Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4....

17
Strategisch plan OVAM 2010-2015 Samenvatting van de beleidsthema’s afval, materialen en bodem

Transcript of Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4....

Page 1: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

Strategisch plan OVAM2010-2015

Samenvatting van de beleidsthema’s afval, materialen en bodem

Page 2: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

Documentbeschrijving

1. Titel publicatie

Strategisch Plan 2010 - 2015: Samenvatting van de beleidsthema's afval, materialen en bodem

2. Verantwoordelijke uitgever 3. Aantal blz.

Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20

4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren

6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

19.10.2009

8. Trefwoordenstrategisch plan, beheersovereenkomst, afvalbeleid, materialenbeleid, bodembeleid, strategische doelstellingen,operationele doelstellingen, strategische projecten

9. Samenvatting

Met het strategisch plan 2010 - 2015 formuleert de OVAM haar strategische en operationele doelstellingen voor hetafval-, materialen- en bodembeleid in Vlaanderen voor de komende vijf jaar.

10. Begeleidingsgroep en/of auteur

Victor Dries, Anne D'Haese, Johan Vanerom, Jan Verheyen

11. Contactperso(o)n(en)

Victor Dries

12. Andere titels over dit onderwerp

Gegevens uit dit document mag u overnemen mits duidelijke bronvermelding.

De meeste OVAM-publicaties kunt u raadplegen en/of downloaden op de OVAM-website: http://www.ovam.be

Page 3: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

1

Strategisch planOVAM

2010-2015

Samenvatting van de beleidsthema’safval, materialen en bodem

Page 4: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

3

1 Voorwoord 5

2 Missie en Visie 72.1 Missie van de OVAM 72.2 Visie van de OVAM 7

3 Strategie voor afval- en materialenbeleid 93.1 Strategische doelstellingen 93.2 Operationele doelstellingen 10

4 Strategie voor bodembeleid 154.1 Strategische doelstellingen 154.2 Operationele doelstellingen 15

5 Strategisch projecten 19

Inhoudstafel

Page 5: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

5

De OVAM spant zich al jaren in voor een goed werkend afval- en bodembeleid inVlaanderen. Een beleid dat zijn vruchten afwerpt. Binnen Europa is Vlaanderen de koploperals het over de gescheiden inzameling van afvalstoffen gaat. En ons bodemsaneringsbeleidis een inspiratiebron voor vele Europese lidstaten. Maar om duurzaam te kunnenproduceren, consumeren en leven, moeten we verder durven gaan.

Die basisgedachte vormt de krachtlijn voor het nieuwe strategisch plan 2010-2015 van deOVAM. Een basisgedachte die ook wordt geuit in de ambities van Vlaanderen in Actie en dedoelstellingen die werden geformuleerd in het Pact 2020. De OVAM engageert zich om dezedoelen mee te helpen realiseren en zo van Vlaanderen een efficiënt draaiendekringloopeconomie te maken met een zo laag mogelijk grondstof-, energie- en materiaal-gebruik.

Met dit strategisch plan concretiseert de OVAM haar ambities en verankert deze instrategische en operationele doelstellingen. Het strategisch plan is een mix van nieuweuitdagingen en oude succesrecepten. Het focust op innovatie en cradle to cradle-praktijkenmaar evenzeer op een efficiënt afval- en bodembeheer.

Het strategisch plan heeft als basis gediend voor de bijdrage van de OVAM aan het VlaamseRegeerakkoord en aan de beleidsnota Leefmilieu.

Het plan zal eveneens een vertrekpositie zijn voor de onderhandelingen tussen de OVAM ende Vlaamse minister van Leefmilieu over de beheersovereenkomst 2011-2015. In functievan het politiek, maatschappelijk en economisch draagvlak en de beschikbare budgettaireruimte kan de inhoud van dit document worden bijgestuurd.

1 Voorwoord

Page 6: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

7

2.1 Missie van de OVAMGrondstoffen, materialen, grondwater en open ruimte blijven schaars en kostbaar voorVlaanderen. Duurzaam omgaan met deze schaarse middelen in functie vanmaatschappelijke behoeften vormt de kern van ons beleid.

Via een duurzaam materialenbeleid, waar een uitgekiend afvalstoffenbeleid integraal deelvan uitmaakt, levert de OVAM een belangrijke bijdrage om de behoefte aan grondstoffen enmaterialen duurzaam in te vullen.

Via een actief bodembeleid, waarin onder meer de nieuwe instrumenten van hetbodemdecreet optimaal toegepast worden, levert de OVAM een belangrijke bijdrage om debehoefte aan open ruimte duurzaam in te vullen.

Meer concreet draagt de OVAM in verband met het duurzaam beheer van afvalstoffen enmaterialen bij door:- het in kaart brengen, analyseren, optimaliseren en hertekenen van de

materiaalkringlopen, met bijzondere aandacht voor het sluiten van kringlopen en hetuitsparen van grondstoffen;

- het nemen van maatregelen en het ontwikkelen van acties ter bevordering van een eco-efficiënte productie en een duurzaam consumptiegedrag;

- het voorkomen van lekken uit de materiaalkringlopen om materiaalverspilling tegen tegaan en eventuele milieu-impact van emissies te voorkomen;

- het uitfaseren van milieugevaarlijke stoffen in materiaalkringlopen;- het optimaliseren van maatregelen om de milieu-impact van te verwijderen afvalstoffen

te minimaliseren.

