Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een...

40
Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief Versie september 2009 Deze uitgave is een algemene informatiebrochure die enkel de grote lijnen van de behandelde materie aangeeft. Zij maakt der- halve geen aanspraak op volledigheid. De gegevens kunnen vrij overgenomen worden mits duidelijke vermelding van de bron.

Transcript of Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een...

Page 1: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

AgentschapOndernemen

Subsidieleidraad voor het bedrijfslevenU denkt innovatief

Versie september 2009

Deze uitgave is een algemene informatiebrochure die enkel de grote lijnen van de behandelde materie aangeeft. Zij maakt der-halve geen aanspraak op volledigheid. De gegevens kunnen vrij overgenomen worden mits duidelijke vermelding van de bron.

Page 2: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Voorwoord

De overheid heeft tal van subsidiemaatregelen gecreëerd om het bedrijfsleven te ondersteunen. Met de reeks brochures “Subsidieleidraad” biedt het Agentschap Ondernemen u basisinformatie over de belangrijkste maatregelen. Omdat de accountmanagers deze thematiek van zeer nabij volgen worden deze brochures zeer snel geactualiseerd:

• U heeft startersplannen;• U investeert – kleine en middelgrote ondernemingen;• U investeert – grote ondernemingen;• U denkt innovatief;• U werft aan of zoekt steun voor opleidingen;• U heeft internationale ambities;• U werkt energie- en milieubewust.

Deze brochures zijn voorlopig nog terug te vinden op de website www.agentschapondernemen.be. Hier kan u tevens onze brochure “Risi-cokapitaal: Overzicht van de risicokapitaalverschaffers actief in Vlaanderen” terugvinden. Naast de private spelers op de markt kunt u hier informatie van een aantal overheidsinitiatieven terugvinden (bv. Vinnof, ARKIV’s, ...). Voor informatie over de provinciale steunmaatregelen kunt u terecht bij de provinciale directies.

Voor bijkomende informatie of de bespreking van een concreet project kunt u vrijblijvend terecht bij het Agentschap Ondernemen in uw provincie:

AgentschAp Ondernemen Antwerpen Fax 03 260 87 07 innovatie: Femke MortierTel. 03 260 87 13E-mail: [email protected]: Wouter VerhaverbekeTel. 03 260 87 21E-mail: [email protected]

AgentschAp Ondernemen OOst-VlAAnderenFax 09 267 40 60innovatie: Annemie HautekietTel. 09 267 40 22E-mail: [email protected]: Birgit De RidderTel. 09 267 40 16E-mail: [email protected]

AgentschAp Ondernemen limburgFax 011 29 20 01innovatie: Jos SwinnenTel. 011 29 20 79E-mail: [email protected]: Luc RoyackersTel. 011 29 20 12E-mail: [email protected]

AgentschAp Ondernemen VlAAms-brAbAnt Fax 016 31 10 51innovatie: Mieke HoubenTel. 016 31 10 59E-mail: [email protected]

AgentschAp Ondernemen west-VlAAnderenFax 050 32 50 01innovatie: Liesbet DepestelTel. 050 32 50 29E-mail: [email protected]

Wenst u gratis geïnformeerd te worden over wijzigingen en nieuwe maatregelen dan biedt “Subsidieleidraad On Line” (registratieformulier: zie laatste pagina van deze brochure) de mogelijkheid om per e-mail verwittigd te worden wanneer één van de brochures op de website wordt geactualiseerd. Deze e-mail zal tevens een korte toelichting bevatten van de gewijzigde of nieuwe steunmaatregel.

Page 3: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

inhoud

Voorwoord 2

Kmo-programma: innovatiesteun voor kmo’s 6

IWT: Extra subsidies IE voor kmo’s 8

O&O-haalbaarheidsstudies 9

O&O-bedrijfsprojecten 10

Baekeland-mandaten 12

Duurzame technologische ontwikkeling 14

Extra steun aan projecten in de automobielsector 15

LURU: Steunregeling voor innovatie in de lucht- en ruimtevaartsector 16

Eureka 17

Bizidee: Ondernemingsplanwedstrijd 19

IE-scan 20

Individueel Grondig Advies - Flanders InShape 21

Kmo-portefeuille 22

PRODEM: Promotie en demonstratie van milieuvriendelijke technologieën 27

Toelage ter bevordering van de vormgeving 28

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling 30

EnterPrize 31

Innovatiepremie 32

Investeringsaftrek 33

Belastingvrijstelling voor octrooi-inkomsten 36

Vrijstelling doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het kader van wetenschappelijk onderzoek 37

Zevende EU-kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie 38

Registratieformulier voor “Subsidieleidraad On Line” 40

Page 4: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren
Page 5: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 5

iwt steun voor O&O

Page 6: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 6

Kmo-programma: innovatiesteun voor kmo’s

(laatste aanpassing:05/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Kmo’s met (toekomstige) activiteiten in het Vlaamse Gewest kunnen voor uitvoering van bepaalde innovatie-activiteiten binnen het kmo-programma van het IWT worden ondersteund in de vorm van een toelage op de aanvaarde kosten. Innovatie wordt gedefinieerd als het tot stand brengen van een nieuw (of vernieuwend) product, proces of dienst, die een vernieuwing bij het bedrijf vereist. Een duidelijke meerwaarde t.o.v. de markt realiseren moet het uitgangspunt vormen. De vernieuwing en de betrokken kennisontwikkeling kunnen zowel technologisch als niet-technologisch van aard zijn.

2. wie komt in aanmerking

Deze steunmogelijkheden zijn enkel bedoeld voor Vlaamse kmo-aanvragers met rechtspersoonlijkheid. Vlaams betekent hier dat het aavragend bedrijf een exploitatiezetel in Vlaande-ren heeft (of kortelings zal hebben) en er economische activitei-ten uitoefent (gaat uitoefenen).

Om aan de definitie van kmo te voldoen, moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn:• minder dan 250 werknemers tewerkstellen;• minder dan € 50 miljoen jaaromzet of minder dan

€ 43 miljoen balanstotaal realiseren;• voor de berekening van deze criteria moet er geconso-

lideerd worden wanneer het bedrijf geen zelfstandig bedrijf is. Het bedrijf is niet zelfstandig wanneer er een deelnemingsrelatie bestaat met andere vennootschappen van 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten. Een groter aandeelhouderschap door risicokapitaalmaatschap-pijen, openbare participatiemaatschappijen, universiteiten of onderzoekscentra zonder winstoogmerk is toegestaan.

Een kleine onderneming (KO) is een onderneming:• met minder dan 50 (equivalent) voltijdse werknemers;• met een jaaromzet of een balanstotaal van niet meer dan

€ 10 miljoen;• dezelfde consolidatieregels zijn van toepassing. Een startende of jonge onderneming is een onderneming• die voldoet aan de definitie van KO• die op het ogenblik van de steunaanvraag nog niet langer

dan 6 volledige jaren ingeschreven staat in de Kruispunt-bank van Ondernemingen (KBO)

3. welke projecten komen in aanmerking

Het kmo-programma voorziet financiële steun voor de volgende twee projectvormen:

Kmo-haalbaarheidsstudies

• Definitie: studie ter voorbereiding van een verder natra-ject met een welbepaald innovatiedoel

• Duur: maximum 12 maanden;• Begroting: minimaal € 10.000;• Basissteun: 50% van de aanvaarde kosten met een maxi-

mum steun van € 25.000;• Extra:

- De basissteun kan verhoogd worden tot maximaal € 35.000 indien • de studie aansluit bij een beleidsdoelstelling (Duurzame Technologische Ontwikkeling (DTO), Lucht- en Ruimtevaart (LuRu), Automobiel voor meer uitleg, zie verder deze subsidieleidraad) • voorzien is in een relevante en substantiële externe kennisinbreng van derden (onderzoek- instellingen, kenniscentra, onafhankelijke bedrijven, …)

- Een startende of jonge onderneming kan eenmaal binnen een kmo-haalbaarheidsstudie ook een onderne-mingsplan/businessmodel opnemen. Op die manier kan de basissteun verhoogd worden tot maximaal € 50.000.

- De toegekende subsidie kan verder aangevuld worden met een achtergestelde lening die maximaal gelijk is aan de toegekende subsidie en 100% van de aanvaarde projectkosten. De intrestvoet bedraagt: • Voor startende ondernemingen ( jonger dan 6 jaar): de Europese referentie intrestvoet1;• Voor alle andere kmo’s: de Europese referentie intrest-voet verhoogd met 4%.

• Aantal: maximaal drie kmo-haalbaarheidsstudies kunnen per kalenderjaar per bedrijf gesteund worden.

1 De Europese refentie index vindt u hier: http://ec.europa.eu/competition/state_aid/legislation/reference_rates.html

Page 7: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 7

Kmo-innovatieproject • Definitie: project gericht op de concrete realisatie van een

innovatie • Duur: maximum 24 maanden;• Begroting: minimaal € 50.000;• Basissteun: 35% (45% voor een KO) van de aanvaarde

kosten met een maximum steun van € 200.000;• Extra:

- De basissteun kan verhoogd worden tot maximaal € 250.000 indien • de studie aansluit bij een beleidsdoelstelling (Duur-zame Technologische Ontwikkeling (DTO), Lucht- en Ruimtevaart (LuRu), Automobiel voor meer uitleg zie verder deze subsidieleidraad) • voorzien is in een relevante en substantiële externe kennisinbreng van derden (onderzoeksinstellingen, ken-niscentra, onafhankelijke bedrijven, …)

- Een kleine onderneming die minder dan 6 jaar bestaat, kan tevens de toegekende steun aanvullen met een achtergestelde lening bij PMV (PMV-innovatiemezzanine) tot maximaal 80% van de aanvaardbare projectkosten. De aanvraagprocedure hiervoor is terug te vinden op www.pmv.eu.

• Aantal: maximaal twee kmo-innovatieprojecten kunnen per kalenderjaar per bedrijf gesteund worden.

Belangrijk te vermelden is dat er retroactief geen steun kan verleend worden. Enkel de kosten gemaakt na de startdatum - met uitzondering van de voorbereidingskost voor de opmaak van het dossier (maximaal € 3.000) en kosten van een octrooi-voorstudie (maximaal € 2.000) in een kmo-innovatieproject- vermeld in het aanvraagdocument kunnen worden betoelaagd. Deze startdatum kan ten vroegste samenvallen met de eerste werkdag van de maand waarin het volledige aanvraagdocu-ment bij het IWT wordt ingediend.

4. Aanvraagprocedure

Aanvragen moeten worden opgesteld aan de hand van de handleiding te verkrijgen op de website of bij IWT-Vlaanderen.

5. contact

Aanvragen tot ondersteuning moeten ingediend worden bij:IWT-Vlaanderen KMO-programmaLuc De BuyserBischoffsheimlaan 251000 BrusselTel. 02 209 09 40Fax 02 223 11 81E-mail: [email protected]: www.iwt.be/kmo

Voor meer informatie over IWT aanvragen kunt u terecht bij de provinciale innovatiecentra, www.innovatiecentra.be

6. opmerkingen

Vanaf aanslagjaar 2008 kunnen premies, kapitaal- en inte-restsubsidies voor onderzoek en ontwikkeling toegekend door gewestelijke instellingen (b.v. IWT) vrijgesteld worden van belasting..

Page 8: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 8

iwt: extra subsidies ie voor kmo’s

(laatste aanpassing:05/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Vanaf 1 mei 2009 komen de kosten, verbonden aan het nemen van bescherming van de resultaten van een IWT-project door middel van intellectuele eigendomsrechten in aanmerking voor subsidies. De kosten hiervoor zijn aanvaardbaar vanaf de start-datum van het project tot 2 jaar na het projecteinde.

2. wie komt in aanmerking

Enkel kmo’s die een door IWT gesteunde studie of project uitvoeren of uitgevoerd hebben, kunnen genieten van deze bijkomende IE-subsidie.

3. Omvang steun

De subsidie van IWT voor deze maatregel wordt berekend volgens het steunpercentage van het oorspronkelijk project. De kosten zijn externe kosten en betreffen de voorbereidingskos-ten en de indieningskosten en taksen in het kader van de te voeren procedure. Het totaalbedrag van de aanvaardbare kosten bedraagt € 20.000.

4. Aanvraagprocedure

Deze subsidiemaatregel kan aangevraagd worden tijdens en na afloop (binnen de 6 maanden) van het verbonden IWT-project. De procedure omvat het invullen van een aanvraagdocument waarin 2 inhoudelijke argumentaties worden gevraagd:

1. een rapport met een bespreking van de resultaten van een octrooiliteratuurstudie in geval van een octrooiaan-vraag of een studie van de reeds geregistreerde rechten in handen van derden in geval van een aanvraag voor merk- of modelbescherming.

2. een argumentatie dat de keuze voor het betrokken type intellectueel eigendomsrecht het meest aange-wezen is rekening houdend met de betrokken tech-nologie, het bedrijfsprofiel van de aanvrager en de marktomstandigheden.

5. Overgangsmaatregel

Als overgangsmaatregel zijn ook geldig de aanvragen voor bijkomende IE subsidie waarvan de periode van 6 maanden na het projecteinde op datum van 1 oktober 2008 nog niet was verstreken. De aanvragen waarbij men een beroep doet op deze overgangsmaatregel, moeten ten laatste binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van deze maatregel van de bijkomende IE-subsidie, dus uiterlijk op 1 augustus 2009 bij het IWT worden ingediend.

6. contact

IWT VlaanderenBisschofsheimlaan 251000 BrusselTel. 02/209 09 00Fax 02/223 11 81Website: www.iwt.be

Page 9: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 9

O&O-haalbaarheidsstudies

(laatste aanpassing:07/2008)

1. wat houdt deze maatregel in

Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren op globale haalbaarheid en relevantie van verdere investeringen op basis van aspecten van onder andere technologie, businessmodel en intellectuele eigendom.

2. wie komt in aanmerking

Elke onderneming, met (toekomstige) activiteiten in het Vlaams Gewest, die op termijn voldoende toegevoegde waarde zullen creëren in Vlaanderen (tewerkstelling/investeringen).

3. welke projecten komen in aanmerking

De O&O-haalbaarheidsstudies moeten aan volgende voorwaar-den voldoen om in aanmerking te komen voor steun:

• Deze studies moeten gevolgd worden door een belangrijk steunbaar O&Onatraject;

• De beoogde innovatie moet voldoende valorisatiepotenti-eel in Vlaanderen hebben;

• De studie moet op een geïntegreerde manier de rele-vante aspecten bekijken, zowel technische aspecten als business aspecten als de hele problematiek van intellec-tuele eigendom. De aard van de gesteunde activiteiten is dus niet van doorslaggevend belang wel of ze bijdragen tot de kennisopbouw die een betere evaluatie toelaat van de risico’s en opportuniteiten van een volgend innovatie-traject.

4. Aanvraagprocedure

De aanvraag van een O&O-haalbaarheidsstudie kan gebeuren door hetzij een individuele O&O-haalbaarheidsstudie hetzij door gegroepeerde O&O-haalbaarheidsstudie.

• De individuele O&O-haalbaarheidsstudie: hierin wordt een concreet idee beschreven in een beknopte aanvraag. Deze aanvraag wordt beoordeeld in een korte procedure, inclusief de consultatie van een externe deskundige.

• Een gegroepeerde O&O-haalbaarheidsstudie: is enkel mogelijk voor bedrijven die reeds een intern proces heb-ben om haalbaarheidsstudies aan te sturen. De a priori evaluatie voor het intern proces betreft de stabiliteit en de track record, de mate waarin studies binnen de boven vermelde grenzen behandeld worden, de kostenstructuur en de mate waarin de resultaten ex post beoordeeld kun-nen worden. De definitieve goedkeuring van de steun zal in dit geval afhankelijk zijn van deze beoordeling ex post samen met de prestatiecontrole.

Aanvragen moeten worden opgesteld aan de hand van de handleiding te verkrijgen op de website of bij IWT-Vlaanderen.

5. Omvang steun

Deze studies kunnen een steunpercentage genieten van 40% (50% voor KMO’s) van de aanvaardbare kosten.

De maximale steun per individuele studie bedraagt € 50.000 met een maximale duur van 1 jaar.Een bedrijf kan per jaar maximaal 3 individuele studies toegekend krijgen. Voor KMO’s geldt dit maximum boven-dien voor het totaal van de O&O-haalbaarheidsstudies en KMO-haalbaarheidsstudies.

Een bedrijf kan maximum éénmaal per jaar een aanvraag indienen voor een gegroepeerde O&O-haalbaarheidsstudie. De omvang van de enveloppe voor gegroepeerde aanvragen zal bepaald worden in functie van een onderbouwde inschat-ting van de kosten van dergelijke studies bij het bedrijf op een tijdshorizon van 2 jaar.

6. contact

De aanvragen moeten schriftelijk overgemaakt worden aan:

IWT-VlaanderenO&O-bedrijfsprojectenBischoffsheimlaan 251000 BrusselTel. 02/209 09 00Fax 02/223 11 81E-mail: [email protected]: www.iwt.be/oeno Voor meer informatie over IWT aanvragen kunt u terecht bij de provinciale innovatiecentra, www.innovatiecentra.be

7.Opmerking

Vanaf aanslagjaar 2008 kunnen premies, kapitaal- en inte-restsubsidies voor onderzoek en ontwikkeling toegekend door gewestelijke instellingen (b.v. IWT) vrijgesteld worden van belasting.

Page 10: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 10

O&O-bedrijfsprojecten

(laatste aanpassing:05/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Naast de specifieke innovatiesteun voor kmo’s in het kader van het “KMO-programma” kunnen alle ondernemingen met activi-teiten in het Vlaams Gewest die een innovatie wensen door te voeren en die daartoe wetenschappelijk-technologische kennis wensen te verwerven door het uitvoeren van een onderzoeks- en ontwikkelingsproject financieel worden ondersteund.

Het IWT hanteert bij de selectie volgende twee basiscriteria:

• de wetenschappelijk-technologische kwaliteit (nieuwheid, aanpak, risico en competentie);

• valorisatiepotentieel en het aandeel in Vlaanderen (markt en bedrijf, toegevoegde waarde).

2. wie komt in aanmerking

Elke onderneming, van KMO tot multinational kan hiervoor steun bekomen op voorwaarde dat ze gevestigd zijn in het Vlaams Gewest. Minimum vereiste is het beschikken over een rechts-persoonlijkheid op het moment van de ondertekening van de overeenkomst met het IWT.

3. welke projecten komen in aanmerking

Een project kan bestaan uit (een deel) van onderzoek en (een deel) ontwikkeling.

• Onderzoeksprojecten bestaan in hoofdzaak uit activiteiten waarbij op een kritische en systematische manier nieuwe (wetenschappelijke, technische, zakelijke en andere) ken-nis, inzichten en vaardigheden worden opgebouwd. Het doel van deze kennisopbouw is deze in een latere fase te gebruiken bij de ontwikkeling van nieuwe producten, pro-cessen of diensten of de aanmerkelijke verbetering ervan;

• Ontwikkelingsprojecten: dit type activiteiten beoogt het verwerven, gebruiken van bestaande (wetenschappelijke, technische, zakelijke en andere) kennis en vaardigheden met als doel te komen tot plannen, ontwerpen en proto-types van nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, processen en diensten.

De minimale begroting voor een O&O-project bedraagt €100.000. De maximale steun voor een project is € 5 miljoen.

4. Omvang steun

Als een project deels uit een onderzoeksproject en deels uit een ontwikkelingsproject bestaat, kan voor elk deel het overeen-komstige steunpercentage toegepast worden.

Aan onderzoeksprojecten wordt een basissteunpercentage van 40 % toegekend.Aan ontwikkelingsprojecten wordt een basissteunpercentage van 15 % toegekend.

Het basissteunpercentage kan verhoogd worden in een aantal gevallen: • als het project beantwoordt aan één of meerdere speci-

fieke beleidsdoelstellingen kan de steun éénmaal met 10 % verhoogd worden (voor het geheel of een deel van het project). Deze specifieke beleidsdoelstellingen die van kracht zijn, zijn Duurzame Technologische Ontwikkeling (DTO), LuRu (Lucht- en ruimtevaart), automobielsteun of samenwerking met een onderzoeksinstelling (of meerdere onderzoeksinstellingen) gefinancierd door bedrijfspart-ners, indien deze samenwerking meer dan 20 % van het totale budget uitmaakt.

• aan een kleine onderneming wordt 20 % extra steun toegekend, voor middelgrote ondernemingen wordt het bassisteunpercentage verhoogd met 10 %.

• Er is ook een verhoging voorzien van het steunpercentage met 10% wanneer een project uitgevoerd wordt in een samenwerking tussen 2 of meer onafhankelijke bedrijven waarbij geen van de ondernemingen meer dan 70 % van de in aanmerking komende kosten van het samen-werkingsproject voor haar rekening moet nemen en het project samenwerking inhoudt met tenminste 1 kmo of er sprake is van grensoverschrijdende samenwerking met O&O-activiteiten in tenminste 2 lidstaten van de Europese Unie.

De drie mogelijke vormen van extra steun zijn cumuleerbaar. De maximale steunpercentages voor onderzoeksprojecten bedraagt dus 80 % en 55% voor ontwikkelingsprojecten.

Belangrijk te vermelden is dat er retroactief geen steun kan verleend worden. Enkel de kosten gemaakt na de startdatum - met uitzondering van de voorbereidingskost voor de opmaak van het dossier - vermeld in het aanvraagdocument kunnen worden betoelaagd. Deze startdatum kan ten vroegste samenvallen met de eerste werkdag van de maand waarin het volledige aan-vraagdocument bij het IWT wordt ingediend.

Een kleine onderneming die minder dan 6 jaar bestaat, kan tevens de toegekende steun aanvullen met een achtergestelde lening bij PMV (PMV-innovatiemezzanine) tot maximaal 80% van de aanvaardbare projectkosten. De aanvraagprocedure hiervoor is terug te vinden op www.pmv.eu.

Page 11: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 11

5. Aanvraagprocedure

Aanvragen moeten worden opgesteld aan de hand van de handleiding te verkrijgen op de website of bij IWT-Vlaanderen.

6. contact

De aanvragen moeten schriftelijk overgemaakt worden aan:

IWT-VlaanderenChristine De VosBischoffsheimlaan 251000 BrusselTel. 02 209 09 14Fax 02 223 11 81E-mail: [email protected]: www.iwt.be/oeno

Voor meer informatie over IWT aanvragen kunt u terecht bij de provinciale innovatiecentra, www.innovatiecentra.be

7.Opmerking

Vanaf aanslagjaar 2008 kunnen premies, kapitaal- en inte-restsubsidies voor onderzoek en ontwikkeling toegekend door gewestelijke instellingen (b.v. IWT) vrijgesteld worden van belasting.

Page 12: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 12

baekeland-mandaten

(laatste aanpassing: 03/ 2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Ondernemingen kunnen een subsidie krijgen als zij een onder-zoeker (al dan niet in loondienst) toelaten een doctoraat uit te voeren in nauwe samenwerking met de onderneming. De Baekeland-mandaten voorzien in co-financiering van personeels- en werkingskosten in relatie tot één werknemer.

2. wie komt in aanmerking

Deze steunmogelijkheid is bedoeld voor bedrijven met een ex-ploitatiezetel in het Vlaamse Gewest (of kortelings zal hebben) en er economische activiteiten uitoefent (gaat uitoefenen).

In een Baekeland-mandaat zijn er minimaal 5 partijen betrokken:

• het IWT dat het mandaat toekent• het bedrijf dat optreedt als hoofdaanvrager, mee instaat

voor financiering en een industriële promotor aanduidt• de mandataris• de kennisinstelling waaraan de mandataris verbonden is• de promotor die instaat voor de doctoraatsbegeleiding en

verbonden is aan een universiteit.

De mandataris kan werknemer zijn van de kennisinstelling of van het bedrijf. De werkzaamheden kunnen plaatsgrijpen bij zowel de kennisinstelling als het bedrijf.

3. welke projecten komen in aanmerking

De projecten moeten minstens een wetenschappelijke uitdaging vormen en een probleemstelling bieden die een onderzoeker de kans geeft om zich intellectueel te bekwamen en door te groeien tot een volwaardig onderzoeker.

De projecten moeten een dubbele doelstelling hebben:

• onderzoek dat in geval van succes een duidelijke econo-mische finaliteit heeft en een meerwaarde biedt voor het betrokken bedrijf

• onderzoek is gericht op een doctoraat en voldoet aan de gangbare criteria voor doctoraatswaardig onderzoek

4. Omvang steun

Een Baekeland-mandaat duurt in principe 4 jaar en voorziet in de financiering van de personeelskosten, werkingskosten, uitrustingskosten en vaste kosten in relatie met één werknemer waarbij het totaal van werkingskosten, uitrustingskosten en vaste kosten maximaal € 40.000 per jaar mag bedragen.

De aanvaarde begroting vormt de basis voor de berekening van de subsidie.

De steun, toegekend door het IWT, bedraagt:

• 50% van de aanvaarde begroting voor een groot bedrijf• 60% van de aanvaarde begroting voor een middelgroot

bedrijf• 70% van de aanvaarde begroting voor een klein bedrijf

De steun wordt door het IWT toegekend als een projectmatige steun, uitbetaald in zesmaandelijkse voorschotten aan het bedrijf.

5. Aanvraagprocedure

De aanvragen moeten worden opgesteld aan de hand van een template die terug te vinden is op de site van het IWT.

De aanvragen kunnen doorlopend in het jaar ingediend worden. De beslissing gebeurt evenwel gegroepeerd met drie beslis-momenten per kalenderjaar. Voor elk beslismoment wordt een uiterste indieningsdatum gedefinieerd.

6. contact

Aanvragen tot ondersteuning moeten ingediend worden bij:IWT-Vlaanderen Baekeland-mandatenVeerle CauwenbergBischoffsheimlaan 251000 BrusselTel. 02/209 29 12E-mail: [email protected]: www.iwt.be/steun/baekeland

Voor meer informatie over IWT aanvragen kunt u terecht bij de provinciale innovatiecentra, www.innovatiecentra.be

Page 13: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 13

bovenop iwt-steun kunnen bepaalde criteria leiden tot extra steun

Page 14: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 14

duurzame technologische ontwikkeling

(laatste aanpassing:02/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Duurzame technologische ontwikkeling (DTO) is een aanvullen-de steunregeling t.o.v. andere IWT-steunmaatregelen waarin het geïntegreerd werd, om onderzoek- en ontwikkelingsprojecten gericht op duurzame technologische ontwikkeling te stimuleren. Een project dat aanspraak wenst te maken op DTO-steun, zal in de eerste plaats moeten voldoen aan de basisselectiecriteria voor IWT-steun, met name een voldoende wetenschappelijk-technologische kwaliteit en een voldoende valorisatiepotentieel dienen te worden aangetoond. Indien het project tevens aan bijkomende DTO-voorwaarden voldoet, kan het aanspraak maken op bijkomende steun voor DTO.

2. wie komt in aanmerking

Deze maatregel is voor ondernemingen die een O&O bedrijfs-project, een kmo-haalbaarheidsstudie of een kmo-innovatiepro-ject aanvragen bij het IWT.

3. welke projecten komen in aanmerking

Projecten waarvan de innovatiedoelstelling (deels) gericht is op duurzame technologische ontwikkeling, kunnen genieten van extra-steunvoordelen in de reeds bestaande steunmaatregelen voor onderzoek en technologische innovatie beheerd door het IWT-Vlaanderen. Een project is gericht op duurzame technologi-sche ontwikkeling als één of meerdere van volgende 7 doelstel-lingen wordt gerealiseerd:

• grondstoffenbesparing;• energiebesparing;• reductie van de emissies;• vermindering van afval en van andere milieuhinder;• ontwikkeling en gebruik van hernieuwbare grondstoffen-

en energiebronnen;• hergebruik en recycleerbaarheid van grondstoffen (sluiten

van de kringloop);• verhogen van de levensduur van producten of processen.

4. motivering

Om extra steun te krijgen voor projecten met DTO-innovatie-doelstellingen zijn er drie mogelijke motivaties:

• indien een BBT-studie (Best Beschikbare Technologie) of BREF-studie (Europese BBT-studie) beschikbaar is, is het voldoende om aan te tonen dat het project een verbete-ring van BBT nastreeft en dat deze doelstelling haalbaar is. Er moet hierbij tevens een voldoende (DTO-) valorisa-tiepotentieel aanwezig zijn;

• indien geen BBT-studie beschikbaar is, kan met de ecopuntenmethode worden uitgerekend hoeveel milieu-kosten dankzij de nieuwe technologie vermeden zouden worden op 10 jaar tijd (t.o.v. de referentie). Indien deze

vermeden kosten een factor 4 hoger zijn dan de subsidie, kent IWT-Vlaanderen de extra DTO-steun ook toe;

• indien uitzonderlijk de voorgaande methodes ontoerei-kend zijn, kunnen ook andere gekwantificeerde argu-mentaties aanvaard worden. Wanneer bijvoorbeeld kan aangetoond worden dat het project opgesteld werd om aan toekomstige strengere milieunormen te voldoen, is dit eveneens aanvaardbaar als argumentatie. Hierbij is dan wel een significante technologische sprong vereist en de normen moeten van toepassing worden na afloop van het project. Ook in dit geval moet het valorisatie-potentieel voldoende hoog zijn, waardoor de geclaimde milieuvoordelen ook in absolute termen voldoende groot uitvallen.

5. Omvang steun

Ondernemingen die projecten doen die een significante bijdrage kunnen leveren tot duurzame technologische ontwikkeling kun-nen genieten van een DTO-subsidietoeslag:

• O&O bedrijfsprojecten: subsidietoeslag van 10%, daaren-boven genieten deze projecten van prioriteitsstelling t.a.v. het beschikbare budget, op voorwaarde dat ze kwalitatief ‘voldoende’ scoren. Deze subsidietoeslag is niet combi-neerbaar met LuRu, automobiel of projecten in samen-werking met een onderzoeksinstelling, maar wel met de toeslag voor kmo’s.

• Kmo-haalbaarheidsstudies: het steunplafond verhoogt tot maximaal €35.000

• Kmo-innovatieproject: het steunplafond verhoogt tot maximaal € 250.000

DTO-studie-activiteiten kunnen aan een basissteun van 50 % gesteund worden als ze gebeuren in het kader van een ge-steund project. DTO-studie-activiteiten worden gedefinieerd als onderbouwende studies m.b.t. de 7 weerhouden doelstellingen, waardoor de milieu-impact van een technologische innovatie a priori kan ingeschat worden (voorbeelden hiervan zijn levens-cyclus analyse (LCA)-studies.) DTO-studie-activiteiten kunnen maximaal 10 % van de totale begroting uitmaken voor O&O bedrijfsprojecten. In kmo-haalbaarheidsstudies kunnen deze activiteiten tot 50 % van de begroting uitmaken.

6. Aanvraagprocedure

Het indienen van DTO-projecten gebeurt met de handleiding die u kan terugvinden op de site van IWT-Vlaanderen.

7. contact

IWT-Vlaanderen, Kathleen GorisBischoffsheimlaan 25, 1000 BrusselTel. 02 209 09 89Fax 02 223 11 81E-mail: [email protected]: www.iwt.be/dto

Page 15: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 15

extra steun aan projecten in de automobielsector

(laatste aanpassing:02/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Assemblagebedrijven en bedrijven uit hun toeleveringsketting kunnen een extra steun krijgen op een goedgekeurd O&O-be-drijfsproject, kmo-haalbaarheidsstudie of kmo-innovatieproject als dat zich prioritair richt op de automobielnijverheid.

2. wie komt in aanmerking

De extra steun is bedoeld voor de automobielassemblagebe-drijven, de autobusbouwers en de vrachtwagenassemblage-bedrijven en de bedrijven uit de toeleveringsketting aan de assemblagebedrijven (zowel eerste lijnstoeleveranciers als de toeleveranciers van componenten en materialen).

3. welke projecten komen in aanmerking

De projecten moeten zich primair richten op de automobielnij-verheid. Projecten met een ruimer toepassingsgebied komen niet in aanmerking, m.a.w. opbouwen van kennis die eveneens ten bate is van de voertuigsector maar eigenlijk in een ruimere context werd ontwikkeld, komt niet in aanmerking voor de extra steun.

Volgende projecten komen dan ook niet in aanmerking:

• projecten in eerste instantie gericht op speciale voertui-gen en gespecialiseerde machines (bijvoorbeeld land-bouwmachines) of op andere transportmiddelen dan via de openbare weg, inclusief projecten van toeleveranciers;

• projecten die zich primair richten op valorisatie na de eigenlijke assemblage, in het bijzonder de vervangings-markt of het onderhoud van voertuigen of add-ons op bestaande voertuigen, met inbegrip van projecten die zich richten op het aanpassen van bestaande voertuigen;

• projecten gericht op service en distributie van voertuigen.

4. Omvang steun

In het kader van een O&O bedrijfsproject wordt een extra sub-sidie toegekend van 10 % bovenop de basissteun. Deze extra steun is niet cumuleerbaar met de voordelen voor DTO of LuRu maar wel met de voordelen voor kmo’s.

In het kader van een kmo-haalbaarheidsstudie of een kmo-innovatieproject wordt het steunplafond verhoogt tot € 35.000 respectievelijk € 250.000.

Deze extra steun voor de automobielsector is niet cumuleerbaar met Eurekasteun.

5. Aanvraagprocedure

Deze steun moet aangevraagd worden bij het indienen van een IWT-dossier,. De handleidingen zullen aangepast worden bij de volgende herzieningsronde.

6. contact

IWT-VlaanderenLeo Van de LoockBischoffsheimlaan 251000 BrusselTel. 02 209 09 14Fax 02 223 11 81E-mail: [email protected]: www.iwt.be

Page 16: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 16

luru: steunregeling voor innovatie in de lucht- en ruimtevaartsector

(laatste aanpassing:02/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Projecten waarvan de innovatiedoelstelling toepassingen heeft in de vliegtuigbouw of ruimtevaart kunnen genieten van extra-steunvoordelen in de reeds bestaande steunmaatregelen voor onderzoek en technologische innovatie van het IWT-Vlaanderen.

2. wie komt in aanmerking

Alle kmo’s en grote bedrijven die financiële steun aanvragen via O&O bedrijfsprojecten.

3. welke projecten komen in aanmerking

• LURU kwalificatietraject: ondersteunt het deel van het innovatietraject dat uitgevoerd wordt met het oog op kwalificatie in de civiele vliegtuigbouw of de commerciële ruimtevaart;

• LURU lanceringstraject: ondersteuning van het deel van het innovatietraject dat kadert in concrete samenwerking met betrekking tot civiele vliegtuigbouw of de commerci-ele ruimtevaart.

4. Omvang steun

Voor de LURU kwalificatietrajecten is er voorzien in 10 % extra steun bovenop de basissubsidies van het IWT. Deze subsidie-toeslag is niet combineerbaar met DTO of automobiel, maar wel met de toeslag voor kmo’s.

In het geval van de LURU lanceringstrajecten is er geen extra steunpercentage van 10 % voorzien maar wordt het steunbare innovatietraject verruimd t.o.v. wat normaal aanvaard wordt. De toeslag voor kmo’s is hier ook van toepassing.

5. contact

Voor meer informatie over de aanvraagprocedure en modalitei-ten kan men terecht bij:

IWT-VlaanderenAnnie RendersBischoffsheimlaan 251000 BrusselTel. 02 209 09 52Fax 02 223 11 81E-mail: [email protected]: www.iwt.be/steun/prior/luru

Page 17: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Europese maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 17

eureka

(laatste aanpassing:04/2006)

1. wat houdt deze maatregel in

In het kader van het Europees samenwerkingsprogramma Eureka kunnen ondernemingen een label bekomen voor de uitvoering van toegepast marktgericht industrieel onderzoek en ontwikkeling. Eureka bevat ook ‘clusters’ en ‘umbrella’s’ met als doelstelling de opbouw van projecten in een specifiek onder-zoeksterrein of industriële sector. Hiervoor werd een afzonder-lijke organisatie-structuur voorzien.

2. wie komt in aanmerking

Alle ondernemingen, gevestigd in Vlaanderen, die een innovatie willen doorvoeren en hiervoor samenwerken met één of meer-dere buitenlandse industriële partners uit een Eureka-lidstaat.

3. welke projecten komen in aanmerking

Een Eureka-project is een internationaal high-tech marktge-oriënteerd O&O-project dat mikt op de ontwikkeling van een nieuw en technologisch geavanceerd product, proces of dienst voor de civiele sector.

4. Omvang steun

Naast de toekenning van een label kunnen de Vlaamse partners voor hun deelname in het project een beroep doen op de steunmogelijkheden die het IWT voorziet voor O&O projecten of KMO-Innovatieprojecten. Indien het Eureka-project een meer-waarde biedt kan de basissteun van het IWT verhoogd worden met 10 %.

Deze bonus is cumuleerbaar met de bestaande toeslag van 10 % voor KMO’s, DTO en LuRu.

De Eureka toeslag is niet cumuleerbaar met de extra steun aan de projecten in de automobielsector.

KMO’s kunnen voor de voorbereiding van hun deelname aan een Eureka-project steun aanvragen via KMO-Innovatiestudie Type 4.

5. contact

Voor meer informatie over het bekomen van een Eureka-label kan u zich wenden tot IWT-Vlaanderen. Naast de IWT-handlei-ding Eureka kunt u via de website tevens de Eureka-databank raadplegen met een overzicht van alle Eureka-projecten:

IWT-VlaanderenDanny Van SteenkisteBischoffsheimlaan 251000 BrusselTel. 02 209 09 71Fax 02 223 11 81E-mail: [email protected]: www.iwt.be/steun/loket/eureka www.eureka.be

Page 18: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 18

Andere steunmaatregelen

Page 19: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 19

bizidee: Ondernemingsplanwedstrijd

(laatste aanpassing:01/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Bizidee wil, door de organisatie van een ondernemings-planwedstrijd, verder helpen bij de creatie van een nieuwe ondernemingsdynamiek. Hiertoe richt Bizidee zich tot Vlaamse studenten, vorsers, jonge en ervaren professionals, die zes maanden de tijd krijgen om zich te buigen over de vraag hoe zij een innovatief idee kunnen omzetten naar een sterk uitgewerkt ondernemingsplan.

De wedstrijd, die jaarlijks georganiseerd wordt, bestaat uit drie fases:

• in de eerste fase dienen de deelnemers hun meest in-novatieve idee voor een onderneming in;

• tijdens de tweede fase testen ze dat idee op hun haalbaarheid;

• gedurende de laatste fase komen ze tot het uiteindelijke ondernemingsplan.

Deelnemers kunnen zich in iedere fase inschrijven. Wel wordt er per fase een rangschikking opgemaakt met prijzen voor de drie best geklasseerden.

De timing voor de huidige editie ziet er als volgt uit:

• fase 1: start op 10/02/09 met deadline 09/03/09;• fase 2: start op 10/03/09 met deadline 04/05/09;• fase 3: start op 05/05/09 met deadline 10/09/09.

De winnaar van de derde fase ontvangt een prijs van € 25.000, de tweede en derde respectievelijk € 10.000 en € 5.000. Studenten worden in een afzonderlijke categorie inge-deeld, waarbij lagere prijzen worden toegekend.

Vanaf de tweede fase kunnen deelnemers tevens gratis begeleiding vragen van experts en peters uit tal van sectoren, die hen zullen begeleiden en als klankbord kunnen fungeren gedurende de rest van de wedstrijd. Voor aspirant-ondernemers die pas in de derde fase inschrijven, is samenwerking met een peter verplicht.

2. Aanvraagprocedure

De gehele ondernemingsplanwedstrijd verloopt via de website www.bizidee.be, waar tevens het stramien van businessplan (speciaal opgesteld voor deze wedstrijd) van het McKinsey & Company Handboek gratis kan gedownload worden.

3. contact

Verantwoordelijke voor de organisatie van de wedstrijd is:

VZW Ondernemingsplanwedstrijd VlaanderenKBC TorenSchoenmarkt 352000 AntwerpenTel. 03 203 09 24Fax 03 203 09 25E-mail: [email protected]: www.bizidee.be

Deze wedstrijd wordt o.m. ondersteund door de Vlaamse regering.

Page 20: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 20

ie-scan

(laatste aanpassing:09/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Het Agentschap Ondernemen ontwikkelde de IE-scan om na te gaan waar bedrijven staan op het gebied van het beheer van hun intellectuele eigendom en hoe ze dit kunnen optimaliseren. Ook u kunt gratis een IE-scan van uw bedrijf laten afnemen.

Indien meer gespecialiseerd advies gewenst is, wordt u die mogelijkheid geboden binnen het IE-scan project met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). In functie van de concrete vraag, kan het Agentschap Ondernemen voor uw bedrijf een aansluitend adviestraject organiseren ter waarde van maximaal € 1200 (incl. BTW).

2. wie komt in aanmerking

Vlaamse kmo’s met rechtspersoonlijkheid.

3. werkwijze

In een eerste fase zal een accountmanager van het Agentschap Ondernemen in een gesprek samen met u nagaan waar u staat op het gebied van het beheer van uw intellectuele eigendom en in hoeverre u optimaal gebruik maakt van intellectuele eigendomsrechten. Dit gebeurt aan de hand van de “IE-scan” (scan intellectuele eigendom), een uitgebreide doorlichting van de intellectuele eigendom in uw onderneming.

De IE-scan laat zien op welke punten uw onderneming stap-pen kan nemen op het vlak van IE bescherming en het beheer ervan.

Op basis van de resultaten van de IE-scan beslist u in overleg met het Agentschap Ondernemen of extern deskundig advies aangewezen is.

Binnen het IE-scan project, wordt u de mogelijkheid geboden om gespecialiseerd advies te krijgen van een IE deskundige, die specifiek voor het IE scan project werden aangesteld. In functie van de concrete vraag, kan het Agentschap Ondernemen voor uw bedrijf een aansluitend adviestraject organiseren ter waarde van maximaal 1200 euro (incl. BTW). Let wel, het effectief aan-vragen van intellectuele eigendomsrechten en het opstellen van conclusies m.b.t. lopende geschillenprocedures vallen buiten het opzet van het IE-scan project en komen dus niet in aanmerking.

Het advies van de externe deskundige kan eerder generiek van aard zijn, zoals de uitwerking van een globale strategie/portfolio betreffende intellectuele eigendom. Daarbij worden de voor- en nadelen van de verschillende mogelijke pistes afgewogen, een stappenplan opgesteld en prioriteiten gesteld over te nemen acties.

Daarnaast kan het advies ook meer specifiek van aard zijn en onder meer volgende topics kunnen hierbij aan bod komen:

• auteursrechten met bijzondere aandacht voor de crea-tieve sectoren en naburige rechten;

• databankrechten en bescherming van computerprogramma’s;

• bescherming via merken, tekeningen, modellen en octrooien;

• bescherming van handels- en domeinnamen; • proactief/defensief beheer van intellectuele eigendom,

o.a. problematiek inbreuk op intellectuele eigendoms-rechten (namaak, look-alikes);

• aspecten betreffende intellectuele eigendom in arbeids-contracten en overeenkomsten inzake geheimhouding, licenties en overdracht van intellectuele eigendom;

• bewijsproblematiek intellectuele eigendom, o.a. geheim-houding, i-depot, escrow.

4. contact

Contacteer uw provinciale accountmanager voor een gratis IE-scan in uw kmo

Algemene [email protected]. 03 260 87 14 - www.agentschapondernemen.be

AntwerpenLange Lozanastraat 223 • 2018 AntwerpenTel. 03 260 87 13 • Fax 03 260 87 [email protected]

LimburgKempische Steenweg 305 bus 201 • 3500 HasseltTel. 011 29 20 79 • Fax 011 29 20 [email protected]

Oost-VlaanderenSeminariestraat 2 • 9000 GentTel. 09 267 40 22 • Fax 09 267 40 [email protected]

Vlaams-BrabantPhilipssite 5 - Ubicenter • 3001 LeuvenTel. 016 31 10 59 • Fax 016 31 10 [email protected]

West-VlaanderenJan Breydellaan 1078200 Sint-Andries/BruggeTel. 050 32 50 29 • Fax 050 32 50 [email protected]

Page 21: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 21

individueel grondig Advies - Flanders inshape

(laatste aanpassing: 4/ 2008)

1.wat houdt deze maatregel in

Dit individueel grondig advies is een advies dat een antwoord geeft op een vraag van een bedrijf omtrent een mogelijke inno-vatie van een product, proces of dienst. Dit advies beoogt een diepere kennisoverdracht met betrekking tot het productontwik-kelingsproces en design (methodes of tools). Het gaat om een overdracht van kennis die momenteel niet in het bezit is van het bedrijf, of deze onvoldoende beheerst en die door middel van een maatwerk aan het bedrijf aangeleverd kan worden. De volledige uitbesteding van productontwikkeling en design aan een derde partij valt buiten de doelstelling van dit individueel advies.

2.wie komt in aanmerking

Elk bedrijf met een exploitatiezetel in het Vlaams Gewest kan een beroep doen op een grondig advies.

3.welke projecten komen in aanmerking

Een grondig advies in het kader van de dienstverlening door Flanders InShape moet beantwoorden aan de vereisten die sterk analoog zijn aan de vereisten voor het grondig technolo-gisch advies van het IWT.

Naast de formele vereisten moet een advies voldoen aan vol-gende inhoudelijke criteria:• het betreft een antwoord op een relevante vraag van een

bedrijf omtrent een innovatie van een product, proces of een dienst en houdt verband met productontwikkeling en design;

• door middel van studiewerk op maat van de noden van de kmo wordt een grondig advies verstrekt door externe experten;

• de geplande activiteiten zorgen voor voldoende en zinvol-le kennistransfer naar het bedrijf, kennis die momenteel niet in het bezit is van het bedrijf, of deze onvoldoende beheerst;

• de uitvoerders hebben de geschikte expertise• het project is drempelverlagend en marktverruimend;• het project past in de missie van Flanders InShape.

Gewone uitbesteding van productontwikkeling en design aan een derde partij zijn uitgesloten.

De begroting is maximaal € 7.500 (equivalent aan een 10-tal werkdagen). Grotere projecten kunnen eventueel in aanmerking komen voor een IWT-Innovatieproject.

4.Omvang steun

De subsidiëring door Flanders InShape is begrensd op 80 % van de totale kost voor een kmo, met een maximum van € 6.000 en op 50 % van de totale kost voor de bedrijven die niet aan de kmo-criteria voldoen.

De resterende kosten voor deze adviezen worden betaald door de bedrijven, waarbij steeds 10% van de totale kost wordt voorzien voor de administratie door Flanders InShape.

5.Aanvraagprocedure

Alle aanvragen zullen door Flanders InShape geëvalueerd wor-den in functie van bovenvermelde criteria en de beschikbare middelen.

6.contact

Flanders InShapeEtienne Sabbelaan 518500 KortrijkTel. 056 28 28 40Fax 056 28 28 05E-mail: [email protected]

Page 22: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 22

Kmo-portefeuille

(laatste aanpassing: 09/2009)

1.wat houdt deze maatregel in

De kmo-portefeuille is een laagdrempelige en interactieve webtoepassing waarlangs ondernemers jaarlijks tot €15.000 subsidies kunnen bekomen voor ondersteuning in hun proces-sen van ondernemen, innoveren en internationaliseren. Dit subsidie-instrument vervangt sinds januari 2009 de subsidie-maatregel BEA (Budget voor Economisch Advies). De steun kan verkregen worden bij de aankoop van ondernemerschapsbevor-derende diensten die verleend worden door erkende dienstver-leners. De in aanmerking komende diensten werden onderver-deeld in vijf pijlers: opleiding, advies, technologieverkenning, advies voor internationalisering en strategisch advies.

2. wie komt in aanmerking

De kmo-portefeuille richt zich tot vrije beroepen, kleine en middelgrote ondernemingen met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest, op voorwaarde dat zij cumulatief aan vol-gende voorwaarden voldoen:

Criteria kmo

Tewerkstelling minder dan 250

ofwel

• jaaromzet

• balanstotaal

maximum € 50 miljoen

maximum € 43 miljoen

Enkel ondernemingen die een aanvaardbare hoofdactiviteit uitoefenen kunnen steun aanvragen. Een lijst van de Nacecodes van deze sectoren kan u raadplegen op de website www.kmo-portefeuille.be. Bepaalde sectoren zijn uitgesloten van deze steun ingevolge bijzondere EU-reglementeringen. In tegenstel-ling tot de vorige maatregel (BEA) worden deze keer wel een aantal subsectoren uit de voedingssector aanvaard.

Vzw’s zijn geen aanvaardbare juridische vorm.

3. welke diensten komen in aanmerking

Er kan steun worden bekomen voor de volgende 5 pijlers:

• Opleiding: Het onderricht, gevolgd door de werkenden in de onderneming bij een erkende dienstverlener, dat uitsluitend of hoofdzakelijk gericht is op het verbeteren van het huidige of het toekomstige bedrijfsfunctioneren van de onderneming. Wettelijk verplichte opleidingen zijn eveneens toegelaten. Voorbeelden: informaticacursus, taaltraining, vorming sociale- en communicatievaardigheden,…

• Advies: Schriftelijke, specifieke, waardevolle raadgevingen en aanbeve-lingen, verleend door een erkende dienstverlener, die bestaan uit het in kaart brengen en onderzoeken van problemen (een analyse van de probleemstelling), een eigenlijk advies (oplos-singen en waardevolle raadgevingen), en een implementa-tieplan, en die uitsluitend of hoofdzakelijk gericht zijn op het verbeteren van het huidige of het toekomstige bedrijfsfunctio-neren van de onderneming. Het implementatieplan staat voor een soort conceptueel draai-boek voor wanneer het advies zou uitgevoerd worden. Het is niet de werkelijke realisatie of uitvoering van het advies zoals bijvoorbeeld het indienen en opmaken van vergunningen of het opmaken van contracten/overeenkomsten. Wettelijk verplichte adviezen (alle adviezen geregeld binnen een wettelijk kader bvb inzake milieu, energie, kwaliteit), adviezen van permanente of periodieke aard (diensten zoals routinematig belastingsadvies, regelmatige dienstverlening op juridisch gebied, routinematig advies inzake selectie-, aan-wervings- of personeelsbeleid of reclame) en adviezen die tot de gewone bedrijfsuitgaven horen (bvb site-onderzoek inzake bodemsanering en bodembescherming) zijn uitgesloten van steun. Ook diensten met betrekking tot subsidies komen niet in aanmerking. Een advies is dus steeds schriftelijk en op maat van de onder-neming. Voorbeelden: marketingstudie, communicatieplan, inversteringsa-nalyse, marktstudie

• technologieverkenning: Een studieactiviteit van een erkende dienstverlener die tot doel heeft inzichten aan ondernemingen te geven als antwoord op een specifieke technologische kennisvraag met betrekking tot een product, proces of dienst. Het erkend studiecentrum moet hiervoor studiewerk op maat van de kmo uitvoeren. Voorbeelden:

- identificeren, analyseren, bestuderen van de mogelijke technische problemen, invloedsparameters of belemme-ringen die zich stellen rond de beoogde innovatie;

- uitvoeren van eerste berekeningen, verkennende (labora-torium) proeven en/of simulaties;

- zoeken naar geschikte technologieën.

• Advies voor internationaal ondernemen: Schriftelijke, specifieke, doelmatige raadgevingen, studies, plannen en aanbevelingen, verleend door een erkende dienst-verlener, die bestaan uit het identificeren, in kaart brengen en onderzoeken van opportuniteiten en oplossingen met betrek-king tot internationaal ondernemen, met uitzondering van de steun die reeds toegekend kan worden door Flanders Invest-ment and Trade. Voorbeelden: afsluiten van joint-ventures, oprichting buitenlandse vestigingen, dochterondernemingen of filialen, directe buiten-landse investeringen

• strategisch advies:Een haalbaarheidsstudie of een studie die de economische en financiële haalbaarheid van het project bewijst. Dit advies verstrekt door een erkende dienstverlener is gerelateerd aan een kantelmoment binnen een onderneming.

Page 23: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 23

Het strategisch advies moet cumulatief aan volgende aanvul-lende voorwaarden voldoen: 1° de haalbaarheidsstudie omvat een schriftelijk rapport waarbij na een systematisch opgezette en afgeronde analyse, een inschatting van de financiële of economische mogelijkhe-den van het project wordt onderzocht; 2° het advies is op maat van de onderneming, fundamenteel onderbouwd en laat toe om een beslissing te nemen over de haalbaarheid van het project; 3° het advies heeft betrekking op een kantelmoment binnen de onderneming; het advies leidt tot beslissingen waarvan de gevolgen moeilijk omkeerbaar zijn wat betekent dat het advies een lange termijn oplossing biedt die invloed heeft of kan heb-ben op de ganse organisatie.

Binnen de pijler strategisch advies kan een onderneming die in het kader van preventief bedrijfsbeleid1 een scan heeft ondergaan in aanmerking komen voor subsidiëring van een doorstartplan (enkel doelgroep 20 tot 100 werknemers).

Een doorstartplan omvat adviezen die een onderneming die dreigt in moeilijkheden te komen kan laten opstellen zodat bij opvolging van de adviezen vermeden wordt dat de onderne-ming in moeilijkheden komt.

Zoals alle adviezen is een doorstartplan een geschreven docu-ment dat minstens moet bestaan uit:1. een analyse van de probleemstelling, o.m. de knelpunten zoals gedetecteerd bij de diagnose (ondernemingscan); 2. het eigenlijke advies; 3. een implementatieplan.

4. Omvang steun

De subsidie wordt berekend als een percentage van de in aanmerking komende kosten van de ondernemerschapsbevor-derende diensten. In volgende tabel worden de verschillende steunpercentages en steunplafonds weergegeven:

• Voor opleiding kan 50% van de kostprijs betoelaagd wor-den tot een maximum van € 2500 per kalenderjaar

1 PBB is een actieplan dat bestaat uit verschillende maatregelen om te voor-komen dat bedrijven in moeilijkheden komen. Zodoende moet het preventief bedrijfsbeleid helpen voorkomen dat bedrijven in Vlaanderen failliet gaan. Het actieplan omvat vier fasen, met name sensibilisering, diagnose (onderne-mingscan) en eerstelijnsadvies, specifiek advies eventueel onder vorm van een doorstartplan en tot slot de implementatie van het doorstartplan.

• Voor advies kan 50% van de kostprijs betoelaagd worden tot een maximum van € 5000 per kalenderjaar.

• Voor technologieverkenning kan 75% van de kostprijs betoelaagd worden met een maximum van €10 000 per kalenderjaar.

• Voor advies voor internationaal ondernemen kan 50% van de kostprijs betoelaagd worden tot een maximum van € 5000 per kalenderjaar.

• Het maximum betoelaagbare bedrag bedraagt € 15 000 per kalenderjaar voor het geheel van de vier voorgaande pijlers.

• Voor strategisch advies kan per kalenderjaar bijkomend 50% van de kostprijs betoelaagd worden tot een maxi-mum van € 25 000.

Het aanvaardbare projectbedrag dient minimum € 100 te bedragen en maximaal het bedrag vermeld in de overeenkomst met de dienstverlener, zonder BTW. Bij een subsidieaanvraag voor strategisch advies bedraagt het minimum projectbedrag € 10 000.

Het betreft een jaarlijkse cyclus met extra betaaljaar om de lopende projecten af te werken.

Bij de berekening worden volgende kosten aanvaard:

• pijler OpleidingDe kosten voor de opleiding, exclusief BTW, die gefactureerd worden door een dienstverlener erkend in de pijler opleiding, De kosten behoren tot één van de volgende categorieën:

- personeelskosten van de dienstverlener; - werkingskosten van de dienstverlener; - verplaatsingskosten van de docent; - kosten voor cursusmateriaal en didactische benodigd-

heden die specifiek voor de gevolgde opleiding worden gebruikt en waarvan het gebruik een functionele relatie heeft met de gevolgde opleiding, voor zover de kosten op één factuur samen met de opleidingskosten worden gefactureerd;

- cateringkosten beperkt tot € 25 per persoon per begon-nen opleidingsdag.

Opleiding Advies Technologieverkenning

Advies internationaal ondernemen

Strategisch advies

Steun % 50 % 50 % 75 % 50 % 50 %Steunplafond

per pijler€ 2500 € 5000 €10.000 € 5000 € 25.000

Max per periode € 15.000 € 25.000Periode 1 jaar

Page 24: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 24

• pijler AdviesDe kosten voor het advies, exclusief BTW en de bedragen van de voorschotfacturen, die gefactureerd worden door een dienst-verlener erkend in de pijler advies.

• pijler technologieverkenningDe kosten voor de kennis, exclusief BTW en de bedragen van de voorschotfacturen, die gefactureerd worden door een dienst-verlener erkend in de pijler technologieverkenning . Kosten met betrekking tot gestandaardiseerde fysische of chemische analyses komen niet in aanmerking.

• pijler Advies voor internationaal ondernemen De kosten voor het advies voor internationaal ondernemen, exclusief BTW en de bedragen van de voorschotfacturen, die gefactureerd worden door een dienstverlener aanvaard in de pijler advies voor internationaal ondernemen.

• pijler strategisch adviesDe kosten voor het advies, exclusief BTW en de bedragen van de voorschotfacturen, die gefactureerd worden door een dienst-verlener erkend in de pijler advies.

5. welke dienstverleners komen in aanmerking

Een overzicht van de erkende dienstverleners vindt u op de website www.kmo-portefeuille.be terug. Hier kan u per pijler zoeken welke dienstverleners erkend zijn.

Potentiële dienstverleners vinden diepgaandere informatie omtrent de erkenningsprocedures op de website terug. Men kan erkend worden als dienstverlener op basis van volgende voorwaarden:

• pijler Opleiding - erkend zijn als publieke dienstverlener of sectorfonds; - erkend zijn als peterschapsorganisator; - beschikken over één van volgende certificaten:

1° ISO-certificaat, uitgereikt door een geaccredi- teerde certificeringsinstelling; 2° CEDEO-certificaat; 3° Q*FOR-certificaat; 4° Recognised for Excellence; 5° K2b-, of K2a-label voor opleiding; 6° ESF-label voor opleiding.

• pijler Advies - erkend zijn door een andere Vlaamse overheid (bijvoor-

beeld adviesbureaus erkend door Design Vlaanderen, erkende arbeidsbemiddelings- bureaus, ...)

- voldoen aan één van de volgende voorwaarden: 1° de dienstverlener beschikt over één van de volgende kwaliteitscertificaten: a) ISO-certificaat, uitgereikt door een geaccrediteerde certificeringsinstelling; b) CEDEO-certificaat; c) Q*FOR-certificaat; d) Recognised for Excellence;

e) ESF-label voor advies. 2° de dienstverlener is een natuurlijk persoon en verkrijgt een positieve beoordeling na een individuele screening door een privaat arbeids- bemiddelingsbureau.

• pijler technologieverkenning - cumulatief voldoen aan volgende voorwaarden:

a) de dienstverlener moet een opdracht bezitten van technologiediffusie aan kleine en middelgrote ondernemingen en moet daarvoor financiële overheidsmiddelen ontvangen of op het punt staan die te verwerven; b) de dienstverlener moet een ruim actief klanten- bestand in het Vlaams Gewest hebben; c) de dienstverlener moet beschikken over eigen onderzoeksinfrastructuur, moet toegang hebben tot onderzoeksinfrastructuur en –apparatuur, of moet ingebed zijn in een technologisch- wetenschappelijk onderzoekscentrum; d) de dienstverlener moet beschikken over de nodige competentie om kleine en middelgrote ondernemingen te begeleiden in hun innovatietraject; e) de dienstverlener moet werken zonder winstoogmerk;

• pijler Advies voor internationaal ondernemen - een gemengde kamer of een bedrijfsgroepering vormen

met een representatief karakter; - voldoen aan één van de volgende voorwaarden:

1° de dienstverlener beschikt over één van de volgende kwaliteitscertificaten: a) ISO-certificaat, uitgereikt door een geaccrediteerde certificeringsinstelling; b) CEDEO-certificaat; c) Q*FOR-certificaat; d) Recognised for Excellence; e) ESF-label voor advies. Het Vlaams Agentschap Internationaal Onder- nemen kan deze lijst aanvullen met certificaten die de kwaliteit van de dienstverlening garanderen. 2° de dienstverlener is een natuurlijk persoon en verkrijgt een positieve beoordeling na een individuele screening door een privaat arbeidsbemiddelingsbureau.

• pijler strategisch advies zie pijler advies

Om doorstartplannen in het kader van preventief bedrijfs-beleid te mogen opmaken moet aan volgende voorwaar-den voldaan worden: - de dienstverlener is een natuurlijk persoon en verkrijgt

een positieve beoordeling na een individuele screening door een privaat arbeidsbemiddelingsbureau en voldoet aan één van volgende voorwaarden:a) hij is lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en

Page 25: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 25

Fiscalisten of het Instituut van de Accountants en de Belastingsconsulenten;b) toont aan dat hij beschikt over de nodige com-petenties en ervaring op het vlak van preventief bedrijfsbeleid. Deze erkenning geldt twee jaar.

- de dienstverlener beschikt over één van de kwalieitscer-tificaten vermeld bij de pijler ‘advies’ en toont aan dat hij beschikt over de nodige competenties en ervaring op het vlak van preventief bedrijfsbeleid.Deze erkenning geldt zolang als de resterende geldig-heidsduur van het certificaat.

6. Aanvraagprocedure

Vooraleer u een subsidie kunt aanvragen moet u zich registre-ren op de website aan de hand van uw federaal token of uw e-id (elektronische identiteitskaart). Een federaal token is een kaartje (met de afmetingen van een bankkaart) met codes die het mogelijk maakt u te identificeren en kan u aanvragen via de federale overheid. Voor het gebruik van de elektronische identiteitskaart heeft u een kaartlezer nodig.

Vooraleer u uw aanvraag indient moet u al een overeenkomst afgesloten hebben met een erkende dienstverlener. Best vraagt

u dan zo snel mogelijk de subsidie aan. In principe moet dit ge-beuren voor de aanvang van de prestaties. Hiervan kan worden afgeweken tot ten laatste 14 kalenderdagen na aanvang van de

prestaties. De eigenlijke aanvraagprocedure verloopt via de in-structies vermeld op de website. In het schema onderaan deze pagina staat vermeld welke stappen doorlopen moeten worden.

Bij een subsidieaanvraag voor strategisch advies moet naast het indienen van de subsidieaanvraag ook de overeenkomst aan het Agentschap Ondernemen (Vlaamse overheid) bezorgd worden. Het agentschap moet zich hiermee immers akkoord verklaren. Een uitspraak over het al dan niet in aanmerking komen voor de pijler strategisch advies gebeurt binnen de 30 kalenderdagen. Het bedrijf wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. Op het einde van het adviestraject (wanneer de klant al meer dan 80% van het globale factuurbedrag uit zijn kmo-portefeuille wil betalen) moet een kopie van het advies en een verslag van de dienstverlener aan het Agentschap Ondernemen bezorgd worden en moet het Agentschap Ondernemen zich hiermee opnieuw akkoord verklaren binnen de 30 kalenderdagen. Pas nadien kan het saldo met de elektronische portefeuille betaald worden.

De aanvraag voor steun voor een doorstartplan in het kader van preventief bedrijfsbeleid moet worden ingediend volgens de procedure voor strategisch advies.

Bij de storting in uw kmo-portefeuille wordt er geen onder-scheid meer gemaakt tussen kleine en grote projecten zoals

voorheen bij BEA het geval was. De on-derneming dient dus de eigen bijdrage in de elektronische portefeuille volledig te volstorten.

Voorbeeld : De aanvaarde opleidings-kosten bedragen € 10 000 , exclusief btw: dan dient u € 2500 in de porte-feuille te storten, de overheid stort € 2500 bij en het overige bedrag van € 5000 (+btw) betaalt u rechtstreeks aan de dienstverlener.

Voor gebruikers van BEA wordt een overgangsmaatregel voorzien: de reeds aangevraagde projecten kunnen verder uitgevoerd worden tot 31/12/2009. Voor nieuwe projectaanvragen beschikt u zo-als iedere andere kmo sinds januari over een nieuwe kmo-portefeuille waarin nieuwe aanvragen kunnen gebeuren.

Overeenkomst/inschrijving bij erkende dienstverlener

Onderneming doet subsidieaanvraag via de website www.kmo-portefeuille.be

Vlaamse overheid vult de elektronische portefeuille aan

Dienstverlener bevestigt de aanvraag binnen de 30 dagen

Onderneming ontvangt mail met vraag om eigen aandeel te storten

Onderneming stort eigen bijdrage in de elek-tronische portefeuille door middel van storting

aan sodexo

Onderneming kan de erkende dienstverlener betalen met de elektronische portefeuille via

www.kmo-portefeuille.be

Ten laatste 14 kalenderdagen na aanvang van de prestaties

Binnen de 30 kalenderdagen na bevestiging van de dienstverlener

Page 26: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 26

7. contact

Voor informatie kunt u terecht bij :

Vlaamse overheidAgentschap OndernemenAfdeling Economisch Ondersteuningsbeleid - cel kmo-portefeuilleEllipsgebouw - 14e verdiepingKoning Albert II-laan 35 bus 121030 BRUSSELBel gratis 1700Fax 02 553 37 88website www.kmo-portefeuille.be

Page 27: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 27

prOdem: promotie en demonstratie van milieuvriendelijke technologieën

(laatste aanpassing: 11/2008)

1. wat houdt deze maatregel in

PRODEM is een steunmaatregel die kmo’s in staat stelt om op een goedkope (gesubsidieerde) manier een beroep te doen op het onderzoekscentrum VITO om milieu- of energietechnolo-gieën te evalueren. PRODEM is interessant voor ontwikkelaars van nieuwe milieu- en energietechnologieën en eindgebruikers van deze technologieën. Ontwikkelaars kunnen via PRODEM hun nieuwe technologieën testen in een reële situatie. Eindgebrui-kers kunnen PRODEM gebruiken voor het zoeken van milieu- en energievriendelijke technologieën en het implementeren ervan in hun bedrijfsvoering. Aan de hand van haalbaarheidsstudies, laboprogramma’s, onderzoek op pilootschaal of tests in uw bedrijf gaat PRODEM op zoek naar de meest geschikte oplossing of investering voor uw specifieke situatie.

2. wie komt in aanmerking

Kmo’s die gevestigd zijn in het Vlaamse Gewest.

3. Omvang steun

PRODEM wordt financieel ondersteund door de Vlaamse over-heid en de Europese Unie. Daardoor draagt de kmo slechts 34% van de totale projectkosten

4. contact

VITO-regionaal aanspreekpunt Oost- en West-Vlaanderen:Karen VanderstraetenTel. 0499 54 67 78Fax. 059 24 27 [email protected]

VITO-regionaal aanspreekpunt Antwerpen, Limburg, Vlaams-BrabantMichel LievensTel. 014 33 69 14GSM 0478 48 53 96Fax. 014 32 55 [email protected]

Page 28: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 28

toelage ter bevordering van de vormgeving

(laatste aanpassing:12/2008)

1. wat houdt deze maatregel in

Deze toelage ter bevordering van de vormgeving kan toegekend worden aan:

• aan organisatoren voor de kosten die direct verband houden met de promotionele kosten;

• aan individuele ontwerpers en/of kunstenaars.

2. wie komt in aanmerking

1) De aanvrager is ontwerper en/of kunstenaar

De ontwerper en/of kunstenaar is Vlaming, of woonachtig in Vlaanderen, en erkend door Design Vlaanderen.

Uitzonderlijk dient de aanvrager voor een studiebeurs in het buitenland niet erkend te zijn door Design Vlaanderen. In deze gevallen oordeelt de Expertgroep op basis van een uitgebreid dossier.

2) De aanvrager is organisator

De aanvrager-organisator kan een individu zijn, een vereniging van gelijk welke aard of een overheidsinstelling. De organisator mag uitzonderlijk een niet-Vlaming zijn indien het project een promotie inhoudt van Vlaamse ontwerpers en/of kunstenaars.

De organisator dient blijk te geven van motivatie, authenticiteit en integriteit. Indien dit onvoldoende blijkt uit de projectdocu-menten, kan dit nagegaan worden in een gesprek tussen de organisatoren en Design Vlaanderen.

Bij de organisatie van een tentoonstelling dienen minstens 2/3de van de deelnemende ontwerpers en/of kunstenaars er-kend te zijn bij Design Vlaanderen. Uitzondering hierop vormen de tentoonstellingen die een internationaal karakter hebben (waaraan ook niet-Vlamingen deelnemen) en de gemengde tentoonstellingen (beeldende kunstenaars en ontwerpers). In deze gevallen wordt de grootte van het bedrag van de toelage pro rata berekend naargelang het aantal bij Design Vlaanderen geselecteerde deelnemers.

3. welke projecten komen in aanmerking

Voor financiële ondersteuning komen deze projecten in aanmerking die van algemeen nut zijn voor de hedendaagse vormgeving in Vlaanderen, of die de ontplooiing van individuele ontwerpers en/of kunstenaars ten goede komen.

De betoelaging wordt gegeven aan initiatieven van derden, die al dan niet samen met Design Vlaanderen georganiseerd wor-den, en/of aan de eigen initiatieven van Design Vlaanderen.

Om te oordelen over de inhoud van het ingediende project, hanteert Design Vlaanderen als referentiekader de heersende

opvattingen betreffende de hedendaagse vormgeving, zoals die af te leiden zijn uit de internationale vaktijdschriften, tentoon-stellingscatalogi en naslagwerken rond hedendaagse vormge-ving en design.

4. Omvang van de steun

De toelagen worden als volgt ingedeeld:

• studiebeurzen voor vervolmaking;• deelname aan workshops of colloquia;• deelname aan beurzen;• organisatie van workshops, stages, colloquia, wedstrijden;• deelname aan tentoonstellingen in het buitenland;• organisatie van tentoonstellingen in binnen- en

buitenland;• uitgave van promotiemateriaal;• ontwikkeling van prototypes;• aankopen door Design Vlaanderen van werk van kunste-

naars en/of ontwerpers, erkend bij Design Vlaanderen

De grootte van de toelage wordt bepaald op basis van de kwali-teit van het project en van de aard van de toelage :

• max. 50 % voor studiebeurzen; deelname aan en organi-satie van workshops, colloquia, beurzen en wedstrijden; organisatie van tentoonstellingen; deelname aan tentoon-stellingen in het buitenland en in galerijen; deelname aan valabele beurzen (stand); voor de uitgave van eigen catalogi, brochures of CD-roms; deelname aan valabele beurzen (standhuur);

• max. 70 % voor een collectieve deelname van kunste-naars en/of ontwerpers aan een beurs of tentoonstelling, met als doel een verlaging van de projectkosten;

• max. 100 % als Design Vlaanderen als volwaardige partner optreedt in de realisatie van een project dat niet tijdig kon opgenomen worden in het Jaarprogramma van Design Vlaanderen.

Een aanvrager kan meerdere malen per jaar om een toelage verzoeken. In zo’n geval zal altijd rekening gehouden worden met de grootte van de toelage(n) die hetzelfde jaar reeds werd(en) toegekend aan deze aanvrager.

Op jaarbasis wordt een maximaal bedrag van € 4.000 per ontwerper toegekend, met uitzondering van de betoelaging van prototypes en projecten waarbij Design Vlaanderen als volwaar-dige partner optreedt.

De Expertgroep Vormgeving behoudt zich binnen de maxima het recht toe om forfaitaire bedragen toe te kennen:

• voor galerijen worden forfaitaire bedragen gehanteerd gaande van € 250 tot € 1.000. De grootte van het bedrag hangt af van de aard van de tentoonstelling, de aard van de galerie, de voorziene kosten, het internationaal karakter,…;

Page 29: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Vlaamse m

aatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 29

• voor voortgezette opleidingen in het buitenland (post-graduaat) wordt het forfaitaire bedrag gehanteerd van € 1.250 per semester;

• voor website wordt het forfaitaire bedrag van € 1.000 gehanteerd voor het aanmaken van een nieuwe of ver-nieuwe website.

De Expertgroep Vormgeving houdt bij de bepaling van het bedrag rekening met de regionale, nationale of internationale uitstraling van het project. De Expertgroep kan overgaan tot een lineaire verlaging van de toegekende bedragen om het beschik-bare budget niet te overschrijden.

5. Aanvraagprocedure

De aanvraag gebeurt via een aanvraagformulier, te downloaden via http://www.designvlaanderen.be/subsidies/

Er zijn 3 data waarop de aanvragen moeten binnengebracht worden:

1. voor aanvragen gerealiseerd in periode april-juli, moet aan-vraag ten laatste 1 februari 2009 binnen;

2. voor aanvragen gerealiseerd in periode augustus- november, moet aanvraag ten laatste 1 juni 2009 binnen;

3. voor aanvragen gerealiseerd in periode december-maart, moet aanvraag ten laatste 1 oktober 2009 binnen.

6. contact

Voor meer informatie over de aanvraagprocedure en de inhou-delijke aspecten van deze tegemoetkoming kan men terecht bij:

Design VlaanderenPia De WinterKoloniënstraat 561000 BrusselTel. 02 227 60 67E-mail: [email protected]

Page 30: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Federale maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 30

belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling

(laatste aanpassing:04/2006)

1. wat houdt deze maatregel in

Het belastingskrediet heeft uitsluitend betrekking op de oc-trooien en vaste activa die dienen voor het bevorderen van O&O van nieuwe producten en geavanceerde technologieën die geen invloed hebben op het milieu of de negatieve invloed op het milieu beperken.

In het huidig stelsel kunnen vennootschappen onder bepaalde voorwaarden genieten van een verhoogde investeringsaftrek voor milieuvriendelijke investeringen in O&O en octrooien (zie hoofdstuk Investeringsaftrek). Vanaf het aanslagjaar 2007 zullen vennootschappen onherroepelijk een keuze moeten maken tussen hetzij de investeringsaftrek, hetzij het nieuwe belastingkrediet.

Het belastingkrediet kan éénmalig of gespreid toegepast worden. Het tarief van het éénmalig belastingkrediet wordt berekend op basis van het standaardtarief in de vennootschaps-belasting dat toegepast wordt op een deel van aanschaffings-of beleggingswaarde van de materiële vaste activa die in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht en van de nieuwe immateriële vaste activa als deze in België voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt. Dit gedeelte komt overeen met het percentage van de verhoogde investeringsaftrek.

Het gespreide belastingkrediet wordt berekend op basis van het standaardtarief in de vennootschapsbelasting dat toegepast wordt op de afschrijving die voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode wordt aangenomen, vermenigvuldigd met het percentage van de gespreide (verhoogde) investerings-aftrek. Het gespreide belastingkrediet is niet voor octrooien toepasbaar.

Het nieuw belastingkrediet houdt in dat het fiscaal voordeel (dat overeenkomt met de belasting die men zou uitsparen indien men de investeringsaftrek zou toegepast hebben) ver-rekend wordt met de verschuldigde vennootschapsbelasting. Het krediet is (in beperkte mate) overdraagbaar naar de 4 vol-gende aanslagjaren, met het voordeel dat het belastingkrediet effectief terugbetaald kan worden indien de vennootschap het krediet niet effectief heeft kunnen verrekenen.

2. wie komt in aanmerking

De binnenlandse vennootschappen en de Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen die investeren in vaste activa die hen recht geven op de verhoogde investeringsaftrek voor octrooien en onderzoek en ontwikkeling zullen vanaf aan-slagjaar 2007 een keuze moeten maken tussen hetzij investe-ringsaftrek, hetzij het nieuwe belastingkrediet. De maatregel treedt in werking vanaf aanslagjaar 2007 (dus boekjaar eindi-gend op 31/12/2006). Er wordt uitdrukkelijk gesteld dat elke wijziging vanaf 18 november 2005 aan de afsluitingsdatum van de jaarrekening zonder uitwerking is voor de toepassing van het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling.

3. contact

Voor meer informatie zie “Investeringsaftrek”.

Page 31: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Federale maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 31

enterprize

(laatste aanpassing:01/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Enterprize is de nationale ondernemingsplanwedstrijd, met als doel vernieuwende ideeën en jonge ondernemers die getuigen van ondernemingszin te erkennen en te belonen.

Enterprize is complementair aan Bizidee. Waar Bizidee een parcours aanreikt bij de uitwerking van een businessplan, start Enterprize eerder van een concreet businessplan en begeleidt de ondernemers tot de concrete start-up of doorgroei.

2. wie komt in aanmerking

Enterprize richt zich tot 4 categorieën van deelnemers :

• de ‘ondernemingen’ : veelbelovende jonge bedrijven, opgericht na 1 januari 2004;

• de ‘projecten’ : projecten tot oprichting van veelbelovende bedrijven of een recent opgestarte onderneming zonder enig kenmerkend zakencijfer;

• de ‘micro-economie’ : Een klein, lokaal, maar innovatief ambitieus micro-project of een micro-onderneming met max. 5 jaar activiteit, waarbij men zichzelf (max. 2 perso-nen) te werk stelt;

• het ‘sociaal ondernemerschap’ : ondernemers met een project of een onderneming, met max. 5 jaar activiteit, die in haar doelstellingen een bepaalde maatschappelijke meerwaarde vooropstelt. De ondernemer brengt goede-ren en/of diensten op de markt op een economisch ef-ficiënte manier, met de bedoeling een bijdrage te leveren aan een duurzame maatschappij. Het bedrijfsbeheer is transparant en gaat voor het sociale en het milieuaspect verder dan de wettelijke minimum voorwaarden.

Algemene voorwaarden :• het moet gaan om een innovatief project;• het moet een zeker economisch potentieel bevatten;• een Belgische hoofdzetel hebben.

3. prijzen

Uit de deelnemers aan de wedstrijd worden acht laureaten gekozen, met name drie laureaten uit de categorieën ‘onderne-mingen’ en ‘projecten’ en telkens één laureaat uit de categorie ‘micro-economie’ en ‘sociaal ondernemerschap’.

De acht laureaten krijgen prijzen voor een totale waarde van meer dan € 100.000, bestaande uit :

gepersonaliseerde coaching, advies, cash, huisvesting, oplei-dingspaketten, interim-diensten, computers, presentatie aan business angels, …

4. evaluatieprocedure

Na het invullen van een inschrijvingsformulier op de website www.enterprize.be waarin het te verwezenlijken project wordt beschreven, dienen de kandidaten te beslissen of ze een beroep wensen te doen op een gratis coach (hiervoor moet een bijko-mend aanvraagformulier worden ingevuld). Zo snel mogelijk na de inschrijving ontvangt elke kandidaat een mail waarin wordt bekendgemaakt of haar dossier werd weerhouden. De deelnemers waarvan het dossier werd aanvaard, ontvangen samen met de bevestiging van hun deelname, een login die hen toegang biedt tot de workzone op de website waar het bedrijfsplan moet worden ingediend, met of zonder coach.

Op basis van dit bedrijfsplan wordt een eerste selectie doorge-voerd. De geselecteerde ondernemers moeten dit plan persoon-lijk verdedigen voor een jury samengesteld uit professionals uit de academische en bedrijfswereld.

De criteria voor de evaluatie van de projecten zijn o.m.:• de originaliteit van het project of de activiteit,• het aanbod van producten/diensten en de afstemming

ervan op de markt,• de markt en de concurrentie waarop deze activiteit

betrekking heeft,• het businessmodel, • de verwachte financiële rentabiliteit,• het teamprofiel, … Voor de categorie ‘sociale ondernemerschap’ gelden iets andere criteria, die terug te vinden zijn op de website van Enterprize.

5. inschrijving

Enterprize 2009 is gestart op 1 februari 2009. De businessplan-nen moeten uiterlijk op 15 juni 2009 ingediend worden.

6. contact

Meer informatie over de wedstrijd Enterprize 2009 kan bekomen worden op de website www.enterprize.be of bij de coördinerende instantie:

EnterprizeJoseph Wybranlaan 40 1070 Brussel Tel. 02 529 58 11Fax 02 529 59 22E-mail: [email protected]: www.enterprize.be.

Page 32: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Federale maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 32

innovatiepremie

(laatste aanpassing:10/2007)

1. wat houdt deze maatregel in

Via de innovatiepremie kan een werkgever een financiële vergoeding toekennen aan een werknemer die innovatie voor-stelt met een reële waardetoevoeging voor het bedrijf. Deze financiële vergoeding wordt vrijgesteld van sociale zekerheids-bijdragen en is niet belastbaar als aan de voorwaarden wordt voldaan.

2. wie komt in aanmerking

Deze tegemoetkoming kan toegekend worden aan alle werkne-mers van een onderneming die door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met die onderneming. Zelfstandig bedrijfsleiders zijn dus uitgesloten.

3. welke projecten komen in aanmerking

Om voor de premie in aanmerking te komen moet het idee aan volgende voorwaarden voldoen:

• de nieuwigheid moet een daadwerkelijke meerwaarde betekenen met betrekking tot de normale activiteiten van de werkgever die de premie toekent;

• de innovatie mag niet het voorwerp uitmaken van een voorafgaande offerteaanvraag of vraag tot bestek voor de aanschaf van producten of processen die door een derde aan diegene die de premie toekent werd gericht;

• de innovatie moet door de werkgever in zijn onderne-ming worden ingevoerd of het voorwerp zijn van een prototype, een aanvraag voor de vervaardiging van een prototype of er moeten interne onderrichtingen aanwe-zig zijn die erop wijzen welke wijzigingen de innovatie zal teweegbrengen in de normale activiteiten van de onderneming;

De premie zelf moet voldoen aan volgende voorwaarden:

• de premie mag niet toegekend worden ter vervanging of ter omzetting van in uitvoering van de arbeidsovereen-komst verschuldigd loon, premie of voordeel in natura of enig ander voordeel of een aanvulling hierbij, al dan niet bijdrageplichtig voor de sociale zekerheid.

• de premie mag enkel toegekend worden aan werknemers die via een arbeidsovereenkomst gebonden zijn aan de werkgever die de premie toekent.

• de totale som van de gedurende één kalenderjaar uitge-keerde premies bedraagt gezamenlijk niet meer dan 1% van het geheel van de loonmassa van de onderneming;

• de premie is van toepassing op maximaal 10% van het aantal werknemers voor ondernemingen met meer dan 30 personen (hoogstens 3 voor bedrijven met minder dan 30 werknemers);

• per innovatie mogen niet meer dan 10 werknemers de premie genieten;

• het bedrag van de premies uitbetaald per werknemer mag per kalenderjaar niet meer bedragen dan een maandloon.

4. Omvang steun

De aan de werknemers betaalde of toegekende eenmalige innovatiepremies worden vrijgesteld van de personenbe-lasting of de belasting der niet-inwoners en van de sociale zekerheidsbijdragen voor zover aan alle voorwaarden vol-daan is. Voor werkgevers zijn deze premies aftrekbaar in de vennootschapsbelasting.

5. Aanvraagprocedure

Wenst u een beroep te doen op dit systeem van innovatiepre-mie, dan moeten criteria, procedures, en de identificatie van het project waarop de premie betrekking heeft, bekend gemaakt worden binnen de onderneming en aan de minister van Econo-mie meegedeeld worden.

Er moet ook een mededeling aan de RSZ gebeuren van de bedragen en de namen van de begunstigden van deze premie in de maand volgend op de toekenning van de premie.

De communicatie van de gegevens aan de dienst Concurrentie-vermogen van de FOD Economie, KMO, Middenstand en energie moet gebeuren via formulieren, die beschikbaar zijn via de website.

6. contact

Voor meer informatie kunt u terecht bij:

FOD Economie, KMO, Middenstand en EnergieWTC IIIDienst Concurrentievermogen (5de verdieping)Simon Bolivarlaan 301000 BrusselTel. 02 277 74 40Fax 02 208 36 66E-mail: [email protected]: http://economie.fgov.be/innovatiepremie

Page 33: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Aanslagjaar 2009 Natuurlijke

personenKmo-vennoot-schappen (1)

Andere vennootschappen

Gewone investeringen (2) 5,5 - -Gespreide aftrek voor gewone investeringen (3) 12,5 - -Energiebesparende investeringen (4) 15,5 15,5 15,5

Octrooien (5) 15,5 15,5 15,5Milieuvriendelijke investeringen in O&O (6) 15,5 15,5 15,5Gespreide aftrek voor milieuvriendelijke investeringen in O&O (7) 22,5 22,5 22,5Investeringen ter bevordering van herbruikbare verpakkingen (8) 5,5 3 3Investeringen in beveiliging (9) 22,5 22,5 -Investeringen in zeeschepen (10) - 30 30Investeringen in rookafzuig- of verluchtingssystemen in horeca-inrichtingen (11) 15,5 15,5 15,5

Toelichting bij de tabel1 Kmo-vennootschappen zijn Belgische vennootschappen die aan de volgende voorwaarden voldoen: de aandelen of delen van de vennootschap behoren

voor meer dan de helft toe aan één of meer natuurlijke personen, deze aandelen moeten de meerderheid van het stemrecht in de vennootschap vertegenwoordigen.

2 Sinds het aanslagjaar 2007 is de gewone investeringsaftrek voor kmo-vennootschappen afgeschaft(zowel de éénmalige als de gespreide) als gevolg van de “notionele interestaftrek” die vanaf aanslagjaar 2007 van kracht werd.

3 De gespreide aftrek voor gewone investeringen kan enkel worden toegepast indien de onderneming minder dan 20 werknemers tewerkstelt. Sinds het aanslagjaar 2007 is de gespreide aftrek voor vennootschappen afgeschaft. Indien die aftrek echter werd verleend voor een vroeger aanslagjaar, dan blijft de investeringsaftrek lopen voor de resterende periode ervan.

4 Om te kunnen genieten van de verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen moeten deze investeringen opgenomen zijn in een bepaalde categorie. Een lijst van deze categorieën vindt u als bijlage in de brochure “Subsidieleidraad – U werkt energie- en milieubewust”.

5 Voor de ‘verwerving’ van octrooien kan een verhoogde investeringsaftrek worden toegepast. Sinds het aanslagjaar 2007 kunnen vennootschappen opteren voor het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling. Het fiscale voordeel wordt hierbij niet toegekend in de vorm van een aftrek van het fiscale resultaat, maar op de verschuldigde vennootschapsbelasting wordt er een belastingvermindering toegepast. Vennootschappen die kiezen voor

Federale maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 33

investeringsaftrek

(laatste aanpassing : 03/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Een onderneming, die bij de oprichting of uitbreiding een investering uitvoert, kan onder bepaalde voorwaarden een investeringsaftrek verkrijgen. Dit is een fiscaal voordeel waarbij men een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleg-gingswaarde van de investeringen uitgevoerd tijdens het belastbaar tijdperk, mag aftrekken van de belastbare winst. Het percentage past men éénmalig toe op de aanschaffings-of beleggingswaarde van de goederen.

Indien de winst onvoldoende is, mogen de investeringsaftrek-ken die niet kunnen worden verricht, onder bepaalde voor-waarden overgedragen worden op de winsten van de volgende belastbare tijdperken.

2. investeringen

In de algemene regel moet het gaan om materiële vaste activa die in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht en om nieuwe immateriële vaste activa. Deze activa-bestanddelen moeten in België uitsluitend voor het uitoefenen van de be-roepswerkzaamheid worden gebruikt en ze moeten ten minste over drie jaar afschrijfbaar zijn.

‘Leasing’ komt ook in aanmerking.

Volgende investeringen zijn uitgesloten van de investeringsaftrek:• niet uitsluitend voor het beroep gebruikte activa;• de gebouwen aangeschaft in het vooruitzicht van

wederverkoop;• de niet-afschrijfbare activa of activa afschrijfbaar op

minder dan drie jaar;• de bijkomende lasten indien ze niet samen met de activa

waarop ze betrekking hebben, worden afgeschreven;• de personenwagens en de wagens voor dubbel gebruik;• als het recht van gebruik van een investeringsgoed

afgestaan wordt aan een derde, wat het geval is bij verhuur. Een uitzondering wordt echter gemaakt als de gebruiker een natuurlijk persoon is, en hij het gehuurde goed gebruikt voor de uitoefening van zijn zelfstandige beroepsactiviteit.

3. welke steun kan men genieten

Voor de investeringen uitgevoerd in 2009 (aanslagjaar 2010) gelden volgende percentages (zie tabel):

Page 34: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

dit belastingkrediet kunnen nooit meer de investeringsaftrek toepassen voor octrooien en milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwik-keling (zowel de éénmalige als de gespreide).

6 Milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling zijn investeringen in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe producten en toekomst-gerichte technologieën die geen negatief effect op het leefmilieu hebben of die het negatieve effect op het leefmilieu beogen te minimaliseren. Om van deze aftrek te kunnen genieten, moet het bedrijf een R&D-afdeling hebben.

7 Voor de gespreide aftrek voor milieuvriendelijke investeringen in O&O is de voorwaarde van een tewerkstelling van minder dan 20 werknemers niet van toepassing.

8 Investeringen met betrekking tot productie en recyclage van herbruikbare verpakkingen geven recht op een aftrek van 3 %. Dit is niet relevant voor natuurlijke personen gezien het percentage van 3 % lager is dan de gewone investeringsaftrek van5,5 %.

9 Deze categorie betreft de investeringen voor de beveiliging van de beroepslokalen; deze moeten aanbevolen en goedgekeurd zijn door de ambte-naar belast met de adviezen inzake techno-preventie in de betrokken politiezone.

Naast de kmo-vennootschappen hebben ook kleine vennootschappen recht op deze aftrek vanaf het aanslagjaar 2006. Kleine vennootschappen zijn vennootschappen met een gemiddeld personeelsbestand van minder dan 100 werknemers die niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:

- gemiddeld personeelsbestand < 50 werknemers; - omzet < € 7.300.000; - en balanstotaal < € 3.650.000.

Vereist is dat de vennootschap aan deze definitie voldoet voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbaar tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht.

10 De investeringsaftrek van 30 % voor investeringen in zeeschepen is enkel van toepassing op vennootschappen die uitsluitend winst uit zeescheep-vaart verkrijgen.

11 De investeringsaftrek is specifiek voor horeca-inrichtingen die investeren in een rookafzuigsysteem of een verluchtingssysteem in een rookkamer.

Federale maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 34

4. Aanvraagprocedure

4.1. Formulier 275 u ingevuld, gedateerd en ondertekend bij de belastingsaangifte voegen. De belastingplichtige die geopteerd heeft voor de gespreide aftrek moet dit formulier elk jaar bij zijn aangifte voegen tot het volledig investeringsbedrag is afgetrokken.Per categorie van vaste activa een opgave opstellen1 met volgende inlichtingen:

• datum van aanschaffing of verwerving;• de juiste benaming;• de aanschaffings- of beleggingswaarde;• de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur.

4.2. Voor de energiebesparende investeringen moet het at-test, om bij de belastingsaangifte te voegen, via het formulier CEB-2 worden aangevraagd, op straffe van verval, binnen drie maanden na de laatste dag van het belastbaar tijdperk waarin de activa zijn verworven, bij:

Vlaamse OverheidVlaams Energie AgentschapFrank Van DroogenbroeckKoning Albert II-laan 20, bus 151210 BrusselTel. 02 553 46 00Fax 02 553 46 01E-mail: [email protected]: www.energiesparen.be

4.3. Voor de milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling moet bij de aangifte van de inkomstenbelastingen van het tijdperk waarin de bedoelde bestanddelen zijn aange-schaft of tot stand gebracht, een attest worden bijgevoegd.

1 Deze opgave dient ter beschikking van de administratie te worden gehouden.

Een aanvraagformulier tot het verkrijgen van dit attest, dat het milieuvriendelijk karakter van de investering moet bevestigen, wordt aangevraagd bij:

Vlaamse OverheidDepartement Leefmilieu, Natuur en Energiebeleid (LNE)Milieu-integratie en -subsidiëringenIlse VansteenwegenGraaf de Ferraris-gebouw, 3de verdiepingKoning Albert II-laan 20, bus 81000 BrusselTel. 02 553 80 23Fax 02 553 80 55E-mail: [email protected]: www.mina.be/efaminabel.html

4.4. De verwerving van de octrooien moet gestaafd worden door:• een afschrift van het contract op grond waarvan de

onderneming het octrooi of het recht tot exploitatie ervan heeft aangeschaft;

• het bewijs dat het octrooi of het recht tot exploitatie ervan nooit door een andere onderneming voor het uitoefenen van haar beroepswerkzaamheid in België is gebruikt.

Page 35: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Federale maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 35

4.5. Voor de investeringen in beveiliging is de procedure vanaf aanslagjaar 2008 sterk vereenvoudigd. De uitgaven dient u op ten nemen in uw belastingsaangifte. Volgende documenten moet u ter beschikking houden voor de FOD financiën:• Facturen van de investering• Betalingsbewijzen van deze facturen• Verklaring van de aannemer op de factuur of bijlage die

de kwaliteit van het materiaal garandeert • Voor de alarmsystemen en de volgsystemen, het bewijs

van een geschreven overeenkomst met een goedge-keurde alarmcentrale

• Voor de camerasystemenen, het attest dat bewijst dat het systeem werd aangegeven bij de Commissie ter Bescher-ming van de Persoonlijke Levenssfeer

De aannemer moet aangeven in welke beroepslokalen de werken werden uitgevoerd en een verklaring afleggen van over de kwaliteit ervan. De aannemer moet dus aantonen dat de in-vesteringen en materialen voldoen aan de wettelijke vereisten. Voor advies met betrekking tot beveiliging van uw beroepsloka-len kan u steeds terecht bij de technopreventieve adviseurs van uw politiezone. De contactgegevens van deze adviseurs alsook een lijst van de materialen die recht geven op een fiscale aftrek kan u terugvin-den op de website www.besafe.be

Bijkomende inlichtingen kunt u verkrijgen bij:

FOD Binnenlandse ZakenAlgemene Directie Veiligheid en PreventieDirecte Locale Integrale VeiligheidWaterloolaan 761000 BrusselTel. 02 557 35 55E-mail: [email protected]: www.besafe.be

5. contact

Bijkomende inlichtingen over de investeringsaftrek kunt u verkrijgen bij:

FOD FinanciënAdministratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteitNorth Galaxy-bus 25Koning Albert II-laan 331030 BrusselTel. 02 57 257 57E-mail: [email protected]: fiscus.fgov.be

Page 36: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Federale maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 36

belastingvrijstelling voor octrooi-inkomsten

(laatste aanpassing:02/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Vanaf aanslagjaar 2008 kan 80 % van de inkomsten uit oc-trooien worden vrijgesteld van belasting.Twee categorieën van inkomsten uit octrooien kom in aanmer-king voor vrijstelling:• Vergoedingen voor licenties• Vergoedingen begrepen in de verkoopprijs van goederen

of diensten van de vennootschap

2. wie komt in aanmerking

Binnenlandse vennootschappen en de Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen kunnen van deze vrijstel-ling gebruik maken. Het bestaan van een onderzoekscentrum in België of in het buitenland is vereist.

3. Aanvraagprocedure

De vennootschap kan de octrooiaftrek (80 % van de octrooi-in-komsten) aftrekken van de belastbare basis. Deze octrooiaftrek vindt plaats na de DBI-aftrek en voor de notionele interestaf-trek, de aftrek van vorige verliezen en de investeringsaftrek.

De vennootschap moet de octrooiaftrek rechtvaardigen in een opgave die bij de aangifte moet worden gevoegd. Wanneer er onduidelijkheid bestaat rond het bedrag van de octrooi-inkomsten kan men een fiscale ruling aanvragen bij de “Dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zaken”.

6. contact

FOD FinanciënAdministratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteitNorth Galaxy- bus 25Koning Albert ll- laan 331030 BrusselTel. 02 57 257 57E-mail: [email protected]: fiscus.fgov.be

Dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zakenWetstraat 241000 BrusselTel. 02 579 38 00www.ruling.be

Page 37: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Federale maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 37

Vrijstelling doorstorting van bedrijfsvoorheffing in het kader van wetenschappelijk onderzoek

(laatste aanpassing:01/2009)

1. wat houdt deze maatregel in

Het loon van onderzoekers binnen ondernemingen en kennis-instellingen kan voor 75% worden vrijgesteld van doorstorting van bedrijfsvoorheffing.

2. wie komt in aanmerking

De vrijstelling kan aangevraagd worden door:• Universiteiten, hogescholen, door de minister erkende

wetenschappelijke instellingen, het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (NFWO) en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWOV);

• Ondernemingen die bezoldigingen uitbetalen of toe-kennen aan onderzoekers met een diploma PhD, burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur en bepaalde masterdiploma’s;

• Ondernemingen die bezoldigingen uitbetalen of toeken-nen aan onderzoekers die aan onderzoeksprojecten werken in het kader van samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met universiteiten of hogescholen in de EER of met erkende wetenschappelijke instellingen (geen diplomavereisten);

• Jonge innoverende ondernemingen (Young Innovative Company) die wetenschappelijk personeel (onderzoekers, onderzoekstechnici, projectbeheerders inzake onderzoek en ontwikkeling) tewerkstellen. Deze vrijstelling is niet mogelijk voor administratief of commercieel personeel.

Een onderneming voldoet aan de definitie van Young Innovative Company als de vennootschap:

• onderzoeksprojecten uitvoert;• voldoet aan de definitie van kleine onderneming1;• minder dan 10 jaar bestaat voor 1 januari van het jaar

waarin de vrijstelling van doorstorting BV wordt toegekend;

• niet opgericht is in het kader van een concentratie, een herstructurering, een uitbreiding van een vroegere activi-teit of een overname van dergelijke activiteiten;

• uitgaven heeft gedaan op het vlak van onderzoek en ontwikkeling die minstens 15 % van de totale kosten van het voorgaande belastbaar tijdperk vertegenwoordigen.

Wanneer de vennootschap aan het eind van een belastbaar tijd-perk niet langer voldoet aan de definitie van Young Innovative Company mag de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfs-voorheffing niet meer toegepast worden op de bezoldigingen toegekend of betaald vanaf de eerstvolgende maand.

1 Kleine ondernemingen zijn vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die voor het laatst afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:- jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50- jaaromzet (excl. BTW): € 7.300.000- balanstotaal: € 3.650.000tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt.

3. Omvang steun

De steun bestaat er in dat de werkgevers vrijgesteld worden om 65% van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de bovenver-melde werknemers door te storten aan de fiscus. Deze steun is van toepassing op de bezoldigingen die betaald of toegekend worden vanaf 1 juli 2008. Vanaf 1 januari 2009 werd de steun verhoogd tot 75%.

4. contact

FOD FinanciënAdministratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteitNorth Galaxy-bus 25Koning Albert II-laan 331030 BrusselTel. 02 576 41 09Website: www.belspo.be/belspo/fisc/index_nl.stm

Page 38: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Europese maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 38

Zevende eu-kaderprogramma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie

(laatste aanpassing:02/2007)

1. wat houdt deze maatregel in

Het kaderprogramma is het belangrijkste instrument van de Europese Unie voor de financiering van onderzoek en ontwikke-ling. Op 1 januari 2007 ging het 7e kaderprogramma van start, dat zal lopen tot eind 2013.

Het 7de kaderprogramma is opgebouwd rond 4 specifieke programma’s:

1. CoöperatieOndersteuning van onderzoeksactiviteiten uitgevoerd in trans-nationale samenwerking, van collaboratieve projecten en net-werken tot coördinatie van nationale onderzoeksprogramma’s. Internationale coöperatie tussen EU en derde landen behoort eveneens tot dit onderdeel. Volgende subprogramma’s worden onderscheiden:

Collaborative researchJoint Technology InitiativesCoordination of non-Community research programmesTechnology platform

De volgende thema’s zijn geselecteerd:

• Gezondheid• Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie• Informatie en communicatietechnologie• Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en

nieuwe productietechnologieën• Energie• Milieu en klimaatverandering• Transport en aeronautica• Socio-economische wetenschappen en

menswetenschappen• Ruimte• Veiligheid

2. Ideeën Versterking van dynamisme, creativiteit en uitmuntendheid van Europees onderzoek in alle wetenschappelijke en techno-logische gebieden, waaronder engineering, socio-economische wetenschappen en menswetenschappen.

3. MensenKwantitatieve en kwalitatieve versterking van mensen in on-derzoek en technologie in Europa door opzetten van coherente Marie Curie acties

4. CapaciteitenOndersteuning van onderzoeksinfrastructuren, onderzoek ten behoeve van KMO’s en het onderzoekspotentieel van de Europe-se regio’s (Regions of Knowledge). Stimulering van het volledige onderzoekspotentieel van de uitgebreide unie. Bouw van een effectieve democratische Europese Kennismaatschappij.

Daarnaast komen 2 andere thema’s aan bod binnen het Euratom kaderprogramma:

• Onderzoek naar fusie-energie· en nucleaire splitsing en stralingsbescherming• Onderzoek naar nucleaire energie

VERSCHILLENDE PROJECTTYPES

Collaborative projects: focus op onderzoeksprojecten met duide-lijk omschreven wetenschappelijke en technologische objectie-ven, en specifiek te verwachten resultaten (zoals ontwikkelen van nieuwe kennis of technologie om Europese competitiviteit te verbeteren). Deze projecten worden uitgevoerd door een consortium bestaande uit deelnemers uit diverse landen, en uit zowel industrie als kennisinstellingen.

Networks of Excellence: ontworpen voor onderzoeksinstellingen die een substantieel deel van hun activiteiten en capaciteiten in een gegeven domein willen combineren en functioneel integre-reren, met als doel een Europees ‘virtueel onderzoekscentrum’ te creëren in dit domein.

Coordination and support actions: niet gericht op onderzoek, doch eerder op coördinatie en netwerking van projecten, pro-gramma’s en beleid

Individual projects: uitgevoerd door individuele nationale en multinationale onderzoeksteams, geleid door ‘hoofdonderzoe-ker’ en gesteund door de Europese Onderzoeksraad (ERC)

Support of training and career development of researchers: opleiding en carrière-ontwikkeling voor onderzoekers uit de Europese Unie en zijn onderzoekspartners, door een gamma aan steunacties onder de naam Marie Curie

Research for the benefit of specific groups – in particular SMEs: Onderzoek- en technologische ontwikkelingsprojecten waar het grootste deel van het onderzoek wordt uitgevoerd door universiteiten, onderzoeksinstellingen en andere, te voordele van specifieke groepen, in het bijzonder KMO’s of publiek maat-schappelijke organisaties of hun netwerken.

2. wie komt in aanmerking

Zowel projectvoorstellen van industriële ondernemingen, universiteiten als onderzoeksinstellingen komen voor steun in aanmerking. De projectvoorstellen dienen evenwel aan de volgende voorwaarden te voldoen:

Page 39: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

Europese maatregel

Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven - © Agentschap Ondernemen 39

• passen binnen één van de thematische programma’s die door het Kaderprogramma worden aangegeven;

• grensoverschrijdende samenwerking realiseren: de onder-zoeksprojecten moeten worden uitgevoerd in samenwer-king met minstens één partner uit een andere lidstaat;

• een Europese dimensie bezitten, m.a.w. het moet nuttig zijn voor meerdere lidstaten of regio’s;

• van hoog wetenschappelijk en technisch niveau zijn;• een innovatief en precommercieel karakter hebben;• van wetenschappelijk, technisch en economisch nut zijn.

3. Aandacht voor kmo’s

Deelname aan het 7de kaderprogramma door KMO’s wordt ge-promoot. Specifiek voor KMO’s is er het coöperatief onderzoek (CRAFT uit 6de KP) en het collectief onderzoek.

4. Omvang steun

Het basisprincipe van het 7e kaderprogramma is co-financiering. Dit betekent dat, over het algemeen, de commissie niet zoekt naar onderzoeksdiensten door het plaatsen van contracten met het betalen van een vooropgestelde prijs. Het geeft eerder sub-sidies aan projecten, waarbij men voor een bepaald percentage van de totale kosten een bijdrage inbrengt. De maximum steun is afhankelijk van het projecttype. Het standaard percentage is 50 %. Bepaalde wettelijke entiteiten kunnen tot 75 % ontvan-gen (non-profit publieke instanties, KMO’s, onderzoeksinstellin-gen, instellingen voor hoger onderwijs). Voor demonstratie-acti-viteiten, kan de steun 50 % bedragen. Voor andere activiteiten (consortium management), netwerking, opleiding, coördinatie, verspreiding van resultaten, enz.), kan de steun tot 100 % van de aanvaarde kosten bedragen. Het 100 % steunpercentage is ook van toepassing op basisonderzoeksactiviteiten onder de Europese Onderzoeksraad.

5. contact

Voor bijkomende inlichtingen kunt u terecht bij het Vlaams Contactpunt Europese programma’s:

IWT-VlaanderenBisschoffsheimlaan 251000 BrusselTel. 02 788 15 67Fax 02 223 11 81E-mail: [email protected]: www.europrogs.bewww.cordis.europa.eu/fp7

Page 40: Subsidieleidraad voor het bedrijfsleven U denkt innovatief · 1. wat houdt deze maatregel in Een O&O-haalbaarheidsstudies is een studie om een mogelijk O&O-traject ten gronde te evalueren

registratieformulier voor “subsidieleidraad On line”

Wenst u gratis geïnformeerd te worden over wijzigingen en nieuwe maatregelen dan biedt “Subsidieleidraad On Line” de mogelijkheid om per e-mail verwittigd te worden wanneer één van de brochures op de website wordt geactualiseerd. Deze e-mail zal tevens een korte toelichting bevatten van de gewijzigde of nieuwe steunmaatregel.

Duid aan voor welke brochures u van deze gratis service wenst te genieten?

U heeft startersplannen U investeert - kleine en middelgrote ondernemingen* U investeert - grote ondernemingen* U denkt innovatief U werft aan of zoekt steun voor opleidingen U heeft internationale ambities U werkt energie- en milieubewust

* De onderverdeling van de brochures gebeurt op basis van de Europese definitie van KMO die in de meeste steunmaatregelen wordt gehanteerd. Om als KMO te worden gedefinieerd dient men aan volgende voorwaarden te voldoen:• minder dan 250 werknemers tewerkstellen;• ofwel een jaaromzet realiseren van maximum € 50 miljoen, ofwel een balanstotaal van maximum € 43 miljoen;Bij de toepassing van deze criteria wordt rekening gehouden met eventuele partner- en verbonden ondernemingen van het betrokken bedrijf. Hierdoor zullen gegevens van gelieerde bedrijven opgeteld moeten worden.Een onderneming die één van deze criteria overschrijdt, wordt beschouwd als grote onderneming.

bedrijfsgegevens

Firmanaam:

Activiteit (NACE-code indien mogelijk):

Ondernemingsnummer:

Mevrouw/de heer:

Functie:

Adres:

Postcode: Gemeente:

Tel.: Fax:

E-mail: Website:

Terug te sturen naar:

Gelieve deze informatie per fax of per e-mail over te maken aan het Agentschap Ondernemen van uw provincie:

Agentschap Ondernemen Antwerpen Agentschap Ondernemen LimburgWouter Verhaverbeke Luc Royackers Fax 03 260 87 07 Alexandra FidlersE-mail: [email protected] Fax 011 29 20 01 E-mail: [email protected] Ondernemen Oost-Vlaanderen E-mail: [email protected] De Ridder Fax 09 267 40 60 Agentschap Ondernemen West-VlaanderenE-mail: [email protected] Veronique Demets Fax 050 32 50 01Agentschap Ondernemen Vlaams-Brabant E-mail: [email protected] StinckensFax 016 31 10 51E-mail: [email protected]