Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad...

37
baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be 00000 Stad Blankenberge Verzoek tot raadpleging RUP 26 Lissewegestraat juni 2009

Transcript of Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad...

Page 1: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

baro

n ru

zett

elaa

n 35

| 8

310

brug

ge |

tel

(05

0) 3

6 71

71

| fa

x (0

50)

35 6

8 49

| w

ww

.wvi

.be 00000

S t a d B l a n k e n b e r g eV e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

R U P 2 6 L i s s e w e g e s t r a a t

j u n i 2 0 0 9

Page 2: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer ............................................................................................ 1

2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan ....................................................................................................................... 12.1. Beslissing tot opmaak .............................................................................................................................................. 12.2. Doelstelling .............................................................................................................................................................. 12.3. Situering van het plangebied ................................................................................................................................... 12.4. Mogelijke alternatieven - nulalternatief .................................................................................................................... 22.5. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht ................................................................................. 3

3. Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma ................................................................................................................................................ 43.1. De gezondheid en de veiligheid van de mens ......................................................................................................... 63.2. De ruimtelijke ordening ............................................................................................................................................ 73.3. Debiodiversiteit,defaunaendeflora ....................................................................................................................113.4. De energie- en grondstoffenvoorraden .................................................................................................................. 143.5. De bodem .............................................................................................................................................................. 153.6. Het water................................................................................................................................................................ 163.7. De atmosfeer en de klimatologische factoren ........................................................................................................ 183.8. Het geluid ............................................................................................................................................................... 183.9. Het licht .................................................................................................................................................................. 193.10. De stoffelijke goederen .......................................................................................................................................... 193.11. Het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed ........................................ 193.12. Het landschap ........................................................................................................................................................ 193.13. De mobiliteit ........................................................................................................................................................... 193.14. De samenhang tussen de genoemde factoren ...................................................................................................... 28

4. Relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moe ten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM ........................................................................ 28

5. In voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of . gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben .......................................................... 29

Bijlagen ............................................................................................................................................................................. 31

Page 3: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

1w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer

Initiatiefnemer:Stad BlankenbergeJ.F. Kennedyplein 1 8370 Blankenbergecontactpersoon: Guy Devos [email protected]

Opdrachthouder:WviBaron Ruzettelaan 358310 Assebroekcontactpersoon:Ann Van Ackere: [email protected] Cosyns: [email protected] Swerts: [email protected] Vanderstraeten: [email protected]

2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan

Het doel van het RUP Lissewegestraat is om een ver-kaveling te realiseren met ongeveer 225 woningen. Het plangebied heeft een oppervlakte van 8 ha 97 a en 60 ca.

2.1. Beslissing tot opmaakDe gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak van RUP 26 “Lissewegestraat” en eventueel bijhorend ont-eigeningsplan aan de WVI te gunnen.

2.2. DoelstellingDe doelstellingen van het gemeentelijk ruimtelijk uit-voeringsplan “Lissewegestraat” zijn:

In het GRS werd het gebied geselecteerd als loca- �

tie voor woonuitbreiding. “Teneinde de voorziene woonuitbreiding in het zuidoosten van Blanken-berge te realiseren is het aangewezen de kracht-lijnen van de ruimtelijke structuur (o.m. ontsluiting, woondichtheden, woontypes, ondersteunende functies en voorzieningen (bv. groen en recreatie)) en desgevallend de gewenste fasering vast te leg-gen in een ruimtelijk uitvoeringsplan (R.G. p.62)”. In de gewenste ruimtelijke structuur van de �

woongebieden werd een zeker aanbod van open bebouwing en wonen in een gezinsvriendelijke, groene woonomgeving als doelstelling opgeno-men. Dit is nodig om te kunnen voldoen aan de specifiekebehoeftenvanjongegezinnen(GRS,RG p. 22).

Het aansnijden van +- 8 ha woonuitbreiding �

Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgeno-men RUP.

Het voorgenomen RUP vormt een kader voor het �

aanvragen van stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunning. De kwaliteitseisen, worden gedetailleerd tot op �

perceelsniveau. Alle nieuw op te richten construc-ties dienen te voldoen aan de bepalingen van het RUP. De voorschriften bevatten volgende items:

architecturale en ruimtelijke kwaliteit �

hoofdbestemming, nevenbestemming �

bebouwingstype, bebouwingspercentage- en �

terreinbezettinginplantingsvoorwaarden gebouwen �

inrichting van niet-bebouwde ruimte �

parkeervoorzieningen, ... �

Het voorgenomen RUP vormt tevens het kader �

voor de kwaliteitseisen ten aanzien van de pu-blieke inrichting, o.m.:

Bepalingeninrichtingvandewegenis(typologie �

en circulatie)Deinrichtingvandepubliekeruimtes(groenzo- �

nes,wegenisenfietspaden)De inrichting van de groenbuffer t.a.v. het land- �

schapBepalingen omtrent publieke verlichting �

Bepalingen omtrent ‘zuivere’ waterbuffering �

2.3. Situering van het plangebiedHet plangebied wordt begrensd door: �

Ten noorden het kampeer- verblijfpark De Wie- �

len en de camping Bonanza 1Ten oosten het polderlandschap �

Ten zuiden de spoorweg met de achtergelegen �

villa wijk

Page 4: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

2 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Ten westen het stedelijke woonweefsel met �

voornamelijk villa bouw en met een meer dens woonweefsel in het zuidelijk gedeelte. Dit is de sociale woonconcentratie ‘Reigerpad’.

Het gebied wordt momenteel benut als akker- en �

weiland.Het op te maken GRUP bestrijkt een gebied van 8 �

ha 97 a en 60 ca.

2.4. Mogelijke alternatieven - nulal-ternatief

2.4.1. NulalternatiefIndien het RUP niet wordt opgemaakt, kan het woon-uitbreidingsgebied niet ontwikkeld worden en wordt er geen gevolg gegeven aan de visie van het gemeente-lijk ruimtelijk structuurplan.

2.4.2. Woonuitbreidingsgebied in uit-voering van GRS

De opmaak van het RUP ‘Lissewegestraat’ � kadert binnen het GRS,definitiefaanvaardengoedge-keurd door de Bestendige Deputatie 04/08/2005. Bij de maatregelen en acties van het GRS is de �

opmaak van het RUP ‘Lissewegestraat’ ingeschre-ven(GRS,RDp62).Verderwordendeelementenuit het richtinggevend gedeelte van het GRS, van toepassing op onderhavig RUP, meegenomen in de planontwikkeling.De opmaak van het RUP ‘Lissewegestraat’ kadert �

eveneens binnen het PRUP afbakening kleinste-delijkgebiedBlankenberge,definitiefvastgestelddoor de provincieraad van West- Vlaanderen op 28/02/2008. Voor de afbakening van het kleinstedelijkge- �

bied werd rekening gehouden met de gewenste ruimtelijke structuur vanuit het GRS. De nieuw te

Schets: situering van het plangebied + begrenzing

Page 5: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

3w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

bestemmen stedelijke woonomgeving maakt deel uit van het stedelijk gebied. Binnen de afbakening werd een zone van +- 8 ha voorzien. In de toe-lichtingsnota werden inrichtingsprincipes en een structuurschets opgemaakt.

2.4.3. Mogelijke alternatievenEr worden geen alternatieven gezocht gezien de spe-cifiekelokalisatievandewoonuitbreidinginhetGRSen in het PRUP afbakening kleinstedelijk gebied Blan-kenberge.

2.5. Afbakening van het toepassings-gebied en de plan-merplicht

Fase 3: Bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer

Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerleg-bare wijze wordt vermoed dat deze plannen en pro-gramma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en pro-gramma’s:a) plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd

een kader vormen voor de toekenning van een �

vergunning voor de in bijlagen I en II van het be-sluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projectenniet het gebruik regelen van een klein gebied op �

lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhoudenbetrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, �

energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruim-

Kaart: situering plangebied

Page 6: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

4 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

telijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, §2, 1° D.A.B.M.);

b) plannen en programma’s of de wijziging ervan waar-voor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoorde-ling vereist is (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.).

Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want:

het vormt niet het kader voor de toekenning van �

een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Re-gering van 10-12-2004. het regelt het gebruik van een relatief klein gebied �

oplokaalniveau(totaleoppervlakteRUPis8ha97 a en 60 ca), nog niet ontwikkeld is als woonge-bied, momenteel in gebruik als akker- en weiland en het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening.gelegen in de nabijheid van een Vogelrichtlijnge- �

bied,ziep.11.Erwordenechtergeensignificanteeffectenverwachtopdezegebieden(zieookonder3.3.debiodiversiteit,defaunaendeflora),zodat er geen passende beoordeling nodig is.

Conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht.

3. Een beschrijving en een in-schatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma

Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op:

de gezondheid en veiligheid van de mens �

de ruimtelijke ordening �

de biodiversiteit �

defaunaenflora �

de energie- en grondstoffenvoorraden �

de bodem �

het water �

de atmosfeer het geluid �

het licht �

de stoffelijke goederen �

het cultureel erfgoed, met inbegrip van het �

architectonisch en archeologisch erfgoedhet landschap �

de mobiliteit �

de samenhang tussen de genoemde factoren �

Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffecten-schema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn worden verder meer indetail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet significantzijnwordtminderdiepopingegaan.

Page 7: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

5w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

Ingreepeffectenschema

Ingreep Omvang in ruimte en tijd

Lucht Geluid en trillingen

Licht, warmte en kli-matologische factoren en stralingen

bodem Water Geur landschap mobiliteit faunaenflora

Duur

AanlegfaseAanleg wegenis, nutsvoorzieningen en pu-blieke ruimte en buffer

tijdelijk T/N* T/N* N P/N* P/N* N P/N* N N*

Bouwen woningen tijdelijk T/N* T/N* N P/N* P/N* N P/N* N N*ExploitatiefaseBijkomende mobiliteit permanent S S N N N N N S N*Afvoer hemelwater permanent N N N S S N N N NAfvoer afvalwater permanent N N N N N* N N N NVerwarming woningen permanent S N N* N N N N N NVerlichting openbaar domein permanent N N N* N N N N* N N*

N:nietsignificanteffect–N*:waarschijnlijknietsignificanteffect,effectzeerbeperktinruimteenomvang,zeerlokaaleffect–S:(waarschijnlijk)significanteffect–T:tijdelijkeffect–P:permanenteffect–O:positiefeffect–V:verderonderzoeknoodzakelijkbijvergunningsaanvraag

Page 8: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

6 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

3.1. De gezondheid en de veiligheid van de mens

ReferentieHet doel van het RUP is om een gebied dat als �

akker- en weiland wordt benut te bestemmen naar woongebied.Op het grondgebied van Blankenberge bevinden �

zich geen SEVESO-bedrijven.Het meest nabije SEVESO bedrijf is de Belgische �

Bunkerolie Maatschappij, Leopold II-dam, 8380 Zeebrugge, op ongeveer 3 km van het plangebied.Er zijn geen hoogspanningslijnen of masten �

aanwezig in het plangebied. Ten oosten van het plangebied, ter hoogte van de gemeentegrens, is er een hoogspanningslijn. Het meest oostelijk gedeelte van het plangebied is op ± 1350 m van deze hoogspanningslijn gelegen.

Beschrijving effect Het gebied wordt ingevuld met woningen, wegenis, groenzonesendenodigebufferzones (schermgroenen waterbuffering). Er zullen geen bedrijven toegela-ten worden.

ConclusieAangezien de afstand tussen het te ontwikkelen woon-gebied en het meest nabije SEVESO- bedrijf ± 3 km bedraagt, kan er gesteld worden dat het plan geen aanzienlijke effecten heeft op de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden van het plangebied en dat er ook geen aanzienlijke risico’s zijn voor de gezondheid en de veiligheid van de toekomstige inwo-ners van het plangebied.

Kaart: Gewestplan

Page 9: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

7w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

3.2. De ruimtelijke ordening

ReferentieHet plangebied ligt volgens het gewestplan in een �

agrarisch gebied en is momenteel in gebruik als akker- en weiland. Binnen de contouren van het plangebied is er geen bebouwing aangetroffen.Op het zuid- westelijk gelegen deel van het plan- �

gebiedishetBPAnr.22‘Reigerpad’(MB01-12-2000) van kracht. Dit BPA zal gedeeltelijk herzien worden. Het plangebied omvat de gebieden 4 b, bestemdalsopenbaargroen(parken,speeltuinen,wegenvoorvoetgangersenfietsers,gemeen-schapsvoorzieningen, vergaderlokalen, enz.) en zone 9, bestemd als agrarisch gebied. Beide gebieden worden op heden benut als landbouw-gebied.Blankenberge kenmerkt zich door een positieve �

bevolkingsevolutie. Een taakstelling inzake wonen is aangewezen gezien:

de ligging van Blankenberge binnen het stede- �

lijknetwerkvandekust(Vlaamsniveau),de ligging van Blankenberge binnen het stede- �

lijk netwerk van Brugge - Oostende - Knokke-Heist(provinciaalniveau),en gezien Blankenberge geselecteerd is als een �

kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. In het GRS werd het gebied geselecteerd als loca- �

tie voor woonuitbreiding: “Er dient een onderscheid tussen hoogbouw, middelhoogbouw en laagbouw te zijn. Bepaalde delen worden geïmplementeerd met een grotere bouwhoogte teneinde de nage-streefde bouwdichtheid van 25 w/ha (taakstelling kleinstedelijk gebied) te verwezenlijken, de overige bebouwing dient als laagbouw gerealiseerd te worden (GRS RG p.30)”.

Page 10: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

8 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Kaart: p 7. bestemmingsplan BPAKaart: p.8 legende bestemmingsplan BPA(voorschriften in bijlage)

Page 11: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

9w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

De site is gelegen op de grens tussen woonge- �

bied en buitengebied. Aan de westelijke zijde is het plangebied begrensd door de woonwijken van Uitkerke, aan de oostelijke zijde door het open landschap van de polders. Het gebied is gelegen tenzuidenvandeZeebruggelaan(zieschetsp.2).Het plangebied grenst aan het woongebied van �

Uitkerke. Deze aangrenzende bebouwing is ruim-telijk te differentiëren in twee zones.

Het plangebied wordt noordelijk voorname- �

lijk begrensd door bebouwing met een open morfologie. De bebouwingsdichtheid van deze villabouw is laag en beperkt zich voorname-lijk tot één bouwlaag en een bouwlaag in het dakvolume.Ten zuiden is een meer dens bebouwingspa- �

troon waar te nemen. Het is een kleinere zone met een gesloten en/of geschakelde woning-bouw. Deze kleinere zone is gelegen ter hoogte van de Gruttolaan, meer bepaald de sociale woonwijk ‘Reigerpad’. De hoogte van de bebou-wing reikt tot twee bouwlagen en een bouwlaag in het dak.De perceelsgrenzen van de bebouwing gren- �

zend aan het plangebied en aan het open land-schap werden in vele gevallen niet afgebakend. Vanuit het landschap is het bebouwingspatroon duidelijkzichtbaar(verduidelijktopdefoto’s)

Het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het �

GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruim-telijke uitvoeringsplannen. Het RUP heeft enkel betrekkingop(eendeelvan)hetgrondgebiedvanBlankenberge.

Foto’s:Foto boven: zicht naar de bebouwing in de Gruttolaan.Foto onder: villabouw grenzend aan het plangebied.

Page 12: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

10 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Foto boven: zicht van het plangebied met het achterliggende woongebied (zicht van oost naar west).

Beschrijving van het effectInname van landbouwgronden, door de uitbreiding van het woonweefsel.

Milderende maatregelenOm deze ingrepen ruimtelijk in te passen werden en-kele basisconcepten opgesteld.

Integratie ten aanzien van het open landschap �

Landschappelijke bufferwerking en openbaar �

groenOp de scheiding tussen het plangebied en het aan-grenzende polderlandschap dient een bufferzone ge-realiseerd te worden. Deze zone dient te functioneren als landschappelijke overgang tussen het stedelijk woonweefsel ten aanzien van het landschap. De land-schappelijke impact wordt door deze buffer beperkt.De landschappelijke buffer dient opgebouwd te worden als ruimtelijke afbakeningsgrens waar openingen i.f.v. landschappelijke vista’s mogelijk zijn, er dient ruimte gecreëerd te worden voor een open waterbuffering, bomenrijen, houtkanten, haagstructuren, rietkragen,

... . Bij de beplanting dient enkel gebruik te worden gemaakt van ‘streekeigen’ soorten (GewoneEs,Zo-mereik, Linde, Beuk, ... ).

Openbaar groen �

De landschappelijke bufferzone kan ter hoogte van hogere bebouwingsdensiteiten plaatselijk verruimd worden d.m.v. openbare parken, pleinen, groene open ruimtes, enz.

Oriëntatie van de bebouwing naar het land- �

schapDe oriëntatie van de woonentiteiten grenzend aan de open ruimte dienen zich te richten naar het landschap. Hierdoor ontstaat er een relatie tussen bebouwing en landschap. Het landschap wordt niet geconfronteerd door onaantrekkelijke achterkanten.

