sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

18
ABES sportief beleid – toespitsing jeugdwerking

Transcript of sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

Page 1: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

ABES sportief beleid – toespitsing jeugdwerking

Page 2: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

Inhoudstafel

1. Missie..................................................................................................................................................2

2. Visie.....................................................................................................................................................2

3. Functieomschrijvingen.........................................................................................................................3

3.1 Sportief verantwoordelijke / (jeugd)jeugdsportcoördinator.......................................................3

3.2 Trainer.........................................................................................................................................3

4. Sportieve strategie..............................................................................................................................3

4.1 Doelstelling 1: Competitie van ABESers.......................................................................................3

4.2 Doelstelling 2: Beker van Vlaanderen..........................................................................................4

4.3 Doelstelling 3: Jaarmarktjogging..................................................................................................4

4.4 Doelstelling 4: Kwaliteit trainerswerking.....................................................................................4

4.5 Doelstelling 5: Recreatiewerking.................................................................................................5

4.6 Doelstelling 6: Sportkampen en trainingsstages..........................................................................5

4.7 Doelstelling 7: Topsport...............................................................................................................6

5. Eindtermen..........................................................................................................................................6

5.1 Benjamins....................................................................................................................................6

5.2 Pupillen........................................................................................................................................7

5.3 Miniemen....................................................................................................................................9

6. Veiligheid / gezondheid.....................................................................................................................13

1 ABES sportief beleid

Page 3: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

1. MissieAtletiek Belgica Edegem Sport, kortweg ABES, wil de atletiekvereniging bij uitstek zijn die de atletieksport aanbiedt aan ieder die hiermee wilt kennismaken en waarbij jong en minder jong hun favoriete sportdiscipline kunnen beoefenen op een sportieve of recreatieve manier.

ABES streeft ernaar om op elk niveau voldoende gekwalificeerde ondersteuning te kunnen bieden zodat eenieders talenten op een gezonde wijze verder ontwikkeld kunnen worden.

Bij ABES is sporten meer dan individueel presteren. Via gerichte initiatieven streven we er voortdurend naar onze leden méér disciplines te laten ontdekken, méér mensen beter te leren kennen binnen een ongedwongen familievriendelijke context.

2. VisieABES richt zich tot de sporter in het algemeen. Zowel de jeugdatleet, de recreant, de jogger als de discipline-atleet is belangrijk. Atleten kiezen hun eigen weg in de atletieksport onder begeleiding van coaches en trainers.

ABES is een atletiekvereniging die aan competitie doet en die dat ook wilt uitstralen. Dit bouwen we op vanaf onze jeugdreeksen (BEN, PUP, MIN) waarbij het fundament een spelenderwijze basis is. In de jongerencategorieën (CAD, SCH, JUN) en de volwassenencategorieën (SEN, MAS) wordt competitie belangrijker, maar hiernaast blijft een recreatieve werking bestaan. Naast onze eigen meetings en een jaarmarktloop ,vind je ABES steeds terug in de Beker van Vlaanderen competitie, op verschillende kampioenschappen en tijdens andere meetings en joggings.

Bij de hogere categorieën hebben wij een gerespecteerde status opgebouwd met een belangrijke instroom van onze eigen jeugdatleten. Het is inderdaad de bedoeling om vanuit de jeugd door te groeien naar de seniorencategorie en daar de grotere successen te behalen. Dit moet opgebouwd worden vanuit de jeugd: een actieve vorm van wedstrijdpromotie d.m.v. de ABES Olympiade kan hier als voorbeeld worden beschouwd.

De langetermijnvisie van hierboven loopt gelijk met de langetermijnvisie die we hebben ten aanzien van de begeleiders, de trainers en coaches.

Niet alleen het sportieve, maar ook het extrasportieve is belangrijk: zaken als vriendschap, teamwork, fair play zijn geen onbekenden bij ABES. Dit uit zich niet alleen in de trainingen en op wedstrijden, maar ook in de vele nevenactiviteiten die door de vereniging worden georganiseerd.

