Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018€¦ · 4.15 Treiteraanpak 74 4.16 Overlast op het water...

88
Stedelijk Handhavingsprogramma 2017- 2018 Centrale stad en stadsdelen Amsterdam, december 2016

Transcript of Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018€¦ · 4.15 Treiteraanpak 74 4.16 Overlast op het water...

  • 1

    Stedelijk

    Handhavingsprogramma

    2017- 2018 Centrale stad en stadsdelen

    Amsterdam, december 2016

  • 2 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Inhoud

    Samenvatting 3

    1 Inleiding 4

    1.1 Algemeen 41.2 Flexibel handhaven 51.3 Informatiegestuurde handhaving 51.4 Gedragsbeïnvloeding (Bonus/Malus) 61.5 Leeswijzer 6

    2 Uitgangspunten handhaving 7

    2.1 Handhavingsprincipes 72.2 Programmatische handhaving 8

    3 Risico’s en prioriteiten 10

    3.1 Handhaven op basis van risico’s 103.2 Stedelijke handhavingsprioriteiten 103.3 Uitvoeringsplannen en capaciteit 113.3.1 Uitwerken prioriteiten 113.3.2 Flexibele inzet 11

    3.4 Toezicht en handhaving door andere partijen 123.4.1 Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 123.4.2 Waternet 133.4.3 Brandweer 13

    4 Uitwerking prioriteiten 14

    4.1 Woonfraude 164.2 Woningkwaliteit / Achterstallig onderhoud panden 204.3 Brandveiligheid gebouwen 264.5 Prostitutie, escort, massagesalons 324.6 Hangjongeren / Groepsoverlast en overlast op straat 364.7 Overlast en veiligheid evenementen 404.8 Overlast rond horeca 444.9 Vuurwerkoverlast 484.10 Overlast scooters en fietsers 524.11 Afvalproblematiek 584.12 Parkeeroverlast (voertuigen) 624.13 Dierenwelzijn 664.14 Taxiproblematiek 704.15 Treiteraanpak 744.16 Overlast op het water 78

    5 Evaluatie 82

    6 Communicatie 83

    Bijlage 1 Uitleg risicoanalyse 84

  • 3

    Samenvatting

    Goede handhaving verloopt volgens een gedegen plan. De gemeente kiest voor eenprogrammatische benadering. In het Stedelijk Handhavingsprogramma (SHP) 2017 en 2018 zijn de stedelijke handhavingsprioriteiten opgenomen. Deze zestien prioriteiten worden door de handhaving van stadsdelen en rve’s met voorrang aangepakt. Daarmee is het stedelijk handhavingsprogramma een belangrijk bestuurlijk sturingsinstrument voor de bestuurlijke handhaving. Door te kiezen voor een gezamenlijke handhavingsaanpak kan de gemeente effectiever handelen. Zo wint de stad aan leefbaarheid en veiligheid, neemt de criminaliteit af en zijn overlast en asociaal gedrag niet langer lonend: slachtoffers worden beter beschermd, mensen die zich niet aan de regels houden moeten worden aangepakt. Het programma is opgesteld door de centrale stad en stadsdelen.

    Op basis van dit hoofdlijnenprogramma stellen de Amsterdamse stadsdelen en rve’s afzonderlijke uitvoeringsplannen op. Naast gezamenlijke handhavingsprioriteiten met een stadsbreed draagvlak is daarin ook ruimte voor lokale of rve specifieke prioriteiten. De gezamenlijke handhavingsprioriteiten voor 2017 en 2018 zijn1:■ Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions) (f)■ Woningkwaliteit/achterstallig onderhoud panden■ Brandveiligheid gebouwen■ Energiebesparing (+)■ Prostitutie, escort, massagesalons (f)■ Hangjongeren, groepsoverlast, overlast op straat (f) ■ Overlast en veiligheid van evenementen (f)■ Overlast rond horeca (incl. shishalounges en aanpak zwart werken) (f)■ Vuurwerkoverlast ■ Overlast scooters en fietsers (f)■ Afvalproblematiek (f)■ Parkeeroverlast (voertuigen) ■ Dierenwelzijn (+)■ Taxiproblematiek (f)■ Treiteraanpak■ Overlast op het water (+)

    Op de volgende prioriteiten wordt ingezet met twintig procent flexibele handhavingscapaciteit: ■ Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions) ■ Prostitutie, escort, massagesalons■ Hangjongeren, groepsoverlast, overlast op straat■ Overlast en veiligheid van evenementen ■ Overlast rond horeca (incl. shishalounges en aanpak zwart werken)■ Overlast scooters en fietsers■ Afvalproblematiek■ Taxiproblematiek

    Gezamenlijke handhavingsprioriteiten

    Twintig procent flexibele handhavingscapaciteit

    1 (f) = een flexprioriteit, (+) = een nieuw toegevoegde prioriteit voor 2017 en 2018.

    Samenvatting

  • 4 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Inleiding

    Algemeen

    Alles wat we doen, doen we voor Amsterdammers. We zijn een dienstbare overheid, voorspelbaar en betrouwbaar. We willen verantwoordelijk en flexibel zijn en een overheid die luistert, handelt en levert, plus mensen de ruimte geeft om te groeien. Dat houdt onder meer in dat we bijdragen aan prettig samenleven in de stad en problemen aanpakken waar burgers het meeste last van hebben. Resultaten in de stad staan voorop.

    Amsterdam is een attractieve en gastvrije stad, waar mensen graag wonen, verblijven, werken, en een stad die mensen graag bezoeken. Dat draagt bij aan het succes van de stad en het creëert mogelijkheden voor vele bevolkingsgroepen. De keerzijde is dat het steeds drukker wordt en Amsterdammers merken dat ook. Handhaving vormt het sluitstuk van de discussie over drukte in de stad. Immers, meer handhaving leidt niet tot minder drukte. Het college heeft veel aandacht voor de oorzaken van de drukte. Daarbij is het uitgangspunt dat wij tegengaan dat het water uit de kraan steeds harder gaat stromen en niet dat wij steeds intensiever (willen) dweilen. We kunnen echter geen hek om de stad zetten, dus moeten we andere knoppen vinden om aan te draaien. Vanzelfsprekend hoort handhaving daarbij en door de groei van de stad én de toenemende drukte stijgt de vraag naar handhaving navenant. De gemeentelijke handhaving is de afgelopen jaren slimmer georganiseerd. Meer samenwerking, technologische vooruitgang maar ook reorganisaties en bezuinigingen hebben ertoe geleid dat de inzet van handhavingscapaciteit informatiegestuurd en flexibeler plaatsvindt: meer met minder. Maar de grenzen van wat we kunnen bereiken met slimmer werken zijn bereikt.

    Op het gebied van handhaving staan het college van burgemeester en wethouders en de bestuurscommissies voor een belangrijke opgave. Deze laat zich als volgt samenvatten:■ De leefbaarheid en veiligheid in de stad kunnen en moeten beter.■ Slachtoffers en mensen die zich onveilig voelen, moeten beschermd worden.■ Mensen die zich niet aan de regels houden moeten worden aangepakt.■ Burgers vertrouwen en goed gedrag van burgers belonen.■ Onrechtmatig gebruik van (sociale) voorzieningen moet worden voorkomen en actief worden bestreden.■ Misdaad, overlast en asociaal gedrag mogen niet lonen.

    Bij de handhaving van de regels in de stad werkt het college met een kompas aan dehand waarvan de koers wordt bepaald. Daarbij past het college drie leidende principestoe, namelijk flexibilisering en samenwerking, meer informatiegestuurd werken en hetstimuleren van gedragsverandering bij burgers en ondernemers.

    Handhaving is niet alleen een zaak van toezicht, controle en sancties. Handhaving zorgtook voor een veiligere en leefbaardere stad. Heldere regels en afspraken en effectievehandhaving maken duidelijk waar grenzen liggen. En zolang het handhavingsbeleiddoorzichtig, consequent en solide is, laten burgers en bedrijven zich aanspreken op huneigen verantwoordelijkheid.

    Gezamenlijke aanpak

    Dit stedelijk handhavingsprogramma gaat in op de gezamenlijke handhavingsprioriteiten van stadsdelen en de centrale stad voor 2017 en 2018. Het handhavingsprogramma is een belangrijk sturingsinstrument bij gemeentebreed bestuurlijk toezicht en handhaving. Het programma is het resultaat van een bestuurlijke afspraak om te komen tot een gezamenlijk handhavingsprogramma. Met de vaststelling door het college van burgemeester en wethouders, verbinden zij en de bestuurscommissies zich aan de doelen.

    Steeds vaker is een stedelijke aanpak met alle ketenpartners nodig om (zeer) complexe problemen bij (zeer) specifieke doelgroepen op te kunnen lossen. Deze problemen zijn niet gebonden aan onze organisatievorm en gaan over de grenzen van stadsdelen en rve’s heen. Problemen in de stad, zoals de taxiproblematiek of misstanden in de prostitutie, kunnen spontaan ontstaan of kunnen juist zo hardnekkig zijn dat gemeentebrede, multidisciplinaire handhavingsinzet nodig is.

    Indicatoren

    1

    College van Ben W staat voor belangrijke opgave

    Drie leidende principes

    Aanpak met alle ketenpartners steeds

    vaker nodig

    1.1

  • 5

    We kunnen effectiever handelen als we gezamenlijk misstanden aanpakken met een breed palet aan informatie en instrumenten. Hiervoor is een nauwere samenwerking tussen rve’s en stadsdelen nodig, en ook tussen gemeente en externe partners (Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Waternet, Brandweer, politie, woningcorporaties en Rijksbelastingdienst). Intensievere samenwerking is niet alleen noodzakelijk bij handhaving. Om problemen echt op te lossen, moeten we ook meer samenwerken binnen het sociale domein en op wijk-/gebiedsniveau. Handhaving alleen lost de onderliggende problemen niet op.

    Flexibel handhaven

    Het bestuur heeft afgesproken om twintig procent van de handhavingscapaciteit in de stad flexibel en informatiegestuurd in te zetten. Dit betekent dat bovenop de reguliere inzet, extra handhavingcapaciteit wordt ingezet om hardnekkige problemen te kunnen aanpakken. Goede samenwerking tussen meerdere disciplines maakt de handhavingsdoelen haalbaar. Deze flexibele aanpak moet leiden tot zichtbare interventies voor bewoners, bezoekers en ondernemers. Hierbij werken verschillende gemeentelijke en niet-gemeentelijke disciplines samen en pakken met veel capaciteit een specifiek handhavingsprobleem aan. Gezien de rol van de politie als handhaver wordt actief de samenwerking met de politie gezocht om het probleem op te lossen.

    Flexibele handhaving vindt plaats op de thema’s die het bestuur voor 2017 en 2018 heeft vastgesteld: Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions), Prostitutie, escort, massagesalons, Hangjongeren, groepsoverlast, overlast op straat, Overlast en veiligheid van evenementen, Overlast rond horeca (inclusief shishalounges en aanpak zwart werken), Overlast scooters en fietsers, Afval en Taxiproblematiek. Gelet op de problematiek in de openbare ruimte wordt onderzocht hoe de samenwerking op het gebied van handhaving openbare ruimte kan worden versterkt. Met deze benadering en vanuit het principe van 1 Amsterdam willen het college en de bestuurscommissies dat de handhaving openbare ruimte zich verder ontwikkelt tot een effectieve organisatie die adequaat inspeelt op de problemen in de stad.

    Informatiegestuurde handhaving

    Het doel van handhaving in brede zin is een veilige, duurzame en leefbare samenleving. Om dit doel te kunnen bereiken, is het noodzakelijk in te spelen op wat er in de omgeving gebeurt. Daarvoor is actuele en betrouwbare informatie nodig.