Integratie ten aanzien van het stedelijk weefsel �

Afstemming densiteit t.a.v. het aangrenzende �

woonweefselDaar waar de aangrenzende bestaande bebouwing zich typeert d.m.v. een hogere densiteit dient het plan-gebied eveneens een hogere densiteit te vertonen.

Oriëntering van gevelwanden ter hoogte van �

de aansluiting met de bestaande bebouwing (zuidelijk).

Ter hoogte van ontsluitingsmogelijkheden dienen de gevelwanden van onderhavig plangebied zich hier-naar te richten. Er dienen kwaliteitseisen ten aanzien van de publieke inrichting en oriëntatie van de wonin-gen opgenomen te worden.

ConclusieGeen aanzienlijk effect

Page 13: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

11w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

3.3. De biodiversiteit, de fauna en de flora

ReferentieBiologische waarderingskaart versie 2: �

In het meest westelijk gelegen gedeelte van het �

plangebied werd het perceel, gelegen tussen de waterloop en de woonwijk ‘Reigerpad’, geselec-teerd als biologisch waardevol.Eveneens werd de waterloop die het plange- �

bied doorkruist geselecteerd als biologisch waardevol.

Habitatrichtlijngebieden �

Op ongeveer 1 km van het plangebied bevinden zich delen van het Habitatrichtlijngebied “Polders”.

Vogelrichtlijngebieden �

Het zuidelijke deel van het plangebied is gelegen op ±100 m van de corridor van het Vogelrichtlijngebied Poldercomplex.

Inventarisatie van de natuurwaarden (15 september 2008):

Om de impact te kunnen analyseren werd de huidige aanwezige natuurwaarde van het zuidelijk deel onderzocht. Het gebied bestaat bijna uitsluitend uit akkers waarop graangewassen en maïs worden ge-teeld. Het gebied wordt doorsneden door een smalle, watervoerendewaterloop(c.1mbreedte)diegroten-deels begroeid wordt door Riet. Waar de watergang de bestaande woonwijk begrenst, werd naast Riet ook Haagwinde en Dauwbraam aangetroffen. Tijdens de inventarisatie werden enkele, eerder algemene, vogelsoorten genoteerd: Blauwe reiger, Houtduif en Torenvalk.

Conceptschets naar mogelijke invulling

Page 14: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

12 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Beschrijving van het effectEnkele van de geselecteerde gebieden in de BWK zul-len aangetast worden.De belangrijkste natuurwaarde van het gebied beperkt zich echter tot de aanwezigheid van een waterloop met rietkraag, hoewel ook dit element momenteel waarschijnlijk van weinig of geen betekenis is voor rietvogels(tesmallerietkraag+intensieflandgebruiktot tegen de waterloop).

Milderende maatregelenInname van enkele kleine biologisch waardevolle ge-bieden, door de uitbreiding van het woonweefsel.Om de effecten van deze ingrepen te verantwoorden werden enkele basisconcepten opgesteld:

Integratie ten aanzien van het open landschap �

Landschappelijke bufferwerking en openbaar �

groenZie p.10, onder 3.2. Ruimtelijke ordening, milderende maatregelen.Er dient te worden getracht de biologisch waardevolle gebieden maximaal te integreren in deze ruimten met als doelstelling de natuurlijke waarde in deze land-schappelijke buffer te bestendigen en te versterken.

Open waterbuffering �

Waterlopen zijn een karakteristiek en wezenlijk on-derdeel van het polderlandschap. Brede waterlopen met open water, waterlopen met riet of begrensd door ruigte kunnen, wanneer maar breed en continu ge-noeg, een essentiële bijdrage leveren aan het lokale broedvogelbestand van water-, riet en moerasvogels. Met andere woorden het gebied kan voor de vermelde categorieën van vogels van enige lokale betekenis worden wanneer het hiertoe zou ingericht worden. Volgende maatregelen zullen resulteren in een positief effect op deze vogelsoorten:

Kaart: BWK

Page 15: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

13w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

Vermeerdering van de lengte aan brede �

rietkragen door vermeerdering van de lengte aan waterlopen/-lichamen met een natuur-technischprofiel(flauwetaluds,bredetalud-voet,ondiepezones–ziefoto1).

Voorzien van een bufferzone langs één of �

bij voorkeur, beide kanten van de watergang waarin zich een relatief hoge bloemrijke ve-getatiekanontwikkelen(bv.metFluitekruidof andere ruigtekruiden) ;Het latere onderhoud aan de watergangen �

gebeurt gefaseerd: over voldoende lange stroken(250m)blijfthetrietminstens1winterstaan(=overjarigriet)tenbehoevevan een verbeterde nestgelegenheid in het daaropvolgendebroedseizoen(ziefoto2+3,rechter kolom);Ruigtestroken worden op dezelfde manier �

behandeld(max.elke2jaarmaaienmetafvoer van het maaisel);Hier en daar kan struikgewas aanwezig zijn �

(bestaandeuitwilgenen/ofmeidoorn):bijeventuele aanleg van groepjes struikgewas is het gebruik van autochtoon materiaal aangewezen;

Vogelsoorten die desgevallend van de aan- �

bevelingenzullenprofiterenzijn: Rietgors, Rietzanger, Blauwborst en Kleine karekiet:profiterenvandeaanwezigheid van voldoende overjarig riet Waterhoen:profiteertvantoenamelengte aanwaterlopen(hoemeerwaterloophoe meer waterhoentjes) Van extra ruigte en struikgewas kunnen Grasmus, Blauwborst, Bosrietzanger en Kneuprofiteren. Voldoende open wateroppervlakte, be- grensd door Rietkragen oefent een aantrek- kingskracht uit op Wilde eend en Kuifeend.

Ookwaadvogels(reigers)kunnenhiervan profiteren. Bij een natuurgericht beheer van waterlopen zullen ongetwijfeld ook nog andere organis- menhiervanprofiteren(foeragerendevleer- muizen,libellenenwaterjuffers,amfibieën- en vissen).

Integratie ten aanzien van het stedelijk weefsel �

Wijkstructuur, centrum en concentratie: �

Daar waar een hogere densiteit ontworpen wordt die-nen de publieke ruimtes een grotere oppervlakte te beslaan. Deze publieke ruimtes dienen maximaal in verbinding te staan met de landschappelijke buffer. Dit om een netwerk van groene gebieden uit te bouwen, in functie van een optimale beleving en maximale ont-wikkeling van de natuurwaarden.Daar waar een lagere densiteit zal ontworpen worden dient een optimaal en kwantitatief ruimtegebruik voor zowel woning als tuinruimte een uitgangspunt te vor-men. De tuin dien maximaal ingericht te worden als onbebouwde en groene tuinruimte.

Oriëntatie gevelwanden t.a.v. publiek domein �

Ter hoogte van de centrumzones dienen de gevelwan-den maximaal georiënteerd te worden naar het publiek domein. Er wordt getracht om de inplantingsvoorschrif-ten te bepalen op de rooilijn. Dit in functie van een maximale inrichting van de tuinzone en in functie van een maximale afwerking, beleving en benutting van het publiek domein.

ConclusieHet plangebied en omgeving zal geen aanzienlijke ne-gatieve effecten ondervinden door de aanleg van de verkaveling. In het planopzet zal er getracht worden om de verloren natuurwaarde te herstellen en uit te

Page 16: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

14 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

breiden, onder meer door de voorgestelde milderende maatregelen.

3.4. De energie- en grondstoffen-voorraden

ReferentieIn de omgeving van het plangebied liggen geen ont-ginningsgebieden.

ConclusieDe ontwikkeling van het plangebied als verkaveling heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect.

Kaart: Vogelrichtlijngebied

Page 17: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

15w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

3.5. De bodem

ReferentieBodemkaart: Voornamelijk Kreekruggen en in min- �

dere mate poelgronden van de polders.GAS-kaart: Het plangebied behoord tot de ge- �

wenste agrarische structuur, een kleine zone ter hoogte van de wooncluster ‘Reigerpad’ werd ge-selecteerd als structureel aangetast - uitsluiten uit agrarisch gebied. Deze zone is gelegen in het BPA ‘Reigerpad’,meerspecifiekinzone4b“openbaargroen”.

Landbouwtyperings-kaart: Het plangebied is ge- �

legen in een agrarisch gebied met een zeer hoge waardering. Herbevestigingagrarischegebieden(Beslissing �

Vlaamse Regering van 31 maart 2007) Het woon-uitbreidingsgebied is niet gelegen in deze herbe-vestiging van het agrarisch gebied. VLAREBO-activiteiten: Er zijn geen VLAREBO- �

activiteiten gekend in het plangebied.