Tenslotte probeert ABES op constante basis bij te leren, te leren uit gemaakte fouten. Zo zetten we hoog in op een kwalitatieve trainerswerking. We trachten structureel verder te groeien tot een stabiele en gezellige vereniging.

2 ABES sportief beleid

Page 4: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

3. Functieomschrijvingen

3.1 Jeugdsportcoördinator- De jeugdsportcoördinator zorgt als hoofddoel voor een actief, transparant en democratisch

sportief beleid. - Hij houdt een overzicht van de trainers en trainingsuren en organiseert op regelmatige basis

trainersoverleg. - Samen met de trainers zorgt de jeugdsportcoördinator voor een wedstrijdplanning, zowel op

ABES als daarbuiten.- De jeugdsportcoördinator zorgt voor communicatie tussen trainers en bestuursleden.

3.2 Jeugdtrainer- Jeugdtrainers zorgen voor degelijke trainingen en wedstrijdbegeleiding.- Jeugdtrainers zoeken gerichte trainingsmethodes die leiden tot aansprekende prestaties.- Zij streven ernaar hun atleten te motiveren, te enthousiasmeren om deel te nemen aan hun

trainingen en wedstrijden.- Jeugdtrainers zorgen voor ondersteuning bij eigen wedstrijden.

4. Sportieve strategieIn het onderdeel strategie leggen we uit welke jeugddoelstellingen ABES nastreeft. Deze zijn opgedeeld in strategische doelstellingen, zeg maar een abstract begrip waar we naartoe willen, en operationele doelstellingen, doelstellingen die de strategische doelstelling verduidelijken. Bestuur, jeugdrainers en jeugdcoördinatie werken vervolgens samen om in de sportjaren zo veel mogelijk doelstellingen te bereiken.

4.1 Doelstelling 1: Competitie van ABESersStrategische doelstelling

Omwille van het imago van de club, houdt ABES eraan dat haar ABESers aan zo veel mogelijk wedstrijden deelnemen, bij voorkeur eigen wedstrijden.

Operationele doelstellingen

4.1.1 Tijdens een trainersvergadering voor de winter wordt er een wedstrijdkalender opgesteld van wedstrijden (veldlopen, indoormeetings, joggings) waar we als club naartoe gaan.

4.1.2 Tijdens een trainersvergadering voor de zomer wordt er een wedstrijdenkalender opgesteld van wedstrijden (meetings, joggings) waar we als club naartoe gaan. De eigen meetings, joggings en de BvV hebben absolute voorrang.

3 ABES sportief beleid

Page 5: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

4.1.3 Door haar trainingsaanbod streeft de club ernaar atleten klaar te stomen voor het PK.

4.1.4 De club houdt een statistiek bij van het aantal deelnames van alle ABESers en zal haar beleid inzake motivering, beloning en marketing hiernaar aanpassen.

4.1.5 Inschrijfmogelijkheden voor de kampioenschappen worden tijdig doorgemaild en uitgehangen ad valvas.

4.1.6 ABES organiseert verschillende Kids’ Athletics wedstrijden om zo nieuwe leden aan te trekken en om een alternatieve vorm van wedstrijdbeleving te creëren.

4.1.7 Jeugdtrainers en jeugdatleten zorgen ervoor dat zij op wedstrijden steevast in ABES clubkledij aanwezig zijn.

4.2 Doelstelling 2: Beker van VlaanderenStrategische doelstelling

Voor de Beker van Vlaanderen dient de best mogelijke en volledige ploeg aan de start te komen.

Operationele doelstellingen

4.2.1 Tijdens een trainersvergadering in het voorjaar worden de ploegverantwoordelijken voor de verschillende BvV gekozen.

4.2.2 Minstens 3 weken voor de BvV zijn er ploegen samengesteld en gecommuniceerd.

4.2.3 Elke ploegverantwoordelijke houdt een lijst bij van de deelnemende atleten waarop volgende gegevens moeten staan: naam, proef, persoonlijk record, VAL-nummer, e-mailadres, telefoonnummer, locatie BvV, uur proef.

4.2.4 De jeugdsportcoördinator houdt de evolutie van elke ploegopstelling in het oog en treedt op wanneer gevraagd door de ploegverantwoordelijke.

4.3 Doelstelling 3: JaarmarktjoggingStrategische doelstelling

De Jaarmarktjogging is de manier om ABES bij het Edegemse publiek bekend te maken. Tijdens de jaarlijkse jaarmarkt organiseert ABES een stratenloop. Een goed draaiende organisatie kan onze sterke punten in de kijker zetten.

Operationele doelstellingen

4.3.1 Omwille van de uitstraling en de impact wordt van atleten die niet kunnen deelnemen, verwacht de handen uit de mouwen te steken. Jeugdtrainers zullen hun jeugdatleten hiervoor motiveren.

4 ABES sportief beleid

Page 6: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

4.4 Doelstelling 4: Kwaliteit trainerswerkingStrategische doelstelling

Het sportbestuur neemt zich voor een dusdanig, gevarieerd aanbod aan trainers te organiseren dat elke ABESer op ABES zijn/haar gading kan vinden. Ze streeft een optimale samenwerking van de drie partijen (sportbestuur, jeugdtrainers, jeugdatleten) na.

Operationele doelstellingen

4.4.1 Organiseren van tweemaandelijkse trainersvergadering waarbij zowel de jeugdsportcoördinator als één extra bestuurslid aanwezig zijn.

4.4.2 De jeugdsportcoördinator zal op bestuursvergaderingen en jeugdtrainersvergaderingen feedback communiceren tussen beide groepen.

4.4.3 ABES organiseert zelf minstens één bijscholing per sportjaar. Inbreng van jeugdtrainers is belangrijk om het onderwerp te bepalen.

4.4.4 Alle trainers worden verwacht minstens één sportief opbouwende bijscholing per sportjaar te volgen. ABES bepaalt hoe er eventueel terugbetaald wordt. Het spreekt voor zich dat er door de jeugdtrainer eerst een melding gedaan dient te worden naar het bestuur toe.

4.4.5 Het sportbestuur ziet erop toe om bij elke leeftijdsgroep (BEN, PUP, MIN) minstens vier jeugdtrainers te hebben.

4.4.6 Alle jeugdtrainers hebben een diploma of behalen dit voor 2015.

4.5 Doelstelling 5: RecreatiewerkingStrategische doelstelling

Naast het competitieve karakter van de club, is er een recreatief karakter. Deze groep atleten maakt ook deel uit van ABES en mag dus niet vergeten worden.

Operationele doelstellingen

4.5.1 De club voorziet in een aparte recreantenwerking met eigen trainer(s) vanaf MIN.

4.5.2 De club organiseert jaarlijks minstens 2 familiedagen.

4.6 Doelstelling 6: Sportkampen en trainingsstagesStrategische doelstelling

Een sportkamp en een trainingsstage zijn ideale manieren om aan groepsbinding te doen en om tijdens een relatief korte tijdsperiode intensiever te trainen. Elk jaar checkt de club de haalbaarheid van deze evenementen en speelt daar eventueel verder op in.

5 ABES sportief beleid

Page 7: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

Operationele doelstellingen

4.6.1 ABES organiseert jaarlijks minstens één sportkamp wanneer er voldoende geïnteresseerden zijn.

4.6.2 Navraag bij jeugdtrainers leert of er nood is aan trainingsstage(s) in de opbouwmaanden.

4.7 Doelstelling 7: TopsportStrategische doelstelling

Ook voor topatleten is er plaats bij ABES.

Operationele doelstellingen

4.7.1 ABES speurt naar en (h)erkent topatleten a.d.h.v. welomschreven criteria: de BLOSO clubtesten.

4.7.2 De club streeft ernaar een optimale omkadering te creëren voor topatleten waarbij er bij voorkeur intern gekeken worden, anders via samenwerking met externen.

5. Eindtermen

5.1 BenjaminsAlgemeen genomen kan je zeggen dat onze benjamins op een speelse wijze kennismaken met de sport.

In onderstaande tabel zie je welke vaardigheden aan onze benjamins worden bijgebracht.

Onderdeel Discipline Benjamin I Benjamin II

Opwarming

StretchingVoor beide categorieën zijn deze gelijk, elke benjamin moeten de basisoefeningen kennen, bovendien moet elke benjamin deftig kunnen pompen en sit-up

LoopoefeningenBasisoefeningen1 (2 benen) Uitbouw Basisoefeningen

(Telvarianten, 1 been)

Werpen KogelstotenFocus op stotenStandworp (zijwaarts)

Uitbouw: zijwaartse schuifbeweging

Opm.: Geen rotatieHockeybal

Standworp Aanloop – blokkeren - uitval

1 Skipping, Hakbil, zijwaarts, achteruit, russen, huppelen, kaatsen

6 ABES sportief beleid

Page 8: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

Springen

HoogMatgewenning Schaarsprong (GEEN flop)

VerAanloop – Afstoten met een voet (Opm.: te veel doen aan verlanden en te weinig doen aan verspringen) – hoogte maken - landen met 2 voeten naast elkaar

Lopen

LangBenjamins moeten op wedstrijd 600m kunnen lopen dus we gaan focussen op het feit dat ze 2 volle toeren aan een stuk moeten kunnen lopen

SpurtReflexen, verschillende startposities, tussen de lijnen lopen, rechtdoor kijken tijdens een spurt

Verdere uitbouw looptechniek tijdens het spurten, 3-puntstart

AflossingDoorgeven fase II:Vlot doorgeven van voorwerpen met 1 handOvergang naar stok

Doorgeven fase II:Stok blindelings doorgeven in beweging

5.2 PupillenDe pupillen krijgen al iets technischere trainingen. Er wordt nog heel erg veel spelenderwijs aangebracht, maar de technieken komen toch al duidelijker aan bod.

In onderstaande tabel zie je welke vaardigheden aan onze pupillen worden aangebracht.

Onderdeel discipline PupillenAlgemeen

Loopoefeningen

De pupillen kunnen de basisoefeningen (*) voorwaarts én achterwaarts en zijn in staat om enkele oefeningen te combineren (skipping/heellift) of te variëren in ritme (L,L,R en L). De pupillen kunnen een versnellingsloop ('steigerung') lopen over 60-80 meter.

Medicinbal

De pupillen kunnen veelzijdige worpen maken met een medicinebal met een maximumgewicht van 2 kilogram. Hierbij valt te denken aan gecontroleerde worpen van voor de borst, achterover en zijwaarts (links en rechts)

Grondoefeningen De pupillen zijn in staat om klassieke oefeningen te doen. Opdrukken, sit-up en rugbalans vallen daaronder.

7 ABES sportief beleid

Page 9: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

Werpen

Balwerpen

De pupillen zijn in staat om met een 3-pas kruispas aanloop te komen tot een gecontroleerde afworp. Een afworp komend vanaf een gestrekte achterarm, die gebogen langs het oor opwaarts naar voren beweegt. Onderwijl zijn de heupen al in de werprichting gedraaid (torsie).

Kogelstoten

De pupillen zijn in staat om een standstoot uit te voeren op basis van gewicht verplaatsing plus stoot (geen rotatie). De kogel maakt een opwaarts, ondersteunde beweging. Onderwijl zijn de heupen al in de werprichting gedraaid (torsie-moment).

Discuswerpen

De pupillen zijn in staat om een standworp uit te voeren op basis van gewicht verplaatsing plus worp (lichte rotatie). De discus maakt een opwaarts ondersteunde beweging. Onderwijl zijn de heupen al in de werprichting gedraaid (torsie-moment).

Springen

Hoogspringen

De pupillen kunnen met een 7-pas (4 rechtdoor en 3 in de bocht) aanloop in 'fosbury'-flop springen met hun 'sterke' been. In 3-pas met hun zwakke' been. De Fosbury kenmerken beperken zich tot het eenbenig afzetten, 180° draaien in de lucht en op de (hoge) rug landen. Natuurlijk is er een knie-impuls van het been dichtst bij de mat, dit tezamen met de bijbehorende arm die de sprong in het luchtledige wijst.

Verspringen

De pupillen kunnen met een 11-pas aanloop springen in een 'schrede-verte sprong'. Na de afzet (niet kijkend naar de afzetbalk) volgt een knie-impuls (hoogte winnen). Gedurende de vlucht zal het 2e been (horizontaal) worden bijgesloten om rechtvooruit met 2 voeten naast elkaar te kunnen landen.

3-sprong De pupillen hebben via initiatie al eens kennisgemaakt met dezesprongvorm. Nadruk ligt op 3 gelijkwaardige (afstand) sprongen.

Lopen

Hindernis

De pupil kan in 5-pas ritme over de (hoge) horden. Het aanvalsbeen rechtvooruit stekend; het bijtrekbeen, gebogen en naar de zijkant gelegd. De pupil kan zeker 3 hindernissen achtereen gelijkwaardig nemen'.

Sprint

De pupillen kunnen vlekkeloos starten vauit een startblok (en deze ook al zelfstandig plaatsen). Na de start zijn de eerste passen klein en loopt men nog niet rechtop. Dit volgt na een meter of 10. Natuurlijk loopt men rechtdoor in de eigen baan tot na de finish.

Aflossing

De pupillen kunnen aflossen volgens 'kijk en commando'. De aflossende loper kijkt tot wanneer de ploegmaat dicht genoeg bij is en loopt al richting het wisselvak. De ploegmaat loopt nog steeds verder en komt dichter. Pas in het wisselvak is deze dicht

8 ABES sportief beleid

Page 10: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

genoeg bij om een commando te geven direct gevolgd door het achteruit steken van een arm van de ontvangende atleet. De ploegmaat steekt het aflossingsstokje in de toegestoken hand : voor het einde van het wisselvak.

Lang

In de winter is een pupil in staat om bijna een half uur aan een stuk te lopen in een rustig tempo. Ook kan hij dan in een (hoger) tempo tot 1200 meter in slechte grondomstandigheden lopen.In de zomer kan de pupil in een zeker tempo 1000 meter lopen zonder te wandelen.

(*) basisoefeningen zijn trippling (voetafrol), skipping (kniehef), heellift (hak-bil), pendle (pendelloop), dynamic pendle, kaatssprongen, huppelpas (met impuls)

5.3 MiniemenOok de miniemen werken nog gedeeltelijk spelenderwijs. Extra bij hen is dat er minstens 1x per week een disciplinetrainer meehelpt een bepaalde discipline beter onder de knie te krijgen. Bij de miniemen is het ook zo dat de eindtermen gebaseerd zijn op de eindtermen die de VAL heeft verspreid. Ze zijn erop gebaseerd, dit betekent dat er hier en daar een minimale aanpassing is gebeurd.

In onderstaande tabellenreeks vind je welke vaardigheden onze miniemen worden aangeleerd.

EINDTERM 1: lichaams- en bewegingsinzicht

Algemeen Er moet een evolutie zijn van een algemene lichaamsscholing naar een lichaamsbesef: de atleten moeten weten hoe hun lichaam in elkaar zit en hoe ze het gebruiken.

