Studiekeuzebegeleiding 2 jaar Handleiding voor de ......pagina is een interessant overzichtsdocument...

84
Studiekeuzebegeleiding 2 de jaar Handleiding voor de begeleider 2012-2013 (lessenroosters 2013-2014) Scholengemeenschap Sint-Quintinus Vrij CLB Regio Hasselt Deze handleiding is ontstaan uit een samenwerking tussen de scholen van de Scholen- gemeenschap St.-Quintinus Hasselt-Stevoort-Zonhoven en het Vrij CLB Regio Hasselt. Samenstelling en lay-out: Marleen Vandercrabben

Transcript of Studiekeuzebegeleiding 2 jaar Handleiding voor de ......pagina is een interessant overzichtsdocument...

Studiekeuzebegeleiding

2de jaar

Handleiding voor de begeleider

2012-2013

(lessenroosters 2013-2014)

Scholengemeenschap Sint-Quintinus

Vrij CLB Regio Hasselt

Deze handleiding is ontstaan uit een samenwerking tussen de scholen van de Scholen-

gemeenschap St.-Quintinus Hasselt-Stevoort-Zonhoven en het Vrij CLB Regio Hasselt.

Samenstelling en lay-out:

Marleen Vandercrabben

1

WOORD VOORAF

Kiezen is een vaardigheid die al jong ontwikkeld moet worden. Al van in de

kleuterschool leren kinderen kiezen (een spel, een vriendje ... ). In die periode begint ook de eerste ontwikkeling van het kind met betrekking tot het zelfbeeld en de latere

beroepenvoorkeur. Groeien in keuzerijpheid is een jarenlang en continu proces, met als

scharniermomenten de jaren waarin leerlingen en ouders voor een concrete studie- en/of beroepskeuze komen te staan. Het tweede leerjaar in het secundair onderwijs

is zo'n beslissend moment. Daarom wordt daar extra aandacht besteed aan het kiezen.

Leren kiezen zit verweven in verschillende leerdomeinen en leervakken. Ook

studiekeuzelessen maken een belangrijk onderdeel uit van de keuzebegeleiding. Een werkboek 'studiekeuzebegeleiding' kan hierbij een stevige ondersteuning bieden.

Ons keuzewerkboek werd ontwikkeld door de werkgroep Studiekeuzebegeleiding van de scholengemeenschap Sint-Quintinus en het Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) van Regio Hasselt. De oefeningen en opdrachten in dit

werkmapje kunnen individueel verwerkt worden, maar zijn ook bedoeld als ruggensteun voor collectieve gesprekken in de klas.

Naast informatie bevat het werkboek ook opdrachten die de leerlingen uitnodigen tot

zelfreflectie en zelfactiviteit. De nadruk ligt daarbij op jezelf leren kennen en realistisch kiezen, wat méér is dan louter informeren. Ook de ouders worden

regelmatig mee betrokken in het keuzeproces. In het werkboek wordt dit aangegeven via de grijs gearceerde kaders.

Het werkboek heeft dus tot doel de leerling en zijn ouders

- te laten nadenken over het maken van keuzes en de consequenties daarvan; - het verband te laten ontdekken tussen capaciteiten, interesses... en de keuzemogelijkheden;

- te motiveren om een verantwoorde keuze te maken.

Het is uiteraard mogelijk om het materiaal aan te passen aan de specifieke situatie van de school waarin men werkt en in te passen in het eigen begeleidingsplan.

Deze handleiding is bestemd voor de klastitularissen, de coördinatoren van de eerste graad en de CLB-medewerkers en geeft verdere verduidelijking omtrent

doelstellingen en mogelijke werkvormen die gehanteerd kunnen worden. Het is daarbij noodzakelijk goede taakafspraken te maken (Wie doet wat?) en een tijdschema op te stellen, verspreid over het hele schooljaar.

2

INHOUD

1. Ik denk na over kiezen 4

2. Ik leer mezelf kennen 6

3. Ik leer het secundair onderwijs kennen 9

Studierichtingen ASO 11 Studiegebied Algemeen Secundair Onderwijs

Economie 12 Grieks-Latijn 14

Humane wetenschappen 16 Latijn 18 Wetenschappen 20

Studiegebied Sport Sportwetenschappen 22

Studierichtingen TSO 24 Studiegebied Bouw Bouwtechnieken 25 Studiegebied Chemie

Techniek-wetenschappen 27 Studiegebied Handel

Handel 29 Handel-talen 31 Studiegebied Hout

Houttechnieken 33 Studiegebied Lichaamsverzorging

Bio-esthetiek 35 Studiegebied Mechanica en elektriciteit Elektromechanica 37

Elektrotechnieken 39 Industriële wetenschappen 41

Mechanische technieken 43 Studiegebied Personenzorg

Sociale en technische wetenschappen 46 Studiegebied Sport Lichamelijke opvoeding en sport 48

Studierichtingen KSO 50 Studiegebied Beeldende kunsten Beeldende en architecturale kunsten 51 Studiegebied Podiumkunsten

Muziek 53

Studierichtingen BSO 55 Studiegebied Bouw

Bouw 56 Schilderwerk en decoratie 58 Studiegebied Handel

Kantoor 60 Verkoop 62

3

Studiegebied Hout Hout 64 Studiegebied Lichaamsverzorging

Haarzorg 66 Studiegebied Mechanica en elektriciteit

Basismechanica 68 Elektrische installaties 70 Studiegebied Personenzorg

Verzorging-voeding 72

Het Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs (DBSO) 74

Het Buitengewoon Secundair Onderwijs 76

BuSO-KIDS 78

4. Ik maak een keuze 79

5. Voorbeeld planning 82

4

1. Ik denk na over kiezen

(zie ook Keuzewerkboek deel1)

5

Dit deel vormt de inleiding en wil vanuit een algemene benadering van het kiezen

komen tot elementen die een rol spelen bij een studie- of beroepskeuze.

Doel:

de leerling kan een aantal keuze- of beslissingssituaties benoemen die hij /zij

als gemakkelijk of moeilijk beoordeelt;

er zijn situaties waarin de leerling op een gemakkelijke en spontane wijze

keuzes kan maken, maar er zijn ook beslissingen die meer bedenktijd vragen

en waarbij advies van anderen nuttig kan zijn;

in de eerste opdrachten zullen de leerlingen dit ervaren.

Het klasgesprek is een voorbereiding op het stappenplan dat bruikbaar is om een

studiekeuze te maken.

Doel van dit gesprek:

- de leerlingen kunnen aangeven dat een studiekeuze een belangrijke keuze is;

- de leerlingen kunnen verschillende aspecten aangeven die zeker aan bod moeten

komen bij het maken van een studiekeuze.

Deze stappen in het keuzeproces (strategie) zouden ook veralgemeend kunnen

worden toegepast bij andere keuzemomenten in de loop van het schooljaar,

bijvoorbeeld het kiezen van de bestemming van de schoolreis, het kiezen van

activiteiten voor de sportdag …

Elk keuzeproces kent de volgende stappen:

1. fase van voorbereiding: bewustmaking van de noodzaak tot kiezen;

2. fase van exploratie: globale voorkennis van eigen interesses, motieven,

capaciteiten … in samenhang met het keuzeaanbod;

3. fase van kristallisatie: verdere verkenning van de alternatieven en toetsing

ervan aan de eigen geschiktheid;

4. fase van beslissing: de keuze rechtvaardigen in het licht van de uitgangsvragen:

wie ben ik? Wat wil ik?

5. fase van uitvoering: realiseren van keuze.

6

2. Ik leer mezelf kennen

(zie ook Keuzewerkboek deel 1)

7

Het zelfconcept vormt de basis voor elk keuzegedrag. Het is daarom van groot

belang dat dit zelfbeeld positief beleefd wordt en aan de realiteit getoetst.

Verkrampte zelfbeelden zijn oorzaak van heel wat verkeerd lopende keuzes. Het

is nodig dat men hier aandacht voor heeft en poogt adequate feedback te geven

op het gedrag en de prestaties van de leerlingen. Ten aanzien van deze conceptverheldering streven we als begeleider een harmonische ontwikkeling na. Aspecten zoals sociale intelligentie, handvaardigheid, organisatietalent... zijn voor een goede studie- en beroepskeuze even belangrijk als de theoretische intelligentie. Leerlingen verschillen onderling sterk in deze eigenschappen en vaardigheden.

Doel van dit deel is: het zelfbeeld van de jongere verduidelijken via concrete opdrachten;

komen tot een gesprek waarbij aangetoond wordt dat naast aanleg, ook interesse, studiehouding en persoonlijkheid een grote rol spelen bij de

studiekeuze.

A. Rapportonderzoek De hoofdbedoeling van het rapportonderzoek is de leerlingen doen nadenken over hun goede en over hun minder goede resultaten. Verder willen we hen helpen zoeken naar mogelijke oorzaken van het goed presteren of van het minder goed presteren. Als ze de oorzaak te weten komen, kunnen ze hieruit besluiten hoe ze hun werk in de toekomst beter kunnen aanpakken. In het voorwoord dat bij dit onderdeel hoort, wordt stap voor stap bekeken hoe de leerling deze zoektocht organiseert. De eerste analyse komt na het kerstrapport en leidt tot het voornemen van de leerling om sommige leervakken anders aan te pakken. De samenvattende pagina is een interessant overzichtsdocument voor de klastitularis. De tweede analyse komt na het paasrapport. De leerlingen vergelijken de resultaten van sommige vakken en kunnen zelf zien of hun nieuwe strategie vruchten afgeworpen heeft. Ook hier is de samenvattende pagina een interessant overzichtsdocument voor de klastitularis. B. Wie ben ik? 1. Interesses De leerlingen denken na over hun interesses aan de hand van een 'vrijetijdsvragenlijstje'. Aan de ouders wordt gevraagd hun mening te geven over de interesses van zoon/dochter. De bedoeling hiervan is hen bij het keuzeproces te betrekken en het gesprek erover thuis op gang te brengen 2. Talenten en vaardigheden De leerlingen denken na over hun talenten in het algemeen, en verder over hun prestaties op school. Ook hier krijgen de ouders de kans om hun mening hierover neer te schrijven.

8

3. Schoolhouding De leerlingen denken na over motivatie, zelfvertrouwen, maar ook over hun leervaardigheden, hun leervermogen, hun studieritme en studiehouding. Ze onderzoeken of er voldoende ondersteuning komt vanuit het thuis- en schoolmilieu. De leerlingen maken met ondersteuning van de begeleider een eindconclusie. De bedoeling hiervan is hen meer inzicht laten krijgen in de factoren die hun presteren mee bepalen en de zelfwerkzaamheid stimuleren: wat kan ik er zelf aan doen? Dit syntheseblad is een handig instrument voor leerling en begeleider. We maken de leerlingen duidelijk dat schoolresultaten tot stand komen door een samenspel van een complex geheel van factoren. Het is belangrijk om persoonlijkheidsaspecten bij de studiekeuze te betrekken, daarom komt dit onderdeel nog eens terug in de vierde stap. Het oordeel van de ouders kan de leerling helpen om een klaarder beeld van zichzelf te krijgen.

9

3. Ik leer het secundair onderwijs kennen

(zie ook Keuzewerkboek deel 2)

10

Doel: - kennismaken met de structuur van het secundair onderwijs; - de inhoud van de lessenroosters van de tweede graad leren kennen;

- het school- en lessenrooster-onderdeel leren gebruiken.

In het keuzewerkboek wordt een overzicht gegeven van de totale structuur van het

secundair onderwijs.

Vertrekkende vanuit het groot overzichtsblad met de structuur van de

scholengemeenschap, zoeken de leerlingen daarna in welke school en in welke klas

ze nu zitten. Van daaruit bekijken ze over de hele scholengemeenschap welke richtingen ze nog uit kunnen en waar ze die richtingen kunnen volgen. In de

‘roosters’ van de verschillende scholen zoeken ze naar vergelijkingspunten en

verschillen tussen die richtingen. Bijkomende informatie, wat profielen van studierichtingen betreft, vindt de begeleider in deze handleiding. Voor deze

profielen baseerden we ons op de “Steekkaarten Studierichtingen Secundair

Onderwijs” van de Vrije Centra voor Leerlingenbegeleiding. Verdere toelichting kan gevonden worden in de brochure “Naar de tweede graad”, uitgegeven door VCLB

Service Brussel.

De begeleider dient op de hoogte te zijn van de studiekeuzemogelijkheden in onze

scholengemeenschap. Hij/zij zou de consequenties van bepaalde keuzes duidelijk

aan leerlingen moeten kunnen overbrengen. Ook een kijk op de uitwegen in de derde graad is nodig.

Vanuit deze analyse kan men de leerling een weg door het secundair onderwijs laten zoeken. Daarvoor zijn de lessentabellen per school en de profielen van de

studierichtingen handig.

11

Lessentabellen en profielen studierichtingen

ASO

12

Tweede Graad Algemeen Secundair Onderwijs (ASO)

ECONOMIE Logische vooropleiding of bijzondere toelatingsvoorwaarden 2de leerjaar van de 1ste graad Lessentabel

Humaniora

Kindsheid

Jesu

Instituut

Mariaburcht

Sint-Jan

Berchmans-

instituut

Virga

Jessecollege

3de 4de 3de 4de 3de 4de 3de 4de

geschiedenis 2 2 2 2 2 2 2 2

godsdienst 2 2 2 2 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2 2 2 2 2

Nederlands 4 4 4 4 4 4 4 4

Duits 1 1 1 1 1

Engels 3 2(+1) 3 3 3 2 3 2

Frans 4(+1) 4 4 4 4 4 4 4

wiskunde 4(+1) 4(+1) 4 4 4(+1) 4(+1) 4(+1) 4(+1)

aardrijkskunde 1 1 1 1 1 1 1 1

biologie 1 1 1 1 1 1 1 1

chemie 1 1 1 1 1 1 1 1

fysica 1 1 1 1 1 1 1 1

economie 4 4 4 4 4(+1) 4(+1) 4(+1) 4(+1)

informatica 1 1 1 1 1 1 1 1

muzikale opvoeding 1 1 1 1

plastische opvoeding 1 1 1 1

Totaal 32 32 32 32 32 32 32 32

Humaniora Kindsheid Jesu: ofwel uitbreiding talen ofwel uitbreiding wiskunde St.-Jan Berchmansinstituut en Virga-Jessecollege: ofwel uitbreiding economie ofwel uitbreiding wiskunde

Bedoeling Algemeen geldt dat het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) een uitgesproken doorstromingsfunctie heeft. Dit wil zeggen dat de vorming gericht is op een vervolgstudie in het hoger onderwijs en niet op de arbeidsmarkt of tewerkstelling

op 18 jaar. De leerplannen zijn zo opgemaakt dat elke studierichting in principe voorbereidt op alle vormen van hoger onderwijs.

In deze studierichting wordt de nadruk gelegd op inzicht in het economisch gebeuren.

13

Inhoud van de vakken Economie. Economie is de studie van de ‘huishouding’. Er zijn verschillende soorten

huishoudingen: gezinnen, bedrijven, overheid. Deze verschillende huishoudingen grijpen op elkaar in.