In het studiegebied zijn geen bedrijven of activitei- �

ten gevestigd onderworpen aan de milieuvergun-ningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbe-voegdheid heeft.Er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens �

bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgenomen in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister.Het plangebied is momenteel in gebruik als akker- �

en weiland.Kaart: Bodemkaart

Kaart: GAS Kaart: Landbouwtyperingskaart

Page 18: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

16 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Beschrijving van het effectEr zal permanente ruimte- inname zijn door de �

woningenendeinfrastructuurwaarbij(zeer)waar-devol landbouwareaal zal verloren gaan. Door de bouw van woningen en de aanleg van �

verhardingen zal er minder hemelwater in de bo-dem kunnen dringen en zal deze verdrogen.

Milderende maatregelenHet RUP zal voldoen aan de door het GRS voor- �

opsteldewoondichtheden(25woningenperha).Er worden streefcijfers opgegeven voor de maxi- �

malebebouwingvandepercelen(Stedenbouw-kundige voorschriften).De gewestelijke stedenbouwkundige verordening �

inzakehemelwaterputten,buffer-eninfiltratievoor-zieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen he-melwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden(hemelwaterput)enindienditnietkanterplaatsegeïnfiltreerdofalslaatstekeuzegebufferden vertraagd afgevoerd.Er zal een woonwijk ontwikkeld worden. Er zullen �

geenbedrijven(meteventuelenieuweVLAREBO-activiteiten) toegelaten worden.

ConclusieGeen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milde-rende maatregelen.

3.6. Het water

ReferentieHet plangebied behoort tot het bekken van de �

Brugse Polders en het deelbekken van de Oud-landpolder van Blankenberge. Er is noch een bek-kenbeheerplan noch een deelbekkenbeheerplan definitiefvastgesteld.Doorheen het plangebied stroomt de Korten- �

bosader, een niet geklasseerde onbevaarbare waterloop(Z.1.3.3.)inbeheervandeNieuwePolder van Blankenberge. De structuurkenmerken van deze waterloop werden geïnventariseerd als waardevol.

Binnen het plangebied bevinden zich geen water- �

wingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 27-03-1985 houdende nadere regels voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones.Binnen het plangebied of in de omgeving van het �

plangebied lopen geen waterlopen die moeten voldoen aan kwaliteitsnormen voor oppervlakte-wateren bestemd voor drinkwaterproductie. Het plangebied ligt niet in een beschermingszone van

Kaart: Herbevestiging agrarisch gebied Kaart: Erosiegevoelige gebieden

Page 19: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

17w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

een oppervlaktewaterwinning bestemd voor drink-waterproductie.Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar �

over de waterlopen binnen of in de omgeving van het plangebied.

Watertoetskaarten:In het plangebied liggen geen recent overstroomde �

gebieden of risicozones voor overstromingen. Het plangebied ligt integraal in een van nature over-stroombaargebied(NOG),nl.Zeepolder.

Het RUP is integraal gelegen in een mogelijk over- �

stromingsgevoelig gebied. Het plangebied is integraal gelegen in type 1: zeer �

gevoelig voor grondwaterstroming. Hetplangebiedisgecategoriseerdalsnietinfiltra- �

tiegevoelig gebied .Het plangebied behoort niet tot het winterbed van �

een grote rivier. In het plangebied komen slechts kleine markerin- �

gen van erosiegevoelige gebieden voor.

Beschrijving effectEr zal afvalwater geloosd worden, afkomstig van �

de woningen. In de nieuwe verkaveling zal een gescheiden stelsel aangelegd worden. De DWA- riool zal het afvalwater naar de riolering van de Lissewegestraat brengen en vandaar naar de RWZI van Brugge. Aangezien er in de verkaveling een 2DWA-stelsel zal aangelegd worden, waarbij het hemelwater uit de DWA- riool wordt geweerd, zal het debiet aan afvalwater beperkt zijn en zal de ontvangende riool van de Lissewegestraat voldoende capaciteit hebben.Door de aanleg van bijkomende verhardingen zal �

er enerzijds minder water in de bodem sijpelen, wat aanleiding geeft tot verdroging en anderzijds zal het hemelwater versneld afgevoerd worden, wat aanleiding geeft tot een hogere belasting van de ontvangende waterlopen. Het hemelwater zal via de RWA van het gescheiden stelsel naar de Kortenbosader afgevoerd worden en van daar naar de Lange Smalle Watergang. Er zal een buf-fer aangelegd worden voor de vertraagde lozing van het hemelwater. De grootte van de buffer en maximale debiet voor de leegloop van de buf-fer zullen vastgesteld worden in overleg met de Nieuwe Polder van Blankenberge, de beheerder van de ontvangende waterloop.

Milderende maatregelenErzaleengescheidenriolering(2DWA-stelsel) �

aangelegd worden op de site voor de gescheiden afvoer van het huishoudelijke afvalwater en het hemelwater. De te voorziene afvalwaterriool dient aangesloten te worden op de bestaande afval-waterriool in de Lissewegestraat. Vandaar zal het afvalwater naar de RWZI van Brugge afgevoerd worden.

Kaart: Overstromingsgevoelige gebieden Kaart: grondwaterstromingsgevoelige gebieden

Page 20: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

18 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Het hemelwater zal via een buffer met vertraagde �

afvoer geloosd worden in de Kortenbosader. De grootte van de buffer en het ledigingsdebiet zullen vastgesteld worden in overleg met de Nieuwe Polder van Blankenberge, die de ontvangende waterloop beheert.De gewestelijke stedenbouwkundige verordening �

inzakehemelwaterputten,buffer-eninfiltratievoor-zieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen he-melwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden(hemelwaterput)enindienditnietkan,terplaatsegeïnfiltreerdofalslaatstekeuzegebufferden vertraagd afgevoerd.Er wordt een open waterbuffer geïntegreerd in �

de landschappelijke groenbuffer die het volledige plangebied t.h.v. de oostelijke zijde begrensd.

ConclusieGeen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milde-rende maatregelen.

3.7. De atmosfeer en de klimatologi-sche factoren

ReferentieHet gebied is momenteel in gebruik als akker- en wei-land.

Beschrijving effectTijdelijke stofhinder bij de aanleg van het openbaar �

domein(wegenis,nutsvoorzieningen,ed.).Tijdelijke stofhinder bij de bouw van de woningen. �

Luchtverontreiniging door verwarming van de �

woningen.Luchtverontreiniging door de wagens van de �

bewoners:

Aantalwoonentiteiten=200totmax.250 �

Geraamdaantalauto’s=240totmax.300 �

auto’s(1,2auto’sperwooneenheid,volgensparkeerkencijfers)

Geraamd aantal autobewegingen in relatie tot de �

woning(tijdensochtend-enavondspits):69tot86,25Hierbij werd rekening gehouden met volgende �

parameters:Gemiddelde gezinsgrootte: 2,3 �

Het aantal verplaatsingen per persoon in relatie �

tot de woning: 0,2Het aandeel bezoekers voor de woonwijk: 25% �

Modal split: 75% van de verplaatsingen gebeu- �

ren met de autoEr werd een simulatie met CAR-Vlaanderen uit- �

gevoerd met alle verkeer van de verkaveling naar de Zeebruggelaan via de Lissewegestraat. Bij het scenario werd de luchtkwaliteit op 2 plaatsen ge-simuleerd, nl. op een breder deel van de Zeebrug-gelaan en op een smaller deel van de Zeebrug-gelaan, voorbij de dwarsing van de spoorweg.AlleverkeernaardeZeebruggelaan(beschikbaretelgegevens van wvi op datum van 06-11-2008):

tussen 16:30 en 18:30 werden 332,5 �

pae/ugeteld(somvoorbeiderichtingen)=4.074,75 pae/etmaal,86 bijkomende pae/u in de spits betekent �

860 bijkomende pae/etmaal, wat het totaal op 4.934,75 pae/etmaal,breedtevandewegincl.fietspaden17m, �

resp.13m,snelheidstype=doorstromendstadsverkeer, resp. normaal stadsverkeer, wegtype=3a,resp.3b,bomenfactor=1(erzijn hier en daar bomen geplant langs de weg en er is open bebouwing, resp. gesloten bebouwing.

Uit een simulatie met CAR-Vlaanderen blijkt dat �

er geen overschrijdingen van de grenswaarden + overschrijdingsmarge voor NO2 en PM10 moet verwacht worden in de jaren 2010 en 2015.

Milderende maatregelenEPB-regelgeving �

Wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en �

mazoutketels.

ConclusieDit effect is eerder kleinschalig. De simulaties met CAR-Vlaanderen geven geen overschrijdingen van de grenswaarden of de grenswaarden + overschrijdings-marges voor beide onderzochte scenario’s.

