Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op...

21
Strategisch beleidsplan 2013 – 2016

Transcript of Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op...

Page 1: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 – 2016

Page 2: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 2

Inhoudsopgave Strategisch beleidsplan

1. Inleiding………………………………………………………………..3

2. Wie zijn wij? Onze identiteit…………………………………………4

3. Onze missie…………………………………………………………….5

4. Onze kernwaarden……………………………………………………6

5. In welke omgeving doen we ons werk?......................................7

6. Hoe staat CVO ervoor?.................................................................9

7. Onze visie: hoe zien onze scholen/onderwijs er in 2016 uit?.11

8. Over de sturing van CVO Zuid-West Fryslân…………………..13

9. Onze strategische keuzes………………………………………….15

10. Onze strategische agenda………………....................................16

11. Randvoorwaarden: middelen en organisatie…………………..21

Page 3: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 3

Doelbewust delen

1. Inleiding

Dit nieuwe strategische plan bevat de nieuwe gemeenschappelijke koers van onze scholen Wij hopen

oprecht dat dit plan de medewerkers uitnodigt om zich met de uitgezette koers te identificeren. Dit

plan is geen draaiboek of een marsroute. Het beoogt de toon te zetten en richtingwijzers te plaatsen.

Medewerkers hebben mede zelf deze toon gevormd en hebben mede zelf de richtingwijzers

geplaatst. Daarom hopen we en verwachten we dat iedereen meedoet en aanhaakt.

Page 4: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 4

2. Wie zijn wij? Onze identiteit

Onze scholen zijn (interconfessioneel) christelijke scholen. Wij voelen ons verplicht aan en staan in

de christelijk-sociale traditie. Vanuit die geschiedenis en die inspiratiebron willen wij ons werk doen.

De christelijke traditie is ruim. Alleen al Friesland kent heel verschillende, grote erflaters als Bogerman, Titus Brandsma en Menno Simonsz. De verscheidenheid is groot. De eerste vraag is niet welke grenzen gelden, maar veeleer hoe we vanuit deze brede en rijke traditie ons kunnen verstaan met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en kent zijn eigen mores. We evangeliseren niet. Wel is duidelijk dat we deel uitmaken van de christelijke traditie. In oude en nieuwe vormen is dat herkenbaar. Onze stijl kenmerkt zich door dialoog, delen en gastvrijheid. Duidelijkheid achten wij belangrijker dan strengheid.

- Wij beschouwen de school als een waardengemeenschap. Wij delen belangrijke waarden en komen zo tot goede resultaten. Deze waarden dragen ons dagelijks werk. In dat werk zelf willen we geloofwaardig zijn. Als dat niet goed zit, is elke viering of dagopening leeg. Daarom willen we veel aandacht besteden aan geloofwaardigheid voor leerlingen en ouders, goede verhoudingen op de werkvloer en aan het bevorderen van plezier in het werk.

- In ons werk komt de identiteit op passende momenten ook expliciet tot uitdrukking. De gewoonten en rituelen in het dagelijks werk dragen het stempel van onze identiteit. Het gaat dan om dagopeningen en vieringen, maar het kan ook gaan om andere vormen, zoals retraites of een stilteruimte. Onze vormingstaak willen we mede inhoud geven op basis van onze christelijke inspiratie.

De kernwaarden van CVO Zuid-West Fryslân komen samen in een aandachtige levens- en werkhouding. Die grondhouding willen we leren herkennen, stimuleren, ontwikkelen, honoreren, nastreven.

Page 5: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 5

3. Onze missie

CVO Zuid-West Fryslân –staande in de christelijk-sociale traditie- rust de haar toevertrouwde

leerlingen toe voor het onderwijs en de open samenleving van nu en straks. Wij koesteren hoge

verwachtingen van elkaar en van onze leerlingen. Wij laten ons inspireren door uitnodigende

waarden. Zo verbinden wij ons met elkaar en met onze omgeving, en werken wij aan onderwijs dat

deugt.

Page 6: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 6

4. Onze kernwaarden Wij willen werken vanuit gedeelde waarden: verwachten, vertrouwen, verbinden, verantwoordelijkheid nemen.

Verwachten Wij koesteren hoge verwachtingen van elkaar en van onze leerlingen. Hoge verwachtingen zijn een waarde op zichzelf. Iedere leerling, iedere leraar, iedere collega zal gemakkelijker het beste van zichzelf geven, als hij zich daartoe uitgenodigd voelt. Hoge verwachtingen passen ook in deze onzekere én kansrijke tijd. Wíj willen onze leerlingen stimuleren het beste uit zichzelf en elkaar te halen, om zo toegerust te worden voor de wereld van nu en straks. Vertrouwen Wij gaan ervan uit dat leerlingen en docenten elke dag naar school gaan om er iets goeds van te maken. Daarom geven we iedere leerling en iedere medewerker vertrouwen. Deze cultuur van vertrouwen kan alleen bloeien als we (h)erkennen wat goed gaat en benoemen wat niet goed gaat en daar naar handelen. We streven naar een veilig werkklimaat, waarin gebouwd en zo nodig gecorrigeerd en gestuurd kan worden. We staan positief tegenover nieuwe ideeën en initiatieven die bijdragen aan onze doelen. Verbinden Mensen zijn wezenlijk afhankelijk van elkaar. Onderwijs is een zogenaamd vertrouwensgoed. Het is wezenlijk relationeel en waarden geladen. Mensen ontwikkelen hun talent niet ondanks, maar dankzij elkaar. Vanuit dat besef willen we ons met de leerlingen en met elkaar verbinden. Wil ons onderwijs gelegitimeerd zijn, dan moeten we niet alleen voldoen aan de inspectie-eisen, maar ambiëren we dat op een dieperliggend niveau onze maatschappelijke omgeving ‘ja’ zegt op wat we doen. Daarom is het van wezenlijk belang dat wij ons met de omgeving verbinden. Verantwoordelijkheid Elke functie en rol brengen een eigen verantwoordelijkheid met zich mee. Wij gaan ervan uit dat die verantwoordelijkheid gezien, begrepen en genomen wordt. Daarin willen we elkaar ondersteunen. Essentieel voor het dragen van verantwoordelijkheid is het afleggen van verantwoording. Deze waarden komen tot uitdrukking in een aandachtige levens- en werkhouding. Die houding willen we cultiveren.