In verband met een actief bodembeleid draagt de OVAM meer concreet bij door:

- het treffen van maatregelen ter voorkoming van nieuwe bodemverontreiniging;- het treffen van maatregelen ter stimulering van de vrijwillige saneringen- het uitvoeren van ambtshalve bodemsaneringen waar nodig en optimaal geïntegreerd

op het wenselijke terreingebruik.- het voorkomen van onnodig ruimtebeslag door het faciliteren van transacties van en

ontwikkelingen op verontreinigde gronden;- het ontwikkelen van maatregelen en instrumenten voor het duurzaam beheer van

bodem(verontreiniging).

2.2 Visie van de OVAMDe OVAM draagt via haar afvalstoffen-, materialen- en bodembeleid bij aan de invulling vanhet Pact 2020: Een nieuw toekomstperspectief voor Vlaanderen. Duurzaamheid is één vande drie kernwoorden binnen het toekomstbeeld voor Vlaanderen. Dit vergt een kritische kijkop wat en hoe we vandaag produceren en consumeren, bouwen en wonen, ontspannen enverplaatsen. Tegen 2020 hebben we belangrijke stappen gezet naar een‘kringloopeconomie’ met een zo laag mogelijk grondstof-, energie-, materiaal- enruimtegebruik en een zo beperkt mogelijke impact op mens en milieu in Vlaanderen en derest van de wereld.

Om te komen tot een groene kringloopeconomie wordt het klassieke afvalbeleid definitiefomgevormd tot duurzaam materialenbeleid. Het sluiten van materiaalkringlopen en hetgebruik van afvalstoffen als waardevolle grondstoffen voor onze economie worden despeerpunten voor het materialenbeleid. De focus zal hierbij vooral liggen op bedrijfsafval

2 Missie en Visie

Page 7: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

8

terwijl het beleid rond huishoudelijk afval wordt bestendigd. Het bedrijfsleven wordt via tweesporen benaderd. Een innovatief en stimulerend kader wordt aangeboden voor frontrunners.Via experimenten rond ketenbeheer kiezen zij samen met de overheid voor een ambitieuzetoekomstontwikkeling. Het tweede spoor mikt op een stapsgewijze optimalisatie van het grosvan de bedrijfswereld. Eco-efficiënt produceren en optimaler gebruik maken van secundairegrondstoffen worden hierbij de norm. Tot slot zullen consumenten meer en makkelijkertoegang krijgen tot milieuverantwoorde producten via onder meer een intensievesamenwerking met de distributiesector. De overheid stimuleert via haar aankoopbeleidalvast de markt en toont zo de technische en economische haalbaarheid ervan aan.

Via een actief bodembeleid, waarin de nieuwe instrumenten van het bodemdecreet optimaaltoegepast worden, wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan duurzaam ruimtegebruik .Belangrijke focuspunten voor optimalisatie van het bodembeleid liggen in het adequaatfaciliteren van overdrachten van en bouwprojecten op verontreinigde gronden en een actiefambtshalve ingrijpen bij zeer ernstig verontreinigde brownfields. Via een programmatorischeaanpak werken we bestaande pijnpunten weg. Belangrijke nieuwe aandachtspunten zijnpreventie van nieuwe verontreiniging, bescherming van kwetsbare receptoren en het beheervan restverontreiniging. Gelet op de precaire financiële situatie, moet ook eeninstrumentarium voor alternatieve financiering uitgebouwd worden. Bovendien moet hetbodemsaneringsbeleid bijdragen aan innovatie binnen de sector.

Door in te zetten op een groene kringloopeconomie wil de OVAM er vanuit haar afval- enmaterialenbeleid mee ervoor zorgen dat Vlaanderen binnen Europa een koploperpositieinneemt. Vlaanderen is nu reeds wereldwijd de absolute koploper in selectieve inzamelingen recyclage voor huishoudelijk afval en Europese trendsetter inzake bodembeleid.Vlaanderen beschikt op het vlak van afval- en bodembeleid over experten en specialisten inde industrie, onderzoekscentra, overheid,…. Via een doorgedreven samenwerking tussenalle actoren kunnen we erin slagen om Europees in pole position te staan wanneer deeconomische situatie verbetert. Binnen dat kader van terug stijgende grondstof- enenergieprijzen, een beperkte open ruimte en toenemende milieudruk, biedt hetkoploperschap duidelijke ontwikkelkansen voor Vlaanderen.

Binnen het Vlaamse overheidslandschap is de OVAM een unieke en onmisbare organisatie.Ze is onmiskenbaar het aanspreekpunt in Vlaanderen voor al wat te maken heeft met deafvalstoffenproblematiek, het duurzaam ge- en verbruik van materialen en het saneren vande bodem en dit in de ruimste zin. Om deze rol op te nemen richt de OVAM zich op hetverwerven van een unieke deskundigheid die ook internationaal wordt erkend. Voor allebetrokken overheden is de OVAM de vanzelfsprekende beleidspartner. De OVAM zal zichprofileren als een organisatie voor actief milieubeheer die bij voorkeur via dialoog komt totpartnership en consensus met de doelgroepen en hierdoor draagvlak en capaciteit creëertvoor een duurzaam milieu. De OVAM wordt hierbij erkend in zijn rol als kwaliteitsbewaker enprocesbegeleider, initiator en stimulator. De OVAM is extern georiënteerd en stelt zich op alseen samenwerkingsgerichte en innovatieve overheidspartner die klantvriendelijkheid enoplossingsgerichtheid hoog in het vaandel draagt.