    Het doel van informatiegestuurde handhaving is handhaving daar in te zetten waar de risico’s op niet naleven van de regels en/of de nadelige effecten daarvan het grootst zijn. Het is daarbij van belang om alle relevante informatie te gebruiken om sturing te geven en de schaarse handhavingscapaciteit zo doelmatig mogelijk in te zetten.

    Informatiegestuurde handhaving gaat niet alleen over processen en technologie, maar ook over mensen en cultuur, waarbij het accent ligt op resultaat- en probleemgericht werken. Medewerkers worden gestuurd door informatie. Het gaat om een proces van (h)erkennen, verzamelen, analyseren, veredelen en communiceren van informatie.

    Om informatiegestuurd te kunnen handhaven moet de informatiepositie op uitvoerend,tactisch en strategisch niveau goed geregeld zijn en moeten organisaties goedeinformatie(-analyses) ter beschikking hebben. Informatiegestuurd handhaven looptdwars door meerdere processen en organisatieonderdelen heen en levert zo eenbijdrage aan een effectievere en gezamenlijke aanpak van problemen, onder anderemet ketenpartners.

    Inleiding

    1.2

    Extra handhavings-capaciteit door

    flexibele inzet

    1 Amsterdam

    1.3

    Doel van informatie-gestuurde handhaving

  • 6 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Bonus/malus en gedragsbeïnvloeding

    De gemeente kan niet alle problemen alleen oplossen. In de naleving van regels verwachten we dat bewoners en ondernemers ook hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Ondernemers die de regels goed naleven, worden beloond (bonus). Waar mogelijk betrekt de gemeente daarom bewoners, ondernemers en relevante stakeholders zoals politie, woningcorporaties, welzijnswerk en hulpverleningsinstellingen bij de aanpak van een probleem. Vorm en inhoud van deze betrokkenheid worden per thema vastgesteld en beschreven in het plan van aanpak.

    Een aspect van handhaving dat steeds meer aandacht krijgt, is gedragsbeïnvloeding. Op basis van wetenschappelijke kennis en experimenten is al veel ervaring opgedaan met wat de overheid kan inzetten op het gebied van het beïnvloeden van gedrag. Het doel hierbij is ‘goed gedrag gemakkelijk maken’ en repressieve handhaving terugdringen.

    De gemeente stimuleert en ondersteunt dat wetenschappelijke inzichten over gedrag worden ingezet bij het maken van keuzes in beleid, communicatie, inrichting openbare ruimte en bij het dagelijks handelen van medewerkers die o.a. werkzaam zijn bij binnen het domein toezicht en handhaving. In de gemeente wordt gedragsbeïnvloeding verspreid door kennis- en ervaringsuitwisseling. Collega’s die gedragsbeïnvloeding al hebben toegepast maken dit toegankelijk voor anderen. Degenen die het willen gaan inzetten, gaan op zoek naar ervaringen die er binnen de gemeente reeds zijn. Het programma Gedragsbeïnvloeding, een andere kijk op handhaving ondersteunt deze kennisuitwisseling en helpt desgevraagd bij nieuwe initiatieven. Naast het vergaren van kennis uit binnen- en buitenland wordt aansluiting gezocht bij initiatieven in en buiten de stad.

    Leeswijzer

    In hoofdstuk 2 staan de uitgangspunten van bestuurlijke handhaving beschreven. Hoofdstuk 3 gaat dieper in op de risicoanalyse achter de prioriteitsstelling en bevat daarnaast een toelichting op de flexibilisering van de handhaving. Het vierde hoofdstuk geeft per prioriteit een omschrijving van de problematiek, de ambitie voor 2017 en 20182. Hoofdstuk 5 beschrijft de evaluatie en in het zesde hoofdstuk wordt ten slotte de communicatie uitgelicht.

    2 Hierbij is gebruik gemaakt van de methodiek ‘Doelgerichte activiteiten planning’ (zie verder bijlage 1).

    1.4

    Betrokkenheid derden per thema

    Goed gedrag gemakkelijk maken

    1.5

  • 7Inleiding

  • 8 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Uitgangspunten handhaving

    Handhavingsprincipes

    Eerder is aangegeven dat voor het college flexibilisering en samenwerking, meerinformatie gestuurd werken en het stimuleren van de burger (bonus – malus) leidendeprincipes zijn bij de handhaving van de regels in de stad.

    Handhaving is een van de instrumenten waarmee de gemeente de leefbaarheid en deveiligheid in de stad kan behouden en/of verbeteren. Handhaving is te definiëren als eenketen van activiteiten, gericht op de naleving van regels en voorschriften door burgers(inwoners, bezoekers, toeristen), bedrijven en overheden. Toezicht en andere activiteitendie gericht zijn op het bevorderen van regelnaleving zijn onderdeel van de handhaving3.Schakels in de handhavingsketen zijn preventie, toezicht (signalering), oordeelsvormingen sanctionering.

    Bestuurlijke handhaving krijgt vorm in de zelfstandige handhavingstaken van de stadsdelen en de centrale stad. De handhaving richt zich primair op de naleving van algemene voorschriften (zoals Algemene Plaatselijke Verordening en Afvalstoffenverordening) en specifieke voorschriften (zoals vergunningen) door burgers en bedrijven. De nadruk ligt op algemeen geldende regels, op vergunningen die zijn afgegeven door het bestuur en daaraan verbonden voorwaarden, op het beëindigen van overtredingen of het herstellen van de gewenste situatie. In de naleving van regels en vergunningvoorwaarden moeten burgers en ondernemers daarbij nadrukkelijk hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Bij de uitvoering van de bestuurlijke handhaving hanteren stadsdelen en rve’s de volgende uitgangspunten:

    ■ Rechtszekerheid/gelijke behandeling van burgers. Burgers moeten erop kunnen vertrouwen dat de geldende regels ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Rechten en plichten moeten voor iedereen in gelijke mate gelden.

    ■ Effectueren doelstellingen. Handhaving levert een belangrijke bijdrage aan de met regelgeving beoogde doelen. Maar handhaven is geen doel op zich.

    ■ Voorkomen negatieve neveneffecten. Achterwege laten van handhaving bij de ene regeling/overtreding kan negatief uitstralen naar andere regelingen. De geloofwaardigheid van de normerende overheid komt dan in het geding.

    ■ Voorbeeldfunctie. In het naleven van regels en voorschriften geeft de gemeente zelf het goede voorbeeld.

    ■ Integrale handhaving. Handhaving krijgt zoveel mogelijk vorm vanuit een integraal, multi- disciplinair perspectief. De organisatie en realisatie van samenhang en samenwerking tussen toezicht- en handhavingspartijen is essentieel.

    ■ Eenduidig en complementair. Preventie en repressie zijn complementair, maar de eerste geniet de voorkeur. Preventie moet het hebben van gerichte communicatie met burgers en bedrijven en kwalitatieve dienstverlening. Bij repressief optreden vullen de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhavingsinstrumenten elkaar aan en werken stadsdelen en centrale stedelijke rve’s samen op basis van eenduidige toezicht- en sanctiestrategieën.

    3 Handhaving is onderdeel van de beleidslevenscyclus en de reguleringsketen:

    visie > beleid > regelgeving > vergunningen > handhaving > inzicht in naleefgedrag

    2.1

    Schakels in de handhavingsketen

    Eigen verantwoordelijkheidburgers en ondernemers

    2

  • 9

    Programmatische handhaving

    Goede handhaving verloopt volgens een gedegen plan. De gemeente kiest voor eenprogrammatische benadering: de zestien geselecteerde handhavingsprioriteiten worden met voorrang aangepakt. Daarmee verdwijnt de reactieve handhaving niet uit beeld, integendeel. Handhavingsverzoeken en acute situaties blijven aanknopingspunten voor handhavingsactiviteiten. Met de programmatische aanpak zal de handhavingstaak zich ontwikkelen van reactief naar proactief, van incidentgestuurd naar planmatig.

    Programmatisch handhaven is:■ Cyclisch - Programma’s worden jaarlijks vastgesteld en geëvalueerd.■ Integraal - Het is relevant voor alle domeinen waarbinnen het bestuur verantwoordelijkheid heeft

    voor handhavingstaken. Een multidisciplinaire aanpak helpt alle domeinen onderling te verbinden om samen een beleidsdoel te bereiken.

    ■ Transparant - Het handhavingsprogramma maakt de visie van het bestuur inzichtelijk en laat zien wat de omvang van de handhavingstaken is en wat de prioriteiten zijn. Ook beschrijft het programma de doelen en de methoden om die doelen te bereiken.

    ■ Duidelijk - Het handhavingsprogramma laat zien hoe handhavingsdisciplines onderling en met partners kunnen samenwerken.

    ■ Informatiegestuurd - Handhaven gebeurt op basis van kennis van het handhavingsdomein en de doelgroep.

    De gemeente Amsterdam heeft ruim tweehonderdvijftig toezicht- en handhavingstaken. Bij de uitvoering ervan zijn veel rve’s en stadsdelen betrokken. Omdat niet alle handhavingstaken gelijktijdig met dezelfde intensiteit uitgevoerd kunnen worden, maakt het bestuur keuzes in de uitvoering en stelt het prioriteiten.De zestien handhavingsprioriteiten in dit programma zijn gebaseerd op risicoanalyses4 van de stadsdelen en rve’s. De prioriteiten voor 2017 en 2018 hebben een stadsbreed draagvlak en zijn door de meeste stadsdelen en rve’s als prioriteit aangemerkt. De prioriteiten beslaan alle domeinen: het fysieke en het sociale domein en de openbare ruimte (zie hoofdstuk 3). Daarnaast zijn er lokale en rve-specifieke prioriteiten. Het Stedelijk handhavingsprogramma beperkt zich tot de hoofdlijnen. Op basis van dit programma maken stadsdelen en rve’s afzonderlijke uitvoeringsplannen5. Zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de handhaving.

    4 De risicoanalyse wordt uitgevoerd aan de hand van een risicomatrix die het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft ontwikkeld.5 In het handhavingsuitvoeringsplan, dat elke handhavingsorganisatie opstelt, staat hoe toezichts- en handhavingscapaciteit wordt

    ingezet op de stedelijke prioriteiten om de ambities te kunnen realiseren.

    Uitgangspunten handhaving

    Voorrang 16 handhavings-

    prioriteiten

    250 handhavings- en toezichtstaken

    Afzonderlijke uitvoerings-plannen stadsdelen en rve’s

    2.2

  • 10 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Risico’s en prioriteiten

    Handhaven op basis van risico’s

    Het is een gegeven dat we niet leven in een risicoloze maatschappij. Toch zien burgers en bedrijven het voorkomen van risico’s vaak te vanzelfsprekend als overheidstaak. Terwijl de overheid hier lang niet altijd verantwoordelijk voor is. De overheid draagt zelf onbedoeld bij aan het beeld dat zij het voornaamste vangnet is bij risico’s. Hierdoor lijkt het vaak dat de overheid faalt, wat bij burgers en bedrijven leidt tot teleurstelling. Burgers en bedrijven moeten zich realiseren dat ze niet alleen naar de overheid moeten kijken. Zij zijn zelf ook verantwoordelijk voor het omgaan met risico’s. In de naleving van regels en vergunningsvoorwaarden moeten burgers en ondernemers daarbij nadrukkelijk hun eigen verantwoordelijkheid nemen. De gemeente heeft meer dan 250 handhavingstaken. Het is onmogelijk om overal op te handhaven omdat de capaciteit en middelen waarover de gemeente beschikt beperkt zijn. Dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. Om dat te kunnen doen hebben de stadsdelen en rve’s risicoanalyses uitgevoerd. Er wordt ingezet op de zaken waar de risico’s het grootst zijn. De zestien geselecteerde handhavingsprioriteiten worden met voorrang aangepakt. Keuzes maken betekent ook dat sommige problemen niet meer of niet direct worden aangepakt. Bij signalen en meldingen zal worden beoordeeld of acuut ingrijpen noodzakelijk is. Mocht dat niet het geval zijn dan zullen betrokkenen daarover worden geïnformeerd. De signalen en meldingen kunnen wel worden gebruikt om de informatiepositie over de problematiek op te bouwen. Deze informatie kan (op termijn) alsnog aanleiding zijn om handhavend op te treden.