Vanuit deze economische kringloop vertrekt de studie van de economie. Daarbij wordt ingegaan op de gedragingen van de consumenten (verbruikers) en producenten (voortbrengers van goederen). Enkele voorbeelden:

- consumenten: Hoe verwerven gezinnen hun inkomen? Hoe besteden gezinnen hun verworven inkomen?

- producenten: Hoeveel moet een producent produceren om maximale winst te maken? Hoe noteert de handelaar de verschillende verrichtingen in zijn boeken? Moderne talen: Nederlands / Frans / Engels / Duits In alle studierichtingen van het ASO neemt de studie van de moderne talen een belangrijke plaats in. De aandacht gaat naar het ontwikkelen van de communicatieve vaardigheid (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op

taal (taalbeschouwing) en de kennismaking met anderstalige literatuur. Iedere leerling krijgt een lestijd Duits in het vierde jaar.

Wiskunde Een cursus van 4 lestijden wiskunde wordt aan alle ASO-leerlingen aangeboden. In de studierichting Economie (ASO) is de mogelijkheid voorzien 5 lestijden wiskunde

aan te bieden door de bijkomende lestijd uit het complementair gedeelte te halen. Daarbij moet ‘de vijfde lestijd’ essentieel als ‘uitdiepend’ opgevat worden. Nieuwe

inhouden leggen geen hypotheek op de aansluitingsmogelijkheden in de derde graad. Uitwegen Het logisch vervolg van de tweede graad Economie (ASO) is de derde graad Economie-moderne talen (ASO) of Economie-wiskunde (ASO).

Andere overgangen zijn individueel te bekijken. Aandachtspunten Positief wordt deze studierichting gekozen omwille van de belangstelling voor de economie.

14

Tweede graad Algemeen Secundair Onderwijs (ASO)

GRIEKS-LATIJN

Logische vooropleiding of bijzondere toelatingsvoorwaarden 2de leerjaar van de 1ste graad: klassieke studiën Lessentabel

Humaniora

Kindsheid

Jesu

Virga

Jessecollege

3de 4de 3de 4de

geschiedenis 2 2 2 2

godsdienst 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2

Nederlands 4 4 4 4

Duits 1 1

Engels 2 2 2 2

Frans 3 3 3 3

Grieks 4 4 4 4

Latijn 4 4 4 4

wiskunde 4(+1) 4(+1) 4 4

aardrijkskunde 1 1 1 1

biologie 1 1 1 1

chemie 1 1 1 1

fysica 1 1 1 1

plastische opvoeding 1 1

Totaal 32 32 32 32

Humaniora Kindsheid Jesu: uitbreiding wiskunde mogelijk als 33ste lesuur

Bedoeling Algemeen geldt dat het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) een uitgesproken doorstromingsfunctie heeft. Dit wil zeggen dat de vorming gericht is op een

vervolgstudie in het hoger onderwijs en niet op de arbeidsmarkt of tewerkstelling op 18 jaar. De leerplannen zijn zo opgemaakt dat elke studierichting in principe voorbereidt op alle vormen van hoger onderwijs.

De kennis van het Grieks en het Latijn wordt verder uitgebreid zowel op het gebied van spraakkunst als woordkennis. Dit gebeurt zoveel mogelijk aan de hand van

oorspronkelijke teksten. Stilaan raakt de leerling ook meer vertrouwd met de Romeinse en Griekse samenleving en cultuur.

15

Inhoud van de vakken Klassieke talen: Latijn / Grieks Latijn probeert de leerlingen gevoelig te maken voor de literaire schoonheid van

een tekst. Bovendien schenkt Latijn ook aandacht aan algemeen-menselijke vragen en problemen en brengt het respect bij voor andere culturen.

De leerlingen komen ook in contact met meesterwerken van de Griekse literatuur. Zij trachten er de boodschap en vormgeving van te ontdekken en te interpreteren. De leerlingen komen eveneens tot de ontdekking dat de Griekse auteurs de

grondleggers zijn geweest van literaire genres die in het Westen voor het eerst tot bloei zijn gebracht. Moderne talen: Nederlands / Frans / Engels / Duits In alle studierichtingen van het ASO neemt de studie van moderne talen een

belangrijke plaats in. De aandacht gaat naar het ontwikkelen van de communicatieve vaardigheid (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op

taal (taalbeschouwing) en de kennismaking met anderstalige literatuur. Iedere leerling krijgt één lestijd Duits in het vierde jaar. Wiskunde Een cursus van 4 lestijden wiskunde wordt aan alle ASO-leerlingen aangeboden.

Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Grieks-Latijn (ASO) is de derde graad

Grieks-Latijn (ASO). Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten Positief wordt deze studierichting gekozen omwille van de belangstelling voor oude talen (Latijn en Grieks).

16

Tweede Graad Algemeen Secundair Onderwijs (ASO)

HUMANE WETENSCHAPPEN Logische vooropleiding of bijzondere toelatingsvoorwaarden 2de leerjaar van de 1ste graad Lessentabel

Humaniora

Kindsheid

Jesu

Virga

Jessecollege

3de 4de 3de 4de

geschiedenis 2 2 2 2

godsdienst 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2

Nederlands 4 4 4 4

Duits 1 1

Engels 3 2 3 2

Frans 4 4 4 4

wiskunde 4 4 4 4

aardrijkskunde 1 1 1 1

biologie 1 1 1 1

chemie 1 1 1 1

fysica 1 1 1 1

cultuurwetenschappen 2 2 2 2

gedragswetenschappen 3 3 3 3

informatica 1 1 1 1

muzikale opvoeding 1 1

plastische opvoeding 1 1

Totaal 32 32 32 32

Bedoeling Algemeen geldt dat het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) een uitgesproken

doorstromingsfunctie heeft. Dit wil zeggen dat de vorming gericht is op een vervolgstudie in het hoger onderwijs en niet op de arbeidsmarkt of tewerkstelling

op 18 jaar. De leerplannen zijn zo opgemaakt dat elke studierichting in principe voorbereidt op alle vormen van hoger onderwijs. In de tweede graad Humane wetenschappen (ASO) leren de leerlingen

psychologische, sociologische en culturele verschijnselen herkennen en exploreren.

17

Inhoud van de vakken Cultuurwetenschappen Binnen dit vak bestuderen de leerlingen het functioneren en de rol van organisaties in de samenleving en hoe organisatievormen beïnvloed worden door historische en

culturele factoren; de beïnvloedende factoren van het communicatieproces en de structuren en functies van de maatschappelijke communicatie; opvattingen over

identiteit, cultuur en beschaving in verschillende samenlevingen en de interactie tussen mens- en wereldbeeld; de samenhang tussen cultuurverschijnselen en de onderlinge beïnvloeding van wetenschap, techniek en samenleving; kunstvormen en

hun rol bij veranderingen in de samenleving; de ontwikkeling, vormgeving, kenmerken en principes van waarden en normen in sociale gemeenschappen en hun

band met mens- en wereldbeelden en levensbeschouwingen. Gedragswetenschappen Binnen dit vak bestuderen de leerlingen de aard, de bewegingen en de veranderingen van organisatievormen waartoe de mens als individu behoort; de

fysische en psychische factoren die de communicatie tussen mensen mogelijk maken en beïnvloeden; de ontwikkeling van het individu en de dynamiek van sociale groepen en cultuursystemen; de samenhang tussen en de onderlinge

beïnvloeding van individu, groepen en samenleving; het ontstaan, de aard, de functies en de expressie van emoties en het omgaan met lichamelijkheid; de wijze

waarop waarden en normen in sociale gemeenschappen worden overgedragen. Moderne talen: Nederlands / Frans / Engels / Duits In alle studierichtingen van het ASO neemt de studie van de moderne talen een belangrijke plaats in. De aandacht gaat naar het ontwikkelen van de

communicatieve vaardigheid (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal (taalbeschouwing) en de kennismaking met anderstalige literatuur. Iedere leerling krijgt één lestijd Duits in het vierde jaar. Wiskunde Een cursus van 4 lestijden wiskunde wordt aan alle ASO-leerlingen aangeboden. Uitwegen Het logisch vervolg van de tweede graad Humane wetenschappen (ASO) is de derde

graad Humane wetenschappen (ASO). Andere overgangen zijn individueel te bekijken. Aandachtspunten Positief wordt deze studierichting gekozen omwille van de belangstelling voor cultuur- en gedragswetenschappen.

18

Tweede graad Algemeen Secundair Onderwijs (ASO)

LATIJN Logische vooropleiding of bijzondere toelatingsvoorwaarden 2de leerjaar van de 1ste graad: klassieke studiën Lessentabel

Humaniora

Kindsheid

Jesu

Sint-Jan

Berchmans-

instituut

Virga

Jessecollege

3de 4de 3de 4de 3de 4de

geschiedenis 2 2 2 2 2 2

godsdienst 2 2 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2 2 2

Nederlands 4 4 4 4 4 4

Duits 1 1 1

Engels 2 2(+1) 3 2 2(+1) 2

Frans 3(+1) 3 3 3 4 3(+1)

Latijn 5 5 5 5 5 5

Nederlandse expressie 1

wiskunde 4(+1) 4(+1) 4(+1) 4(+1) 4(+1) 4(+1)

aardrijkskunde 1 1 1 1 1 1

biologie 1 1 1 1 1 1

chemie 1 1 1 1 1 1

fysica 1 1 1 1 1 1

economie (+1) (+1)

informatica 1 1 1 1 1 1

muzikale opvoeding 1 1 1

plastische opvoeding 1 1 1

Totaal 32 32 32 32 32 32

Humaniora Kindsheid Jesu: ofwel uitbreiding talen ofwel uitbreiding wiskunde St.-Jan Berchmansinstituut: ofwel uitbreiding economie ofwel uitbreiding wiskunde Virga-Jessecollege: ofwel uitbreiding wiskunde ofwel uitbreiding Engels (3de jaar), Frans (4de jaar)

Bedoeling Algemeen geldt dat het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) een uitgesproken doorstromingsfunctie heeft. Dit wil zeggen dat de vorming gericht is op een

vervolgstudie in het hoger onderwijs en niet op de arbeidsmarkt of tewerkstelling op 18 jaar. De leerplannen zijn zo opgemaakt dat elke studierichting in principe voorbereidt op alle vormen van hoger onderwijs.

De kennis van het Latijn wordt verder uitgebreid zowel op het gebied van spraakkunst als woordkennis. Dit gebeurt zoveel mogelijk aan de hand van

oorspronkelijke teksten. Stilaan raakt de leerling ook meer vertrouwd met de Romeinse samenleving en cultuur.

19

Inhoud van de vakken Klassieke talen: Latijn Latijn probeert de leerlingen gevoelig te maken voor de literaire schoonheid van een tekst. Bovendien schenkt Latijn ook aandacht aan algemeen-menselijke vragen

en problemen en brengt het respect bij voor andere culturen.

Moderne talen: Nederlands / Frans / Engels / Duits In alle studierichtingen van het ASO neemt de studie van moderne talen een belangrijke plaats in. De aandacht gaat naar het ontwikkelen van de

communicatieve vaardigheid (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal (taalbeschouwing) en de kennismaking met anderstalige literatuur.

Iedere leerling krijgt één lestijd Duits in het vierde jaar. Wiskunde Een cursus van 4 lestijden wiskunde wordt aan alle ASO-leerlingen aangeboden. In

de studierichting Latijn (ASO) kunnen 5 lestijden wiskunde gekozen worden. Daarbij wordt het leerplan van 5 lestijden wiskunde gevolgd. Uitwegen Het logisch vervolg van de tweede graad Latijn (ASO) is de derde graad Latijn-

moderne talen (ASO), Latijn-wetenschappen (ASO) of Latijn-wiskunde (ASO). Andere overgangen naar Wetenschappen-wiskunde en Humane wetenschappen zijn eveneens mogelijk.

Overgangen naar Economie-moderne talen of Economie-wiskunde zijn individueel te bekijken. Aandachtspunten Positief wordt deze studierichting gekozen omwille van de belangstelling voor oude

talen (Latijn).

20

Tweede graad Algemeen Secundair Onderwijs (ASO)

WETENSCHAPPEN

Logische vooropleiding of bijzondere toelatingsvoorwaarden 2de leerjaar van de 1ste graad Lessentabel

Humaniora

Kindsheid

Jesu

Sint-Jan

Berchmans-

instituut

Virga

Jessecollege

3de 4de 3de 4de 3de 4de

geschiedenis 2 2 2 2 2 2

godsdienst 2 2 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2 2 2

Nederlands 4 4 4 4 4 4

Duits 1 1 1

Engels 3 2 3 2 3 2

Frans 4 4 4 4 4 4

wiskunde 5 5 5 5 5 5

aardrijkskunde 1 2 1 1 2 2

biologie 2 2 2 2 2 2

chemie 2 2 2 2 2 2

fysica 2 2 2 2 2 2

economie 1 1 1

informatica 1 1 1 1 1 1

muzikale opvoeding 1 1 1

plastische opvoeding 1 1 1

Totaal 32 32 32 32 32 32

Bedoeling Algemeen geldt dat het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) een uitgesproken

doorstromingsfunctie heeft. Dit wil zeggen dat de vorming gericht is op een vervolgstudie in het hoger onderwijs en niet op de arbeidsmarkt of tewerkstelling op 18 jaar. De leerplannen zijn zo opgemaakt dat elke studierichting in principe

voorbereidt op alle vormen van hoger onderwijs. In deze studierichting wordt het ontwikkelen van de communicatieve vaardigheid

gecombineerd met inzicht in wiskundige denkpatronen.

21

Inhoud van de vakken Moderne talen: Nederlands / Frans / Engels / Duits. In alle studierichtingen van het ASO neemt de studie van de moderne talen een belangrijke plaats in. De aandacht gaat naar het ontwikkelen van de

communicatieve vaardigheid (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal (taalbeschouwing) en de kennismaking met anderstalige literatuur.

Iedere leerling krijgt één lestijd Duits in het vierde jaar. Wiskunde. Een cursus van 4 lestijden wiskunde wordt aan alle ASO-leerlingen aangeboden. In de studierichting Wetenschappen (ASO) worden echter 5 lestijden wiskunde

voorzien. Daarbij moet ‘de vijfde lestijd’ essentieel als ‘uitdiepend’ opgevat worden. Nieuwe inhouden leggen geen hypotheek op de aansluitingsmogelijkheden in de derde graad. Uitwegen Het logisch vervolg van de tweede graad Wetenschappen (ASO) is de derde graad

Moderne talen-wetenschappen (ASO), Moderne talen-wiskunde (ASO) of Wetenschappen-wiskunde (ASO).

Andere overgangen zijn individueel te bekijken. Aandachtspunten Positief wordt deze studierichting gekozen omwille van de belangstelling voor wetenschappen.

22

Tweede Graad Algemeen Secundair Onderwijs (ASO)

SPORTWETENSCHAPPEN

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad

Lessentabel

Instituut

Mariaburcht

3de 4de

geschiedenis 2 2

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Nederlands 4 4

Duits 1

Engels 3 2

Frans 4 4

wiskunde 5 5

aardrijkskunde 1 1

biologie 2 2

chemie 2 2

fysica 2 2

sport 3 3

Totaal 32 32

Bedoeling Algemeen geldt dat het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) een uitgesproken

doorstromingsfunctie heeft. Dit wil zeggen dat de vorming gericht is op een vervolgstudie in het hoger onderwijs en niet op de arbeidsmarkt of tewerkstelling

op 18 jaar. De leerplannen zijn zo opgemaakt dat elke studierichting in principe voorbereidt op alle vormen van hoger onderwijs. In deze studierichting wordt het ontwikkelen van de communicatieve vaardigheid

gecombineerd met inzicht in wiskundige denkpatronen. Het pakket algemene vakken van deze studierichting is opmerkelijk zwaarder dan

van de gelijkaardige studierichting Lichamelijke opvoeding en sport (TSO). De eisen voor de sportvakken vallen daarentegen wat minder zwaar uit dan in Lichamelijke opvoeding en sport (TSO).

23

Inhoud van de vakken Sport

Tijdens de lessen sport komen meerdere ‘sporttakken’ aan bod: atletiek, toestelturnen, zwemmen, balsporten (volley, basket, handbal, voetbal), dans, ritme

en speltechnieken. Moderne talen: Nederlands / Frans / Engels / Duits

In alle studierichtingen van het ASO neemt de studie van de moderne talen een belangrijke plaats in. De aandacht gaat naar het ontwikkelen van de

communicatieve vaardigheid (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal (taalbeschouwing) en de kennismaking met anderstalige literatuur. Iedere leerling krijgt één lestijd Duits in het vierde jaar.

Wiskunde

Een cursus van 4 lestijden wiskunde wordt aan alle ASO-leerlingen aangeboden. In de studierichting Sportwetenschappen (ASO) worden echter 5 lestijden wiskunde voorzien. Daarbij moet ‘de vijfde lestijd’ essentieel als ‘uitdiepend’ opgevat worden.

Nieuwe inhouden leggen geen hypotheek op de aansluitingsmogelijkheden in de derde graad.

Uitwegen Het logisch vervolg van de tweede graad Sportwetenschappen (ASO) is de derde

graad Sportwetenschappen. Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten

Positief wordt deze studierichting gekozen omwille van de belangstelling voor wetenschappen en/of sport.

24

Lessentabellen en profielen studierichtingen

TSO

25

Tweede Graad Technisch Secundair Onderwijs (TSO)

BOUWTECHNIEKEN

Logische vooropleiding 2de leerjaar van de 1ste graad

Lessentabel

Technisch

Instituut

Heilig Hart

3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 1 1

Frans 2 2

Nederlands 4 4

wiskunde 3 3

bouw

praktijk bouw 8 8

technisch tekenen 3 3

technologie 3 3

elektriciteit

elektriciteit en lab 1 1

mechanica 1 1

toegepaste fysica 1 1

Totaal 33 33

Bedoeling In de studierichting “Bouwtechnieken” wordt de nadruk gelegd op het verwerven

van technische en praktische kennis. Door een doorgedreven praktisch-technische vorming worden leerlingen opgeleid

tot bekwame vakarbeiders met een verantwoordelijke functie. Daarom moet de nadruk gelegd worden op het verder studeren na het 6de jaar.

De tweede graad Bouwtechnieken is een voorbereiding op de derde graad Bouwtechnieken. Al vanaf de tweede graad Bouwtechnieken krijgt de technische en

praktische vorming speciale aandacht. De leervakken praktijk en technologie staan in deze opleiding centraal en leerlingen worden de nodige basisvaardigheden

bijgebracht. Leerlingen worden voorbereid op de juiste competenties om hun vak uit te oefenen.

Er wordt van hen gevraagd om leiding te nemen van teams, om zelfstandig problemen aan te pakken en oplossingen voor te stellen en om samen te werken

met ingenieurs en leidinggevenden.

26

Inhoud van de vakken Het leerpakket algemene vakken maakt een behoorlijk aantal lesuren van het

lessenrooster uit, maar de leervakken worden eerder technisch-praktisch onderwezen en beoordeeld.

Binnen de technische vakken zijn de leervakken technologie en technisch tekenen belangrijk. Technologie omvat de studie van bepaalde bouwconstructies en

bouwmaterialen. Tijdens de lesuren technisch tekenen maken leerlingen technische tekeningen, die toepassingen zijn op activiteiten in de bouwnijverheid.

Ook worden de beginselen van CAD-tekenen aangeleerd. De lessen praktijk bouw omvatten het maken van opgelegde werkstukken of oefeningen in de werkplaats op school.

Men brengt de leerlingen reeds de nodige basisvaardigheden bij: metselen,

bekisten, ijzervlechten, ... Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Bouwtechnieken (TSO) is de derde graad

Bouwtechnieken (TSO), Ruwbouw (BSO), Bouwplaatsmachinist (BSO) of Ruwbouwafwerking (BSO). Een modulaire opleiding binnen het studiegebied Bouw

(BSO) behoort ook tot de mogelijkheden. Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten

Allergie voor stof en epilepsie vormen mogelijk medische tegenindicaties.

27

Tweede Graad Technisch Secundair Onderwijs (TSO)

TECHNIEK-WETENSCHAPPEN

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad: de wiskundige basis moet voldoende sterk zijn.

Lessentabel

Instituut

Mariaburcht

Vrij Technisch

Instituut

3de 4de 3de 4de

aardrijkskunde 1 1 1 1

geschiedenis 1 1 1 1

godsdienst 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2

Engels 3 3 2 2

Frans 3 3 3 3

Nederlands 4 4 4 4

wiskunde 5 5 5 5

biologie 1 1 1 1

chemie 2 2 2 2

fysica 2 2 2 2

informatica 1 1 2 1

toegepaste biologie 1 1 1 1

toegepaste chemie 2 2 2 2

toegepaste fysica 2 2 3 4

wetenschappelijk tekenen 2 2 1 1

Totaal 34 34 34 34

Bedoeling

Deze theoretisch-technische richting biedt een stevige wiskundig-wetenschappelijke vorming en richt zich tot leerlingen die graag wiskunde en wetenschappen doen en

er ook goed in zijn. In vergelijking met de wiskundig-wetenschappelijke richtingen van het ASO

ondersteunen de labo's de wetenschappen met een meer concrete en toepassingsgerichte aanpak. Het blijft echter een theoretisch-technische richting waar kennis hoofdzakelijk verworven wordt door het verwerken van leerstof. In

vergelijking met het ASO en de taalgerichte TSO-studierichtingen is het talenprogramma minder uitgewerkt.

28

Inhoud van de vakken Wiskunde

Wiskunde is in moeilijkheidsgraad te vergelijken met deze van de wiskundige studierichtingen in het ASO maar beklemtoont sterker de toepassingen van de

wiskunde in de wetenschappen. Fysica

Fysica behandelt algemene eigenschappen van de materie, licht, krachten, druk, arbeid, vermogen, gassen, warmte en energie. Leerlingen leren ook metingen

uitvoeren en het cijfermateriaal grafisch voorstellen. Chemie

Chemie bestudeert de opbouw van de stof: atomen, moleculen, mengsels, bindingen, chemische reacties (wetten, indeling, reactietypen, energie-effecten) en

evenwichten. Biologie

Biologie tracht te verduidelijken hoe een levend wezen (mens, plant, dier) zich in een gegeven levensmilieu in stand kan houden. Dit vereist inzicht in de wijze

waarop organismen informatie verkrijgen en hoe ze hierop reageren. Daarvoor wordt verwezen naar de bouw en werking van zintuigen, spieren, zenuw- en

hormonaal stelsel en prikkels. Daarnaast komen ook de classificatie van levensvormen en de milieuproblematiek aan bod.

Wetenschappelijk tekenen Wetenschappelijk tekenen steunt voornamelijk op de wiskunde (meetkunde) om

(ruimtelijke) gegevens, processen en bewerkingen, wiskundige en wetenschappelijke opgaven voor te stellen. Oefeningen op perspectief, projectie, meetkundige constructies e.a.

veronderstellen ook de nodige zin voor nauwkeurigheid en netheid.

Toegepaste biologie, toegepaste chemie en toegepaste fysica Toegepaste biologie, toegepaste chemie en toegepaste fysica ondersteunen de thema's van de overeenkomende algemene vakken door waarnemingen en

experimenten. Het uitvoeren van proeven en het overzichtelijk noteren van de waarnemingen veronderstelt zin voor nauwkeurigheid, veiligheid en een zekere

handigheid. Uitwegen

Het logische vervolg van de tweede graad Techniek-Wetenschappen (TSO) is de

derde graad Techniek-Wetenschappen (TSO), Chemie (TSO), en Farmaceutisch-technisch assistent (TSO), of Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO). Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

29

Tweede Graad Technisch Secundair Onderwijs (TSO)

HANDEL

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad

Lessentabel

St.-Jan

Berchmans-

instituut

Virga Jesse-

college

3de 4de 3de 4de

aardrijkskunde 1 1 1 1

geschiedenis 1 1 1 1

godsdienst 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2

Duits 1

Engels 3 3 3 2

Frans 4 4 5 5

Nederlands 4 4 4 4

wiskunde 5 5 4 4

natuurwetenschappen 2 2 2 2

bedrijfseconomie 6 6

bedrijfshuishoudkunde 6 6

informatica 2* 2* 2* 2*

toegepaste informatica 2* 2* 2* 2*

Totaal 34 34 34 34

* Beide vakken vormen één geïntegreerde cursus

Bedoeling Handel (TSO) is een polyvalente studierichting die de leerlingen wil opleiden voor

een commerciële, administratieve of sociale loopbaan in het bedrijfsleven, de overheidsdiensten of in de dienstensector. Daarnaast wordt ook een algemene,

culturele en maatschappelijke vorming gegeven. Hoofdbekommernis blijft het aanreiken van een ruime bedrijfseconomische kennis. Dit houdt in dat het lessenrooster voor een vrij groot gedeelte bestaat uit administratief-commerciële en

op de praktijk gerichte vakken. Ook de taalkundige vorming (Nederlands, vreemde talen) is afgestemd op de praktijk. Naast de traditionele correspondentievormen

(per brief, telefonisch) maken de leerlingen kennis met moderne aspecten van communicatie (via fax, modem, netwerk, elektronische post ...).

30

Inhoud van de vakken Bedrijfseconomie

In de lessen bedrijfseconomie leert de leerling de meest voorkomende commerciële, financiële en diverse verrichtingen analyseren om ze nadien te boeken in een

systeem van dubbel boekhouden, op manuele wijze en via een didactisch boekhoudpakket. Hij leert de documentenstroom in een bedrijf kennen om de hierbij behorende administratie af te kunnen handelen.

Informatica

De leerling maakt kennis met apparatuur, programmatuur, algoritmisch denken en de basisvaardigheden van een professioneel programma rond databeheer en elektronisch rekenblad. De informatica is geen doel op zich, maar een hulpmiddel

om bepaalde items uit het vak bedrijfshuishoudkunde te ondersteunen.

Toegepaste informatica Dit vak brengt vooral dactylografische vaardigheden (typen) bij, zodat de leerling optimaal en inzichtelijk gebruik kan maken van het toetsenbord. Een pakket

tekstbeheer wordt geïntegreerd binnen de klavierbeheersing.

Uitwegen

Het meest logische vervolg van de tweede graad Handel (TSO) is de derde graad Handel (TSO), Informaticabeheer (TSO), Boekhouden-informatica (TSO), Onthaal en Public relations (TSO), Kantoor (BSO) of Verkoop (BSO). Een modulaire

opleiding binnen het studiegebied Handel (BSO) behoort ook tot de mogelijkheden. Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten

Het lessenrooster vertoont een vrij grote overeenkomst met de studierichting "Handel-Talen" (TSO). Bij Handel-Talen wordt evenwel meer aandacht besteed aan

talen en iets minder aan wiskunde en bedrijfshuishoudkunde.

31

Tweede Graad Technisch Secundair Onderwijs (TSO)

HANDEL-TALEN

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad

Lessentabel

Vrij Technisch

Instituut

3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Duits 1 1

Engels 4 4

Frans 5 5

Nederlands 4 4

wiskunde 4 4

natuurwetenschappen 2 2

informatica 3 3

toegepaste economie/

bedrijfshuishoudkunde 3 3

Totaal 32 32

Bedoeling

Handel-Talen (TSO) is een polyvalente studierichting die de leerlingen wil opleiden voor een commerciële, administratieve of sociale loopbaan in het bedrijfsleven, de

overheidsdiensten of in de dienstensector. Daarnaast wordt ook een algemene, culturele en maatschappelijke vorming gegeven. Hoofdbekommernis blijft het aanreiken van een ruime bedrijfseconomische kennis. Ook de taalkundige vorming

(Nederlands, vreemde talen) is afgestemd op de praktijk. Naast de traditionele correspondentievormen (per brief, telefonisch) maken de leerlingen kennis met

moderne aspecten van communicatie (via fax, modem, netwerk, elektronische post).

32

Inhoud van de vakken Bedrijfshuishoudkunde

Dit vak bestudeert de vereenvoudigde boekhouding als middel om het boekhoudkundig denken van bij de aanvang in de richting van het dubbel

boekhouden te oriënteren. Beide vormen van boekhouden worden op een praktijkgeoriënteerde manier behandeld: de leerlingen leren de verrichtingen eerst boekhoudkundig interpreteren om vanuit dit denkproces te komen tot bepaalde

boekhoudkundige regels.

Informatica De leerling maakt kennis met computers en netwerken en leert te werken met diverse softwarepakketten: tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer en

presentaties. Het doel is leerlingen vaardigheden aan te leren die transfereerbaar zijn naar andere situaties. Computers en hun programma’s wijzigen immers vrij

vaak, maar de manier van werken zal in grote lijnen hetzelfde blijven. In nieuwe omstandigheden dient een leerling de capaciteiten te ontwikkelen om de opgedane kennis generatief over te dragen zodat hij/zij zelfstandig nieuwe kennis,

vaardigheden en attitudes ontwikkelt. Klaviervaardigheid is opgenomen binnen informatica en omvat het systematisch

toepassen van een correcte vingerhouding, blind typen met tien vingers, integratie van muis- en toetsenbordbewerkingen, het spontaan uitvinden van het meest

efficiënte hulpmiddel om een taak uit te voeren. Oplossingen ontwerpen en beschrijven gebeurt op basis van een toepassingsgericht softwarepakket. De onderwerpen uit het leerplan omvatten eveneens de doelstellingen die vervat

zitten in het Vlaams ICT-attest.

Uitwegen Het meest logische vervolg van de tweede graad Handel-Talen (TSO) is de derde

graad Secretariaat-Talen (TSO), Onthaal en Public relations (TSO), Kantoor (BSO) of Verkoop (BSO). Een modulaire opleiding binnen het studiegebied Handel (BSO)

behoort ook tot de mogelijkheden. Andere mogelijkheden zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten

Het lessenrooster vertoont een vrij grote overeenkomst met de studierichting Handel (TSO). Bij Handel-Talen (TSO) wordt evenwel meer aandacht besteed aan talen en is er minder diepgang in wiskunde en bedrijfshuishoudkunde.

33

Tweede Graad Technisch Secundair Onderwijs (TSO)

HOUTTECHNIEKEN

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad

Lessentabel

Technisch

Instituut

Heilig Hart 3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 1 1

Frans 2 2

Nederlands 4 4

wiskunde 3 3

elektriciteit 1 1

hout

organisatie 6 6

praktijk hout 8 8

mechanica 1 1

toegepaste fysica 1 1

Totaal 33 33

Bedoeling

In de studierichting “Houttechnieken” wordt de nadruk gelegd op het verwerven van technische en praktische kennis (= voorbereiding op het beroepsleven – verder studeren in het hoger onderwijs kan, maar is eerder uitzonderlijk). Door een

doorgedreven praktisch-technische vorming worden leerlingen opgeleid tot bekwame vakarbeiders met een verantwoordelijke functie. Daarom moet de nadruk

gelegd worden op het verder studeren na het 6de jaar. De tweede graad Houttechnieken is een voorbereiding op de derde graad

Houttechnieken. Al vanaf de tweede graad Houttechnieken krijgt de technische en praktische vorming speciale aandacht. De leervakken praktijk en technologie staan

in deze opleiding centraal en leerlingen worden de nodige basisvaardigheden bijgebracht.

Leerlingen worden voorbereid op de arbeidsmarkt. Het accent ligt op het praktische aspect van de opleiding, op het aanleren van een zekere vakbekwaamheid in de

houtnijverheid.

34

Inhoud van de vakken

Binnen het leerpakket technische vakken organisatie zijn de vakken technologie en technisch tekenen belangrijk. Technologie omvat de studie van

bepaalde houtmaterialen en houtconstructies. Regel- en meettechniek en verspaningstechnieken zijn belangrijke onderdelen. Tijdens de lesuren technisch

tekenen verwerven de leerlingen ruimtelijk en constructief inzicht en krijgen ze een basis van CAD-tekenen.

De lessen praktijk hout omvatten het maken, monteren en afwerken van opgelegde werkstukken of oefeningen in de werkplaats op school. In de tweede

graad worden alle basisvaardigheden uit de schrijnwerkerij en meubelmakerij aangeleerd, zoals leren meten, schaven, zagen, maken van verbindingen en toepassingen. Het werken met basismachines (zoals schaafmachines, lint- en

cirkelzaag, draagbare machines…) komt eveneens aan bod. Het monteren en afwerken van werkstukken komen eveneens aan bod.

Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Hout (BSO) is de derde graad Houttechnieken (TSO) of Houtbewerking (BSO). Een modulaire opleiding binnen het

studiegebied Hout (BSO) behoort ook tot de mogelijkheden. Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten

Allergie voor stof, bepaalde houtsoorten of verwerkingsproducten vormen mogelijk medische tegenindicaties.

35

Tweede Graad

Technisch Secundair Onderwijs (TSO) BIO-ESTHETIEK

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad Lessentabel

Vrij Technisch

Instituut

3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 2 2

Frans 3 3

Nederlands 4 4

wiskunde 3 3

biologie 2 1

chemie 1 1

informatica 1 1

plastische opvoeding 1 1

praktijk bio-esthetiek 8 8

theorie bio-esthetiek 3 4

Totaal 34 34

Bedoeling

Bio-esthetiek biedt naast een ruime algemene vorming een theoretisch-praktische

opleiding in de schoonheidsverzorging. Een wetenschappelijke basis, met nadruk op chemie en biologie, steunt de praktijk.

36

Inhoud van de vakken

De wetenschappen komen als algemeen vak voor in biologie en in chemie, waarbij richtingspecifieke accenten worden gelegd.

Biologie wil vooral inzicht geven in de levensverschijnselen die in en rondom de

mens plaatsvinden. Daardoor krijgt de leerling een beter inzicht in het functioneren van het menselijk lichaam en de beïnvloeding van onze leefsituatie door biologische factoren.

Chemie behandelt o.a. de materie (mengsel en zuivere stoffen), de chemische

reacties, de atoombouw en de chemische binding, indeling van de stoffen… Toegepaste anatomie bevat de studie van de cel, de weefsels, de huid, de nagel,

haar en haaraandoeningen, beenderen en gewrichten, de spieren van hand en arm, de beenderen en gewrichten van het onderbeen en de voet, de spieren van het

gelaat en de huid- en nagelaandoeningen van handen en voeten. Vaktheorie zorgt voor de theoretische achtergrond van de praktijk, aangevuld met

materialenkennis, producten- en apparatenleer. Ook is er heel wat aandacht voor sociale en communicatieve vaardigheden.

Stijlleer refereert naar kunst, mode en opschik vroeger en nu, met aandacht voor andere culturen en levensstijlen.

Praktijk bio-esthetiek richt alle aandacht op de verzorging van hand en nagels,

van het gelaat en van de voet. Uiteraard krijgt ook make-up hier een plaats. De diverse basistechnieken worden aangeleerd.

De theoretisch-technische vakken toegepaste anatomie en vaktheorie ondersteunen de praktijk. Ook de lessen plastische opvoeding en stijlleer zijn

gelinkt aan de praktijk.

Uitwegen Het logisch vervolg van de tweede graad Bio-esthetiek TSO is de derde graad

Schoonheidsverzorging TSO.

Aandachtspunten Van de leerlingen wordt verwacht dat ze een duidelijke belangstelling vertonen

voor schoonheidsverzorging, dat ze handig en accuraat kunnen werken en vlot zijn in de omgang.

Wie deze studierichting wil volgen, moet starten in de tweede graad zodat de basistechnieken gekend en ingeoefend zijn bij de start van de derde graad.

37

Tweede Graad Technisch Secundair Onderwijs (TSO)

ELEKTROMECHANICA

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad: de wiskundige basis, talen en wetenschappen moeten voldoende sterk zijn.

Lessentabel

Technisch Instituut

Heilig Hart

3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 2 2

Frans 2 2

Nederlands 4 4

wiskunde 5 5

elektriciteit 3 3

mechanica

mechanica 2 2

realisaties mechanica 1 1

realisaties mechanica praktijk 4 4

praktijk schakeltechnieken 2 2

toegepaste chemie 1 1

toegepaste fysica 1 1

Totaal 33 33

Bedoeling

Elektromechanica (TSO) is een technische doorstromingsrichting. Naar algemene vakken is deze studierichting minder zwaar dan Industriële wetenschappen (TSO) en

is ze minder praktijkgericht dan de richtingen Elektrotechnieken (TSO) en Mechanische technieken (TSO). Men leert in deze studierichting de beginselen van mechanica en elektriciteit d.m.v. de studie van technologische en wetenschappelijke

fenomenen.

38

Inhoud van de vakken Hoofddoelstellingen elektriciteit

In de tweede graad wordt in elektriciteit hoofdzakelijk gewerkt rond het stimuleren van de creativiteit, meetvaardigheid en het inzichtelijk denken van de leerlingen.

Concreet worden onderstaande doelstellingen vooropgesteld: De leerling kan:

- door zijn meetvaardigheid de resultaten van een zelfstandig uitgevoerd

experiment wiskundig duiden in het kader van de wetmatigheden van het domein elektriciteit;

- door zijn rekenvaardigheid de wetmatigheden van de elektriciteit toepassen; - zelfstandig eenvoudige experimenten opzetten met als doel wetmatigheden uit het domein elektriciteit te toetsen aan de praktijk;

- door zijn creativiteit en zijn probleemoplossende ingesteldheid bij het uitvoeren van realisaties actief en zelfsturend deelnemen aan zijn leer- en evaluatie-

proces; - door zijn kritische en analytische ingesteldheid eenvoudige processen uitrafelen tot eenduidige algoritmen die hen in staat stellen processen te automatiseren;

- na het uitvoeren van een experiment of realisatie, nauwgezet rapporteren in functie van de werking van de realisatie en/of het theoretische kader van het

experiment.

Hoofddoelstellingen mechanica In de tweede graad wordt in mechanica gewerkt rond de wetmatigheden van de theoretische mechanica en zijn toepassingen, het communiceren en ontwerpen via

de tekentaal en het realiseren van eenvoudige constructieonderdelen. Concreet worden onderstaande doelstellingen vooropgesteld:

De leerling kan: - via de basisinzichten in de wetmatigheden van de mechanica labo-opstellingen

realiseren en experimenten uitvoeren;

- de functie, de onderlinge relatie van constructieonderdelen van een geheel en componenten uit een kring, toelichten via tekenen en communiceren tussen

het ontwerp en de uitvoering; - een realisatie uitvoeren in het domein van de verspaning, plaatbewerking en

montage, door zelf een productieproces en uitvoeringscriteria te kiezen.

Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Elektromechanica (TSO) is de derde graad Elektromechanica (TSO), Elektriciteit-elektronica (TSO), Industriële ICT-Technieken

(TSO), Elektrische installatietechnieken (TSO), Kunststoftechnieken (TSO), Mechanische vormgevingstechnieken (TSO), Vliegtuigtechnieken (TSO),

Autotechnieken (TSO), Koel- en warmtechnieken (TSO), Elektrische installaties (BSO), Auto (BSO), Kunststofverwerking (BSO), Lassen-constructie (BSO), Centrale verwarming en sanitaire installaties (BSO), Koelinstallaties (BSO), Productieoperator

(BSO) of Werktuigmachines (BSO). Een modulaire opleiding binnen het studiegebied Mechanica-elektriciteit (BSO) behoort ook tot de mogelijkheden. Andere overgangen

zijn individueel te bekijken.

39

Tweede Graad

Technisch Secundair Onderwijs (TSO) ELEKTROTECHNIEKEN

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad Lessentabel

Technisch Instituut

Heilig Hart

3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 1 1

Frans 2 2

Nederlands 4 4

wiskunde 3 3

elektriciteit en labo 3 3

installatiemethoden en realisaties

installatiemethoden 5 5

praktijk realisaties 8 8

toegepaste fysica 1 1

Totaal 33 33

Bedoeling

Deze studierichting is meer praktijkgericht dan de doorstromingsrichtingen

(Elektromechanica, Elektriciteit-Elektronica, Industriële Wetenschappen) van de tweede graad uit deze sector. Men leert er de beginselen van elektriciteit en

installatieleer en wordt voorbereid op de meer praktisch-technische richtingen die verband hebben met elektriciteit in de derde graad. Door de doorgedreven praktisch-technische vorming worden leerlingen opgeleid tot

bekwame vakarbeiders met een verantwoordelijke functie. Daarom moet de nadruk gelegd worden op het verder studeren na het 6de jaar.

40

Inhoud van de vakken

Elektriciteit en Labo Elektriciteit

Dit vak brengt de leerlingen de nodige theoretische inzichten bij om berekeningen te kunnen uitvoeren betreffende stroomsterkte, het vermogen of de arbeid in

elektrische stroomkringen. Men leert er de werking van elektrische apparaten verklaren (vooral huishoudelijke installaties). Men geeft de leerlingen inzicht in de technische specificaties van deze toestellen en installaties.

Labo

Labo elektriciteit is geïntegreerd in het vak elektriciteit. Hier ervaren de leerlingen hoe theoretisch opgebouwde wetmatigheden proefondervindelijk worden bevestigd, of omgekeerd leiden ze wetten af uit deze proefondervindelijke ervaringen. Ze leren

rekening houden met meetfouten die het gevolg kunnen zijn van het gebruikte meettoestel en het onderwerp van de meting.

Installatiemethoden (installatieleer – technisch tekenen) In de tweede graad ligt de klemtoon op de huishoudelijke installatie. De leerlingen

leren een installatie realiseren en in dienst stellen, elektrische toestellen aansluiten en in dienst stellen en instaan voor het onderhoud, de uitbreiding en de installatie

van bestaande installaties en toestellen. Ze maken kennis met de materialen zoals ze op de markt aangeboden worden, leren de passende gereedschappen kennen en gebruiken en maken kennis met de reglementen en voorschriften voor de opbouw

van een veilige installatie.

Elektrisch tekenen is nieuw voor alle leerlingen. Men maakt er kennis met de symbolen, opbouw van elektrische schema's en coderingen. Men leert er elektrische

stroombaanschema’s tekenen. In uitbreiding van dit programma maakt men kennis met CAD (Computer Aided Design of computertekenen).

Praktijk De leerlingen moeten in staat zijn een "klassieke" huisinstallatie volgens de regels

van goed vakmanschap te realiseren. De basishandelingen worden hiertoe tot zinvolle gehelen bijeengebracht. De samenhang met de aangebrachte oefeningen in technisch tekenen zal vrij groot zijn. Volgende elementen komen aan bod:

bewerken en verbinden van bedrading, soorten lichtschakelingen en verlichtingen aansluiten, relaisschakelingen uitvoeren, monteren van bedrading, bewerken van

buizen... Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Elektrotechnieken (TSO) is de derde graad

Elektrische installatietechnieken (TSO), Koel- en warmtechnieken (TSO), Centrale verwarming en sanitaire installaties (BSO), Koelinstallaties (BSO) of Elektrische installaties (BSO). Een modulaire opleiding binnen het studiegebied Mechanica-

elektriciteit (BSO) behoort ook tot de mogelijkheden. Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

41

Tweede Graad

Technisch Secundair Onderwijs (TSO) INDUSTRIELE WETENSCHAPPEN

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad: de wiskundige basis, talen en wetenschappen moeten voldoende sterk zijn.

Lessentabel

Technisch

Instituut Heilig

Hart 3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 2 2

Frans 3 3

Nederlands 4 4

wiskunde 5 5

chemie 1 1

fysica 1 1

elektriciteit 4 2

elektriciteit/elektronica

elektronica 2

mechanica

mechanica 2 2

realisaties mechanica 1 1

realisaties mechanica praktijk 2 2

realisaties IW 2 2

Totaal 33 33

Bedoeling

Industriële wetenschappen (TSO) is een technisch-wetenschappelijke studierichting. Zij wil naast een ruime algemene vorming een overwegend theoretische studie van

de industriële technologie bieden. De technische vorming is niet op een onmiddellijke specialisatie gericht, maar

steunt op een algemeen wetenschappelijke basis, met bijzondere aandacht voor de wiskundige vorming en talen. Deze studierichting is de meest theoretische van het studiegebied Mechanica-

Elektriciteit.

Inhoud van de vakken

Opvallend is het aantal lestijden wiskunde. Bovendien gaat er weinig tijd naar praktijkvakken. De wiskundige benadering is iets meer praktisch dan in het Algemeen Secundair

Onderwijs (ASO) en gericht op het oplossen van vraagstukken. Fysica besteedt aandacht aan metingen, optica, krachtenleer, druk, gaswetten en

de invloed van temperatuur op stoffen.

42

In het vak chemie besteedt men aandacht aan de opbouw van de materie, de

chemische verbindingen en reacties en aspecten van de stoffen zoals atoommassa, moleculemassa en stofhoeveelheid.

Elektriciteit De leerlingen moeten de basiswetten van de elektriciteit kunnen toepassen met

voldoende natuurkundige achtergrond en wiskundige ondersteuning. Ze moeten het gedrag van componenten in de elektrische stroomkring kunnen toelichten en berekeningen kunnen uitvoeren.

In het labo onderzoekt men via proeven de theoretische wetmatigheden en leert men omgaan met elektrische meetapparatuur.

