Standpunt vbv everzwijn in vlaanderen tekst--29-11-2011
Transcript of Standpunt vbv everzwijn in vlaanderen tekst--29-11-2011
Standpunt van Vogelbescherming Vlaanderen vzw: het Everzwijn in Vlaanderen
1. Wanneer is voor jullie sector het overleg geslaagd?
Bij een totaalanalyse van de problematiek dient men er mee rekening te houden
dat het grootste deel van de everzwijnen die momenteel in Vlaanderen rondlo-
pen, afstamt van (half)tamme individuen afkomstig uit een kweeksetting. Illega-
le uitzet van deze soort die in het Vlaamse klimaat en cultuurlandschap perfect
gedijt én zich met een zeer hoge succesratio voortplant heeft ervoor gezorgd dat
ingrijpende maatregelen noodzakelijk worden.
Het zou echter onverstandig zijn om jacht of bestrijding onder welke wettelijke
vorm dan ook ‟s nachts toe te laten of te vergemakkelijken in natuurgebied op
een soort die enkele jaren terug clandestien werd uitgezet. Indien er toch een
afschotplan voor everzwijnen waarvoor de jachtsector als uitvoerder wordt aan-
gewezen dan dringen nauwgezette controles zich op. De toegelaten jacht- of be-
strijdingsmethoden zouden zich dan enkel en alleen mogen beperken tot hetgeen
waarvoor ze bedoeld zijn, namelijk het everzwijn. Bovendien blijkt uit onderzoek
dat het wegvangen van zwijnen met specifieke vangkooien goede (zoniet nog
betere) resultaten geeft dan afschot.
Het is utopisch te stellen dat men via afschot het probleem op een duurzame en
efficiënte manier zal kunnen indijken. Het zal „verleidelijk‟ zijn om puur recreatief
een deel van de populatie kunstmatig in stand te houden. Een nulstand via af-
schot door de jachtsector lijkt ons daarom bij voorbaat een verloren zaak en ne-
fast voor het toekomstperspectief op natuurbehoud.
Het overleg zal voor onze sector geslaagd zijn als we er op kunnen vertrouwen
dat het beperkte natuurgebied dat Vlaanderen rijk is, gespaard blijft van extra
verstoringsdruk door de jachtsector. Om die reden is Vogelbescherming Vlaande-
ren voor een beheervisie op het everzwijn waarbij de Vlaamse overheid stevig de
teugels in handen houdt (controle uitoefent op de verschillende beheerzones),
gesteund op een gelijkwaardig overleg met alle partners met aandacht voor we-
tenschappelijk onderzoek.
Ten slotte zou er ook nog duidelijkheid moeten komen voor de erkende Opvang-
centra voor Vogels en Wilde Dieren wat men precies moet aanvangen met ge-
kwetste zwijnen, jonge, verweesde dieren of uit het kanaal opgeviste dieren. Dit
zal in de toekomst ongetwijfeld nog meer gebeuren indien deze soort intensief
bejaagd of bestreden wordt en deze dieren nog meer zullen uitzwermen.
2. Welke negatieve effecten heeft de aanwezigheid van everzwijn?
Specificeer dit voor jullie sector.
De erkende Limburgse opvangcentra onder onze koepel komen vooral in contact
met gekwetste everzwijnen na verkeersongevallen. Ze steken – voornamelijk ‟s
nachts – de weg over en zorgen voor extreem gevaarlijke verkeerssituaties. Re-
cent zagen we nog enkele voorbeelden van auto‟s die “total loss” verklaard wer-
den na een aanrijding met een everzwijn. De “zwarte punten” zouden in kaart
gebracht kunnen worden waarna men zou moeten nadenken over het plaatsen
van nog meer wildrasters in combinatie met de aanleg van ecoducten. Daarnaast
kan het plaatsen van waarschuwingstekens in combinatie met snelheidsbeper-
kende middelen (dynamische (verkeers)borden, drempels, verhoogde inrichtin-
gen) op strategische plekken het aantal incidenten met everzwijnen verminde-
ren. Het project van Vogelbescherming Vlaanderen, Natuurpunt en de Vlaamse
overheid „Dieren onder de wielen‟ kan daarbij een hulpmiddel zijn.
Vervolgens is schade aan professioneel geteelde gewassen (cfr. Soortenbesluit)
in bepaalde landbouwgebieden aanzienlijk. De Vlaamse overheid zou hiervoor
goede afspraken kunnen maken met gedupeerde landbouwers die kampen met
zware, economische schade. Om aanspraak te kunnen maken op financiële com-
pensatie zou daaraan de voorwaarde kunnen gekoppeld worden dat zij eerder al
maatregelen troffen om de zwijnen van hun land te houden (voorbeeld d.m.v.
lage schrikdraad rond akkers zoals dat al in Wallonië en in het buitenland ge-
beurt).
3. Welke kansen biedt de aanwezigheid van everzwijn?
Specificeer dit voor jullie sector.
Everzwijnen kunnen in sommige gebieden niet zomaar weghouden worden uit
onze streek. De draagkracht voor het everzwijn in Vlaanderen is misschien be-
perkt, maar het staat vast dat we influx uit Wallonië, Frankrijk en Duitsland niet
zomaar kunnen tegenhouden. Hun ecologische waarde kan in bepaalde natuur-
gebieden van belang zijn. Open plekken in bossen worden op natuurlijke wijze
gecreëerd door het wroetgedrag, bodems worden omgewoeld wat kan zorgen
voor hun beluchting en een snellere afbraak van biologisch materiaal wat op zich
positief kan zijn voor onze biodiversiteit.
De aanleg van ecoducten, wildrasters en snelheidsbeperkende maatregelen ter
preventie van accidenten met everzwijnen vormen op hun beurt weer kansen
voor andere soorten die evenzeer te lijden hebben onder het verkeer op onze
Vlaamse wegen bijvoorbeeld: reeën, egels, vossen, dassen, amfibieën, …
Welke mogelijke acties, maatregelen, inspanningen, … (bv. aangaande sensibi-
lisatie, schadevoorkoming, meldpunt, beheermaatregelen, …) hebben jullie bin-
nen jullie sector ondernomen rond everzwijn?
Door één van de Opvangcentra voor Wilde Dieren werd enkele jaren geleden al aan de alarmbel ge-trokken toen er eerst drie, dan vijf en daarna acht tamme everzwijnen vanuit kweek werden uitge-zet. Eén van die acht exemplaren werd destijds (met toestemming van het ANB) gevangen waarna duidelijk bleek dat het om een exemplaar met een significante imprint ging. Momenteel worden in de Limburgse omgeving nog systematisch (half)tamme everzwijnen wegge-vangen en geplaatst in dierenparken zodat men het probleem niet verder in de hand werkt. Er wordt regelmatig met de provinciale afdeling van het ANB en met het INBO teruggekoppeld over de stand van zaken rond verkeersslachtoffers in Limburg en de mogelijke aanpak daarvan op sommi-ge punten.