    Stedelijke handhavingsprioriteiten

    Voor 2017 en 2018 zijn zestien handhavingsprioriteiten benoemd in alle domeinen (fysieke en sociale domein en openbare ruimte). Deze prioriteiten hebben een stadsbreed draagvlak en zijn door de meeste stadsdelen en rve’s als prioriteit aangemerkt. Met behulp van risicoanalyses zijn de handhavingprioriteiten per stadsdeel en rve in kaart gebracht. De stedelijke handhavingsprioriteiten zijn6:■ Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions) (f)■ Woningkwaliteit/achterstallig onderhoud panden■ Brandveiligheid gebouwen■ Energiebesparing (+)■ Prostitutie, escort, massagesalons (f)■ Hangjongeren, groepsoverlast, overlast op straat (f) ■ Overlast en veiligheid van evenementen (f)■ Overlast rond horeca (incl. shishalounges en aanpak zwart werken) (f)■ Vuurwerkoverlast ■ Overlast scooters en fietsers (f)■ Afvalproblematiek (f)■ Parkeeroverlast (voertuigen) ■ Dierenwelzijn (+)■ Taxiproblematiek (f)■ Treiteraanpak■ Overlast op het water (+)

    6 (f) = een flexprioriteit, (+) = een nieuw toegevoegde prioriteit voor 2017 en 2018.

    3.1

    Risicoanalyses

    3.2

    Stadsbreed draagvlak

    3

  • 11

    Uitvoeringsplannen en capaciteit

    3.3.1 Uitwerken prioriteiten

    De stedelijke prioriteiten worden uitgewerkt in de uitvoeringsplannen van stadsdelen en rve’s7. De stadsdelen en rve’s brengen de omvang van de problematiek per prioriteit in beeld en geven in het uitvoeringsplan per prioriteit aan hoeveel capaciteit nodig is om de ambities te kunnen realiseren.Naast de gezamenlijke handhavingsprioriteiten, die stadsbreed draagvlak hebben, zijn er ook lokale of rve specifieke prioriteiten. Deze worden ook beschreven en uitgewerkt in de uitvoeringsplannen van stadsdelen en rve’s.

    3.3.2 Flexibele inzet

    Het bestuur heeft afgesproken om twintig procent van de handhavingscapaciteit in de stad flexibel in te zetten. De thema’s waarop de flexibele handhaving zich richt, worden jaarlijks vastgesteld door het college in samenspraak met bestuurders van de stadsdelen. Aan de basis van deze beslissing ligt een ambtelijk advies, de uitkomst van een weging aan de hand van de volgende criteria:■ Het thema overstijgt de betrokkenheid van één rve, één stadsdeel of één (structureel)

    samenwerkingsverband.■ Het thema overstijgt het vermogen (kennis of capaciteit) van één rve, één stadsdeel of één

    (structureel) samenwerkingsverband.■ Het thema is zichtbaar voor Amsterdammers en bedrijven en de aanpak ervan vergroot het

    maatschappelijk draagvlak voor bestuurlijk Toezicht & Handhaving.■ Het thema is hardnekkig (de bestaande, niet-integrale aanpak werkt niet). ■ Het thema is bestuurlijk actueel.■ Op het thema wordt reguliere handhavingscapaciteit ingezet.

    De volgende prioriteiten wordt ingezet met twintig procent flexibele handhavingscapaciteit: ■ Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions) ■ Prostitutie, escort, massagesalons■ Hangjongeren, groepsoverlast, overlast op straat■ Overlast en veiligheid van evenementen ■ Overlast rond horeca (incl. shishalounges en aanpak zwart werken)■ Overlast scooters en fietsers■ Afvalproblematiek■ Taxiproblematiek

    De projectleiders flexibele handhaving werken de flexibele handhavingsaanpak per thema uit in een concreet plan van aanpak. Hierin staan onder meer de duur van de activiteiten, frequentie van handhavingsacties en de benodigde handhavingsinzet. De aanpak per thema wordt vastgesteld door het college.

    7 Het Stedelijk Handhavingsprogramma en de afzonderlijke uitvoeringsplannen moeten in samenhang worden gelezen. Als de

    uitvoering (deels) wordt uitbesteed (bijvoorbeeld aan Omgevingsdienst, Waternet, Brandweer), moet de opdracht tot uitwerking

    in dienstverleningsovereenkomsten worden vastgelegd.

    Risico’s en prioriteiten

    3.3

    Benodigde capaciteit om ambities te realiseren

    Flexibele handhavingscapaciteit

    Cooncreet plan van aanpak

  • 12 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Toezicht en handhaving door andere partijen

    Een aantal toezicht- en handhavingstaken wordt (deels) uitbesteed aan andere partijen, zoals de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG), Waternet en de Brandweer. Dit wordt vastgelegd in zogenaamde dienstverleningsovereenkomsten.

    3.4.1 Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

    De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied werkt in opdracht van acht gemeenten, waaronder de gemeente Amsterdam, en drie provincies. De dienst verstrekt omgevingsvergunningen en ziet erop toe dat bedrijven voldoen aan actuele wet- en regelgeving op het gebied van milieu(veiligheid), bouwveiligheid, infrastructuur en bodem. Indien nodig wordt er handhavend opgetreden in samen-werking met de ketenpartners waaronder de veiligheidsregio’s. Ook in zijn adviserende rol zet de dienst zijn deskundigheid actief in, bijvoorbeeld op het gebied van externe en constructieve veiligheid, luchtkwaliteit, geluidsbelasting en duurzaamheid.

    Bepaalde prioriteiten uit het Stedelijk Handhavingsprogramma Amsterdam worden zowel door stad- en stadsdelen, als door de Omgevingsdienst uitgevoerd. Dit heeft te maken met de verdeling van taken tussen de gemeente en de Omgevingsdienst. In 2017 zijn de gedeelde prioriteiten brandveiligheid, energiebesparing en dierenwelzijn. De werkzaamheden met betrekking tot de prioriteit energiebesparing worden uitgevoerd door de Omgevingsdienst.

    3.4

    In opdracht vanacht gemeenten en

    drie provincies

  • 13

    3.4.2 Waternet

    De Nautische Toezicht & Handhavingstaken van Waternet worden uitgevoerd in opdracht van de Centrale Stad en twee stadsdelen: Centrum en West. Het merendeel van de taken die Waternet uitvoert op het Amsterdamse binnenwater zijn gemandateerd vanuit de gemeente. Het gaat daarbij onder meer om controle op snelheid, illegaal passagiersvervoer, binnenhavengeld, juist afmeren, exploitatievergunningen, binnenvaartwet, binnenvaartpolitiereglement, scheepvaartwet, wrakkenwet, naleving doorvaartprofielen, verkeerstekens etc. Een beperkt aantal bevoegdheden uit de Verordening op het Binnenwater (VOB) ligt bij de stadsdelen. Centrum en West hebben deze bevoegdheden door gemandateerd aan Waternet. Daarbij moet worden gedacht aan het handhaven op geluidsoverlast, woonboten, objecten en te lange pleziervaartuigen. Met de twee stadsdelen zijn deze prioriteiten vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO).

    3.4.3 Brandweer

    Brandweer Amsterdam - Amstelland werkt integraal en risicogericht aan een fysiek veilige stad en regio. Van ruimtelijke planvorming, vergunningen, toezicht en handhaving tot incidentbestrijding en -analyse. Naast de regelgerichte werkzaamheden voor het toetsen van vergunningaanvragen en het controleren van brandveiligheidsaspecten in gebouwen in opdracht van de stadsdelen van de gemeente Amsterdam, investeert de brandweer met haar netwerkpartners in een risicogerichte benadering van specifieke brandgevaren. De effectiviteit en efficiëntie van het netwerk brandveiligheid kunnen toenemen door gedeelde analyses van de grootste risico’s en betere, meer gecoördineerde samenwerking.

    Risico’s en prioriteiten

    Centrale Stad, stadsdeel Centrum en

    stadsdeel West

    Risicogerichte benadering brandgevaren

  • 14 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Uitwerking prioriteiten

    Voor het Stedelijk handhavingsprogramma 2017 en 2018 hebben we de prioriteiten zo uitgewerkt dat duidelijk is wat het gewenste maatschappelijk effect is, wat de doelstellingen zijn, welke resultaten we willen behalen en welke activiteiten we daarvoor gaan ondernemen. Met toetsbare indicatoren kunnen we de resultaten van de gepleegde inzet monitoren en evalueren en nagaan of en in hoeverre het hoofddoel is bereikt.

    Het model Doelgerichte Activiteiten Planning is hiervoor zeer geschikt. Het model is ontwikkeld door de Management for Development Foundation (MDF) Nederland en richt zich specifiek op het samenbrengen van doelen en effecten in een logisch verband. MDF spreekt hierbij van een Logisch Kader. Daarin wordt de probleemsituatie vertaald naar de gewenste situatie. Schematisch ziet dit kader er zo uit:

    We hebben voor dit model gekozen omdat het: ■ Uitgebreid stilstaat bij het formuleren van indicatoren. Daarmee legt het een degelijke basis

    waarmee we de voortgang tijdens de uitvoering kunnen bewaken èn de resultaten kunnen evalueren.

    ■ Een volledige, samenvattende beschrijving geeft op één A4. Het Logisch Kader laat zich helder communiceren naar (bestuurlijke) opdrachtgevers en medewerkers van Toezicht en Handhaving.

    De logische kaders zijn door de desbetreffende portefeuillehouder (een manager ondersteund door een handhavingscoördinator) opgesteld. De zestien prioriteiten worden met uitzondering van energiebesparing (daarover worden in dienstverleningsovereenkomst met de Omgevingsdienst afspraken gemaakt over te behalen resultaten) nu achtereenvolgend weergegeven.

    Maatschappelijke effecten Indicatoren (SMART) Sturingsinformatie

    Hoofddoel Indicatoren (SMART) Sturingsinformatie Omgevingsfactoren

    Resultaten Indicatoren (SMART) Sturingsinformatie Omgevingsfactoren

    Activiteiten Omgevingsfactoren

    Voorwaarden vooraf

    Logisch Kader

    4

  • 15Uitwerking prioriteiten

  • 16 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Inleiding

    De druk op de Amsterdamse woningvoorraad is groot. Dit geldt bovendien voor alle woning-typen, er is niet alleen een tekort aan sociale huurwoningen. Ook de vraag naar vrije sector huurwoningen en koopwoningen is groter dan het aanbod. Mede gezien de grote vraag naar woonruimte is het van belang dat woningen ook daadwerkelijk worden gebruikt voor bewoning. De populariteit van de toeristische verhuur van woningen heeft als gevolg dat, vooral in de stadsdelen binnen de ring, woningen niet langer worden gebruikt voor bewoning. Daarnaast zorgt de toeristische verhuur van woningen regelmatig voor brandonveilige situaties, wat een risico met zich meebrengt. Een gevolg hiervan is een afname van het woningaanbod en kan daarnaast een negatief effect hebben op het woon- en leefmilieu. Enerzijds door overlast van toeristische verhuur en brandveiligheidsrisico’s, anderzijds door een afname van de woonfunctie in straten of buurten. Tegelijkertijd leidt de druk op de woningmarkt met de daarbij horende stijgende prijzen, tot ongewenste vormen van bewoning zoals onderhuur en illegale pensions.

    Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions)

    4.1

    Aanpak

    De aanpak bestaat uit verschillende onderdelen. Bij het stedelijke Meldpunt Zoeklicht kunnen bewoners woonfraude melden. Aan de hand hiervan onderzoekt afdeling Handhaving van rve Wonen de verschillende vormen van woonfraude. Er wordt gebruik gemaakt van de flexaanpak, waarbij rve Wonen en de stadsdelen samenwerken. Zo kunnen alle beschikbare juridische middelen worden ingezet. Tevens wordt samengewerkt met partners: brandweer, corporaties en politie. Het college heeft in 2014 bepaald, onder welke voorwaarden toeristische verhuur is toegestaan. Over de regels wordt gecommuniceerd via de site van de gemeente. Ook is er contact met verhuursites om regels te communiceren richting huurders en verhuurders.

    FlexaanpakDe overlast van toeristische drukte in de stad neemt nog steeds toe. Daarom zetten we in 2017-2018 weer stevig in op de controles van illegale hotels/pensions. Het aantal controles wordt opgevoerd, internetonderzoek wordt uitgebreid en de juridische aanpak verstevigd. Naast het oppakken van alle klachten die binnenkomen, voeren we specifieke projecten uit:■ Veelplegersaanpak. In 2017 handhaven we op grote eigenaren/bureau’s die

    op grote schaal illegale hotels aanbieden.■ Gebiedsgerichte aanpak. Uit de gebiedsgerichte aanpak van 2016 is gebleken

    dat burgers waardering hebben voor deze manier van werken. De overheid is meer aanwezig en de contacten met buurtplatformen lopen goed. In navolging van de projecten Haarlemmerbuurt en de Burgwallen (2016) zal ook in 2017 in een specifiek gebied intensief worden gehandhaafd op woonfraude.

    ■ Mystery guest en scrapen. Met behulp van intensieve internetonderzoeken/scrapen

    zal een mystery guest worden ingezet bij de handhaving van illegale hotels.

    prioriteit

    Handhaving van woonfraude moet de

    woonfunctie beschermen en overlast en

    ongewenste woonvormen tegengaan

    Doel

    Het beschermen van de woonfunctie.

    Afname van het aantal woningen dat illegaal

    en/of onveilig wordt gebruikt.

  • 17 Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions)

    Toeristische verhuur 474Doorverhuur 306Kamerverhuur/pensions 57Lege woningen 35Uitkeringsfraude 14Drugs 160Mensenhandel 32

    Totaal 1.078

    ZoeklichtmeldingenEerste helft 2016

    Toeristische verhuur binnen de Ring leidt tot afname van

    het aantal woningen dat beschikbaar is voor bewoning.■ 60-dagen regeling. In 2017 wordt er meer gehandhaafd op het overtreden

    van de regels voor vakantieverhuur (60-dagen regeling).■ Implementeren van een structurele hotline.

    Uitgangspunt bij de structurele hotline is direct contact tussen burger en handhaving, snel toezicht en snelle adequate handhaving en terugkoppeling.

  • 18 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Toelichting

    Binnen deze prioriteit hebben we het over de aanpak van woonfraude. Hieronder valt o.a. de

    (gebiedsgerichte) aanpak van illegale hotels, illegale pensions, huisjesmelkerij en andere vormen van

    oneigenlijk woninggebruik.

    Het doel is de bescherming van de woonfunctie van woningen door het tegengaan van illegaal gebruik

    van woningen en het vergroten van de daaraan gerelateerde veiligheid en leefbaarheid in wijken op

    woongebied.

    Bedrijfspanden die als illegaal hotel of pension gebruikt worden, zijn bijvangst. Daar ligt niet de nadruk.

    Die ligt op woningen.

    Hoofddoel

    De woonfunctie wordt beschermd. Het aantal woningen dat illegaal en/of onveilig gebruikt wordt als hotel en/of pension is afgenomen en het aantal huisjesmelkers is afgenomen.

    Indicatoren■ Boetes en dwangsommen op het gebied van illegale hotels/pensions■ Sluitingen van illegale hotels/pensions■ Opgeheven onveilige situaties■ Opgeheven brandonveilige situaties■ Reguliere bewoning na woonfraude (alle vormen van woonfraude)■ Meldingen woonfraude■ Controles woonfraude

    Maatschappelijk effect

    ■ Het aantal woningen waarin weer wordt gewoond is toegenomen■ Toeristen kunnen met een veilig gevoel een overnachting boeken■ Eerlijke concurrentie voor legale hotels■ Brandveiligheid in de stad neemt toe■ Leefbaarheid en sociale cohesie nemen toe

    4.1 Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions)

  • 19

    Resultaten van gemeentelijke activiteiten

    1 Overtredingen zijn beëindigd.

    Indicatoren

    ■ Gesloten illegale hotels/pensions ■ Woningen die weer bewoond zijn ■ Ingestelde strafvervolgingen (betreft specifiek veelplegers)

    2 Overtredingen zijn bestraft en eventuele boetes/verlopen lasten zijn geïnd.

    Indicatoren ■ Opgelegde en geïnde (bestuurlijke) boetes en lasten

    onder dwangsom ■ Opgelegde waarschuwingen shortstay ■ Ingetrokken shortstay vergunningen

    3 Toeristen en arbeidsmigranten zijn goed geïnformeerd over de geldende regels en het bestaan van (il)legale hotels/pensions Indicatoren ■ Actief communiceren over gesloten hotels/pensions ■ Actief communiceren van de doelstellingen van het

    beleid en de regels

    4 Potentiële) uitbaters van illegale hotels/pensions afschrikken

    Indicatoren ■ Bekendmaken van de projecten zoals de

    veelplegeraanpak en mystery guest ■ Publicaties (ruchtbaarheid)

    5 Illegale situatie (hotel) is omgezet in legale situatie (wonen). Indicatoren ■ Woningen die na handhaving weer terug zijn

    gevloeid naar woningvoorraad

    Gemeentelijke activiteiten

    Ad 1 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Structurele hotline laten functioneren■ Hitlijst opstellen van verdachte woningen (illegale hotels

    en pensions)■ Uitvoeren onderzoek naar veelplegers■ (Informatiegestuurd) bezoeken deel van verdachte

    panden van lijst en deze toetsen■ Overdragen dossier aan juridische afdeling, maken

    besluiten etc.■ N.a.v. klachten/signalen/meldingen snel ter plaatse een

    kijkje nemen voor een eerste indruk. Informatie hieruit meenemen bij op te stellen hitlijst

    ■ Mystery guest en buurtgerichte aanpak inzetten

    Ad 2 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Opleggen bestuurlijke boetes en lasten onder

    dwangsom■ Factureren opgelegde boetes en verlopen

    dwangsommen. Indien nodig overdragen aan de deurwaarder

    ■ Informatie delen met politie en OM + gemeentelijke- en rijksbelastingen

    Ad 3 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Actief communiceren over gesloten hotels/pensions etc.■ Afspraken maken met platforms voor toeristische

    verhuur over het informeren van huurders en verhuurders over de regels

    Ad 4 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Media aandacht genereren■ Via o.a. internet voorlichting informatie geven over wat

    wel en niet mag■ Veel controleren (t.b.v. pakkans en zichtbaarheid)■ Strikt handhaven■ Zorgen dat toezichthouders/handhavers zichtbaar zijn■ Directer contact met burgers, ■ Overleg met buurtplatformen

    Ad 5 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Voorlichting geven over regels e.d.■ Uitvoeren eindinspectie■ Communiceren van projecten en resultaten

    Woonfraude (illegale hotels/illegale pensions)

  • 20 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Inleiding

    Een kwalitatief goede woning draagt bij aan het welbevinden en de gezondheid van de Amsterdammer. De gemeente wil voor alle bewoners een kwalitatief voldoende woning waar mensen nu, maar ook over 10 of 20 jaar, kunnen en willen wonen. Op 22 juni 2016 is het Programma Woningkwaliteit vastgesteld dat beoogt een positieve bijdrage te leveren aan de woningkwaliteit door:■ Er voor te zorgen dat woningen voldoen aan de

    wettelijke kwaliteitseisen.■ Verslechtering van woningkwaliteit te

    voorkomen.■ Te stimuleren dat woningen comfortabel en

    gezond zijn om in te wonen. Met deze prioriteit wordt een bijdrage geleverd aan het Programma Woningkwaliteit.

    Er voor zorgen dat de woningen voldoen aan wettelijke kwaliteitseisen is een reguliere handhavingstaak. Op basis van het grote belang dat hieraan wordt toegekend is de inzet om deze prioriteit meer gezamenlijk stadsbreed vorm te geven en te ondersteunen. Onder andere met capaciteit, ondersteuning bij moeilijke gevallen, onderzoek, het bijeenbrengen en beschikbaar maken van kennis, monitoring opzetten en communicatiemiddelen.

    De kwaliteit van woningen heeft grote

    invloed op de beleving van de stad, zowel

    in de woning als op straat in de buurt.

    Woningkwaliteit / Achterstalligonderhoud panden

    4.2

    Aanpak

    Deze prioriteit is in 2016 voor het eerst gezamenlijk opgepakt en is derhalve in ontwikkeling. De stadsdelen handhaven nu allen op hun eigen manier op woning-kwaliteit. Doel is om binnen de lokale uitwerkingen te komen tot een meer efficiënte en uniforme werkwijze:■ In elk stadsdeel wordt adequaat gehandhaafd op

    woningkwaliteit bij handhavingsverzoeken waarbij sprake is van wettelijke gebreken en waar direct gevaar is of een eigenaar weigert of niet reageert op verzoeken van de bewoner om de gebreken te verhelpen.

    ■ Elk stadsdeel heeft een plan van aanpak om op een meer actieve manier de handhaving op woningkwaliteit op te pakken.

    ■ Er is een uniforme wijze van (extern) beoordelen van de kwaliteit van woonpanden

    ■ Reguliere inzet ondersteunen met capaciteit, ondersteuning bij moeilijke gevallen, kennis vergaren en delen en beschikbaar maken van communicatiemiddelen.

    Maatschappelijke effecten

    Stadsbreed prettig en veilig wonen in een woning en in de buurt van woningen van tenminste voldoende woningkwaliteit.

    prioriteit

    Doel

    Het terugdringen van het aantal woningen

    in Amsterdam waarvan de kwaliteit niet

    voldoet aan de wettelijke minimumeisen.

  • 21

    Indicatoren

    ■ Aantal op (externe) kwaliteit beoordeelde panden/woningen.■ Aantal woningen dat op basis van deze (externe)

    beoordeling in aanmerking komt voor een nadere inspectie vanwege het vermoeden van onvoldoende woningkwaliteit.

    Woningkwaliteit / Achterstallig onderhoud panden

    ■ Aantal op (externe) kwaliteit beoordeelde panden-/woningen 122■ Aantal woningen dat op basis van deze (externe) beoordeling in aanmerking komt voor een nadere inspectie vanwege het vermoeden van onvoldoende woningkwaliteit 85■ Aantal woningklachten dat leidt tot handhaving 40■ Aantal panden waarbij de actieve aanpak leidt tot handhaving 111■ Aantal vooraanschrijvingen 41■ Aantal handhavingsbesluiten 23■ Aantallen opgeknapte woningen na inzet door handhaving 46

    Woningkwaliteit / Achterstallig onderhoudEerste helft 2016

  • 22 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Toelichting

    De kwaliteit van woningen heeft grote invloed op de beleving van de stad, zowel in de woning als op straat

    in de buurt. Een kwalitatief goede woning draagt bij aan het welbevinden en de gezondheid van de bewoner.