3.8. Het geluid

Beschrijving effectTijdelijke geluidshinder bij de aanleg van het open- �

baardomein(wegenis,nutsvoorzieningen,ed.).Tijdelijke geluidshinder bij de bouw van de wonin- �

gen.Lawaaihinder door de bijkomende wagens van de �

bewoners:Aantalwoonentiteiten=200totmax.250 �

Geraamdaantalauto’s=240totmax.300 �

auto’s(1,2auto’sperwooneenheid,volgensparkeer- �

kencijfers)Geraamd aantal autobewegingen in relatie tot �

dewoning(tijdensochtend-enavondspits):69tot86(voordegehanteerdeparameterszieonder 3.7)

Page 21: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

19w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

ConclusieDe geschatte maximum 86 bijkomende voertuigbe-wegingen per uur in de spits zullen bijkomende ge-luidshinder veroorzaken. Ten opzichte van de reeds bestaande verkeersintensiteit is de toename relatief beperkt.

3.9. Het licht

Beschrijving effectBijkomende lichthinder door straatverlichting. �

Bijkomende lichthinder door verlichting woningen. �

Milderende maatregelenKeuze goede armaturen, de verlichting dient zich �

naar de oppervlakte te richten, dit i.f.v. een mini-male verstoring vanuit het landschap. Het RUP vormt niet het kader voor projecten die �

veel verlichting met zich meebrengen zoals sport-velden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen.

ConclusieGeen aanzienlijk effect

3.10. De stoffelijke goederen

ReferentieHet plangebied is braakliggend.

Beschrijving effectEr worden stedenbouwkundige voorschriften opge-maakt om het gebied in te richten.Het is nog niet duidelijk of er tijdens het planproces i.f.v. de realisatie van de woonuitbreiding onteigenin-gen dienen te gebeuren. Er worden geen woningen onteigend.

ConclusieGeen aanzienlijk effect.

3.11. Het cultureel erfgoed, met inbe-grip van het architectonisch en archeologisch erfgoed

ReferentieBinnen het plangebied, noch in de omgeving zijn �

beschermde monumenten gelegen.Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn �

beschermde landschappen gelegen. Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn �

beschermde dorpsgezichten gelegen.

ConclusieGeen aanzienlijke effecten

3.12. Het landschap

ReferentieIn het plangebied zijn geen ankerplaatsen. �

In het plangebied zijn geen relictzones. �

Het plangebied sluit aan bij het bebouwingsweef- �

sel van Uitkerke.

ConclusieGeen aanzienlijke effecten 3.13. De mobiliteit

Referentie1. Bestaande situatie: �

Het plangebied kan met zijn huidige ontsluitingswegen ontsloten worden op macro niveau via de Zeebrug-gelaannaardeBrugseSteenweg(N371).Vervolgenswordt het plangebied ontsloten via de Lissewegestraat of de Zinderdreef.

Kaart 11: ankerplaatsen en relictzones

Page 22: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

20 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Binnen de contouren van het plangebied zijn er twee wegen die het plangebied doorkruisen, met name de Lissewegestraat en de Zinderdreef. De Lissewe-gestraat snijdt het plangebied in twee helften. De noordelijk gelegen zone heeft momenteel geen an-dere ontsluitingsmogelijkheden met de aangrenzende woonwijken. Op de Lissewegestraat ontsluiten mo-menteel reeds een 230-tal woningen. De Lissewegestraat sluit ten oosten van het plange-bied aan op de Breeweg, een landbouwweg die op zijn beurt toegang geeft tot de Zeebruggelaan.Het meer zuidelijk gelegen gedeelte sluit aan met de aangrenzende nederzettingsstructuur van de woon-wijk ‘Reigerpad’. Er zijn meerdere mogelijkheden om aan te sluiten op bestaande woonstraten, namelijk de Gruttolaan, Ooievaarspad, Talingpad en Zinderdreef.De Zinderdreef is een verharde weg parallel met de spoorweg. Deze weg is uitgerust voor bediening van plaatselijkverkeerenfietsers.

Kaart: Stratenatlas

Kaart: Trage wegen, Atlas der buurtwegen

Page 23: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

21w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

Openbaar vervoer �

Het station van Blankenberge is gelegen op een af-stand van 2 tot 2,5 km van de toekomstige woningen. Het station Blankenberge is een eindstation en maakt deeluitvandelijn50a(Zeebrugge–Knokke-Blanken-berge–Oostende–Gent–Brussel).In het station van Blankenberge komt er overwegend 1treinperuurtoevanuitderichtingBrugge.(Oppiek-momenten tijdens het toeristisch seizoen worden er tot 4 treinen ingelegd en zal de overweg op meerdere momenten gesloten worden. )

De dichtst bijgelegen bushalte bevindt zich op het kruispunt Lissewegestraat met de Zeebruggelaan. De halte is ongeveer 500 tot 1.000m verwijderd van de toekomstige woningen.Langsheen de Zeebruggelaan passeert de centrum-bus die Blankenberge aandoet en de belbus Zuienker-ke-Blankenberge-Brugge. De centrumbus heeft één stop per uur per richting aan de halte.

Buurtwegen: �

Doorheen het plangebied loopt één trage weg, beter tedefiniërenalsdecheminn°9metdaaraangrenzenddesentier/voetwegn°19.Decheminn°9werdgetransformeerdtotdeLissewe-gestraat.

Fietsverkeer: �

Het plangebied wordt doorkruist door de Zinderdreef, dit iseen lokaleweg i.f.v. plaatselijk verkeerenfiet-sers.Deoverigeontsluitingsmogelijkheden(Lissewe-gestraat, Gruttolaan en Reigerpad) bieden mogelijk-heden voor het aansluiten met gemotoriseerdverkeer ofhetinrichtenvanfietsontsluitingen.InhetwegprofielvandeZeebruggelaaniseenvrijlig-gendfietspadaanwezig,voordezonetussendeBrug-

se Steenweg en het spoor is het fietspad grenzendaan de weg gelegen, voor de zone vanaf het spoor richtingZeebruggeishetfietspadgescheidenvandeweg d.m.v. een groenzone. De Brugse Steenweg werd geselecteerd als functio-nelefietsroute.

2. Gewenste ontwikkeling: �

Het doel van het RUP is om het gebied te bestemmen als woongebied om de ontwikkeling van ± 225 wonin-gen mogelijk te maken. Dit te bestemmen woongebied grenst ten oosten van een bestaand woonweefsel ± 230 woningen met in het noorden de Zeebruggelaan en ten westen de spoorweg. Dit woonweefsel zal dus verdubbeld worden.

In het richtinggevend gedeelte van het GRS werd de ontsluiting van de woonuitbreiding gekoppeld aan een coherent ontsluitingsconcept met afgestemde wegen-categorisering. Initieel werd dit samenhangend ont-sluitingsconcept als oostelijke parkweg (verbindingtussen N34 en N371) in het mobiliteitsplan van Blan-kenberge voorgesteld. In het GRS werd van dit con-cept afgestapt. Het opzet van een oostelijke parkweg ter ontsluiting van de oostelijke woonuitbreiding en de ambachtelijke zone te Uitkerke werd in het GRS be-houden. In het richtinggevend gedeelte staat vermeld dat “De ontsluiting van de oostelijke woonuitbreiding wordt gerealiseerd via een toegangsweg na maat-schappelijke impactstudie (MAIS) die aansluiting geeft met de N371.”Alternatieven betreffende de ontsluiting van het plan-gebied werden onderzocht en hieronder verduidelijkt. In het kader van de opmaak van het RUP is er gewerkt met enkele scenario’s om tot een optimale ontsluiting tekomen(ziebeschrijvingeffect).Deze scenario’s zijn:

1. Hoofdontsluiting op Zinderdreef + nieuwe �

weg(parkweg)2. Hoofdontsluiting via Lissewegestraat �

3. Hoofdontsluiting via Zinderdreef - Lisse- �

wegestraat4. Hoofdontsluiting via Breeweg �

Bestaande verkeersintensiteiten: �

De bestaande verkeersintensiteiten worden hieronder bekeken en geanalyseerd. De intensiteiten worden wegens de ontsluitingsscenario’s zowel voor de Brug-se Steenweg als voor de Zeebruggelaan onderzocht. Het Vlaamse gewest heeft tellingen uitgevoerd op de Zeebruggelaan met slangen en er werd een kruispunt-telling uitgevoerd op Zeebruggelaan x Lissewege-straat. Daarnaast zijn er gegevens beschikbaar over de verkeersstromen van en naar de bedrijvenzone Uitkerke.

Slangtellingen Zeebruggelaan �

De slangtellingen werden gedurende de maanden september 2007 en mei 2008 aangebracht in de Zee-bruggelaan ter hoogte van de zijstraat Hugo Verriest-laan. We treffen voor beide maanden een piek aan omstreeks 18 uur.