De OVAM is een dynamische organisatie waar de medewerkers graag werken, metenthousiasme en een grote samenwerkingsgerichtheid, het beste geven van zichzelf enweten dat hun bijdrage wordt gewaardeerd. De uitdagingen zijn gekend en uitdagendgenoeg om de medewerkers te boeien. De organisatie wordt bovendien goed bestuurd,waardoor haar werking wordt gekenmerkt door pragmatisme, resultaatgerichtheid en eenefficiënte inzet van middelen. De OVAM neemt haar verantwoordelijkheid en voorbeeldrol opinzake interne milieuzorg.

Page 8: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

9

Diverse grondstoffen zijn schaars en dus kostbaar voor Vlaanderen. Een slimafvalstoffenbeleid en de verruiming naar een duurzaam materialenbeleid moeten eenbelangrijke bijdrage leveren aan het duurzaam invullen van de behoefte aan grondstoffen enmaterialen. Doorgroeien van afvalbeheer naar een duurzaam materialenbeheer is eenbasispijler voor een groene economie.

De centrale gedachte van de verruiming is dat materialen maximaal in een gesloten kringmoeten circuleren en het gebruik ervan slechts een minimum aan milieu-impact maggenereren. Deze centrale gedachte wordt benaderd vanuit vier invalshoeken die elk eenfacet van de materiaalkringloop belichten:

stimuleren van substitutie van eindige en/of schaarse grondstoffen; beperken van materiaalverspilling; verhogen van materiaalefficiëntie; streven naar ketenbeheer om de milieu-impact van materiaalgebruik te beperken.

De vier invalshoeken samen bieden enerzijds een houvast om het huidige, succesvolle,afvalbeleid verder te zetten. Anderzijds bieden ze ook voldoende mogelijkheden om hethuidige afvalbeleid verder te verruimen.

3.1 Strategische doelstellingenSD 1: De inzet van primaire grondstoffen in productie en consumptiedaaltHet gebruik van afvalstoffen als waardevolle grondstoffen voor onze economie is eenspeerpunt voor de verruiming van het afvalbeleid naar een duurzaam materialenbeleid enhet uitbouwen van een groene economie. Afvalstoffen moeten nog meer dan vandaag terugin de kringloop gebracht worden om de behoefte aan “nieuwe” materialen te beperken. Dehedendaagse recyclage van materialen is nog te vaak een end-of-pipe strategie om demeest kostbare bestanddelen te recupereren. Bovendien ondergaan materialen die in eenkringloop zitten vaak een degeneratieproces waardoor ze uiteindelijk niet meer bruikbaarzijn.

SD 2: Maximaal beperken van de totale materiaalverspillingVanuit de insteek dat materialen eindig zijn, moet de verspilling van materialen maximaalvoorkomen worden. Hiervoor wordt een beleid gevoerd dat de emissies van materialen naarlucht, water, bodem, mens,… maximaal beperkt.

Er wordt gestreefd naar een efficiënt gebruik van grondstoffen als brandstoffen en eenverhoging van het energierendement. Vanuit het afval- en materialenbeleid worden actievebijdragen geleverd aan de energie- en CO2-doelstellingen.

Niet te vermijden lekstromen worden naar een zo milieuverantwoord mogelijke verwerkingafgeleid. Definitieve verwijdering via storten blijft de laatste optie. Indien recyclage vanuitecologisch, technisch of economisch standpunt niet haalbaar blijkt, is verbranden met eenoptimaal energetisch rendement en een minimale milieu-impact de na te streven verwerking.

SD3: Maximaal beperken van de inzet van materiaal per eenheid vanproductie en per eenheid van consumptieMaterialen en grondstoffen moeten zo efficiënt mogelijk ingezet worden in productie-processen, om ervoor te zorgen dat Vlaanderen economisch en ecologisch een

3 Strategie voor afval- enmaterialenbeleid

Page 9: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

10

toonaangevende regio blijft. Bedrijven moeten gestimuleerd worden tot een doordachtproduct- en procesontwerp en een efficiëntere productie om hun materiaalverbruik sterk tebeperken. Consumenten, in de brede zin van het woord, kunnen door hun keuzes een sterksturende invloed uitoefenen op het marktaanbod en moeten gestimuleerd worden tot eenmeer milieuverantwoord aankoopgedrag.

SD4: Maximaal beperken van de totale milieu-impact bij de inzet vanmaterialenHet ultieme doel is het hoogwaardig en efficiënt sluiten en grondig hertekenen van materiaal-kringlopen om van Vlaanderen een efficiënt draaiende kringloopeconomie te maken met eenzo laag mogelijk grondstof-, energie- en materiaalgebruik. Deze substantiële verlaging vande absolute milieudruk is enkel mogelijk mits een integrale en duurzame benadering van degehele materiaalketen. Dergelijke integrale benadering vereist een faciliterend en breedinnovatiestimulerend kader zodat actoren in de keten aangemoedigd worden hun processenoptimaal af te stemmen op elkaar, of gestimuleerd worden om nieuwe materialen, processenof business modellen toe te passen.