Mechanica De leerlingen moeten de basiskennis en de fundamentele basisbegrippen verwerven

van de theoretische mechanica. Uitgaande hiervan dient men mechanische problemen logisch te kunnen analyseren om tot een oplossing te komen. Hierbij

komt de bewegingsleer uitgebreid aan bod. Realisaties mechanica

Bij realisaties mechanica worden projecten voorbereid en uitgevoerd. Hierbij komt het tekenen, meten, construeren, monteren, bewerken en vormgeven aan bod. De

leerlingen maken kennis met de basisgereedschappen en –machines om de uitvoering te kunnen bereiken. Veiligheid en nauwkeurigheid zijn daarbij belangrijke attitudes.

Realisaties industriële wetenschappen

De mechanica en elektriciteit ontmoeten elkaar in het vak realisaties industriële wetenschappen. Mechanica, elektriciteit en technische informatica worden op een

geïntegreerde manier aangeboden met als doel het inzicht van de leerlingen te verruimen in enerzijds de wetmatigheden van beide industriële wetenschappen en anderzijds de toepassingsgebieden ervan.

Er wordt verder aandacht besteed aan het stimuleren van de creativiteit en het inzichtelijk denken van de leerlingen.

Concreet worden onderstaande competenties als leidraad bij de implementatie vooropgesteld:

- de leerling is, bij het uitvoeren van realisaties, creatief, probleemoplossend

ingesteld en neemt actief, zelfsturend deel aan zijn of haar leer- en evaluatieproces;

- de leerling is kritisch, analytisch ingesteld en is er op gericht eenvoudige processen uit te rafelen tot eenduidige algoritmen die hem in staat stellen de processen te automatiseren.

De leerling is er op gericht na het uitvoeren van een realisatie, nauwgezet te rapporteren in functie van de werking van de realisatie.

Uitwegen

Het logische vervolg van de tweede graad Industriële wetenschappen (TSO) is de derde graad Industriële wetenschappen (TSO), Elektriciteit-Elektronica (TSO),

Elektro-Mechanica (TSO), Industriële ICT-Technieken (TSO), Elektrische installatietechnieken (TSO), Mechanische vormgevingstechnieken (TSO), Kunststoftechnieken (TSO), Vliegtuigtechnieken (TSO), Koel- en warmtetechnieken

(TSO) of Autotechnieken (TSO). Andere overgangen zijn individueel te bespreken.

43

Tweede Graad

Technisch Secundair Onderwijs (TSO) MECHANISCHE TECHNIEKEN

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad Lessentabel

Technisch

Instituut Heilig

Hart 3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 1 1

Frans 2 2

Nederlands 4 4

wiskunde 3 3

elektriciteit 1 1

mechanica

mechanica 7 7

praktijk mechanica/elektromechanica 8 8

toegepaste fysica 1 1

Totaal 33 33

Bedoeling

De studierichting Mechanische technieken heeft een dubbele doelstelling: voldoende inzichten, vaardigheden en attitudes verwerven om:

een geschikte keuze te kunnen maken voor een vervolgopleiding in het studiegebied “Mechanica – Elektriciteit” derde graad;

in eenvoudige constructies en installaties, de kenmerken van materialen en constructieonderdelen te kunnen opzoeken of bepalen en daarvoor een geschikte uitvoeringstechniek kiezen.

Door een doorgedreven praktisch-technische vorming worden leerlingen opgeleid tot bekwame vakarbeiders met een verantwoordelijke functie. Daarom moet de

nadruk gelegd worden op het verder studeren na het 6de jaar. Methode: projectmatig werken volgens een concentrisch vormingsconcept.

Er wordt geïntegreerd gewerkt via projecten volgens een concentrisch vormingsconcept.

- Project: van constructie(s) en –onderdelen de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen, individueel en/of in team, deels onder begeleiding, deels zelfstandig.

- Concentrisch vormingsconcept - Aangezien elk nieuw project dat wordt gemaakt, behalve nieuwe

doelstellingen, ook herhalende en verdiepende doelstellingen bevat – en men bovendien ook aandacht moet hebben voor de specifieke contextgebonden kenmerken van het project – kan dit worden verstaan als een concentrische

aanpak.

44

Inhoud van technisch pakket

Algemene vormingscompetenties

- De eigenheid van diverse beroepen van de metaalverwerkende sector en de

taak van de leden van het metaalbewerkingteam kennen. - De eigen werkplek inrichten en de eigen werkzaamheden situeren in het

geheel van de planning en de organisatie. - Constructies en onderdelen herkennen, deze in tekening brengen en hun

functie en relatie t.o.v. elkaar bepalen.

- De uitwendige krachten die op eenvoudige constructie(s), onderdelen inwerken en de factoren die het bewegingsmechanisme kenmerken, herkennen en hun

grootte bepalen. - De kenmerken van gereedschappen, hulpmiddelen en machines herkennen en

een geschikte keuze maken.

- De kenmerkende eigenschappen en onderdelen van een elektrische stroomkring herkennen en de wiskundige grootheden wiskundig uitdrukken.

- De factoren die invloed hebben op de materiaalbewerking herkennen. - Constructie(s) en onderdelen bouwen. - Voor een bepaalde werksituatie, de voorschriften die gelden voor collectieve

veiligheidsvoorzieningen, persoonlijke beschermingsmiddelen, gezondheid, hygiëne, milieu en ergonomie opzoeken.

- De materiaalhoeveelheid en de productiekostprijs berekenen. - De constructie(s) en onderdelen en het eigen werk evalueren.

Specifieke vormingscompetenties - Van constructieonderdelen ‘die gemaakt kunnen worden door het bewerken

van plaat- en profielmateriaal en met behulp van lassen en solderen samengebouwd’, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen.

- Van constructieonderdelen ‘die gemaakt kunnen worden door middel van verspanende vormgevingstechnieken’, de kenmerken en de vormgevingstechnieken bepalen.

- Van constructieonderdelen ‘gemonteerd, geïnstalleerd in een constructie’, de kenmerken, de montage-/installatie en demontagetechnieken bepalen.

Het gebruik van Informatie en Communicatie Technologie (ICT) Het is evident dat van de mogelijkheden die de computer, op het didactisch vlak

biedt, optimaal gebruik moet worden gemaakt. Typische mogelijkheden die op dit leerplan betrekking hebben, zijn:

- het opzoeken van onder meer: kenmerken van materialen, gereedschappen en uitvoeringstechnieken via internet , cd-roms …; - het gebruik van educatieve programma’s in verband met het lezen van

tekeningen, ruimtelijk voorstellings- en waarnemingsvermogen; - eenvoudige rekenbladen of geprogrammeerde formulieren om de kostprijs te

berekenen; - programma’s ter ondersteuning van zelfevaluatie; - eenvoudige software om op een actieve manier kennis en inzichten te

verwerken.

45

Uitwegen De tweede graad Mechanische technieken (TSO) geeft aansluiting op de derde

graad Mechanische vormgevingstechnieken (TSO), Autotechnieken (TSO) Kunststoftechnieken (TSO), Koel- en warmtetechnieken (TSO), Vliegtuigtechnieken

(TSO), Auto (BSO), Carrosserie (BSO),Tweewielers en lichte verbrandingsmotoren (BSO), Vrachtwagenchauffeur (BSO), Rijn- en binnenvaart (BSO), Centrale verwarming en sanitaire installaties (BSO), Koelinstallaties (BSO), Lassen-

constructie (BSO), Werktuigmachines (BSO), Productieoperator (BSO). Een modulaire opleiding binnen het studiegebied Mechanica-elektriciteit of Auto (BSO)

behoort ook tot de mogelijkheden. Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

46

Tweede Graad

Technisch Secundair Onderwijs (TSO) SOCIALE EN TECHNISCHE WETENSCHAPPEN

Logische vooropleiding.

2de leerjaar van de 1ste graad

Lessentabel

Instituut

Mariaburcht

Sint-Jan

Berchmans-

instituut

Vrij Technisch

Instituut

3de 4de 3de 4de 3de 4de

aardrijkskunde 1 1 1 1 1 1

geschiedenis 1 1 1 1 1 1

godsdienst 2 2 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2 2 2

Engels 2 2 2 2 2 1

Frans 3 3 3 3 3 3

Nederlands 4 4 4 4 4 4

wiskunde 3 3 3 3 3 3

natuurwetenschappen 4 4 3 3 4 4

informatica 1 1 1 1 1 2

integrale opdracht

- informatica

- labo natuurwetenschappen

- plastische opvoeding

- praktijk voeding

- sociale wetenschappen

- voeding theorie

7 7 8 8 7 7

sociale wetenschappen 4 4 4 4 4 4

Totaal 34 34 34 34 34 34

Bedoeling

Sociale en technische wetenschappen (TSO) wil leerlingen probleemoplossend leren denken en handelen en dit zowel met persoonsgerichte als productgerichte

inhouden, nl. voeding. Vanuit inzichten uit de mens- en natuurwetenschappen wordt niet alleen kennis overgedragen, maar wordt er ook veel belang gehecht aan

de zin voor nauwkeurigheid en de zorg voor de kwaliteit van handelen.

47

Inhoud van de vakken

De richtingsvakken kunnen onderverdeeld worden in drie groepen:

- natuurwetenschappen (biologie, chemie, fysica en laboratoriumoefeningen); - sociale wetenschappen (maatschappelijke en sociale vorming);

- integrale opdrachten. In de natuurwetenschappen komen volgende thema’s aan bod: metrologie,

materiemodel, kracht, arbeid, energie en vermogen, classificatie van organismen en stoffen, zintuigen, stofklassen, terreinstudie, chemische reacties, druk, warmteleer.

De doelstellingen van de sociale wetenschappen zijn: verkennen van eigen

mogelijkheden, verduidelijken van leerprocessen (geheugen, intelligentie, leren …), passend communiceren in verschillende situaties, menselijk gedrag en interacties

waarnemen en observeren, omgaan met rechten en plichten als jongere, verkennen en illustreren van de diversiteit tussen mensen.

Het vak integrale opdracht laat de leerlingen via zelfstandig werk leren rond een bepaald thema. Per thema worden vijf basiscompetenties bekeken, zijnde:

- sociaalwetenschappelijke thema’s onderzoeken; - natuurwetenschappelijke thema’s onderzoeken; - een persoonsgerichte activiteit organiseren voor een groep;

- een mondelinge presentatie geven voor een groep; - de eigen studieloopbaan in handen nemen.

Uitwegen

Het logische vervolg van de tweede graad Sociale en technische wetenschappen (TSO) is de derde graad Sociale en technische wetenschappen (TSO), Jeugd- en

gehandicaptenzorg (TSO), Gezondheids- en welzijnswetenschappen (TSO), Onthaal en public relations (TSO), Organisatiehulp (BSO) of Verzorging (BSO). Een

modulaire opleiding binnen het studiegebied Personenzorg (BSO) behoort ook tot de mogelijkheden. Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

48

Tweede Graad

Technisch Secundair Onderwijs (TSO) LICHAMELIJKE OPVOEDING EN SPORT

Logische vooropleiding

2de leerjaar van de 1ste graad Lessentabel

Instituut

Mariaburcht

3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 2 2

Frans 3 3

Nederlands 4 4

wiskunde 3 3

biologie 1 1

chemie 1 1

fysica 2 2

wetenschappen verdieping 1 1

informatica 1 1

muzikale opvoeding 1 1

plastische opvoeding 1 1

Seminarie LO 1 1

sport 7 7

Totaal 34 34

Bedoeling

Kenmerkend voor de studierichting Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) zijn de 7 lestijden sport toegevoegd aan de 2 lestijden Lichamelijke opvoeding. Deze

studierichting wil geen specialisatie zijn naar één bepaalde sporttak toe, maar laat de leerling kennismaken met een ruim toepassingsgebied binnen de lichamelijke opvoeding en sport.

In de tweede graad Lichamelijke opvoeding en sport ligt het accent vooral op het verwerven of verbeteren van de noodzakelijke basiseigenschappen zoals kracht,

lenigheid en uithouding. Er is echter evenveel aandacht voor het aanleren van basisbewegingen, de verschillende tussenstappen bij moeilijke bewegingen en het via spelvormen en speelse opdrachten komen tot een kennismaking met de

balsporten op technisch-tactisch vlak. Het aanleren van bewegingen en de bewegingsbeleving staan centraal in deze tweede graad. Het globale studiepakket

van Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) is minder zwaar dan Wetenschappen (Sport) (ASO) variant. De beoordelingseisen voor de sportvakken daarentegen vallen zwaarder uit. Er staan in deze studierichting dan ook het dubbel aantal

lesuren op het programma.

49

Inhoud van de vakken

Men mag stellen dat in deze studierichting de algemene vakken een ruim pakket uitmaken van het lessenrooster. Talen en wetenschappen halen een behoorlijk

niveau.

Naast de wetenschappelijke vakken zijn ook de lestijden sport belangrijk. Er komen meerdere sporttakken aan bod: atletiek, toestelturnen, zwemmen, balsporten, ritmiek en omnisport.

In het vak seminarie komen het leren omgaan met een groepsdynamiek in de

klas, inhaallessen wetenschappen en EHBO aan bod. Uitwegen

Het logische vervolg van de tweede graad Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) is

de derde graad Lichamelijke opvoeding en sport (TSO) of Topsport (TSO). Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten

De leerlingen bezitten best een positieve bewegingsingesteldheid en een ontwikkelingsdrang naar nieuwe sport- en spelvormen. Voldoende doorzettingsvermogen is vereist. Leerlingen die sportief zijn, zin voor teamwork

hebben en over een goed beheerste motoriek beschikken, kunnen in deze studierichting hun gading vinden.

De studiekosten worden verhoogd door bijkomende kosten voor (sport)kledij en

uitstappen.

50

Lessentabellen en profielen

studierichtingen KSO

51

Tweede Graad Kunstsecundair Onderwijs (KSO)

BEELDENDE EN ARCHITECTURALE KUNSTEN

Logische vooropleiding

Niet van toepassing

Lessentabel

Vrij Technisch

Instituut

3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 1 1

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 2 2

Frans 2 2

Nederlands 4 4

wiskunde 3 3

natuurwetenschappen 1 1

beeldende vorming

kleur

vormgeving

waarneming en voorstelling

12 12

informatica 1 1

kunstgeschiedenis 3 3

Totaal 34 34

Bedoeling

Binnen deze studierichting worden de leerlingen geconfronteerd met twee

uiteenlopende basisprincipes, nl. de architecturale en beeldende vorming. In de architecturale component worden begrippen over architectuur en industriële vormgeving aangebracht.

De beeldende component beoogt zowel de artistieke als creatieve ontwikkeling. De studierichting Beeldende en architecturale vorming (KSO) is in vergelijking met

Beeldende en architecturale kunsten (KSO) een meer theoretische vorming.

52

Inhoud van de vakken In waarnemingstekenen leert de leerling het driedimensionale van de realiteit in

het tweedimensionale van het vlak te vatten. Uitgaande van eenvoudige meetkundige vormen komt men uiteindelijk tot de menselijke figuur.

In beeldende vorming komen niet alleen de verschillende materialen aan bod, maar ook de algemeen technologische aspecten, zoals motorische vaardigheid en

gebruik van technische taal.

De esthetische normen die de leerling hierbij ervaart worden dan meer theoretisch behandeld en in een historische context geplaatst in kunstgeschiedenis.

Uitwegen

Het logische vervolg van de tweede graad Beeldende en architecturale kunsten (KSO) is de derde graad Toegepaste beeldende kunst (KSO), Vrije beeldende kunst (KSO) of Architecturale en binnenhuis-kunst (KSO).

Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten

Voldoende ruimtelijk aanvoelen, interesse voor tekentaal en graag tekenen zijn noodzakelijk om deze studierichting met succes aan te vatten.

53

Tweede Graad Kunstsecundair Onderwijs (KSO)

MUZIEK

Logische vooropleiding of bijzondere toelatingsvoorwaarden

Muziek (KSO) tweede graad vertrekt van een voorkennis die overeenkomt met minstens drie jaar algemene muzikale vorming en instrument van het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO). Bij de instap worden notenleer, dictee, instrumentale

vaardigheden en zang getoetst.

Lessentabel

Humaniora

Kindsheid

Jesu

3de 4de

aardrijkskunde 1 1

geschiedenis 2 2

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

Engels 2 2

Frans 3 3

Nederlands 4 4

wiskunde 3 3

fysica 1 1

algemene muziekleer (notenleer/gehoorvorming) 3 3

muziektheorie (analyse/harmonie/theorie) 2 2

instrument (1ste instrument/2de instrument/zang) 2 2

koorzang 2 2

samenspel 2 2

dramatische expressie 1 1

dans 1 1

Totaal 33 33

Bedoeling

In deze richting staat de muziek centraal; die wordt zowel praktisch als theoretisch benaderd. Van leerlingen die deze richting kiezen, veronderstellen we dat ze een muzikale bagage of aanleg hebben en muziek fijn vinden.

Pas na het slagen in een toelatingsproef kan deze studierichting aangevat worden.

54

Inhoud van de vakken Instrumentale en vocale vorming (1ste en 2de instrument, zang)

Elke leerling mag één instrument vrij kiezen en leert daarnaast omgaan met de

piano. Ook de eigen stem, primair muzikaal communicatiemiddel en onmisbaar voor samenzang en notenleer, wordt bestudeerd en ontwikkeld.

Algemene muzikale vorming (notenleer, gehoorvorming, analyse theorie, harmonie)

Hier houdt de leerling zich bezig met het verwerven van de taal van de muziek. De leerling leert luisteren, opschrijven wat hij hoort, lezen, verklanken wat hij onder

ogen krijgt, klankkleuren herkennen, en de meest elementaire structuren (ritme, melodische en harmonische bouwstenen) van de muziek begrijpen. Bijzondere

aandacht gaat hierbij uit naar het ontwikkelen van lees- en notatievaardigheden – de klassieke solfège.

Podiumvorming (samenspel, koorzang, dans, drama)

Hier ontwikkelt men de nodige vaardigheden om alle elders aangeleerde, individuele vaardigheden te gebruiken in een creatief groepsproces en om op die manier

muziekproducties op poten te zetten. Spelen in groepsverband, werken met een dirigent, zich kunnen bewegen en uiten op een podium zijn hiervoor van groot belang.

Uitwegen

Het logische vervolg van de tweede graad Muziek (KSO) is de derde graad Muziek (KSO). Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten

De noodzakelijke dagelijkse individuele training, buiten de lestijden, en de diverse optredens binnen en buiten de school vereisen een doelmatige planning en

degelijke studiediscipline.

55

Lessentabellen en profielen studierichtingen

BSO

Deeltijds BSO p. 74

56

Tweede Graad Beroepssecundair Onderwijs (BSO)

BOUW

Logische vooropleiding Niet van toepassing.

Lessentabel

Technisch

Instituut

Heilig Hart

3de 4de

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

project algemene vakken 6 6

realisaties bouw

realisaties bouw: praktijk 16 16

realisaties bouw: technologie 7 7

Totaal 33 33

Bedoeling

Het voornaamste kenmerk van een studierichting binnen het Beroepssecundair Onderwijs is dat de opleiding sterk praktisch gericht is. Door deze doorgedreven

praktische vorming worden leerlingen opgeleid tot bekwame vakarbeiders.

De tweede graad Bouw is een voorbereiding op de derde graad Ruwbouw. Leerlingen worden vooral de nodige basisvaardigheden bijgebracht.

Het accent ligt duidelijk op het praktische aspect van de opleiding, op het aanleren van een goede vakbekwaamheid in de bouwnijverheid.

57

Inhoud van de vakken Het leerpakket algemene vakken maakt maar een beperkt aantal lestijden uit van

het lessenrooster.

Binnen het leerpakket uitvoeringstechnieken zijn technologie en technisch tekenen belangrijk. Technologie omvat de studie van bepaalde bouwconstructies en bouwmaterialen. Tijdens de lesuren technisch tekenen maken leerlingen

tekeningen, die toepassingen zijn op activiteiten binnen de bouwnijverheid. Deze tekenlessen trachten het technisch inzicht bij leerlingen te vergroten.

Het leerpakket praktijk beslaat het grootste aantal lesuren van het lessenrooster en bestaat uit een praktische vorming (het maken van opgelegde werkstukken of

oefeningen in de werkplaats op school). De aangeboden oefeningen worden zo gekozen dat ze geleidelijk en systematisch bijdragen tot de opbouw van een

vakbekwaamheid bij leerlingen. In deze tweede graad Bouw start een polyvalente vakopleiding met leervakken

zoals: metselen, ijzervlechten, betonneren. Het is de bedoeling om de basisvaardigheden van deze handvaardigheden aan leerlingen bij te brengen.

Ook al staat de praktijk centraal, de technologische achtergrond wordt in de

technische lessen uitgediept. Een bouwplan kunnen lezen is belangrijk. Tijdens de lesuren technisch tekenen wordt daaraan de nodige tijd besteed.

Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Bouw (BSO) is de derde graad Ruwbouw (BSO), Ruwbouwafwerking (BSO) of Bouwplaatsmachinist (BSO). Een modulaire opleiding binnen het studiegebied Bouw behoort ook tot de mogelijkheden.

Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten Allergie voor stof of epilepsie vormen mogelijke medische tegenindicaties.

58

Tweede Graad Beroepssecundair Onderwijs (BSO)

SCHILDERWERK EN DECORATIE

Logische vooropleiding Niet van toepassing.

Lessentabel

Instituut

Mariaburcht

3de 4de

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

project algemene vakken 6 6

Frans 2 2

praktijk schilderen en decoratie 15 15

toegepaste informatica 1 1

uitvoeringstechnieken 6 6

Totaal 34 34

Bedoeling

Het voornaamste kenmerk van een studierichting binnen het Beroepssecundair

Onderwijs is dat de opleiding sterk praktisch gericht is. Door deze doorgedreven praktische vorming worden leerlingen opgeleid tot bekwame vakarbeiders. Leerlingen worden vooral de nodige basisvaardigheden bijgebracht. Het accent ligt

duidelijk op het praktische aspect van de opleiding, op het aanleren van een goede vakbekwaamheid in de schilder- en decoratienijverheid.

Schilderwerk en decoratie (BSO) richt zich naar de afwerking en verfraaiing van nieuwbouw en bestaande gebouwen. Technieken zoals schilderen, behangen en

vloerbekleding plaatsen, komen in deze studierichting aan bod.

59

Inhoud van de vakken Het leerpakket algemene vakken maakt maar een beperkt aantal lestijden uit van

het lessenrooster.

Binnen de technische vakken is het vak uitvoeringstechnieken zeer belangrijk. Dit vak omvat de studie van de ondergronden, de werkmethodes en materialen binnen de schilder- en decoratietechnieken. Tijdens het ‘deelvak’ technisch tekenen

maken de leerlingen technische tekeningen die toepassingen zijn op activiteiten binnen de sector.

De lessen praktijk schilderen en decoratie omvatten het maken van opgelegde werkstukken of oefeningen in de werkplaats van de school. Men brengt de leerling

basisvaardigheden bij: sierschrift, siertekenen en schetsen, schilderen en decoratie…

Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Schilderwerk en decoratie (BSO) is de derde graad Schilderwerk en decoratie (BSO). Een modulaire opleiding binnen het

studiegebied Schilderwerk-decoratie behoort ook tot de mogelijkheden. Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten

Allergie voor stof, bepaalde verven en verwerkingsproducten vormen mogelijke medische tegenindicaties.

60

Tweede Graad Beroepssecundair Onderwijs (BSO)

KANTOOR

Logische vooropleiding

Niet van toepassing.

Lessentabel

St.-Jan

Berchmans

Instituut

Vrij Technisch

Instituut

3de 4de 3de 4de

godsdienst 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2

project algemene vakken 6 6 6 6

Engels 4 4 3 3

Frans 4 4 5 5

Nederlands 4 4

administratie, retail en logistiek 12 15

administratieve vorming 6 7

toegepaste informatica 2 6

toegepaste informatica: dactlylografie 4

Totaal 34 34 34 34

Bedoeling

Het voornaamste kenmerk van een studierichting binnen het Beroepssecundair Onderwijs is dat de opleiding sterk praktisch gericht is. Door deze doorgedreven praktische vorming worden de leerlingen opgeleid tot bekwame vakmensen.

Leerlingen worden vooral de nodige basisvaardigheden bijgebracht. Deze studierichting biedt een veelzijdige vorming aan die een ruime inzetbaarheid

op de arbeidsmarkt mogelijk maakt. Kantoor (BSO) biedt een ruime beroepsgerichte opleiding met het oog op de uitvoering van eenvoudige administratieve taken.

61

Inhoud van de vakken In het 3de jaar start in schooljaar 2013-2014 een nieuw leerplan voor Kantoor. De

leerlingen krijgen een inzicht in de competenties van zowel een administratief medewerker als een retailmedewerker. Elementen van logistiek worden ook

verkend via de doelstellingen die verband houden met het ontvangen van de goederen in het magazijn van een supermarkt. De basisvaardigheden rond het telefoneren - belangrijk element voor het profiel medewerker klantendienst -

komen ook reeds aan bod.

De vorming bestaat uit 3 componenten en is identiek aan de vorming in de 2de graad Verkoop bso:

een communicatieve component waarin de basisvaardigheden van functionele communicatie in het Nederlands, Frans en Engels worden aangebracht;

een bedrijfsgerichte component met het leren werken met praktijkdocumenten, inzicht krijgen in de goederen- en documentenstroom, inzicht krijgen in de basistaken van een administratief medewerker en een retailmedewerker;

een belangrijke en diepgaande ICT-vorming met aandacht voor tienvingerig blindtypen, tekstverwerking, rekenblad, gegevensblad en presentatiepakketten

in het kader van een administratieve en retailcontext.

Uitwegen Het logische vervolg van de tweede graad Kantoor (BSO) is de derde graad Kantoor

(BSO). Een modulaire opleiding binnen het studiegebied Handel behoort ook tot de mogelijkheden.

Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

62

Tweede Graad Beroepssecundair Onderwijs (BSO)

VERKOOP

Logische vooropleiding

Niet van toepassing.

Lessentabel

Instituut

Mariaburcht

3de 4de

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

project algemene vakken 6 6

Engels 3 3

Frans 4 4

Nederlands 2 2

Administratie, retail en logistiek 15

commerciële vorming 4

presentatietechnieken 4

toegepaste informatica 4

winkeladministratie 2

zakelijke communicatie 1

Totaal 34 34

Bedoeling

Het voornaamste kenmerk van een studierichting binnen het Beroepssecundair onderwijs is dat de opleiding sterk praktisch gericht is.

Deze studierichting richt zich vooral tot jongeren die zich aangetrokken voelen tot commercieel werk in een winkelomgeving.

De vorming gebeurt via een interne werkplek in de school, zoals een leerwinkel, een vaklokaal logistiek of een lokaal visual merchandising.

63

Inhoud van de vakken In het 3de jaar start in schooljaar 2013-2014 een nieuw leerplan voor Verkoop. De

leerlingen krijgen een inzicht in de competenties van zowel een administratief medewerker als een retailmedewerker. Elementen van logistiek worden ook

verkend via de doelstellingen die verband houden met het ontvangen van de goederen in het magazijn van een supermarkt. De basisvaardigheden rond het telefoneren - belangrijk element voor het profiel medewerker klantendienst -

komen ook reeds aan bod.

De vorming bestaat uit 3 componenten en is identiek aan de vorming in de 2de graad Kantoor bso:

een communicatieve component waarin de basisvaardigheden van functionele

communicatie in het Nederlands, Frans en Engels worden aangebracht; een bedrijfsgerichte component met het leren werken met praktijkdocumenten,

inzicht krijgen in de goederen- en documentenstroom, inzicht krijgen in de

basistaken van een administratief medewerker en een retailmedewerker; een belangrijke en diepgaande ICT-vorming met aandacht voor tienvingerig

blindtypen, tekstverwerking, rekenblad, gegevensblad en presentatiepakketten in het kader van een administratieve en retailcontext.

Voortzetting

Het logisch vervolg van de tweede graad Verkoop (BSO) is de derde graad Verkoop (BSO).

64

Tweede Graad Beroepssecundair Onderwijs (BSO)

HOUT

Logische vooropleiding

Niet van toepassing.

Lessentabel

Technisch

Instituut

Heilig Hart

3de 4de

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

project algemene vakken 6 6

informatica 1 1

realisaties hout

praktijk hout 16 16

technisch vak hout 7 7

Totaal 34 34

Bedoeling

Het voornaamste kenmerk van een studierichting binnen het Beroepssecundair Onderwijs is dat de opleiding sterk praktisch gericht is. Door deze doorgedreven

praktische vorming worden leerlingen opgeleid tot bekwame vakarbeiders.

De tweede graad Hout is een voorbereiding op de derde graad Houtbewerking. Leerlingen brengt men vooral de nodige basisvaardigheden bij.

Het accent ligt duidelijk op het praktische aspect van de opleiding, op het aanleren van een zekere vakbekwaamheid in de houtnijverheid.

65

Inhoud van de vakken Men mag stellen dat het leerpakket algemene vakken in de meeste studierichtingen

binnen het beroepsonderwijs niet zo moeilijk is. Het leerpakket maakt maar een beperkt aantal lesuren van het lessenrooster uit.

Binnen het leerpakket technische vakken zijn de leervakken technologie en technisch tekenen belangrijk. Technologie omvat de studie van bepaalde houtconstructies en houtmaterialen. Tijdens de lesuren technisch tekenen maken

leerlingen tekeningen die toepassingen zijn op activiteiten binnen de houtnijverheid. Deze tekenlessen trachten het technisch inzicht bij leerlingen te vergroten.

Het leerpakket praktijk beslaat het grootst aantal lesuren van het lessenrooster (minstens 15/36 = 41%) en bestaat uit een praktische vorming (het maken van

opgelegde werkstukken of oefeningen in de werkplaats op school). De aangeboden oefeningen worden zo gekozen dat ze geleidelijk en systematisch bijdragen tot de

opbouw van een zekere vakbekwaamheid bij leerlingen. In de tweede graad Hout worden alle basisvaardigheden uit de schrijnwerkerij en

meubelmakerij aangeleerd (o.a.: leren meten, schaven, zagen, maken van verbindingen en toepassingen). Het werken met eenvoudige machines komt

eveneens aan bod (schaafmachines, lint- en cirkelzaag, draagbare machines). Het monteren en afwerken van gemaakte werkstukken, zowel werkstukken uit de

schrijnwerkerij als uit de meubelmakerij, is ook voorzien in het leerpakket van deze tweede graad Hout.

Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Hout (BSO) is de derde graad Houtbewerking (BSO) of Houtbewerking-snijwerk (BSO). Een modulaire opleiding binnen het studiegebied Hout behoort ook tot de mogelijkheden.

Andere overstappen zijn individueel te bekijken.

Aandachtspunten Allergie voor stof, bepaalde houtsoorten of verwerkingsproducten vormen mogelijk

medische tegenindicaties.

66

Tweede Graad Beroepssecundair Onderwijs (BSO)

HAARZORG

Logische vooropleiding

Niet van toepassing.

Lessentabel

Vrij Technisch

Instituut

3de 4de

godsdienst 2 2

Lichamelijke opvoeding 2 2

project algemene vakken 6 6

Frans 2 2

realisatietechnieken haarzorg 20 20

plastische opvoeding 1 1

toegepaste informatica 1 1

Totaal 34 34

Bedoeling

De studierichting Haarzorg streeft naar de vorming van vakkundige haarspecialisten. Door een zeer intense praktijkopleiding wil men allereerst het

beroep aanleren maar ook bijdragen in de persoonlijkheidsvorming van de leerling. Hierbij worden klemtonen gelegd op vriendelijkheid, voorkomendheid, en dienstbaarheid. De leerling zal vooral blijk moeten geven van zin voor

zelfstandigheid en samenwerking, werkzaamheid en aanpassingsvermogen. Het aanleren van sociale vaardigheden onderstreept het ‘klantgericht’ karakter van de

studierichting. De praktische vorming legt de nadruk op vingervaardigheid, handigheid en soepelheid van de polsen. Belangrijk zijn tevens het snel, ordelijk en hygiënisch

werken met aandacht voor de veiligheidsvoorschriften en het onberispelijk afwerken van kapsels.

De leerling moet daarbij spontaan en soepel kunnen werken met inachtneming van de juiste vakterminologie, de juiste technieken, het juiste materiaal en de juiste

grondstoffen. Hij/zij moet tevens leren prijsbewust te werken en de regels van veiligheid en hygiëne (kledij, werkpost) zorgvuldig respecteren.

67

Inhoud van de vakken Frans (algemeen vak). In het eerste leerjaar van de tweede graad is er een grote

heterogeniteit inzake voorkennis van Frans. De aandacht in de lessen gaat vooral naar gespreksvaardigheid: zich leren uiten in een aantal concrete situaties die

aansluiten bij hun leefwereld. Verder moeten zij geschreven boodschappen kunnen begrijpen en vertrouwd worden met belangrijke informatieve gegevens waarmee ze geconfronteerd worden o.a. opschriften en handwijzers, mededelingen aan het

publiek (bezoekuren, instructies, uurregelingstabellen van het openbaar vervoer).

Realisatietechnieken haarzorg (technisch vak) richt zich op de kennis van benodigdheden, gereedschap, apparaten en grondstoffen die nodig zijn voor het uitoefenen van het beroep.

Inzicht in de structuur van huid en haar is belangrijk. De leerling moet weten welke haarsoorten en haarvormen er zijn en het verschil kennen; een duidelijk begrip

hebben van de groei en functie van het haar; een onderscheid kunnen maken tussen de elektrische apparaten voor wat de kwaliteit en de toepassings-mogelijkheden betreft; de veiligheidsvoorschriften in verband met het

kappersberoep kennen; het onderscheid kennen tussen permanent, watergolf, haarwerk en ondulatie en telkens weten wat het doel is en welke benodigdheden

moeten worden voorzien. Naast de vaktechnologie komt ook het technisch tekenen aan bod. De leerling leert

werken met verhoudingen en krijgt zo inzicht in hoofdvormen en in de technische vormgeving van kapsels.

Realisatietechnieken haarzorg (praktisch vak) wil de leerlingen de juiste vakterminologie, het gebruik van de juiste technieken, het juiste materiaal en

grondstoffen alsook regels van veiligheid en hygiëne bijbrengen. Op het programma van het eerste jaar staat: het wassen van het haar; toepassen van verzorgingsproducten en haarverstevigers; de watergolf (basisoprollingen,

vingerkrullen, vingergolven, opkammen van het kapsel, brushing); elementaire technieken op lang haar (vlecht- en opsteektechnieken); de ondulatie (hanteren

van het onduleerijzer en/of elektrisch krulijzer, puntrolling, spiraal- of worteloprolling); de permanent en snit. Het tweede leerjaar herneemt deze onderdelen maar verfijnt de technieken en

breidt de kennis uit. Als nieuwe onderdelen komen het haarwerk (gereedschappen en grondstoffen; het opmaken, het onderhouden, het bevestigen en verwijderen

van haarstukjes) alsook het kleuren. Uitwegen

Na de tweede graad Haarzorg volgt men meestal de derde graad Haarzorg BSO.

68

Tweede Graad Beroepssecundair Onderwijs (BSO)

BASISMECHANICA

Logische vooropleiding Niet van toepassing.

Lessentabel

Technisch

Instituut

Heilig Hart

3de 4de

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

project algemene vakken 6 6

realisaties mechanische constructies

praktijk mechanica 16 16

technisch vak mechanica 7 7

Totaal 33 33

Bedoeling

De studierichting Metaal BSO heeft een dubbele doelstelling: - voldoende inzichten, basisvaardigheden en attitudes verwerven om een

geschikte keuze te kunnen maken naar een vervolgopleiding in de

studiegebieden ‘Auto’, ‘Koeling en warmte’ en ‘Mechanica-elektriciteit’; - de startkwalificatie te verwerven om de functie van helper te kunnen

uitoefenen bij: het construeren van mechanische constructie(s) en –onderdelen; het monteren en demonteren van constructie(s) en –onderdelen;

- het installeren van energiekringen.

69

Inhoud van de vakken Algemene vormingscompetenties

- de eigenheid van diverse beroepen van de metaalverwerkende sector en de taak van de leden van het metaalbewerkingsteam kennen;

- de eigen werkplek inrichten en de eigen werkzaamheden situeren in het geheel van de planning en de organisatie;

- contructie(s) en –onderdelen herkennen, hun functie verklaren en deze

schetsmatig voorstellen; - de uitwendige krachtswerking op eenvoudige constructie(s), -onderdelen,

gereedschappen en machines – en de elementen die deel uitmaken van het bewegingsmechanisme – herkennen; - de kenmerken van gereedschappen, hulpmiddelen en machines herkennen en

een geschikte keuze maken; - de kenmerkende eigenschappen en onderdelen van een elektrische

stroomkring herkennen; - de factoren die invloed hebben op de materiaalbewerking herkennen; - mechanische constructie(s) en –onderdelen bouwen;

- de verstrekte richtlijnen met betrekking tot de collectieve veiligheidsvoorzieningen, persoonlijke beschermingsmiddelen, gezondheid,

hygiëne, milieu en ergonomie naleven; - de materiaalhoeveelheid en de productiekostprijs berekenen;

- de constructie(s) en –onderdelen en het eigen werk evalueren. Specifieke vormingscompetenties

- Vormgeven door het bewerken van plaat- en profielmateriaal, lassen en solderen.

- Vormgeven door het verspanen van materiaal. - Vormgeven door het monteren en demonteren van constructieonderdelen. - Vormgeven door het installeren van energiekringen.

Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Basismechanica (BSO) is de derde graad Auto (BSO), Carrosserie (BSO), Centrale verwarming en sanitaire installaties (BSO),

Koelinstallaties (BSO), Kunststofverwerking (BSO), Lassen-constructie (BSO), Productieoperator (BSO), Tweewielers en verbrandingsmotoren (BSO), Vrachtwagenchauffeur (BSO) of Werktuigmachines (BSO). Een modulaire opleiding

binnen het studiegebied Auto, Koeling en warmte of Mechanica-elektriciteit behoort ook tot de mogelijkheden.

Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

70

Tweede Graad Beroepssecundair Onderwijs (BSO)

ELEKTRISCHE INSTALLATIES

Logische vooropleiding

Niet van toepassing.

Lessentabel

Technisch

Instituut

Heilig Hart

3de 4de

godsdienst 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2

project algemene vakken 6 6

elektriciteit 2 2

praktijk elektriciteit 16 16

uitvoeringsmethoden 5 5

Totaal 33 33

Bedoeling Het voornaamste kenmerk van een studierichting binnen het Beroepssecundair

Onderwijs is dat de opleiding sterk praktisch gericht is. Door deze doorgedreven praktische vorming worden de leerlingen opgeleid tot bekwame vakmensen. De

tweede graad moet vooral gezien worden als een voorbereiding op de derde graad. De tweede graad elektrische installaties BSO richt zich tot leerlingen die zich

aangetrokken voelen door elektriciteit. De tweede graad maakt leerlingen vertrouwd met elektrische basisschakelingen en laat de leerlingen kennis maken

met de zeer concrete toepassingen van elektriciteit. In de tweede graad staat de gewone huishoudelijke installatie centraal. Alle mogelijke lichtschakelingen, stopcontacten, bedrading van verdeelkasten, aansluitingen van toestellen komen

aan bod.

71

Inhoud van de vakken Elektriciteit en labo

De leerlingen van het eerste leerjaar van de tweede graad moeten in staat zijn om eenvoudige berekeningen i.v.m. de elektrische kringloop uit te voeren. De leerstof

wordt proefondervindelijk aangebracht en de leerlingen worden in staat gesteld zelfstandig te experimenteren.

Aan het einde van de tweede graad moeten volgende kennisvaardigheden bereikt zijn:

Begrippen “spanning”, “stroomsterkte”, en “weerstand” kunnen omschrijven; Eenheden van spanning, stroomsterkte en weerstand kunnen opsommen; de

onderdelen en veelvouden van de verschillende eenheden kunnen herleiden

naar de eenheid toe; Inzicht hebben in de wet van Ohm; het verband kennen tussen spanning,

stroom en weerstand; eenvoudige berekeningen op de wet van Ohm kunnen toepassen;

Het begrip “arbeid” en “vermogen” kunnen omschrijven; de formules kennen

en deze kunnen toepassen in oefeningen; Basisbegrippen uit het magnetisme en elektromagnetisme.

Uitvoeringstechnieken Technisch tekenen De leerlingen worden vertrouwd gemaakt met de voorstelling van elektrische

installaties door middel van aangenomen tekens. De leerlingen leren de voornaamste symbolen en verklarende schema’s van een huisinstallatie tekenen en

herkennen. Het komt er niet alleen op aan te leren tekenen… ook het schemalezen en schema-ontleden laten toe het ene schema in een ander om te zetten en fouten in schema’s op te zoeken.

Technologie

De leerstof omvat de materialenleer, de onderdelen en de apparaten die door de elektricien gebruikt worden. De leerlingen leren tevens hoe met deze materialen - aan de hand van richtlijnen en schema’s - installaties kunnen gebouwd worden.

Praktijk elektriciteit

In de tweede graad staat de gewone huishoudelijke installatie centraal. Alle mogelijke lichtschakelingen, stopcontacten, bedrading van verdeelkasten, aansluitingen van toestellen komen aan bod. Het betreft de hele elektrische

installatie voor het gewoon elektrisch comfort van een ééngezinswoning. De elektrische installaties worden met de nodige reglementering en technologisch

inzicht in de praktijk omgezet. In de praktijk zit bijgevolg ook het verwerken en aanleggen van draden, kabels en buizen. Men leert de gereedschappen, die voor deze installaties nodig zijn, efficiënt gebruiken.

Uitwegen

Het logisch vervolg van de tweede graad Elektrische installaties (BSO) is de derde graad Elektrische installaties (BSO), Auto (BSO), Centrale verwarming en sanitaire

installaties (BSO) of Koelinstallaties (BSO). Een modulaire opleiding binnen de studiegebieden Auto, Koeling en warmte of Mechanica-elektriciteit behoort ook tot

de mogelijkheden. Andere overgangen zijn individueel te bekijken.

72

Tweede Graad Beroepssecundair Onderwijs (BSO)

VERZORGING-VOEDING

Logische vooropleiding

Niet van toepassing.

Lessentabel

Instituut

Mariaburcht

St.-Jan

Berchmans

Instituut

Vrij Technisch

Instituut

3de 4de 3de 4de 3de 4de

godsdienst 2 2 2 2 2 2

lichamelijke opvoeding 2 2 2 2 2 2

project algemene vakken 6 6 6 6 6 6

Engels 1 1

Frans 2 2 2 2 2 2

muzikale opvoeding 1 1 1 1 1 1

plastische opvoeding 2 2 2 2 2 2

toegepaste informatica 1 1 2 2 1 1

verzorging-voeding

- gezondheid en welzijnszorg

- kwaliteitszorg

- sociale vaardigheden

- textiel en interieurzorg TV

- textiel en interieurzorg PV

- voeding TV

- voeding PV

4

2

2

1

3

2

4

4

2

2

1

3

2

4

16 16 18 18

Totaal 34 34 34 34 34 34

Bedoeling

Het voornaamste kenmerk van een studierichting binnen het Beroepssecundair Onderwijs is dat de opleiding sterk praktisch gericht is.

Deze studierichting richt zich vooral tot jongeren die sociaal voelend zijn en die graag en vlot met mensen van verschillende leeftijden en in verschillende situaties

omgaan. In de tweede graad zijn er, naast de algemene vakken ook duidelijk mens- en praktijkgerichte vakken.

73

Inhoud van de vakken Sociale vaardigheden

Centraal staat het omgaan met zichzelf en de anderen in hun eigen leefsituaties (het gezin, de familie, de kennissen- en vriendenkring, hun leeftijdsgenoten, hun

school- en ontspanningsleven). Gezondheid en welzijnszorg

De leerling wordt vertrouwd gemaakt met de begrippen zelfzorg, mantelzorg en mantelzorgverstrekking: men leert op een verantwoorde wijze omgaan met

dagdagelijkse zorgbehoeften in gezins-, familiaal-, buurt-, school- en klasverband. Er wordt vooral aandacht gegeven aan het ontwikkelen van een zorghouding voor zichzelf en anderen.

Maaltijdzorg

Dit wordt aanvankelijk geconcretiseerd in het verzorgen van eenvoudige bereidingen (vooral met inheemse marktproducten en op basis van eenvoudige technieken) en evolueert geleidelijk naar de zorg voor eenvoudige feestmaaltijden

en streekgerechten. De aandacht wordt systematisch gericht op het verwerken van informatie (voedingsmiddelen verantwoord kunnen kiezen, kopen en gebruiken,

komen tot een gezondheidsbevorderende voeding), het ergonomisch handelen (rationeel omgaan met tijd, geld en energie) en het klantgericht denken en

handelen. Linnen en interieurzorg

Dit vak is niet enkel georiënteerd naar zelfzorg, maar tevens naar mantelzorg (gericht op het spontaan en gratis hulp bieden aan andere mensen). De leerlingen

leren actief participeren aan en verantwoordelijkheid nemen binnen het gezin. Er wordt ook stilgestaan bij gangbare waarden en normen. Er wordt aandacht gegeven aan de zorg voor de woonomgeving, de zorg voor

textiel en de bewerking van soepele en harde materialen.

Uitwegen Het logisch vervolg van de tweede graad Verzorging-voeding (BSO) is de derde

graad Verzorging (BSO) of Organisatiehulp (BSO). Een modulaire opleiding binnen het studiegebied Voeding behoort ook tot de mogelijkheden.