09/2007 Richting Zeebrugge Richting N371

Gem pae/u op weekdag 84 97

Max. pae/u op weekdag 140(18u) 164(18u)

Gem. piek rond 18u 127 149

05/2008

Gem pae/u op weekdag 99 104

Page 24: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

22 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Max. pae/u op weekdag 172(18u-woe) 205(18u-woe)

Gem. piek rond 18u 139 162

Alleen de tellingen tijdens de weekdagen werden in bovenvermelde tabel weergegeven. Tellingen tijdens de week-ends gaven lagere waardes weer. Een uit-zondering treffen we aan op één zaterdag, met name 3/5/2008. Er werd piekverkeer geconstateerd in beide richtingen rond 11u, respectievelijk 179 pae/u richting Zeebrugge en 204 pae/u richting N371.DeZeebruggelaanheefteenbreedprofielophetseg-mentvanafdeoverwegrichtingZeebrugge(ongeveer16-17m). In de andere richting is het profiel smaller(ongeveer 12-13m) en zit de weg geprangd tussenhuizenrijen. Er mag aangenomen worden dat de weg een praktische capaciteit heeft van 600 voertuigen per uur per rijrichting. De hoger aangegeven tellingen vor-men geen problemen naar belasting toe. De verhou-ding intensiteit tot capaciteit bedraagt maximaal 34%. Er is nog voldoende restcapaciteit aanwezig.

Wanneer de verhouding van intensiteit tot capaciteit stijgt tot 60% treden er enige problemen op voor de leefbaarheid, vanaf 80% worden de problemen aan-zienlijk. Voor de Zeebruggelaan betekent dit een stij-ging tot respectievelijk 360 voertuigen (voor verhou-dingvan60%)en480voertuigen(80%).Hetverkeermag dus bijna verdubbelen vooraleer er problemen optreden.1

Kruispunttelling �

Op donderdag 6 november 2008 heeft wvi een kruis-punttelling georganiseerd, ter hoogte van de Zee-bruggelaan en de Lissewegestraat, tussen 16u30 en

1 Bron:Specifiekbeleidskader,provincieWest-Vlaanderen,2004

18u30. Die dag was het mistig weer, maar geen re-gendag.De telling kon niet eerder plaatsvinden wegens we-genwerken aan het station van Blankenberge en het gebruik van de Zeebruggelaan als omleidingweg ten behoeve van de werken.De avondtelling geeft een hoofdstroom weer vanaf de richting N371 richting Zeebrugge, met 192,5 pae/u ko-mende van de N371. In omgekeerde richting is de stroom beperkt tot 140 pae/u.

Tellingschema: voertuigen

Tellingschema: fietsersIn de Lissewegestraat komen er 86,5 pae/u toe en vertrekken er 55,5 pae/u. Het merendeel is afkomstig

vanuit of gaande naar de richting N371, respectievelijk 80% en 72%.Tijdens de periode van de telling stonden er gemiddeld een 2 tot 3 wagens voor een gesloten overweg. Watde telling vanfietsersbetreft is dehoofdstroombestemdvoordeLissewegestraat(20fietsersperuur)en verder door naar de andere woonwijken in de Zee-bruggelaan.De kruispunttelling geeft eenzelfde beeld over de Zee-bruggelaan als de slangtellingen. Er is geen probleem naar belasting van de weg. Er is nog voldoende rest-capaciteit aanwezig. Ook voor de Lissewegestraat geldt hetzelfde.Momenteel ontsluiten een 230-tal woningen via de Lis-sewegestraat, waarvan dus het merendeel aankomst enbestemmingderichtingN371(ofKerkstraat)heb-ben.

Tijdens piekmomenten en zomerperiode mogen we aannemen dat er grotere verkeersstromen te verwach-ten zijn op deze weg. Zoals met alle verkeerssituaties in Blankenberge moet een onderscheid gemaakt wor-den tussen winter/zomer, week-end/weekdag, mooi weer/slecht weer en het tijdstip van de dag. Afhan-kelijkhiervankandefileaanzwellen.Eencombinatievanfactorenzaldusmeerfilegevendanéénvandeelementen afzonderlijk. De overweg gaat ook frequenter gesloten zijn tijdens zomerperiode wegens inschakelen van piektreinen waardoor er meer fileverkeer te verwachten is. Opdrukke momenten kunnen de voertuigen staan tot over de Lissewegestraat en tot aan de Kerkstraat volgens de lokale politiezone.

Page 25: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

23w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

Verkeersstromen bedrijvenzone Uitkerke �

In kader van de startnota mbt aanpak gevaarlijke pun-ten en wegvakken op de N371 werd door TV3V een telcampagne georganiseerd op het kruispunt N371 x Ambachtenstraat. De telling werd uitgevoerd op donderdag 21 april 2005 tijdens de ochtend- en avondspits. Tijdens de ochtendpiek treffen we een piek aan vanaf 7u45 tot 9u. Vanuit het centrum van Blankenberge is er een stroom van 56 pae/u richting bedrijvenzone en 26 pae/u vanuit zuidelijke richting. De stroom komende uit de bedrijvenzone is beperkt tot 37 pae/u en gelijk-matig verdeeld over beide richtingen van de N371.Tellingschema’s : voertuigen Ambachtenstraat - ochtend en avond

Tijdens de avondpiek merken we een uitstroom uit de bedrijvenzone vanaf 16u tot 18u met een gemiddelde van 54 pae/u. Deze verkeersstroom uit de Ambach-tenstraat wordt weerom gelijkmatig verdeeld over de beide richtingen van de N371. Daarnaast komt er ech-ter nog meer voertuigen de zone binnen, met name 84 pae/u. Weerom gelijkmatig verspreid vanuit beide richtingen van de N371.

Het aandeel vrachtwagens is eerder beperkt, varië-rend van 0 tot 10%. De huidige tellingen vormen geen problemen naar belasting van de weg toe. De verhou-ding intensiteit tot capaciteit op de Ambachtenstraat bedraagt maximaal 9%. Er is nog voldoende restca-paciteit aanwezig.

Wegens onderzoek in kader van gevaarlijk wegvak-ken op de N371 en het voorstel om een poorteffect te voorzien bij binnenkomen van Blankenberge, werd door AWV en de stad geopteerd om op termijn het be-drijventerrein te ontsluiten via een rotonde. De stroom vanuit de Ambachtenstraat zal naar de toekomst toe verplaatst worden naar deze nieuwe rotonde op de N371.

Planningscontext1. Mobiliteitsplan �

De Zeebruggelaan werd geselecteerd als lokale ver-zamelweg. Deze weg heeft als hoofdfunctie het ver-zamelen of ontsluiten op lokaal niveau. Het ontsluiten primeert op deze weg. Het toegang geven neemt een belangrijke plaats in. De weg ontsluit een lokaal ge-bied zoals een wijk naar een weg van een hogere ca-tegorie.

Andere wegen zoals de H. Verriestlaan en Schaap-straat zijn wijktoegangswegen. Deze wegen functio-neren als verblijvende en toegang gevende wegen tot aanpalende percelen.

2. Gewenste ontsluiting: �

Vanuit het GRS is er gesteld dat de woonuitbreiding na een positieve evaluatie in de maatschappelijke impact studie bijkomstig dient ontsloten te worden via een parkweg.Hettrajectvandezeontsluitingsweg(=parkweg)werdtotopperceelsniveauverfijndinhetPRUPafbakeningkleinstedelijk gebied Blankenberge.Het traject loopt parallel met de spoorweg en dient, ter hoogte van de ambachtelijke zone, het spoor te krui-sen om vervolgens aan te sluiten met de Brugsesteen-weg(N371).Dezekruisingvanhetspoorkannietge-lijkvloers maar dient gerealiseerd te worden met een brug of tunnel.

In het toelichtende gedeelte van het PRUP afbakening kleinstedelijkgebiedBlankenbergewerdeenfietsont-sluiting vanuit het plangebied naar de Zeebruggelaan (tussenhetnoordelijkewoonweefselendecamping)voorgesteld.

Beschrijving effectInschatting bijkomende bewegingen �

Aantalwoonentiteiten=200totmax.250 �

Geraamdaantalauto’s=240totmax.300 �

auto’s(1,2auto’sperwooneenheid,volgensparkeerkencijfers)Geraamd aantal autobewegingen in relatie tot �

dewoning(tijdensochtend-enavondspits):69tot86(voordegehanteerdeparameterszieonder 3.7)

Page 26: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

24 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Deze aantallen moeten we nog verdelen onder �

aankomsten en vertrekken. Voor een avondpiek mogen we veronderstellen dat 2/3de van de bewegingen aankomsten zijn of maximaal 57,5 en 1/3de vertrekken of 28,5 bewegingen.