    De gemeente wil voor alle bewoners een kwalitatief voldoende woning waar mensen nu, maar ook over 10 of

    20 jaar, kunnen en willen wonen. Daartoe is 22 juni 2016 het Programma Woningkwaliteit vastgesteld dat als

    doel heeft:

    ■ Er voor zorgen dat woningen voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen.■ Voorkomen dat de kwaliteit van woningen verslechtert.■ Stimuleren dat woningen comfortabel en gezond zijn om in te wonen.Zorgen dat woningen voldoen aan wettelijke kwaliteitseisen is een reguliere handhavingstaak met een hoge

    prioriteit. De inzet is de taak gezamenlijk vorm te geven en stadsbreed te ondersteunen met bijvoorbeeld

    capaciteit, ondersteuning bij moeilijke gevallen, onderzoek, kennis bijeenbrengen en beschikbaar maken,

    monitoring opzetten en communicatiemiddelen.

    Omgevingsfactoren

    Deze prioriteit is in 2016 voor het eerst opgenomen. De werkwijze en noodzakelijk instrumentarium zijn nog

    in ontwikkeling. En zal zich ook in komende jaren verder ontwikkelen.

    Hoofddoel

    Het gestelde doel is het terugbrengen en voorkomen van woningen met een kwaliteit die niet voldoet aan de wettelijke minimumeisen en het stimuleren van een kwaliteitsimpuls.

    OmgevingsfactorenHet doel kan alleen bereikt worden door een keteninspanning én inspanningen van de individuele stadsdelen en rve’s. Er wordt nog gewerkt aan een stedelijke registratiemogelijkheid.

    Meten van indicatoren■ De indicatoren en de registratie daarvan moeten deels

    nog ontwikkeld worden.■ De verantwoordelijkheid voor registratie van de

    woningkwaliteit en handhavingsinzet ligt bij de stadsdelen.

    ■ De verantwoordelijkheid voor de registratie van ondersteuningsinzet ligt bij wonen en vindt deels plaats in de rapportages op de voortgang van het brede Programma Woningkwaliteit.

    Maatschappelijk effect

    Stadsbreed prettig en veilig wonen in een woning en in de buurt van woningen van tenminste voldoende woningkwaliteit.

    OmgevingsfactorenHet doel kan alleen bereikt worden door een keteninspanning én inspanningen van individuele rve’s en stadsdelen.

    Meten van indicatorenDe indicatoren en de registratie daarvan moeten deels nog ontwikkeld worden.

    4.2 Woningkwaliteit / Achterstalligonderhoud panden

  • 23

    Resultaten van gemeentelijke activiteiten

    1 Er is inzicht in de (externe) woningkwaliteit. Indicatoren

    ■ Aantal op (externe) kwaliteit beoordeelde panden/woningen.

    ■ Aantal woningen dat op basis van deze (externe) beoordeling in aanmerking komt voor een nadere inspectie, vanwege het vermoeden van onvoldoende woningkwaliteit.

    2 Tegen panden van (mogelijk) onvoldoende kwaliteit wordt opgetreden.

    Indicatoren ■ Aantal woningen dat is benaderd voor een nadere

    inspectie i.v.m. het vermoeden van onvoldoende woningkwaliteit (op basis van externe beoordeling óf woningklacht).

    ■ Aantal vooraanschrijvingen. ■ Aantal handhavingsbesluiten. ■ Aantallen opgeknapte woningen na inzet door

    handhaving.

    3 Woningeigenaren zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheden ten aanzien van onderhoud.

    Indicatoren ■ Er is een informatiepunt op internet waar naar

    verwezen kan worden voor informatie over woningkwaliteit.

    ■ Er zijn campagnes gericht op verschillende doelgroepen om kennis en bewustwording van bewoners en eigenaren ten aanzien van woningkwaliteit te stimuleren.

    4 Woningeigenaren zijn zich bewust van het feit dat aanpassingen in de woning een goed moment zijn om ook andere aanpassingen te overwegen.

    Indicatoren ■ Betrokkenen bij woningkwaliteit dragen dit actief uit

    in hun contacten met eigenaren en bewoners. ■ Er is een informatiepunt op internet waar naar

    verwezen kan worden voor informatie over woningkwaliteit.

    ■ Er zijn campagnes gericht op verschillende doelgroepen om kennis en bewustwording van bewoners en eigenaren ten aanzien van woningkwaliteit te stimuleren.

    Omgevingsfactoren■ Het doel kan alleen bereikt worden door een

    keteninspanning en betrokkenheid van rve Wonen en alle stadsdelen.

    ■ Inspanningen van alle stadsdelen.■ Het blijkt moeilijk in de huidige markt extra capaciteit te

    werven om in capaciteit actief bij te kunnen dragen aan ondersteuning bij handhaving.

    Meten van indicatoren■ De indicatoren en de registratie daarvan moeten deels

    nog ontwikkeld worden.■ De verantwoordelijkheid voor registratie van de

    woningkwaliteit en handhavingsinzet ligt bij de stadsdelen.

    ■ De verantwoordelijkheid voor de registratie van ondersteuningsinzet ligt bij wonen en vindt deels plaats in de rapportages op de voortgang van het brede Programma Woningkwaliteit.

    Gemeentelijke activiteiten

    Ad 1 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)Woningkwaliteit wordt uniform getoetst en in kaart gebracht.Indicatoren■ Er is een uniforme wijze van beoordelen van de

    (externe) kwaliteit van panden.■ Woningen worden (extern) beoordeeld conform een

    uniforme beoordelingswijze.■ De uitkomsten van deze beoordeling en ontwikkelingen

    in de kwaliteit van de voorraad worden uniform geregistreerd.

    Ad 2 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)Tegen panden van (mogelijk) onvoldoende kwaliteit wordt (uniform) opgetreden.Indicatoren■ Elk stadsdeel beschrijft in HUP hoe handhaving op

    woningkwaliteit op een actieve manier wordt opgepakt.■ Aantal opgenomen woningen i.v.m. het vermoeden van

    onvoldoende woningkwaliteit.■ Aantal woningklachten dat leidt tot handhaving.■ Aantal panden waarbij de actieve aanpak leidt tot

    handhaving.■ Aanwezigheid standaard communicatie voor

    handhaving.

    Woningkwaliteit / Achterstallig onderhoud panden

  • 24 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Ad 3 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)Opstellen communicatieplan en middelen.Indicatoren■ Er is een website met informatie over woningkwaliteit

    en taken en verantwoordelijkheden.■ Er zijn informatiematerialen om woningeigenaren en

    huurders te informeren over woningkwaliteit en taken en verantwoordelijkheden.

    ■ Er zijn campagnes om woningeigenaren en huurders te wijzen op (het belang van) woningkwaliteit.

    Ad 4 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)Handhavers verwijzen in contacten met eigenaren naar aanvullende verbetermogelijkheden.Indicatoren■ Handhavers worden hierover geïnformeerd. ■ Er is een website waarnaar verwezen kan worden.■ In correspondentie wordt de website standaard

    genoemd.

    Omgevingsfactoren■ Het doel kan alleen bereikt worden door een

    keteninspanning en betrokkenheid van rve Wonen en alle stadsdelen.

    ■ Het blijkt moeilijk in de huidige markt extra capaciteit te werven om in capaciteit actief bij te kunnen dragen aan ondersteuning bij handhaving.

    Meten van indicatoren■ De indicatoren en de registratie daarvan moeten deels

    nog ontwikkeld worden.■ De verantwoordelijkheid voor registratie van de

    woningkwaliteit en handhavingsinzet (doel 1 en 2) ligt bij de stadsdelen.■ De verantwoordelijkheid voor de registratie van

    ondersteuningsinzet (ondermeer doel 3 en 4) ligt bij rve Wonen.

    ■ Rapportage op de voortgang vindt deels plaats in de rapportages op de voortgang van het brede Programma Woningkwaliteit.

  • 25 Woningkwaliteit - achterstallig onderhoud panden

  • 26 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Inleiding

    We richten ons op het verbeteren van de brand- veiligheid van bestaande bouwwerken in Amsterdam. De stadsdelen, de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en Brandweer Amsterdam-Amstelland werken samen om de risico’s op het gebied van brandveiligheid te verminderen. Deze risico’s zijn onderhevig aan continu wisselende omstandigheden die invloed hebben op het werkelijke risico. Daarom hebben deze ketenpartners een gezamenlijke informatiegestuurde en risicogerichte aanpak ontwikkeld. Zij zorgen samen voor overzicht en inzicht in de gebouwenvoorraad, de risico’s en de resultaten van de inspanningen op het gebied van brandveiligheid. Zo kan de gezamenlijke capaciteit worden ingezet, daar waar risico’s het grootst zijn.

    We richten ons op de brandveiligheid van

    bestaande bouwwerken in Amsterdam

    Brandveiligheid gebouwen4.3

    Aanpak

    De stadsdelen, de Omgevingsdienst Noordzeekanaal- gebied en Brandweer Amsterdam-Amstelland maken deel uit van het netwerk Brandveiligheid. De effectiviteit en efficiëntie van het netwerk kunnen toenemen door gedeelde analyses van de grootste risico’s en betere, meer gecoördineerde samenwerking. Zij hanteren daarom gezamenlijk een risicogerichte werkwijze die een aanvulling is op de reguliere regelgerichte werkwijze. Afspraken over de samenwerking tussen de gemeente en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en Brandweer Amsterdam-Amstelland zijn vastgelegd in respectievelijk de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) 2017/2018 en de Serviceniveauovereenkomst (SNO) 2017/2018.

    ■ De stadsdelen en de Omgevingsdienst Noordzeekanaal- gebied houden risicogericht toezicht op de brandveiligheid van bestaande bouwwerken. Stadsbreed worden dezelfde risico’s op dezelfde wijze aangepakt. In de te hanteren strategie is het bonus/malus principe opgenomen.

    ■ Brandweer Amsterdam - Amstelland werkt integraal en risicogericht aan een fysiek veilige stad en regio. Van ruimtelijke planvorming, vergunningen, toezicht en handhaving tot incidentbestrijding en -analyse. Naast de regelgerichte werkzaamheden voor het toetsen van vergunningaanvragen en het controleren van brandveiligheidsaspecten in gebouwen in opdracht van de stadsdelen van de gemeente Amsterdam, investeert de brandweer met haar netwerkpartners in een risicogerichte benadering van specifieke brandgevaren.

    ■ De ketenpartners kijken met elkaar én op basis van gedeelde informatie naar de risico’s op het gebied van brandveiligheid, om daar vervolgens op de meest effectieve wijze op in te kunnen zetten. Hiertoe wordt een methodiek gehanteerd om nog beter inzicht te krijgen in de brandveiligheidsrisico’s in de stad, waardoor de beschikbare capaciteit en aandacht op de juiste bouwwerken focust. Deze methodiek leidt tot de aanpak van de Hot100 Brandveiligheid en het uitvoeren

    prioriteit

    Doel

    Het bij bestaande bouwwerken verminderen

    van de kans op brand en het doen afnemen

    van de gevolgen van brand. Eigenaren en

    gebruikers moeten brand veiliger gedrag

    vertonen en de brandveiligheid van hun

    gebouwen vergroten.

  • 27

    van verschillende projecten voor risicothema’s op het gebied van brandveiligheid. Communicatie gericht op gedragsverandering maakt onderdeel uit van deze aanpak.

    Maatschappelijke effecten

    ■ Brandveilig wonen, werken en verblijven in Amsterdam.■ Minder doden en gewonden als gevolg van brand.■ Minder schade als gevolg van brand.

