Suggesties voor kinderactiviteiten voor... · 2017-10-02 ·...
Transcript of Suggesties voor kinderactiviteiten voor... · 2017-10-02 ·...
Suggesties voor kinderactiviteiten
Dagelijks dicht bij Jezus | Delen | Dienen
Spellen, creatieve verwerkingen, liedsuggesties, geloofsgesprek en gebedsvormen voor kinderen.
Hierbij reiken we je ingrediënten aan voor een kinderactiviteit die gericht is op kinderen tussen 4 en 12 jaar. Je kunt hiermee je eigen programma samenstellen, afhankelijk van je doel, de doelgroep en de tijd die je hebt. Het is dus geschikt voor bijvoorbeeld kindernevendiensten, jongsoldatengroepen, Messy Church en kindermiddagen, omdat je zelf de elementen en volgorde kunt kiezen. Alle onderdelen hebben een link met de 3 D’s: Dagelijks Dicht bij Jezus, Delen en Dienen.
Veel plezier en zegen gewenst! We zien graag op de facebookpagina van SAY jullie verhalen en foto’s! (https://www.facebook.com/SalvationArmyYouthNL/)
Ice breakers (om aan het begin van de activiteit te doen of tussendoor)
1. Gekke groet
Ga in tweetallen staan en verzin de gekste groet voor vrienden (bijvoorbeeld een variatie op de high five, box of een combinatie van meerdere manieren van groeten)
2. Wat is de vraag?
Laat iedereen een antwoord verzinnen en opschrijven waar de rest van de groep de juiste vraag bij moet verzinnen. Bijvoorbeeld: “Roze”. De vraag die hierbij hoort is: “Welke kleur sokken draag ik vandaag?”
3. Samen zullen we alles delen
Gebruik een zak verpakte snoepjes zoals toffees of Celebrations. Geef iedereen drie snoepjes en de opdracht om met elkaar in gesprek te gaan door vragen aan elkaar te stellen. Je mag geen ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden. Doe je dat wel, dan moet je 1 snoepje aan de ander geven. Je doet dit spel een aantal gegeven minuten, of net zolang tot iemand een bepaald aantal snoepjes heeft gewonnen.
Spellen
1. Ssstt!
Daag de groep uit om zonder praten in een bepaalde volgorde te gaan staan, bijvoorbeeld: op lengte, leeftijd, huisnummer of schoenmaat. Hoe goed kent de groep elkaar zodat ze dit zonder praten kunnen doen?
2. Ik leer jou…
Daag de groep uit elkaar iets nieuws te leren. Is er iemand die de anderen bijvoorbeeld tot 10 kan leren tellen in het Spaans? Of de andere kan leren hoe je een aantal woorden in gebarentaal doet, of een ‘rondje rond de wereld’ met een voetbal? Vrienden kunnen veel van elkaar leren!!
3. Doorgeven
(Overgenomen van jop.nl/werkvormen)
Aantal deelnemers: minimaal vier
De spelers zitten of staan op een rij, achter elkaar. De achterste speler verzint dat hij een voorwerp in de hand heeft. De één na achterste speler draait zich vervolgens om naar de achterste. De laatste beeldt het voorwerp uit voor de één na achterste speler, zonder te praten. Als de tweede persoon denkt te weten om welk voorwerp het gaat, demonstreert hij het aan de speler die voor hem zit. Uiteindelijk moet de voorste speler vertellen wat hij in de hand heeft. Is dat inderdaad het voorwerp of komt er iets heel anders tevoorschijn?
Makkelijke voorwerpen om mee te beginnen: een kopje (vasthouden aan het oortje en drinken), een viool (onder de kin houden en strijkende bewegingen maken), een koffer (openen, inpakken, sluiten, handvat uittrekken en ‘meetrekken). Bij elke volgende ronde schuiven alle kinderen één plaats door. Nu mag een ander kind als eerste laten zien welk denkbeeldig voorwerp hij heeft.
4. Estafette
(Overgenomen van www.debeweegbasis.nl) Doe een estafette. Maak twee of meerdere teams en kies uit de volgende variaties: Variatie 1 Pendel estafette De teams splitsen zich in tweeën, bij beide pionnen gaat één helft staan. Op startteken rent het eerste kind naar de overkant en tikt daar het volgende kind aan. Deze rent terug en tikt het volgende kind aan enz. Dit gaat door totdat alle kinderen weer terug zijn op de plek waar ze begonnen. Je kunt de eerste lopers een voorwerp geven om aan elkaar door te geven (wees creatief!). Variatie 2 Sliert estafette Zet per team twee pionnen op enige afstand van elkaar. Eerst rent er één kind om de pion en weer terug. Hier haalt deze het tweede kind op, ze pakken elkaars hand vast of haken elkaars armen in elkaar. Ze rennen gezamenlijk om de pion en terug. Vervolgens halen ze het derde kind op en rennen met zijn drieën enz... Dit gaat door totdat de hele groep als sliert om de pion en terug heeft gerend. Welk team is als eerst klaar? Variatie 3 Strik estafette Materiaal: -‐ Lintjes Strik bij de eerste lopers van de teams een lintje om één van de armen. Op startteken rennen de eerste kinderen met het lintje om het keerpunt en terug. Als ze terug zijn maken ze het lintje los en
strikken het om de arm van het tweede kind. Pas als de strik vast zit mag het kind vertrekken. Deze rent ook om het keerpunt en strikt vervolgens het lintje om de arm van de derde loper enz. Welk team is als eerst klaar?
Creatieve verwerkingen
1. Liefdesgedichtje
Schrijf een gedicht voor iemand waar je van houdt: je broer, zus, vriend, vriendin, opa, oma; iemand aan we je graag wilt laten zien hoeveel je van hen houdt. Schrijf de tekst op een mooi papier, versier het mooi en overhandig het in de week nadat je het hebt gemaakt.
2. Samen delen-‐ Poppetjesslinger maken
(overgenomen van www.creatiefkinderwerk.nl)
Nodig: witte of gekleurde stroken papier, stiften en potloden, scharen. Vouw een strook papier als een harmonica op elkaar. Teken op de bovenste 1 poppetje met de handen tegen de zijkanten aan. Uitknippen op zo’n manier dat de poppetjes elkaar bij de hand vasthouden.
Maak van tevoren een voorbeeld.
Variatie: allemaal poppetjes bij elkaar.
Nodig: witte vellen papier, stiften en potloden, scharen.
Geef elk kind een vel papier. 1 poppetje laten tekenen, met de armen uitgespreid. Inkleuren en uitknippen. Plak alle losse poppetjes met handen aan elkaar vastplakken tot 1 grote lange slinger.
3. Samen delen – Taart eten
Bak of koop een taartbodem.
Neem spullen mee om de taart te vullen en versieren zoals banketbakkersroom, slagroom, vlaaivulling en decoratiemateriaal. Versier de taart(-‐en) samen met de kinderen. Als de taart klaar is tel je het aantal kinderen. Hoe ga je deze taart nu delen? Hebben de kinderen een goede oplossing? Deel de taart en smul ervan!
4. Dienen – De Goede Dingen slinger
Maak de hartjesslinger die vermeld staat op pagina 1786 van de Samenleesbijbel (Nederlands Bijbelgenootschap, 2015, Royal Jongbloed, Heerenveen)
5. Stempelen
(Overgenomen van www.jop.nl/werkvormen)
Snijd de aardappel eerst doormidden, vervolgens kun je er een vorm uitsnijden en dit als stempel gebruiken. Oudere kinderen en volwassenen kunnen vormpjes uit de aardappel snijden, maar wel
voorzichtig met de mesjes natuurlijk! Maak zo een mooie kaart en stuur die naar iemand die je wilt verrassen!
6. Delen en Dienen: een verdieping naar de goede dingen
Op bladzijde 41 van het boek ‘Mind your faith’ van Marian Timmermans staat een verdiepende verwerking voor wie daar interesse in heeft. De opdracht hierbij luidt:
• Lees Jesaja 58. • Kleur in de tekst rood wat God niet wil. • Maak groen wat God van ons vraagt. • Maak geel wat Hij ons belooft te geven als we dat doen. • Doe deze week iets wat God van ons vraagt (en wat staat in Jesaja 58)
Gebedsvormen
(Overgenomen van www.creatiefkinderwerk.nl)
1. Houd van elkaar: Gods liefde verspreiden door middel van gebed
Korte uitleg:
In dit idee gaan we met elkaar nadenken over de volgende woorden van Jezus: “Ik geef jullie een nieuw gebod: dat je elkaar liefhebt. Met de liefde die Ik jullie heb toegedragen, moeten jullie ook elkaar liefhebben. Daaraan zal iedereen kunnen zien dat jullie leerlingen van Mij zijn: als jullie onder elkaar de liefde bewaren.’ (Johannes 13, regel 34-‐35).
Het idee van vandaag is een leuke en visuele gebedsactiviteit, dat kinderen helpt om na te denken over het delen van Gods liefde en om te bidden voor mensen die het moeilijk vinden om liefde te delen.
Wat heb je nodig: -‐ bekers met 3 cm water -‐ strookjes keuken rol -‐ viltstiften (het liefste goedkopen en kleurrijke stiften. GEEN permanentmarkers want het is de bedoeling dat de inkt uitloopt!)
Omschrijving: Teken een hart ongeveer 5 cm vanaf de onderkant van het strookje en kleur dit hartje in. Schrijf de initialen (of teken het gezicht) van iemand waarvan je het moeilijk vind om die persoon liefde te geven omdat jullie bijvoorbeeld niet zo goed met elkaar omgaan. Liefde hebben voor anderen is een van de manieren om te laten zien dat je bij Jezus hoort, maar soms is dat moeilijk en moet je God om hulp vragen.
Stop de onderkant van het strookje in de beker met water en bidt dat God je helpt om Zijn liefde aan die persoon te geven en hem te laten inzien dat God ook van hem/haar houdt.
Kijk naar het strookje, kijk hoe het water in het strookje dringt, het hart zich uitspreidt en zich met de letters van de initialen vermengt. Met dit trucje kan je zien dat jouw liefde, maar ook die van God in iemands hart binnen dringt. Een mooi zichtbaar symbool.
Praat er over: -‐ Hoe voelt liefde? -‐ Waarom is het soms moeilijk om iemand liefde te geven? -‐ Hoe laat je zien dat je van iemand houd? -‐ Hoe weten we dat God van ons houd? (volwassenen kunnen hier hun ervaringen delen) -‐ Wat kan je doen om mensen te laten zien dat ze geliefd zijn?
2. Gekleurde touwtjes
Ieder krijgt een gekleurd touwtje in de hand. Samen maken de kinderen een kring en houden het touwtje van de buur samen vast. Dan mogen ze de twee lintjes samenbinden. Nu is er één grote kring van verbondenheid.
Uiteindelijk wordt het touw weer tussen de knoopjes in doorgeknipt.
Ieder kind krijgt nu een touwtje waar een knoopje inzit. Ze mogen danken voor hun buur, waarvan een deel van het touwtje zit.
Het touwtje krijgen ze als armband en ze kunnen dan steeds denken en danken voor dat ene kind.
Zie voor andere suggesties ook het document ‘ Gebedsbijeenkomst’.
Liedjes
• Alles wat ik zeggen wou -‐ Ellen Laninga-‐ van der Veer • De Liefde – Marcel en Lydia Zimmer • Heb de Here lief – Kinderopwekking 230 • Jezus, ik wil heel dicht bij U komen – Opwekking 502 • Love the Lord – Springwood Kids • Wat een wonder dat ik meewerken mag – Opwekking 732 • Wat is het geweldig! – Marcel Zimmer • Wat voor liefde is dit toch? – Herman Boon en Lydia Zimmer • Wij zijn het Leger van de omgekeerde wereld
Deze liedjes zijn ook op www.youtube.com te vinden.
Dit Geloofsgesprek is met toestemming van de auteur Marian Timmermans gebruikt en aangepast voor D-‐Day -‐ Dicht bij Jezus | Delen | Dienen
Geloofsgesprek In gesprek over: vriendschap, dichtbij Jezus zijn, delen en dienen. Vanaf jonge leeftijd trekken kinderen met leeftijdgenoten op. Ze spelen met broer en/of zus, delen speelgoed op het kinderdagverblijf en leren samen met klasgenoten. En ergens tussen al die contacten ontstaan ook vriendschappen. Kinderen die elkaar vinden. Ze trekken vaker met elkaar op. Ontdekken de buurt, tuin, gaan bij elkaar logeren en het ultieme bewijs van vriendschap als hij/zij mee mag langs alle klassen om te trakteren.
Input You Tube -‐ Partou Vriendjesweek: De bijzondere kijk van kinderen op vriendschap – 1.35 Van vrienden leer je Vriendschappen zijn niet alleen gezellig, het is ook goed. Het kind leert veel over zichzelf door met vrienden om te gaan. Vrienden hebben is ook goed voor het zelfvertrouwen. Het ene kind wisselt voortdurend van vriendjes, terwijl het andere kind maar één beste vriend of twee hartsvriendinnen heeft. Als ouder kun je proberen je kind daarin te steunen en bepaalde vriendschappen stimuleren, maar vriendschap laat zich niet dwingen. Door verschillende vriendschappen leert het kind te delen, te incasseren, ruzie te maken, zich aan te passen en de eigen grenzen te verkennen. Vriendschap betekent samen spelen en saamhorigheid, maar net zo goed teleurstelling en tranen.
Sociale vaardigheden Vrienden zorgen ervoor dat kinderen erbij horen, een eigen plekje veroveren, zichzelf en hun eigen gevoelens beter leren kennen. Door vriendschap ontwikkelen kinderen ook hun sociale vaardigheden. Ze leren zich te verbinden met kinderen van dezelfde leeftijd en te verplaatsen in een ander.
De betekenis van vriendschap Jonge kinderen weten precies met wie ze graag zouden willen spelen. De basis van de vriendschap is dat het kind iemand aardig vindt. In de jaren erna krijgt vriendschap langzamerhand meer inhoud. Voor kinderen van 10-‐12 jaar betekent vriendschap vaak al heel wat meer: een vriend(in) is iemand die je iets kunt toevertrouwen, die je begrijpt en die altijd voor je opkomt. Voorbereiding Kopieer voor ieder kind de bijlage en zorg voor pennen. Zorg voor een flap-‐over en een stift.
Geloofsgesprek
• Heet alle kinderen welkom. • Vraag wie er iets wil vertellen over wat je afgelopen week met je vriend(in) hebt gedaan?
Wat? • Geef alle kinderen de bijlage. Licht eventueel de plaatjes nog toe en vraag ieder kind welke
activiteit hij/zij graag doet met vrienden te omcirkelen. • Laat ze daarna bij de plaatjes schrijven met wie ze dat vaak doen. • Misschien doen ze ook nog activiteiten die er niet op staan, die mogen ze er natuurlijk zelf
bij tekenen. • Vraag daarna of ze ook een beste vriend(in) (BFF) hebben? Laat ze bij die naam een
sterretje zetten. • Bespreek: hoe weet je eigenlijk dat iemand je beste vriend is? • Bespreek en noteer op de flap-‐over wat doe je wel voor vrienden? Wat echt niet? • Extra om te doen met kinderen van 9-‐12 jaar
Vertel dat er ook verschillende vriendschappen bestaan: Doe-‐vrienden: je hebt vrienden waar je vooral leuke dingen mee doet. Jullie spelen samen, eten soms bij elkaar en misschien zitten jullie wel op dezelfde sport of club van de kerk. Help-‐vrienden: er zijn ook vrienden die elkaar vooral helpen. Jij bent bijvoorbeeld heel goed in tekenen. En je vriend is heel goed in gym. Eerst vond jij gym helemaal niet zo leuk. Maar toen heeft je vriend de handstand met je geoefend en de regels van basketbal uitgelegd. Door hem is gym nu veel leuker! * Een ander woord voor helpen is dienen. Het werkwoord dienen wordt deze dag veel gebruikt. Hebben de kinderen dat ontdekt? Deel-‐vrienden: deze vrienden zorgen ervoor dat je je niet alleen voelt. Met hen deel je wat er in je hart leeft. Dus waar je blij van wordt en wat je verdrietig maakt. Bijvoorbeeld als je huisdier is doodgegaan. Deze vrienden vertrouw je zelfs een geheim toe. Het is tof als je veel vrienden hebt, maar ook als je weinig vrienden hebt, kun je heel gelukkig zijn. Het is vooral belangrijk dat je ‘Deel-‐vrienden’ hebt. Zij willen weten wat jij wel/niet belangrijk vindt en zijn er voor jou. En jij natuurlijk ook voor hen. Deel-‐vrienden zorgen ervoor dat je je niet eenzaam voelt. (Refereer eventueel aan vorige week, Remi.) Laat de kinderen op de achterkant van het papier alle namen zetten van hun vrienden en noteren wat voor soort vriend(in) het is. Dat kunnen ze met een symbool doen. Doe-‐vriendin -‐ met een symbool bal Help-‐vriendin -‐ met een symbool van een handje Deel-‐vriendin -‐ met een symbool van een smiley Het is vanzelfsprekend mogelijk dat een vriend(in) meerdere symbolen krijgt.
• Ga door met de verdieping.
Voorbereiding Lees Johannes 15: 9-‐17 uit de BGT als voorbereiding. In dit verhaal zie je de drie D’s terug komen van het thema van vandaag.
1. Dicht bij Jezus. Je ziet in vers 1 dat Jezus zegt dat hij van zijn vrienden houdt. Hij staat heel dicht bij hen en zij bij hem.
2. Delen. Ze delen hun leven met elkaar en Jezus draagt hen op om van elkaar te houden. (vers 12)
3. Dienen. Jezus geeft de opdracht om de wereld in te gaan en goede dingen te doen. (vers 16)
Verdieping
Vertel het verhaal uit Johannes 15: 9-‐17 aan de hand van drie afbeeldingen (zie bijlagen)
Laat het hart zien. Het eerste dat Jezus vertelt: ‘Ik houd van jullie’. Hij laat dat zien doordat hij met zijn vrienden optrekt, samen met hen eet, hen vertelt over God de Vader, hen leert te bidden, hen helpt als ze zelf iets niet kunnen oplossen. Hij was dichtbij zijn
vrienden en zijn vrienden wilden dichtbij Jezus zijn.
Dan zegt Jezus: houd van elkaar zoals ik van jullie houd. Hij vraagt hen hun liefde te delen. Vrienden delen met elkaar: zorg voor elkaar, liefde, verdriet en blijdschap. Jezus heeft ook alles gedeeld wat hij over God de Vader weet. Jezus zegt hier ook dat
sterven voor je vrienden het grootste bewijs van liefde is.
Jezus vertelt dat hij zijn vrienden heeft uitgekozen en niet omgekeerd. Ook geeft hij zijn vrienden een opdracht om de wereld in te gaan en goede dingen te doen. (dienen) Hij eindigt me zijn eerste opdracht: houd van elkaar.
• Vraag de kinderen welk symbool hen het meest opvalt of bijblijft. Vraag waarom dit symbool opvalt.
• Vraag aan de kinderen wat voor soort vriend Jezus voor zijn vrienden was: een doe-‐vriend, een helpvriend of deelvriend?
• Vraag hen wat voor soort vriend Jezus voor hen persoonlijk is. Ze mogen hierbij de symbolen uit het gesprek hiervoor gebruiken: bal, hand en smiley.
• Vraag door: hoe komt het dat ze Jezus zo ervaren? Kunnen ze een voorbeeld geven? • Vraag aan de kinderen wat voor soort vriend zij voor anderen willen zijn. Ze mogen daar zelf
een term voor verzinnen als hun gedachte niet past bij doe-‐vriend, help-‐vriend of deel-‐vriend. Laat hen het bijpassende symbool bij hun naam op een papier schrijven.
• Vraag de kinderen hoe ze komende week dit aan hun vrienden kunnen laten zien. Welke concrete dingen kunnen ze dan doen/delen/aan mee helpen? Dit mogen ze onder hun naam schrijven.
Andere suggestie voor de verdieping
Gebruik de gespreksvragen op pagina 1786 uit de Samenleesbijbel. (Nederlands Bijbelgenootschap, 2015 , Royal Jongbloed, Heerenveen).
Voorbereiding Zorg voor pen en papier. Individuele gesprekken
• Bespreek het als er zo een vriend komt of juist nadat een vriendje vertrekt. • Leg uit dat je verschillende soorten vriendschappen hebt.
Doe-‐vrienden: je hebt vrienden waar je vooral leuke dingen mee doet. Jullie spelen samen, eten soms bij elkaar en misschien zitten jullie wel op dezelfde sport of club van de kerk. Help-‐vrienden: er zijn ook vrienden die elkaar vooral helpen. Jij bent bijvoorbeeld heel goed in tekenen. En je vriend is heel goed in gym. Eerst vond jij gym helemaal niet zo leuk. Maar toen heeft je vriend de handstand met je geoefend en de regels van basketbal uitgelegd. Door hem is gym nu veel leuker!
Deel-‐vrienden: deze vrienden zorgen ervoor dat je je niet alleen voelt. Met hen deel je wat er in je hart leeft. Dus waar je blij van wordt en wat je verdrietig maakt. Bijvoorbeeld als je huisdier is doodgegaan. Deze vrienden vertrouw je zelfs een geheim toe.
• Geef het kind pen en papier en vraag hem alle namen van zijn vrienden op te schrijven. Bij iedere naam probeert hij te bedenken of het een doe, help, en/of deel vriend is. Dat kan door een symbool te tekenen: Doe-‐vriendin -‐ met een symbool voetbal Help-‐vriendin -‐ met een symbool van een handje Deel-‐vriendin -‐ met een symbool van een smiley Het is vanzelfsprekend mogelijk dat een vriend meerdere symbolen krijgt.
• Vraag het kind of hij blij is met zijn vriendschappen. Wat zou hij (anders) wensen als hij denkt aan zijn vriendengroep?
• Benoem dat het tof is als je veel vrienden hebt, maar ook als je weinig vrienden hebt, kun je heel gelukkig zijn. Het is vooral belangrijk dat je ‘Deel-‐vrienden’ hebt. Zij willen weten wat jij wel/niet belangrijk vindt en zijn er voor jou. En jij natuurlijk ook voor hen. Deel-‐vrienden zorgen ervoor dat je je niet eenzaam voelt. (Relateer even aan vorige week aan Remi.) Vertel eventueel wie er voor jou (als ouder) een deelvriend is en wat hij/zij voor jou betekent.
• Lees daarna samen het verhaal in Johannes 15: 9-‐17. • Vraag de kinderen welk symbool hen het meest opvalt of bijblijft. Vraag waarom dit symbool
opvalt. • Vraag aan de kinderen wat voor soort vriend Jezus voor zijn vrienden was: een doe-‐vriend,
een helpvriend of deelvriend? • Vraag hen wat voor soort vriend Jezus voor hen persoonlijk is. Ze mogen hierbij de symbolen
uit het gesprek hiervoor gebruiken: bal, hand en smiley. • Vraag door: hoe komt het dat ze Jezus zo ervaren? Kunnen ze een voorbeeld geven? • Vraag aan de kinderen wat voor soort vriend zij voor anderen willen zijn. Ze mogen daar zelf
een term voor verzinnen als hun gedachte niet past bij doe-‐vriend, help-‐vriend of deel-‐vriend. Laat hen het bijpassende symbool bij hun naam op een papier schrijven.
• Vraag de kinderen hoe ze komende week dit aan hun vrienden kunnen laten zien. Welke concrete dingen kunnen ze dan doen/delen/aan mee helpen? Dit mogen ze onder hun naam schrijven.
Dit geloofsgesprek is gebaseerd op Geloofsgesprek -‐ Week 51 jaargang 2016 Voor vragen mail: [email protected] Bronnen: J/M, opvoeden.nl Young & Holy wil bij kinderen en jongeren het verlangen aanwakkeren om God te leren kennen. Dit doen we door het geven van trainingen, het ontwikkelen van producten en dat wat er onder jongeren aan zingeving, religie en geloof gebeurt zichtbaar te maken op onze site door het plaatsen van een relitrend, want het regent religie in onze samenleving. Het religieus trendwatchen doen Corjan Matsinger en Marian Timmermans samen met jongeren. Young & Holy geeft geen oordeel over dat wat we zien. Wij hebben respect voor religies en dagen ouders, kinderwerkers, jeugdleiders en docenten uit om het geloofsgesprek aan te gaan met kinderen en jongeren. www.youngholy.nl ©
Alle rechten voorbehouden aan Young & Holy. Niets uit het geloofsgesprek mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, niet elektronisch, niet mechanisch door fotokopieën, niet door opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Marian Timmermans. Een uitzondering is het verspreiden van het materiaal aan de groepsleiders behorend bij de leeftijdsgroep waar het abonnement specifiek voor is aangegaan. Bijvoorbeeld: alle leiders van desbetreffende kindergroep. Een gemeente gaat namelijk een abonnement aan per leeftijdsgroep.