‘SUPER INITIATIEF, CHAPEAU!, neem samen een pintje’vanthiel.eu/pdf/Krant-1.pdf ·...

12
1 jaargang 1 nr april 2006 een uitgave van de stichting willem & dina van thiel-van duijnhoven ‘SUPER INITIATIEF, CHAPEAU!, neem samen een pintje’ 1 Meertalig en uit verschillende wereld- delen stroomden de reacties binnen op het nulnummer van de familiekroniek. In november ging het naar zeshonderd adressen en de reacties waren unaniem positief. ‘Wat heb ik genoten’, ‘Mijn van Thiels-hart gaat sneller kloppen’, ‘Super initiatief’, ‘Chapeau!’, ‘What an excellent job. Well done’. Zoveel hartverwarmende respons dat het stichtingsbestuur maar één con- clusie kan trekken: dóórgaan! Bovendien willen verschillende familie- leden meewerken, schrijven, verhalen vertellen. Et voilà, het eerste nummer ligt er. Twaalf pagina’s met historie, actuali- teiten en interviews. Verluchtigd met rubrieken over opvallende hoeden, antieke automobielen en tongstrelende familierecepten. De redactie mikt op acht pagina’s per nummer, maar de hoeveelheid kopij was zo groot dat we zelfs zestien pagina’s konden vullen. Daardoor verschuift bijvoorbeeld een artikel van Paul Begheyn over Ariaen [van Tiel], geboren rond 1535, naar de editie van oktober. Hij of zijn voor- ouders komen uit het plaatsje Tiel en daaraan ontleent onze familie zijn achternaam. Ook financieel waren de reacties zowel verwarmend als verfrissend. ‘Neem samen een pintje’, luidde de opdracht in een envelop met twintig euro. We hebben het ons laten smaken. De minimum donatie bedraagt 15 euro, maar een flink aantal familieleden heeft meer overgemaakt. Gegeven vanuit een warm familiehart. Het bestuur is er blij mee, want op die manier kunnen we ook andere activiteiten ontplooien naast het uitgeven van een krant. Niet minder warm was de reactie van Zuster Inigo. Tante grazie”, dankte ze in het Italiaans als voormalige inwoonster van Rome. “Het enige nulnummer van de familie- kroniek bracht me weer helemaal terug naar 20 september 2003, die heerlijke zonnige dag. Erg graag zou ik euro- donateur worden, maar als Ursuline in de familie zal ik biddend donateur zijn (hopelijk even waardevol).” Van het bestuur Het nulnummer smaakte naar meer. Dit is officieel nummer één van de familie- kroniek en gaat naar 200 donateurs. Een fraai resul- taat. Het bestuur hoopt dat u ervan geniet. Maar de stichting doet méér! We houden de stamboom up to date en we verzamelen en registreren familiedocumen- tatie, schilderijen en interes- sante voorwerpen. Om te beheren, te onderzoeken en publiceren. We hebben al heel wat ontvangen. Dat kan uitgroeien tot iets moois! Uw medewerking stellen we erg op prijs. We houden ons aanbevolen voor familie- verhalen, foto’s, attributen én medewerkers. Voor aankon- digingen van geboorte, hu- welijk en overlijden. Voor elk idee en initiatief. Voor een familie met historie én met toekomst! In de volgende krant onder andere • De eerste zes generaties Van Thiel in Nistelrode 1530-1722 • Aanvullingen op het boek ‘Van Thiel in vijf eeuwen’ • Ons aller tante Dina • ‘Hoe is het met ons pa?’ • De Waalse invasie • 1919 Een reis langs het Belgische front • Album religieux van mijn overgrootmoeder • De rubrieken zoals Deksels Mooi, Kachelproat en Koetswerk • Willem portretteert • De jonge generatie van nu • De doopjurktraditie Verschijningsdatum: oktober 2006 Recente aanwinst Amy van Thiel (H-12-E-1-c-1), dochter van Paulus van Thiel en Fabiènne Swinkels, zit stralend op schoot bij overgrootvader Hein van der Weyden (P-2-F-3). ‘Hofkapelaan’ van de familie Van Thiel, Paul Begheyn (P-1-E-1-b), die haar net doopte, kijkt goedkeurend toe. Wéér een koppeling tussen de staken van Piet en Hendrik.

Transcript of ‘SUPER INITIATIEF, CHAPEAU!, neem samen een pintje’vanthiel.eu/pdf/Krant-1.pdf ·...

1

jaargang 1 nr

april 2006

een uitgave van de stichting willem & dina van thiel-van duijnhoven

‘SUPER INITIATIEF, CHAPEAU!,

neem samen een pintje’

1

Meertalig en uit verschillende wereld-delen stroomden de reacties binnen ophet nulnummer van de familiekroniek.In november ging het naar zeshonderdadressen en de reacties waren unaniempositief. ‘Wat heb ik genoten’, ‘Mijn vanThiels-hart gaat sneller kloppen’, ‘Superinitiatief ’, ‘Chapeau!’, ‘What an excellentjob. Well done’.Zoveel hartverwarmende respons dathet stichtingsbestuur maar één con-clusie kan trekken: dóórgaan! Bovendien willen verschillende familie-leden meewerken, schrijven, verhalenvertellen.Et voilà, het eerste nummer ligt er.Twaalf pagina’s met historie, actuali-teiten en interviews. Verluchtigd metrubrieken over opvallende hoeden,antieke automobielen en tongstrelendefamilierecepten. De redactie mikt opacht pagina’s per nummer, maar dehoeveelheid kopij was zo groot dat wezelfs zestien pagina’s konden vullen.Daardoor verschuift bijvoorbeeld eenartikel van Paul Begheyn over Ariaen[van Tiel], geboren rond 1535, naar de

editie van oktober. Hij of zijn voor-ouders komen uit het plaatsje Tiel endaaraan ontleent onze familie zijnachternaam.

Ook financieel waren de reacties zowelverwarmend als verfrissend. ‘Neemsamen een pintje’, luidde de opdracht ineen envelop met twintig euro. Wehebben het ons laten smaken. Deminimum donatie bedraagt 15 euro,maar een flink aantal familieleden heeftmeer overgemaakt. Gegeven vanuit eenwarm familiehart. Het bestuur is er blijmee, want op die manier kunnen we ookandere activiteiten ontplooien naast hetuitgeven van een krant. Niet minderwarm was de reactie van Zuster Inigo.“Tante grazie”, dankte ze in het Italiaansals voormalige inwoonster van Rome.“Het enige nulnummer van de familie-kroniek bracht me weer helemaal terugnaar 20 september 2003, die heerlijkezonnige dag. Erg graag zou ik euro-donateur worden, maar als Ursuline inde familie zal ik biddend donateur zijn(hopelijk even waardevol).”