    Indicatoren

    ■ Aantal gecontroleerde bouwwerken.■ Aantal gecontroleerde bouwwerken met een brandonveilige situatie.■ Aantal aangepakte Hot100 bouwwerken.■ Aantal branden in woningen en niet-woningen.■ Aantal branden in gebouwen met zorgfunctie.

    Brandveiligheid

    Eerste helft 2016

    Brandveiligheid gebouwen

    Indicatoren Centrum Noord Oost Zuidoost Zuid West Nieuw-West ODNZKG Totaal

    Gebouwen met omgevingsvergunning of 663* 279 568 309 625 ** 791 388 2.960melding brandveilig gebruik

    Gecontroleerde panden met omgevings- 507 130 58 96 191 ** 344 62 1.388vergunning of melding brandveilig gebruik

    Percentage gecontroleerde panden in 49% 42% 12% 27% 28% ** 45% 21% 36%relatie tot jaarplanning conform stedelijke toezichtstrategie (draaiboek eenduidig werken)

    Percentage van het aantal gecontroleerde 13% 25% 41% 48% 42% ** 82% 33% 40%gebouwen waarbij één of meerdere overtredingen zijn geconstateerd

    Percentage van het aantalgecontroleerde 33% 48% 4% 26% 63% ** 4% 90% 24%gebouwen met één of meerdere overtredingen waarbij de overtredingen met succes zijn beëindigd

    Percentage van het aantal gecontroleerde 91% 87% 60% 65% 84% ** 21% 97% 70%gebouwen met een omgevingsvergunning of melding brandveilig gebruik dat voldoet aan relevante wet- en regelgeving

    * Wordt nog nader geïnventariseerd in 2016

    ** Geen gegevens beschikbaar

  • 28 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Toelichting

    ■ We richten ons op de brandveiligheid van bestaande bouwwerken in Amsterdam. Voor een deel van deze gebouwen moet, afhankelijk van de aard, een gebruiksmelding worden gedaan of een omgevings-

    vergunning brandveilig gebruik (voorheen gebruiksvergunning) zijn aangevraagd en verstrekt.

    ■ De verantwoordelijkheid voor het verbeteren van de brandveiligheid van gebouwen in Amsterdam is een gedeelde verantwoordelijkheid van de overheid en eigenaren/gebruikers van deze gebouwen. De

    eigenaren/gebruikers zijn primair verantwoordelijk voor het voorkomen en beperken van de gevolgen van

    brand. De overheid bepaalt de kaders, ondersteunt waar mogelijk de toepassing ervan en ziet toe op de

    naleving.

    ■ De brandveiligheidstaken worden op een adequate, risicogerichte, informatiegestuurde en eenduidige manier uitgevoerd. Ook wordt de samenwerking tussen de betrokken partijen op een optimale manier

    ingericht. Voor de meest risicovolle gebouwen in Amsterdam op het gebied van brandveiligheid

    (HOT100) wordt daarnaast een gerichte gezamenlijke inspanning verricht om risico’s op het gebied van

    brandveiligheid verder te reduceren. In voorkomende gevallen en in overleg met gebruiker/eigenaar kan

    worden gekozen voor bovenwettelijke maatregelen.

    Hoofddoel

    Het gestelde doel is het verminderen van het risico van brand bij bestaande bouwwerken, door het verminderen van de kans op brand en het beperken van de gevolgen van brand. In relatie tot brandveilig gebruik van bouwwerken betekent dit dat eigenaren en gebruikers brandveiliger gedrag moeten vertonen en de brandveiligheid van hun gebouwen moeten vergroten.

    Indicatoren■ Aantal branden in woningen en niet-woningen.■ Aantal keer brand bij een monument.■ Aantal keer grote of zeer grote brand bij een bedrijf met omgevingsvergunning milieu.■ Aantal keer brand in een gebouw waarin een zorgfunctie, parkeergarage of kinderdagverblijf gevestigd is.■ Percentage van het aantal branden dat is veroorzaakt

    door een brandonveilig gebouw (bouwkundige en gebruiksaspecten).

    ■ Percentage van het aantal branden dat is veroorzaakt door brandonveilig gedrag.■ Percentage van het aantal gebouwen met een omgevingsvergunning milieu (type C bedrijf) dat is getroffen door brand.■ Percentage van het aantal gebouwen met zorgfunctie, parkeergarage of kinderdagverblijf én een omgevingsvergunning of melding brandveilig gebruik dat is getroffen door brand.

    Maatschappelijk effect

    Het gewenste maatschappelijk effect is brandveilig wonen, werken en verblijven in Amsterdam. Brand heeft grote negatieve maatschappelijke impact.

    Indicatoren■ Aantal doden en gewonden als gevolg van brand.■ Brandschade in euro’s.

    OmgevingsfactorenHet doel kan alleen behaald worden door het verrichten van een keteninspanning.Ook het meten van de indicatoren is een keteninspanning.

    Meten van indicatorenDe indicatoren worden bijgehouden door de Brandweer Amsterdam Amstelland.

    Brandveiligheid gebouwen4.3

  • 29

    OmgevingsfactorenHet doel kan alleen behaald worden door het verrichten van een keteninspanning.Ook het meten van de indicatoren is een keteninspanning.

    Meten van indicatorenDe indicatoren worden ontwikkeld en bijgehouden door de Brandweer Amsterdam Amstelland, de gemeente Amsterdam en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, waaronder in de backoffice systemen van de afdelingen toezicht en handhaving.

    Resultaten van gemeentelijke activiteiten

    1 Gebouwen met een omgevingsvergunning of melding brandveilig gebruik voldoen aan de wettelijke voorschriften op het gebied van brandveiligheid.

    Indicatoren

    ■ Aantal gecontroleerde gebouwen met een omgevingsvergunning of melding brandveilig gebruik, onderverdeeld naar risicoklasse.

    ■ Percentage van het aantal gecontroleerde gebouwen waarbij één of meerdere overtredingen zijn geconstateerd, onderverdeeld naar risicoklasse.

    ■ Percentage van het aantal gecontroleerde gebouwen met één of meerdere overtredingen waarbij de overtredingen met succes zijn beëindigd, onderverdeeld naar risicoklasse.

    2 Eigenaars en gebruikers voelen zich verantwoordelijk voor de brandveiligheid van hun gebouw.

    Indicatoren ■ Percentage gecontroleerde niet-woningen waarbij

    oefeningen in het kader van bedrijfshulpverlening gehouden worden en ontruimingsplannen aanwezig zijn.

    3 De risico’s van de HOT100 worden op succesvolle wijze gereduceerd. De risico’s van deze HOT100 gebouwen komen op een - voor deze gebouwen - acceptabel niveau te liggen.

    Indicatoren ■ Aantal gebouwen in 2017 resp. 2018 op de

    ‘HOT100’ dat in 2018 resp. 2019 niet meer in deze lijst staat.

    ■ Aantal gebouwen dat binnen de brandveiligheids- projecten risicogericht is aangepakt.

    4 Het aantal gebouwen ten onrechte zonder vergunning of melding brandveilig gebruik is verminderd. Het aantal gevallen van illegaal planologisch gebruik dat leidt tot brandveilig- heidsrisico’s is verminderd.

    Indicatoren ■ Aantal geconstateerde illegale situaties,

    onderverdeeld naar: - aantal aangetroffen gebouwen ten onrechte zonder

    omgevingsvergunning of melding brandveilig gebruik.

    - aantal aangetroffen gevallen van illegaal planologisch gebruik dat leidt tot brandveiligheidsrisico’s.

    ■ Percentage van het aantal geconstateerde illegale situaties waarbij de overtreding met succes is beëindigd.

    OmgevingsfactorenRandvoorwaarden zijn:■ Adequate I&A voorziening.■ Adequate registratie en analyse van informatie.■ Adequate samenwerking tussen de stadsdelen (VTH), de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Brandweer Amsterdam-Amstelland en de gebruikers/eigenaren, vastgelegd in de SNO en DVO 2017 en 2018.■ Indicator kolom 2 moet als aanvullende checklistvraag meegenomen worden tijdens de periodieke controles.

    Meten van indicatorenDe indicatoren worden bijgehouden door de gemeente Amsterdam en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, in de backofficesystemen van de afdelingen toezicht en handhaving.

    De indicatoren voor de aanpak van de HOT100 gebouwen en de projecten worden gemeten op stedelijk niveau (Regiegroep Brandveiligheid).

    Brandveiligheid gebouwen

  • 30 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Gemeentelijke activiteiten

    Ad 1 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)Risicogericht toezicht en handhaving conform strategie en werkwijze zoals vastgelegd in het ‘Draaiboek Eenduidig Werken Brandveiligheid’.

    Indicatoren■ Aantal gebouwen met een omgevingsvergunning of melding brandveilig gebruik, onderverdeeld naar risicoklasse.■ Aantal op- en afschalingen van risicoklasse (bonus/malus).

    Ad 2 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)Uitvoering van communicatiecampagnes door de stadsdelen gericht op specifieke doelgroepen met brandonveilig gedrag.

    Indicatoren■ Aantal communicatiecampagnes gericht op gedrags- beïnvloeding.

    Ad 3 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)Aanpak van HOT100 gebouwen en uitvoering van hieraan gerelateerde projecten zoals vastgelegd in het ‘Draaiboek Expertiseteams/HOT100 Brandveiligheid’.

    Indicatoren■ Aantal HOT100 gebouwen waarvoor een gerichte gezamenlijke inspanning plaatsvindt om brandveilig- heidrisico’s verder te reduceren.■ Uitvoering van de brandveiligheidsprojecten met betrekking tot zorg, parkeergarages, kinderdag- verblijven, seniorenhuisvesting en broedplaatsen.

    Ad 4 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)Actieve opsporing van illegale situaties. Handhaving van illegale situaties conform strategie zoals vastgelegd in het ‘Draaiboek Eenduidig Werken Brandveiligheid’.

    Indicatoren■ Geen.

    OmgevingsfactorenRandvoorwaarden zijn:■ Adequate I&A voorziening.■ Adequate registratie en analyse van informatie. ■ Adequate uitvoering van de werkwijze zoals vastgelegd in het ‘Draaiboek Eenduidig Werken Brandveiligheid’ en het ‘Draaiboek Expertiseteams/HOT100 Brandveilig heid’.■ Adequate uitwerking in het HUP 2017 en 2018.

    Relevante ontwikkeling is de inwerkingtreding van de wet VTH, de Wet kwaliteitsborging en de Omgevingswet.

    Meten van indicatorenDe indicatoren worden bijgehouden door de gemeente Amsterdam en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, in de backofficesystemen van de afdelingen toezicht en hand-having.

    De indicatoren voor de aanpak van de HOT100 gebouwen en de projecten worden gemeten op stedelijk niveau (Regiegroep Brandveiligheid).

  • 31Brandveiligheid gebouwen

  • 32 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Inleiding

    Prostitutie is benoemd als één van de stedelijke handhavingsprioriteiten. In 2017 is het tegengaan van Illegale prostitutie een speerpunt binnen programma prostitutie. In de niet vergunde (illegale) branche ligt de nadruk op het bestrijden van illegale prostitutiebedrijven. Hier wordt actief gezocht naar misstanden, illegale prostitutie en mensenhandel. De aanpak is ook gericht op facilitators binnen de prostitutiebranche. Waar nodig wordt samengewerkt met de stadsdelen, de rve Wonen, zorgpartijen en de politie in een integrale aanpak.

    Prostitutie is benoemd als één van de

    stedelijke handhavingsprioriteiten

    Prostitutie, escort, massagesalons 4.5

    Aanpak

    De gemeente Amsterdam wil een einde maken aan mensenhandel en uitbuiting in de prostitutiebranche. Daarom is in 2012 gestart met het programma Prostitutie met als doel het tegengaan en aanpakken van misstanden in de prostitutie in zowel de vergunde als de onvergunde prostitutie.

    Een belangrijk uitgangspunt is daarnaast dat prostituees veilig, zelfstandig en onder goede omstandigheden kunnen werken. De gemeente Amsterdam werkt hierbij nauw samen met politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, stadsdelen, OJZ - Zorg en ook binnen de gemeente met andere diensten en de stadsdelen.In 2016 is een stedelijk team Vergunningen Toezicht en Handhaving Prostitutie gevormd, bestaande uit toezichthouders van de rve H&T en vergunningverleners/handhavers van stadsdeel Centrum.Er wordt samengewerkt met andere onderdelen van de gemeente en met externe partners in het kader van het Programma Prostitutie. Het team levert een belangrijk aandeel binnen het Programma Prostitutie. Ze zijn gericht op én de aanpak van misstanden en onregelmatigheden in de vergunde branche én op opsporing en aanpak van niet vergunde prostitutiebedrijven in Amsterdam.

    Binnen de vergunde branche zijn de exploitanten een belangrijke doelgroep om het doel te bereiken. Door middel van vergunningverlening, toezicht en handhaving is het mogelijk goed te sturen op misstanden. Door middel van regulering worden exploitanten bewust in de positie geplaatst dat zij medeverantwoordelijk zijn voor het tegengaan van mensenhandel en misstanden in de branche. In de legale branche ligt de nadruk op de naleving van vergunningvoorschriften, inclusief het bedrijfsplan, en de APV, met bijzondere aandacht voor leeftijd, de zorg van de exploitant voor het voorkomen van misstanden, werktijden en verhuurvoorwaarden, gezondheid en veiligheid.

    prioriteit

    Doel

    ■ Legale bedrijven leven de regels na

    en de exploitanten voorkomen misstanden

    en zorgen voor veiligheid en hygiëne. ■ Meer zicht op de verschillende

    vormen en op de facilitators van

    illegale prostitutiebedrijven.

  • 33

    We streven naar versterking van onze informatiepositie ten aanzien van zowel de illegale als de vergunde branche. Daarnaast werken we aan het verbeteren van de samenwerking binnen de gemeente (stadsdelen, GGD, Wonen) en daarbuiten (politie, Belastingdienst, andere gemeenten). Meer specifiek ten aanzien van de integrale aanpak, waaronder de aanpak van facilitatoren en gelegenheidsstructuren, participeert de gemeente in het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Amsterdam Amstelland (RIEC AA), in de Clusters Misstanden Prostitutie en Mensenhandel. Op basis van het RIEC-convenant kan op rechtmatige wijze informatie worden gedeeld ten behoeve van informatiegestuurde integrale interventies. Vanuit het Programma Prostitutie worden er stedelijke acties georganiseerd vanuit 20% flexibele capaciteit van toezicht en handhaving. In 2017 wordt de stedelijke aanpak met betrekking tot illegale prostitutie geïntensiveerd. Dit betekent dat er naast de terugkerende controles van massagesalons in 2014 (13), 2015 (20) en 2016 (ongeveer 30) er komend jaar naast de salons ook flexacties worden georganiseerd voor de aanpak van overige vormen van illegale prostitutie (o.a. woningen). De focus van deze acties wordt bepaald op basis van trends.

    Maatschappelijk effect

    Het gewenste maatschappelijk effect is. ■ Regulering van de vergunde seksbranche. ■ Illegale prostitutie opsporen en beëindigen.■ Preventie en opwerpen barrières om instroom te

    voorkomen van kwetsbare personen.■ Versterken van de positie van sekswerkers

    empowerment, zorg en opvang.

    Prostitutie, escort, massagesalons

    Indicatoren

    Vergunde branche■ Vergunningen: aantal verleend, aangevraagd

    en geweigerd. ■ Raamprostitutie: aantal controles, overtredingen

    en handhavingsacties.■ Besloten clubs: aantal controles, overtredingen

    en handhavingsacties.■ Escort: aantal controles, overtredingen en

    handhavingsacties.■ Mensenhandel: signalen vanuit verschillende

    ketenpartners (ook zorg) en strafrechtelijke cijfers.

    Niet vergunde (illegale) branche■ Woningen: aantal controles, constateringen en overige

    meldingen. ■ Woningen: totaal aantal illegale prostitutie beëindigd. ■ Massagesalons: aantal controles, constateringen en

    sluitingen.■ Escort: aantal controles (zowel vergund als onvergund).

    Handhavingsmaatregelen naar soort onderneming Eerste helft 2016

    Raamprostitutie

    Clubs

    3

    Escort

    3

    15

  • 34 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Toelichting

    Binnen deze prioriteit richten we ons op bestuurlijke handhaving ten aanzien van de onvergunde en

    illegale prostitutie in het algemeen en bij de legale locatiegebonden prostitutie op het verminderen van

    misstanden (zoals dwang en uitbuiting). We onderscheiden binnen deze prioriteit een aantal verschillende

    verschijningsvormen: legale locatiegebonden prostitutie, illegale bedrijfsmatige prostitutie (bv. in woningen

    of massagesalons) en escort.

    Hoofddoel

    Legale bedrijven leven de regels na, de exploitanten nemen hun verantwoordelijkheid in het voorkomen van misstanden en zorgen voor veiligheid en hygiëne.Meer zicht op de verschillende vormen van illegale prostitutie en de facilitators hierin, gedacht kan worden aan pandeigenaren en makelaars.

    Meten van indicatorenWie: ■ Handhaving en Toezicht (toezichthouders

    vergunningsverleners en handhavers).■ Politie.■ GGD.■ Zorgpartners (GGD, Hvo Querido, Leger des Heils,

    Spirit.

    Maatschappelijk effect

    ■ Verminderen misstanden zoals uitbuiting en dwang (mensenhandel) in de prostitutiebranche.

    ■ Minder kwetsbare sekswerkers werkzaam in vergunde prostitutiebranche.

    ■ Passend zorgaanbod voor sekswerkers in de onvergunde prostitutiebranche.

    4.5 Prostitutie, escort, massagesalons

  • 35

    Resultaten van gemeentelijke activiteiten

    1 Op alle vergunningsaanvragen is tijdig besloten. Indicatoren ■ Aantal vergunningen aangevraagd. ■ Aantal vergunningen verleend. ■ Aantal vergunningen geweigerd.

    2 Toezicht en handhaving op vergunde locatiegeboden branche (raamprostitutie en besloten clubs) en vergunde escort.

    Indicatoren ■ Aantal controles. ■ Aantal overtredingen. ■ Aantal handhavingsacties. ■ Aantal signalen van mensenhandel vanuit

    verschillende ketenpartners.

    3 Toezicht en handhaving op illegale branche zoals in woningen, hotels en massagesalons.

    Indicatoren ■ Aantal controles, constateringen en overige

    meldingen bij woningen. ■ Aantal illegale prostitutie beëindigd bij woningen. ■ Aantal controles, constateringen en sluitingen

    massagesalons. ■ Aantal controles onvergunde escorts.

    4 De binnengemeentelijke samenwerking en de samenwerking met externe partners wordt verder versterkt en de informatiepositie wordt verbeterd.

    Indicatoren ■ Betrokken partijen beoordelen samenwerking en

    monitor wordt besproken en trends gesignaleerd.

    Omgevingsfactoren

    Doorlopend van toepassing als randvoorwaarde (en blijvend monitoren):■ Goede toezicht- en handhavingcapaciteit.■ Handhavingbeleid evalueren en aanpassen.■ Strikte toets aan de poort (vergunningverlening).■ Signalen vanuit zorg omzetten in toezicht en

    handhavingsacties.

    Gemeentelijke activiteiten

    Ad 1 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Voorlichting geven aan de exploitanten op het gebied

    van opstellen bedrijfsplannen. ■ Illegale escortbureaus wijzen op de mogelijkheid van

    legalisering als ze vergunning aanvragen en krijgen.■ Het economisch interessant maken voor de exploitant

    om legaal te opereren.

    Ad 2 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Toetsen van vergunningen.■ Toepassen APV.■ Uitvoeren van (her) controles.■ Opleggen van sancties en dwangsommen.■ Belonen van goed functionerende locaties door lagere

    controle druk.

    Ad 3 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Opleggen van sancties en dwangsommen.■ Uitvoeren controles en hercontroles (is woning weer

    blijvend bewoond).■ Bij signalen over prostitutie in bijvoorbeeld koffiehuizen/

    op straat (tippelen etc.) deze doorgeven aan politie.■ 100% van de geselecteerde massagesalons zijn

    gecontroleerd.■ Gezamenlijk onderzoeken/ontwikkelen effectieve

    aanpak voor andere structurele verschijningsvormen prostitutie, zoals die in woningen en massagesalons.

    Ad 4 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Bespreken monitor en mogelijke trends op micro-,

    meso- en macroniveau.

    Prostitutie, escort, massagesalons

  • 36 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Inleiding

    We focussen op de aanpak van overlast van problematisch groepen, overlast van (nog) niet als problematisch geclassificeerde groepen, preventie van de criminaliteit via de aanpak van drie domeinen (groepsgerichte aanpak, situatie/domeingericht, persoons gerichte aanpak). Een gemeentebrede aanpak van overlast en een verbeterde samenwerking is van groot belang. Handhaving op de aanpak van overlast van jeugd maakt onlosmakelijk deel uit van het Amsterdamse jeugdbeleid. Amsterdam heeft een visie geformuleerd over de toekomst met richting en prioriteiten. Onderdelen daarvan zijn bijvoorbeeld: succesvolle schoolloopbaan, talentontwikkeling, adequate zorg en werk.

    Onder overlast verstaan we intimiderend

    gedrag, geluidsoverlast, troep maken en

    alcohol en drugs gebruiken op openbare

    plekken.

    Aanpak

    ■ Vanuit toezicht en handhaving richt de aanpak zich op overlast van jongeren. De handhaving wordt vervolgens informatiegestuurd ingezet, al dan niet in combinatie met samenwerkingspartners, zoals politie, SAOA of andere betrokken instanties.

    ■ Ook het opbouwen en onderhouden van contacten met bewoners en ondernemers is van groot belang. ■ Als interventiestrategie wordt het vier-fasenmodel gehanteerd. De handhavers worden specifiek opgeleid

    en krijgen handzame instructies over o.a. bejeging.■ De handhaving wordt per stadsdeel ingezet; maat-

    werk geleverd op basis van vooraf geïnventariseerde overlastinformatie m.b.t de jeugd in het gebied.

    ■ Groepen en hun leden worden in kaart gebracht.■ Inzet getrainde handhavers.■ Uniforme interventiestrategie.■ Lik op stuk.

    FlexaanpakWe richten ons op hinderlijke, overlastgevende jeugd-groepen en zoeken samenwerking met SAOA. SAOA heeft 3 coördinatoren die in overleg met de veiligheids- en de netwerkcoördintoren operationele inzet van straatcoaches coördineren en regisseren in 6 stadsdelen. We willen een inzet aanvullend op en in samenhang met de straatcoaches, die meer dan in voorgaande jaren, op de juiste groepen jongeren plaatsvindt. We kiezen dezelfde jeugdgroepen als SAOA. Centraal staan:■ Samenwerking met SAOA op tactisch/operationeel

    niveau (coördinator Flex die maandelijks met de coördinator SAOA de operationele inzet regisseert).■ IGH (de informatie analist die met behulp van het dashboard de informatie van de coördinatior Flex en de coördinator SAOA vertaalt in een briefing).■ Samenwerking met stadsdelen op operationeel niveau

    (de handhavers worden vanuit de stadsdelen gebriefd en komen daar ook op).