Simulatie ontsluitingsscenario’s �

Zoals hoger aangehaald werd in enkele planningspro-cessen vastgelegd om de nieuwe woonzone te ont-sluiten via een nieuwe weg, de parkweg. Alternatieve ontsluitingen kunnen enkel voorgesteld worden via bestaande wegenis. Het gebied kan in de huidige situatie slechts via een aantal wegen ontsloten worden, met name aantakkend op de Lissewegestraat naar de Zeebruggelaan, aantakkend op de Breeweg naar de Zeebruggelaan en een eventuele zuidelijke ontsluitingviadeZinderdreef–Lissewegestraatnaarde Zeebruggelaan. Een ontsluiting op de woonstraten van het Reigerpad kan eerder als nevenontsluiting voorzien worden, maar niet als hoofdontsluiting.

1. Hoofdontsluiting op Zinderdreef + nieuwe �

weg(parkweg)

Bijkomende belastingDe ontsluiting is op vandaag niet bestaande en zal dus hoofdzakelijk de bewegingen vanuit de nieuwe woon-wijk moeten opvangen.In het meer zuidelijk gedeelte zal de bedrijvenzone Uitkerke aansluiten op deze toegangsweg. De huidig gemeten intensiteiten vormen eveneens geen belas-ting en de te verwachte ramingen vanuit de nieuwe wijk kunnen makkelijk opgevangen worden door de nieuwe ontsluiting. Als we de verwachte verkeersstroom vanuit de nieuwe verkaveling zouden bijrekenen bij de huidige telling thv de Ambachtenstraat, stijgt de maximale verkeers-

stroom tot 141,5 pae/u op de Ambachtenstraat . In omgekeerde richting stijgt de stroom tot 82,5 pae/u. De verhouding intensiteit tot capaciteit stijgt tot maxi-maal 24%. Er blijft dus nog voldoende restcapaciteit beschikbaar. Er moet wel opgepast worden dat door het aanleggen van deze nieuwe parkweg geen sluiproute wordt ge-creëerd om de N371 te vermijden. Vooral tijdens de zomermaanden en piekmomenten kan de file op deN371 sterk oplopen waardoor automobilisten alterna-tieven opzoeken. Een alternatieve route die de woon-wijken aan oostzijde van Blankenberge doorkruist, zou kunnen ontstaan.

Afstand tot centrumfuncties: Voor deze afweging werd de afstand tot het gemeen-tehuis van Blankenberge naar het noordelijk gedeelte van het plangebied en het zuidelijk gedeelte (woon-gedeelte) van het plangebied bekeken. De afstand totgemeentehuis(ofcentrum)ismaatgevendvoordeverplaatsingdietoekomstigebewonersmoetenafleg-gen.Hierbijwordtdeconcurrentiëleomrijfactor(OR)of verhouding tussen de werkelijk gereden afstand en kortste route langs de weg in rekening gebracht.

Afstand tot gemeentehuis vanaf N: 4.618 m �

(OR:200%)Afstand tot gemeentehuis vanaf Z: 3.841 m �

(OR:181%)

Fileprobleem door overweg:Dit probleem is onbestaande. Waar de parkweg de sporen dwarst, zal er een ongelijkvloerse kruising voorzien worden.

Page 27: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

25w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

2. Hoofdontsluiting via Lissewegestraat �

Bijkomende belasting:Het bijkomende verkeer vanuit de nieuwe woonwijk zal niet dadelijk verkeersproblemen teweeg brengen op de Lissewegestraat en de Zeebruggelaan. De hui-dige gemeten intensiteiten geven nog voldoende ruim-te voor bijkomend verkeer. Als we de verwachte verkeersstroom vanuit de nieuwe verkaveling zouden bijrekenen bij de huidige telling, stijgt de maximale verkeersstroom tot 238,5 pae/u op de Zeebruggelaan richting Zeebrugge. In omgekeerde richting stijgt de stroom tot 160,5 pae/u richting N371. De verhouding intensiteit tot capaciteit stijgt tot 40%. Er blijft dus nog voldoende restcapaciteit beschikbaar.

Tijdens piekmomenten en zomerperiode kunnen er mogelijkswelfileproblemenontstaanopdezeebrug-gelaan. Hiervan zijn er echter geen cijfers bekend.

Afstand tot centrumfuncties:Afstand tot gemeentehuis vanaf noordelijk �

gedeelte(N):2.311m(kortsteroute)Afstand tot gemeentehuis vanaf zuidelijk deel �

(Z):2.304m(OR:109%)

Fileprobleem door overweg:Het station Blankenberge is een eindstation en maakt deel uit van de lijn 50a. In het station van Blanken-berge komt er overwegend 1 trein per uur toe en na een korte stilstand vertrekt deze terug. De overweg ter hoogte van de Zeebruggelaan sluit tweemaal per uur.(Oppiekmomententijdenshettoeristischseizoenworden er tot 4 treinen ingelegd en zal de overweg op meerdere momenten gesloten worden.)Door het regelmatig sluiten van de overweg wordt het verkeervanennaardewijkengestremdmetfilever-keer tot gevolg.Eenoplossing voor deze fileproblemen zou zijn eenondertunneling van de overweg thv Zeebruggelaan. Het gedeelte van de Zeebruggelaan tussen de Kerk-straat(N371)endeoverwegisechterzeersmal(12tot 13m) en zit ingesloten tussen rijbebouwingen langs weerszijden van de straat. Om een ondertunneling te realiseren en ontsluiting van aangelanden te voorzien dringt een onteigening zich op. Vermoedelijk zullen een viertal woningen (noordelijke bouwrij van Zee-bruggelaan over afstand van 50m) moeten gesloopt worden.

Foto van noordelijke gevelrij

Aan de oostelijke zijde is de Zeebruggelaan veel rui-mer en heeft meer de uitstraling van een laan. Aan deze zijde brengt een ondertunneling geen technische problemen met zich mee.

Foto met zicht op oostzijde

Page 28: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

26 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

3. Hoofdontsluiting via Zinderdreef - Lissewe- �

gestraat

Bijkomende belasting:Het bijkomende verkeer vanuit de nieuwe woonwijk zal niet dadelijk verkeersproblemen teweeg brengen op de Lissewegestraat en de Zeebruggelaan. De hui-dige gemeten intensiteiten geven nog voldoende ruim-te voor bijkomend verkeer. De Zinderdreef is op vandaag te smal om verkeer in dubbele richting mogelijk te maken en er zal een ver-breding moeten uitgevoerd worden.

Afstand tot centrumfuncties: Afstand tot gemeentehuis vanaf N: 2.886 m �

(OR:125%)Afstand tot gemeentehuis vanaf Z: 2.122 m �

Fileprobleem door overweg:Idem als hoger aangeduid

4. Hoofdontsluiting via Breeweg: �

Bijkomende belasting:Het bijkomende verkeer vanuit de nieuwe woonwijk zal niet dadelijk verkeersproblemen teweeg brengen op de Breeweg en de Zeebruggelaan. De huidige ge-meten intensiteiten geven nog voldoende ruimte voor bijkomend verkeer.

De Breeweg is op vandaag te smal om verkeer in dub-belerichtingmogelijktemakenenerzaleen(lokale)verbreding moeten uitgevoerd worden.

Afstand tot centrumfuncties: Afstand tot gemeentehuis vanaf N: 4.132 m �

(OR:179%)Afstand tot gemeentehuis vanaf Z: 4.159 m �

(OR:196%)

Fileprobleem door overweg:Idem als hoger aangeduid

Besluit: �

1.Hoofdontsluitingopzinderdreef+nieuweweg(park-weg)

geenfileprobleem �

door de aanleg van de parkweg kan er een �

verkeersveilige menging van de verschil-lende verkeerstypologieën gebeurenerzijngeenmogelijkeconflictpuntenter �

hoogte van de spoorweg, dit door middel van een te realiseren ongelijkvloerse kruisingde afstand via de hoofdontsluiting naar het �

centrum van Blankenberge is de langste afstand in vgl. met de andere scenario’sde verkeersafwikkeling richt zich niet op het �

huidige woonweefsel en het centrum van Blankenberge

2. Hoofdontsluiting via Lissewegestraattijdens piekmomenten en zomerperiode kun- �

nenermogelijksfileproblemenontstaanerkunnenconflictpuntenontstaanterhoogte �

van de kruising met de spoorweg, dit kan vermeden worden door een ondertunneling van de Zeebruggelaan