3.2 Operationele doelstellingenOD 1: Maximaal stimuleren van recyclage van afvalstoffen

Huishoudelijke afvalstoffenHet beleid rond huishoudelijk afval wordt bestendigd en de globale inzameldoelstellingen uithet Uitvoeringsplan Milieuverantwoord beheer van Huishoudelijke Afvalstoffen blijvenbehouden. De OVAM richt haar focus op het ondersteunen en stimuleren van lokalebesturen met minder goede inzamelcijfers. Er moet blijken of hierdoor een aanscherping vande inzameldoelstellingen mogelijk is. Om het beleid voor huishoudelijk afval haalbaar enwerkbaar te houden moet de inzameling gebruiksvriendelijk, eenvoudig en zo veel mogelijkuniform gebeuren. Hierbij streeft de OVAM naar een harmonisering van hetinzamellandschap waarbij de inzamelwijzen van de verschillende afvalfracties evenals degehanteerde tarieven maximaal afgestemd worden.

BedrijfsafvalstoffenEr wordt voor gezorgd dat de recyclagegraad van bedrijfsafval toeneemt. Dezerecyclagegraad is heel vaak afhankelijk van de kwaliteit van de ingezamelde afvalstromen.In het bijzonder zet de OVAM in op een toename van de selectieve inzameling van methuishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval. Samen met de bedrijfsfederaties, AgentschapOndernemen, de POM’s en de lokale besturen wordt gezocht naar optimalereinzamelstructuren. De mogelijkheden van samenwerking op (nieuwe) bedrijventerreinenwordt onderzocht: centraal afvalinzamelsysteem, gezamenlijk georganiseerde afvalophaling,bedrijvenclusters met complementaire activiteiten met optimale inzet van elkaarsreststromen, … Er wordt nagegaan of het wettelijk kader moet worden verfijnd, zodatselectieve inzameling en recyclage beter worden ondersteund en waar nodig afgedwongen .

Meer gebruik van gerecycleerde afvalstoffenDe nieuwe Kaderrichtlijn Afvalstoffen definieert een aantal criteria voor bijproducten en end-of-waste. De OVAM zal deze systemen op elkaar afstemmen tot een eenvoudig te hanterenafwegingskader om het onderscheid tussen afvalstoffen en producten te maken. De huidigeregelgeving rond secundaire grondstoffen wordt in dit kader geschoven. Dit kader moetenerzijds voldoende flexibiliteit bieden en anderzijds voldoende kwaliteitsborging enmilieubescherming.

Page 10: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

11

We beschikken in Vlaanderen over heel wat expertise rond het inzetten van secundairmateriaal. Om het gebruik ervan te maximaliseren worden typebestekken aangepast enworden de diverse overheden actief gestimuleerd. De Vlaamse overheid vervult hierbijmaximaal haar voorbeeldfunctie via de hoogwaardige inzet van secundaire grondstoffen ingebouwen en andere infrastructuurwerken, het gebruik van compost in groenbeheer, demogelijkheid om biomassa te telen op (verontreinigde) gronden in overheidsbeheer, …

ProducentenverantwoordelijkheidVoor huishoudelijke afvalstromen blijven de lokale besturen de preferentiële partner voor deinzameling van fracties die onderworpen zijn aan de aanvaardingsplicht. We onderzoekende mogelijkheden voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.Hierbij wordt gezocht naar nieuwe instrumenten naast de aanvaardingsplicht om op maatvan de specifieke stromen de producentenverantwoordelijkheid in te vullen. Verder wordtonderzocht voor welke stromen een afgifteplicht aangewezen is, of deproducentenverantwoordelijkheid voor alle op de markt gebrachte producten moet gelden enin welke mate de eigenlijke milieu-impact kan weerspiegeld worden in de financiële bijdrage.Het instrument aanvaardingsplicht wordt ingezet indien dit de beste keuze blijkt.

OD 2: De niet te vermijden lekstromen maximaal sturen naar de meestperformante (rendement) verwerkingsmethode

Naar een integrale invulling van de eindverwerkingscapaciteitNa de implementatie van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen in 2010 staat Vlaanderen voor deuitdaging enerzijds concurrentieel te zijn en te blijven binnen een meer open Europese markten niet te recycleren afvalstoffen aan te wenden als energiebron en anderzijds geenovercapaciteit te creëren.

Daartoe moet een performante verbrandingscapaciteit beschikbaar blijven met een zo hoogmogelijk energetisch rendement en die afgestemd is op het Vlaamse aanbod van teverbranden afvalstoffen. Voor de invulling van de nodige capaciteit worden de volgendecriteria gehanteerd: milieu-impact, maximale aanwending van energie en warmte,transportmodi voor aan- en afvoer van afvalstoffen, ligging ten opzichte van de plaats vanproductie van de te verwerken afvalstoffen. De volledige Vlaamse eindverwerkingscapaciteitmoet steeds binnen het wijzigend Europees afvalverbrandingskader en de verruiming naarduurzaam materialenbeleid bekeken worden.

Het stortverbod voor brandbare afvalstoffen op categorie I en II stortplaatsen wordt strikttoegepast in functie van de verbrandingscapaciteit . De OVAM hanteert een moratorium opeventueel bijkomende stortcapaciteit voor die stortplaatsen. De exploitatie van een beperktaantal stortplaatsen blijft noodzakelijk als vangnet voor het storten van niet-brandbaar afvalwaarvoor geen recyclage mogelijk is en voor calamiteiten.

Het verlaagd tarief voor het storten van shredderafval wordt geleidelijk afgebouwd tegen2013. De heffingen op het verbranden van afvalstoffen blijven behouden zodat gescheideninzameling en recyclage worden aangemoedigd voor die afvalstoffen waarvoor recyclage debeste milieu-optie is. Het financierend karakter van de heffingen op het storten vanafvalstoffen neemt evenwel af door het succes van het beleid.De OVAM onderzoekt de haalbaarheid van de verbreding van de huidige inputheffingen meteen emissieheffing naar het milieucompartiment lucht en met een heffing op basis van deenergieprestatiemaat van alle verbrandingsinstallaties. Op deze manier wordt bijgedragenaan een meer duurzame energie-opwekking en aan een Vlaamse energiemarkt die meerperformant en ecologisch verantwoord is.

Page 11: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

12

Bijdragen aan de energie- en klimaatdoelstellingenBiomassa is een belangrijke grondstof waarbij voor sommige deelstromen het aanbodontoereikend is voor de vraag. Het beheer van biomassa(afval)stromen wordt benaderdvanuit zowel het energie- als materiaaloogpunt. Vanuit deze optiek lijkt het wenselijk om eenvergistingsstap te koppelen aan composteringsinstallaties, maar zijn hiervoorsteunmaatregelen nodigd. Deze kansen moeten nu geconcretiseerd worden ingeïntegreerde projecten. Verder gaan we na welke bestemmingen het meest geschikt zijnvoor de verschillende types biomassa en biomassa-afval via een regelmatige actualisatievan de biomassa-inventaris.

De OVAM streeft naar een maximaal rendement van de verschillende types thermischeinstallaties (zowel afval als energie), zodat de schaarse vaste brandstoffen optimaal ingezetworden. Er wordt ingezet op een optimaliseringstraject (waarbij het WKK-traject actiefonderzocht wordt).

Er wordt onderzocht hoe bijkomend potentieel gerealiseerd kan worden vb. via duurzaam(spoor)wegbermenbeheer en landschapsbeheer in samenwerking met gemeenten, andereoverheden en belangrijke stakeholders. Ook via proefprojecten van fytoremediatie opvervuilde gronden of oude stortplaatsen, en aanplantingen op onbenutte gronden kan hetpotentieel verder ontwikkeld worden.

OD3: Maximaal stimuleren van eco-efficiënte productie

Via een geïntegreerde en gefaseerde aanpak worden bedrijven aangespoord efficiënter omte springen met o.a. materialen en energie. Op korte termijn staat de eco-efficiëntiescanhierbij centraal. De OVAM zal het gebruik van de eco-efficiëntiescan verder opschalen. Insamenwerking met andere overheidspartners zoals het Agentschap Ondernemen en hetbedrijfsleven wordt ook een meer intense begeleiding van de gescande bedrijven opgestartzodat meer van hen doelgerichte investeringen realiseren om de eco-efficiëntie vanproducten, processen en diensten te verhogen. In tweede instantie wordt nagegaan in welkemate nieuwe of bestaande instrumenten geheroriënteerd kunnen worden zodat ze geschiktzijn om bedrijven aan te zetten tot een meer eco-efficiënte productie. Met name een gerichteinzet van de ecologiepremie en het Groen Investeringsfonds bieden perspectief.

OD4: Maximaal stimuleren van milieuverantwoorde consumptie

Elk economisch systeem wordt gestuurd door vraag en aanbod. De distributie speelt hiereen sleutelrol. Zij bepalen immers in sterke mate mee het aanbod aan milieuverantwoordeproducten en verpakkingen die aan de consument worden aangeboden. Daarnaast zijn zijook ideaal geplaatst om de burger-consument te stimuleren deze producten aan te kopen.De burger-consument wordt gesensibiliseerd om bewuster en meer milieuverantwoordproducten te hergebruiken en te consumeren. De OVAM stimuleert de distributiesector omhet aanbod aan milieuverantwoorde producten significant te vergroten, zodat de burger ermakkelijker toegang toe krijgt. In een bedrijfsomgeving worden – naast de eerder vermeldeinstrumenten – ook meer innovatieve pistes zoals product-dienstcombinaties verkend.

Page 12: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

13

OD5: Via integraal ketenbeheer streven naar een maximalevermindering van de milieu-impact

Eco-innovatie is een onontbeerlijke voorwaarde om ecologisch en economisch performant tezijn. Om ecodesign, eco-innovatie op productniveau, nog meer ingang te doen vinden aande bron, wordt het instrument verankerd in relevante onderwijspakketten zodat niet alleenproductontwerpers maar ook procesingenieurs, bedrijfsmanagers, economen,… oog krijgenvoor de basisprincipes van ecodesign. De sensibilisering van de professionele designer krijgtverder vorm via o.m. de samenwerking met Design Vlaanderen en de ontwikkeling enverspreiding van instrumenten (zoals de Ecolizer)) die het bewustzijn verder moetenaanscherpen en aantonen dat ecologisch verantwoorde ontwerpen ook economischrendabel zijn.

Integraal ketenbeheer maakt eveneens onderdeel uit van de brede scope vansysteeminnovatie die nodig is om van Vlaanderen een groene kringloopeconomie te maken.Deze benadering sluit aan op de cradle-to-cradle aanpak en overstijgt deze zelfs vermits zeook rekening houdt met de eindigheid van materialen en met de logistieke aspecten. Viagerichte experimenten (SP6) zal de OVAM het terrein verkennen.Daarnaast wordt een stimulerend kader aangeboden voor koploper-bedrijven ensectororganisaties die via pilootprojecten een bron van inspiratie zijn voor collega-bedrijven.Binnen dit faciliterend kader moeten de diverse marktspelers hun activiteiten (ontwerp,productie, inzameling, verwerking) op elkaar kunnen afstemmen om samen eenmilieuverantwoorde productieketen te realiseren.

Via actieve samenwerking tussen OVAM, IWT en MIP2 worden technologischeontwikkeltrajecten die bijdragen tot het sluiten van materiaalkringlopen gefinancierd. HetGroen Investeringsfonds lijkt een geschikt financieringsinstrument te worden om de realisatievan ingrepen in de praktijk op te schalen..

Page 13: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

15

4.1 Strategische doelstellingenSD 1. Maximaal voorkomen en beperken van bodemverontreinigingAangezien bodemverontreiniging een negatieve impact kan hebben op mens, milieu enwatervoorraden, en gelet op de grote kost van sanering, moet bodemverontreiniging zo veelmogelijk voorkomen worden of desgevallend zo snel mogelijk worden aangepakt. Wanneerde bodem niet meer geschikt is voor de functies die hij zou moeten vervullen, maximaliseertbodemsanering terug de gebruiksmogelijkheden.Gelet op de economische realiteit, moet voor de sanering van historisch verontreinigdegronden prioriteit gegeven worden aan kwetsbare gebieden, gronden met hoge risico’s enop maatschappelijk prioritaire sectoren.

SD 2. Maximaal afstemmen van het bodembeleid op demaatschappelijke behoeftenOnze maatschappij heeft diverse belangrijke behoeften zoals onder meer ruimte,levenskwaliteit, water en voedsel. Bodemverontreiniging kan een ernstig effect hebben opeen aantal ervan. Het bodembeleid moet er maximaal op gericht worden om demaatschappelijke behoeften op duurzame wijze te helpen invullen en om de risico’s weg tenemen. Tal van (semi-)industriële locaties worden niet meer optimaal ingezet. Geïntegreerdeprojecten kunnen hier een oplossing bieden, waarbij de bodemsanering maximaalafgestemd wordt op herontwikkeling, zodat deze gronden de behoefte aan ruimte helpeninvullen.

4.2 Operationele doelstellingenOD 1: Bijdragen aan het voorkomen van bodemverontreiniging

Preventie van bodemverontreiniging is cruciaal. Het reduceert de kans op verontreiniging, opmogelijke schade aan mens of milieu en op latere kosten inherent aan bodemsanering. Inhet ontwerp van de Richtlijn Industriële Emissies wordt vooropgesteld dat exploitanten vaneen aantal risico-inrichtingen een nulonderzoek moeten uitvoeren. Deze zijn ook interessantbij de toetsing van latere bodemverontreiniging. Vanuit efficiëntieoogpunt worden dezeonderzoeken geïntegreerd in het grondeninformatieregister en worden ze behandeldovereenkomstig de vigerende procedures. Accidentele verontreinigingen moeten sneller engoedkoper weggewerkt worden via de aanpak “schadegevallen”.

Via het strak opvolgen van nieuwe verontreiniging en een handhavingsbeleid wordenernstige schade en oplopende kosten voorkomen én creëert de OVAM een klimaatwaarbinnen preventie van bodemverontreiniging loont.

OD 2: Maximaal faciliteren van overdrachten

Het is belangrijk dat (eventueel) verontreinigd vastgoed vlot overgedragen kan worden omeen nog grotere druk op de open ruimte te voorkomen. Anderzijds moet een investeerderrisico’s verbonden aan een verontreiniging kunnen inschatten. Daarom worden debodemattesten zo snel mogelijk afgeleverd én worden dossiers voor overdracht van eenrisicogrond zo efficiënt en klantvriendelijk mogelijk behandeld. Waar nodig worden

4 Strategie voor bodembeleid

Page 14: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

16

oplossingen op maat uitgewerkt. Gerichte communicatie van de nieuwe instrumenten vanhet bodemdecreet moet een ruimer gebruik ervan bewerkstelligen.

Soms worden faillissementen geblokkeerd door zwaar verontreinigde gronden. Binnen debudgettaire mogelijkheden zal de OVAM de terreinen aankopen, saneren in functie vanherontwikkeling en terug op de markt brengen.

OD 3: Maximaal faciliteren van bouwprojecten op risicogronden

In afwachting van een sanering van een historisch verontreinigde grond, moetenbouwprojecten mogelijk blijven en moet een bodemsanering zo goed mogelijk geïntegreerdworden in bouwwerken. De OVAM voert een actieve communicatie rond het instrument“beperkt bodemsaneringsproject” om deze mogelijkheden zichtbaar te maken. Verderworden ambtshalve bodemsaneringen maximaal geïntegreerd in eventuele ontwikkelplannenop terreinen van niet-saneringsplichtige eigenaars.

OD 4: Maximaal faciliteren herontwikkeling brownfields

Brownfields en andere verontreinigde terreinen moeten efficiënt en krachtdadig aangepaktworden. De meeste ervan kunnen marktconform worden gesaneerd, zonder actieveoverheidstussenkomst. De OVAM zal prioriteit hechten aan dossiers die kaderen inherontwikkeling. Ter uitvoering van de brownfieldconvenanten, zal de OVAM samen met deontwikkelaars oplossingen op maat uitwerken voor de verontreinigingsproblemen.

Binnen de sector van ontwikkelaars wordt actief gepeild naar de reële behoeften aanspecifieke instrumenten. Na evaluatie van de haalbaarheid worden gepaste instrumentenuitgewerkt.

Bij het uitwerken van cofinancieringsmogelijkheden wordt prioritair aandacht besteed aanbrownfields.

Een aantal brownfields zijn dermate zwaar verontreinigd, dat een ontwikkeling geblokkeerdwordt door de mogelijke saneringskost. Binnen de budgettaire mogelijkheden zal de OVAMde terreinen aankopen, saneren in functie van herontwikkeling en op de markt brengen.

Bovendien kan deze herontwikkeling een belangrijke economische stimulans betekenenvoor de ganse omgeving.

OD 5: OVAM verfijnt haar onderzoeks- en saneringsbeleid

Om er voor te zorgen dat verontreinigde terreinen gekend zijn, voert de OVAM een actiefinventariseringsbeleid, onder meer door gronden die binnen de strategische projecten vallenin kaart te laten brengen, door een actieve datamining binnen gegevens van de Vlaamseoverheid, door samenwerking met de gemeenten en door een sectorspecifieke aanpak.

Het bodemsaneringsbeleid blijft gericht op de sanering van ernstige verontreiniging, zodatschade wordt vermeden en gronden optimaal gebruikt kunnen worden. De eerste focus ligtop het stimuleren en ondersteunen van vrijwillige bodemsanering, om zoterreinontwikkelingen te faciliteren. Bovendien geeft de OVAM binnen de historischeverontreiniging prioriteit aan gronden met een kwetsbaar bodemgebruik (zoals woonzones,

Page 15: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

17

drinkwatergebieden, scholen, …) en verontreinigingen met hoge risico’s. Ze voert eenselectief aanmaningenbeleid om dit te ondersteunen.Diverse woonzones bevinden zich op risicogronden; in het verleden werd geen rekeninggehouden met bodemverontreiniging, waardoor de bewoners eventueel schade kunnenondervinden. Om dit op te lossen, voert de OVAM woonzoneprojecten uit.

Op oude industrieterreinen of in stedelijke omgeving hebben diverse verontreinigingen zichvaak vermengd, waardoor sanering van een individuele grond geen wezenlijke oplossingenaanreikt. De OVAM werkt hiervoor een specifieke aanpak uit, die mede invulling moet gevenaan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water voor grondwater.

Daarnaast worden het onderzoek en de sanering van waterbodems gestimuleerd.

Waar nodig of opportuun wordt de bodemverontreiniging ambtshalve gesaneerd. Indien eeneigenaar niet saneringsplichtig is, wordt ambtshalve bodemsanering zo veel mogelijkafgestemd op een toekomstige ontwikkeling. De OVAM werkt een kader uit voor hetvergroenen van de ambtshalve bodemsanering en biedt zo extra kansen aan innovatie voorde Vlaamse bodemmarkt.

We werken instrumenten voor alternatieve financiering verder uit. De invulling van dedraagkrachtregeling wordt onderzocht, waarbij we maximale aansluiting zoeken bijbestaande regelingen. In functie van behoeften van specifieke sectoren onderzoeken we demogelijke oprichting van bijkomende sectorfondsen. Als er voor 2010 geen uitzicht is op eenBelgisch stookolietankfonds richten we, met een bijdrage van de sector en cofinancieringdoor de overheid, een Vlaams stookolietankfonds op. Daarnaast wordt eencofinancieringssysteem uitgewerkt om onbillijkheden weg te werken. Gelet op de budgettairebeperkingen, zal dit ten vroegste in 2012 in voege treden.

OD 6: Stimuleren van duurzaam beheer van bodem(verontreiniging)

De uitvoering van werken op een grond met historische verontreiniging vooraleer eenbodemsanering heeft plaatsgevonden kan de risico’s verhogen, tot schade leiden bij deburen of een latere bodemsanering moeilijker (en duurder) maken. Het saneringsdoel vaneen dergelijke verontreiniging is afhankelijk van het terreingebruik, waardoor een wijzigendterreingebruik aanleiding kan geven tot een nieuwe saneringsnoodzaak, schade enuitgestelde investeringen. Beheerders van verontreinigde gronden houden hier vaak teweinig en te laat rekening mee. De OVAM werkt een instrumentarium uit om dit tevoorkomen en te bewerkstelligen dat een ernstig verontreinigde bodem nog gebruikt kanworden.

Page 16: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

19

SP 1: Bodemsanering in het teken van economisch herstelGelet op de grote nood aan het bestrijden van de economische crisis, zullen stimulansenuitgewerkt worden vanuit het bodembeleid. Zo zal een tijdelijke, substantiële verlagingdoorgevoerd worden van financiële zekerheden indien de bodemsaneringen snel opgestartworden, waardoor bedrijven meer kredietruimte krijgen. Bovendien bieden we eengeïntegreerde aanpak aan voor verontreinigde gronden met een belangrijk economischontwikkelpotentieel, waarbij oplossingen op maat worden uitgewerkt in samenwerking metalle betrokken actoren.

SP 2: Bodemonderzoek en –sanering biedt sociaal-maatschappelijkemeerwaardeDe OVAM werkt een programma uit voor bodemonderzoek en -sanering bij scholen,ziekenhuizen en rusthuizen, zodat de risico’s in deze maatschappelijk belangrijke sectorenzo vlug mogelijk weggewerkt worden én investeringen niet langer vertraagd worden dooreen bodemverontreiniging. Gelet op het gelijkaardige karakter van de meesteverontreinigingen, wordt de sanering het meest efficiënt aangepakt via eenprogrammatorische ambtshalve bodemsanering.

SP 3: Bodemonderzoek en -sanering biedt oplossing voorgemeentelijke gasfabriekenDe OVAM werkt een programma uit voor bodemonderzoek en -sanering van gemeentelijkegasfabrieken, zodat deze ernstige verontreinigingen worden aangepakt én deze terreinenterug kunnen worden ontwikkeld. Gelet op het zeer complexe karakter van deverontreinigingen en de beperkte expertise van de meeste gemeenten in complexesaneringsdossiers, gaat dit programma uit van een bodemsanering door de OVAM, tenzijeen andere aanpak wenselijk is voor een specifiek terrein. Het omvat ook een systeem voorkostendeling tussen de diverse betrokkenen.

SP 4: Versnelde ambtshalve sanering bij “onschuldig eigenaars”Tegen het einde van de legislatuur starten we onderzoeks- en saneringstrajecten op bij alleeigenaars die in het verleden een vrijstelling van saneringsplicht hebben bekomen.

SP 5: Bodemonderzoek en -sanering beschermt drinkwaterwinningenDe drinkwaterwinningen zijn van strategisch belang voor Vlaanderen. In het verledenhebben enkele van hen reeds problemen ondervonden van verontreinigingen. Om ernstigeproblemen te voorkomen, zal de OVAM een programma uitwerken. Risico-activiteiten inbeschermingszones moeten systematisch geïnventariseerd en onderzocht worden enverontreiniging moet zo snel mogelijk aangepakt worden. Ter realisatie van dit programma,zal actief samengewerkt worden met de drinkwatermaatschappijen.

SP6: Programma ‘Integraal ketenbeheer’ uitbouwenVia pilootprojecten voor integraal ketenbeheer zal de OVAM actief verschillende actoren uitde materiaalketen rond de tafel brengen. Deze projecten zijn in een eerste fase tebeschouwen als een leertraject voor de deelnemende partijen om kennis te maken met demogelijkheden van integraal ketenbeheer, cradle-to-cradle en eco-innovatie. Gelet op degrote expertise van diverse productiebedrijven, afvalverwerkers en logistieke spelers kan hetsamenbrengen van expertises belangrijke synergieën creëren. Gezocht wordt naarverbeterpotentieel in de materiaalketen en engagementen van de actoren om dit potentieelin te vullen. In eerste instantie worden in samenwerking met de sectorfederaties

5 Strategisch projecten

Page 17: Strategisch plan OVAM 2010-2015...Danny Wille, OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen 20 4. Wettelijk depot nummer 5. Aantal tabellen en figuren 6. Publicatiereeks 7. Datum publicatie

20

proefprogramma’s opgestart binnen de bouwsector, chemie- en kunststofindustrie, textiel- entapijtindustrie en de papierindustrie.

SP7: Uitwerken van oplossingen op maat voor lokale besturen metcomplexe uitdagingen op het vlak afval- en materiaalbeheer, enbodemverontreinigingLokale besturen kampen soms met specifieke en complexe problemen die enkel op eencreatieve en innovatieve manier kunnen worden opgelost. Een programmatische aanpak opmaat waarbinnen aspecten van het afval-, materialen- en bodembeleid opgepakt worden viaengagementen van beide partijen, is dan aangewezen. In eerste fase wordt concreetgedacht aan het verkennen van het concept met grotere steden en clusters van gemeenten,waarbij onder meer volgende activiteiten aangeboden worden: pilootprojecten rondmaterialenbeheer, uitbouwen van de voorbeeldfunctie van de lokale overheid,saneringsprojecten binnen woonzones en oude gasfabrieken, brownfieldprojecten i.f.v.stadsvernieuwing, ondersteuning via expertenteams, ‘helpdesk’-ondersteuning,…