Page 7: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 7

5. In welke omgeving doen wij ons werk?

Wij leven in een mondiale kenniseconomie. Nog geen generatie terug waren scholieren georiënteerd op hun directe omgeving. Nu leiden we leerlingen op voor een bestaan dat op elke plaats ter wereld een vervolg kan krijgen. Jonge en oudere kinderen leven lokaal, maar zijn mondiaal georiënteerd. Ze zijn vertrouwd met de gedachte dat ze in het buitenland zullen werken en een partner zullen vinden die een andere taal spreekt. De eisen die aan het onderwijs gesteld worden, zijn de laatste jaren omhoog gegaan. Dat is geen mode, maar noodzaak. Wij moeten jongeren toerusten voor een wereld die in hoog tempo opener wordt, hogere eisen stelt aan werk en mobiliteit, en van mensen vraagt dat ze wendbaar, sociaal, communicatief en creatief zijn. In de nieuwe wereld moet je niet leren om te doen wat je opgedragen wordt, maar moet je elke dag opnieuw je eigen opdracht kunnen zien en uitvoeren. Dat stelt andere en hogere eisen aan het onderwijs. Het niveau van ons onderwijs moet omhoog. Kennis blijft van het grootste belang. Tegelijk zullen we aandacht moeten schenken aan zogenaamde 21e eeuwse ‘skills’. De lat moet inderdaad omhoog.

Het rijksbeleid wil dat doel bereiken door hogere eisen te stellen met betrekking tot de zogenaamde doorstroomgerichte kernvakken, door hogere eisen te stellen aan (toekomstige) leraren en door voortdurende aandacht te vragen voor de noodzakelijke differentiatie in de klas: versnellen waar mogelijk, aandacht waar nodig. Tegelijk bezuinigt het rijk, ook de komende jaren. Van scholen wordt extra gevraagd om in korte tijd de omslag te maken naar kennisintensieve organisaties, waarbinnen kennis over prestaties, resultaten, talenten en ambities systematisch onderwerp van gesprek zijn. Alle kennis die hiervoor beschikbaar is – om te beginnen in onze eigen scholen – moet toegankelijk gemaakt worden, gedeeld en gewaardeerd worden. Het systematisch en doelbewust delen van kennis helpt ons elke dag samen en doelbewust te leren. We zetten ons aan die opgave in een regionale omgeving waarin scholen niet meer als vanzelfsprekend op de loyaliteit van ouders kunnen rekenen. Elke dag opnieuw moet het vertrouwen verdiend worden. Oude verbanden zijn verdwenen, nieuwe stabiele verbanden zijn er (nog) niet voor in de plaats gekomen. Daarin ligt een grote opdracht aan ons besloten. Wij hebben de opdracht om onze scholen vorm te geven als gemeenschappen, die herkenbaar en uitnodigend zijn en die mensen houvast bieden, zin en betekenis kunnen verschaffen. Alleen als ons dat lukt, zullen betrokkenen in de omgeving zeggen: de school is ook van ons. Deze opgave voeren we uit in een regio waarin demografische krimp voelbaar wordt. Meer en meer worden scholen elkaars concurrent, maar ook bondgenoot. We zijn op elkaar aangewezen. De krimp zal na 2015 enorme gevolgen hebben. Het is zaak om daar vanaf nu op te anticiperen. Leidende criteria zullen zijn: kwaliteit van het onderwijs en de breedte, aantrekkelijkheid en relevantie van het onderwijsaanbod. De positie van CVO Zuid-West Fryslân in de Zuid West regio is van oudsher sterk. Toch staat zij nu onder druk. Het marktaandeel van onze scholen neemt enigszins af. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de onderwijskwaliteit van (onderdelen van) de scholen en met de aanspreekbaarheid en openheid van onze scholen. Leerlingen en ouders verwachten van ons dat we open staan voor kritiek en willen leren van wat niet goed gaat. Die verwachting willen we waarmaken. Bij deze opgave kan CVO Zuid-West Fryslân profiteren van haar lidmaatschap van Fricolore. Binnen deze coöperatie wordt intensief samengewerkt met betrekking tot onderwijskwaliteit, leermiddelen en personeelsbeleid. Een scherpere focus in de samenwerking binnen Fricolore is nodig. Een zo hoog mogelijke kwaliteit van ons onderwijs zal het criterium zijn in deze samenwerking. Steeds meer blijkt dat de overgangen in ons onderwijs – van PO naar VO, van onderbouw naar bovenbouw, van VO naar MBO en HO – vaak tot problemen leiden. Experimenten zoals vm2 en junior-college lijken perspectief te bieden. CVO wil investeren in nauwe samenwerking met het aansluitende onderwijs.

Page 8: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 8

Een belangrijk kenmerk van het moderne onderwijs is de toegenomen complexiteit. Onderwijs heeft niet langer het monopolie op de overdracht van kennis. Ouders en leerlingen zijn mondiger geworden en veeleisend en die eisen zijn vaak tegenstrijdig. Het gezag van de school en de docent is niet langer vanzelfsprekend. Het gezag moet elke dag opnieuw verkregen en waargemaakt worden. Er wordt individueel maatwerk verwacht, terwijl de school daar niet altijd voor toegerust is, noch financieel noch in pedagogisch-didactische capaciteit. Er wordt steeds meer van onderwijs verwacht bij het oplossen van maatschappelijke problemen, terwijl tegelijkertijd de kwaliteitseisen omhoog gaan. Docenten merken deze complexiteit door het in hoog tempo toegenomen aantal dilemma’s waar ze dagelijks voor geplaatst worden, waar geen recept voor is. Leidinggevenden merken de complexiteit omdat ze vaak onverenigbare perspectieven moeten zien om te smeden tot één verhaal, één perspectief. Deze toegenomen complexiteit bieden we niet het hoofd door strategische vergezichten, of nieuwe regels en protocollen. Het komt aan op het ontwikkelen van een moderne, normatieve professionaliteit, het ontwikkelen en opbouwen van praktische wijsheid. Dat kan alleen langs de weg van de voortdurende dialoog, het doelbewust delen van kennis en ervaringen, het opbouwen van nieuwe, beproefde praktijken waarin deze dilemma’s oplosbaar blijken. CVO wil daarom zijn energie verleggen: van regels en beleid naar dialoog, het bewust en samen opbouwen van nieuwe, beproefde onderwijskennis die docenten helpt, in de complexe onderwijspraktijk, een weg te vinden naar hele goede prestaties.

Page 9: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 9

6. Hoe staat CVO ervoor? Het vorige strategisch plan beoogde inspiratie te bieden door prioriteit te geven aan onderwijskundige en didactische vernieuwing, door nieuwe vormen van gezamenlijk leren te ontwikkelen en door maximale ruimte te bieden voor persoonlijke en levensbeschouwelijke verscheidenheid. Voor een deel is die opzet geslaagd. Op allerlei plaatsen is en wordt gezocht naar manieren om leerlingen meer regie te geven over de inhoud en het verloop van hun leerproces. Dat gaat gepaard met het zoeken naar een andere en bredere rol van de docent. De klassieke vakman werkt bewuster aan het tot stand brengen van een uitdagende leeromgeving. Een belangrijk element van de vernieuwing was de introductie van het 70 minuten-rooster. De ervaring heeft geleerd dat – uitzonderingen daar gelaten – de voorwaarden hebben ontbroken om de introductie van deze leslengte tot een succes te maken. Het ontbrak op nogal wat plaatsen aan draagvlak enerzijds, anderzijds waren systematische begeleiding en scholing onvoldoende aanwezig. De introductie van nieuwe ICT-middelen heeft eveneens bijgedragen aan vernieuwing van het onderwijs. De kwantitatieve doelen van het strategisch plan zijn behaald. Tegelijk leren verschillende onderzoeken en visitaties dat nog betrekkelijk weinig gebruik gemaakt wordt van deze middelen. Ze worden wel gebruikt ter ondersteuning van de docent, die veelal frontaal lesgeeft. De leerling kan in ons huidige onderwijs nauwelijks gebruik maken van digitale hulpmiddelen. De rapporten van de Inspectie hebben geleerd dat de onderwijskwaliteit niet aan de maat is. Er is de afgelopen jaren heel hard gewerkt om de kwaliteit op niveau te brengen. Na een jaar helemaal op ‘groen’ te hebben gestaan, zijn in 2012 het VWO en VMBO B van Bogerman opnieuw als ‘zwak’ beoordeeld door de Inspectie. Binnen het Marne College is VMBO GT ‘zeer zwak’. De kwaliteit en de kwaliteitsborging zijn op dit moment binnen CVO nog fragiel. In het nieuwe strategisch plan behoeft de (basis)kwaliteit van het onderwijs intensieve en systematische aandacht. De introductie van expertiseplatforms heeft veel vernieuwing en elan gebracht. Over de grenzen van de scholen heen hebben collega’s ervaringen en kennis gedeeld. CVO heeft zo een voorhoedepositie verworven in het organiseren, genereren en delen van kennis. De ervaring leert dat de positionering buiten de lijn ook nadelen met zich meebrengt. De verankering in het primaire proces en de verbinding met het management kwamen moeizaam tot stand. We zullen de kennis-, ontwikkel- en onderzoeksfunctie anders moeten organiseren, geënt op de ontwikkelagenda van de school, onder een strakke centrale regie, in nauwe samenhang met personeelsontwikkeling en –zorg. De kennisfunctie en de personeelsontwikkeling zijn twee kanten van dezelfde medaille. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van onze docenten op de terreinen van didactiek en leerpsychologie. Dat heeft tot nieuwe inzichten en een breder handelingsrepertoire geleid. De bezoeken van de Inspectie en de bevindingen uit de visitaties leren echter dat de didactische kwaliteit verbetering behoeft. Didactische tekortkomingen worden vaak gecompenseerd met veel pedagogische aandacht, vaak in de vorm van zorg. De scholen van CVO willen daarom didactisch rijker, breder en gevarieerder worden. De pedagogische dimensie van het docentschap komt daardoor in een ander daglicht te staan. Weliswaar is in onze scholen sprake van zeer betrokken en warme aandacht voor de leerlingen, maar de zorg is slechts één element van de brede pedagogische opdracht. Gesprekken met leerlingen en ouders leren dat er behoefte is aan duidelijkheid over de positie van de school: Waar staat zij voor, wat zijn de waarden, normen en huis- en omgangsregels? En: kunnen we ervan op aan dat de hele school en elk personeelslid daarnaar handelt? Onderdeel van de pedagogische opdracht is ook dat we niet alleen zorgen, maar ook de opdracht cultiveren die besloten ligt in de talenten van de leerling. Dat wil zeggen: we moeten ons pedagogisch – didactisch repertoire uitbreiden. Er is een duidelijke behoefte om meer te differentiëren tussen leerlingen: versnellen waar mogelijk, extra aandacht waar nodig. Ook is er behoefte en noodzaak om leerlingen (meer) aan te spreken op hun ambities en mogelijkheden.

Page 10: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 10

Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan de kwaliteit van de bedrijfsvoering en ondersteuning. De professionaliteit is versterkt. De motivatie is aanwezig om verder te professionaliseren. Juist daardoor is een scherper inzicht ontstaan wat nog beter kan. De doelmatigheid en doeltreffendheid kunnen verbeterd worden. Er is veel overlap; er is een sterk uitgedijd functiebouwwerk; de kwaliteit van de managementinformatie kan verder worden verbeterd. De functionaliteiten administratie, beleid en control zijn onvoldoende onderscheiden. Tenslotte ontbreekt het CVO op dit moment op een aantal terreinen aan voldoende beleidsvoerend vermogen. Hierbij moet gedacht worden aan de zorg voor de onderwijskwaliteit, PR / communicatie / marketing, de kennisfunctie, HRM / ontwikkeling, control en identiteit.

Page 11: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 11

7. Onze visie: hoe zien onze scholen/onderwijs er in 2016 uit? Onze leerlingen zullen leren en werken in een open, mondiale kenniseconomie. Daarin is heel veel mogelijk, maar er wordt van hen ook veel gevraagd. Daarom wordt ook van ons heel veel gevraagd. In onze scholen weten de leerlingen zich herkend en erkend in hun talenten. Die talenten worden actief gezocht, leerlingen worden er op aangesproken. Elke leerling kan daarom rekenen op een persoonlijke benadering en op persoonlijke begeleiding. Elke leerling verdient en krijgt een eigen profiel. Nu vindt het onderwijs nog zeer overwegend klassikaal plaats. Klassikaal onderwijs blijft nodig, maar we willen het accent verleggen. Wij denken betere prestaties te behalen als leerlingen intensief persoonlijk aangesproken en begeleid worden. De tijd die daarvoor nodig is, kan deels gevonden worden door minder klassikaal onderwijs. ICT-hulpmiddelen kunnen daarbij ondersteunen, bijvoorbeeld door mogelijkheden voor instructie buiten het klassenverband om. Voor docenten zal het accent ook verschuiven. Cognitieve kennis blijft net zo belangrijk als nu, de eisen gaan zelfs omhoog, maar het komt meer aan op bemiddeling op maat van die kennis. Dat betekent een verschuiving van methode naar proces en meer aandacht voor het arrangement. CVO streeft naar ‘dikke leraren, dunne boeken’. Het wordt steeds duidelijker dat levens en loopbanen onvoorspelbaarder zullen verlopen dan we gewend waren of dachten. Baanzekerheid zal er niet meer zijn, in veel opzichten zullen burgers van de 21e eeuw aangesproken worden op hun eigen verantwoordelijkheid. Voor- en tegenspoed zullen meer voelbaar worden. Wij moeten en mogen onze leerlingen daarvoor toerusten. We willen ze toerusten met deze 21e eeuwse ‘skills’: flexibiliteit en aanpassingsvermogen, initiatief en zelfsturing, productiviteit en verantwoording afleggen, leiderschap en verantwoordelijkheid. Ons onderwijs zal ook daarom (meer) op persoonlijke maat gesneden zijn. Individuele keuzevrijheid is een dominante waarde in de samenleving van nu. Wij willen onze leerlingen daarvoor toerusten, maar die waarde ook kritisch relativeren. Een mensenleven is meer dan een optelsom van keuzes, er is ook ongevraagde tegenslag, soms dient een mooie keuze zich aan , maar roept ook een plicht. Leven is meer dan kiezen, leven is ook leren leven in de wereld hoe die blijkbaar is. Wij willen in ons onderwijs aandacht vragen voor levensvragen. Belangrijke levensvragen – Hoe om te gaan met tegenspoed? Wat is de betekenis en zin van succes? Hoe versta ik me met onzekerheid? – zullen in ons onderwijs- en vormingsaanbod nadrukkelijk aan de orde komen. De wijsheid en levenslessen die besloten liggen in de christelijke traditie helpen ons daarbij. Wij weten ons gesterkt door de wetenschap dat goede scholen wel op het terrein van vorming en op het terrein van onderwijsprestaties vaak gelijk op blijken te gaan. Ons onderwijs is vaak geen eindonderwijs. Wij bereiden voor op het MBO en HO. Wij willen dat ons onderwijs betekenisvol is. Daarom zullen onze leerlingen meer dan één keer en indringend kennis maken met de wereld(en) van het beroep en met het vervolgonderwijs. Het VO mag geen reservaat zijn. Ons onderwijs wint aan zeggingskracht wanneer het zich verbindt met kennis aan of voorbij de horizon (vervolgonderwijs) en met de kennis in het maatschappelijk leven (de wereld van het beroep). Onze scholen bieden de leerlingen een ‘maatschappelijk programma’. Ouders van leerlingen kunnen daarin een belangrijke rol spelen, evenals partnerinstellingen en –bedrijven. De school is in 2016 een kennisintensieve, professionele onderwijsorganisatie. Docenten nemen de professionele ruimte die ze hebben helemaal in. Dat doen ze door systematisch de kennis over de resultaten, de kwaliteit en de doelen van ons onderwijs te delen, met elkaar en met hun leidinggevenden. Er is een professionele, veilige cultuur waarin systematisch gebouwd wordt aan hoge prestaties en waarin veel ruimte is voor professionele ontwikkeling. Openheid, samenwerking, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen zijn vanzelfsprekend. Er wordt gewerkt in kenniskringen, intervisiegroepen etc.

Page 12: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 12

Moderne, kennisintensieve onderwijsorganisaties veronderstellen een grote handelingsruimte op de werkvloer. Onze scholen zullen zich ontwikkelen van hiërarchisch gestuurde scholen naar scholen die werken in (interne en externe) netwerken. Op het grensvlak van docent/vak en school/organisatie doen zich voor de docent soms lastige dilemma’s voor. De docent zal (moeten) beschikken over micro-politieke geletterdheid om zijn professionele ruimte te kunnen innemen en te kunnen benutten. Onze scholen zijn volstrekt helder over de inspiratie die hen drijft, over de waarden die hun onderwijs waardenvol en uitnodigend maken, en over de normen en regels die in het dagelijks verkeer gelden, en uiteraard over de ambities die wij in ons onderwijs willen waarmaken. Leerlingen, ouders, maatschappelijke organisaties, andere scholen: ze weten wat ze van ons kunnen verwachten.

Page 13: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 13

8. Over de sturing van CVO Zuid-West Fryslân

Een docent die zichzelf professional noemt, doet (daarmee) een belofte. Hij belooft te voldoen aan bepaalde verwachtingen, waarden en idealen die verbonden zijn met het begrip professionaliteit. Het woord professional beschrijft een situatie, maar stelt ook een norm, veronderstelt een waarde, schetst een ideaal.

CVO Zuid-West Fryslân beschouwt zijn docenten als professionals. Zonder enige wet of enige richtlijn zijn zij al gemotiveerd om hun werk goed te doen en weten zij hoe dat moet.

In de sturing wil CVO Zuid-West Fryslân aansluiten bij de docent als professional. Deze doet een belofte, neemt verantwoordelijkheid, legt de lat zo hoog mogelijk en legt verantwoording af.

Ouders, leerlingen en maatschappelijke organisaties identificeren zich met de school, of met afzonderlijke docenten. Daarom is de school een ander, tweede aangrijpingspunt voor de sturing.

De school moet – binnen CVO-brede kaders en binnen de kwaliteitseisen van de Inspectie – ruimte hebben om een eigen onderwijskundige koers te varen en een eigen profiel te ontwikkelen.

Deze sturingsopvatting beoogt dus de individuele professional en de school een sterkere positie te geven. Dat is hard nodig. De complexiteit en het dilemma-karakter van het moderne onderwijs zijn niet beheersbaar met nog meer regels en protocollen. Alleen professionele docenten en leidinggevenden – die beschikken over hoogwaardige en brede kennis en die kunnen putten uit verworven praktische wijsheid, zullen de complexiteit aan kunnen. Dit is een derde aangrijpingspunt voor sturing. CVO wil minder sturen met regels en protocollen en meer met het voortdurende professionele gesprek, de systematische gedachtewisseling, het organiseren van het leren. Onderwijs is geen consumptiegoed, geen marktartikel, geen dienst. Onderwijs is een zogenaamd vertrouwensgoed. Dat wil zeggen: het is wezenlijk relationeel en waardengeladen; de kwaliteit staat niet op voorhand vast, het is een kwestie van vertrouwen. Ouders en leerlingen vertrouwen op onze belofte. Die moeten we nakomen, professionele adeldom verplicht. Leerlingen zijn aan ons toevertrouwd, ouders zijn onze – hopelijk constructief-kritische – partners. Wij zien de school daarom als een waardengemeenschap die gericht is op één ideaal: het beste onderwijs voor onze leerlingen, onderwijs dat deugt. Dit is een vierde aangrijpingspunt voor sturing. Met ouders en andere partners willen we een intensieve relatie onderhouden. Die kenmerkt zich door: duidelijke verwachtingen, openheid en aanspreekbaarheid, en zo mogelijk een bijdrage aan het onderwijs en de school zelf. Het werk van de leidinggevenden staat in dienst van onderwijs dat deugt en in dienst van professionele groei. De leidinggevende heeft de taak de permanente professionele dialoog tot resultaten te laten leiden. Dit is als het ware de sturing van onderop. Er is ook sturing van en door de instelling. Door middel van de planning- en control-cyclus worden taakstellende afspraken gemaakt. Het systeem van kaderbrief, jaarplannen, team- en afdelingsplannen en voortgangsgesprekken zorgt ervoor dat kaders worden vastgesteld en dat resultaten worden afgesproken. Het oordeel over de resultaten is in sommige gevallen een zaak van gezamenlijk professioneel beraad, in andere gevallen – bijvoorbeeld bij de beoordeling van het begrotingsresultaat - is de systematiek van ‘meten is weten’ meer adequaat. De ‘harde’ en de ‘zachte’ kant van de school hebben elkaar nodig. Ze veronderstellen elkaar, en mogen niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Een goede leidinggevende weet de verschillende registers te onderscheiden en situatief te gebruiken. De ‘harde’ en de ‘zachte’ kant van de sturing ontlenen uiteindelijk hun relatieve plaats, interpretatie, toon en richting aan de koers en identiteit van CVO. Dat is een vijfde aangrijpingspunt voor sturing.

Page 14: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 14

Wat betekent dit?

In de eerste plaats: verantwoordelijkheden worden zo laag mogelijk in de school belegd.

In de tweede plaats: uitgaande van docenten als professionals en uitgaande van de school als waardengemeenschap, is de voortdurende professionele dialoog het belangrijkste middel om dagelijks met elkaar te verkeren en de koers te bepalen.

In de derde plaats: leidinggevenden hebben drie taken. - Ze bevorderen de professionele dialoog en zorgen ervoor dat die tot richtinggevende

conclusies leidt. - Ze bepalen – rekening houdend met de eisen van de tijd en de koers en karakteristieken van

de school en het team – de coördinaten van het speelveld en de spelregels. - Ze verbinden deze activiteiten op een voor betrokkenen betekenisvolle manier met de

afspraken die in het kader van de sturing op instellingsniveau gemaakt worden. In de vierde plaats: onze scholen zijn ieder afzonderlijk te klein om op eigen kracht in alle opzichten te kunnen voldoen aan de eisen van de tijd. Alleen al daarom willen we op een aantal domeinen de krachten bundelen. De scholen worden sterker door de krachten te bundelen. Ze kunnen hun missie en hun beloften beter waarmaken. Om deze redenen werken wij o.a. samen op de volgende domeinen: financiën, personeel en organisatie, kwaliteitszorg, de kennis-en ontwikkelfunctie, communicatie/pr/marketing, ICT en identiteit. De ondersteuning op CVO-niveau zal zo ingericht worden dat de functies administratie, beleid / kaderstelling en control herkenbaar onderscheiden worden.

In de vijfde plaats: de school krijgt – binnen kaders – veel ruimte om een eigen koers te varen. Dat brengt de ereplicht met zich mee om over die koers verantwoording af te leggen – vooraf en achteraf – aan de collega-scholen en aan het College van Bestuur. Tenslotte. Wij zijn onderdeel van de christelijke traditie. Elk van de scholen kent een geschiedenis waarin geëngageerde en geïnspireerde mensen zich verbonden hebben met (de voorgangers van) onze scholen. Wij staan op hun schouders. Na ons komen weer andere. Wij hebben geërfd en geven die erfenis weer door. Alleen al daarom moeten wij zo sturen dat we ruimte laten. Wij moeten hier en nu het goede doen. Niet meer, niet minder. Wij moeten het hebben van dienstbaar leiderschap. We willen dat zo doen, dat na ons anderen een uitnodigende erfenis aantreffen.

Page 15: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 15

9. Onze strategische keuzes Wij willen de scholen van CVO op vier terreinen sterker maken.

a. Verwachtingsvol onderwijs dat deugt Ons onderwijs voldoet aan de elementaire kwaliteitseisen. Echter, wij ambiëren meer. Wij koesteren hoge verwachtingen van onze leerlingen en van elkaar. Wij investeren in de pedagogische opdracht van onze scholen en onze docenten. Onze scholen worden als warm en zorgzaam ervaren. Die kwaliteit moeten we koesteren. Echter: onderwijs gaat niet op in zorg. We willen de grens scherper trekken. Verder: we willen duidelijk zijn waar we voor staan, duidelijker dan tot nu toe. In onze didactische aanpak willen we meer recht doen aan verschillen tussen leerlingen. We willen ons onderwijs personaliseren.

b. Geloofwaardige docenten. We willen investeren in professionalisering. Leraren zijn de sleutel voor goed onderwijs. De docent moet uit de rol van uitvoerder, moet een volwaardige drager van moderne professionaliteit worden. Wij willen de eisen van de wet BIO op onze maat snijden en de docent vragen zijn/haar professionele belofte te doen en waar te maken. Modern onderwijs is teamwerk; docenten zijn afhankelijk van elkaar. Goed onderwijs komt tot stand door samenwerking, door kennis te delen, samen te onderzoeken en te ontwikkelen, door elkaars talent te benutten. Daarin willen we investeren. We gaan ook ons personeelsbeleid personaliseren.

c. Trots op onze school en ons werk.

We willen de scholen van CVO aantrekkelijker maken als arbeidsorganisatie. Onze scholen kennen in de organisatie van het werk oude, klassieke onderwijsroutines. Meer en meer blijken deze routines dragers van wantrouwen en symbolen van vastzittende manieren van organiseren. Bovendien geven we op deze manier steeds minder adequaat antwoord op de legitieme wensen van leerlingen, ouders, bedrijven en organisaties. Het is een urgente opgave om de manier van (samen)werken anders te organiseren. Het taakbeleid zal bij de tijd gebracht worden. Dat zal bijdragen aan ontspannener verhoudingen. Onze scholen worden platte netwerkorganisaties. De zeggenschap van docenten over hun onderwijs wordt sterker. Het gaat niet om een verschuiving, maar om een versterking van zeggenschap. Daartoe zal geïnvesteerd worden in: kennisontwikkeling, samenwerken, micro-politieke geletterdheid, leiding geven op basis van inhoudelijke autoriteit. Het werkplezier zal toenemen en de mensen voor wie we ons werk doen zullen tevredener zijn.

d. Bakens van betrouwbaarheid Leerlingen, ouders en andere partners en partijen moeten van ons op aan kunnen. Wij willen duidelijk zijn over onze verwachtingen met betrekking tot leerlingen, docenten, ouders en andere partners en partijen. Wij willen open en aanspreekbaar zijn. Wij willen leren van wat leerlingen en ouders ons vertellen over ons onderwijs. Wij komen onze beloften na.

Page 16: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 16

10. Onze strategische agenda

Verwachtingsvol onderwijs dat deugt Wij willen ons onderwijs personaliseren. Passend onderwijs komt elke leerling toe. Wij willen het accent verleggen van gestandaardiseerd onderwijs naar onderwijs dat begint bij de leerling: wat ambieert hij in zijn leven, wat ambieert zij op school? Hier begint het, hier eindigt het niet. De docent en het team laten hun vakinhoudelijke en pedagogisch-didactische autoriteit voluit gelden en geven aan welke route en welke inhoud past bij die ambitie. Het accent verschuift naar persoonlijke aandacht en (leer- en loopbaan) begeleiding. Het onderwijs wordt gevarieerder, mede om zo tijd te winnen voor meer persoonlijk onderwijs. Er komen hoorcolleges, sommige instructies kunnen via ICT tijd- en plaatsonafhankelijk plaatsvinden, leerlingen kunnen van elkaar leren. Uiteraard is de klassieke les regelmatig het meest adequaat. Dit zal niet van de ene op de andere dag gebeuren. Het is ook geen revolutie. In het PO, MBO en HBO is men al verder op deze weg. Bovendien: leerlingen zelf geven in evaluaties aan deze kant op te willen. Als wij ze echt serieus nemen, zullen ze gemotiveerd zijn hun ambities te formuleren en na te streven. Een groter en breder pedagogisch-didactisch repertoire helpt ook om de zogenaamde 21e eeuwse ‘skills’ op een organische manier een plaats te geven in het curriculum. Personaliseren van het onderwijs zal betekenen dat de organisatie van het onderwijs – het jaarklassensysteem, de periodisering, de inrichting van het taakbeleid – zal veranderen. Door middel van kleinschalige experimenten willen we daar ervaring mee opdoen. Wij willen investeren in onze pedagogische opdracht. Wij beschouwen de school als een waardengemeenschap. De mensen die samen de school dragen weten welke waarden ze delen. Ze weten welke normen zij willen naleven. Waar nodig stellen ze samen (spel)regels op die deze waarden en normen praktisch hanteerbaar maken. Docenten voelen de ruimte om gezag uit te oefenen. Dat begint met het gezag dat voortvloeit uit de beheersing van hun vak. Maar het gaat verder. Zij zijn ook voorbeeld en rolmodel, per definitie. Dat is in deze tijd niet gemakkelijk. Daarom zal dit onderwerp bij uitstek onderwerp van gesprek zijn in de onderlinge professionele dialoog. Alleen als we elkaar ondersteunen, kan dit brede gezag op een geloofwaardige manier tot gelding gemaakt worden. Dit is van wezenlijk belang, omdat we zo laten zien en voelen dat er in het moderne onderwijs echt iets op het spel staat: de toekomst van jonge mensen, in een open en onzekere wereld. Dat kunnen we maar één keer goed doen. Het dagelijkse plezier gaat gepaard met voelbare ernst. De scholen van CVO dragen bij aan een brede persoonsvorming voor onze leerlingen. Docenten dragen daar al aan bij door ambitieus te zijn in, en enthousiast te zijn over hun vak. Ze dragen daar ook aan bij door echte aandacht voor hun leerlingen, door zelf te willen leren en door het vak dat ze geven in een breder maatschappelijk, politiek, levensbeschouwelijk en wetenschappelijk kader te plaatsen. Deze breed opgevatte professionaliteit is van wezenlijk belang voor de vorming van onze leerlingen. Wat gaat er gebeuren?

- Aan het eind van deze strategische periode behoren de scholen van CVO tot de 25% beste scholen van Nederland

- De kwaliteit van ons onderwijs moet omhoog en moet geborgd worden. Met ingang van het

schooljaar 2012-2013 is in elke school een kwaliteitszorgsysteem operationeel. Dit systeem voorziet er in dat gedurende het hele schooljaar resultaten / opbrengsten geëvalueerd worden.

- Zorgleerlingen spreken we (meer) aan op hun verantwoordelijkheid, ambitie en mogelijkheden. Leerlingen die bovengemiddeld presteren, bieden we meer mogelijkheden. Elke school ontwikkelt voor deze leerlingen maatwerkprogramma’s.

Page 17: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 17

- De scholen van CVO ontwikkelen een gesprekkencyclus op de maat van de leerling gesneden.

- Er komt een programma van leer- en loopbaanoriëntatie voor alle leerlingen, vanaf hun binnenkomst in de school tot en met de overdracht aan het vervolgonderwijs. De leerling bouwt gedurende zijn schoolloopbaan een bekwaamheidsdossier op.

- De scholen van CVO bieden een zomerschool aan, voor leerlingen die willen bijspijkeren en voor leerlingen die meer willen.

- Elke school formuleert in het schoolplan een expliciete visie op de plaats van brede persoonsvorming in het curriculum en in de culturen van de school. De school spreekt ook zijn verwachtingen uit van de vormende rol van de docent.

- De scholen van CVO gaan ICT-hulpmiddelen integreren in hun onderwijs. We willen daarmee de volgende doelen bereiken: We willen het onderwijs personaliseren, we willen leerlingen ondersteunen om ze een grotere invloed te geven op hun leerproces en schoolloopbaan, we willen onderwijs bieden dat pedagogisch en didactisch gevarieerder is en flexibeler georganiseerd kan worden. CVO wil deze doelen bereiken met snel te starten pilots.

- Elke school ontwikkelt een herkenbaar eigen profiel, dat zichtbaar wordt in het onderwijsaanbod en in eigen pedagogisch-didactische keuzes.

- De scholen van CVO gaan zich actiever en intensiever verbinden met het aansluitende onderwijs. Dat wordt zichtbaar in verkorte trajecten bv. VM2, in doorlopend, geïntegreerd onderwijs – bv. een juniorcollege – en in academisering van het VWO dankzij gastlessen van HBO- en universitaire docenten.

- De scholen van CVO ontwikkelen een maatschappelijk programma, dat leerlingen een venster biedt op de samenleving. Ouders, maatschappelijke organisaties en bedrijven worden nadrukkelijk uitgenodigd om daar een rol in te spelen.

- De scholen van CVO bereiden zich voor op de krimp. Kwaliteit van het onderwijs en aantrekkelijkheid / relevantie van het aanbod zullen daarbij zwaarder wegen dan fysieke nabijheid.

Geloofwaardige docenten Koersuitspraak: Onze docenten zijn professioneel en geïnspireerd. Ze verstaan de eisen en tekenen van de tijd en handelen daarnaar. Ze willen leren, onderzoeken, ontwikkelen, kennis delen, om beter te worden.

Een docent is een professional. Dat betekent dat hij een belofte doet: onderwijzen volgens een hoge standaard. Wij willen ruimte bieden voor die belofte. Ruimte, erkenning en aandacht zijn wezenlijk voor het werkplezier van de professional. Zo kan eigenaarschap en verantwoordelijkheidsgevoel ontstaan. Het complement is dat het systematische gesprek over de professionele standaard gevoerd wordt. Wat is de standaard, maken we die waar, hoe weten we dat, wat willen we leren om beter te worden. De professionele ruimte schept mogelijkheden én brengt verplichtingen met zich mee.

Het werk van docenten is heel veel complexer geworden. Het werk kent in deze tijd vele dilemma’s die met protocollen en regels alleen niet oplosbaar zijn. Keuzes tussen zorg en kwaliteit, individuele aandacht en groepsprestaties bijvoorbeeld vragen voortdurend gesprek en steeds opnieuw afwegen. CVO wil investeren in het ontwikkelen van deze moderne, normatieve professionaliteit door middel van een variëteit van gespreksvormen.

Page 18: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 18

De systematische, voortdurende dialoog zal ons verder brengen dan het bevel of de regel. Die zijn nodig om het speelveld af te bakenen of als ultimum remedium, maar de beroepsidentiteit en beroepstrots zijn vooral gebaat bij systematische uitwisseling van ervaringen en kennis, met de bedoeling om beter te worden.

Passend onderwijs komt elke leerling toe. CVO wil daarom investeren in de ontwikkeling van een breder pedagogisch en didactisch repertoire. Ook wil CVO investeren in onderwijs als teamwerk. Docenten zijn afhankelijk van elkaar. Zij kunnen en moeten hun verscheidenheid aan talenten exploreren en benutten. De docent van de scholen van CVO kan en wil samenwerken, wil zich ontwikkelen, neemt deel aan intervisie, lesbezoek, casusbesprekingen en andere vormen van collegiale toetsing en ontwikkeling. Hij staat open voor nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs, in zijn vak, en staat open voor de eisen die leerlingen, ouders en andere partners stellen.

CVO wil docenten ondersteunen in deze groei in professionaliteit. Het is van groot belang de kennis-, onderzoeks- en ontwikkelfunctie binnen CVO te versterken. Kennisontwikkeling wordt steeds meer de drager van het primair proces. De kennis die we hebben moeten we aanboren en benutten voor de kwaliteit van het onderwijs en voor groei in professionaliteit. Investeren in kennis, onderzoek en ontwikkeling gaat gelijk op met het investeren in personeelsontwikkeling. Deze investeringen zullen op elkaar worden afgestemd, inhoudelijk en organisatorisch. In onze scholen werken veel mensen ter ondersteuning van het onderwijs. Het werkplezier voor deze mensen zal toenemen als we hun plek in de keten en hun rol weten te verhelderen. Dat gaan we dan ook doen.

Wat gaat er gebeuren?

- Docenten doen onderling aan lesbezoek. De bevindingen zijn onderdeel van het bekwaamheidsdossier. Intervisie, casusbesprekingen, het werken in kenniskringen worden vaste methoden.

- De scholen van CVO ontwikkelen samen een huisacademie, de Brandsma-academie. In deze academie worden verschillende functionaliteiten samengebracht: kennisontwikkeling, onderzoek, onderwijsontwikkeling en personeelsontwikkeling. Deze academie:

o ontwikkelt kennis en draagt kennis aan, die de kwaliteit van het onderwijs verhoogt; o ontwikkelt in gesprek met de scholen een scholingsaanbod, dat bijdraagt aan groei in

moderne professionaliteit; o reikt zelf en als intermediair scholings- en ontwikkelingsmogelijkheden aan voor

teams en individuele medewerkers; o werkt vraaggericht, maar wijst ook op blinde vlekken, reikt nieuwe visies en

perspectieven aan; o ondersteunt onderzoek en stimuleert de ontwikkeling van onderzoeks-vaardigheden; o ontwikkelt en ondersteunt CVO-brede scholingsprogramma’s.

- Alle medewerkers krijgen de beschikking over een persoonlijk ontwikkelingsbudget.

- Elk jaar stelt CVO voor één of enkele docenten een beurs ter beschikking ter ondersteuning van een promotie-onderzoek.

- Door middel van panelgesprekken met leerlingen en door middel van tevredenheidspeilingen worden de opvattingen over het onderwijs (aanbod) van de scholen van CVO systematisch in kaart gebracht. De resultaten zullen ingezet worden voor verbetering van het onderwijs.

Page 19: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 19

Wij zijn trots op onze school en op ons werk

Koersuitspraak: Elke medewerker kan zijn eigen stempel zetten op zijn werk. Elke medewerker draagt de koers van de school. Elke medewerker is ambassadeur van zijn school. Ons onderwijs wordt gemaakt in de klas, in het team, in de afdeling. De vragen, uitdagingen en problemen in de klas zijn tegenwoordig ingewikkeld en veeleisend. Ze vragen om maatwerk, en dus om reële handelingsruimte voor de docenten. Meer dan ooit vragen ze ook om samenwerking, van docenten met elkaar, en met hun leidinggevende(n). Een ruim mandaat en een helder speelveld zijn daarom onontbeerlijk. De samenwerking binnen de scholen kent verschillende gedaanten. De doorlopende leerlijn, de aansluiting onderbouw - bovenbouw, de determinatie na de brugklas, de vak-ontwikkeling, de afstemming met zorg en mentoraat, ze vragen allemaal om samenwerking. De vragen die aan de orde zijn, kunnen en moeten niet exclusief door leidinggevenden beantwoord worden. Wij verwachten van professionele docenten dat zij zelf daarin de grootste rol vervullen. Dat kan door leiding te (mogen / kunnen) geven op basis van inhoudelijke autoriteit. Onze scholen zullen om dit mogelijk te maken in hun structuur platter worden. Ze zullen zich tot netwerkorganisatie ontwikkelen. Het moderne onderwijs vraagt om krachtig leiderschap. Leidinggeven in het onderwijs is niet eenvoudig. Er is veel ‘beleid’ in het onderwijs, maar in de dagelijkse praktijk strijden vele prioriteiten, loyaliteiten en opvattingen om de voorrang. ‘Beleid’ helpt dan vaak niet. Het komt dan meer aan op praktische wijsheid: beoordelingsvermogen, durf, evenwicht, fairheid, heldere communicatie. Dat is niet gemakkelijk, en het ongemak is dan ook wel eens voelbaar. Vervreemding tussen leidinggevenden en medewerkers ligt dan op de loer.

Wetend dat het onderwijs een grote en belangrijke opdracht te vervullen heeft, is het van essentieel belang dat krachtig leiding gegeven wordt. Een goede leidinggevende overziet wat moet gebeuren. Hij interpreteert en selecteert wat van belang is voor zijn team. Hij schermt het team daarmee af en creëert zo de noodzakelijke professionele ruimte. Een goede leidinggevende appelleert aan de ambitie om die professionele ruimte te vullen. Hij is de gangmaker van de professionele dialoog, ondersteunt, enthousiasmeert en stimuleert. Hij heeft aandacht voor de dagelijkse praktijk, ziet en kent ‘zijn’ mensen. Hij maakt duidelijk wat on-onderhandelbaar is, bijvoorbeeld de eisen van de Inspectie. Hij complimenteert, spreekt aan en grijpt zo nodig in, bijvoorbeeld als de onderwijskwaliteit niet aan de maat is, of als de professionaliteit onvoldoende is. Hij is glashelder over wat kan en niet kan, wat hoort en niet hoort en kan dat uitleggen. Hij is altijd en per definitie voorbeeld en rolmodel. De afstand tot degenen aan wie hij leiding geeft is uiteindelijk niet overbrugbaar. Dat maakt zijn taak wel eens eenzaam.

Wat gaat er gebeuren?

- We gaan anders werken en samenwerken. We willen de verscheidenheid van talenten en de wederzijdse afhankelijkheid beter benutten. We gaan taken globaler vastleggen. Dit biedt zowel de medewerker als de leidinggevende veel meer ruimte. Zo kunnen volwassen en moderne arbeidsverhoudingen ontstaan. Dat zal niet vanzelf gaan. Waarborgen zijn nodig. Op grond van een aantal kleinschalige experimenten zullen we stap voor stap toewerken naar een globaler en vrijer taakbeleid.

- Elk jaar kiezen de scholen van CVO een gezamenlijk jaarthema, dat in het verlengde ligt van het strategisch plan. De jaarlijkse CVO-onderwijsdag staat in dat teken.

- Alle teams / afdelingen volgen in de komende jaren een scholingsdag over de christelijk-sociale traditie en over de plaats van CVO als waardengemeenschap daarbinnen. CVO zal door middel van CVO-brede leergangen en andere vormen van scholing met voorrang investeren in:

Page 20: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 20

de kwaliteit van leidinggevenden;

uitbreiding en verdieping van het pedagogisch en didactisch repertoire;

de docent als rolmodel;

rolvastheid en moderne, normatieve professionaliteit.

- Door de krimp neemt de handelingsruimte van scholen in hun personeelsbeleid af. CVO zal de zogenaamde flexibele schil doen toenemen en mobiliteit tussen de scholen systematisch stimuleren en zo nodig bewerkstelligen.

De scholen van CVO zijn bakens van betrouwbaarheid

Koersuitspraak: Wij komen onze beloften en afspraken na, wij verbinden ons met onze leerlingen, hun ouders en andere maatschappelijke partners. Wij willen leren van wat goed en niet goed gaat.

Leerlingen en ouders willen goede waar voor hun geld en voor hun keuze. Ze kiezen weloverwogen en steeds kritischer. Ze gaan af op de verwachtingen die we wekken en de beloften die we doen. Die verwachtingen moeten we daarom waarmaken, en onze beloften nakomen. Het is belangrijk om voortdurend en systematisch te toetsen of ons dat lukt. Het oordeel daarover is aan anderen, niet aan onszelf.

Ouders en andere partners kunnen ons onderwijs versterken, niet alleen door ons bij de les te houden, maar ook door zelf een aandeel te leveren in het onderwijs. Door middel van gastlessen en beroepenvoorlichting, door samenwerking met leerbedrijven wordt ons onderwijs krachtiger en levensechter. Deze mogelijkheden willen we meer gaan benutten.

Het VO is onderdeel van een keten, aansluitend op het PO en vaak voorbereidend op het MBO en HO. Een intensiever en systematischer contact kan bijdragen aan betere prestaties, zowel door betere onderwijskundige samenwerking als door informatieoverdracht over leerlingen.

Wat gaat er gebeuren?

- Elke school kent een adviesraad van ouders en andere (maatschappelijke) partners.

- CVO organiseert elk jaar een symposium voor ouders respectievelijk voor maatschappelijke partners over een thema dat voor hun van belang is.

- In de komende periode loopt de helft van de docenten een stage in een voor hun relevant werkveld.

- Elke school ontwikkelt een maatschappelijk programma: een systematisch aanbod van burgerschap / vorming, maatschappelijke oriëntatie en introductie in de wereld van het beroep.

Page 21: Strategisch beleidsplan 2013 2016 - cvo-zwfryslan.nl...met het appèl dat de samenleving van nu op ons onderwijs doet. De school is geen kerk. De school heeft zijn eigen roeping en

Strategisch beleidsplan 2013 - 2016 Pagina 21

11. Randvoorwaarden: middelen en organisatie Koersuitspraak: Wij zijn sober en spaarzaam en zetten de middelen in ten bate van de kwaliteit van het onderwijs. De financiële positie van CVO is op zichzelf goed, maar behoeft, met het oog op de aanstaande krimp en de inhoudelijke uitdagingen die er liggen, versterking.

We staan voor die opgave in een tijd dat de financiële middelen niet toenemen. We zullen het daarom moeten hebben van onze inventiviteit en creativiteit, van bondgenootschappen die inhoudelijke en doelmatigheidswinst opleveren, van een duurzame en gedisciplineerde ambitie van soberheid en hoge(re) productiviteit en van een slimme inzet van nieuwe hulpmiddelen, zoals ICT. Dit betekent in ieder geval twee dingen. De vraag: ‘Hoe kunnen wij ons werk slimmer, doelmatiger en doeltreffender doen’ zal een normale, elke dag terugkerende vraag zijn. Het is een kwestie van fairheid dat de winst van deze voortdurende zoektocht zichtbaar gemaakt wordt en zo mogelijk ‘teruggegeven’ wordt aan het onderwijs. In de tweede plaats zal CVO scherpe keuzes moeten maken in dit strategisch plan. Niet alles kan. We investeren alleen in wat echt nodig is en wat ons echt verder helpt. Wat gaat er gebeuren? Op een aantal terreinen zal geïnvesteerd worden.

a. Onderwijskwaliteit en de borging daarvan. b. Het ontwikkelen van een huisacademie c. ICT als hulpmiddel om onderwijsdoelen te bereiken. d. Investeren in moderne, normatieve professionaliteit. e. De kwaliteit en de doelmatigheid van de ondersteuning zal op een hoger plan gebracht

moeten worden.

- De middelen die hiervoor nodig zijn, zullen op twee manieren gevonden worden. De organisatie van de ondersteuning binnen de scholen en binnen het CB zal efficiënter georganiseerd worden. De inhoudelijke samenwerking tussen de scholen zal intensiever en efficiënter vorm krijgen. Daarnaast is een algemene versterking van het bedrijfseconomische bewustzijn noodzakelijk.

De collega’s die werken in de sfeer van de bedrijfsvoering en ondersteuning werken soms achter de schermen, maar vaak juist ook in direct contact met leerlingen en ouders. Hun bijdragen aan de ‘kleine kwaliteit’ leiden tot gezamenlijke ‘grote kwaliteit’. In dat licht wil CVO hun werk zien. Ze dragen bij aan de kwaliteit van ons onderwijs. Een vernieuwde inrichting van de werkprocessen zal daar ook aan moeten bijdragen.

- Het geheel van ondersteunende functies zal ingericht worden op basis van: workflowmanagement en selfservice; maximale inzet van ICT om werkprocessen te standaardiseren; procesgericht werken.

Deze herinrichting zal het gemakkelijker maken om elkaar aan te spreken op de kwaliteit van het werk.