Van het bestuur

Het nulnummer smaaktenaar meer. Dit is officieelnummer één van de familie-kroniek en gaat naar 200donateurs. Een fraai resul-taat. Het bestuur hoopt dat uervan geniet.

Maar de stichting doet méér!We houden de stamboom upto date en we verzamelen enregistreren familiedocumen-tatie, schilderijen en interes-sante voorwerpen. Om tebeheren, te onderzoeken enpubliceren. We hebben al heelwat ontvangen. Dat kanuitgroeien tot iets moois! Uwmedewerking stellen we ergop prijs. We houden onsaanbevolen voor familie-verhalen, foto’s, attributen énmedewerkers. Voor aankon-digingen van geboorte, hu-welijk en overlijden. Voor elkidee en initiatief. Voor eenfamilie met historie én mettoekomst!

In de volgende krant onder andere

• De eerste zes generaties Van Thiel in Nistelrode 1530-1722

• Aanvullingen op het boek ‘Van Thiel in vijfeeuwen’

• Ons aller tante Dina• ‘Hoe is het met ons pa?’• De Waalse invasie• 1919 Een reis langs het Belgische front• Album religieux van mijn overgrootmoeder• De rubrieken zoals Deksels Mooi,

Kachelproat en Koetswerk• Willem portretteert• De jonge generatie van nu• De doopjurktraditie

Verschijningsdatum: oktober 2006

Recente aanwinst

Amy van Thiel (H-12-E-1-c-1),dochter van Paulus van Thielen Fabiènne Swinkels, zitstralend op schoot bijovergrootvader Hein van derWeyden (P-2-F-3).‘Hofkapelaan’ van de familieVan Thiel, Paul Begheyn (P-1-E-1-b), die haar netdoopte, kijkt goedkeurend toe.Wéér een koppeling tussen destaken van Piet en Hendrik.

2

Twee priesters wandelen nade hoogmis in Donk naarhuize Vrededael, beidengekleed in een lange witte pij.Achter hen komen tweeoudere Donkenaren de kerkuit. “Hé Driekske, zén da niedie joong van Herman vanThiel?” “Ja Hannes, da zén zeen diej ene skijnt unne heierte zén en die ander maorgewôn paoter. Ik weet alleennie wie nou die paoter is enwie diejen heier.” Ofwel de

een schijnt een ‘heer’ te zijn en de ander “gewoon” pater, maar wiewas nou wie? Aan de witte kleding kon je het niet zien.‘Die twee’ zijn Paul en Ernest van Thiel. Paul (1920), de anekdotekomt van hem zelf, besloot begin jaren ’40 missionaris te wordenen verbond zich in 1947 aan de Sociëteit van de Witte Paters in‘Sint Charles’ bij Boxtel, de Missionarissen van Afrika. Ernest(1922-1997) deed een jaar later zijn intrede in de Orde van deNorbertijnen in de Abdij van Berne te Heeswijk. Vanwege hunwitte kloosterkledij worden de laatste ‘witheren’ genoemd naastde ‘witte paters’ van Sint Charles.

Paul vertrok in 1949 naar Oeganda, naar het bisdom Ruwenzori-Mbarara. Hij leerde de taal, Runyankole, en werkte er tot 1961 inverschillende parochies. In dat jaar mocht hij voor het eerst eenkeer naar huis. Hij bezocht dan vele familieleden in onder andereSchiedam en Donk, gekleed in het wit en getooid met een rodefez, de kledij van Noord-Afrika. In 1974 keerde hij voorgoedterug naar Nederland.

In dienst van de Afrikaanse kerkPaul leerde al jong piano en orgel spelen en dat is hij tot aan zijndood blijven doen. Zijn agenda stond nog vol afspraken om metde laatste kerstmis orgel te spelen in de kerkdorpen rondom zijnwoonplaats Heythuysen.Hij was een musicus met hart en ziel en verdiepte zich inmuziekgeschiedenis en in de theorie van de gregoriaansekerkmuziek. In Oeganda ging zijn belangstelling vooral uit naarde Afrikaanse traditionele muziek van het koninkrijk Ankole.West-Oeganda telt vijf oude koninkrijken met een rijkemuziekcultuur, waarvan veel verloren dreigde te gaan. Na zijnpastorale werk wijdde Paul zich jarenlang aan het bestuderen,vastleggen en bevorderen van dat cultuurgoed, ook om het in tevoegen in de kerkmuziek en die zo te afrikaniseren. Hij schreefdaarover: “De missionaire opdracht van elke Christen is hetverkondigen van de Blijde Boodschap van Gods Zoon aan de helewereld. (…) Christus is het ware licht dat iedere mens verlicht.Maar dat licht van Christus bestraalt niet ieder mensenvolk opdezelfde manier. Verschillende volkeren op aarde nemen die

Blijde Boodschap aan op verschillende wijze, al naar gelang hunvolkskarakter of traditioneel geloofsgoed. Daarom moet deverkondiging gebracht worden op een manier die aan hun denk-en levenswijze is aangepast. Onze pioniers, protestanten zowel alskatholieken, begrepen wel hoe belangrijk kerkmuziek daarbij is,maar vaak werden teksten en muziek ingevoerd die te Europeeswaren.” Wat minder parlementair sprak Paul in een brief overmuziek en teksten “als suikergoed”.Later schreef hij: “Als missionaris verlang ik om mijn werk indienst te stellen van de Afrikaanse kerk. Ik wil Afrikaansecomponisten ontmoeten om van hun ervaring te leren en hen teadviseren bij het componeren van meer aan Afrika aangepasteliturgische liedteksten en muziek.”

Muziek en cultuurhoederPaul trok ook de dorpen in om oude liederen en lofzangen op tenemen, dansers te filmen, muziekinstrumenten te fotograferenen muzikanten te bevragen. Hij kreeg toegang tot dekoningshoven van Ankole, Toro en Bunyoro om er de rituelen tebestuderen en opnames te maken. Samen met collega’s in

missionaris met een muzikale missie

PATER PAUL VAN THIEL

Pater Paul met baard en rode fez naast broer Ernest met witte bonnet. Debaard was aanvankelijk verplicht.

