo gegrepen waren. Daarnaast voelde het als een beloning voor al de voorbereidingen die ik had moeten treffen. Ook de jufvrouw van de klas, Rozanne, vertelde me dat ze in het vervolg meer uit de thema’s wil gaan halen, omdat ze ziet wat voor effect dit op de kinderen heeft. Dit laatste is een zeer gunstige bijkomstigheid van het uitvoeren van deze vakopdracht!

De thema lessenKOO- dansles (met groep 2)

De kinderen dansen naar aanleiding van de bewegingen van een bij, slak en spin.

Tijdens deze les heb ik de kinderen veel naar elkaar laten kijken en op elkaar laten reageren. Dit deden we door twee complimentjes te geven en een tip. Hiermee wilde ik, in theorie van Bronfenbrenner, de kinderen laten samenwerken om elkaar te versterken (Kohnstamm, 2002). Daarnaast was het geven van complimenten en tips een oefening voor de sociale vaardigheid. Ik merkte wel dat het ‘praten over’ de bewegingen niet te lang moest duren omdat de kinderen veel behoefte hadden aan gewoon lekker te doen. Tijdens het bewegen als insect op muziek, heb ik steeds met de kinderen meegedaan. Door tussen hen te gaan staan, kon ik heel goed zien hoe elk kind de opdracht oppakte. Het ene kind zat meteen helemaal in zijn rol als insect en ‘ontdekte’ echt de bewegingen die hij hierbij kon maken. Andere kinderen hadden werkelijk geen idee hoe ze zich moesten bewegen en deden mij na, of zaten het geheel te observeren. Ook waren er een paar kinderen die zo opgewonden raakten dat ze wild gingen rennen en gillen van enthousiasme. En er waren een paar jongentjes die er niet zo veel aan vonden en liever met elkaar gingen stoeien, wat ik uiteraard niet goed keurde. De verscheidenheid waarmee de kinderen de opdracht oppakten, gaf een mooi beeld van de verschillende leerstijlen van Kolb Ook zag ik duidelijk de meervoudige intelligenties van Gardner terug in het gedrag van de kinderen. Zo zag ik bij Tom, die de hele les alles vrijwel alleen maar heeft geobserveerd, dat momenteel zijn lichamelijke/kinesthetische intelligentie niet erg ontwikkeld is. Maar hij kon andere kinderen wel hele goede complimenten en tips geven, waardoor zijn verbaal/linguïstische intelligentie zichtbaar werd (Kohnstamm, 2002).

Page 11: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

KOO – bloementuin (met 10 kinderen)

De kinderen maken een bloementuin van echte materialen.

De lentebloemen waren erg in trek bij de kinderen. Ze zagen ze overal in hun omgeving en de speelhoek was natuurlijk omgebouwd tot een bloemenwinkel. Het maken van je eigen bloementuin, was dan ook een opdracht waar de kinderen erg enthousiast op reageerden. Ik wilde de kinderen tijdens deze les vrij laten om in tweetallen een eigen invulling aan hun bloementuin te geven. Ik wilde geen beperkingen opleggen door eisen aan de tuintjes te stellen of aan het gebruik van de materialen. Mijn doel was dat de kinderen met elkaar zouden onderzoeken en ontdekken en leren van de opdracht. In de praktijk was het voor mij nog best een uitdaging op de kinderen zoveel vrijheid te bieden en tegelijkertijd alles in goede banen te leiden. De materialen (aarde, bloemen, mos, takjes, kleine plantjes, karton etc.) had ik, na een korte bespreking, uitgestald op een tafel. Ik vertelde de kinderen dat ze in tweetallen een plannetje moesten maken en vervolgens de materialen mochten pakken. Dit leiden tot een hoop gedring en gegraai bij de materialen tafel en de vloer lag al snel bezaaid met aarde. Hieruit bleek maar weer eens dat een vrije opdracht juist erg gebaad is bij duidelijke regels. Het was wel interessant om te zien hoe verschillend de eindresultaten van de bloementuintjes nu waren. Het was een leuke les maar een volgende keer moet ik meer structuur bieden en kinderen beter begeleiden in het uitvoeren van hun plannen.

MW – Tuinkers

De kinderen kweken tuinkers en volgen de groei.

Deze opdracht heb ik met de hele klas tegelijkertijd uitgevoerd in verband met de tijd. Gelukkig had ik de hulp van de juf van de klas en een andere stagiair. Zonder hun hulp is dit organisatorisch gezien een lastige les om in je eentje met een hele klas uit te voeren.De kinderen waren erg betrokken geraakt doordat ik hen een filmpje liet zien waar versneld de groei van een plant werd getoond. Dit bracht echter wel enige verwarring bij sommige kinderen. Na het zaaien gaf ik de ruimte om kinderen hun verwachting te laten uitspreken. Hierbij zeiden sommige kinderen te denken dat we morgen al tuinkers zouden hebben. Hieruit bleek maar weer dat beelden meer impact hebben dan woorden, aangezien ik nadrukkelijk bij het filmpje had verteld dat deze versneld werd afgespeeld. MW – lentebloemen onderzoeken (met 6 kinderen)

De kinderen onderzoeken de geur, textuur en bouw van verschillende lentebloemen

Page 12: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

Evenals het maken van een bloementuin was dit organisatorisch een uitdagende opdracht. De ideeën die ik had, werkte niet allen even goed met de tere bloementjes. Zo wilde ik bijvoorbeeld eerst dat de kinderen aan de bloemen goed naar de bloemen keken, eraan roken en voelden. Maar dit werkte niet omdat al snel een aantal bloemen stuk waren doordat er te onvoorzichtig mee werd omgegaan. Ook het ontleden van de bloementjes was een veel moeilijkere opdracht voor de kinderen dan ik van te voren had ingeschat. Een aantal kinderen bleken nog lang niet zo een verfijnde motoriek te hebben dat ze de bloemblaadjes precies en netjes van de kern konden lostrekken. Deze les was iets te hoog gegrepen en niet helemaal passend voor de kinderen die ik had geselecteerd. Het was hierdoor een beetje een rommelige les. Uiteindelijk heb ik de meeste aandacht besteed aan het maken van bloemenveldjes. Ik heb de kinderen in tweetallen een papier en krijt gegeven, een hand met bloemen en plaksel. Vervolgens mochten zij hiermee bloemenveldjes maken. Zo is deze MW les, deels ook een KOO les geworden.

Fasen van thematisch werken1 voorbereidingDe voorbereiding vond plaats tijdens de bijeenkomsten met mijn projectgroep, was deels individueel en deels met mijn mentor. 2 OriëntatiefaseAls startactiviteit hebben de kinderen een woordweb gemaakt over de lente en hebben we een rondje door het lokaal gelopen om de aankleding en hoeken te bespreken. 3 UitvoeringsfaseHet thema met zijn activiteiten werd uitgevoerd en uitgediept. Tussentijds stelde ik mijn doelen bij. 4 AfrondingsfaseHet thema werd afgerond met een klein museum in de klas waar alle werkjes waarbij alle werkjes waren te zien en hebben we klassikaal alle activiteiten geëvalueerd.

Page 13: susann   Web viewWe namen als doel de lente echt de klas in te brengen. In de praktijk kwam dit soms letterlijk neer op het meenemen van bloemen, zaden, aarde en insecten

BronnenKohnstamm, R. (2002) Ontwikkelingspsychologie van het jonge kind. Houten: Hohn Stafeu Van LoghumPaus, H. (2009) Portaal. Bussum: Uitgeverij CountinhoVaan & Marell (2012) Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho