Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... ·...

97
1 JAARVERSLAG 2017 van STICHTING NORIT PENSIOENFONDS

Transcript of Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... ·...

Page 1: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

1

JAARVERSLAG

2017

van

STICHTING NORIT PENSIOENFONDS

Page 2: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

2

Page 3: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

3

Inhoudsopgave

Jaarverslag

Voorwoord 5

Karakteristieken van het fonds 6 Profiel van het fonds 6 Organisatie 6 Kerncijfers 11

Verslag van het Bestuur 12 Pension Fund Governance 12 Pensioenparagraaf 23 Beleggingenparagraaf 27 Financiële paragraaf 32 Actuariële paragraaf 37 Risicoparagraaf 38 Toekomstparagraaf 45

Jaarrekening 47 Balans per 31 december 2017 48 Staat van baten en lasten over 2017 51 Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten en lasten 52 Kasstroomoverzicht over 2017 53 Toelichting op de balans en staat van baten en lasten 55

Overige gegevens 85 Statutaire regeling omtrent de bestemming van het resultaat 87 Actuariële verklaring 89 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 91

Bijlage 95 Overzicht nevenfuncties leden fondsorganen per 31 december 2017 97

Page 4: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

4

Page 5: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

5

Voorwoord “Een structurele oplossing wijst in de richting van het overbrengen van huidige en toekomstige pensioenaanspraken naar een andere pensioenuitvoerder” en “het bestuur wil in het najaar van 2017 met een concreet plan van aanpak komen en daarover in gesprek gaan” stond te lezen in het laatste voorwoord. In dit jaarverslag over 2017 leest u dat ons bestuur afrondend onderzoek heeft gedaan naar een structurele oplossing met als conclusie dat SNP als zelfstandig fonds niet langer levensvatbaar is. De kosten per deelnemer zijn zeer hoog, de regeldruk en bestuurskosten blijven toenemen en vooral de dreigende korting vanaf 2020 en het jarenlang niet kunnen indexeren zijn de belangrijkste redenen voor deze conclusie. Ook DNB had SNP opgedragen om kritisch naar de toekomst van ons fonds te kijken. Vorig najaar heeft het bestuur zich daarom voorgenomen om te komen tot een transitie en liquidatie van ons fonds per 1 januari 2019. Voor het bestuur is heel belangrijk dat de onderneming dit voornemen steunt en daarbij financiële steun verleent. Hiervoor heeft Cabot voorstellen ontvangen en is in december 2017 een goed gesprek met de ondernemingsleiding uit Boston gevoerd. Bij het sluiten van dit jaarverslag was het formele antwoord van Cabot nog niet bekend. Tenslotte is vermeldenswaard dat het bestuur in april 2018 in een drietal voorlichtingsbijeenkomsten op locatie zijn plannen heeft besproken. Tegelijkertijd heeft het bestuur gewerkt aan het op onderdelen verbeteren van het pensioenbeheer met name op basis van de aanbevelingen van de Visitatiecommissie. Hiertoe is in de zomer een werkgroep pensioenbeheer opgericht, waarin de punten zijn besproken en voorstellen voor het bestuur gemaakt. Aan het einde van 2017 was het grootste deel van het werk gedaan, met een uitloop naar 2018. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheden wordt naast de uitvoerend secretaris vanaf het vierde kwartaal 2017 gebruik gemaakt van externe ondersteuning. Dit laatste was ook nodig vanwege het vertrek van de pensioenadministrateur van het fonds. Met betrekking tot het vermogensbeheer is enerzijds voortgegaan op de ingeslagen weg door de volgende stap te zetten in de renteafdekking. Dit als gevolg van de aanhoudend lage rente en onze te lage dekkingsgraad (ultimo 2017 95,9%). Anderzijds heeft het bestuur, daarover geadviseerd door de beleggingscommissie de keuze gemaakt om in onze beleggingen een hypotheekfonds op te nemen. Dit vergroot de kans op meer rendement binnen het vastgestelde risicoprofiel van het fonds. Bestuurlijk hebben wij na veel jaren van inzet en goede samenwerking afscheid genomen van Ron Vos en zijn wij blij met de komst van Henk Onstwedder, zijn opvolger vanuit de FNV. Verder wil ik vermelden dat bestuur dankbaar is voor de goede samenwerking met verantwoordingsorgaan, deelnemersvergadering en Cabot in dit verslagjaar! Voor alle andere onderwerpen, bijvoorbeeld onze communicatiewerkzaamheden, de financiële onderbouwing en het oordeel van de certificerend actuaris, de accountant en de visitatiecommissie verwijs ik u graag naar de teksten. Ik wens u opnieuw veel leesplezier bij het doornemen van dit jaarverslag en wij zien benieuwd naar uw reactie. Namens het bestuur van de Stichting Norit Pensioenfonds, Frans Prins, voorzitter

Page 6: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

6

Karakteristieken van het fonds (Alle bedragen in dit verslag zijn x € 1.000, tenzij anders is aangegeven)

Profiel van het fonds Stichting Norit Pensioenfonds (hierna: het fonds), statutair gevestigd te Amersfoort aan het adres Astronaut 34, is opgericht in 1952. De statuten zijn laatstelijk gewijzigd op 21 oktober 2014. Het fonds is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41188191. Het fonds is een ondernemingspensioenfonds; de enige aangesloten onderneming is Cabot Norit Nederland B.V., statutair gevestigd te Amersfoort. Het fonds is aangesloten bij de koepelorganisatie: De Pensioenfederatie. Het fonds draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de pensioenregeling voor (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden, alles in overeenstemming met bestaande wet- en regelgeving. De vigerende pensioenregeling is het eindresultaat van het overleg tussen de werkgever en vakbonden. Het fonds stelt zich ten doel het verlenen of doen verlenen van pensioenen aan (oud-)werknemers van de aangesloten onderneming en eerder aangesloten ondernemingen en aan hen, die door de arbeid van bedoelde werknemers worden of werden onderhouden. Onder de regeling die geldt vanaf 2006 worden de navolgende pensioenen verleend:

Levenslang ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer of gewezen deelnemer;

Levenslang nabestaandenpensioen op risicobasis ten behoeve van de echtgenoot of partner van de (gewezen) deelnemer;

Wezenpensioen ten behoeve van de kinderen van de (gewezen) deelnemer;

Aanvullend nabestaandenpensioen, individueel en op vrijwillige basis (ANW-hiaatpensioen).

Organisatie

Bestuur

Het paritair Bestuur bestaat uit zes personen en is samengesteld uit drie werkgeversvertegenwoordigers, een werknemersvertegenwoordiger, een vertegenwoordiger van de vakvereniging FNV en een vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. De stemverhouding is zodanig geregeld dat sprake is van een paritair Bestuur. Bij een paritair Bestuur is het aantal stemmen van de werkgeversvertegenwoordigers gelijk aan het aantal stemmen van de werknemersvertegenwoordiger, de vertegenwoordiger van de vakvereniging FNV en de vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden gezamenlijk. De samenstelling van het Bestuur ultimo boekjaar 2017 is als volgt: Einde Naam Functie Namens Lid sinds termijn F. Prins (1956, M) Voorzitter Werkgever 2017 2020 R. Kruijff (1954, M) Lid Werkgever 2015 2018 M. Knuttel (1950, M) Lid Werkgever 2000 2020 A.P.M. Huppertz (1958, M) Secretaris Werknemers 1998 2019 H. Onstwedder (1953, M) Lid Vakvereniging 2017 2020 T. van Leeuwen (1945, M) Lid Pensioengerechtigden 2012 2018

Page 7: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

7

Per 1 januari 2017 is de heer F. Prins met instemming van DNB benoemd als externe voorzitter namens de werkgever. Hij volgt de heer R.C.L. Bakker op, die per die datum afscheid nam. De zittingstermijn van de heer M. Knuttel verliep in 2017. Hij is per 28 juni 2017 herbenoemd en treedt volgens rooster in 2020 af. De zittingstermijn van de heer R. Vos verliep in 2017. Hij is per 27 juli 2017 opgevolgd door de heer H. Onstwedder.

Dagelijks Bestuur

Het dagelijks Bestuur van het fonds wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris. Het Bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het fonds, overeenkomstig de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN).

Beleggingscommissie

Het Bestuur stelt de strategische beleggingsdoelstelling vast. Het Bestuur delegeert zijn beleidsvoorbereidende en uitvoerende taken met betrekking tot de beleggingen. Het Bestuur heeft daartoe een Beleggingscommissie ingesteld. Eén van deze leden fungeert als voorzitter van de Beleggingscommissie. De samenstelling van de Beleggingscommissie ultimo boekjaar 2017 is als volgt: Naam Functie R. Kruijff Voorzitter A.P.M. Huppertz Lid H. Onstwedder Lid

De Beleggingscommissie draagt zorg voor het feitelijk (doen) beheren van het vermogen van het fonds. Daartoe geeft de Beleggingscommissie een nadere invulling aan en bewaakt het beleggingsbeleid binnen de doelstelling die door het Bestuur is vastgesteld. De Beleggingscommissie bereidt tevens voorstellen voor aangaande wijziging van de beleggingsdoelstelling in relatie tot het risicoprofiel van het fonds en het strategische beleid ten behoeve van het Bestuur. De Beleggingscommissie is verantwoording verschuldigd aan het Bestuur. De Beleggingscommissie kan zich bij de uitvoering van de aan haar gedelegeerde bevoegdheden laten adviseren door een externe adviseur. Het dagelijkse beheer van de portefeuille wordt na besluitvorming hierover in het Bestuur op advies van de Beleggingscommissie uitbesteed aan gespecialiseerde vermogensbeheerders. De administratie van en rapportage over de beleggingen is uitbesteed aan de bewaarnemer, die tevens de performance meting voor haar rekening neemt.

Werkgroep Pensioenbeheer

In 2017 heeft het Bestuur een werkgroep Pensioenbeheer ingesteld om opvolging te geven aan de aanbevelingen van de certificerend actuaris, de accountant en de Visitatiecommissie. De samenstelling van de Werkgroep Pensioenbeheer was als volgt: Naam Functie R. Kruijff Voorzitter H. Onstwedder Lid T. van Leeuwen Lid

In de bestuursvergaderingen is de voortgang van de werkzaamheden van de Werkgroep Pensioenbeheer besproken. Nadat in de bestuursvergadering van 10 januari 2018 is vastgesteld dat aan alle aanbevelingen opvolging is gegeven, of dat er onderbouwd is waarom er bewust geen opvolging aan een aanbeveling is gegeven, is de Werkgroep Pensioenbeheer opgeheven.

Page 8: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

8

Verantwoordingsorgaan

Het Verantwoordingsorgaan is op 1 januari 2008 opgericht en bestaat uit 3 leden, te weten een vertegenwoordiger vanuit de werkgever, de deelnemers en de pensioengerechtigden. De samenstelling ultimo boekjaar 2017 is als volgt: Naam Functie Namens H.E. van Dam (1960, M) Voorzitter Deelnemers R. Koedijk (1973, M) Lid Werkgever A.G. Lagas (1945, M) Lid Pensioengerechtigden

De inrichting en bevoegdheden van het Verantwoordingsorgaan zijn vastgelegd in de statuten en een reglement (Reglement Verantwoordingsorgaan). In het Verantwoordingsorgaan zijn deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever gelijk vertegenwoordigd. Het Bestuur legt verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan over het beleid en de uitvoering daarvan en over de naleving van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur. Het Verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen, het gevoerde beleid en de beleidskeuzes van het Bestuur aan de hand van onder meer het jaarverslag. Het Verantwoordingsorgaan heeft onder andere recht op overleg met het bestuur, de externe accountant en de externe actuaris. Daarnaast heeft het Verantwoordingsorgaan het recht om advies uit te brengen over onder meer:

Wijzigen van het beleid ten aanzien van het Verantwoordingsorgaan;

Vorm, inrichting en samenstelling van intern toezicht;

De interne klachten- en geschillenprocedure;

Het communicatie- en voorlichtingsbeleid;

De samenstelling van de feitelijke premie en de hoogte van de premiecomponenten.

Intern toezicht

Gekozen is voor een Visitatiecommissie, ingesteld op 1 januari 2008. De commissie bestaat uit drie onafhankelijke leden en fungeert als toezichthouder op beleids- en bestuursprocessen bij het fonds. De Visitatiecommissie brengt met ingang van 2015 jaarlijks verslag uit aan het Bestuur. Over 2017 heeft de visitatiecommissie op 26 april 2018 verslag uitgebracht. Het bestuur heeft hiervan met waardering kennis genomen. Een samenvatting van het verslag en de reactie van het bestuur is terug te vinden op pagina 18 t/m pagina 20 van dit jaarverslag. De taken van de Visitatiecommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Visitatiecommissie en bevatten ten minste:

Beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en –processen en checks en balances;

Beoordelen van de wijze van aansturen;

Beoordelen van omgang met risico’s op de langere termijn. Ter uitoefening van haar taken heeft de Visitatiecommissie recht op alle informatie om haar taak te kunnen uitoefenen, alsmede het recht op overleg met het Bestuur, de externe accountant en de externe actuaris.

Uitvoeringsorganisatie

De uitvoeringsorganisatie is Cabot Norit Nederland B.V. De uitvoeringsorganisatie heeft onder meer de volgende verantwoordelijkheden en bevoegdheden:

Het voeren van een deelnemers- en aansprakenadministratie;

Het voeren van de uitkeringenadministratie;

Het voeren van de financiële administratie;

Het voeren van de beleggingsadministratie;

Het uitvoeren van secretariële werkzaamheden c.q. ondersteuning.

Page 9: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

9

De uitvoeringsorganisatie maakt daarbij gebruik van een externe partij voor het voeren van de deelnemers- en aansprakenadministratie, te weten Mercer (Nederland) B.V. De benodigde input inzake de deelnemersgegevens wordt aangeleverd onder verantwoordelijkheid van Cabot Norit Nederland B.V., waarna Mercer (Nederland) B.V. op basis hiervan de pensioenaanspraken en bijbehorende verplichtingen vaststelt. De uitkeringenadministratie wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van Cabot Norit Nederland B.V. De uitvoeringsorganisatie treedt tevens op als interne administrateur en draagt zorg voor:

Het beheer van de pensioenregeling;

Tijdige aanlevering van deelnemersmutaties en het toezicht op een juiste verwerking hiervan;

Communicatie aan (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden;

Coördinatie tussen externe partijen. De uitvoeringsorganisatie maakt voor de verzorging van de financiële administratie, het jaarverslag en de periodieke rapportages aan DNB gebruik van een externe administrateur (Administratieve Ondersteuning D. Smit, AODS).

Accountant

Het Bestuur heeft een externe accountant (BDO Audit & Assurance B.V.) aangesteld. Deze accountant controleert jaarlijks de cijfers van het fonds en voorziet deze van een controleverklaring. De accountant brengt verslag uit van zijn bevindingen in de vorm van een accountantsverslag.

Adviserend actuaris

De adviserend actuaris is Mercer (Nederland) B.V. De adviserend actuaris verricht op basis van de door de uitvoeringsorganisatie aangeleverde deelnemers- en aansprakenadministratie de volgende werkzaamheden:

Berekenen welke uit de pensioenregeling voorvloeiende overlijdensrisico’s worden herverzekerd;

Berekenen tijdsevenredige opgebouwde pensioenaanspraken;

Berekenen premies en/of koopsommen voor de jaarlijkse pensioenopbouw;

Berekenen voorziening pensioenverplichtingen alsmede de overige technische voorzieningen en reserves.

Voorts geeft de adviserend actuaris het Bestuur gevraagd en ongevraagd advies over de activiteiten van het fonds en over voor het fonds relevante ontwikkelingen, zoals (op handen zijnde) wijzigingen in wet- en regelgeving.

Certificerend actuaris

De certificerend actuaris is Mercer (Nederland) B.V. De certificerend actuaris bepaalt of de voorziening pensioenverplichtingen volgens de fondsgrondslagen en op basis van de door de accountant gecontroleerde gegevens is vastgesteld. De certificerend actuaris geeft een oordeel over de financiële positie van het fonds. Binnen Mercer (Nederland) B.V. is sprake van een strikte scheiding tussen advies- en certificerings-werkzaamheden. Mercer (Nederland) B.V. beschikt over een door de toezichthouder goedgekeurde gedragscode, waardoor het is toegestaan dat actuarissen en deskundigen aangesloten bij Mercer (Nederland) B.V. wel andere werkzaamheden kunnen verrichten voor het fonds.

Herverzekering

De overlijdensrisico’s (kortleven) en het arbeidsongeschiktheidsrisico zijn herverzekerd bij Elips Life AG. De overeenkomst liep tot en met 31 december 2017. Indien sprake is van een positief schadeverloop aan het eind van de contractperiode vindt volgens dit contract deling in het technisch resultaat plaats. Over de periode 2012-2014 is begin 2018 een afrekening van de herverzekeraar ontvangen; het aandeel in de winstdeling over deze periode bedraagt nihil. De hoogte van een eventueel aandeel in het technisch resultaat over de periode 2015-2017 is nog niet bekend en wordt derhalve voorzichtigheidshalve gelijk gesteld aan nihil. Per 1 januari 2018 is een nieuwe herverzekeringsovereenkomst met Elips Life AG afgesloten. De looptijd is wederom 3 jaar, waarbij jaarlijkse opzegging mogelijk is. Deze overeenkomst kent geen technische winstdeling, wat tot gevolg heeft dat de premie circa 18% lager is ten opzichte van de vorige overeenkomst.

Page 10: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

10

Vermogensbeheer

Het vermogensbeheer is ondergebracht bij Nationale Nederlanden Investment Partners.

Compliance officer

Het fonds heeft een compliance-officer, te weten Mr. J.W. de With. Zijn taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in de Gedragscode Stichting Norit Pensioenfonds. In het bijzonder is de compliance-officer belast met de handhaving van de Gedragscode van het fonds. Jaarlijks ondertekenen de bestuurders een verklaring dat zij zich aan de Gedragscode hebben gehouden. Nieuwe bestuurders verklaren schriftelijk bij aantreden dat ze zich aan de Gedragscode zullen houden. Met ingang van 2018 ondertekenen ook de leden van het Verantwoordingsorgaan en de Visitatiecommissie voor naleving van de Gedragscode. De compliance-officer vermeldt in zijn jaarverslag over 2017, dat de bestuursleden de Gedragscode hebben nageleefd en dat zich ook voorts geen bijzonderheden hebben voorgedaan.

Page 11: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

11

Kerncijfers

Bedragen x 1.000 euro 2017 2016 2015 2014 2013

Aantal verzekerden

Actieve deelnemers 287 291 304 310 313 Idem in uittredingsregeling - - - 2 3 Idem met vrijstelling premiebetaling 19 17 19 20 20 Verzekerden met premievrije rechten 302 294 337 335 349 Pensioengerechtigde deelnemers 434 434 433 417 409

1.042 1.036 1.093 1.084 1.094

Premiebaten en pensioenuitkeringen

Ontvangen premiebijdragen 2.978 2.979 3.067 3.081 2.962 Kostendekkende premie 2.904 2.855 3.054 2.946 2.956 Pensioenuitvoeringskosten 273 259 302 287 225 Pensioenuitkeringen en afkopen 3.350 3.641 3.399 3.355 3.140 Beleggingsportefeuille

Onroerend goed - - - - 1.070 Aandelen 40.279 42.946 39.956 37.198 38.047 Vastrentende waarden 70.998 65.167 63.114 63.992 54.389 Liquide middelen 46 5 14 78 83

Totaal beleggingen 111.323 108.118 103.084 101.268 93.589

Beleggingsperformance

Rendement (netto) in % - behaald 3,8 6,0 2,3 9,2 4,7 Rendement (netto) in % - benchmark 3,2 6,1 1,9 10,1 6,2

Vermogenssituatie en solvabiliteit

Pensioenvermogen * 111.722 108.452 103.525 101.538 94.415 Pensioenverplichtingen * 116.448 118.947 111.439 106.340 90.321 Aanwezige dekkingsgraad in % * 95,9 91,2 92,9 95,5 104,5 Beleidsdekkingsgraad in % 94,6 87,1 93,3 100,8 n.v.t. Reële dekkingsgraad in % 77,2 71,7 76,0 81,1 n.v.t. Vereiste dekkingsgraad in % * 117,4 118,0 118,6 116,4 118,6 Minimaal vereiste dekkingsgraad in % 104,2 104,2 104,2 104,2 104,2 Ad * Het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen zijn tot en met 2014 vastgesteld op basis van de verplichtingen eigen

rekening (voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds, verminderd met het herverzekeringsdeel technische voorzieningen). Met ingang van ultimo 2015 geldt een nieuwe dekkingsgraaddefinitie; hierbij dient uitgegaan te worden van de voorziening voor risico fonds (vóór aftrek herverzekering).

Het pensioenvermogen, de pensioenverplichtingen en de aanwezige dekkingsgraad zijn voor 2015 op basis van de nieuwe definitie bepaald; de vergelijkende cijfers zijn hier niet op aangepast.

Page 12: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

12

Verslag van het Bestuur

Pension Fund Governance

Transparantie, communicatie en openheid

Het Bestuur geeft inzicht in de besluitvormingsprocedures. Geldige besluiten kan het Bestuur slechts nemen indien de meerderheid van de bestuursleden in persoon aanwezig is. Alle besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige en vertegenwoordigde bestuursleden. Een rechtsgeldig besluit kan alleen worden genomen indien tenminste een bestuurslid gekozen door de deelnemers of de pensioengerechtigden het besluit ondersteunt. De communicatie richting de doelgroepen van het fonds (te weten werkgever, deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en toezichthouders) is een continu aandachtspunt van het Bestuur. Het bestuur publiceert jaarlijks een jaarverslag dat voldoet aan de wettelijke eisen. Mede op verzoek van het Verantwoordingsorgaan wordt met ingang van 2014 een voor alle deelnemers toegankelijke samenvatting van het jaarverslag gemaakt. Deze samenvatting wordt naar alle deelnemers gestuurd en toegelicht op de jaarlijkse deelnemersvergadering. Geïnteresseerden kunnen het volledige jaarverslag, de statuten en het reglement van de pensioenregeling opvragen bij de administrateur van het fonds.

Goed pensioenfondsbestuur

Goed pensioenfondsbestuur is een belangrijke opdracht voor ons Bestuur. Gegeven de afstand van het Bestuur tot het daadwerkelijk handelen door de partijen aan wie de werkzaamheden zijn uitbesteed, de evenwichtige bestuurssamenstelling vanuit de werkgevers en deelnemers en de rollen van de actuaris en accountant is aandacht voor goed bestuur belangrijk. Hierbij is essentieel dat de belangen van deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers op evenwichtige wijze afgewogen worden. Het Bestuur laat zich daarbij zo nodig bijstaan door de adviserend actuaris, vooral bij die besluiten die deelnemers, pensioengerechtigden en/of gewezen deelnemers aangaan. Met dit doel voor ogen heeft het fonds een missie en zijn primaire doelstellingen in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) opgenomen. Deze luiden als volgt: Missie De missie van het fonds is om op nauwgezette en transparante wijze uitvoering te geven aan de pensioenregeling van Cabot Norit Nederland B.V. Doelstellingen Het fonds streeft daarbij naar:

een evenwichtige afweging van de belangen van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden;

de toepassing van een verantwoord systeem van risicoanalyse en risicobeheersing;

een prudent beleggingsbeleid dat afgestemd is op de pensioenverplichtingen;

een zodanige communicatie met alle pensioenbelanghebbenden dat zij geïnformeerd worden over de voor hen wezenlijke ontwikkelingen en het melden van onverwachte resultaten wordt voorkomen;

het fungeren als klankbord voor de sociale partners over (veranderingen in) de pensioenregeling.