3

Zambia, Tanzania, Malawi en Oeganda tekende hij talen,spreekwoorden en de oude verhalenschat op en legdestammengeschiedenis vast.Paul kreeg veel waardering en erkenning, ook buiten Ankole. Hijwerd uitgenodigd om te studeren in Londen en aan deuniversiteiten van Makerere en Los Angeles. Hij schreef een boek,‘Multitribal music of Ankole’, stelde een lexicon samen overRunyankole muziek, publiceerde studies over koningstrommelsen Hima-initiatiezangen, componeerde Afrikaanse hymnen,hielp Trappisten in Kenia bij het verbeteren van de zang van degetijden, trad op in radio-uitzendingen enzovoort.Tegenstand ondervond hij ook. Meerdere Europese collega’sbeoordeelden zijn werk aanvankelijk als nieuwlichterij. SommigeAfrikaanse monniken wil-den overal eigen instru-menten bijgebruiken waar Paul vocale muziek meer geschikt vond. “Zetrommelen en rammelen de muziek aan gruzele-menten”, liet hijzich in een brief eens ontvallen.Pater Piet Kramer, provinciaal van de Witte paters in Nederland,stond in de preek bij de uitvaartmis op 7 januari uitgebreid stilbij deze opvallende persoonlijkheid. “Een missionarisleven indienst van de muziek (…) uit oprechte waardering voor deculturele rijkdom van die volkeren die behouden moet wordenvoor komende geslachten. Een ware missionaire opdracht. Nu iser een einde gekomen aan zijn leven. Zijn pogen – en dat vananderen zoals hij – heeft vrucht gedragen. De Afrikaanse kerkzingt en danst op eigen, onnavolgbare wijze. Ik heb zelf genotenvan de levendige Afrikaanse vieringen: ze kunnen uren durenmaar ik verveelde me nooit.”

Nieuwjaars-‘sköpkes’In Heythuysen, waar Paul van Thiel sinds 1992 woonde in ‘HuizeSt Charles’ en waar hij ook is begraven, stond zijn kist in de kapelvoor de kerststal waar de drie koningen net gearriveerd waren.Dat viel mooi samen met een andere anekdote die hij eensvertelde.“Op de Donk was het een goede gewoonte om met de hele familietante Dina (1871-1950) nieuwjaar te wensen op haar kamer inhet klooster, waar ze de laatste jaren van haar leven verbleef.Daarna trok de hele familie naar de pastorie om de pastoornieuwjaar te wensen. Tante Dina had elk jaar een geweldigekerstversiering. Ergens op de schouw een Kindje Jezus en overalin de kamer verspreidtientallen schaapjes.”Paul en nog wat fami-lieleden namen eenkeer die grote kuddeschaapjes na het bezoekstiekem mee en zettenze overal in de ontvang-zaal van de pastorie. “Jemoet onze goeie ouwetante Dina goed kennen

om je haar grote consternatie te kunnen voorstellen toen zij op depastorie haar schaapjes terug-zag. ‘Hoe is dit in ’s hemelsnaammogelijk? Hoe kunnen mijn schaapjes hier op de pastorie staan,vanmorgen stonden ze nog allemaal op mijn kamer!” Dehilariteit onder de familie was groot. Tot haar geruststellingkeerden de ‘sköpkes’ diezelfde nieuwjaarsdag terug op haarkamer.” De talloze kerststalschaapjes (met strikjes en zelf-gemaakte dekjes) zijn na het overlijden van tante Dina in 1950verdeeld onder jonge neven en nichten. Het schijnt datsommigen een streepje voor hadden, zij kregen er meer dan deanderen.

Pater Paul van Thiel, hij stierf op 3 januari 2006, zal bij veelfamiliereüniegangers van 1983 en 2003 bekend zijn als(con)celebrant van de familiemis in de Leonarduskerk in Donk.

Het boek ‘Multi-tribal music of Ankole : an ethnomusicological studyincluding a glossary of musical terms’, zoals de volledige titel luidt, isuitgegeven in 1977 bij uitgeverij Tervuren: Koninklijk Museum voorMidden-Afrika. Het is te leen in diverse bibliotheken, waaronder die vande universiteiten van Leiden, Nijmegen en Amsterdam. Bij dit artikel isdankbaar gebruik gemaakt van de tekst van de preek, uitgesproken doorde Provinciaal van de Witte Paters in Nederland …

Arthur van ThielDe ‘sköpkes’ van tante Dina

Orgel speelde Paul tot op het allerlaatste

4

De vogelgriep die momenteel dagelijks de pers haalt,heeft zich de afgelopen eeuw al drie maalgemanifesteerd, zij het telkens in andere varianten.Virussen uit de vogelwereld dienden daarbij als donorvoor de Hongkong-griep van 1968, de Aziatische griepvan 1957 en de Spaanse griep van 1918. Delaatstgenoemde neemt een aparte plaats in vanwege hetuitzonderlijk hoge aantal slachtoffers. Naar schattinghebben meer dan een half miljard mensen die ziekteopgelopen. ‘Slechts’ 20 tot 40 miljoen zijn er aangestorven, omdat een effectief medicijn niet aanwezigwas. Ter vergelijking: de Eerste Wereldoorlog kostte aan9 miljoen mensen het leven. In Nederland stierven erbinnen enkele maanden 27.000 mensen, in oktober 19185506, in november 16.960, en in december 5321. Demeeste slachtoffers vielen in gemeenten met minder dan20.000 inwoners en vooral in plaatsen met slechtewoonvoorzieningen.

De Spaanse griep is niet aan onze familie voorbijgegaan,en heeft de broers Jan van Schijndel (1879-1918) enAntoon van Schijndel (1891-1960), schoenfabrikantenuit Waalwijk, beiden geïnfecteerd. Op 5 februari 1918waren zij in de Leonarduskerk van Donk in het huwelijkgetreden met de zussen Bernardine van Thiel (1896-1978) en Milla van Thiel (1893-1965), dochters vanWillem van Thiel en Angeline Tonglet. De Spaansegriepepidemie sloeg bij hen toe nog geen vier maanden

nadat Leo van Schijndel,tweelingbroer van Antoon,verdronken was tijdens eenzeiltocht bij Alphen aan de Rijn.Antoon overleefde de ziekte,maar zijn twaalf jaar ouderebroer Jan bezweek eraan. Hij hadkort tevoren drie vriendenbezocht, die besmet warengeraakt, werd zelf ziek, enoverleed binnen vier dagen. DeSpaanse griep maakte zijnslachtoffers juist onder degenen die geen perfectegezondheid hadden. Mijn grootvader Jan had een nietgoed sluitende hartklep.

Zo werd mijn oma Zus van Thiel na negen maandenhuwelijk op 22-jarige leeftijd weduwe, dertien dagen nade geboorte van haar eerste en enige kind, Mia, mijnmoeder. Onder grote belangstelling is hij begraven ophet kerkhof van Waalwijk, waar zijn vriend Theo vanDelft een grafmonument voor hem en zijn broer Leoontwierp. Mijn oma bleef met mijn moeder wonen inWaalwijk, todat zij in 1922 hertrouwde met LudwigBudischowsky (‘Budi’), telg uit een familie vanTsjechische lederfabrikanten in Trebic.

Paul Begheyn SJ

DE VOGELGRIEP VAN 2006 EN DE SPAANSE GRIEP VAN 1918

Jan van Schijndel

Het dubbelhuwelijk van Jan (links) en Antoon van Schijndel met Bernardine (“Zus”) en Milla van Thiel

5

TEEUWEN & VAN THIEL‘Gemengd dubbel’

Wie het boek ‘Van Thiel in vijf eeuwen’ doorbladert, komtregelmatig de familienaam Teeuwen tegen, van oorsprong uit hetLimburgse Tegelen. De eerste keer in 1919, toen Piet van Thiel uitBeek en Donk trouwde met Dora Teeuwen. Daarna vind je tot opheden nog negen huwelijken tussen een Van Thiel en een Teeuwen.‘Waar komen al die Van Thiel’s in mijn familie toch van-daan?’,vroeg Peter Teeuwen zich ooit af. ‘Van een bruiloft naar een bruiloftnaar een bruiloft en zo door,’ was het antwoord, ‘zo gaat dat welvaker’. Peter (77) is de oudste zoon van Joke van Thiel en JosephTeeuwen (een broer van Dora). Een interview met hem wordt algauw een erg gezellige middag, waarbij de Limburgse vlaai in viersmaken niet ontbreekt.

Dora en Piet kwamen elkaar tegen dankzij een verblijf van hunoudste broers Bernard Teeuwen en Harry van Thiel in Leeds,Engeland. Peter: ‘Zij waren daar om Engels te leren en beidenlogeerden heel keurig bij de pastoor. Het moest namelijk welvertrouwd zijn….! Mijn vader vertelde dat dàt het eerste contactwas tussen de families. Tante Dora en oom Piet hebben elkaar laterin Nederland weer via hen ontmoet’.Rond het huwelijk van Dora en Piet ontmoette Bernard zijn laterevrouw Hélène van Thiel en via dat huwelijk in 1925 kwam hetserieus aan tussen Hélènes zusje Joke en Joseph, de ouders vanPeter. Zij trouwden in 1928.

Naar de Belgische kustPeter Teeuwen trouwde in 1958 met Angeline Hulshoff, inmiddels73 jaar. Hoewel hij haar ook via een - zij het zilveren - bruiloft heeftontmoet, is zij dus geen Van Thiel. Zijn verbondenheid met de VanThiel’s is er niet minder om.Als klein jochie kwam hij regelmatig uit Tegelen naar Beek enDonk, op bezoek bij tante Tineke (zusje van zijn moeder) en oomAlex van Thiel-van Thiel. Hij speelde er iedere keer met hun zoonRudy. ‘Daar heb ik altijd contact mee gehouden later. We zagenelkaar zó vaak… Mijn moeder en tante Tineke konden heel erggoed met elkaar opschieten. Met chauffeur en auto van de fabriekkwamen zij zo eens in de drie weken naar ons toe en de volgendekeer gingen wij naar hen. Natuurlijk ook met chauffeur en autovan de fabriek. Zo ging dat gewoon toen. Tante Tineke heeft nooitzelf auto gereden, ze had zelfs geen rijbewijs. Was niet nodig.’In die jaren kwam Peter Teeuwen regelmatig bij opa Frans vanThiel in Helmond. Voor de kinderen had hij sinds 1906 ‘juffie’Sciarone in dienst. ‘Een nanny kun je bijna zeggen’, weet Peter noggoed. Zijn oma, Henriëtte Hoppenbrouwers, overleed in 1919 op45-jarige leeftijd. Maar gelukkig was daar juffie nog. Zij was eenbegrip en ging overal mee naartoe als volwaardig lid van de familie.Iedere zomer naar zee, in België bijvoorbeeld, naar Duinbergen,Albertstrand. Opa Frans kwam daar elk jaar met zijn kinderen enlater ook kleinkinderen. Het gezelschap logeerde in hotel Pauwelsof Beau Séjour. ‘Daar waren toen nog ezeltjes op het strand waarwij op mochten rijden. Prachtig was dat’.

Ook herinnert Peter zich het dagelijkse rozenkrans bidden van zijnopa. ‘Elke dag, hoe of waar dan ook. Soms mocht ik mee in de auto,op het strapontijn, zo’n uitklapbaar stoeltje tegen de voorbank aan.Zat opa achterin vóór te bidden en moest de chauffeur “Matthieu,rijd eens wat zachter” van achter het glas voorin via de hoornnabidden. En ook al moest opa naar de wc, het bidden ginggewoon door. Juffie moest dan vóór de deur gaan staan en terwijlopa op de wc zat en doorging met voorbidden, moest zij nabidden.En Híj bad natuurlijk áltijd vóór!’

Harde werkers en goede ondernemersPeter Teeuwen ziet verschillen, maar vooral ook overeenkomstentussen beide families. ‘De Van Thiel’s waren wat vlotter, wereldser.Opa Frans nodigde ooit oom Bernard uit met tante Hélène omook naar zee te komen. Maar nee, dat deden zij niet. Dat vondenzij te werelds, dat was not done!’‘Mijn grootvader Paul Teeuwen was sterk behoudend en streng.Mijn oma, van de familie Geurts uit Horst, gelukkig niet. Daar hadmijn vader het meeste van: muzikaal, Bourgondisch. Hield vanmooie dingen, van reizen, en daarom gingen wij wél naarDuinkerken. Hij leek veel meer op de Van Thiel’s. Er werd wel eensgezegd dat de Van Thiel’s meer van de Bourgogne zijn en deTeeuwens meer van de Bordeaux. Maar mijn vader is wel altijdliever Bordeaux blijven drinken!’ Dat kon ook bijna niet anders.Want opa Teeuwen liet de wijn niet in flessen maar in vaten uitBordeaux komen. “Dan werd de wijn thuis door de knechtengebotteld, afgesloten met lak en dan kwamen er handgeschrevenetiketten op. Dat was niet werelds, wijn hoorde er gewoon bij. Depastoor dronk er immers ook royaal van.’Maar de belangrijkste overeenkomst gaat verder dan alleen familie.‘Het waren allemaal harde werkers en goede ondernemers. Erkwamen ook allemaal verschillende bedrijven. Ik durf wel te stellendat onze families een substantiële bijdrage hebben geleverd aan deontwikkeling van Oost-Brabant en Noord-Limburg. Het was echtniet alleen de familie Philips daar. Ook wij waren familiedynastieënvan betekenis.’ (Waarvan akte!)

Bernadette van der Bijl

Peter en Angeline Teeuwen-Hulshoff

INTERVIEUW

6

“De huizenprijzen zijn in 2005 met 5,4 procent gestegen, degrootste stijging sinds 2001. Voor een koopwoning betaaltmen nu gemiddeld 230 duizend euro, een zorgwekkendeontwikkeling.” Een berichtje uit de Volkskrant van 13januari 2006. Het lag toevallig op tafel toen op eenredactievergadering het kasboek van Frans van Thiel(1872-1936) ter sprake kwam. Daarin staan nauwkeurig alzijn privé-uitgaven genoteerd, van brood en melk totdienstbode en tuinman. Het geeft een mooi beeld van watje honderd jaar geleden voor een gulden kon kopen.

Frans, het negende kind van Martinus en Maria Smulders,trouwde in 1899 met Jet Hoppenbrouwers. Zij kochten innovember 1905 een perceel aan de Markt in Helmond omer een huis te bouwen. Notaris Dijkhoff rekende voor hetpasseren van de koopakte 390 gulden. Misschien eenvriendenprijs, want de notaris was getrouwd met Cis vanThiel, dochter van Hendrik en dus een volle nicht vanFrans. Of misschien ook niet, als je het honorarium van dearchitect bekijkt, 400 gulden! Tegenwoordig waarschijnlijkeen uurloon, zeker voor een architect als Piet Buskens, diein het vooroorlogse Rotterdam markante gebouwenontwierp, waaronder herenhuizen, ziekenhuizen, scholen,kerken en de kathedraal van het bisdom Rotterdam.Buskens had rond 1906 ook een kantoor in Nijmegen enwellicht is daar het contact ontstaan. Het ontwerp van

Markt 31 is in ieder geval zo bijzonder dat het pandtegenwoordig onder Monumentenzorg valt. Opvallend zijnde fraaie pui en het torentje dat de asymmetrie in de gevelaccentueert. Niet zichtbaar is het bijzondere trappenhuisbinnen, ook een rijksmonument. Een woonhuis is hetechter niet meer. Scapino, een modezaak, heeft ertegenwoordig zijn nering.

Een apart kasboekblad is gewijd aan “Het nieuw te bouwenhuis 1906”. Het handelt over de periode november 1905 toten met februari 1907. De exacte tekst staat hieronderafgedrukt. Een van de posten betreft een “Mij tractatie” metde toevoeging “onderdak”. Vroeger, en nu soms ook nog,werd een meiboom op de hoogste punt geplaatst, als hetgebint er op zat. En daar hoort een feestje bij. Voor 28gulden kon je honderd jaar terug de bloemetjes flink buitenzetten. Tegenwoordig heet het pannenbier, maar of het ernog ze feestelijk aan toe gaat?

De bouw inclusief de grond kostte destijds 29.578 guldenofwel ruim 13 duizend euro. In vergelijking met degemiddelde huizenprijs van nu kun je stellen dat de prijs inhonderd jaar honderdvoudig is gestegen. Want Markt 31oogt iets luxer dan een gemiddelde woning om heteufemistisch te zeggen.

Arthur van Thiel

Honderd jaar terug in de tijd

PANNENBIER VOOR MARKT 31

1905Nov. 13 Aankoop terrein f 17.000,-

Transporteren Notaris Dijkhoff 390,-1906Juli 19 Betaald J.W. van der Putten 2200,-Sept. 4 Betaald J.W. van der Putten 1800,-

10 Architect P.G. Buskens Rotterdam 400,-21 Mij tractatie (onder dak) 28,-

Oct. 10 Betaald J.W. van der Putten 3200,-20 —— J.W. van der Putten 560,-

Nov. 15 ————————— aan Troepin 800,-Dec. 29 ————————— 500,-1907Febr. 7 ————————— 2600,-

9 ————————— 100,-

7

Hoe goed de hoed past in het landschap van stroken, strikken en ruches

waar het loof nooit ritseltde hoed geen wind kan vangen

Een pluim op het hoofdvan Francisca van Thiel

getrouwd met Johannes Dijkhofftrotse moeder van drie dochters

Johanna, Wilhelmine en Gertrudekortweg Jo, Willy en Truus

Het is 1906, hetzelfde jaar waarinkoningin Alexandra van Engeland

openlijk de struisvogelveer afzweert*

In de fotostudio kijken de gezichtenernstig naar het donkere doek waaronder

de hand van de fotograaf verdwenen isEen kort gesis en het moment is vastgelegd

de meisjes met de strohoedenzoals op de schilderijen van Isaac Israëls

de jongste met een lint in het haar

Wat zou het portret zijn zonder fiere, zwierige hoed met de pluim

op het hoofd van Cis Dijkhoff - van Thiel?

* Tussen 1900 en 1910 is er een grote variatie in hoedenstijlen. Grotehoeden worden uitbundig versierd met grote bloemen, veren (met namestruisvogelveren), strikken, fruit, tule of kant en soms hele vogels. Hetgebruik van veren is in deze jaren zo populair dat er wetten terbescherming van bepaalde vogelsoorten, zoals de Paradijsvogel wordenopgesteld. De struisvogelveren mogen, ondanks het verzet, nog welgebruikt worden omdat de vogel daarvoor niet gedood hoeft te worden.Koningin Alexandra van Engeland verklaart in 1906 openlijk geenstruisvogelveren meer te willen dragen. Geverfde ganzen-eneendenveren komen steeds meer in de mode.

Cis (Francisca) van Thiel,1869-1942, dochter vanHendrik van ThielJo (Johanna), 1900-1982; Willy (Wilhelmine),1901-1940; Truus (Gertrude),1904-1991

DEKSELS MOOI

Staatsieportret met hoedvoor notarisDijkhoff

Machtelt van Thiel

FAMILIEGRAVEN

Piet van Thiel (1816 – 1894), grondvester vande metaalbedrijven Van Thiel en de groteinitiator achter de bouw van de SintLeonarduskerk in Donk, heeft op hetnaastgelegen kerkhof een eregraf. De familieblijft echter verantwoordelijk voor hetonderhoud. Na 110 jaar heeft de tand des tijdsflink aan het materiaal geknaagd. De dekplaatbrokkelt af en vertoont vele scheuren. Degraftekst is niet meer leesbaar en het grote kruislevert direct gevaar op voor omstanders. Tweejaar geleden is de stichting die het eregrafbeheert een fondswerfactie gestart onder deafstammelingen van Piet van Thiel om detombe te kunnen restaureren. Dat leverde bijnazeventig donaties op, waaronder die van tweebedrijven waaraan de naam Van Thiel isverbonden. De bijdragen varieerden van 20 tot2500 euro. Sinds kort is de begroting rond enkan de restauratie beginnen. Het streven is omop 15 mei, de 190e geboortedag van Piet vanThiel, met de werkzaamheden klaar te zijn. Eenaardige bijkomstigheid is dat het parochie-bestuur het kerkhof op een fraaie manier gaatuitbreiden met de voormalige pastorietuin,zodat het een gebied wordt van rust encontemplatie.

Eregraf in restauratie

8

Oma’strekpudding

Dit is het allereersterecept dat ik ooit leerdemaken, en dat in onsgezin op grote feest-dagen werd gemaakt,zoals Eerste Communie,Kerstmis, Pasen, of ver-jaardagen.Het is afkomstig vanmijn Oma, Bernardine(‘Zus’) van Thiel (1896-1978) uit Beek en Donk.De naam ‘trekpudding’ heb ik buiten ons gezin nergensgehoord; elders heeft men het over ‘hemelse modder’ ofchocolade mousse. Waar de term precies vandaan komt,weet ik niet. Heeft het te maken met ‘trek hebben’ (hongerhebben)? Of verwijst het woord naar de chocolade massa –qua structuur lijkt zij op de niet meer bestaande Bros-repen– die trekt als je er de lepel uit trekt? Nog lekkerder dan hetopeten van de trekpudding, met kleine hapjes waarop jelang sabbelde, was de voorbereidingsfase in de keuken. Wantdaar mocht ik als kind de pan uitlikken, wat anders strengverboden was.

Ingrediënten (per persoon)een reep pure chocolaeen eitwee lange vingersklein beetje suikereen glazen (kristallen!) champagnecoupe (van mijn andereoma)

BereidingScheid het geel en wit van de eieren.Smelt de chocola au-bain-marie in een pannetje.Doe het eigeel bij de gesmolten chocola, en maak er een mooiglad geheel van.Klop het eiwit stijf met een klein beetje suiker.Doe het opgeklopte eiwit bij de gesmolten chocolade, en roerhet goed door elkaar.Breek een lange vinger in drieën en bedek daar de bodem vande coupe mee.Verdeel de chocolademassa over de coupes.Zet de coupes in een koele ruimte, liever niet in de koelkast.Zet vlak voor het serveren een lange vinger in destijfgeworden chocola.N.B. Voeg geen slagroom toe.Genieten maar!

Paul Begheyn SJ

KACHELPROAT

Spijkers & draadnagels

In 1842 begon Piet van Thiel fabrieksmatigspijkers te maken in Donk. Hij was niet deeerste in Nederland, maar wel een van depioniers. De Haagse firma Maritz & Comp.had de primeur in 1831. Vijf jaar later volgdePetrus Regout in Maastricht en daarna Ent-hoven in Zaltbommel. Vermeldenswaard,want bij die twee handspijkermakerijen ron-selde Piet Van Thiel enkele arbeiders ombewoners van Beek en Donk het vak te leren.Spijkers bestaan al veel langer, maar werdenslechts op kleine schaal gefabriceerd. Omst-reeks 1100 beschrijft de monnik Theophilusal het maken van spijkers met een zogehetennagelijzer: ‘Er zijn dunne en nauw geboordeijzers waarin de nagels van een kop voorzienworden’. In de Middeleeuwen was dat veelalhet werk van plaatselijke smeden.De geschiedenis van het ontstaan en de toe-passing staan beschreven in het boek ‘Spijkers& draadnagels’ van Herman Janse. Eengeschiedenis die teruggaat tot de Romeinsetijd. Alle soorten handgesmede en machinaalvervaardigde spijkers en draadnagels komener in aan bod. En natuurlijk ontbreken debedrijven van Thiel in Beek en Donk en Hel-mond niet in het boek. Lezenswaard en nietduur: 13,50. Verkrijgbaar in de boekhandelof bij uitgever Primavera Pers in Leiden.ISBN 90 5997 006 2.

Arthur van Thiel

9

KOETSWERK

Mariahout anno 1922, de boerderij annex café van Betje Latour.Marianus (Janus) van Thiel, derde van rechts, ging er na de jachtgraag op de erwtensoep. Op de foto gesecondeerd door ‘De Put’,een regelmatige jachtgast en fokker van jachthonden in Son. Vander Putten was zijn volledige naam. Ze lieten zich vervoeren doorSjef Verschuren, hier leunend op de treeplank van de ‘Primula’.Naast hen de familie Latour met links senior, zijn kleindochterBetje, schoonzoon Jan de Gruyter en dochter Betty.Sjef, de tweede van twaalf zonen in het gezin van Knellis en LenkeVerschuren, was koetsier bij Janus en haalde in 1920, op zijn 28e

zijn rijbewijs. Zijn ouders pachtten op De Hei achter Donk eenboerderij van Janus. Het grote aantal zonen was een pré voor depacht. Janus, zo wil de geschiedenis, was op die manier altijdverzekerd van een tuinman en een koetsier. Voor dag en nachtlijkt, want Sjef bracht zelfs zijn huwelijksnacht door achter deteugels. Janus had hem ter gelegenheid van zijn bruiloft de heledag vrij gegeven. Een ruimhartig gebaar, omdat in die tijd eenarbeider alleen de voormiddag vrij kreeg om te trouwen. Maarom zes uur ’s avonds moest Sjef weer paraat staan om pas om zesuur de volgende ochtend terug te keren! Waarschijnlijk fungeerdehij die nacht als de ‘Bob’. Overigens liet Janus zich áltijd rijden.

Gemotoriseerde koetsDe ‘Primula’ was Janus’ eerste automobiel, omstreeks 1921aangeschaft in Keulen. Het stuur zit rechts. Mogelijk maakten indie tijd de fabrikanten nog geen duidelijke keuze voor een linksof rechts stuur. Maar het verhaal wil ook dat het vehikel eigenlijkbedoeld was voor een Engelsman, die van een kouwe kermis thuiskwam, omdat Janus de constructeur doodleuk meer geld bood.Let op het dak met de aparte passagiersruimte, de houten wielenmet tien spaken en de treeplank met gereedschapskist.

De ‘Primula’ is niet bekend als zelfstandig automerk, maarvermoedelijk een door de carrosseriebouwer bedachte naam.Rond 1900 gingen veel koetsbouwers over op het bouwen van‘gemotoriseerde koetsen’ ofwel automobielen. Ze kochten eenchassis met motor en aandrijving en bouwden daarop hetkoetswerk. Ook particulieren stelden zelf een auto samen. Zoplaatste Piet van Thiel, zoon van Janus, in 1921 een advertentie inhet blad ‘Rijtuig- en Wagenbouw’. Hij zocht, met eenvooruitziende gezinsblik - zijn vrouw had net hun tweede kindter wereld gebracht -, een chassis en een gebruikte carrosserie metzes zitplaatsen en zette zijn kleinere auto te koop voordrieduizend gulden. Een van de reacties kwam van de Benz-dealer in Amsterdam. Die bood een demonstratiewagen aan meteen Benz-chassis en een koets van Ten Koppel uit Den Haag.“Met een vaste achterbank, daarvoor twee gemakkelijke fauteuilsen daarvoor weder twee, alle met een middelpad. Fauteuils vanrietwerk met gebloemde kussens. Voor den uitersten prijs vanzevenduizend gulden.” Voor Piet kennelijk iets te gortig, want hijkocht een Benz in Rotterdam (!) voor de toch ook niet geringeprijs van fl. 4.349,30.Waarop was de Primula wel gebouwd? Hij lijkt erg op een ‘FN’ uitHerstal bij Luik. Van oudsher bekend als wapenfabrikant, maardestijds ook bouwer van fietsen, motorfietsen en auto’s. Veelonderdelen op de foto komen overeen met de FN 2700 uit 1912met een 2,7 liter motor, zoals de vorm van de motorkap, debumper en de carbidkoplampen.Hebt u ook foto’s, facturen of andere documentatie vanfamilieautomobielen? De redactie leent ze graag voor een verhaalin deze rubriek.

Rogier Nyst en Arthur van Thiel

DE ‘PRIMULA’ VAN JANUS

10

Honderd jaar geleden werden er binnen de familie Van Thiel tweekinderen geboren. Op 30 maart 1906 zag Maria Mathea JozefinaMargaretha Maas, het levenslicht te Valkenswaard. Zij was dejongste van de vijf kinderen van Mathieu Maas en Maria van Thiel,uit de Piet-tak. Negen maanden later, op 19 december, kwam FransJozef Frits Maria van Thiel ter wereld te Helmond, als vierde van devijf kinderen van Frans van Thiel en Jet Hoppenbrouwers, uit destaak Martinus. Aan hem, voormalig voorzitter van de TweedeKamer, is al een hoofdstuk gewijd in het boek Van Thiel in vijfeeuwen 1545-200. Daarom richten we nu de schijnwerper exclusiefop Thea Maas, die een jaar vóór haar dood nog deelnam aan deeerste familiereünie in 1983. Ik meen me te herinneren, dat zij ernog een dansje maakte in het grind voor café ‘De Zwaan’.

Op 17 januari 1927 trad Thea Maas in bij de zusters van deSociëteit van Jezus, Maria en Jozef, een religieuze gemeenschapvoor vrouwen, die in 1822 werd gesticht door de Luxem-burgse,maar in Nederland werkzame, jezuïet Mathias Wolff (1779-1857). De zusters legden zich voornamelijk toe op onderwijs. Eenjaar later zou haar oudere zus Toos (1905-1995) bij dezelfdecongregatie intreden en verder als Zuster Auxiliatrice JMJ doorhet leven gaan. Na ruim zes maanden, op 28 juli 1927 werd Theaingekleed, en ’s anderendaags legde zij haar tijdelijke geloften af.Tussen 1928 en 1930 verbleef zij te Boxmeer, en van 1930 tot 1951was zij werkzaam in het Brabantse Engelen, waar zij op 29 juli1931 haar professie aflegde. Dankzij haar studies in piano L.O.(deel 1 en 2) kon zij als surveillante op de ULO (een niet meerbestaande schoolvorm van Uitgebreid Lager Onderwijs) zichtoeleggen op de muzikale vorming van de leerlingen. Buiten deschooluren gaf zij aan hen pianoles, en in het algemeen droeg zijbij aan de muzikale vorming van de internen. Dat veranderdeniet toen zij na de 21 jaar in het pensionaat Engelen nog een jaar

werkte op het internaat‘Mariakroon’ in Culem-borg. Het zou overigensde moeite waard zijnom het muzikale talentin de familie Van Thielverder te onderzoeken.

Een van haar mede-zusters, die bij hetuitbreken van de oorlogals leerling van de eersteklas van de ULO op hetpensionaat van Engelenverbleef, heeft nog eenhelder beeld van haar:‘Ik herinner me haarvooral van de open,blijmoedige blik, waar-mee ze je aankeek. Ze moest altijd eenbeetje omhoog kijken, omdat ze klein van stuk was. Ze was heellief voor ons. Ik kan me haar niet boos herinneren. Dat is bestprijzenswaardig, omdat ze het zelf niet altijd gemakkelijk heeftgehad. Ze kon dingen niet gemakkelijk van zich afzetten. ThérèseMaas is een zuster aan wie ik met liefde en vertedering terugdenk.’

In 1952 kwam er een grote omslag in haar leven. In plaats vanlagere scholieren werden haar nu de jongste zusters uit haar eigencongregatie toevertrouwd; zij was benoemd als postu-lantenmeesteres. Uit die jaren stamt dit getuigenis: ‘Bij mijnintrede in 1953 werd ik ontvangen door Zr. Thérèse, die korttevoren benoemd was tot postulantenmeesteres. Ik herinner mijhaar als een hartelijke vrouw, die heel gemoedelijk met ons

‘EEN MOOI MENS’Thea Maas - Zuster Thérèse JMJ (1906-1984)

Stralend ‘Stippent’

Najaar 2005, het had ook 1905 kunnen zijn.Een idyllisch, tijdloos decor. Margriet vanAsten, tante Iet voor de naaste familie, met haarShetlander pony Etzel door de Stiphoutsebossen. Een hobby die in de jaren vijftig begonvia pastoor van Dinther in Deurne. Van hemleerde ze de fijne kneepjes in de dressuur. Toenhij ziek werd en zijn paarden van de handmoest doen, kocht Willem van Asten voorMargriet de schimmel El’Arouza, ofwelGeliefde. Haar eerste paard kreeg elke vrijdageen wasbeurt op de plaats achter de keuken inde Wilhelminalaan, “want een schimmel moetmooi wit zijn”. Margriet’s moeder, Dicky vanLent, genoot van het vele beestenspul van haar

Stamboom op internet

Onze webmaster, Thierry van Thiel uit Antwerpen, heeft de laatstemaanden hard gewerkt om de stamboom op internet te zetten. Het isnog een concept en Thierry heeft nu uw medewerking nodig. Hebt uinternet, wilt u dan de gegevens checken van u en uw naastefamilieleden? Wilt u graag uw adres, e-mail, beroep opgenomen zien? Dat kan door Thierry te mailen: [email protected].

Hij plaatst ook bidprentjes en foto’s. Het adres van Thierry: DeVrièrestraat 42, 2000 Antwerpen. Hij scant ze en stuurt ze terug. Zelfscannen kan natuurlijk ook, mits in een niet te klein bestand. Thierryhoopt op een hoge respons. De website krijgt een eigen adres, deaanvraag is in behandeling. Vooralsnog kunt u de stam-boom vindenop: http://users.pandora.be/tvt/legacy/Index.htm.

Zuster Thérèse JMJ

11

omging. Zij was ook consequent in alles wat voorgeschreven was.Het gezonde verstand overheerste wel. Ze was niet streng en hieldvan een goede en gezellige sfeer. Ze kon smakelijk vertellen overde tijd dat ze de zorg had voor kinderen in het internaat. Als wijaan ontspanning toe waren, ging ze voor ons piano spelen.’

Kennelijk had zij talent om leiding te geven, want in 1958 werd zehuisoverste in Eindhoven, in 1964 in Saint Louis te Nijmegen, enin 1970 in de bejaarden-communauteit van Mariënbosch,eveneens in Nijmegen. Zeven jaar later mocht ze haar leiding-gevende taken neerleggen, en ging ze ‘rusten’ in Saint Louis, maar‘ze bleef de altijd beschikbare; vooral de opluistering van deliturgie ging haar ter harte’.

Twee andere medezusters bieden een inkijkje in wie Thea Maas isgeweest als gelovig mens: ‘Een zeer gelovige, vrome vrouw metveel aandacht voor een goed en verzorgd gebedsleven. Dat straaldezij ook uit. Een sobere levenswijze, ofschoon niet rigide. Een blijdevrouw. Zij had moeite met de vrijere levensstijl, die zich toen aanhet ontwikkelen was. Zij wist waar zij voor stond.’ ‘Thérèse hadeen zeer verzorgd gebedsleven en over ‘bidden’ kon je altijd bijhaar terecht. Dat werd dan een goed en intens gesprek.’

Terwijl Thea zich aan het voorbereiden was om te verhuizen naarHuize Molenweide, waar haar zus Toos (Auxiliatrice) verbleef, iszij onverwachts, maar zeker niet onvoorbereid overleden op 10oktober 1984, in Nijmegen. ‘Vol blijheid, levenslust en met eenrotsvast geloof in Gods goedheid probeerde zij attent te zijn vooróns en voor vele anderen’, staat te lezen op haar overlijdens-annonce, en haar bidprentje noemt haar ‘een mooi mens’. Drieeenvoudige woorden als bekroning op een leven vandienstbaarheid.

Paul Begheyn SJ

Dit artikel is gebaseerd op informatie, verstrekt door Zr. Louise vanLaarhoven, en op interviews met Zr. Adriëtte Jansen, Zr. Leonardine vander Meulen, Zr. Miriam Pauw en Zr. Theresia Saers.

V.l.n.r. Thea, Jet en Toos Maas, dochters van Mathieu Maas en Mariavan Thiel

kinderen. Paarden, pony’s, ezels, geiten,varkens, honden, katten, papegaaien, kanaries,kippen enzovoort. Margriet fokte veel pony’s.Met Griekse voornamen en ‘Van de OudeToren’ als foknaam. Omdat zij aan de OudeTorenweg woont op Tivoli in Stiphout. Met hetshowwagentje rijdt tante Iet ook dres-suurwedstrijden. Heel wat uren hebben wij alsnichtjes en neefjes genoten van haar kunsten enwe genieten nog steeds als we mee mogenrijden en ze met veel verve en een beetjeaangedikt haar verhalen en anekdotes vertelt.

Yvonne van Puijenbroek-van Asten

12

Colofon‘Van Thiel vandaag, gister & morgen’Verschijnt tweemaal per jaarJaargang 1, nummer 1April 2006Oplage: 250Redactie: Ruud Bakker,Paul Begheyn, Arthur van ThielLay-out: Noor Bakker-KerssemakersMedewerkers: Anne Begheyn,Bernadette van der Bijl, Rogier Nyst,Machtelt van Thiel, Willem van RoijDruk: Drukkerij Liesbosch, NieuwegeinUitgever: Stichting Willem & Dina van Thiel-van Duijnhoven Statutaire vestiging: Helmond

Abonnement: via donatie aan de stichtingMinimum donatie: 15 euro per jaarBankrekening: 18.10.44.978 t.n.v. deStichting Willem & Dina van Thiel te Helmond Buitenlandcode: IBAN: NL35 RABO 0181 0449 78; BICcode: RABONL2U

Reacties & adreswijzigingen aan het secretariaat:Paul Begheyn SJSingel 448, 1017 AV Amsterdame-mail: [email protected]

De Stichting is vernoemd naar destamouders van het geslacht der‘Willemskinderen’.Bestuur van de stichting: Arthur van Thiel, voorzitterRuud Bakker, vice-voorzitterPaul Begheyn, secretarisPatrick van Thiel, penningmeesterThierry van Thiel, webmasterStella Swinkels-van ThielYvonne van Puyenbroek-van Asten

Website: www.vanthiels.com

RIJKSMONUMENT

Huize Vrededael heeft zijntorentje terug. In 1896 lietGijs van Thiel dit monumen-tale pand in Donk bouwen.Het is een van de gezichtsbe-palende gebouwen in hetstamdorp van de Van Thiel’sen heeft de status van Rijks-monument gekregen. Daar-mee bevindt de villa zich inhet goede gezelschap van deklinknagelfabriek ‘P. van Thiel& Zonen’ (1908), schuin aande overkant van de Zuid-Wil-lemsvaart en van de Sint Leo-narduskerk (1894), honderdmeter verderop in de Kapel-straat, waarvan Piet van Thielde grote initiator was.Ergens rond het begin van deTweede Wereldoorlog heeftHerman van Thiel, zoon vanGijs, het torentje vanwegebouwvalligheid laten verwijderen. Dehuidige eigenaren, Frits Swinkels enMandy Prinsen, restaureren het pandvolledig op basis van oude tekeningen.Op 21 oktober 2005 was het feest. Eengrote kraan kwam eraan te pas om het

torentje na 65 jaar in ere te herstellen.Daar hoorde natuurlijk champagne bijen aan de lange tafel op het geïmprovi-seerde terras kwamen al snel de verha-len over vroeger los. Wat wil je ook alsje familieleden uitnodigt?

In ere hersteld

A D V E RT E N T I E

Geef een familielid dezekroniek cadeau!

(abonnement: zie colofon)

Twee mogelijkheden:

Een ‘zoeker’à 1,50 per regel.Een bedrijfslogo

à 20 per centimeter

Het biedt mogelijkheden voor u én voor de krant om de kosten te kunnen dekken.