74

HET DBSO (DEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS) WAT

Het deeltijds onderwijs wil aan de jongeren een vormings- en opleidingsmogelijkheid bieden gebaseerd op afwisselend leren en werken.

De vorming vindt gedurende twee dagen plaats in een centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, afgekort tot CDO. De vorming, ingericht in een 2de en 3de graad, bestaat in de meeste CDO's uit:

- zeven lestijden algemene vakken: Project Algemene Vakken (PAV) + Moderne Vreemde Taal (MVT),

- acht lestijden technische en praktische vakken: Beroepsgerichte Vorming (BGV).

Het stelsel leren en werken combineert, voor elke jongere individueel, een

component leren en een component werkplekleren. Als de combinatie van deze componenten minimaal 28 uren per week bedraagt, dan voldoet de jongere aan

het voltijds engagement en aan de deeltijdse leerplicht. In het DBSO kan de component werkplekleren worden ingevuld via:

1. Arbeidsdeelname 2. Een brugproject

3. Een voortraject 4. Een persoonlijk ontwikkelingstraject

Voor elke leerling is screening en trajectbegeleiding door het CDO verplicht. In het Centrum Deeltijds Onderwijs van het TIHH-Hasselt biedt men volgende

opleidingen aan:

- Administratief medewerker - Sanitair installateur - Winkelbediende - Monteur centrale verwarming - Verzorgende / Zorgkundige - Tegelzetter

- Logistiek helper in de zorginstellingen - Metselaar - Keukenmedewerker - Voeger

- Hulpkok - Machinale houtbewerker - Kapper - Stukadoor

Vanaf 1 september 2008 wordt voor elke DBSO-jongere gestreefd naar een voltijds

engagement. De trajectbegeleider ondersteunt de jongeren bij hun zoektocht naar de invulling van de component werkplekleren. Op termijn worden alle opleidingen, binnen het deeltijds onderwijs, modulair. Dit

schooljaar vallen de volgende opleidingen reeds onder het modulair systeem: tegelzetter, metselaar, voeger, machinale houtbewerker, keukenmedewerker,

hulpkok, winkelbediende, administratief medewerker, sanitair installateur en monteur centrale verwarming.

VOOR WIE Voor deeltijds leerplichtigen, d.w.z.:

- Vanaf 16 jaar is DBSO altijd mogelijk. - Vanaf 15 jaar, indien minstens de eerste twee leerjaren van het secundair

onderwijs werden gevolgd.

- In het schooljaar waarin de leerling 15 jaar wordt: na CLB-advies en mits toelating door de directie, indien ten minste de eerste twee leerjaren van het

secundair onderwijs werden gevolgd. - Deeltijds onderwijs is eveneens toegankelijk voor jongeren die enerzijds aan de

voltijdse leerplicht hebben voldaan en anderzijds de leeftijd van 25 jaar nog niet

hebben bereikt.

75

WAAR Vlaanderen telt 49 CDO's.

Het Centrum Deeltijds Onderwijs van het Technisch Instituut H.Hart te Hasselt is gevestigd:

Kuringersteenweg 146, 3500 HASSELT Tel.: 011 27 83 19 e-mail: [email protected] Fax: 011 27 83 19

WANNEER

- Inschrijven is mogelijk tot 31 januari; afwijkingen zijn mogelijk maar uitzonderlijk.

- Je kan tot 15 november als regelmatige leerling opnieuw overstappen naar het

voltijds onderwijs.

SOCIAAL STATUUT - Tewerkgestelden krijgen een vergoeding van ongeveer € 296 tot zelfs € 800,

afhankelijk van de sector waarin men tewerkgesteld is. Indien zij jaarlijks netto-

belastbaar meer dan € 2.990 (€ 4.320 voor alleenstaande ouder) verdienen, tellen ze niet meer mee als persoon ten laste van de ouders. Vanaf € 7.070 netto

betalen de jongeren zelf belastingen. - Om de tewerkstelling van leerplichtige jongeren te bevorderen, kan een

startbonus van € 500 worden toegekend na het eerste en tweede opleidingsjaar. Na het derde opleidingsjaar loopt de startbonus op tot € 750, dit voor de jongeren die deeltijds leren combineren met deeltijds werken bij een privé of openbare

werkgever. - Deze bedragen gelden voor 2012 en worden jaarlijks aan de index aangepast.

- Men heeft altijd recht op kinderbijslag tot 31 augustus van het jaar waarin de jongere 18 jaar wordt. Voor het bekomen van kinderbijslag na deze datum mag het bedrag van € 509,87 bruto per maand niet overschreden worden.

STUDIEBEWIJZEN

Mogelijk te behalen: - Attest van verworven competenties - Deelcertificaat

- Certificaat - Getuigschrift van de 2de graad van het secundair onderwijs

- Studiegetuigschrift van het 2de leerjaar van de 3de graad van het secundair onderwijs

- Diploma van het secundair onderwijs

76

Het Buitengewoon Secundair Onderwijs BuSO

77

HET BUITENGEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS BuSO

Het Buitengewoon Secundair Onderwijs richt zich tot jongeren van 13 tot 21 jaar met

een handicap of met leer- of opvoedingsmoeilijkheden.

De structuur van het Buitengewoon Secundair Onderwijs bestaat uit 4 opleidingsvormen. Binnen elke opleidingsvorm kan men leerlingen uit verschillende

types samenbrengen. Er zijn 7 types:

type 1: voor jongeren met een licht mentale handicap

type 2: voor jongeren met een matig of ernstig mentale handicap

type 3: voor jongeren met karakteriële stoornissen

type 4: voor jongeren met een fysieke (= lichamelijke) handicap

type 5: voor langdurig zieke jongeren

type 6: voor jongeren met een visuele handicap

type 7: voor jongeren met een auditieve handicap

De onderverdeling in opleidingsvormen heeft te maken met de doelstellingen die men nastreeft.

Opleidingsvorm 1: sociale aanpassing

Deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd leefmilieu; hij kan georganiseerd worden voor de types 2, 3, 4, 6 en

7.

Opleidingsvorm 2: sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking

Deze opleidingsvorm geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining met het oog op integratie in een beschermd leef- en werkmilieu;

hij kan georganiseerd worden voor de types 2, 3, 4, 6 en 7.

Opleidingsvorm 3: beroepsonderwijs

Deze opleidingsvorm geeft een sociale en beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu; hij kan georganiseerd worden

voor de types 1, 3, 4, 6 en 7. Binnen opleidingsvorm 3 worden verschillende opleidingen georganiseerd.

Opleidingsvorm 4: algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs Deze opleidingsvorm geeft een voorbereiding op een studie in het hoger

onderwijs en op de integratie in het actieve leven; hij kan georganiseerd worden voor de types 3, 4, 5, 6 en 7. Binnen opleidingsvorm 4 worden

verschillende studierichtingen georganiseerd, die overeenkomen met de studierichtingen uit het gewoon voltijds secundair onderwijs.

De overheid wil dat alleen leerlingen die het echt nodig hebben naar het buitengewoon onderwijs gaan. Daarom is voor elke toelating een inschrijvingsverslag vereist. Uit dit

verslag moet blijken dat buitengewoon onderwijs voor het kind aangewezen is. Het inschrijvingsverslag toont ook welk type buitengewoon onderwijs geschikt is. Een leerling kan alleen onderwijs volgen van het type waarnaar hij of zij in het verslag

georiënteerd wordt. Het inschrijvingsverslag bestaat uit een attest en een protocol ter verantwoording.

78

Het KIDS bestaat uit :

• voorzieningen van het VAPH: een (semi-)internaat, een tehuis voor werkenden

en niet-werkenden, een tehuis voor beschermd wonen en een thuisbegelei-

dingsdienst voor kinderen en volwassenen

• een Buitengewoon Basisonderwijs

• een Buitengewoon Secundair Onderwijs (BuSO)

Door het bieden van aangepast onderwijs, wil het BuSO-KIDS aan jongeren met

beperkingen hulp verlenen bij de integratie in het normale leef- en werkmilieu.

Op dit ogenblik bestaat het BuSO-KIDS uit: 1. De beroepsschool (opleidingsvorm 3)

- De hoofddoelstelling is: o Onze leerlingen voorbereiden op tewerkstelling in het normale

arbeidscircuit.

o Onze leerlingen voorbereiden op een normaal functioneren in de maatschappij.

- Dit doen we via aangepast (buitengewoon) onderwijs. We vinden het vanzelfsprekend dat dit geïndividualiseerd is.

- Door een combinatie van beroeps(technische) opleiding, een algemene en

sociale vorming, met verschillende vormen van begeleiding, kunnen we de leerlingen opleiden tot het behalen van een getuigschrift.

- Jongeren kunnen 4 beroepen kiezen: bakkersgast, slagersgast, winkelhulp of schilder-decorateur.

2. De pASSer (een bijzondere opleidingsvorm 1 voor normaal begaafde

jongeren met autisme).

De pASSer biedt een aanbod van zelf ontwikkelde leerprogramma’s, psychologische ondersteuning, socio-maatschappelijke training en stage-

programma’s op maat. - dit kan enerzijds met het accent op leerplan-examencommissie (beroeps-

opleiding BSO Kantoor).

- of met het accent op functionele schoolse vaardigheden.

3. GON-begeleiding in het gewone secundair en hoger onderwijs voor normaal-

begaafde jongeren met gehoorproblemen en jongeren met autisme.

GON staat voor ‘Geïntegreerd Onderwijs’ en is een samenwerkingsvorm tussen het gewoon onderwijs en het buitengewoon onderwijs (BuSO-KIDS).

Leerlingen met een ASS-problematiek en leerlingen met een auditieve beperking (doof of slechthorend) zijn niet automatisch verplicht om buitengewoon onderwijs

te volgen. Veel jongeren met een handicap zijn immers normaal begaafd en kunnen met ondersteuning gewoon onderwijs aan.

79

4. Ik maak een keuze

(zie ook Keuzewerkboek deel 1)

80

We kunnen nu overgaan tot de voorlopige keuze op de studiekeuzevragenlijst.

( zie Keuzewerkboek deel 1, laatste bladzijde)

De leerlingen duiden daarbij nog eens aan met welke aspecten ze rekening gehouden

hebben bij hun voorlopige keuze.

Ook de ouders worden uitgenodigd om hun mening hierover mee te delen.

Dit laatste syntheseblad met de voorlopige keuze, ingevuld door de leerling en

aangevuld met de mening van de ouders, kan door de klastitularis uit het werkboek

gekopieerd worden en gebruikt worden als keuzeformulier tijdens oriënterende

klassenraden en/of deliberaties.

EXTRA AANDACHT BIJ HET INVULLEN VAN DE STUDIEKEUZE

1. Welke keuze zou je willen maken… ?

Zoals boven op het keuzeformulier aangegeven, moeten de leerlingen de nodige tijd en begeleiding krijgen om stil te staan bij (de conclusie van) hun zelfonderzoek, VOORALEER ze een keuze invullen.

2. Waarmee heb je bij deze keuze rekening gehouden ? Duid één of meerdere

redenen … Eveneens VOORALEER een keuze te laten invullen bij nr. 1 en de redenen onder nr.

2, is het best die redenen eerst te overlopen en soms te verduidelijken via enkele voorbeelden.

0 Ik denk dat ik die studierichting normaal moet aankunnen. Leerlingen confronteren met hun rapportcijfers + eventuele gestelde voorwaarden

voor die keuze.

0 Ik heb duidelijk aanleg voor… -Bijvoorbeeld talen, techniek, wiskunde, tekenen, theoretische vakken. -Hier kan je dus een vak(kenpakket) aanduiden waarvan je denkt dat je er meer

aanleg of talent voor hebt, omdat je al met een gewone inspanning betere resultaten haalt.

0 Het zal voor mij moeilijk zijn, maar ik wil er hard voor werken.

Je bent je ervan bewust dat je je extra zal moeten inspannen om te slagen.

0 Het zijn vakken die ik (redelijk) graag doe.

0 Ook in mijn vrije tijd hou ik mij bezig met…,bijvoorbeeld:

-het bestuderen van sterren en planeten (voor iemand die Wetenschappen kiest),

-modelbouw of werken aan mijn bromfiets of … (iemand die een bepaalde TSO- richting kiest),

-tekenen in de tekenacademie (reden voor keuze KSO).

0 Ik heb daarvoor geen echte voorkeur, maar ik weet niets beters.

81

0 In de derde graad (5de en 6de jaar) wil ik de studierichting ……………………… volgen. -Bijvoorbeeld Economie of Handel (na de studierichting Economie in de tweede graad)

-Bijvoorbeeld Verzorging (na Verzorging-voeding in de tweede graad)

0 Ik denk dat deze keuze nodig is om later te kunnen verder studeren voor………………..

De leerlingen gaan hier soms uit van veronderstellingen die gedeeltelijk of helemaal

onwaar zijn. Bijvoorbeeld: menen dat enkel Sociale en Technische Wetenschappen een goede voorbereiding is voor verpleegkundige; denken dat je altijd Economie

moet gevolgd hebben om later de studies van handelsingenieur te kunnen aanvatten… Meestal kan hierop niet onmiddellijk klassikaal ingegaan worden en laat je (sommige) leerlingen gewoon opschrijven wat ze denken. Later kunnen, zo

nodig, individuele rechtzettingen gegeven worden.

0 Mijn beste vrienden/vriendinnen kiezen dat ook. 0 Mijn ouders willen het zo.

0 De leerkrachten gaven mij aanwijzingen die mijn keuze ondersteunen.

0 Ik denk dat ik een medische aandoening heb die mijn keuze kan beïnvloeden.

-Gestoord kleurenzicht: geen piloot, treinbestuurder, binnenhuisarchitect … -Zware rugklachten: geen overbelasting rug zoals bij verpleegkundige,

vloerlegger

… -Allergieën: met een allergie voor meel kan je geen bakker worden …

3. Staat je keuze al vast of heb je nog vragen (voor klastitularis, vakleraar, directie, CLB-medewerkers, schoolarts…) ? Noteer hier je vragen :

De klastitularis beantwoordt zo mogelijk zelf de vragen. Bij verwijzing naar andere

begeleiders, zouden Keuzewerkboek Deel 1 en het rapport van de leerling beschikbaar moeten zijn.

82

5. Voorbeeld planning

83

Voorbeeld planning

Wanneer Wat Door wie

1. Januari Reflectie op kerstrapport Klastitularis

2. Februari/mei Ik denk na over kiezen

Ik leer mezelf kennen Klastitularis

3. Maart/mei Info-avond ouders: naar de tweede graad School + CLB

4. April/mei Reflectie op paasrapport Klastitularis

5. April/mei Ik leer het secundair onderwijs kennen Coördinator,CLB,

Klastitularis

6. April/mei Ik maak een keuze Klastitularis

7. April/mei Bespreking voorlopige keuze met leerling Klastitularis, (indien vragen) Coördinator,CLB

8. Mei/juni Bespreking keuze met ouders Klastitularis, (indien vragen) Coördinator,CLB

9. Juni/augustus Verdere begeleiding van leerlingen met

keuzemoeilijkheden CLB medewerker

_________________________