Integere bedrijfsvoering

Het beleid van een fonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt voor het fonds onder meer in:

adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) en risicobeheersing;

analyse en beheersing van integriteitsrisico’s;

voorkomen van belangenverstrengeling;

duurzame beheersing van (financiële) risico’s.

Page 13: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

13

Wettelijk is geregeld dat een pensioenfonds maatregelen dient te treffen die goed pensioenfondsbestuur te allen tijde waarborgt. Met de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR-principes voor pension fund governance (PFG) verankerd in een wettelijk kader. Vanaf 1 januari 2014 is daar de Code Pensioenfondsen bij gekomen. Dat is een verzameling open normen ten aanzien van het handelen van de organen van het pensioenfonds. De insteek van de Code is dat ze nageleefd wordt, of dat gemotiveerd wordt toegelicht waarom een bepaald onderdeel van de Code niet wordt opgevolgd volgens het beginsel van ‘pas-toe-of-leg-uit’. Daarmee wordt bedoeld dat bepalend voor de werking van de Code is hoe de pensioenfondsen met de intenties van de Code omgaan – niet de mate waarin ze die naar de letter naleven (zogenoemd afvinkgedrag). De Code staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van het volledige stelsel van bestaande wet- en regelgeving. Daarnaast geven de aanbevelingen, convenanten en Codes van de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid richting aan de governance: wat houdt goed bestuur van pensioenfondsen in en hoe houden betrokkenen daar toezicht op? De vraag hoe het fonds de normen toepast, hangt mede af van de activiteiten en overige specifieke kenmerken van het fonds. Voor ons fonds is daarbij relevant dat het een klein fonds is en het overgrote deel van de pensioenuitvoering heeft uitbesteed. Alle 83 onderdelen van de Code worden toegepast, waarbij de volgende Codes een nadere toelichting behoeven: - Codenummer 23, het fonds kent geen specifieke IRM-commissie (Integraal RisicoManagement).

Beleggingsrisico’s worden gemonitord door de Beleggingscommissie en besproken in het Bestuur. - Codenummer 26, effectiviteitmeting ingezette communicatiemiddelen; in 2018 zal worden bezien of de

effectiviteit van de communicatie van het fonds in bredere zin getoetst gaat worden. - Codenummer 43, in 2017 heeft het fonds een eigen klokkenluidersregeling opsteld. - Codenummers 65-68, diversiteit: de organen vormen een goede afspiegeling wat betreft man/vrouw

(uitgaande van de populatie van het fonds), maar geen goede afspiegeling van de deelnemers naar leeftijd. Het Bestuur zoekt naar wegen om dit punt te verbeteren, maar heeft in 2017 geen concrete resultaten kunnen boeken.

Het Bestuur richt de organisatie van het fonds zodanig in dat deze een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt. Binnen het fonds is hier onder meer op de volgende wijze uitvoering aan gegeven:

medezeggenschap (in de zin van formeel maar ook als ervaren) pensioengerechtigden door bestuursdeelname;

een Verantwoordingsorgaan waar de deelnemers, de pensioengerechtigden en de werkgever elk een zetel in bezetten;

intern toezicht door middel van een Visitatiecommissie, bestaande uit drie externe deskundigen;

jaarlijkse actualisering van een Geschiktheidsplan ter bevordering en handhaving van het deskundigheidsniveau, de beschikbaarheid en de integriteit van het Bestuur;

vastleggen van een Gedragscode ter voorkoming van belangenverstrengeling;

een Klachten- en geschillenprocedure;

communicatiebeleid waarbij belanghebbenden op begrijpelijke wijze over de inhoud van de pensioenregeling, veranderingen en actuele ontwikkelingen worden geïnformeerd. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar die informatieverstrekking en communicatie die de eigen verantwoordelijkheid van de deelnemers ondersteunt.

Verantwoordingsorgaan en intern toezicht

Aan het Verantwoordingsorgaan wordt door het Bestuur verantwoording afgelegd over het beleid en de wijze waarop het beleid is uitgevoerd. In het Verantwoordingsorgaan zijn de deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever vertegenwoordigd. De zetels zijn gelijk verdeeld over deze geledingen. Het Bestuur heeft besloten elk van de geledingen in te vullen door middel van één zetel. Er is een Reglement Verantwoordingsorgaan, waarin de rechten en bevoegdheden van het Verantwoordingsorgaan zijn vastgelegd. Voor de inrichting van het interne toezicht heeft het Bestuur gekozen voor een Visitatiecommissie. De taken en bevoegdheden van de Visitatiecommissie worden beschreven in de Statuten van het fonds en het Reglement Visitatiecommissie.

Page 14: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

14

Het interne toezicht heeft betrekking op het kritisch bezien van het functioneren van het Bestuur. De Visitatiecommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden die door het Bestuur worden benoemd. Vanaf 2015 vindt als uitvloeisel van de wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen de visitatie jaarlijks plaats. Het doel van de visitatie is:

het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en -processen alsmede de checks en balances binnen het fonds;

het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd;

het beoordelen van hoe door het Bestuur wordt omgegaan met de risico’s op de korte en langere termijn.

Vergoedingsregeling

Teneinde het Bestuur verder te professionaliseren (waarbij aansluiting is gezocht bij de Code Pensioenfondsen) worden sinds 2014 bestuurders en leden van het Verantwoordingsorgaan niet zijnde de leden in dienst van Cabot Norit Nederland B.V. op passende wijze bezoldigd, waarbij de externe bestuursleden betaald worden door de werkgever. De schriftelijke overeenkomst met hen waarborgt de onafhankelijkheid jegens alle pensioenbelanghebbenden. Met ingang van 1 januari 2018 is de vergoedingsregeling aangepast, waarbij de te vergoeden bedragen meer in lijn zijn gebracht met de bedragen voorgesteld door de Pensioenfederatie. Reden hierbij is dat voor boekjaar 2018 een grotere inspanning van de leden van de fondsorganen wordt verwacht voor wat betreft werkzaamheden en tijdsbesteding.

Deskundigheidsbevordering

Elk jaar actualiseert het Bestuur het Geschiktheidsplan, mede op basis van de Beleidsregel geschiktheid 2012 van DNB. Geschiktheid wordt bepaald op basis van kennis, beschikbaarheid (daarmee wordt bedoeld: voldoende tijd beschikbaar voor de uitvoering van bestuurstaken) vaardigheden en professioneel gedrag. Ter zake de deskundigheidsbevordering is het Bestuur daarbij uitgegaan van de eisen die zijn vastgelegd in het plan van aanpak deskundigheidsbevordering, zoals opgesteld door De Pensioenfederatie. In het plan is vastgelegd aan welke deskundigheidseisen de bestuursleden individueel én het Bestuur als geheel moeten voldoen. Jaarlijks wordt besproken welke maatregelen nodig zijn ter bevordering en handhaving van de geschiktheid van het Bestuur als totaal bezien en voor de bestuursleden afzonderlijk.

Functioneren en zelfevaluatie Bestuur

Het Bestuur evalueert als regel jaarlijks het functioneren van de afzonderlijke bestuursleden en het Bestuur als geheel. De voorzitter voert daarom jaarlijks functioneringsgesprekken met de bestuursleden afzonderlijk; de bevindingen en afspraken hieruit worden vastgelegd. De evaluatie van 2017 heeft geleid tot een aantal bijstellingen in werkwijze en organisatie van de vergaderingen, met name gericht op de interactie in de vergaderingen en het voldoende tijd nemen voor het nemen van afgewogen besluiten. De voorzitter heeft jaarlijks een functioneringsgesprek met de werkgever. Tijdens de zelfevaluatie wordt stil gestaan bij de wijze waarop de bestuursleden besturen en tot besluitvorming komen. Daarbij wordt onder andere aandacht besteed aan factoren als teamwork, deskundigheid, integriteit, het besluitvormingsproces en het uitvoeringsproces.

Naleving wet- en regelgeving

Het Bestuur heeft in 2017 de geldende wet- en regelgeving gevolgd, waarbij geen sprake is geweest van overtreding hiervan. Dit wordt onderkend door de bevindingen van de compliance officer en het gegeven dat vanuit DNB hieromtrent geen meldingen aan het fonds zijn gedaan.

Page 15: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

15

Gedragscode

Het fonds kent een Gedragscode ter voorkoming van belangenconflicten. De Gedragscode draagt mede bij tot het integer functioneren van het fonds ten behoeve van al diegenen die bij het fonds belang hebben en tot het waarborgen van de goede naam en reputatie van het fonds als marktpartij. De Gedragscode wordt in overleg met de compliance officer jaarlijks getoetst op actualiteit en indien nodig aangepast. De Gedragscode is in 2017 geactualiseerd. De bestuursleden ondertekenen jaarlijks een verklaring waarin het desbetreffende bestuurslid verklaart alle voor hem relevante en voor hem geldende bepalingen uit de Gedragscode voor de bestuursleden van het fonds over het kalenderjaar juist te hebben nageleefd. Met ingang van 2018 tekenen ook de leden van het Verantwoordingsorgaan en de Visitatiecommissie voor naleving van de Gedragscode.

Toezichthouders

In 2017 heeft het Bestuur contact gehad met De Nederlandsche Bank (DNB) over de jaarlijkse haalbaarheidstoets en ABTN. Verder heeft de reguliere informatieverschaffing plaatsgevonden over de beleggingen en financiële situatie van het fonds, waaronder de verschillende dekkingsgraden (in de vorm van de maand- en kwartaalrapportages). In 2017 heeft de voorzitter van het Bestuur regelmatig contact gehad met DNB om de stand van zaken met betrekking tot de toekomst van het fonds te bespreken. Gedurende 2017 heeft geen overleg met de Autoriteit Financiële Markten (AFM) plaatsgevonden. Aan het fonds zijn in het afgelopen jaar geen dwangsommen of boetes opgelegd.

Uitbesteding

De Pensioenwet schrijft onder meer voor dat tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder een uitvoeringsovereenkomst aanwezig dient te zijn. Het fonds is in de eerste plaats de uitvoerder van de pensioenregeling. In de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en het fonds is onder andere de premie opgenomen die de werkgever jaarlijks verschuldigd is. De administratie van de verzekerden, de financiële administratie en de beleggingsadministratie zijn door het fonds uitbesteed aan Cabot Norit Nederland B.V. De financiële administratie (inclusief het opstellen van het jaarverslag en de rapportages aan DNB) wordt uitgevoerd door een externe administrateur (Administratieve Ondersteuning D. Smit).

Communicatie met de deelnemers

De communicatie met de deelnemers heeft met name plaatsgevonden door een deelnemersbijeenkomst, enkele nieuwsbrieven en direct contact. Direct contact vindt meestal plaats met de administrateur bijvoorbeeld bij vragen over de pensioenregeling (en waar zo nodig in afstemming met personeelszaken van de werkgever). Daarnaast heeft ook een aantal individuele gesprekken plaatsgevonden met deelnemers. Voorts zijn enkele nieuwe documenten op de website van het fonds geplaatst. Tot slot is aan de communicatie over de toekomst van het fonds de nodige aandacht besteed. Het Bestuur heeft in het verslagjaar de discussie met de werkgever vervolgd over de voortdurend schrale pensioenresultaten. Voor boekjaar 2017 geldt dat er geen korting heeft hoeven plaats te vinden. De dekkingsgraad heeft zich gedurende 2017 opwaarts ontwikkeld, deels ten gevolge van de stijgende rente en deels ten gevolge van het positieve rendement op de return portefeuille. Vanzelfsprekend is de inhoud van de pensioenregeling een zaak voor de werkgever en de sociale partners. Essentieel voor het Bestuur is daarbij dat - afgezien van een kostendekkende pensioenpremie - de verwachtingen van de deelnemers over de pensioenuitkomsten zo veel mogelijk overeen blijven komen met de verwachte pensioenuitkomsten.

Page 16: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

16

Klachten- en geschillenprocedure

Het fonds heeft een klachten- en geschillenregeling. Klachten kunnen worden ingediend bij de administrateur van het fonds en geschillen kunnen worden ingediend bij de secretaris van het fonds. Klachten gaan over de uitvoering van de pensioenregeling. Geschillen gaan over de interpretatie van bestuursbesluiten, regelingen en afspraken. Gedurende het boekjaar zijn geen klachten of geschillen bij het fonds ingediend.

Pensioenuitvoeringskosten

De Pensioenfederatie heeft in november 2011 het rapport ‘Aanbevelingen Uitvoeringskosten’ gepubliceerd. Bij de Aanbevelingen geldt ‘comply or explain’. In aanvulling hierop heeft de Pensioenfederatie in maart 2012 een nadere uitwerking gepresenteerd. De aanbevelingen zijn als volgt:

Rapporteer de kosten van pensioenbeheer in euro per deelnemer. Het aantal deelnemers is de som van het aantal actieve deelnemers en gepensioneerden. Daarnaast kan het fonds er voor kiezen om aanvullend de kosten als percentage van de premie te rapporteren;

Rapporteer de kosten van het vermogensbeheer in procenten van het gemiddeld belegd vermogen. Bekijk deze kosten ook in relatie tot: o de gekozen beleggingsmix en de bijbehorende benchmarkkosten; o het rendement over een langere termijn;

Rapporteer separaat (eventueel geschatte) transactiekosten in procenten van het gemiddeld belegd vermogen.

Voor Stichting Norit Pensioenfonds zijn de volgende gegevens bekend: (bedragen in hele euro) 2017 2016

Pensioenuitvoeringskosten 273.000 259.000 Aantal actieve en gepensioneerde deelnemers 740 742 Kosten per deelnemer 369 349 Gemiddeld belegd vermogen 109.262.000 106.237.000 Vaste en variabele beheerkosten 533.000 510.000 Kosten als percentage van belegd vermogen 0,49% 0,48% Transactiekosten 101.000 3.000 Kosten als percentage van belegd vermogen 0,09% 0,00% De stijging van de transactiekosten wordt met name veroorzaakt doordat de vermogensbeheerder met ingang van 2017 tevens inzicht geeft in de transactiekosten binnen de onderliggende beleggingsfondsen (de zogenoemde indirecte transactiekosten); in voorgaande jaren waren deze kosten niet voorhanden. De indirecte transactiekosten voor 2017 bedragen € 95.000; de directe transactiekosten bedragen derhalve € 6.000.

Page 17: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

17

Bestuursvergaderingen

Het Bestuur van Stichting Norit Pensioenfonds kwam in het verslagjaar 8 keer bijeen. Tevens vond op 28 juni 2017 de Deelnemersvergadering plaats in Amersfoort. De besproken onderwerpen waren onder meer:

Jaarverslag 2016;

Haalbaarheidstoets 2017;

Actualisatie van het herstelplan;

Opstellen beleggingsplan 2018;

Verdere implementatie van de geleidelijke verhoging afdekking renterisico tot 42,5%;

Het voor een bedrag van € 6 mln. gaan beleggen in hypotheken;

Vaststellen ABTN 2017;

Het handhaven van de pensioenleeftijd per 1 januari 2018 op 67 jaar;

Vaststellen van het Geschiktheidsplan 2018;

Opstellen van de taakstellende begroting voor 2018;

Communicatieplan 2017-2019;

Bespreken en uitvoeren van de aanbevelingen van de Visitatiecommissie;

Checklist naleving Code Pensioenfondsen;

Update van diverse fondsdocumenten waaronder: o de Profielschets voor Algemeen Bestuurslid; o het Uitbestedingsbeleid; o de Gedragscode; o het Diversiteitsbeleid; en o de Klokkenluidersregeling.

Naast deze reguliere onderwerpen heeft het bestuur zich vooral gefocust op de toekomst van het fonds als belangrijkste thema voor 2017. Gezien de zorgelijke financiële situatie van het fonds, waarbij de kans op korten niet weg is, blijft een structurele oplossing onverminderd noodzakelijk. Die structurele oplossing wijst in de richting van het overbrengen van huidige en toekomstige pensioenaanspraken en pensioenen naar een andere pensioenuitvoerder. Vorig jaar is een onderzoek afgerond en gedeeld met de onderneming. Het bestuur is in het najaar met een concreet plan van aanpak gekomen en is vervolgens daarover met alle betrokken partijen in gesprek gegaan. Op dit moment lijkt een overgang naar het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Landbouw (BPL) de meest voor de hand liggende keuze. Wel is de financiële positie van BPL beter dan die van Norit Pensioenfonds. Dit betekent dat overeenstemming dient te worden bereikt over de wijze van financiering van dit verschil, bijvoorbeeld door een eenmalige aanvullende storting door de werkgever, dan wel door een eenmalige verlaging van de over te dragen pensioenrechten. Momenteel vindt frequent overleg tussen de betrokken partijen plaats, teneinde goed op de hoogte te blijven van het verschil in de financiële posities (en de daaruit voortvloeiende aanvullende financiering) van beide fondsen.

Page 18: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

18

Visitatie in 2017 Het intern toezicht heeft betrekking op het beleid van het Bestuur en de algemene gang van zaken bij pensioenfondsen. Een adequate risicobeheersing en een evenwichtige belangenafweging door het Bestuur staan daarbij centraal. Het interne toezicht door middel van een visitatie dient met de inwerkingtreding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen vanaf 1 januari 2015 jaarlijks plaats te vinden. De visitatie over het verslagjaar is eind 2017 gestart en is afgerond in april 2018. De bevindingen van de Visitatiecommissie luiden samengevat als volgt:

Inleiding

Het bestuur van Stichting Norit pensioenfonds (hierna: het Fonds) heeft VCHolland en daarmee de leden van de VC (hierna: de VC), de opdracht gegeven om in de eerste helft van 2018 een jaarlijkse visitatie uit te voeren. De onderhavige visitatie is de derde visitatie in een driejaarscyclus van visitaties waarbij in 2014 een algehele standaard visitatie heeft plaatsgevonden. De beoordelingsperiode van deze visitatie strekt zich uit tot de begin 2018 voor de VC beschikbare informatie met betrekking tot het boekjaar 2017. De VC heeft tot (wettelijke) taak toezicht te houden op (de totstandkoming van) het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in het Fonds. De VC is ten minste belast met het toezien op een adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur en legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het VO en de werkgever en in het jaarverslag. Het intern toezicht vervult zijn taak zodanig dat het bijdraagt aan het effectief en slagvaardig functioneren van het Fonds en aan een beheerste en integere bedrijfsvoering. Bij haar bevindingen heeft de VC rekening gehouden met de voorgenomen liquidatie van het Fonds VCHolland heeft voor de uitvoering van visitaties een werkwijze ontwikkeld die uiteindelijk uitmondt in een rapportage over de bevindingen en het oordeel van de VC. Daarbij wordt expliciet ingegaan op de (wettelijke) normen met betrekking tot de uitvoering van het intern toezicht.

Oordeel/Bevindingen

Samenvattend oordeel De VC heeft kunnen vaststellen dat in algemene zin het Fonds voldoet aan een adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging. Er is sprake van een effectief en slagvaardig optreden van het bestuur en een beheerste en integere bedrijfsvoering. In 2017 heeft nog een aantal verbeteringen plaatsgevonden. Een belangrijk aandachtspunt voor het bestuur is in 2017 de aanloop geweest naar het voorgenomen besluit tot liquidatie van het Fonds eind 2018 en een transitie naar BPL Pensioen. De geconstateerde kwetsbaarheden van het Fonds waren bij een continuatie van het Fonds niet te herstellen. De VC heeft kunnen vaststellen dat aan het voorgenomen besluit een zorgvuldige analyse heeft plaatsgevonden waarbij een evenwichtige belangenafweging centraal heeft gestaan. In de loop van 2018 zal het liquidatieproces op een gestructureerde wijze worden aangepakt. Het Fonds heeft daartoe een speciale werkgroep Transitie & Liquidatie ingesteld. Er is een uitgebreide communicatie voorzien met de betrokken (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. De VC is positief over de reeds in dit kader uitgevoerde communicatie. a. Follow up vorige visitatie De voortgang van de aanbevelingen bij de vorige visitatie wordt gemonitord in de bestuursvergaderingen en de opvolging wordt via de besluitenlijst vastgelegd. De opvolging is besproken met het VO. Een belangrijk deel van de aanbevelingen is opgevolgd en een deel zal in 2018 verder worden opgepakt c.q. afgewikkeld. De VC heeft bij haar beoordeling rekening gehouden met de voorgenomen liquidatie.

Page 19: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

19

b. Algemene gang van zaken Het Fonds volgt op een procesmatige en correcte wijze de ontwikkelingen in de wet- en regelgeving. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar de (ontwikkeling in) de financiële positie van het Fonds en de mogelijke gevolgen daarvan voor de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. De financiële positie van het Fonds is zorgwekkend. Het herstelplan loopt achter bij de prognoses. Met betrekking tot de haalbaarheidstoets 2018 voert het Fonds nog overleg met DNB. In verband met de vastgestelde kwetsbaarheden van het Fonds bij continuering heeft het bestuur het voorgenomen besluit genomen om het Fonds eind 2018 te liquideren met een transitie naar BPL Pensioen. Missie, visie en strategie zijn vastgelegd in de ABTN. In algemene zin is er sprake van een goede naleving van de Code Pensioenfondsen. De VC doet nog wel de algemene aanbeveling in het jaarverslag specifieke informatie op te nemen over de realisatie van de eerder door het Fonds geformuleerde beleidskeuzes en -uitgangspunten. c. Governance De VC heeft kunnen vaststellen dat het Fonds voldoet aan de normen met betrekking tot de algemene taak en waarborging goed pensioenfondsbestuur en de evenwichtige belangenbehartiging. Binnen het Fonds is ook sprake van een beheerste en integere bedrijfsvoering. De relatie tussen het bestuur en VO is goed. Het bestuur verschaft het VO tijdig informatie en er vindt ook regelmatig overleg plaats. Het VO toont een positief-kritische houding. Het VO is continu op de hoogte gehouden van het verloop van het liquidatieproces. Met betrekking tot het VO doet de VC de aanbeveling het proces van aanvraag/adviesvaststelling meer transparant vast te leggen. Het Fonds voldoet aan de wettelijke eisen met betrekking tot het uitbestedingsbeleid. Het Fonds heeft in 2017 de criteria voor het uitbestedingsbeleid opnieuw vastgesteld. Vanwege de complexe structuur van de pensioen- en financiële administratie heeft het bestuur extra controlemaatregelen genomen mede in verband met de transitie naar BPL Pensioen. d. Geschiktheid Het Fonds geeft op gestructureerde wijze invulling aan de vereiste deskundigheid en geschiktheid van de leden van de fondsorganen. Daarbij heeft het bestuur inzicht in de aanwezige deskundigheid en gewenste competenties. Het bestuur stelt een budget ter beschikking aan het VO ter bevordering van de eigen deskundigheid. Het VO geeft daar een eigen invulling aan. Een competentievisie van het VO ontbreekt. De ontwikkelingen op pensioen- en vermogensgebied worden meegenomen in de permanente educatie aanpak van het Fonds. Het tijdsbeslag dat aan de leden van de fondsorganen gevraagd wordt, wordt op een goede wijze ingevuld zeker als rekening wordt gehouden met de extra tijd die besteed dient te worden aan het liquidatieproces. Bevordering van de door het bestuur gewenste diversiteit in de fondsorganen lijkt in de praktijk moeilijk in te vullen. In 2017 heeft het Fonds een zelfevaluatie uitgevoerd. e. Beleggingen De VC heeft kunnen vaststellen dat het Fonds in algemene zin voldoet aan de normen met betrekking tot de strategie, beleid en algemene oriëntatie. Er wordt jaarlijks een beleggingsplan opgesteld. Met het oog op de analyse van alternatieve uitvoeringsmodellen voor de pensioenregelingen is in 2017 nog een update gemaakt van de ALM-studie. Het Fonds hanteert een “actieve” beleggingsstijl waarbij de beleggingsresultaten goed gemonitord worden. In 2017 heeft het Fonds de eerder ingezette optimaliseringsslag verder voortgezet. Met betrekking tot het beleggingsproces zelf is sprake van een consistente gedragslijn. Ten aanzien van de invulling van het maatschappelijk verantwoord beleggen volgt het Fonds, na beoordeling daarvan, het beleid van NN IP. De uitvoering en uitbesteding van het beleggingsproces voldoen aan de wettelijke normen. De externe accountant en certificerend actuaris hebben bij de jaarrekening 2016 “schone” verklaringen afgegeven. De wijze van opvolging van de gedane aanbevelingen geven de VC geen aanleiding tot opmerkingen.