Page 29: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

27w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

erkunnenconflictpuntenontstaanterhoogte �

van de kruising van de Lissewegestraat en de Zeebruggelaan, een herinrichting dient te gebeuren om de menging en de verkeersaf-wikkeling op een verkeersveilige manier te doen gebeurenkortste afstand via deze hoofdontsluiting �

naar het centrum van Blankenbergede verkeersafwikkeling mengt en integreert �

zich met het bestaande woonweefsel3. Hoofdontsluiting via Zinderdreef - Lissewegestraat

mogelijksfileprobleemthvdeZeebruggelaan �

erkunnenconflictpuntenontstaanterhoogte �

van de kruising met de spoorweg, dit kan vermeden worden indien een ondertunneling van de Zeebruggelaanerkunnenconflictpuntenontstaanterhoogte �

van de kruising van de Lissewegestraat en de Zeebruggelaan, een herinrichting dient te gebeuren om de menging en de verkeersaf-wikkeling op een verkeersveilige manier te doen gebeurende verkeersafwikkeling mengt en integreert �

zich met het bestaande woonweefselhetwegprofielvandeZinderdreefisvandaag �

te smal om verkeer in dubbele richting moge-lijk te maken

4. Hoofdontsluiting via BreewegmogelijksfileprobleemthvdeZeebruggelaan �

(richtingcentrum)erkunnenconflictpuntenontstaanterhoogte �

van de kruising met de spoorweg, dit kan vermeden worden indien een ondertunneling van de Zeebruggelaanerkunnenconflictpuntenontstaanterhoogte �

van de kruising van de Breeweg en de Zeebruggelaan, een herinrichting dient te

gebeuren om de menging en de verkeersaf-wikkeling op een verkeersveilige manier te doen gebeurende verkeersafwikkeling richt zich niet op het �

huidige woonweefsel en het centrum van BlankenbergehetwegprofielvandeBreewegisvandaagte �

smal om verkeer in dubbele richting mogelijk te maken

De hoofdontsluiting scenario 1 en 2 zijn de meest logi-sche ontsluitingen. De ontsluiting van de nieuwe parkweg (scenario 1)vormt een omweg richting centrum en neemt de mees-teruimte in. Dezewegheeftechtergeenfileproble-men en vertragingen door het sluiten van de overweg. Door de aanleg van een ongelijkvloerse kruising met het spoor, een parkweg en de ontsluiting via de te re-aliseren rotonde thv de Brugse Steenweg is een ver-keersveilige verkeersvermenging mogelijk.

DeontsluitingviadeLissewegestraat (scenario2) isde meest logische en kortste ontsluiting richting cen-trum van Blankenberge en de centrumfuncties. In de normale periode zal deze ontsluiting geen probleem vormen. Er is nog voldoende restcapaciteit aanwezig. Tijdens piekperiodes en zomerperiode kunnen er ech-terwelfileproblemenontstaandoorhetfrequentslui-ten van de overweg en de vermoedelijk hogere inten-siteiten op de Zeebruggelaan.

Wegensonvoldoendecijfergegevens(tellingenzomeren evolutie treinfrequentie) en het ontbreken van de MAIS zou het voorbarig zijn de nieuwe parkweg in het plangebied te betrekken. Er kan immers niet aan-getoond worden dat de ontsluiting via de bestaande ontsluitingsmogelijkheden zal verzadigd worden waar-

door er behoefte is voor een nieuwe wegenisinfra-structuur.

Om onderhavig RUP met deze onzekerheden niet te belasten, werd in het CBS van 20/01/2009 besloten om de realisatie van de nieuwe parkweg van het plan-gebied te ontkoppelen. Indien in een later stadia de noodzaak voor de realisatie van een oostelijke park-weg kan aangetoond worden, zal een afzonderlijk ruimtelijk uitvoeringsplan worden opgemaakt.

De ontsluiting van het op te maken RUP verloopt vol-gensscenario2(Lissewegestraatenzeebruggelaan).

Milderende maatregelenDe aansluitingen van het nieuwe project op de �

woonstraten van het Reigerpad moeten beperkt worden tot trage verbindingen opdat louter zachte weggebruikers hiervan kunnen gebruik maken. Het heeft weinig zin de op vandaag smalle woonstra-ten te hanteren als ontsluitingsweg van het nieuwe project.Trage wegen: Om de wijk duurzaam te ontsluiten, �

is het interessant voor de toekomstige bewoners trage verbindingen te realiseren richting centrum.

De bestaande woonstraten uit wijk Reigerspad �

kunnen hiervoor dienstig zijn. Ten noorden van het plangebied dient er in �

functie van een directe ontsluiting met het cen-trum en in functie van een maximale toeganke-lijkheid van het plangebied, eveneens een trage verbinding gerealiseerd te worden.In samenspraak met de verschillende actoren �

dient er gestreefd te worden naar een optimale toegankelijkheid tussen het nieuwe woongebied enhetcentrum(openbaarvervoer,fietsverbin-dingen, voetgangersdoorsteken).

Page 30: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

28 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Om het gebied maximaal toegankelijk te maken �

wordt deze verbinding in de volledige bufferwand (opdegrenstussenhetplangebiedenhetopenlandschap) verder doorgetrokken.

ConclusieDe ontsluiting van het nieuwe woongebied via de Lis-sewegestraat op de Zeebruggelaan heeft geen aan-zienlijk effect op de verkeersafwikkeling van beide wegen.

3.14. De samenhang tussen de ge-noemde factoren

ConclusieGeen aanzienlijk effect

4. Relevante gegevens met in-begrip van de redenen waar-om de initiatiefnemer meent geen plan-mer te moeten op-maken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM

Het betreft de ontwikkeling van een verkaveling ± 225 woningen.

Er gaat een deel (zeer) waardevol landbouwareaalverloren. Door de bouw van woningen en de aanleg van verhardingen kan er minder water in de bodem infiltreren.Diteffectwordtgemilderddoordesteden-bouwkundige verordening.

Het huishoudelijk afvalwater zal afgevoerd worden naar de RWZI van Brugge. Het hemelwater zal ver-traagd afgevoerd worden naar de Kortenbosader. De grootte van de buffer en het lozingsdebiet, zul-len moeten vastgelegd worden in overleg met de be-heerder van de ontvangende waterloop. Er wordt een open waterbuffer geïntegreerd in de landschappelijke groenbuffer die het volledige plangebied t.h.v. de oos-telijke zijde begrensd.

De nieuwe verkaveling zal bijkomende mobiliteit gene-reren. Uit een simulatie met CAR-Vlaanderen blijken geen overschrijdingen van de grenswaarden of grens-waarden + overschrijdingsmarge van NO2 en PM10 voor de jaren 2010 en 2015. De wettelijke voorschrif-ten inzake de isolatie van nieuwe woningen en inzake het onderhoud van stookinstallaties moeten maken dat de luchtverontreiniging door de verwarming van de woningen beperkt blijft. Er kan tijdelijk stofhinder zijn bij de aanleg van de verkaveling.

De bijkomende mobiliteit van de verkaveling zal ook in beperkte mate bijkomend lawaai met zich meebren-gen. Bij de aanleg van de verkaveling kan er ook tijde-lijk geluidshinder zijn.

Door de keuze van goede armaturen en een door-dachte plaatsing van de verlichtingspunten kan de bij-komende lichthinder beperkt blijven.

De landschappelijke inkleding van de verkaveling kan de impact op het open polder landschap beperken.

De ontsluiting van het plangebied richt zich naar de kern van Blankenberge en sluit aan met de bestaande wegenis. De huidige gemeten intensiteiten geven nog voldoende ruimte voor bijkomend verkeer.

Er kan dus gesteld worden dat er geen aanzienlijke effecten, moeten verwacht worden, mits de voorge-stelde milderende maatregelen uitgevoerd worden.

Page 31: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

29w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

5. In voorkomend geval een beoordeling of het voorge-nomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben

Het betreft een woonuitbreiding in de stad Blanken-berge. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van 08 ha 97 a en 60 ca. Deze oppervlakte zal ge-bruikt worden voor de aanleg van een verkaveling en de nodige wegenis en openbare ruimte. Er zullen in totaal ongeveer 225 woningen gebouwd worden. Er worden geen effecten verwacht die de gewestgrens of de landsgrens zullen overschrijden.

Page 32: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

30 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Page 33: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

Bijla

ge

nBijlage: Voorschriften BPA nr. 22 Reigerpad

Page 34: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

32 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Page 35: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

33w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g

Page 36: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

34 v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g | j u n i ‘ 0 9 | w v i

Page 37: Stad Blankenberge - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · 2009. 9. 30. · De gemeenteraad van de stad Blankenberge heeft in . zitting van 23 oktober 2007 beslist om de opmaak

35w v i | j u n i ‘ 0 9 | v e r z o e k t o t r a a d p l e g i n g