    Doel

    Minder overlast veroorzaakt door groepen.

    Hangjongeren / Groepsoverlast /Overlast op straat

    4.6prioriteit

  • 37

    Maatschappelijk effect

    Het gewenste maatschappelijk effect is. ■ Jeugd krijgt perspectief.■ Verbeterde leefbaarheid in de stad en in buurten.■ Zichtbare overheid.

    Indicatoren

    ■ Aantal meldingen van burgers over jongeren overlast.■ Door bewoners ervaren overlast.■ Aantal problematische groepen. ■ Aantal interventies op jeugdgroepen.

    Hangjongeren / Groepsoverlast / Overlast op de straat

    Meldingen en interventiesEerste helft 2016

    Overlastmeldingen in MORA

    Gecoördineerde interventies

    4.486

    2.696

  • 38 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Toelichting

    Het gaat bij deze prioriteit om de aanpak van: ■ Overlast van problematische groepen.■ Overlast van (nog) niet als problematisch geclassificeerde groepen.■ Preventie van de criminaliteit via de aanpak van drie domeinen: - groepsgerichte aanpak - situatie/domeingericht - persoonsgerichte aanpak

    Hoofddoel

    Minder groepen die overlast veroorzaken.

    Indicatoren■ Aantal problematische groepen. ■ Aantal meldingen van burgers over jongerenoverlast. ■ Door bewoners ervaren overlast.

    Maatschappelijk effect

    ■ Jeugd krijgt perspectief.■ Verbeterde leefbaarheid in de stad en in buurten.■ Zichtbare overheid.

    Hangjongeren / Groepsoverlast /Overlast op straat

    4.6prioriteit

  • 39

    Resultaten van gemeentelijke activiteiten

    1 Zichtbare aanpak.

    Indicatoren ■ Burgers en ondernemers beoordelen de

    zichtbaarheid positief. ■ Ureninzet.

    Informatiebronnen H&T, Stadsdelen.

    2 Overlastgevend gedrag is geverbaliseerd.

    Indicatoren ■ Aantal BSB’s, RvB’s en andere interventies.

    Informatiebronnen H&T, politie, Stadsdelen.

    3 Gemeentebrede aanpak overlast en verbeterde samenwerking.

    Indicatoren ■ Aangewezen handhavingspartner heeft opgetreden en regie gegeven ■ H&T heeft geparticipeerd in de aanpak.

    Informatiebronnen H&T, politie, Stadsdelen, OM.

    4 Jeugdgroepen zijn aangesproken op hun gedrag.

    Indicatoren Aantal interventies op jeugdgroepen. Informatiebronnen H&T, politie, Stadsdelen.

    Gemeentelijke activiteiten

    Ad 1 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Handhavers en toezichthouders werken

    informatiegestuurd. ■ Continuïteit in toezicht.■ Op- en afschalen van inzet handhavers-SAOA-politie.■ Contacten opbouwen en onderhouden met bewoners en ondernemers.

    Ad 2 (zie Resultaten hiernaast)■ Maatwerk bij interventie en sanctie.■ Interventiestrategie conform vier-fasenmodel.■ Handhavers opleiden in kennis APV en handzame

    instructie opstellen over o.a. bejegening. ■ Goede samenwerking en afstemming tussen

    handhavers, straatcoaches van SAOA en politie.■ Lik-op-stuk: afspraken maken over doorlooptijden en termijnen. ■ Schade verhalen.

    Ad 3 (zie Resultaten hiernaast)■ Heldere werkafspraken met de ketenpartners.■ Goede overdracht van en afstemming. ■ Goede regievoering. ■ Uniforme werkwijze handhavers (interventiestrategie).■ Plannen van aanpak bekend maken.■ Bij bedreiging van medewerker altijd aangifte doen.

    Ad 4 (zie Resultaten hiernaast)■ Groepen en hun leden in kaart brengen.■ Handhavers spreken jeugd aan.■ Zoveel mogelijk voor dit doel getrainde handhavers

    inzetten.

    Hangjongeren / Groepsoverlast / Overlast op de straat

  • 40 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Inleiding

    De afgelopen periode is in de stad en in raadsvergaderingen in toenemende mate aandacht voor evenementen en de overlastgevende gevolgen daarvan. Het college heeft de centrale doelstelling van het nieuwe evenementenbeleid geherformuleerd: ‘Evenementen leggen een duurzame verbinding met de stad en haar bewoners, ondernemers en instellingen, dragen bij aan de leefbaarheid en houden zo goed mogelijk rekening met de woonomgeving. Evenementen bevorderen de aantrekkelijkheid en positieve beleving van de stad bij bewoners en bezoekers en positioneren de stad als leefbare, creatieve, innovatieve en dynamische hoofdstad’. Toezicht en handhaving dragen bij aan deze centrale doelstelling. Één van de peilers van het nieuwe evenementenbeleid is het versterken van de stedelijke (regie)organisatie waarin onder andere handhaving & toezicht, politie, brandweer en GHOR zijn vertegenwoordigd.

    Het aantal evenementen neemt toe. Veel

    evenementen verlopen goed en leveren

    een bijdrage aan een levendige stad

    Overlast en veiligheid evenementen4.7

    Aanpak

    We richten ons op onvergunde en vergunde evenementen in de openbare ruimte en in gebouwen zonder horecabestemming. Bij de aanpak ligt de nadruk op veiligheid (openbare orde alsmede publieksveiligheid), beperken van geluidsoverlast en voorkomen van schade aan groen- en openbare nutsvoorzieningen.

    FlexaanpakVanuit Flex Evenementen ligt de focus op:■ Bijdragen aan de samenwerking in het HOR-domein om

    de samenwerking te versterken en te laten functioneren als één HOR-organisatie.

    ■ Peilstokacties: verder ontwikkelen, uitbouwen en borgen van peilstokacties tijdens Dance-events.

    ■ Reguliere evenementen: coördinatie van capaciteit die benodigd is bovenop de eigen capaciteit van de stadsdelen.

    ■ Bijdrage leveren aan het verbeteren van de informatiepositie rondom evenementen en het uniformeren van het evenementenproces.

    Maatschappelijk effect

    ■ Alle evenementen zijn veilig en er is geen sprake van onredelijke belasting op de woonomgeving en de stad.

    Indicatoren

    ■ Aantal inzet hulpdiensten (Politie, EHBO-posten en inzet GHOR).

    ■ Aantal vergunde evenementen naar bezoekersaantallen.■ Aantal overtredingen c.q. afwijkingen van vergunning-

    (voorwaarden).■ Aantallen meldingen van overlast uitgesplitst naar soort

    overlast.■ Aantal stappen/sancties opgelegd aan organisatoren

    van evenementen.

    prioriteit

    Doel

    Alle evenementen zijn veilig en de overlast

    voor burgers en bedrijven is ‘aanvaardbaar’

  • 41 Overlast en veiligheid van evenementen

    Aantal vergunde evenementen

    Eerste helft 2016

    12*

    Noord

    West

    Oost

    Zuid

    Nieuw-West

    Zuidoost

    Centrum66

    157

    64

    174

    73

    156

    46

    13*

    * aantal evenementen met meer

    dan 2.000 bezoekers

    17*

    0*

    14*

    12*

    10*

  • 42 Stedelijk Handhavingsprogramma 2017-2018

    Toelichting

    Binnen deze prioriteit richten we ons op onvergunde en vergunde evenementen in de openbare ruimte en in

    gebouwen met een andere bestemming. Bij de aanpak ligt de nadruk op een veilig verloop (openbare orde

    alsmede publieksveiligheid), geluidsoverlast en schade aan groen- of openbare nutsvoorzieningen.

    Resultaten van gemeentelijke activiteiten

    1 Evenementen verlopen veilig. Indicatoren

    ■ Aantal inzet hulpdiensten (Politie, EHBO-posten,inzet GHOR).

    2 Alle evenementen zijn vergund of gemeld.

    Indicatoren ■ Aantal vergunde evenementen naar

    bezoekersaantallen.

    3 De organisatie houdt zich aan de vergunning.

    Indicatoren ■ Aantal overtredingen c.q. afwijkingen van

    vergunning(voorwaarden). ■ Aantallen meldingen van overlast uitgesplitst naar

    soort overlast.

    4 Organisatoren van illegale evenementen en degene die zich niet aan de vergunning houden worden bestraft.

    Indicatoren ■ Aantal stappen/sancties opgelegd aan organisatoren

    van evenementen.

    5 Stedelijke regieorganisatie opzetten (procesresultaat).

    Maatschappelijk effect

    Evenementen leggen een duurzame verbinding met de stad en haar bewoners, ondernemers en instellingen, dragen bij aan de leefbaarheid en houden zo goed mogelijk rekening met de woonomgeving. Evenementen bevorderen de aantrekkelijkheid en positieve beleving van de stad bij bewoners en bezoekers en positioneren de stad als leefbare, creatieve, innovatieve en dynamische hoofdstad.

    Hoofddoel

    Alle evenementen zijn veilig en er is geen sprake van onredelijke belasting op de woonomgeving en de stad.

    4.7 Overlast en veiligheid evenementen

  • 43

    Omgevingsfactoren■ Er dient een systeem voor de registratie van inzet van

    hulpdiensten gecreëerd te worden.■ In het nieuwe Vergunningensysteem dient een

    categorisering naar bezoekersaantallen aangebracht te kunnen worden.

    Meten van indicatoren■ Inzet hulpdiensten. - Er dient een systeem voor de registratie van inzet van

    hulpdiensten gecreëerd te worden. Deze indicator wordt alleen toegepast bij grote, voor veiligheid risicovolle evenementen.

    ■ Vergunde evenementen - Lokale systemen. ■ Overtredingen en stappen/sanctie - Lokale systemen.■ Meldingen - MORA, 14.020, interswich.

    Gemeentelijke activiteiten

    Ad 1 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Risico-analyse uitvoeren door stadsdeel en relevante

    veiligheidspartners. Het verdient aanbeveling hierbij een onderscheid te maken in de categorieën hoog, middel en laag.

    ■ Opstellen vergunningsvoorschriften en veiligheidsplan obv belangrijkste risico’s.

    ■ Controle op bovengenoemde veiligheidsaspecten door vergunningverleners, toezichthouders en handhavers.

    ■ Verslaglegging tbv a. sancties en b. evaluatie (stoplicht)■ Afstemming en overdracht tussen Vergunningen en

    Handhaving gericht op controle op naleven vooraf en tijdens evenement.

    ■ Eenduidige en toegankelijke handleiding maken voor organisatoren.

    ■ Zorg voor handhaafbare vergunning (kwaliteitcheck).

    Ad 2 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Normering geluid vastleggen in dBA en dBC in

    vergunning.■ Onderzoek sociale media of er illegale feesten worden

    aangekondigd en voeren van ‘bang-maak-gesprek’.■ Eenduidige handhavingsstrategie bij illegale

    evenementen (bv. preventieve last onder dwangsom).■ Duidelijke communicatie over de te ondernemen acties

    om een vergunning te verkrijgen en waarom.

    Ad 3 (zie Resultaten van gemeentelijke activiteiten)■ Criteria opstellen voor opstellen Veiligheidsplan.■ Toezichthouders en handhavers preventief laten toezien

    op vergunningsvoorwaarden.■ Consequenties van niet-naleving van vergunnings-

    voorwaarden duidelijk maken aan vergunninghouder.■ Duidelijke lijst opstellen van do’s and dont’s voor

    gemelde evenementen. ■ Maak gebruik van haalbare nieuwe technieken

    (waarbij bv. geluidsbelasting op de gevel continu door orga