Page 20: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

20

f. Risico’s De VC heeft kunnen vaststellen dat het Fonds de financiële- en niet-financiële risico’s uitgebreid heeft geanalyseerd, gedocumenteerd en waar nodig toereikende beheersingsmaatregelen heeft vastgesteld. In 2017 is speciale aandacht gegeven aan beheersing van de ICT-risico’s en de implementatie van de AVG-wetgeving. Het Fonds voldoet ook aan de normen met betrekking tot de beheersing van de uitbestedingsrisico’s. Mogelijk kan de inwerkingtreding van wetgeving naar aanleiding van de Europese Richtlijn IORP II nog gevolgen hebben voor de inrichting van het risicoproces. De VC herhaalt wel de eerder gedane aanbeveling om meer aandacht te schenken aan de beheersing van de niet-financiële risico’s alsmede de risicobeheersing onderdeel te laten uitmaken van de bestuurscyclus. Met het oog op de komende liquidatie dient de beheersing op orde te zijn. Tevens dienen de kwaliteitsrapportages en evaluaties van de externe dienstverleners vanuit eigen criteria van het Fonds te worden beoordeeld. g. Communicatie De VC heeft kunnen vaststellen dat het Fonds in algemene zin voldoet aan de normen voor een adequaat communicatiebeleid. Het Fonds heeft een eigen website. De individuele informatieverstrekking is op orde en voldoet aan de wettelijke regels. Pensioen 1-2-3- is tijdig ingevoerd. Het Fonds heeft de communicatie met betrekking tot de komende liquidatie van het Fonds voortvarend opgepakt. De visitatiecommissie, Thijs Driessen John Ruben Jan Peter Vrieleman

Reactie van het Bestuur op het verslag van de Visitatiecommissie

Het bestuur heeft met belangstelling en waardering kennisgenomen van het visitatierapport van VCHolland van 26 april 2018. Het bestuur kan zich op hoofdlijnen goed vinden in het door de Visitatiecommissie geschetste beeld van het fonds. Een belangrijk onderdeel van het rapport betreft de door de Visitatiecommissie gedane aanbevelingen, verdeeld over de diverse aandachtsgebieden. Het bestuur zal deze aanbevelingen grondig bespreken en waar nodig overnemen, waarbij bijzondere aandacht uit zal gaan naar de aanbevelingen inzake governance en het managen van de niet-financiële risico’s. Tenslotte bedankt het bestuur VCHolland en het Verantwoordingsorgaan voor het gevoerde overleg rondom de totstandkoming van het rapport van de Visitatiecommissie.

Page 21: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

21

Verslag van het verantwoordingsorgaan

Het Verantwoordingsorgaan

Het Verantwoordingsorgaan van de Stichting Norit Pensioenfonds is onafhankelijk en geeft jaarlijks een oordeel over:

het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag van het bestuur, de jaarrekening en andere relevante informatie, zoals het rapport van de waarmerkend actuaris, het actuarieel rapport, het accountantsverslag, het rapport bevindingen visitatiecommissie;

het door het bestuur uitgevoerde beleid in het afgelopen kalenderjaar;

beleidskeuzes die op de toekomst betrekking hebben. Daarnaast ontvangt het VO formele adviesaanvragen van het Bestuur, en geeft daarop een formeel advies. Tevens geeft het VO ongevraagd advies.

Samenstelling

Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit 3 leden, die respectievelijk de pensioengerechtigden, de actieve deelnemers en de werkgever vertegenwoordigen. Thans hebben de volgende leden zitting in het Verantwoordingsorgaan:

Dolf Lagas - namens de pensioengerechtigden;

Hans van Dam - namens de werknemers;

Robert Koedijk - namens de werkgever.

Werkzaamheden

Het VO heeft, naast interne vergaderingen, het afgelopen verslagjaar diverse malen gesproken met het Bestuur. Het belangrijkste onderwerp was de voorziene liquidatie en transitie van het fonds. Tevens heeft het VO een aantal bestuursvergaderingen bijgewoond met externe partijen zoals de Visitatiecommissie, Adviserend Actuaris, Actuaris, Controlerend Accountant, en een liquidatie specialist. Ter eigen oriëntatie heeft het VO een gesprek gevoerd met het voormalige bestuur van het Cabot Botlek pensioenfonds, over de liquidatie van dit fonds. Voorts heeft het VO zijn eigen kennisniveau verhoogd door deelname aan een meerdaagse cursus, en deelname aan de VO-groep van de Pensioenfederatie. In 2017 heeft het VO formeel geadviseerd over het Communicatieplan.

Bevindingen

De Stichting Norit Pensioenfonds is een klein pensioenfonds. De kosten per deelnemer zijn zeer hoog en zullen verder stijgen, dit met name door toenemende regeldruk en oplopende bestuurskosten. De mogelijkheden tot het behalen van een optimaal beleggingsrendement zijn beperkt. De dekkingsgraad is nog steeds te laag, indexeren is vooralsnog niet mogelijk. De toezichthouder (DNB) heeft het fonds opgedragen om kritisch naar de toekomst te kijken. Het bestuur heeft haar onderzoek naar een structurele oplossing afgerond en heeft geconcludeerd dat een zelfstandig voortbestaan van ons fonds niet mogelijk is. Liquidatie en het overbrengen van de pensioenaanspraken naar een andere pensioenuitvoerder is de enige mogelijkheid. Er wordt naar gestreefd om dit per 1 januari 2019 afgerond te hebben.

Page 22: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

22

Het bestuur is in gesprek met Cabot om hiertoe financiële steun te ontvangen. De administratie van het pensioenfonds wordt niet langer door Cabot uitgevoerd, er wordt nu gebruik gemaakt van externe ondersteuning. Het Verantwoordingsorgaan dankt Andre Markesteijn voor zijn jarenlange inzet als administrateur van ons pensioenfonds.

Oordeel

Dit oordeel heeft betrekking op het verslagjaar 2017 aan de hand van het ontvangen Jaarverslag 2017 en bovengenoemde rapportages en verkregen informatie. Het Verantwoordingsorgaan van Stichting Norit Pensioenfonds oordeelt dat:

van het bestuur wederom afdoende informatie is ontvangen om zich een oordeel te kunnen vormen;

het bestuur in 2017 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij op voldoende evenwichtige wijze rekening is gehouden met de belangen van alle betrokkenen, en nadruk is gelegd op onderwerpen die van materiele invloed kunnen zijn op het vervullen van de missie van het fonds;

het bestuur adequate voornemens en beleidsbesluiten heeft genomen voor de toekomst en deze goed heeft gecommuniceerd;

ons fonds te klein is om zelfstandig door te gaan en blijft de pogingen van het bestuur om tot liquidatie te komen ondersteunen.

Aanbevelingen

Het Verantwoordingsorgaan beveelt het Bestuur van de Stichting Norit Pensioenfonds aan om:

door te gaan met de in gang gezette liquidatie en transitie;

bij Cabot te blijven aandringen op een voldoende financiële ondersteuning welke een korting voor werknemers en gepensioneerden bij deze overgang kan beperken.

Amersfoort, 15 mei 2018 Dolf Lagas Hans van Dam Robert Koedijk

Reactie van het Bestuur op het verslag van het verantwoordingsorgaan

Het bestuur heeft kennis genomen van het oordeel en de aanbevelingen van het Verantwoordingsorgaan over het jaar 2017. Zij dankt het Verantwoordingsorgaan allereerst voor haar positieve benadering en voor de constructieve samenwerking gedurende het verslagjaar en daarna. Het door het Verantwoordingsorgaan uitgesproken oordeel over haar werkzaamheden ervaart het bestuur als een stimulans om door te gaan op de ingeslagen weg. De expliciete aanbevelingen van het Verantwoordingsorgaan om door te gaan met de in gang gezette Transitie & Liquidatie en om bij Cabot te blijven aandringen op een voldoende financiële ondersteuning waardoor een korting voor werknemers en pensioengerechtigden bij de overgang kan worden beperkt, zullen door het bestuur ter hand worden genomen. Het bestuur van Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort, 18 mei 2018

Page 23: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

23

Pensioenparagraaf

Het fonds en de aangesloten werkgever hebben een uitvoeringsovereenkomst afgesloten, waarin de gemaakte afspraken met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling zijn opgenomen. De huidige uitvoeringsovereenkomst dateert uit 2015. Jaarlijks betaalt de werkgever de reglementair bepaalde pensioenpremie aan het fonds. De werkgever betaalt een vast premiepercentage. Dit percentage is in principe vastgesteld op 19% van de salarissom. Hiervan komt 1%-punt volledig voor rekening van de werkgever. Van de resterende bijdrage van 18%-punt komt gemiddeld (over de gehele populatie bezien) 1/3 voor rekening van de deelnemers. Deze deelnemersbijdrage wordt vastgesteld als een percentage van de pensioengrondslag. De deelnemersbijdrage bedraagt 9% van de pensioengrondslag. Als de betaalde bijdrage te laag is voor inkoop van het reglementaire pensioen, dan wordt het opbouwpercentage voor dat jaar verlaagd. Het fonds bouwt voor de deelnemer pensioen op dat gekoppeld is aan het gemiddeld verdiende jaarsalaris. Voor de deelnemer is het karakter van de regeling een uitkeringsovereenkomst.

Kenmerken pensioenreglement en -regeling

Het huidige pensioenreglement is het algemeen pensioenreglement. De voorgaande pensioenreglementen hebben een aflopend karakter. In deze reglementen zijn enkel nog gewezen en gepensioneerde deelnemers opgenomen. Het algemeen pensioenreglement bevat bepalingen met betrekking tot ouderdomspensioen ingaande op de leeftijd van 67 jaar, nabestaandenpensioen en wezenpensioen. Deze pensioenregeling kan gekenmerkt worden als een middelloonregeling. Per 1 januari 2015 zijn alle opgebouwde aanspraken van deelnemers omgezet van ingangsleeftijd 65 naar ingangsleeftijd 67 jaar. Deelnemers hebben de mogelijkheid op individuele basis hun pensioen weer te vervroegen. Per 1 januari 2016 zijn ook de pensioenen van de gewezen deelnemers (slapers) omgezet, op gelijke wijze als bij de deelnemers. De aanspraken van slapers die bezwaar hebben gemaakt tegen een eventuele omzetting zijn ongewijzigd gebleven. De pensioenopbouw voor de deelnemers vindt plaats tot de 67-jarige leeftijd. Voor de berekening van de pensioenaanspraken wordt een pensioengrondslag vastgesteld. Deze pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris verminderd met de jaarlijks vastgestelde franchise. Het pensioengevend salaris is gelijk aan 12 maal het maandsalaris, verhoogd met de vakantietoeslag ad 0,96 maandsalaris en de pensioengevende dertiende maand voor zover deze onderdelen van toepassing zijn. Onder maandsalaris wordt verstaan het schaalsalaris verhoogd met een eventueel toegekende persoonlijke toeslag. De franchise voor boekjaar 2017 bedroeg € 16.896 (2016: € 16.605) (bedragen in hele euro). Per 1 januari 2014 is het opbouwpercentage blijvend verlaagd naar 1,85% met een gelijktijdige verlaging van de franchise. Per 1 januari 2018 is in verband met wijziging van de fiscale pensioenopbouw het opbouwpercentage verlaagd naar 1,814%, bij handhaving van pensioenrichtleeftijd 67 jaar. Daarnaast worden pensioenaanspraken vastgesteld over de ploegendienstgrondslag. De ploegendienst-grondslag is gelijk aan 12 maal het maandbedrag aan ploegentoeslag (respectievelijk consignatietoeslag) per 1 januari van het betreffende jaar, verhoogd met de vakantietoeslag (0,96 maandbedrag) en de pensioengevende dertiende maand indien deze van toepassing zijn. Voor deelnemers, die op grond van voorgaande reglementen afstand hebben gedaan van pensioenopbouw van ouderdomspensioen over de ploegendienstgrondslag, wordt het opbouwpercentage hierover gesteld op 0,72% (vanaf 1 januari 2018: 0,71%). Het nabestaandenpensioen (vanaf 1 januari 2006 op risicobasis) is gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen. Het wezenpensioen is gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen (28% voor volle wezen). Het nabestaandenpensioen voor deelnemers wordt bij overlijden vóór de pensioendatum, afgeleid van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen.

Page 24: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

24

Toeslagbeleid

De ambitie van het Bestuur is om alle ingegane pensioenen en de opgebouwde aanspraken jaarlijks te verhogen. Het Bestuur beslist jaarlijks over een eventuele toeslag per 31 december van enig jaar. Deze toeslagverlening is voorwaardelijk en vindt louter plaats voor zover de middelen van het fonds toereikend zijn. De toeslagverlening wordt gefinancierd uit het beleggingsrendement van het fonds. Ter financiering van deze voorwaardelijke toeslagtoezeggingen is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Het Bestuur hanteert bij de vaststelling van het verhogingspercentage als maatstaf de ontwikkeling van het (afgeleide) consumentenprijsindexcijfer alle bestedingen (CPI) (tot 1 januari 2016: CPI alle huishoudens). Het Bestuur hanteert het volgende richtsnoer, gebaseerd op de wettelijke beleidsdekkingsgraad:

Beleidsdekkingsgraad Toeslagenbeleid

Boven indexatiedekkingsgraad (122,5% per 1 januari 2018)

100% + inhaaltoeslag. De inhaaltoeslag is gebaseerd op een maximum van 1/5 van het beschikbare vermogen boven de indexatiedekkingsgraad

110% tot indexatiedekkingsgraad

Gedeeltelijk, lineair tot indexatiedekkingsgraad

MVV (circa 104,2%) tot 110% 0%

< MVV

Tot 2016 was het toeslagbeleid verschillend tussen actieve deelnemers enerzijds en de overige deelnemers in het fonds anderzijds. Voor deelnemers was de indexatiemaatstaf de loonsverhoging op basis van CAO. Vanaf 1 januari 2016 is het toeslagbeleid voor alle groepen in het fonds gelijkgesteld en gebaseerd op genoemde prijsindexatie. Gegeven de verslechterde situatie van het fonds is overigens sinds 2008 geen toeslag meer verleend. Reële dekkingsgraad Een graadmeter voor het toeslagbeleid is de reële dekkingsgraad. Bij de berekening van de reële dekkingsgraad wordt bij de vaststelling van de pensioenverplichtingen rekening gehouden met de verwachte toekomstige stijging van prijzen. Bij een reële dekkingsgraad van 100% heeft het fonds bij de gedane aannames voldoende middelen om zowel de pensioenverplichtingen als de toekomstige prijsstijgingen te voldoen. De reële dekkingsgraad van het fonds bedraagt ultimo boekjaar 77,2% (2016: 71,7%). Bij de reële dekkingsgraad dient te worden vermeld dat dit feitelijk een toetswaarde ten behoeve van DNB betreft, welke met ingang van boekjaar 2015 in het leven is geroepen. Bij de vaststelling van deze toetswaarde wordt uitgegaan van een voorgeschreven prijsstijging; deze prijsstijging hoeft echter niet gelijk te zijn aan degene die het fonds hanteert.

Page 25: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

25

Verleende toeslagen / verwerkte verlagingen

De verleende toeslagen en verwerkte verlagingen van de pensioenaanspraken over de afgelopen jaren kunnen als volgt worden weergegeven: (in procenten) 2017 2016 2015 2014 2013

Actieve deelnemers Verleende toeslagen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Voorwaardelijke maatstaf 1,34 0,36 0,41 2,00 2,50 Inactieve deelnemers Verleende toeslagen 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Voorwaardelijke maatstaf 1,34 0,36 0,41 0,75 0,90 De getoonde percentages hebben betrekking op de verleende toeslag en maatstaf per 1 januari van jaar j+1 (ofwel de kolom 2017 heeft betrekking op de verhoging per 1 januari 2018). Bij de vaststelling van de pensioenverplichtingen ultimo ieder boekjaar is reeds rekening gehouden met de betreffende genoemde verleende toeslagen. Bij de vermelde verleende toeslagen dient te worden opgemerkt dat tot 1 januari 2015 jaarlijks een verhoging van de pensioensalarissen van de arbeidsongeschikte deelnemers plaatsvond. Deze aanpassing werd in het verloop van de technische voorziening verantwoord als onderdeel van de pensioenopbouw.

Aangesloten onderneming en ontwikkeling deelnemersbestand

De aangesloten onderneming betreft Cabot Norit Nederland B.V., statutair gevestigd te Amersfoort. De actieve deelnemers zijn ultimo boekjaar als volgt in te delen: 2017 2016

Actieve deelnemers 287 291 Deelnemers met vrijstelling van premiebetaling wegens ingetreden arbeidsongeschiktheid 19 17

306 308

Het aantal verzekerden met premievrije rechten bedroeg ultimo 2017 302 (ultimo 2016: 294). Ultimo boekjaar zijn onderstaande ingegane pensioenen verzekerd: 2017 2016

bedrag in bedrag in aantal € 1.000 aantal € 1.000

Ouderdomspensioen mannen 249 2.389 252 2.414 Ouderdomspensioen vrouwen 41 236 41 236 Weduwe/weduwnaarspensioen 140 608 136 587 Wezenpensioen 4 5 5 7

434 3.238 434 3.244

Page 26: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

26

Daarnaast is nog sprake van een aantal ingegane tijdelijke pensioenen. Dit betreft actieve deelnemers waarvoor tevens een tijdelijk pensioen is ingegaan (arbeidsongeschiktheidspensioen) en verzekerden met premievrije rechten (tijdelijk/vervroegd ouderdomspensioen). 2017 2016

bedrag in bedrag in aantal € 1.000 aantal € 1.000

Arbeidsongeschiktheidspensioen 1 0 1 0 Tijdelijk/vervroegd ouderdomspensioen mannen 4 62 6 90 Tijdelijk/vervroegd ouderdomspensioen vrouwen - - 1 2

5 62 8 92

Verwachte wijzigingen in het komende jaar

Voor het komende jaar worden geen wijzigingen in de regeling verwacht.

Page 27: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

27

Beleggingenparagraaf

Algemeen beleid

De herinrichting van het beleggingsbeleid heeft in 2013 plaats gevonden. Dit proces behelsde een aantal stappen, waaronder het opnieuw vaststellen door het Bestuur van de:

Investment beliefs (uitgangspunten die het Bestuur hanteert bij het vermogensbeheer),

Risicobudgettering,

Strategische beleggingsallocatie,

Beleggingsplan, inclusief mandaat. De beschikbare gelden van het fonds dienen op een solide wijze te worden belegd. Het Bestuur heeft NN Investment Partners (NNIP) per 1 januari 2014 als manager aangesteld voor het volledig beheer van de portefeuille. De taakverdeling tussen het fonds en de vermogensbeheerder is als volgt:

Het fonds stelt het beleggingsraamwerk en latere wijzigingen daarvan vast;

De vermogensbeheerder beheert het vermogen binnen het raamwerk en rapporteert daarover;

Het fonds controleert de uitvoering aan de hand van de rapportages, echter zonder daarmee de verantwoordelijkheid van de vermogensbeheerder te verminderen.

In het raamwerk waarbinnen de vermogensbeheerder opereert zijn beleggingsrichtlijnen opgenomen in de vorm van een algemeen beleggingsplan. Jaarlijks bespreken partijen het gehele beleggingsraamwerk en de behaalde resultaten. Het Bestuur stelt in overleg met de vermogensbeheerder een algemeen beleggingsplan op, rekening houdend met de ontwikkeling van de portefeuille en de vooruitzichten op de beleggingsmarkten. Het algemeen beleggingsplan omvat de algemene beleggingsdoelstelling, de investment beliefs van het fonds, alsmede de normen en bandbreedtes waarbinnen het beleggingsbeleid moet worden uitgevoerd:

Verdeling over beleggingscategorieën;

Risicobeheer, waaronder afdekking rente- en valutarisico’s;

Samenstelling vastrentende waarden portefeuille en de bandbreedtes;

Samenstelling aandelenportefeuille en de bandbreedtes;

Gebruik derivaten;

Inhoud en frequentie rapportages. In 2017 heeft de Beleggingsadviescommissie vier keer vergaderd met NNIP, te weten op 1 maart 2017, op 8 juni 2017, op 30 augustus 2017 en op 17 november 2017. Afdekking renterisico Het Bestuur heeft medio 2014 besloten tot het stapsgewijs afdekken van het neerwaartse renterisico, zoals nader beschreven in de risicoparagraaf. Door afdekking wordt het opwaarts potentieel ingeval van een rentestijging beperkt; tevens zal afdekking van de rente-exposure bij hogere rente- en bijbehorende inflatieniveaus leiden tot beperking van de mogelijkheid tot toeslagverlening. Door het renterisico stapsgewijs af te dekken over een periode van een aantal jaren verwacht het Bestuur zowel het neerwaartse als opwaartse risico meer in lijn te brengen met wat in de markt gebruikelijk is. In 2017 is de strategische afdekking van het renterisico verhoogd van 35,0% naar 42,5%, met een bandbreedte van 37,5% als minimum en 47,5% als maximum. Medio 2018 zal het Bestuur besluiten of de strategische renteafdekking in 2018 wederom zal worden verhoogd. In beginsel zal de renteafdekking met nog een laatste stap van 7,5%-punt kunnen worden verhoogd naar 50,0%. Mede in het licht van de toekomst van het fonds en de huidige verwachtingen omtrent de toekomstige ontwikkeling van de marktrente is het niet waarschijnlijk dat het Bestuur medio 2018 tot deze laatste stap zal besluiten.

Page 28: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

28

Maatschappelijk verantwoord beleggen Het Bestuur heeft in 2017 wederom aandacht besteed aan maatschappelijk verantwoord beleggen en aan de eisen inzake een beheerst beloningsbeleid. Aangezien het fonds alleen in beleggingsfondsen belegt heeft het Bestuur weinig mogelijkheden tot sturing van het beleid ten aanzien van bewust en actief rekening houden met de invloed van milieu-, sociale en bestuurlijke factoren, de zogenaamde ESG-factoren (Environment, Social en Governance), alsmede ten aanzien van een beheerst beloningsbeleid. Wat betreft dit laatste conformeert het Bestuur zich aan het beheerst beloningsbeleid, zoals NNIP dat zelf als beleid ten aanzien van haar werkzaamheden voert. Het huidige beleid van NNIP met betrekking tot maatschappelijk verantwoord beleggen kan als volgt kort worden weergegeven:

er wordt niet in controversiële wapens belegd;

de United Nations Principles for Responsible Investing worden gevolgd;

er vindt actief stembeleid plaats. De fondsen waarin het fonds belegt voldoen aan de genoemde ESG-factoren.

NN Investment Partners

Mandaat en beleid Gedurende het voorjaar is onderzocht in hoeverre een allocatie naar Nederlandse Hypotheken waarde zou toevoegen aan de beleggingsportefeuille. Daartoe is een investment case opgesteld, waarvoor ook een risicobudgettering-studie is uitgevoerd. De investment case heeft daarbij de toegevoegde waarde aangetoond, waarna is besloten om de allocatie naar AAA Euro Staatsobligaties om te zetten naar een deelneming in het Nederlandse Hypothekenfonds van ASR. Voor ASR is gekozen na een vergelijking van de verschillende aanbieders van deze beleggingscategorie. De onderlinge verschillen tussen de proposities van de verschillende aanbieders bleken niet groot te zijn, waardoor vooral het ontbreken van een wachtperiode voor toetreding mede doorslaggevend was voor de keuze voor het fonds van ASR. Daarbij is bewust gekozen voor de niet-NHG variant boven een variant waarin enkel hypotheken met NHG zijn opgenomen, vanwege het hogere verwachte rendement terwijl de extra risico’s (kans op defaults) verwaarloosbaar bleken te zijn op basis van historische cijfers. Vervolgens is in de zomer invulling gegeven aan het verder verhogen van de mate van afdekking van het renterisico, zoals eerder door het Bestuur in een stappenplan is vastgelegd. De verhoging van de renteafdekking is daarbij ook meegenomen in de herallocatie binnen de beleggingsportefeuille. De combinatie van een verdere verhoging van de renteafdekking, gecombineerd met de omzetting van de AAA Euro Staatsobligaties naar het Nederlandse Hypothekenfonds, heeft geen verhogend effect op het vereist eigen vermogen gehad. Met andere woorden: het overall risicoprofiel van het fonds is niet toegenomen. Vanwege het feit dat het fonds zich in een herstelsituatie bevindt, zou een verhoging van het risicoprofiel niet zijn toegestaan. In 2017 is het beleggingsplan dan ook als volgt gewijzigd:

de strategische afdekking van het renterisico is in augustus 2017 verhoogd van 35,0% naar 42,5%, met een bandbreedte van 37,5% als minimum en 47,5% als maximum;

eveneens is in augustus 2017 de allocatie naar AAA Euro Staatsobligaties omgezet in een deelneming in het Nederlandse Hypothekenfonds van ASR. Na deze omzetting bestaat de strategische beleggingsportefeuille van het fonds voor 5% uit een belegging in een hypothekenfonds.

In de matchingsportefeuille zijn de vastrentende beleggingen ondergebracht, die met name het doel hebben om de beoogde afdekking van het renterisico te bewerkstelligen. In de returnportefeuille zijn de vastrentende beleggingen en de aandelenbeleggingen opgenomen, die met name het doel hebben om overrendement te realiseren ten opzichte van de pensioenverplichtingen ter financiering van de indexatieambitie.

Page 29: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

29

Op basis van het beleggingsplan 2017 was het vermogen als volgt belegd: Vastrentende waarden: strategisch 65%, met een minimum van 55% en een maximum van 75%; Aandelen: strategisch 35%, met een minimum van 25% en een maximum van 45%; Liquiditeiten: strategisch 0%, met een minimum van - 2% en een maximum van 2%. Waarbij de portefeuille vastrentende waarden kan worden verdeeld in vastrentende waarden ten behoeve van de matchingportefeuille (strategisch 83%) en vastrentende waarden ten behoeve van de returnportefeuille (strategisch 17%). Binnen de matchingsportefeuille vastrentende waarden wordt vanaf augustus 2017 in de volgende beleggingsfondsen belegd:

NN Duration Matching Fund M;

NN Duration Matching Fund L;

NN Duration Matching Fund XL;

ASR Hypothekenfonds;

NN Euro Credit Fund. Binnen de returnportefeuille wordt belegd in de volgende vastrentende waarden:

NN Global High Yield Fund;

NN Emerging Markets Debt Opportunities Fund. Tot slot wordt binnen de returnportefeuille belegd in de volgende aandelenfondsen:

Altis - Multimanager Europe Equity Fund;

Altis - Multimanager North America Equity Fund;

Black Rock Emerging Markets Index Non-Lendable Fund;

Black Rock MSCI Pacific Rim Index Fund. Economische ontwikkelingen in 2017 Het jaar 2017 stond in het teken van een verder herstel wat reeds in 2016 was ingezet. Bedrijven verhoogden hun investeringen gesteund door een combinatie van een aantrekkende winstgroei, toenemende vraag en een verbeterd vertrouwen. Verder leidde de verbetering van het consumentenvertrouwen tot aantrekkende bestedingen door consumenten. De groei van de wereldeconomie werd zo opgestuwd tot aan de bovenkant van de groeirange van 3% - 3,5%. Het herstel van de wereldwijde economie zorgde niet voor een aantrekkende loongroei, ondanks een verder dalende werkloosheid. Ook de inflatie steeg niet significant waardoor centrale banken hun stimulerende beleid in een rustig tempo kunnen gaan afbouwen. De ECB schroefde in april het maandelijks opkoopprogramma terug van € 80 miljard (mld.) naar € 60 mld. De ECB gaf aan het opkoopprogramma te continueren totdat de inflatie zich duidelijk richting de doelstelling van 2% beweegt en dat de rente pas ver na de afbouw van het opkoopprogramma omhoog zal gaan. In oktober kondigde de ECB aan om in 2018 het opkoopprogramma verder af te gaan bouwen naar € 30 mld. Als gevolg van de verbeterde vooruitzichten voor groei en inflatie heeft de Federal Reserve (Fed) de basisrente begin van het jaar met 25 basispunten verhoogd. In juni volgde een tweede renteverhoging van 25 basispunten en in oktober kondigde de centrale bank een inkrimping van haar balans aan met $ 10 mld. per maand. De financiële markten stonden geheel 2017, net als in 2016, wederom in het teken van de politiek, waarbij met name sprake was van politieke onzekerheid (populariteit van rechts-populisten in Euopa, de politieke situatie in Noord-Korea en twijfels over de mogelijkheden van president Trump om zijn stimulerende agenda door te voeren). Deze politieke onzekerheid in combinatie met de afbouw van de stimulering van de Fed zorgde ervoor dat de dollar sterk verzwakte ten opzichte van de euro. Ondanks de politieke onzekerheid stegen aandelen over een breed front tot recordniveaus, gedreven door het positieve macro-economische sentiment.

Page 30: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

30

Ontwikkeling portefeuille NNIP Totale portefeuille Het rendement op het totaal belegd vermogen bij NNIP over 2017 bedroeg 3,8% (2016: 6,0%). Met de matchingsportefeuille werd een rendement van -1,9% (2016: 2,7%) behaald, terwijl het rendement van de returnportefeuille gelijk was aan 10,2% (2016: 9,7%). Matchingportefeuille Een van de belangrijkste pijlers van het beleggingsbeleid van het fonds is het renterisicobeleid. Via het renterisicobeleid streeft het fonds er naar om 42,5% van de marktwaardeveranderingen van de pensioenverplichtingen af te dekken door marktwaardeveranderingen van de matchingportefeuille. Het marktwaarderendement van de pensioenverplichtingen was in 2017 gelijk aan -3,1% (2016: 7,7%). Het naar de omvang van de pensioenverplichtingen geschaalde marktwaarderendement van de matchingportefeuille bedroeg in 2017 -2,6% (2016: 8,4%). De outperformance van de matchingportefeuille (na schaling naar de omvang van de pensioenverplichtingen) is onder andere toe te schrijven aan het gegeven dat via de matchingportefeuille niet alleen wordt belegd in cash plus renteswaps, maar ook in bedrijfsobligaties en in staatsleningen. Laatstgenoemde beleggingscategorieën rendeerden (mede door toedoen van het opkoopprogramma van de ECB) in 2017 beter dan de pensioenverplichtingen. De marktwaarde van de pensioenverplichtingen wordt immers volledig gedreven wordt door ontwikkelingen in de swaprente. Returnportefeuille Een tweede belangrijke pijler van het beleggingsbeleid van het fonds is het aanhouden van een zogenaamde returnportefeuille. Via de returnportefeuille streeft het fonds er naar om - daar waar dit zinvol wordt geacht - via actief beleid extra aanvullend rendement te realiseren. De vastrentende waarden in de returnportefeuille kenden in 2017 een rendement van 5,9% (2016: 10,2%), terwijl de aandelen in de returnportefeuille in 2017 een rendement lieten zien van 11,3% (2016: 9,5%). Per saldo realiseerde het fonds in 2017 via de returnportefeuille een rendement van 10,2% (2016: 9,7%). Het benchmarkrendement van de returnportefeuille kwam in 2017 uit op 9,9%. De relatieve performance van de returnportefeuille kan in 2017 vooral worden toegeschreven aan actieve beleggingsbeslissingen binnen de aandelenfondsen in de returnportefeuille. Het fonds voert geen actief tactisch beleggingsbeleid. De omvang van het belegd vermogen bij NNIP kan als volgt worden weergegeven (bedragen in miljoenen euro): 2017 2016

Vastrentende waarden 71,0 65,2 Aandelen 40,3 42,9 Liquide middelen 0,0 0,0

111,3 108,1

Page 31: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

31

De verdeling van de asset-mix in percentages is als volgt: Norm Ultimo 2017 Ultimo 2016

Vastrentende waarden 65,0% 63,8% 60,2% Aandelen 35,0% 36,2% 39,8% Liquide middelen 0,0% 0,0% 0,0%

100,0% 100,0% 100,0%

De feitelijke verdeling van de asset-mix bevond zich ultimo 2017 binnen de toegestane bandbreedtes. Per onderdeel van het belegd vermogen kunnen de behaalde rendementen en de betreffende benchmarks als volgt worden weergegeven: 2017 2017 2016 2016 werkelijk benchmark werkelijk benchmark

Matchingsportefeuille, vastrentende waarden -1,9% -2,0% 2,7% 2,8% Returnportefeuille, vastrentende waarden 5,9% 6,3% 10,2% 10,0% Returnportefeuille, aandelen 11,3% 11,0% 9,5% 10,4%

3,8% 3,2% 6,0% 6,1%

Kosten vermogensbeheer De totale kosten van het vermogensbeheer bedroegen in 2017 € 634 of 0,58% van het gemiddeld belegd vermogen (2016: € 513 of 0,48% van het gemiddeld belegde vermogen). De stijging van de kosten ten opzichte van vorig jaar wordt veroorzaakt doordat de vermogensbeheerder met ingang van 2017 tevens inzicht geeft in de indirecte transactiekosten (transactiekosten binnen de onderliggende beleggingsfondsen); dit inzicht was voorgaande jaren niet voorhanden. Hierbij dient te worden benadrukt dat deze indirecte kosten geen ‘nieuwe’ kosten voor het fonds vormen, maar dat deze voorgaande jaren onderdeel vormden van het behaalde indirecte beleggingsresultaat. De indirecte transactiekosten in 2017 bedragen € 95.000. Uitgesplitst naar categorie kunnen de kosten als volgt worden weergegeven: 2017 2017 2016 2016 (x € 1.000) € % € %

Beheerkosten 437 69,0 411 80,1 Transactiekosten 101 16,0 3 0,6 Overige kosten (bewaarloon, advieskosten, fiduciair beheer, administratie) 96 15,0 99 19,3

634 100,0 513 100,0

Vooruitblik 2018

Het beleggingsbeleid zal in 2018 in beginsel niet worden gewijzigd. Wel zal het Bestuur na het tweede kwartaal van 2018 een besluit nemen over het al dan niet verder verhogen van de renteafdekking. Op het moment dat het transitietraject wordt ingegaan zou mogelijk wel sprake kunnen zijn van een wijziging van het beleggingsbeleid. Het bestuur zal daar op dat moment, zo nodig, een besluit over nemen.

Page 32: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

32

Financiële paragraaf

Samenvatting van de financiële positie van het fonds en ontwikkelingen gedurende het jaar

eigen technische dekkings- (x € 1.000) vermogen voorziening graad

Stand per 31 december 2016 (10.495) 118.947 91,2% Resultaat boekjaar 5.769

Stand per 31 december 2017 (4.726) 116.448 95,9%

De wijziging van de dekkingsgraad wordt enerzijds veroorzaakt door het behaalde beleggingsresultaat. Anderzijds is sprake van een daling van de verplichtingen als gevolg van de gestegen marktrente. Het saldo van baten en lasten over de afgelopen jaren kan als volgt worden geanalyseerd: (x € 1.000) 2017 2016 2015 2014 2013

Premieresultaat (469) (115) 16 369 278 Intrestresultaat 5.785 (3.249) (3.155) (8.933) 6.777 Overige resultaten 453 783 27 (332) (538)

5.769 (2.581) (3.112) (8.896) 6.517

Kostendekkende premie

Het premiebeleid van het fonds is er op gericht om jaarlijks een kostendekkende premie te incasseren die uit de volgende onderdelen bestaat: a. De actuarieel benodigde premie voor de inkoop van de nieuwe pensioenaanspraken ten behoeve van de

actieve deelnemers vermeerderd met de risicopremies; b. De solvabiliteitsopslag ter instandhouding van het vermogen van het fonds; c. Opslag voor uitvoeringskosten. Conform artikel 4 lid 4 van het Besluit Ftk wordt bij voorwaardelijke toeslagverlening berekend welke opslag in de premie nodig is voor de toeslagverlening. Is deze opslag hoger dan de opslag die nodig is voor het bij de aangroei van de pensioenverplichtingen behorend vereist eigen vermogen (solvabiliteitsopslag) dan wordt dit meerdere in de kostendekkende premie opgenomen. Een nadere uitleg van bovenstaande onderdelen is als volgt:

Er wordt bepaald hoeveel de benodigde premie voor inkoop van de pensioenaanspraken voor dat jaar bedraagt (inclusief risicopremies in verband met overlijden en arbeidsongeschiktheid);

Omdat toevoeging van de hierboven bepaalde premie aan de voorziening pensioenverplichtingen zou leiden tot een daling van de dekkingsgraad wordt de hierboven bedoelde premie verhoogd met een opslag. Deze opslag wordt zodanig vastgesteld dat het wettelijk vereiste pensioenvermogen van het fonds binnen de hiervoor gestelde wettelijke termijn wordt bereikt of gehandhaafd;

De opslag voor uitvoeringskosten is vastgesteld op 1% van de salarissom.

Page 33: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

33

De gedempte kostendekkende premie Met ingang van 1 januari 2016 wordt uitgegaan van een gedempte kostendekkende premie op basis van het verwacht beleggingsrendement, conform artikel 4 lid 3 van het Besluit Ftk. Het verwachte beleggingsrendement is door het fonds op basis van de rentetermijnstructuur per 31 oktober 2015 vastgesteld voor de periode van 2016 tot en met 2020. Conform artikel 4 lid 3a van het Besluit Ftk houdt het fonds bij demping op basis van het verwacht rendement rekening met toeslagverlening. Dit doet het fonds door de premiekasstromen te verdisconteren met de verwachte reële rendementscurve. De verwachte reële rendementscurve is gebaseerd op de verwachte nominale rendementscurve waarbij een afslag ter hoogte van de toeslagambitie wordt gehanteerd. De verschuldigde premie De jaarlijks door de werkgever verschuldigde bijdrage met betrekking tot de pensioenregeling bedraagt 19% van de salarissom. De werkgever is onder geen enkele omstandigheid gehouden meer te betalen dan deze vaste bijdrage; premiekorting is echter eveneens uitgesloten. Van de totale bijdrage van 19% komt 1% volledig voor rekening van de aangesloten onderneming(en); van de resterende 18% komt gemiddeld (over de gehele populatie bezien) 1/3 voor rekening van de deelnemers. Deze deelnemersbijdrage wordt vastgesteld als een percentage van de pensioengrondslag; dit percentage bedraagt per 1 januari 2014 9,0%. Kostendekkende premie versus verschuldigde premie Indien de kostendekkende premie lager is dan de verschuldigde premie komt het premieoverschot ten gunste van de algemene middelen van het fonds. Indien de kostendekkende premie hoger is dan de verschuldigde premie, dan zal dit aan CAO-partijen (waaronder de werkgever) worden meegedeeld. Indien CAO-partijen niet tijdig een toereikende premieverhoging overeenkomen, zal het Bestuur gebruik maken van de gesplitste kortingsregeling. Dit houdt in dat het opbouwpercentage van het op te bouwen pensioen voor dat jaar zodanig verlaagd wordt, dat de kostendekkende premie gelijk wordt aan de verschuldigde premie. Er wordt nimmer premiekorting verleend ten opzichte van de kostendekkende premie. De kostendekkende premie kan als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Premie voor inkoop van nieuwe rechten 3.076 2.753 Opslag premie voor uitvoeringskosten 159 160 Solvabiliteitsopslag 554 512

Totaal premie voor nieuwe aanspraken 3.789 3.425 Overige premies (met name premie ANW-hiaatverzekering) 28 29

Totaal kostendekkende premie 3.817 3.454

De gedempte kostendekkende premie kan als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Premie voor inkoop van nieuwe rechten 1.727 1.687 Opslag premie voor uitvoeringskosten 159 160 Solvabiliteitsopslag 311 314 Bijdrage aan voorwaardelijke onderdelen 679 665

Totaal premie voor nieuwe aanspraken 2.876 2.826 Overige premies (met name premie ANW-hiaatverzekering) 28 29

Totaal kostendekkende premie 2.904 2.855

Feitelijk ontvangen premie 2.978 2.979

Page 34: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

34

Voor zowel boekjaar 2017 als 2016 is de gedempte kostendekkende premie bepaald op basis van een rendementscurve. Op basis van voorgaande blijkt dat in boekjaar 2017 sprake was van een overschot ad € 74 (feitelijke premie ten opzichte van gedempte kostendekkende premie); het overschot in 2016 bedroeg € 124 (feitelijke premie ten opzichte van gedempte kostendekkende premie). Premiedekkingsgraad De premiedekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen de betaalde premie voor de nieuw in te kopen aanspraken en de technische voorziening die het pensioenfonds vaststelt voor deze nieuwe aanspraken (op basis van de zuivere premie, ofwel op basis van de rentetermijnstructuur). Een premiedekkingsgraaf van 100% is precies voldoende voor de fondsreservering, waarbij geen rekening wordt gehouden met een opslag voor het vereist eigen vermogen. Bij een premiedekkingsgraad lager dan de actuele dekkingsgraad loopt de actuele dekkingsgraad terug en vice versa. De verschuldigde premie wordt hierbij bepaald exclusief de opslag voor uitkeringskosten in het lopende jaar. Een en ander kan als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Verschuldigde premie exclusief kostenopslag 2.791 2.790 Premie voor inkoop onvoorwaardelijke onderdelen 3.076 2.753 Premiedekkingsgraad 90,7% 101,3%

De premie 2017 heeft niet bijgedragen aan het herstel van de dekkingsgraad in 2017. Hierdoor is de dekkingsgraad in 2017 met 0,1% afgenomen.

Dekkingsgraad / solvabiliteitseisen

De financiële positie van het fonds komt vooral tot uitdrukking in de dekkingsgraad. Dat is de verhouding tussen bezittingen en verplichtingen. Deze geeft aan of het fonds steeds aan haar verplichtingen kan voldoen. De actuaris van het fonds berekent de dekkingsgraad als onderdeel van de jaarlijkse toereikendheidstoets. Deze toets voldoet aan de regels die de toezichthouder op pensioenfondsen, de Nederlandsche Bank, stelt. De dekkingsgraad ultimo jaar (op basis van de jaarrekening) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: 2017 2016 2015 2014 2013

Dekkingsgraad ultimo (%) 95,9 91,2 92,9 95,5 104,5

Dit betreft de aanwezige dekkingsgraad volgens het in de Pensioenwet opgenomen Financiële Toetsingskader Pensioenfondsen (gebaseerd op de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB). Zoals reeds in het jaarverslag 2015 vermeld dient bij de vaststelling van de actuele dekkingsgraad vanaf 2015 uitgegaan te worden van het totaal van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds (ofwel vóór aftrek herverzekering) in verband met de nieuwe dekkingsgraaddefinitie. In bovenstaande overzicht is de dekkingsgraad voor de jaren 2014 t/m 2017 op basis van deze nieuwe definitie weergegeven. De dekkingsgraad over 2013 is niet herrekend. Gezien de relatief geringe omvang van de voorziening herverzekering is het effect van de wijziging van de definitie op de dekkingsgraad zeer beperkt.

Page 35: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

35

Beleidsdekkingsgraad Vanaf 1 januari 2015 is het nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK) van toepassing. Met deze regelgeving beoogt de wetgever het Nederlandse pensioenstelsel minder gevoelig voor dagkoersen, en daarmee stabieler te maken. Onder het nFTK is de beleidsdekkingsgraad leidend voor alle beleidsmaatregelen. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de actuele dekkingsgraden van de afgelopen 12 maanden en is daarmee minder afhankelijk van de dagkoersen. De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedraagt 94,6% (2016: 87,1%); de dekkingsgraad per 31 december 2017 bedraagt 95,9% (2016: 91,2%). Vereist vermogen

Ultimo 2017 bedraagt het eigen vermogen negatief € 4.726. Het minimaal vereist eigen vermogen bedraagt € 4.874 (ofwel 4,2%); het vereist eigen vermogen bedraagt € 20.246 (ofwel 17,4%). De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedraagt 94,6%. Het fonds voldoet derhalve ultimo boekjaar zowel niet aan de norm van het minimaal vereist eigen vermogen als de norm van het vereist eigen vermogen.

Haalbaarheidstoets

In 2015 is het nFTK door het fonds geïmplementeerd. Per 1 juli 2015 zijn de actuariële en bedrijfstechnische nota en de uitvoeringsovereenkomst aangepast en in lijn gebracht met het nieuwe kader. Eveneens in 2015 heeft het fonds de risicohouding bepaald en de aanvangshaalbaarheidstoets uitgevoerd. Op basis van de risicohouding van het fonds zijn de volgende (lange termijn) grenzen vastgesteld:

Vanuit zowel de feitelijke dekkingsgraad als de situatie dat de dekkingsgraad gelijk is aan vereist eigen vermogen, dient de mediaan van het pensioenresultaat tenminste gelijk te zijn aan 80%.

Vanuit de feitelijke dekkingsgraad dient de maximale afwijking ten opzichte van de mediaan in het geval van een “slechtweer scenario” 40% te bedragen.

De aanvangshaalbaarheidstoets is uitgevoerd door adviserend actuaris Mercer. Gegeven de uitkomsten van de aanvangshaalbaarheidstoets, voldoet het huidige beleid aan de risicohouding van het fonds:

Vanuit de feitelijke dekkingsgraad is de mediaan van het pensioenresultaat gelijk aan 89,9%.

Vanuit de evenwichtssituatie is de mediaan van het pensioenresultaat gelijk aan 99,1%.

Vanuit de feitelijke dekkingsgraad is de afwijking ten opzichte van de mediaan in een “slechtweer scenario” 26,5%.

Bovendien is getoetst of het premiebeleid over gehele horizon realistisch en haalbaar is en of het fonds over voldoende herstelcapaciteit beschikt om vanuit de minimum vereiste dekkingsgraad binnen de looptijd van het herstelplan aan de vereisten voor het vereist eigen vermogen te voldoen. In 2017 is wederom de haalbaarheidstoets uitgevoerd waarbij is gebleken dat de resultaten nog altijd passen binnen de afgesproken kaders.

Herstelplan

Als gevolg van de niet-toereikende financiële situatie van het fonds per 1 januari 2015 heeft het fonds in 2015 een nieuw herstelplan bij DNB ingediend. Het fonds heeft zich ten doel gesteld om in 2023 de beleidsdekkingsgraad op het niveau van het vereist eigen vermogen te hebben. Bij het opstellen van het herstelplan heeft het Bestuur zich laten ondersteunen door externe adviseurs en is het voorgenomen beleggingsbeleid afgestemd met de beleggingscommissie. Volgens de aannames in het herstelplan kan het fonds bij het huidige beleid zonder aanvullende maatregelen herstellen binnen de 10-jaarsperiode.

Page 36: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

36

In het herstelplan is dus geen maatregel tot korten van pensioenaanspraken opgenomen. Onder de nieuwe regelgeving dient er gekort te worden op de pensioenaanspraken indien de beleidsdekkingsgraad 5 jaar op rij lager is dan de minimaal vereiste dekkingsgraad en de actuele dekkingsgraad ook lager is. Een eventuele korting mag ineens of verspreid over maximaal 10 jaar worden verwerkt. Dit is vooralsnog niet van toepassing. In 2017 heeft een update van het herstelplan plaatsgevonden waaruit blijkt dat het herstel binnen de gestelde termijn nog altijd mogelijk is. Hierbij dient overigens te worden vermeld dat, indien de dekkingsgraad van het fonds ultimo 2019 nog niet gelijk is aan het minimaal vereist vermogen (ultimo 2017: 104,2%), op dat moment sprake zal zijn van een korting op de pensioenaanspraken. Het verloop van de werkelijke dekkingsgraad en volgens het geactualiseerde herstelplan kan als volgt worden weergegeven: herstelplan verwacht werkelijk

Dekkingsgraad ultimo 2016 90,7 91,2 Nieuwe aanspraken 0,0 -0,1 Uitkeringen -0,3 -0,3 Toeslagverlening 0,0 0,0 Wijziging RTS 0,0 1,2 Beleggingsresultaat 3,4 3,7 Overige oorzaken 0,1 0,2

Dekkingsgraad ultimo 2017 93,9 95,9

Beleidsdekkingsgraad ultimo 2017 92,3 94,6

Het verschil tussen de aanvangsdekkingsgraad ultimo 2016 volgens het herstelplan en werkelijk wordt veroorzaakt doordat ten tijde van het opstellen van het herstelplan nog geen inzicht was in de werkelijke dekkingsgraad ultimo 2016. De dekkingsgraad ad 90,7% betrof de dekkingsgraad zoals gerapporteerd in de maandrapportage over december 2016. De uiteindelijke dekkingsgraad ultimo 2016 is uitgekomen op 91,2% als gevolg van (met name) een relatief grote vrijval van de pensioenverplichtingen als gevolg van een overlijdensgeval die ten tijde van de maandrapportage nog niet in de pensioenverplichtingen was verwerkt. Het herstelplan is begin 2018 geëvalueerd. Hieruit is naar voren gekomen dat het ingeschatte herstel binnen 10 jaar nog altijd gerealiseerd kan worden.

Page 37: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

37

Actuariële paragraaf

Actuariële analyse

De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten kan als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Premieresultaat Solvabiliteitsopslag premies 554 512 Resultaat op kostendekkende premie (839) (475) Premies herverzekering (182) (168) Resultaat op pensioenuitvoeringskosten (2) 16

(469) (115) Intrestresultaat Beleggingsresultaten 4.029 6.054 Rentetoevoeging technische voorziening 259 67 Wijziging marktrente 1.497 (9.370)

5.785 (3.249) Overige resultaten Wijziging actuariële grondslagen - 77 Resultaat op sterfte, arbeidsongeschiktheid en overige mutaties 453 706

453 783

5.769 (2.581)

Bij bovenstaande analyse kan het volgende worden opgemerkt:

De solvabiliteitsopslag op de premies betreft het deel van de bij de werkgever in rekening gebracht premie dat, onder de regels van het FTK, dient bij te dragen aan het in stand houden van het vermogen van het fonds. Dit deel van de premie draagt direct bij aan het resultaat van het fonds;

De premies herverzekering hebben betrekking op de verschuldigde premie voor overlijdensrisico’s en arbeidsongeschiktheidsrisico (exclusief premie voor de ANW-hiaatverzekering; deze vormt onderdeel van het resultaat op de kostendekkende premie). Zoals vastgelegd in de herverzekeringsovereenkomst met Elips Life AG wordt na afloop van iedere verzekeringstermijn het positieve resultaat (bij een positieve schadeontwikkeling) gerestitueerd aan het fonds;

De wijziging actuariële grondslagen in 2016 heeft betrekking op de met ingang van ultimo 2016 gehanteerde Prognosetafel AG 2016 (eind 2015 werd gebruik gemaakt van de door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde prognosetafels 2014). Daarnaast zijn de gehanteerde correctiefactoren op de overlevingskansen eveneens gewijzigd. Deze zijn aangepast naar het Mercer-model 2016, dat is herijkt op basis van recente CBS-gegevens. De gehanteerde inkomensklasse is het gemiddelde van de klassen “Hoog” en “Hoog-midden” (eind 2015: inkomensklasse “Hoog-midden”).

Uitkomsten van de solvabiliteitstoets

Gemeten naar de beleidsdekkingsgraad is op balansdatum sprake van een dekkingstekort. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaard model.

Oordeel van de certificerend actuaris over de financiële positie

De financiële positie van het fonds is naar de mening van de actuaris slecht omdat het aanwezig vermogen lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen.

Page 38: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

38

Risicoparagraaf

Risico en beheersing/beleid

Als onderdeel van het risicobeheer heeft het Bestuur grenzen (risk appetite) gedefinieerd aan de door het fonds te lopen risico’s. Deze grenzen en de situatie per 31 december 2017 zijn onderstaand weergegeven. Een uitgebreidere toelichting op de risico’s en feitelijke omstandigheden per 31 december 2017 is opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. Voor onderstaande toelichting is gekozen voor een aansluiting met de risico’s, zoals zijn gedefinieerd in de wortelformule ter bepaling van het vereist eigen vermogen. S1 Renterisico

Ondanks dat sprake was van een historisch gezien op dat moment al zeer lage marktrente is de marktrente in de loop van 2014 wederom gedaald mede als gevolg van politieke ontwikkelingen en beleidsmaatregelen van de ECB. In 2014 heeft het beleid van het fonds tot dat moment om het renterisico voor het grootste deel open te laten staan derhalve niet goed uitgepakt. Het Bestuur heeft besloten om de afdekking van het renterisico medio 2014 met 5,5% te verhogen naar 20% (strategisch) en vervolgens de afdekking in 2015 en volgende jaren in stappen van 7,5%-punt per keer verder te verhogen van 20% afdekking naar 50% afdekking. De verhoging (met 7,5%-punt) heeft in zowel 2015 als 2016 daadwerkelijk plaatsgevonden. In de tweede helft van 2017 heeft het Bestuur besloten om de strategische renteafdekking wederom te verhogen met 7,5%-punt van 35% naar 42,5%, met een bandbreedte van 37,5% als minimum en 47,5% als maximum. In de loop van 2018 zal het Bestuur besluiten over de eventuele laatste stap van 7,5%-punt renteafdekking naar de beoogde strategische renteafdekking van 50%. S2 Risico zakelijke waarden De risicogrens is gesteld op de in het beleggingsbeleid opgenomen strategische beleggingsmix en gedefinieerde bandbreedtes. De aangehouden beleggingsportefeuille ultimo boekjaar 2017 valt volledig binnen de gestelde bandbreedtes (ultimo boekjaar 2016: idem). S3 Valutarisico Binnen de vastrentende waarde fondsen wordt het vreemde valuta risico afgedekt naar de euro, behalve binnen het NN EMD Opportunities Fund. Echter, binnen deze fondsen bestaat de mogelijkheid tot valutaexposure ten einde een hogere performance te genereren. De voorwaarden hiervoor zijn opgenomen in de specifieke fondsvoorwaarden. De vreemde valuta binnen de aandelenfondsen worden niet afgedekt naar de euro. S4 Grondstoffenrisico Het fonds belegt op dit moment niet in grondstoffen. S5 Kredietrisico Het fonds belegt in obligaties en andere vastrentende waarden en kent kredietrisico’s via de derivaten en cash accounts. De opgenomen credit ratings zijn afgeleid van de ratings van S&P, Moody’s en Fitch. Als risicogrens is vastgesteld dat tegenpartijen in derivaten en cash minimaal een credit rating van BBB dienen te hebben. Binnen de beleggingen in vastrentende waarden wordt strategisch voor 62% belegd in AAA-staatsobligaties1 en voor 5% in hypotheken met een credit rating van AA-. De overige beleggingen in vastrentende waarden kennen strategisch voor 16% een BBB-rating of hoger. Voor de overige 17% kan een deel belegd worden in debiteuren met een lagere kredietrating.

1 Hierbij worden de Duration Matching Funds in de matchingsportefeuille geacht vergelijkbaar te zijn met AAA-staatsobligaties.

Page 39: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

39

S6 Verzekeringstechnisch risico De risicogrens is gesteld op het minimaliseren van het langlevenrisico door toepassing van actuele informatie over overlevingskansen en het beperken van risico’s uit hoofde van kortleven en arbeidsongeschiktheid. Ultimo boekjaar 2016 worden de verplichtingen gewaardeerd op basis van de meest recente Prognosetafel AG2016, inclusief populatie afhankelijke toepassing van door Mercer bepaalde correctiefactoren gebaseerd op inkomensgroep ‘hoog-midden’ (afgeleid van door het CBS bepaalde levensverwachting voor de hoogste van vijf inkomensklassen, waarbij elke inkomensklasse 20% van de Nederlandse bevolking vertegenwoordigd), alsmede de ultimo boekjaar door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur (inclusief UFR). De risico’s uit hoofde van kortleven en arbeidsongeschiktheid zijn met ingang van 1 januari 2015 ondergebracht in een nieuwe driejarige herverzekeringsovereenkomst met Elips Life AG. Op basis van deze overeenkomst ontvangt het fonds, indien sprake is van een positief schadeverloop, een winstdeling. S7 Liquiditeitsrisico Als uitgangspunt geldt dat het fonds er in beginsel naar streeft (nagenoeg) geen liquiditeitsrisico te lopen. Aangezien de uitkeringsstroom van het fonds (nagenoeg) volledig bekend is, wordt het liquiditeitsrisico als verwaarloosbaar beschouwd. S8 Concentratierisico Als uitgangspunt geldt dat het fonds er in beginsel naar streeft (nagenoeg) geen concentratierisico te lopen. Gezien de aanzienlijke diversificatie in de beleggingsportefeuille van het fonds, wordt het concentratierisico als (zeer) beperkt beschouwd. S9 Operationeel risico Als uitgangspunt geldt dat het fonds er in beginsel naar streeft (nagenoeg) geen operationeel risico te lopen. Dit betreft het risico samenhangend met ondoelmatige of onvoldoende doeltreffende procesinrichting dan wel procesuitvoering. Dit risico wordt onder meer ondervangen door enerzijds contracten en Service Level Agreements (SLA) met externe partijen af te sluiten, waarin afspraken zijn opgenomen omtrent de te verlenen diensten en de gevolgen voor het niet nakomen daarvan en anderzijds door goede afspraken met de werkgever te maken omtrent de te voeren salarisadministratie en ondersteuning van het Bestuur. Bij de adviserende actuaris Mercer wordt steeds gezorgd voor een actuele back up. Het operationeel risico wordt dan ook als beperkt beschouwd. S10 Actief beheer risico Onder actief beheer worden afwijkende posities in portefeuille verstaan die door portefeuillemanagers worden ingenomen ten opzichte van de strategische portefeuilles. De mate van actief beheer wordt doorgaans bepaald aan de hand van een tracking error. Deze tracking error meet de mate van afwijking tussen het rendement van een beleggingsportefeuille en het rendement op een benchmarkportefeuille. Een lage tracking error impliceert dat het feitelijk rendement dicht bij de gekozen benchmark ligt, terwijl een hoge tracking error aangeeft dat het rendement duidelijk van de benchmark afwijkt. Een hogere tracking error impliceert daarmee een hogere mate van actief risico. Voor het fonds wordt een buffer aangehouden voor het actief beheer risico. In 2018 zal het bestuur nadere aandacht besteden aan de niet-financiële risico’s en de mate waarin mitigerende beheersmaatregelen nodig zijn.

Page 40: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

40

Scenario en crisisplanning

Het fonds heeft een crisisplan. In dit plan zijn de te nemen stappen en maatregelen weergegeven in specifieke (negatieve) scenario’s. Het plan vormt hiermee een handleiding voor het Bestuur voor de wijze waarop zij zal handelen. De crisismaatregelen zijn als volgt onder te verdelen, met volgorde qua prioritering:

Indien de betaalde premie niet toereikend is: Indien de dekkingsgraad niet toereikend is: 1. Toepassen gesplitste kortingsregeling 1. Beperken of niet toekennen van toeslagen

voor (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Voor deelnemers geldt de beperking op grond van de dekkingsgraad alleen in een crisis

2. Versoberen pensioenregeling zonder de premie te verlagen

2. Korten van pensioenaanspraken en –rechten

Actuariële risico’s

In 2016 zijn nieuwe overlevingskansen gepubliceerd (Prognosetafel AG2016). Het Bestuur heeft de huidige grondslagen voor de voorziening pensioenverplichtingen, inclusief de invloed van fondsspecifieke eigenschappen, hiermee geëvalueerd. De pensioenverplichtingen van het fonds worden daarmee met ingang van 31 december 2016 gewaardeerd op basis van deze meest recente levensverwachtingen. Door toepassing van de meest actuele informatie over overlevingskansen worden de kosten van het langlevenrisico voor het fonds voor dit moment adequaat in beeld gebracht. In het najaar van 2018 zal de Prognosetafel AG2018 van het Koninklijk Actuarieel Genootschap verschijnen. Bij de overgang naar deze prognosetafel zullen ook de overig fondsspecifieke grondslagen worden herijkt.

Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode

Hiervoor zijn de risico’s voor het fonds weergegeven welke direct van invloed zijn op de hoogte van het vereist eigen vermogen. Vanuit FIRM, het risicomodel van DNB, is sprake van een aantal aanvullende risico’s welke eveneens door het Bestuur van belang worden geacht. Deze zijn: 1. Matching / renterisico 2. Marktrisico 3. Kredietrisico 4. Verzekeringstechnisch risico 5. Omgevingsrisico 6. Operationeel risico 7. Uitbestedingsrisico 8. IT-risico 9. Integriteitsrisico 10. Juridisch risico 1. Matching / renterisico Het risico als gevolg van niet ‘gematcht’ zijn van activa en passiva (inclusief off-balance posten) dan wel inkomsten en uitgaven in termen van rentevoet, rentetypische looptijden, basisvaluta, liquiditeit typische looptijden en gevoeligheid voor ontwikkeling in prijspeil. Vanwege het feit dat de kern van de pensioenregeling van SNP een CDC regeling is met als doel om te zorgen voor een waardevast pensioen is dit risico manifest. Indien de rente daalt, zal (in verband met de vaste premie) het opbouwpercentage mogelijk eveneens dalen. De voor deze pensioenregeling bij NN Investment Partners ondergebrachte middelen worden op een collectieve manier belegd. Dit betekent dat er een risico gelopen kan worden voor wat betreft het zogenoemde “prudent person principle” (PPP). Dit principe houdt in of de beleggingen voor een deelnemer wel voldoende prudent zijn. De beleggingsmix voor een jonge deelnemer kan er anders uitzien dan voor een oudere deelnemer; de verdiencapaciteit van een jongere is groter waardoor meer risico op beleggingen kan worden genomen, met het doel om meer rendement te verkrijgen.

Page 41: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

41

Door de beleggingen op collectieve manier uit te voeren is er een risico dat niet voor iedere deelnemer afzonderlijk een optimale beleggingsmix is samengesteld. Aanpassing van de collectieve manier van beleggen naar individuele beleggingsportefeuilles reduceert dit risico, maar staat haaks op het principe van collectiviteit en solidariteit van een CDC regeling die gefinancierd wordt door middel van een vaste doorsneepremie.

2. Marktrisico Het risico als gevolg van het blootstaan aan wijzigingen in marktprijzen van verhandelbare financiële instrumenten binnen een (handels-)portefeuille. Voor pensioenfondsen en verzekeraars geldt dat het marktrisico alleen betrekking heeft op de niet-rentedragende activa. Facetten zijn: - Prijsvolatiliteit

Dit betreft het risico van veranderingen in de waarde van (verhandelbare instrumenten binnen) de portefeuille als gevolg van wijzigingen in marktprijzen.

- Marktliquiditeit Het risico om aanwezige activa onvoldoende tijdig dan wel niet tegen acceptabele prijzen kunnen worden omgezet in liquide middelen. Dit betreft een risico voor het fonds op het moment van waardeoverdracht of pensionering.

- Concentratie en correlatie Het risico dat als gevolg van ontoereikende diversificatie binnen de portefeuille een bepaalde ontwikkeling of gebeurtenis een bovengemiddeld effect heeft op de waarde van de portefeuille. Ook voor dit risico geldt dat dit voor rekening van het fonds is.

3. Kredietrisico Het risico dat een tegenpartij contractuele of andere overeengekomen verplichtingen (waaronder de premietoezegging door de werkgever, verstrekte kredieten, leningen, vorderingen, ontvangen garanties) niet nakomt al dan niet als gevolg van het aan beperkingen onderhevig zijn van buitenlandse betalingen. Facetten zijn: - Het nakomen van verplichtingen

Het risico dat partijen waaraan kredietfaciliteiten ter beschikking zijn gesteld (of waarbij schuldpapier belegd is) hun verplichtingen niet of niet volledig nakomen. De creditrating van NN Investment Partners is A-, dit geeft aan dat er een zeer kleine kans bestaat dat NN Investment Partners zijn verplichtingen niet kan nakomen. Voor dit risico wenste DNB dat pensioenfondsen een buffer zou moeten aanhouden. Dit betreft duidelijk een risico voor het fonds. Hoewel de eis van een buffer van tafel is wil dat uiteraard niet zeggen dat daarmee ook het kredietrisico is verdwenen. De werkgever is in deze onzekere pensioentijden ook een tegenpartijrisico voor het fonds. In de uitvoeringsovereenkomst staat dat de werkgever geen extra premie betaalt als het fonds in een situatie van een dekkingstekort komt of dreigt te komen. Het is zelfs de vraag of de werkgever in staat is of bereid is de premie te betalen als de werkgever zelf in conjunctureel zwaar weer verkeert. Bovendien heeft een uitvoeringsovereenkomst een looptijd die korter is dan de looptijd van de verplichtingen van het pensioenfonds richting haar deelnemers. Naar oordeel van het Bestuur is dit tegenpartijrisico klein.

- Concentratie en correlatie Het risico dat als gevolg van ontoereikende diversificatie binnen de portefeuille een bepaalde ontwikkeling of gebeurtenis een aanzienlijk effect heeft op de waarde van de kredietportefeuille. Gerealiseerd moet worden dat NN Investment Partners de juridische eigenaar is van het belegd vermogen. In theorie zou ter vermindering van dit risico het fonds haar vermogen kunnen spreiden over meer dan een partij. Daar is op efficiencygronden niet voor gekozen.

4. Verzekeringstechnisch risico Het risico dat uitkeringen (nu dan wel in de toekomst) niet gefinancierd kunnen worden vanuit premie- en/of beleggingsinkomsten als gevolg van onjuiste en/of onvolledige aannames en grondslagen bij de ontwikkeling en premiestelling van de pensioenregeling van Norit. Hieronder vallen de volgende risico’s: - Sterfte

Het risico dat verliezen optreden als gevolg van verschillen tussen de werkelijke sterfte en de veronderstelde sterfte / ontwikkelingen in de sterfteverwachtingen. Mocht er hiertussen verschillen ontstaan dan resulteert dat in een wijziging van het verwachte aan te kopen pensioen op het moment van pensioneren. Voor het fonds speelt hierbij ook een zeker reputatierisico. We praten hier over “zuivere” risico´s (dus: geen onzekerheid) die met hulp van actuariële rekenkunde te becijferen zijn. Feitelijk

Page 42: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

42

resultaat is dan dat er uitkeringsjaren aan pensioenen beloofd is aan deelnemers waarvoor nooit is gespaard. Doordat de pensioenverplichtingen op basis van de meest recente prognosetafels worden gewaardeerd, wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de meest recente inschattingen voor veronderstelde sterfte.

- Arbeidsongeschiktheid Het risico dat verliezen optreden als gevolg van verschillen tussen de werkelijke en de veronderstelde arbeidsongeschiktheid / veronderstelde ontwikkeling in de verwachtingen op het gebied van arbeidsongeschiktheid. Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is door het fonds herverzekerd. Dit betreft dus gedurende de rest van de contractperiode geen risico voor het fonds (behoudens een klein kredietrisico). In geval van sterke afwijking van de veronderstellingen op basis waarvan de herverzekeraar de premie heeft vastgesteld zou de premie bij een volgend contract kunnen afwijken.

5. Omgevingsrisico Het risico van buiten de instelling of groep komende veranderingen op het gebied van concurrentieverhoudingen, belanghebbenden, reputatie en ondernemingsklimaat. Facetten zijn: - Afhankelijkheid

Het Bestuur is sterk afhankelijk van de vermogensbeheerders, zijnde de beleggers van de pensioenregeling en van Mercer als administrateur van de pensioenadministratie. Gevolgen in de markt van de huidige pensioencrisis zijn moeilijk door het Bestuur in eigen hand te houden. Hiervan is de creditrating die een vermogensbeheerder heeft, en de daarmee gepaard gaande eisen van DNB, een belangrijk voorbeeld. Daarnaast is het ook mogelijk dat de werkgever van de pensioenregeling meer invloed wenst uit te oefenen. Ook voor deze partij is het van groot belang dat voldoende communicatie en overleg plaatsvindt, waarbij te allen tijde duidelijkheid bestaat over de verdeling van de verantwoordelijkheden. Door periodiek overleg met de diverse externe partijen meent het bestuur dit risico zoveel mogelijk onder controle te hebben.

- Reputatie De huidige crisis en berichtgeving over pensioenfondsen / verzekeraars kan negatieve gevolgen hebben voor het vertrouwen dat de deelnemers hebben ten aanzien van hun pensioenverzekeraar. Het is verstandig deelnemers hierover tijdig en zorgvuldig te informeren. Het bestuur hecht groot belang aan een goede communicatie met de deelnemers. Communicatie vindt onder meer plaats door een periodieke nieuwsbrief en presentaties voor deelnemers in het geval van belangrijke ontwikkelingen.

6. Operationeel risico Het risico samenhangend met ondoelmatige of onvoldoende doeltreffende procesinrichting dan wel procesuitvoering. Dit betreft diverse uiteenlopende risico’s, waarbij voornamelijk gedacht kan worden aan: - Administratie

Risico’s met betrekking tot verwerking van transacties en data, het doorberekenen van premies en de uitvoering van het betalingsproces, personeelsrisico’s en fraudegevoeligheid. Deze risico’s liggen vooral bij de administrateur van Norit en Mercer in haar ondersteuning daarbij. Een belangrijke vraag hierbij is of, en in hoeverre, een ISAE verklaring afdoende geruststelling biedt.

- Bestuurssecretariaat Vooral bij kleinere pensioenfondsen is de persoonsgebonden kennis soms zo groot dat gesproken kan worden van een reëel operationeel risico.

- Loonadministrateur Eveneens bij kleinere pensioenfondsen is de bij de werkgever of bij het fonds verzorgde deelnemersadministratie vaak een operationeel risico. Er wordt in ieder geval gezorgd voor een goede “back up” van het takenpakket en van de databestanden.

- Informatie Dit betreft het risico samenhangend met de vraag hoe cruciaal juiste, tijdige en volledige informatievoorziening is voor het adequaat sturen en beheersen van de activiteit en ter ondersteuning van adequate managementbeslissingen. Voor het Bestuur is het van groot belang dat er sprake is van een gedegen kennis alsook informatievoorziening voor het nemen van beslissingen. Het is aan het Bestuur na te gaan of zij vindt dat zij met de huidige kennis en informatievoorziening hun taken goed kunnen uitvoeren.

Page 43: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

43

- Kosten Het risico dat actuele of toekomstige kostenontwikkelingen onvoldoende gefinancierd kunnen worden uit toekomstige premies, tarieven en/of andere activiteiten. Het Bestuur moet onderkennen of de verwachte jaarlijkse kosten van het fonds kunnen worden gedekt uit de kostenopslag in de premie, eventueel vermeerderd met extra dekking (bijvoorbeeld: een jaarlijkse bijdrage van de werkgever voor uitvoeringskosten, vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst). Een nieuw aandachtspunt is de categorie van “niet out of pocketkosten” van het fonds. Dikwijls draagt de werkgever deze kosten, zoals de tijd van actieve deelnemers voor pensioenfondsactiviteiten, administratiekosten en huisvestingskosten. Het is raadzaam om deze kosten te kennen (bruto kosten), eventueel gecorrigeerd voor de kosten die de werkgever krijgt bij afwezigheid van een eigen pensioenuitvoerder (netto kosten).

Het bestuur is zich bewust van de operationele risico’s en meent afdoende maatregelen te hebben genomen om deze te ondervangen. 7. Uitbestedingsrisico Het risico dat de continuïteit, integriteit en/of kwaliteit van de aan derden uitbestede werkzaamheden dan wel door deze derden ter beschikking gestelde apparatuur en personeel wordt geschaad. Het uitbestedingsrisico mag zich verheugen in een groeiende belangstelling. Naar verwachting zal DNB haar toezicht op de uitbesteding verder intensiveren. Facetten zijn: - Continuïteit bedrijfsvoering

Het risico dat de continuïteit van de bedrijfsvoering van het fonds (of van de werkgever bij bepaalde administratieve taken) in gevaar komt als gevolg van ontoereikende financiële soliditeit van de tegenpartij, contractbreuk of het beëindigen van de activiteiten door de tegenpartij. Het Bestuur dient zich bewust te zijn van de risico’s die het fonds loopt als ofwel de werkgever, ofwel NN Investment Partners niet meer voldoende solvabel zijn. Ook is het van belang dat het Bestuur een inschatting van de risico’s maakt en waar nodig, zich eventueel verzekert tegen ongewenste risico’s.

- Integriteit Het risico dat de reputatie of de financiële positie van de instelling wordt geschaad als gevolg van het niet integer zijn van de bedrijfsvoering van de partij waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed. Hieronder valt het risico van het ongewenst omgaan met vertrouwelijke gegevens door de tegenpartij. Dit risico is klein; immers, zowel de verzekeraar als ook de samenstelling van het Bestuur met externe en interne bestuurders verkleinen dit risico. Verder is het private en publieke toezicht op pensioenfondsen aanzienlijk: accountant, de actuariële adviseur, de waarmerkend actuaris, en AFM en DNB worden geacht zeer integer om te gaan met vertrouwelijke informatie.

- Kwaliteit van de dienstverlening Het risico dat de door de externe partij geleverde kwaliteit van de werkzaamheden niet in overeenstemming is met de door de instelling gewenste dan wel aan belanghebbenden toegezegde kwaliteitsniveau. Gezien de externe partijen mag het Bestuur ervan uitgaan dat de geleverde kwaliteit van de werkzaamheden naar behoren is. Het is echter aan het Bestuur zelf ook een vinger aan de pols te houden en in overleg te treden indien dit niet het geval is. Hiertoe vindt periodiek overleg plaats, waarin de geleverde werkzaamheden worden besproken en geëvalueerd.

8. IT-risico Het risico dat bedrijfsprocessen en informatievoorziening onvoldoende integer, niet continu of onvoldoende beveiligd worden ondersteund door IT. Bij dit risico moet voornamelijk worden gedacht aan: - Het niet of onvoldoende toegesneden zijn van IT-strategie en IT-beleid op de bedrijfsprocessen en

bestaande informatie en dataverwerking, alsook het risico van niet of teveel toegankelijk zijn van informatie voor diverse gebruikers;

- Daarnaast kan het van belang zijn dat tijdig wordt geanticipeerd op ontwikkelingen in de business of technische innovaties. Voorbeeld is de tijdige toegang tot bestanden in het kader van ´Mijn Pensioenoverzicht´

- daarnaast betreft IT-risico het risico dat de continuïteit van het proces in gevaar komt als gevolg van het niet beschikbaar zijn van de IT-infrastructuur.

Page 44: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

44

9. Integriteitrisico Het risico dat de integriteit van de instelling (dan wel het financiële stelsel bij de grotere instellingen die systeemrisico´s kunnen veroorzaken) wordt beïnvloed als gevolg van niet integere, onethische gedragingen van de organisatie, medewerkers dan wel de leiding in het kader van wet- en regelgeving en maatschappelijke en door de instelling opgestelde normen. De belangrijkste elementen van dit risico zijn: benadeling van derden, handelen met voorwetenschap, witwassen, terrorismefinanciering en onoorbaar handelen. Ook is het zaak dat het Bestuur goed op de hoogte is van voor het Bestuur aanvaardbaar geachte beleggingsprincipes van NN Investment Partners, waaronder het stemgedrag bij ondernemingen waar zij posities heeft. Gezien de eisen die worden gesteld aan pensioenfondsbestuurders mag er wel van worden uitgegaan dat dit risico klein is. Een lastig aspect van het integriteitsrisico is het reputatierisico. In toenemende mate kan reputatie in zeer korte tijd ter discussie komen, als de ´buitenwacht´ conclusies trekt uit (gepercipieerde) gedragingen van bestuurders die een inbreuk (lijken te) zijn op verstandige en transparante fondsbesturing. 10. Juridisch risico Het risico samenhangend met (veranderingen in en naleving van) wet- en regelgeving, het mogelijk bedreigd worden van haar rechtspositie, met inbegrip van de mogelijkheid dat contractuele bepalingen niet afdwingbaar of niet correct gedocumenteerd zijn. Onderdelen van dit risico betreffen: - Wet- en regelgeving

Het risico dat de werkwijze van de instelling (waaronder processen, producten, fiscale constructies) wordt beïnvloed dan wel niet meer houdbaar is als gevolg van veranderingen in de wet- en regelgeving (Europees, (inter)nationaal toezicht). Het Bestuur heeft voldoende externen die erop toezien dat de wet- en regelgeving wordt nagekomen, dus er is sprake van een laag risico.

- Naleving Het risico als gevolg van het niet voldoen van het beleid en/of de bedrijfsvoering van de instelling aan wet- en regelgeving, evenals het eigen voorgeschreven beleidskader, processen en procedures van de instelling. Ook dit risico is niet groot, maar kan nog kleiner worden door systematisch bestuurlijk te werk te gaan aan de hand van een zogenoemd structuurkader.

- Aansprakelijkheid Het risico dat de instelling door een rechter aansprakelijk wordt gesteld voor de (materiële of immateriële) schade van derden, onder andere als gevolg van het niet nakomen (dan wel niet in rechte houdbaar zijn) van contractvoorwaarden. Het bestuur heeft een aansprakelijkheidsverzekering afsgesloten waarmee dit risico gereduceerd is.

- Afdwingbaarheid contracten Het risico dat verplichting van derden tegenover de instelling, of van de instelling tegenover derden, voortvloeiend uit contracten, niet of onvoldoende kunnen worden afgedwongen. Aangezien het merendeel van de overeenkomsten door externe adviseurs wordt beoordeeld mag ervan worden uitgegaan dat dit risico gering is.

Voor een nadere toelichting op het risicobeheer op basis van de situatie eind 2017 wordt verwezen naar de in de jaarrekening opgenomen toelichting (toelichting 12).

Page 45: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

45

Toekomstparagraaf De financiële stand van zaken van het fonds is nog steeds meer dan zorgelijk. Een toekomstige korting is zeker niet uit te sluiten. Een volgende ijkpunt voor korten is eind 2019. Als het fonds dan niet voldoet aan de minimaal aanwezige dekkingsgraad moet het fonds korten. De toenemende toezicht- en regeldruk en de daaruit voortvloeiende kosten en eisen aan de deskundigheid van het bestuur blijven zwaar drukken op dit kleine pensioenfonds. Het bestuur heeft zich dit jaar uitgesproken voor een transitie en liquidatie van het fonds. Overleg met Cabot over eventuele financiële hulp bij overgang naar een groter fonds heeft (nog) niet geresulteerd in een daadwerkelijke toezegging. Het bestuur blijft echter wel in overleg met de werkgever over de toekomst van het fonds en heeft in het voorjaar van 2018 een drietal voorlichtingsbijeenkomsten over de voorgenomen liquidatie van het fonds op locatie houden. Daaruit bleek grote steun voor het voorgenomen besluit van het bestuur en overdracht van de opgebouwde pensioenen naar een andere pensioenuitvoerder. Bij het afronden van dit jaarverslag is het bestuur volop bezig met definitieve besluitvorming tot opheffing per 1 januari 2019. Hiertoe is in de deelnemersvergaderingen op 18 en 19 juni 2018 goedkeuring aan de deelnemers gevraagd over het voorgenomen besluit tot opheffing. Hierbij is het volgende voorstel (op hoofdlijnen) inzake de toekomst van het pensioenfonds door het bestuur toegelicht:

Overdracht van de pensioenverplichtingen naar BPL per 31 december 2018 gevolgd door opheffing van het pensioenfonds;

Korting van de pensioenaanspraken van maximaal 5% (afhankelijk van een eventuele bijdrage van de werkgever, zie ook hieronder);

Verdeling van de korting tussen pensioengerechtigden en (gewezen) deelnemers in de verhouding 40/60;

Bij inschatting van een korting groter dan het maximum van 5% zal opnieuw goedkeuring worden gevraagd aan de deelnemers.

Van de aanwezige deelnemers en afgegeven machtigingen heeft circa 94% een positieve stem op het voorstel uitgebracht. Daarnaast zal het bestuur tijdig toestemming aan De Nederlandsche Bank en advies aan het Verantwoordingsorgaan vragen. Pas nadat deze goedkeuring is verkregen en het advies is ontvangen kan het bestuur overgaan tot de daadwerkelijke transitie en liquidatie van het fonds. Op dit moment is er nog geen definitief besluit tot een collectieve waardeoverdracht en liquidatie van het fonds genomen door het bestuur. Zoals aangegeven lijkt een keuze voor aansluiting bij BPL het meest voor de hand liggend. Aan een eventuele aansluiting bij BPL zijn echter wel kosten verbonden. Immers, het fonds dient zich feitelijk in te kopen bij deze nieuwe pensioenuitvoerder. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat sprake is van een verschil in dekkingsgraad tussen beide pensioenfondsen, waarbij die van BPL hoger is dan van Norit Pensioenfonds. Anderzijds geldt dat de gemiddelde leeftijd van de populatie van Norit Pensioenfonds hoger is dan die van BPL. Beide factoren hebben tot gevolg dat de voor de inkoop benodigde middelen hoger zullen zijn dan die Norit Pensioenfonds momenteel bezit. Dit betekent dat voor een nominale inkoop (op basis van de op moment van overdracht opgebouwde rechten) éénmalig een aantal miljoenen euro’s dienen te worden bijgelegd. Indien geen sprake is van een dergelijke bijdrage, zullen de rechten van alle deelnemers bij overdracht eerst worden verlaagd teneinde het tekort bij inkoop te kunnen compenseren.

Page 46: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

46

Momenteel vindt nog overleg met de werkgever plaats of deze mogelijk een eenmalige bijdrage ter financiering van het genoemde verschil wil doen. Afhankelijk van de hoogte van deze bijdrage zal in het positiefste scenario (het volledige tekort wordt door de werkgever bijgedragen) geen sprake zijn van een verlaging van de rechten. In het negatiefste scenario (de werkgever zal geen bijdrage geven) zal het volledige tekort dienen te worden gefinancierd door de rechten van alle deelnemers te verlagen. Amersfoort, 28 juni 2018 Het Bestuur van Stichting Norit Pensioenfonds F. Prins (voorzitter) A.P.M. Huppertz (secretaris) R. Kruijff M. Knuttel T. van Leeuwen H. Onstwedder

Page 47: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

47

Jaarrekening

Page 48: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

48

Balans per 31 december 2017 na voorgestelde bestemming saldo baten en lasten

(x € 1.000)

ACTIVA 2017 2016

Toelichting € € € €

Beleggingen voor risico fonds Aandelen 5 40.279 42.946 Vastrentende waarden 5 70.998 65.167 Liquide middelen 5 46 5

111.323 108.118 Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Overige contracten herverzekering 6 518 525 Vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen 7 13 13 Overige activa Liquide middelen 8 239 64

112.093 108.720

Page 49: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

49

PASSIVA 2017 2016

Toelichting € € € €

Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal 9 - - Algemene reserve 9 (4.726) (10.495) Overige reserves 9 - -

(4.726) (10.495) Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds 10 116.448 118.947 Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva 11 371 268

112.093 108.720

Aanwezige dekkingsgraad (in %) 95,9 91,2

Page 50: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

50

Page 51: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

51

Staat van baten en lasten over 2017

(x € 1.000)

2017 2016

Toelichting € € € €

BATEN Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) 14 2.978 2.979 Beleggingsresultaten voor risico Fonds 15 4.029 6.054 Baten uit herverzekering 16 104 42

Totaal baten 7.111 9.075 LASTEN Mutatie VPV voor risico fonds - Pensioenopbouw 17 3.134 2.803 - Toeslagverlening 18 - - - Rentetoevoeging 19 (260) (67) - Onttrekking pensioenuitkeringen 20 (3.414) (3.713) - Onttrekking pensioenuitvoeringskosten 21 (114) (117) - Wijziging marktrente 22 (1.498) 9.385 - Wijziging actuariële grondslagen 23 - (77) - Wijziging door overdracht van rechten 24 - - - Overige mutaties 25 (347) (706)

(2.499) 7.508 Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen 26 7 51 Premies herverzekering 27 210 197 Pensioenuitkeringen 28 3.350 3.641 Pensioenuitvoeringskosten 29 273 259 Saldo overdracht van rechten 30 - - Overige lasten 31 1 -

Totaal lasten 1.342 11.656

Saldo van baten en lasten 5.769 (2.581)

Page 52: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

52

Samenvatting van de actuariële analyse

(x € 1.000)

2017 2016

€ €

Premieresultaat (469) (115) Intrestresultaat 5.785 (3.249) Overige resultaten 453 783

5.769 (2.581)

Bestemming van het saldo van baten en lasten

(x € 1.000)

2017 2016

€ €

Algemene reserve 5.769 (2.581)

Page 53: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

53

Kasstroomoverzicht over 2017

(x € 1.000)

2017 2016

€ € € €

Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies 3.025 2.950 Ontvangen in verband met overdracht van rechten - - Betaalde pensioenuitkeringen (3.357) (3.661) Betaald in verband met overdracht van rechten - - Betaalde pensioenuitvoeringskosten (293) (235) Ontvangen uitkeringen van herverzekering 104 42 Betaalde premies herverzekering (197) (197)

Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten (718) (1.101) Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkoop en aflossingen van beleggingen 14.967 9.909 Ontvangen directe beleggingsopbrengsten 56 - Aankopen van beleggingen (14.065) (8.800) Betaalde kosten vermogensbeheer (24) (90)

Totaal kasstroom beleggingsactiviteiten 934 1.019

Toename/afname liquide middelen 216 (82) Saldo liquide middelen primo boekjaar 69 151

Saldo liquide middelen ultimo boekjaar 285 69

De saldi ultimo boekjaar kunnen als volgt worden weergegeven: Liquide middelen (voor beleggingsdoeleinden) 46 5 Liquide middelen (betaalrekeningen) 239 64

Saldo liquide middelen ultimo boekjaar 285 69

Page 54: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

54

Page 55: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

55

Toelichting op de balans en staat van baten en lasten

1 Inleiding Het doel van Stichting Norit Pensioenfonds, statutair gevestigd te Amersfoort aan het adres Astronaut 34, is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van Cabot Norit Nederland B.V. De stichting is een ondernemingspensioenfonds en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41188191.

2 Korte beschrijving van de pensioenregeling Het huidige pensioenreglement is het algemeen pensioenreglement. De voorgaande pensioenreglementen hebben een aflopend karakter. In deze reglementen zijn enkel nog gewezen en gepensioneerde deelnemers opgenomen. Het algemeen pensioenreglement bevat toezeggingen van ouderdomspensioen ingaande op de leeftijd van 67 jaar, nabestaandenpensioen en wezenpensioen. Deze pensioenregeling kan gekenmerkt worden als een middelloonregeling. De opbouw voor de deelnemers vindt plaats tot de 67-jarige leeftijd. Voor de berekening van de pensioenaanspraken wordt een pensioengrondslag vastgesteld. Deze pensioengrondslag is gelijk aan het pensioengevend salaris (inclusief ploegendienstgrondslag) verminderd met de jaarlijks vastgestelde franchise. Het jaarlijkse ouderdomspensioen is gelijk aan 1,85% per dienstjaar van de voor dat deelnemersjaar geldende pensioengrondslag respectievelijk ploegendienstgrondslag. Per 1 januari 2018 is in verband met wijziging van de fiscale pensioenopbouw het opbouwpercentage verlaagd naar 1,814%, bij handhaving van pensioenrichtleeftijd 67 jaar. Voor deelnemers, die op grond van voorgaande reglementen afstand hebben gedaan van pensioenopbouw van ouderdomspensioen over de ploegendienstgrondslag, wordt het opbouwpercentage hierover gesteld op 0,72%. Het nabestaandenpensioen (vanaf 1 januari 2006 op risicobasis) is gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen. Het wezenpensioen is gelijk aan 14% van het ouderdomspensioen (28% voor volle wezen). Het nabestaandenpensioen voor deelnemers wordt bij overlijden vóór de pensioendatum, afgeleid van het in uitzicht gestelde ouderdomspensioen. Tot 1 januari 2006 was een nabestaandenpensioen op basis van opbouw verzekerd. Dit is per deze datum premievrij gemaakt. Daarnaast was voor deelnemers vanaf 38 jaar onder de betreffende voorgaande pensioenregeling een tijdelijk ouderdomspensioen verzekerd. Dit is per 1 januari 2006 omgezet in extra levenslang ouderdomspensioen. Voor werknemers die arbeidsongeschikt worden, wordt een arbeidsongeschiktheidspensioen uitgekeerd. Vanaf 1 januari 2006 lopen deze verzekeringen niet meer via het fonds. De voor deze datum reeds ingegane arbeidsongeschiktheidspensioenen blijven verzekerd via het fonds.

3 Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen, zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het Bestuur heeft op 28 juni 2018 de jaarrekening opgemaakt.

Page 56: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

56

4 Grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling

Algemeen

De jaarrekening is opgesteld in euro’s, zijnde de functionele en presentatievaluta van het fonds. Alle bedragen

in de jaarrekening zijn vermeld in duizenden euro’s, tenzij anders aangegeven. Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de jaarrekening verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij anders vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorziening pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. In de balans en de staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen waarmee wordt verwezen naar de betreffende toelichting.

Vergelijking met voorgaand jaar

De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.

Schattingen en veronderstellingen

De opstelling van de jaarrekening, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, vereist dat het Bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die, gegeven de omstandigheden, als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden.

Opname van een actief of een verplichting

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Page 57: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

57

Verantwoording van baten en lasten

Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post ‘nog af te wikkelen transacties’. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn.

Saldering van een actief en een verplichting

Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen, indien er sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.

Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de rekening van baten en lasten opgenomen.

Beleggingen voor risico fonds

Algemeen Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen, worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. De beleggingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Aandelen Aandelen en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum. De marktwaarde van niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in beleggingsinstellingen is gebaseerd op het aandeel dat het fonds heeft in het eigen vermogen van het niet-beursgenoteerde aandeel per balansdatum. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op marktwaarde, zijnde de beurswaarde per balansdatum. De marktwaarde van niet-beursgenoteerde participaties in beleggingsinstellingen is gebaseerd op het aandeel dat het fonds heeft in het eigen vermogen van het niet-beursgenoteerde aandeel per balansdatum. De lopende interest op vastrentende waarden wordt gepresenteerd als onderdeel van de marktwaarde van de vastrentende waarden.

Page 58: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

58

Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen marktwaarde. Indien een derivatenpositie negatief is wordt het bedrag onder de schulden verantwoord.

Herverzekeringen

Uitgaande herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Vorderingen uit de herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het fonds (zoals is toegelicht bij de waarderingsgrondslagen van de technische voorziening). Vorderingen uit herverzekerings-contracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijkgesteld aan de hiertegenover staande voorziening pensioenverplichtingen (VPV). Bij waardering van de vordering wordt rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar. Vorderingen uit hoofde van de winstdelingsregelingen in herverzekeringscontracten worden verantwoord op het moment van toekenning door de herverzekeraar.

Vorderingen en overlopende activa

Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking, worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid.

Liquide middelen

De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van het fonds.

Stichtingskapitaal en reserves

Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het fonds en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen.

Technische voorzieningen

Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met op de balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toeslag)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de VPV is uitgegaan van de op de balansdatum geldende pensioenreglementen en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het Bestuur besloten of de opgebouwde pensioenen worden verhoogd. Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten (ook voor toeslagen na balansdatum, voor zover sprake is van ex ante-condities) zijn in de berekening begrepen. De pensioenrechten van zowel de actieve als gewezen deelnemers en pensioengerechtigden zijn zowel per 1 januari 2018 als per 1 januari 2017 niet verhoogd. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen.

Page 59: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

59

Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met de premievrije pensioenopbouw in verband met arbeidsongeschiktheid op basis van contante waarde van de premies waarvoor vrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. Het nabestaandenpensioen was tot 1 januari 2006 verzekerd op basis van opbouw. Deze rechten zijn per de genoemde datum premievrij gemaakt. Vanaf deze datum is het nabestaandenpensioen verzekerd op risicobasis. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor de toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: • Rekenrente: de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2017 is vastgesteld op basis van de

gecorrigeerde rentetermijnstructuur (RTS) inclusief Ultimate Forward Rate (UFR) per 31 december 2017, zoals gepubliceerd door DNB. Dit kwam ultimo 2017 overeen met een vaste rekenrente ad 1,44% (ultimo 2016: 1,27%);

• Overlevingstafels: de overlevingskansen zijn ontleend aan de door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde prognosetafels AG 2016 (ultimo 2016: idem). Hierbij zijn populatie afhankelijke correctiefactoren gehanteerd, welke zijn gebaseerd op het gemiddelde van de inkomensgroepen ‘Hoog’ en ‘Hoog-midden’ (ultimo 2016: idem). Ultimo 2017 zijn de overlevingskansen ontleend aan de (start)kolom 2018 van de gepubliceerde prognosetafels (ultimo 2016: (start)kolom 2017). De overlevingskansen zullen jaarlijks worden aangepast op basis van de startkolom met overlevingskansen die één jaar is verschoven;

• Leeftijdsbepaling: de leeftijden per de balansdatum zijn in jaren en maanden nauwkeurig vastgesteld. Voor het nabestaandenpensioen wordt verondersteld dat de partner drie jaar jonger is dan de verzekerde man, respectievelijk drie jaar ouder dan de verzekerde vrouw;

• Gehuwdheidsfrequenties: gehuwdheidsfrequenties worden niet toegepast; de reservering voor het nabestaandenpensioen geschied op basis van het bepaalde partnersysteem;

• Kosten: bij de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen wordt rekening gehouden met opslag voor excassokosten ter grootte van 3,4% van de netto voorziening;

• Uitkeringen: verondersteld wordt dat de pensioenuitkeringen continu geschieden.

Overige schulden en overlopende passiva

Overige schulden en overlopende passiva worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten).

Dekkingsgraad

De (nominale) dekkingsgraad van het fonds wordt berekend door op balansdatum het balanstotaal minus de kortlopende schulden en minus de langlopende schulden te delen op de technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans. Onder het nFTK is de beleidsdekkingsgraad leidend voor alle beleidsmaatregelen. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden en is daarmee minder afhankelijk van dagkoersen.

Page 60: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

60

Grondslagen voor de bepaling van het resultaat

Algemeen De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de voorziening pensioenverplichtingen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat. Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) Onder premiebijdragen wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. de brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen onder aftrek van kortingen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Beleggingsresultaten risico fonds Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling. Kosten vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden zowel de externe als de daaraan toegerekende interne kosten verstaan, alsmede de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten en provisies. Daarnaast worden tevens de kosten uit hoofde van beleggingsadviezen onder de kosten vermogensbeheer verantwoord. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het fonds Pensioenopbouw Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken en rechten over het boekjaar gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben. Toeslagverlening De verhoging/verlaging van de technische voorzieningen uit hoofde van indexering, wordt in de staat van baten en lasten opgenomen op het moment waarop de toezegging wordt gedaan. Rentetoevoeging De rentetoevoeging wordt berekend over de beginstand van de voorziening pensioenverplichtingen en de mutaties hierin gedurende het jaar. De pensioenverplichtingen zijn opgerent met -0,217% (2016: -0,060%), zijnde de éénjaarsrente uit de rentetermijnstructuur primo 2017 respectievelijk primo 2016.

Page 61: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

61

Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoeringskosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval ten behoeve van de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de actuele waarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt hieronder verantwoord. Wijziging actuariële uitgangspunten en actualiseren overlevingskansen De mutatie van de voorziening als gevolg van de aanpassing van actuariële grondslagen in het verslagjaar wordt in de staat van baten en lasten opgenomen.

Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Het saldo van de actuariële inkomende en uitgaande waardeoverdrachten wordt toegerekend aan de periode waarop het betrekking heeft. Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen Hieronder is opgenomen het in het boekjaar behaalde technisch resultaat op leven (kort en lang), mutaties en arbeidsongeschiktheid. Saldo overdrachten van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. Overige baten en lasten Overige baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.

Kasstroomoverzicht

Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehanteerd, Hierbij worden alle ontvangsten en uitgaven als zodanig gepresenteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten.

Page 62: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

62

5 Beleggingen voor risico fonds (x € 1.000) 2017 2016

Aandelen Het verloop van de beleggingsportefeuille is als volgt: Stand primo boekjaar 42.946 39.956 Aankopen - - Verkopen (7.110) (760) Waardeontwikkeling 4.443 3.750

Stand ultimo boekjaar 40.279 42.946

De samenstelling van de portefeuille is als volgt: Altis Multimanager Equity Fund Europe 9.468 9.365 Altis Multimanager Equity North America Fund 14.557 17.013 BlackRock MSCI EM Idx Non-Lending Fnd B 8.977 8.393 BlackRock MSCI Pacific Rim Index Fund B 7.277 8.175

Totaal 40.279 42.946

Deze aandelen betreffen aandelenbeleggingsfondsen. Deze fondsen zijn niet-beursgenoteerd; de onderliggende waarden zijn doorgaans wel beursgenoteerd. (x € 1.000) 2017 2016

Vastrentende waarden Het verloop van de beleggingsportefeuille is als volgt: Stand primo boekjaar 65.167 63.114 Aankopen 14.610 15.675 Verkopen en aflossingen (7.857) (15.595) Waardeontwikkeling (922) 1.973

Stand ultimo boekjaar 70.998 65.167

De samenstelling van de portefeuille is als volgt: NN Fixed Income AA Fund - I - 6.107 NN Duration Matching Basis Fund (M) - I 20.617 17.604 NN Duration Matching Basis Fund (L) - I 8.541 9.931 NN Duration Matching Basis Fund (XL) - I 12.273 9.668 NN Euro Credit Fund - I 11.347 10.894 NN (L) Emerging Markets Debt Opportunities 7.795 7.043 NN Global High Yield Fund 4.240 3.920 ASR Hypotheekfonds zonder NHG-Garantie 6.185 -

Stand ultimo boekjaar 70.998 65.167

Deze vastrentende waarden betreffen obligatiebeleggingsfondsen. Deze fondsen zijn niet-beursgenoteerd; de onderliggende waarden zijn doorgaans wel beursgenoteerd.

Page 63: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

63

Liquide middelen Hieronder zijn opgenomen de banksaldi welke door de vermogensbeheerders worden aangehouden als onderdeel van de beleggingsportefeuille. De samenstelling van deze post kan als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Kasbank-rekening 46 5 ABN-AMRO-rekening - -

Totaal 46 5

Methodiek bepaling marktwaarde Bij de waardering van de beleggingen van de stichting wordt gebruik gemaakt van marktnoteringen. genoteerde onafhanke- netto CW- (x € 1.000) marktprijzen lijke taxaties berekeningen overig Totaal

Aandelen 40.279 - - - 40.279 Vastrentende waarden 70.998 - - - 70.998

Stand ultimo boekjaar 111.277 - - - 111.277

Overige toelichtingen Ten aanzien van de beleggingsportefeuille gelden aanvullend de volgende toelichtingen:

Er is geen sprake van belegging in de premie bijdragende onderneming;

Er is geen sprake van uitlening van beleggingen;

Ultimo boekjaar is geen sprake van balansposities en/of toekomstige kasstromen welke door het fonds door middel van derivaten worden afgedekt.

6 Herverzekeringsdeel technische voorziening (x € 1.000) 2017 2016

Overige contracten herverzekering 518 525

Het verloop van deze post kan als volgt worden weergegeven: Stand primo boekjaar 525 576 Rentetoevoeging (1) - Onttrekking pensioenuitkeringen (74) (66) Onttrekking pensioenuitvoeringskosten (2) (2) Wijziging marktrente (1) 15 Wijziging actuariële grondslagen - - Overige mutaties 71 2

Totaal 518 525

Page 64: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

64

Hieronder is opgenomen de vordering op Elips Life AG uit hoofde van de met ingang van 1 januari 2015 afgesloten driejarige herverzekeringsovereenkomst. In deze overeenkomst zijn de volgende risico’s herverzekerd:

Overlijdensrisico (kortleven);

Premievrijstelling in het geval van arbeidsongeschiktheid;

Facultatieve overlijdensrisico (ANW-hiaat). De vordering is vastgesteld op basis van dezelfde grondslagen als voor voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds. De overige mutaties betreft in het boekjaar de risicopremie lang leven en een aanvullende vordering op ElipsLife AG. Deze vordering heeft een looptijd langer dan 1 jaar. Na de contractperiode van 3 jaar ontvangt het fonds, indien sprake is van een positief schaderesultaat, een winstdeling. Voor de huidige contractperiode heeft nog geen voorlopige opgave van de winstdeling plaatsgevonden.

7 Overige vorderingen (x € 1.000) 2017 2016

Vooruitbetaalde verzekeringspremie 3 6 Vooruitbetaalde uitvoeringskosten 3 - Restitutie kosten vermogensbeheer 7 7

Stand per 31 december 13 13

Op deze vorderingen is geen voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. Deze vorderingen hebben allen een resterende looptijd van korter dan één jaar.

8 Liquide middelen (x € 1.000) 2017 2016

ABN-AMRO betaalrekening 239 64

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.

Page 65: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

65

9 Stichtingskapitaal en reserves Stichtings- Algemene (x € 1.000) kapitaal reserve Totaal

Stand per 31 december 2015 - (7.914) (7.914) Uit bestemming saldo van baten en lasten - (2.581) (2.581)

Stand per 31 december 2016 - (10.495) (10.495) Uit bestemming saldo van baten en lasten - 5.769 5.769

Stand per 31 december 2017 - (4.726) (4.726)

Bij oprichting van het fonds is een stichtingskapitaal gestort ad € 45,38 (in hele euro’s). Solvabiliteit (x € 1.000) 2017 2016

Aanwezig vermogen 111.722 108.452 Af: voorziening pensioenverplichtingen eigen rekening (116.448) (118.947)

Eigen vermogen (4.726) (10.495) Af: vereist eigen vermogen (20.246) (21.429)

Vrij vermogen (24.972) (31.924)

Minimaal vereist eigen vermogen 4.874 4.991

Indien het eigen vermogen lager is dan het minimale vereiste eigen vermogen bevindt het fonds zich in een situatie van dekkingstekort. Indien het eigen vermogen lager is dan het vereiste eigen vermogen, maar wel ten minste gelijk is aan het minimale vereiste eigen vermogen, bevindt het fonds zich in een situatie van reservetekort. De vermogenspositie van het fonds kan worden gekarakteriseerd als dekkingstekort. Voor de berekening van het vereist eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van het standaard model. Per 31 december 2017 voldoet het fonds zowel niet aan de wettelijke normen met betrekking tot het minimaal vereist eigen vermogen, als aan de wettelijke normen met betrekking tot het vereist eigen vermogen. Reële dekkingsgraad Een graadmeter voor het toeslagbeleid is de reële dekkingsgraad. Bij de berekening van de reële dekkingsgraad wordt bij de vaststelling van de pensioenverplichtingen rekening gehouden met de verwachte toekomstige stijging van prijzen. Bij een reële dekkingsgraad van 100% heeft het fonds voldoende middelen om zowel de pensioenverplichtingen als de toekomstige prijsstijgingen te voldoen. De reële dekkingsgraad van het fonds bedraagt ultimo boekjaar 77,2% (2016: 71,7%).

Page 66: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

66

10 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds (x € 1.000) 2017 2016

Voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds 116.448 118.947

Het mutatieverloop van de voorziening pensioenverplichtingen is als volgt: Stand per 1 januari 118.947 111.439 Pensioenopbouw 3.134 2.803 Toeslagverlening - - Rentetoevoeging (260) (67) Onttrekking pensioenuitkeringen (3.414) (3.713) Onttrekking pensioenuitvoeringskosten (114) (117) Wijziging marktrente (1.498) 9.385 Wijziging actuariële grondslagen - (77) Wijziging door overdracht van rechten - - Overige mutaties (347) (706)

Stand per 31 december 116.448 118.947

Voor een nadere toelichting op het verloop wordt verwezen naar de punten 17 tot en met 25 van dit verslag. Ultimo boekjaar is de gemiddeld gewogen rentevoet 1,44% bij een duration van 16,7 (2016: 1,27% bij een duration van 17,1). De voorziening pensioenverplichtingen naar categorie deelnemer kan als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Actieve deelnemers 45.307 45.823 Gewezen deelnemers 18.150 17.387 Pensioengerechtigden 52.991 55.737

116.448 118.947

Page 67: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

67

Het aantal deelnemers per categorie is als volgt: 2017 2016

Actieve deelnemers 306 308 Gewezen deelnemers 302 294 Pensioengerechtigden 434 434

1.042 1.036

De methode voor de berekening van de pensioenverplichtingen is zodanig toegepast dat er geen sprake is van financieringsachterstand. Per balansdatum zijn de uit de pensioenregelingen voortvloeiende aanspraken of rechten van deelnemers in de berekening van de pensioenverplichtingen meegenomen. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Voor een andere toelichting op de voorziening pensioenverplichtingen herverzekerd wordt verwezen naar toelichting 6. Toeslagbeleid De ambitie van het Bestuur is om alle ingegane pensioenen en de opgebouwde aanspraken jaarlijks te verhogen. Het Bestuur beslist jaarlijks over een eventuele toeslag per 31 december van enig jaar. Deze toeslagverlening is voorwaardelijk en vindt louter plaats voor zover de middelen van het fonds toereikend zijn. De toeslagverlening wordt gefinancierd uit het beleggingsrendement van het fonds. Ter financiering van deze voorwaardelijke toeslagtoezeggingen is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Het Bestuur hanteert bij de vaststelling van het verhogingspercentage als maatstaf de ontwikkeling van het (afgeleide) consumentenprijsindexcijfer alle bestedingen (CPI). Het Bestuur hanteert het volgende richtsnoer, gebaseerd op de wettelijke beleidsdekkingsgraad:

Beleidsdekkingsgraad Toeslagenbeleid

Boven indexatiedekkingsgraad (122,5% per 1 januari 2018)

100% + inhaaltoeslag. De inhaaltoeslag is gebaseerd op een maximum van 1/5 van het beschikbare vermogen boven de indexatiedekkingsgraad

110% tot indexatiedekkingsgraad

Gedeeltelijk, lineair tot indexatiedekkingsgraad

MVV (circa 104,2%) tot 110% 0%

< MVV

Tot 2016 was het toeslagbeleid verschillend tussen actieve deelnemers enerzijds en de overige deelnemers in het fonds anderzijds. Voor deelnemers was de indexatiemaatstaf de loonsverhoging op basis van CAO. Vanaf 1 januari 2016 is het toeslagbeleid voor alle groepen in het fonds gelijkgesteld en gebaseerd op genoemde prijsindexatie. Gegeven de verslechterde situatie van het fonds is overigens sinds 2008 geen toeslag meer verleend.

Page 68: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

68

Inhaaltoeslagen Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaaltoeslagen worden toegekend. Inhaaltoeslagen zijn toeslagen die worden toegezegd, voor zover in het verleden niet de volledige toeslagen zijn verleend. Volgens het huidige toeslagbeleid van het fonds worden geen inhaaltoeslagen toegekend. Onderstaand is een specificatie gegeven van het verschil tussen de volledige en de toegekende toeslagen. Volledige Toegekende Actieven toeslag toeslag Verschil Achterstand in toeslagverlening tot en met 2012 8,78% 1 januari 2013 2,50% 0,00% 2,50% 1 januari 2014 2,00% 0,00% 2,00% 1 januari 2015 0,41% 0,00% 0,41% 1 januari 2016 0,36% 0,00% 0,36% 1 januari 2017 1,34% 0,00% 1,34%

Totaal verschil 16,15%

Volledige Toegekende Inactieven toeslag toeslag Verschil Achterstand in toeslagverlening tot en met 2012 13,29% 1 januari 2013 0,90% 0,00% 0,90% 1 januari 2014 0,75% 0,00% 0,75% 1 januari 2015 0,41% 0,00% 0,41% 1 januari 2016 0,36% 0,00% 0,36% 1 januari 2017 1,34% 0,00% 1,34%

Totaal verschil 17,82%

Bij de bepaling van de totale achterstand in toeslagverlening wordt rekening gehouden met ‘toeslagverlening over toeslagverlening’.

11 Overige schulden en overlopende passiva (x € 1.000) 2017 2016

Nog af te dragen loonheffing 70 72 Rekening-courant Cabot Norit Nederland B.V. 107 53 Rekening-courant ElipsLife AG 13 - Nog te betalen pensioenuitvoeringskosten 75 79 Nog te betalen kosten vermogensbeheer 82 40 Nog te betalen uitkeringen 24 24

Stand per 31 december 371 268

De rekening-courant met Cabot Norit Nederland B.V. heeft betrekking op de vooruitbetaalde premiebijdragen. Op deze rekening-courantverhouding wordt een intrestvergoeding berekend op basis van 3,0%. Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.

Page 69: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

69

12 Risicobeheer Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Het solvabiliteitsrisico is daarmee het belangrijkste risico voor het fonds. Het Bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van de risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen:

Beleggingsbeleid;

Premiebeleid;

Herverzekeringsbeleid;

Toeslagbeleid.

Solvabiliteitsrisico

Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten op basis van zowel algemeen geldende normen als specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd (PW 131-133). Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele toeslagverlening op opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen (PW 134).Om het solvabiliteitsrisico te beheersen dient het fonds buffers in het vermogen aan te houden. De omvang van deze buffers (buffers plus de pensioenverplichtingen heten samen het vereist vermogen) wordt vastgesteld met de door DNB voorgeschreven solvabiliteitstoets (S-toets). Deze toets bevat een kwantificering van de bestuursvisie op de fondsspecifieke restrisico’s (na afdekking). De berekening van het vereist eigen vermogen en het hieruit voortvloeiende surplus/tekort aan het einde van het boekjaar is als volgt: (x € 1.000) 2017 2016

Voorziening pensioenverplichtingen (FTK-waardering) (a) 116.448 118.947 Buffers S1 Renterisico 3.923 3.981 S2 Risico zakelijke waarde 14.586 14.980 S3 Valutarisico 9.248 10.076 S4 Grondstoffenrisico - - S5 Kredietrisico 1.588 1.873 S6 Verzekeringstechnisch risco 3.378 3.568 S7 Liquiditeitsrisico - - S8 Concentratierisico - - S9 Operationeel risico - - S10 Actief beheer 2.896 4.413 Diversificatie en iteratie (15.373) (17.462)

Totaal S (vereiste buffers) (b) 20.246 21.429 Vermogen behorend bij vereiste dekkingsgraad (artikel 132 Pensioenwet) (a + b) 136.694 140.376 Aanwezig pensioenvermogen 111.722 108.452

Surplus / (tekort) (24.972) (31.924)

Page 70: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

70

De buffers zijn berekend op basis van de standaardmethode waarbij voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de strategische beleggingsmix.

Marktrisico’s (S1 – S4)

Het marktrisico omvat het renterisico, het prijs(koers)risico en het valutarisico. De strategie van het fonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst door de vermogensbeheerder (NNIP) in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het Bestuur. Renterisico (S1) Het renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen verandert als gevolg van ontwikkelingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duratie. De duratie is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren Op balansdatum is de duratie van de beleggingen aanzienlijk korter dan de duratie van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde ‘duratie-mismatch’. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur); waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het beleid van het fonds is erop gericht om het renterisico gedeeltelijk af te dekken. De strategische renteafdekking is in 2017 verhoogd naar 42,5% (ultimo 2016: 35,0%), met een minimum van 37,5% en een maximum van 47,5%. De feitelijke renteafdekking was ultimo 2017 gelijk aan 43,2% (feitelijke renteafdekking ultimo 2016: 34,4%). Prijsrisico (S2 en S4) Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen. Het wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Het prijsrisico wordt gemitigeerd door diversificatie die onder meer is vastgelegd in de strategische beleggingsmix van het fonds. In aanvulling hierop kan het fonds voor afdekking van het prijsrisico gebruik maken van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. Naast de strategische mix heeft het fonds in het mandaat aan de vermogensbeheerders richtlijnen gesteld aan het maximaal percentage dat namens het fonds in een sector, land of tegenpartij mag worden belegd. Toetsing van deze richtlijnen vindt plaats door de beleggingscommissie op basis van rapportages van de vermogensbeheerder.

Page 71: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

71

De segmentatie van de totale beleggingsportefeuille naar regio ultimo boekjaar is als volgt: (x € 1.000) 2017 2017 (%) 2016 2016 (%)

Europa, exclusief Verenigd Koninkrijk 37.287 33,5 32.199 29,8 Verenigd Koninkrijk 3.088 2,8 4.063 3,8 Noord Amerika 17.213 15,5 20.571 19,0 Azië, exclusief Japan 4.483 4,0 4.760 4,4 Japan 4.845 4,3 5.365 5,0 Opkomende markten 10.365 9,3 10.687 9,9 Overige landen 977 0,9 148 0,1 Liquiditeiten en overige beleggingen 33.065 29,7 30.325 28,0

111.323 100,0 108.118 100,0

De segmentatie van de totale beleggingsportefeuille naar sectoren ultimo boekjaar is als volgt: (x € 1.000) 2017 2017 (%) 2016 2016 (%)

Staatsleningen 15.461 13,9 18.436 17,1 Financiële instellingen 23.053 20,7 24.548 22,7 Informatietechnologie 7.730 6,9 6.491 6,0 Duurzame consumentengoederen 4.415 4,0 4.710 4,4 Industrie 3.844 3,4 4.160 3,8 Gezondheidszorg 4.468 4,0 4.939 4,6 Overige sectoren 52.352 47,1 44.834 41,4

111.323 100,0 108.118 100,0

Valutarisico (S3) Het totaalbedrag dat niet in euro’s is belegd bedraagt ultimo jaar circa € 46.424 (circa 42% van de totale portefeuille). Het fonds heeft ervoor gekozen om het valutarisico niet separaat af te dekken. Binnen de vastrentende waarde fondsen wordt het valuta risico afgedekt, behalve binnen het NN EMD Opportunities. Het valutarisico binnen de aandelenfondsen wordt niet afgedekt. Ultimo boekjaar is circa 26% van het valutarisico afgedekt.

Kredietrisico (S5)

Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld herverzekeraars. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt.

Page 72: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

72

Beheersing van dit risico door het fonds vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Voordat in nieuwe markten wordt belegd, wordt eerst onderzoek gedaan naar de waarborgen op dit gebied. De kredietwaardigheid van veel marktpartijen wordt ook door rating agencies beoordeeld. In onderstaande tabel wordt de verdeling van de beleggingsportefeuille (exclusief liquide middelen) over de verschillende rating classes weergegeven ultimo 2017 en 2016: (x € 1.000) 2017 2017 (%) 2016 2016 (%)

AAA 16.899 15,2 12.838 11,9 AA 1.356 1,2 2.062 1,9 A 4.863 4,4 4.369 4,0 BBB 7.401 6,7 7.978 7,4 Lager dan BBB 6.763 6,1 6.231 5,8 Geen rating 744 0,7 2.285 2,1 Overige beleggingen 73.297 65,8 72.355 66,9

111.323 100,0 108.118 100,0

De categorie ‘Geen rating’ bevat tevens de beleggingen in zakelijke waarden, waarvoor geen rating wordt bepaald. Ten behoeve van de aansluiting naar de totaal beleggingsportefeuille zoals verantwoord op de balans zijn de beleggingen in zakelijke waarden als zodanig verantwoord. Herverzekeringsovereenkomsten worden alleen aangegaan met onder toezicht staande Nederlandse verzekeraars of internationale herverzekeraars met een afdoende rating. In de solvabiliteitstoets is eind 2017 met het kredietrisico zoals blijkt uit bovenstaande gegevens rekening gehouden.

Verzekeringstechnische risico’s (S6)

De belangrijkste verzekeringstechnische of actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid en het toeslagrisico. Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van prognosetafels met adequate correcties voor ervaringssterfte is (naar de huidige inzichten) het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Het overlijdensrisico betekent dat het fonds in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen waarvoor door het fonds geen voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen. Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het fonds voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen (‘schadereserve’). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien. Het fonds heeft het arbeidsongeschiktheids- en overlijdensrisico bij Elips Life AG herverzekerd middels een 3-jarige herverzekeringsovereenkomst. Indien sprake is van een positief schadeverloop gedurende contractperiode ontvangt het fonds een winstdeling.

Page 73: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

73

Het toeslagrisico omvat het risico dat de ambitie van het Bestuur om toeslagen op pensioen toe te kennen in relatie tot de algemene prijsontwikkeling niet kan worden gerealiseerd. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, beleggingsrendementen, looninflatie en demografie (beleggings- en actuariële resultaten), afhankelijk van de hoogte van de dekkingsgraad van het fonds. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de toeslagverlening voorwaardelijk is. De zogenaamde reële dekkingsgraad geeft inzicht in de mate waarin toeslagen kunnen worden toegekend (ook wel aangeduid als de toeslagruimte). Voor het bepalen van de reële dekkingsgraad worden onvoorwaardelijke nominale pensioenverplichtingen verdisconteerd tegen een reële, in plaats van nominale, rentetermijnstructuur. Omdat er op dit moment geen markt voor financiële instrumenten aanwezig is waaruit de reële rentetermijnstructuur kan worden afgeleid, wordt gebruik gemaakt van een benaderingswijze. De nominale rente kan worden verminderd met een bepaald (vast) percentage dat de toeslagambitie op lange termijn weergeeft. Ook kan gebruik worden gemaakt van de verwachte loon- of prijsinflatie (afhankelijk van de bepalingen omtrent toeslagverlening in het reglement). Het fonds heeft deze risico’s overwogen en verwerkt in de buffer voor het verzekeringstechnisch risico ultimo 2017.

Liquiditeitsrisico (S7)

Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities kan dit risico worden beheerst. Er dient hierbij eveneens rekening te worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten. Ultimo 2017 heeft het fonds meer dan voldoende beleggingen vastrentende waarden, die onmiddellijk zonder waardeverlies te gelde kunnen worden gemaakt om eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. In de solvabiliteitstoets van het fonds worden dan ook geen buffers voor het liquiditeitsrisico aangehouden.

Concentratierisico (S8)

Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen in bijvoorbeeld de waardering (marktrisico) of de financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico) grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt. Concentratierisico’s kunnen optreden bij een concentratie in de beleggingsportefeuille in producten, regio’s of landen, economische sectoren of tegenpartijen. Naast concentraties in de beleggingsportefeuille kan ook sprake zijn van concentraties in de verplichtingen en de uitvoering. Om concentratierisico’s in de beleggingsportefeuille te beheersen maakt het Bestuur gebruik van diversificatie en limieten voor beleggen in regio’s, landen, sectoren en tegenpartijen. Deze uitgangspunten zijn door het fonds vastgesteld op basis van de ALM-studie. De uitgangspunten zijn vastgelegd in de contractuele afspraken met de vermogensbeheerders en het Bestuur monitort op kwartaalbasis de naleving hiervan. De spreiding in de beleggingsportefeuille is weergegeven in de tabel die is opgenomen bij de toelichting op het kredietrisico.

Page 74: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

74

Operationeel risico (S9)

Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Deze risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering zijn betrokken. De beleggingsportefeuille is gedurende het gehele jaar ondergebracht bij NN Investment Partners (NNIP). Met NNIP is een overeenkomst en een service level overeenkomst gesloten. De afhankelijkheid van deze partij wordt beheerst doordat de bewaring van de stukken uit de portefeuille is ondergebracht bij ABN AMRO. De pensioenadministratie is uitbesteed aan Mercer. Met Mercer zijn een overeenkomst en een service level overeenkomst (SLA) afgesloten. Het Bestuur beoordeelt jaarlijks de kwaliteit van de uitvoering van de vermogensbeheerders en de pensioenadministrateur door middel van performancerapportages (alleen vermogensbeheerders), SLA-rapportages en onafhankelijk getoetste interne beheersingsrapportages (ISAE 3402-rapportages). Aangezien hiermee sprake is van adequate beheersing van de operationele risico’s worden door het fonds hiervoor geen buffers aangehouden in de solvabiliteitstoets.

Actief beheer (S10)

Onder actief beheer worden afwijkende posities in portefeuille verstaan die door portefeuillemanagers worden ingenomen ten opzichte van de strategische portefeuilles. De mate van actief beheer wordt doorgaans bepaald aan de hand van een tracking error. Deze tracking error meet de mate van afwijking tussen het rendement van een beleggingsportefeuille en het rendement op een benchmarkportefeuille. Een lage tracking error impliceert dat het feitelijk rendement dicht bij de gekozen benchmark ligt, terwijl een hoge tracking error aangeeft dat het rendement duidelijk van de benchmark afwijkt. Een hogere tracking error impliceert daarmee een hogere mate van actief risico. Voor het fonds wordt een buffer aangehouden voor het actief beheer risico.

Systeemrisico

Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar.

Risico van wet- en regelgeving

De pensioenwet- en regelgeving wijzigt met enige regelmaat. Dit heeft gevolgen voor de inhoud en uitvoering van de pensioenregeling. De toezeggingen die aan deelnemers gedaan zijn worden hierdoor onzeker. Net als voor andere marktpartijen is het wijzigen van wet- en regelgeving voor het fonds niet te voorkomen. De risico’s die hierdoor ontstaan beheerst het Bestuur voor zover mogelijk door op de hoogte te blijven van en tijdig en helder te communiceren over wijzigingen in wet- en regelgeving.

Page 75: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

75

13 Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa Informatie over de tussen het fonds en de werkgever getroffen overeenkomst betreffende de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling Het fonds en de aangesloten werkgever hebben een uitvoeringsovereenkomst afgesloten, waarin de gemaakte afspraken met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling zijn opgenomen. Jaarlijks maakt de werkgever de volgens de ABTN bepaalde feitelijke (kostendekkende) premie over aan het fonds. Deze premie bedraagt met ingang van 2014 19% van de salarissom. Het fonds bouwt voor de deelnemer pensioen op dat gekoppeld is aan het gemiddelde verdiende jaarsalaris. Voor de deelnemer is het karakter van de regeling een uitkeringsovereenkomst. Het fonds zet zich in voor een vaste uitkering bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.

Page 76: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

76

14 Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers) De feitelijke premie welke door de werkgever en de werknemers gezamenlijk aan het fonds wordt voldaan bedraagt 19% van de salarissom (2016: 19% van de salarissom). Voorts worden door de werkgever de door haar ingehouden premies voor de vrijwillige ANW-hiaatverzekering afgedragen. De totaal ontvangen premies kunnen als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Premiebijdragen van werkgevers en werknemers 2.950 2.950 Premie voor vrijwillige ANW-hiaatverzekering 28 29

Totaal premiebijdragen 2.978 2.979

De bijdragen van werkgevers en werknemers kunnen als volgt worden weergegeven: Bijdrage werkgever 2.021 2.027 Bijdrage werknemer 929 923

2.950 2.950

De kostendekkende premie kan als volgt worden weergegeven: Premie voor inkoop van nieuwe rechten 3.076 2.753 Opslag premie voor uitvoeringskosten 159 160 Solvabiliteitsopslag 554 512

Totaal premie voor nieuwe aanspraken 3.789 3.425 Overige premies (met name premie ANW-hiaatverzekering) 28 29

Totaal kostendekkende premie 3.817 3.454

De gedempte kostendekkende premie kan als volgt worden weergegeven: Premie voor inkoop van nieuwe rechten 1.727 1.687 Opslag premie voor uitvoeringskosten 159 160 Solvabiliteitsopslag 311 314 Bijdrage aan voorwaardelijke onderdelen 679 665

Totaal premie voor nieuwe aanspraken 2.876 2.826 Overige premies (met name premie ANW-hiaatverzekering) 28 29

Totaal kostendekkende premie 2.904 2.855

Feitelijk ontvangen premie 2.978 2.979

De feitelijk ontvangen premie wordt jaarlijks afgezet tegen de gedempte kostendekkende premie. De gedempte kostendekkende premie wordt jaarlijks berekend op basis van een rendementscurve. Onder de richtlijnen van het FTK is vereist dat de feitelijk ontvangen premie minimaal gelijk is aan de (gedempte) kostendekkende premie. Aan deze eis is zowel in 2017 als in 2016 voldaan.

Page 77: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

77

15 Beleggingsresultaten voor risico fonds Directe Indirecte Kosten van beleggings- beleggings- vermogens- (x € 1.000) opbrengsten opbrengsten beheer Totaal

2017

Aandelen 23 4.625 (182) 4.466 Vastrentende waarden 578 (566) (356) (344) Overige beleggingsopbrengsten en –lasten 3 - (96) (93)

Totaal beleggingsopbrengsten 604 4.059 (634) 4.029

2016

Aandelen - 3.919 (169) 3.750 Vastrentende waarden 429 2.218 (245) 2.402 Overige beleggingsopbrengsten en –lasten 1 - (99) (98)

Totaal beleggingsopbrengsten 430 6.137 (513) 6.054

In de post ‘kosten vermogensbeheer’ met betrekking tot de overige beleggingsopbrengsten en –lasten zijn de kosten opgenomen, die niet direct aan één van de genoemde beleggingscategorieën kunnen worden toegewezen. Dit betreft kosten als management fee en bewaarloon en periodieke advieskosten met betrekking tot het beleggingsbeleid in algemene zin. Daarnaast is hieronder tevens opgenomen de door Towers Watson gemaakte periodieke beleggingsadvieskosten. De kosten van vermogensbeheer kunnen als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Beheerkosten - aandelen (180) (169) Beheerkosten - vastrentend (257) (242) Transactiekosten - aandelen (2) - Transactiekosten - vastrentend (99) (3) Algemene beleggings(advies)kosten (96) (99)

(634) (513)

16 Baten uit herverzekering (x € 1.000) 2017 2016

Ontvangen uitkeringen uit hoofde van herverzekering 16 16 Ontvangen prolongatie schade-uitkering 88 26

Totaal overige mutaties 104 42

Page 78: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

78

17 Pensioenopbouw De pensioenopbouw is de contante waarde van de pensioenaanspraken die toegekend zijn in het boekjaar.

18 Toeslagverlening Het fonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers jaarlijks aan te passen aan de algemene loonontwikkeling van de aangesloten onderneming. De toeslagverlening heeft een strikt voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op toeslagverlening bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst toeslagen kunnen plaatsvinden. Het fonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Ook deze toeslag heeft een strikt voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op toeslagverlening bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst toeslagen kunnen plaatsvinden. Gedurende boekjaar 2017 heeft geen verhoging van de aanspraken van deelnemers plaatsgevonden (2016: idem).

19 Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met -0,217% (2016: -0,060%), zijnde de éénjaarsrente uit de rentetermijnstructuur ultimo 2016 respectievelijk ultimo 2015.

20 Onttrekking pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen in de verslagperiode.

21 Onttrekking pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode.

Page 79: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

79

22 Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder wijziging marktrente. De samenstelling van deze post kan als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Wijziging marktrente (1.498) 9.385

Ultimo boekjaar is de gemiddeld gewogen rentevoet 1,44% bij een duration van 16,7 (2016: 1,27% bij een duration van 17,1).

23 Wijziging actuariële grondslagen Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichting. Hierbij wordt gebruikgemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van de veronderstellingen ten aanzien van sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als ook voor de populatie van het fonds. De veronderstellingen van de toereikendheid van de VPV is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het Bestuur. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële grondslagen worden herzien. Op basis van recente ontwikkelingen heeft in 2016 een aanpassing van de actuariële grondslagen plaatsgevonden. Deze aanpassingen kunnen als volgt worden weergegeven: (x € 1.000) 2017 2016

Overgang overlevingsgrondslagen naar Prognosetafel AG 2016 - 145 Aanpassing correctiefactoren op overlevingskansen - (222)

- (77)

24 Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijzigingen uit hoofde van overdracht van rechten betreffen de toevoegingen en onttrekkingen aan de VPV als gevolg van de inkomende en uitgaande waardeoverdrachten. In verband met de financiële situatie van het fonds hebben in het boekjaar geen inkomende waardeoverdrachten plaatsgevonden. Gedurende het verslagjaar is eveneens geen sprake geweest van uitgaande waardeoverdrachten.

Page 80: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

80

25 Overige mutaties (x € 1.000) 2017 2016

Resultaat op kanssystemen 575 545 Resultaat op sterfte (934) (1.265) Resultaat op arbeidsongeschiktheid (1) (83) Resultaat op mutaties 13 97

Totaal overige mutaties (347) (706)

26 Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen (x € 1.000) 2017 2016

Rentetoevoeging 1 - Onttrekking pensioenuitkeringen 74 66 Onttrekking pensioenuitvoeringskosten 2 2 Wijziging marktrente 1 (15) Wijziging actuariële grondslagen - - Overige mutaties (71) (2)

7 51

27 Premies herverzekering (x € 1.000) 2017 2016

Herverzekeringspremie overlijdensrisico en premievrijstelling in verband met arbeidsongeschiktheid 182 168 Premie ANW-hiaatverzekering 28 29

Totaal premies herverzekering 210 197

Hieronder zijn opgenomen de verschuldigde premies uit hoofde van de herverzekeringsovereenkomst met Elips Life AG.

28 Pensioenuitkeringen (x € 1.000) 2017 2016

Ouderdomspensioen 2.609 2.684 Tijdelijk ouderdomspensioen 57 85 Weduwen- en weduwnaarspensioen 597 599 Wezenpensioen 5 6 Afkopen aan deelnemers (wegens gering bedrag) 5 182 Vrijvallen WAO-hiaatuitkeringen 33 33 ANW-hiaatuitkeringen 44 52

Totaal pensioenuitkeringen 3.350 3.641

Page 81: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

81

29 Pensioenuitvoeringskosten (x € 1.000) 2017 2016

Advieskosten actuaris 171 168 Certificeringskosten actuaris 17 21 Accountantskosten 17 17 Overige (bestuurs)kosten 68 53

Totaal pensioenuitvoeringskosten 273 259

De accountantskosten hebben volledig betrekking op de door BDO Audit & Assurance B.V. uitgevoerde wettelijke controle van het jaarverslag en de verslagstaten over 2017 respectievelijk 2016. Anders dan de wettelijke controle van het jaarverslag en de verslagstaten hebben geen overige controleopdrachten, (fiscale) adviezen of andere niet-controlediensten door accountants plaatsgevonden. De bestuurskosten hebben betrekking op onder meer de contributies voor DNB en AFM, de kosten voor de Visitatiecommissie alsmede de reguliere door het bestuur te maken kosten (zoals het onderhouden van de website, het verzorgen van mailings e.d.). De kosten met betrekking tot het voeren van de financiële administratie, het opstellen van het jaarverslag en het verzorgen van de periodieke rapportages aan DNB worden door de werkgever betaald. Voor deze werkzaamheden wordt gedeeltelijk gebruik gemaakt van interne medewerkers en gedeeltelijk van externe partijen.

30 Saldo overdracht van rechten (x € 1.000) 2017 2016

Overgenomen pensioenverplichtingen - - Overgedragen pensioenverplichtingen - -

Totaal saldo overdracht van rechten - -

Een overgenomen pensioenverplichting betreft de ontvangst van het fonds of de pensioenverzekeraar van de vorige werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. Een overgedragen pensioenverplichting betreft de overdracht aan het fonds of de pensioenverzekeraar van de nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd.

31 Overige lasten (x € 1.000) 2017 2016

Overige lasten 1 -

Page 82: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

82

32 Aantal personeelsleden Bij het fonds zijn, evenals vorig jaar, geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door werknemers die in dienst zijn van de werkgever. De hieraan verbonden kosten zijn voor rekening van de werkgever.

33 Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.

34 Verbonden partijen

Identiteit van verbonden partijen

Er is sprake van een relatie tussen de verbonden partijen, te weten: tussen het fonds en de werkgever, de aangesloten onderneming en de betreffende bestuurders.

Transacties met bestuurders

De bestuursleden ontvangen geen vacatiegeld voor het deelnemen aan bestuursvergaderingen en aan andere bijeenkomsten waar hun aanwezigheid gewenst is. Reis- en verblijfskosten door de bestuursleden in de uitoefening van hun functie gemaakt, worden alleen vergoed voor de vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden en het werkgeversbestuurslid, dat niet in dienst is bij de onderneming. Ook de leden van het Verantwoordingsorgaan ontvangen geen vacatiegeld voor het deelnemen aan bestuursvergaderingen. Teneinde het Bestuur verder te professionaliseren (waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de Code Pensioenfondsen) zullen bestuurders en leden van het verantwoordingsorgaan niet zijnde de actieve deelnemers op een passende wijze worden bezoldigd. Ter informatie zij gemeld dat de externe voorzitter van het fonds betaald wordt door de werkgever. De schriftelijke overeenkomst met hem waarborgt zijn onafhankelijkheid jegens alle pensioenbelanghebbenden. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is sprake van vorderingen op (voormalig) bestuurders.

Overige transacties met verbonden partijen

Inzake de overeenkomst tussen fonds en werkgever met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de regeling wordt verwezen naar de overige gegevens.

Page 83: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

83

Gebeurtenissen na balansdatum

Het fonds heeft een voorgenomen besluit genomen omtrent het overdragen van de opgebouwde rechten naar een nieuwe pensioenuitvoerder per 31 december 2018 en aansluitend de stichting te liquideren. Hierbij is het volgende van belang: Het formele besluit tot overdracht van opgebouwde rechten en liquidatie kan pas worden genomen zodra goedkeuring is ontvangen van de deelnemersvergadering (verkregen op 18/19 juni 2018) en de toezichthouder (DNB). Daarnaast dient het Verantwoordingsorgaan een advies uit te brengen inzake de overdracht van opgebouwde rechten en de liquidatie van het fonds. Inmiddels hebben de deelnemers mandaat gegeven aan het bestuur om verder te gaan met de werkzaamheden welke moeten leiden tot de collectieve waardeoverdracht en de liquidatie van het fonds door in te stemmen met het voorstel van het bestuur zoals gepresenteerd in de Deelnemersvergaderingen. Dit voorstel kent een aantal randvoorwaarden:

Aansluiting bij BPL lijkt op dit moment de meest voor de hand liggende keuze;

Als gevolg van verschil in vermogen en samenstelling van het deelnemersbestand tussen BPL en Norit Pensioenfonds zal sprake moeten zijn van een éénmalige bijdrage ter financiering van dit verschil;

De werkgever heeft een voorstel voor een eenmalige bijdrage gedaan welke bijdrage in het voorstel van het bestuur is meegenomen;

Er vindt momenteel overleg plaats met de werkgever over de mogelijkheid tot een eenmalige bijdrage;

Indien de bijdrage niet toereikend is om het verschil te financieren, zullen de rechten van alle deelnemers bij overdracht moeten worden gekort. In het door de deelnemers goedgekeurde voorstel van het bestuur wordt uitgegaan van een maximale korting van 5%, verdeeld tussen pensioengerechtigden en (gewezen deelnemers) in de verhouding 40/60;

In september 2018 zal het bestuur de stand van zaken toelichtingen in Deelnemersvergaderingen op de drie vestigingen.

Amersfoort, 28 juni 2018 Het Bestuur van Stichting Norit Pensioenfonds F. Prins (voorzitter) A.P.M. Huppertz (secretaris) R. Kruijff M. Knuttel T. van Leeuwen H. Onstwedder

Page 84: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

84

Page 85: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

85

Overige gegevens

Page 86: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

86

Page 87: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

87

Statutaire regeling omtrent de bestemming van het resultaat Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen specifieke bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. In zijn algemeenheid geldt dat het fonds de beschikbare middelen, voor zover deze niet gebruikt worden ter voldoening van de premies of koopsommen, zal beleggen. De belegging geschiedt op solide, prudente wijze in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden.

Page 88: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

88

Page 89: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

89

Actuariële verklaring Opdracht Door Stichting Norit Pensioenfonds te Amersfoort is aan Mercer (Nederland) B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een Actuariële Verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2017. Onafhankelijkheid Als waarmerkend actuaris ben ik onafhankelijk van Stichting Norit Pensioenfonds, zoals vereist conform artikel 148 van de Pensioenwet. Ik verricht geen andere werkzaamheden voor het pensioenfonds. Omdat Mercer (Nederland) B.V. beschikt over een door de toezichthouder goedgekeurde gedragscode, is het toegestaan dat andere actuarissen en deskundigen aangesloten bij Mercer (Nederland) B.V. wel andere werkzaamheden verrichten voor het pensioenfonds. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. Afstemming accountant Op basis van de door mij en de accountant gehanteerde Handreiking heeft afstemming plaatsgevonden over de werkzaamheden en de verwachtingen bij de controle van het boekjaar. Voor de toetsing van de technische voorzieningen en voor de beoordeling van de vermogenspositie als geheel heb ik de materialiteit bepaald op € 233 duizend. Met de accountant ben ik overeengekomen om geconstateerde afwijkingen boven € 23 duizend te rapporteren. Deze afspraken zijn vastgelegd en de uitkomsten van mijn bevindingen zijn met de accountant besproken. Ik heb voorts gebruik gemaakt van de door de accountant in het kader van de jaarrekeningcontrole onderzochte basisgegevens. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik, conform mijn wettelijke verantwoordelijkheid zoals beschreven in artikel 147 van de Pensioenwet, onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht heb ik onder meer onderzocht of:

de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld;

de kostendekkende premie voldoet aan de gestelde wettelijke vereisten;

het beleggingsbeleid in overeenstemming is met de prudent-person regel. Voorts heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Daarbij heb ik mij gebaseerd op de tot en met balansdatum aangegane verplichtingen en de op dat moment aanwezige middelen en is mede het financieel beleid van het pensioenfonds in aanmerking genomen. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Koninklijk Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.

Page 90: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

90

Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk vereist eigen vermogen. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van de artikelen 131, 132 en 133 waaraan niet wordt voldaan omdat het aanwezig eigen vermogen lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen. De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds op balansdatum is lager dan de dekkingsgraad bij het minimaal vereist eigen vermogen. Deze situatie bestaat voor vier achtereenvolgende jaareinden. Mijn oordeel over de vermogenspositie van Stichting Norit Pensioenfonds is gebaseerd op de tot en met balansdatum aangegane verplichtingen en de op dat moment aanwezige middelen. De vermogenspositie is naar mijn mening slecht, omdat het aanwezig eigen vermogen lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen. Amstelveen, 28 juni 2018 drs. J.C.M. Hofmans AAG verbonden aan Mercer (Nederland) B.V.

Page 91: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

91

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: het Bestuur van Stichting Norit Pensioenfonds

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2017 van Stichting Norit Pensioenfonds te Amersfoort gecontroleerd. Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Norit Pensioenfonds op 31 december 2017 en van het saldo van baten en lasten over 2017 in overeenstemming met titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De jaarrekening bestaat uit: 1. de balans per 31 december 2017; 2. de staat van baten en lasten over 2017; en 3. de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere

toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Norit Pensioenfonds zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

B. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie

Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit:

het bestuursverslag;

de overige gegevens; Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie:

met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat;

alle informatie bevat die op grond van titel 9 Boek 2 BW is vereist. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in titel 9 Boek 2 BW en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met titel 9 Boek 2 BW.

Page 92: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

92

C. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening

Verantwoordelijkheden van het bestuur voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de stichting in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de stichting te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit:

het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing;

het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting;

het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan;

het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de stichting haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een stichting haar continuïteit niet langer kan handhaven;

het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en

het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen.

Page 93: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

93

Wij communiceren met het bestuur onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. Utrecht, 28 juni 2017 BDO Audit & Assurance B.V. namens deze, W.J.P. Hoeve RA

Page 94: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

94

Page 95: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

95

Bijlage

Page 96: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

96

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

Page 97: Stichting Pensioenfonds Anoritpensioenfonds.nl/wp-content/uploads/2018/07/Norit... · 2018-07-02 · Samenvatting van de actuariële analyse 52 Bestemming van het saldo van baten

Stichting Norit Pensioenfonds Amersfoort

97

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

?

Overzicht nevenfuncties leden fondsorganen per 31 december 2017 Bestuur F. Prins - Lid Raad van Advies van SPO (onbezoldigd) - Lid Klachten en Geschillencommissie Stichting Pensioenfonds voor de

Architectenbureaus - Voorzitter Belanghebbendenorgaan Delta Lloyd APF - Lid adviesraad IIR (tot 1 juni 2017, onbezoldigd) - Voorzitter stichting Duivenvoorde Leidschendam (tot 1 januari 2018) - Lid Raad van Toezicht bpf Groothandel Textiel in liquidatie (tot 28 februari 2018) - Adviseurschap Ortec Finance Nederland - Adviseurschap Grouplife A.P.M. Huppertz - Geen nevenfuncties R. Kruijff - Penningmeester Rotary Club Apeldoorn Sprengen - Penningmeester Stichting Woonfonds Eigen Dak M. Knuttel - Geen nevenfuncties T. v. Leeuwen - Voorzitter KWF Samenloop voor Hoop Gennep 2018 (onbezoldigd) - Voorzitter College van Kerkrentmeesters Protestantse Gemeente Gennep

(onbezoldigd) - Voorzitter culturele stichting Johannes Engelen Gennep (onbezoldigd) - Bestuurslid Stichting administratiekantoor Van Leeuwen Test Systems Etten-

Leur H. Onstwedder - OBF (Vervangend) Bestuurder (beëeindigd) - Voorzitter (werknemers) Secorraad Colland - Bestuurder Colland Arbeidsmarkt - Bestuurder Sectorcommissie Dierhouderij en glastuinbouw - Werknemersvoorzitter SUWAS II - Werknemersvoorzitter Stigas - Bestuurslid Algemeen Bedrijfstakpensioenfonds voor de Landbouw - Werknemersvoorzitter BPL BAC - Werknemersvoorzitter Mobiliteitscentrum glastuinbouw Verantwoordingsorgaan H.E. van Dam - Geen nevenfuncties A.G. Lagas - Geen nevenfuncties R. Koedijk - Geen nevenfuncties