Kunnen - met armen en benen gelijktijdig verschillende bewegingen uitvoeren (dissociatie)- een eenvoudige beweging correct nabootsen (na demo / verbale info)- draaibewegingen uitvoeren en zich daarbij blijven oriënteren in de ruimte- draaien om verschillende assen- aanvoelen van spanning en ontspanning in de bewegingsuitvoering

EINDTERM 2: kracht en conditie

Algemeen enkel zonder externe belasting (de term ‘met eigen lichaamsgewicht’ is verwarrend : men kan denken dat men een belasting mag toevoegen gelijk aan het eigen lichaamsgewicht…)

Kunnen gecontroleerde romp- en bekkenstabiliteit behouden bij alle loop-, spring- en werpvormen

EINDTERM 3: attitudevorming

Kunnen - de atleet kan een gegeven opdracht uitvoeren- de atleet kan zelfstandig aan een wedstrijd deelnemen : sportzak klaarmaken, keuze maken van disciplines, inschrijven, op tijd zijn, …

9 ABES sportief beleid

Page 11: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

- de atleet kan het belang inschatten van inzet en motivatie t.o.v. zichzelf, de trainer en de medeatleten

EINDTERM 4: mentale vorming

Kennen de atleet kan van alle basisbewegingen en basistechnieken de belangrijksteaandachtspunten aangeven

Kunnen - de atleet kan de eigen mogelijkheden inschatten- de atleet kan voor zichzelf doelen bepalen- de atleet kan de eigen prestaties interpreteren- de atleet kan een mindere prestatie relativeren en een goede prestatie waarderen- de atleet kan een verbale opdracht uitvoeren

EINDTERM 5: lenigheid

Algemeen Lenigheid is geen doelstelling maar een middel

Kennen - de atleet kent enkele basis-lenigheidsoefeningen voor de grote spiergroepen- de atleet weet dat lenigheid belangrijk is voor de blessurepreventie en het kunnen uitvoeren van technieken

Kunnen de atleet kan zelfstandig enkele basis-lenigheidoefeningen op een correcte manier uitvoeren, zowel dynamisch als statisch

EINDTERM 6: gymnastische vaardigheden

Kunnen - de atleet kan, met steunhulp, een handenstand uitvoeren- de atleet kan rotaties rond de verschillende lichaamsassen uitvoeren

EINDTERM 7: lopen

versnellingslopen

Kunnen - de atleet kan stelselmatig de snelheid opbouwen over een bepaalde afstand- de atleet kan een technisch gecontroleerde versnelling uitvoeren

snelheid

Kennen - kent het verschil tussen een hoge en een lage frequentie

Kunnen - 3-puntstart (staande houding met voetenplaatsing zoals in startblok)- startbeweging van laag naar hoog- start uit startblok met zowel linker als rechter voet vooraan- de atleet kan snel, explosief reageren op prikkels

looptechniek

Algemeen - alle eindtermen moeten kunnen worden uitgevoerd met een hoog en stabiel bekken /rompblok !- rustig maar gecontroleerd- deze hebben als doel het ontwikkelen van een efficiënte loopstijl waarbij de nadruk moet gelegd worden op coördinatie, souplesse en dynamisme. Dit wordt aangeleerd door de drills in te oefenen per lichaamszijde zodat deze een automatisme worden. Nadien kan er overgegaan worden tot gecompliceerde combinaties om de coördinatie aan te scherpen. Stabilisatie wordt aangeleerd door de oefeningen achterwaarts te herhalen.

10 ABES sportief beleid

Page 12: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

Kunnen - lopen op de voorvoet met voor-achter-armbeweging- lopen met voet afrollen met voor-achter-armbeweging- skipping met en zonder armbeweging- skipping met nadruk op kapstokvoet / klauwvoet- hiellift met en zonder armbeweging- kaatsen / stuwen- actieve voetplaatsing- strekfase lichaam- correct uitvoeren van voor- en achterzwaaifase

uithouding

Kunnen - gedurende minstens 30’ aan een rustig tempo kunnen lopen- tempogevoel hebben (sneller, trager kunnen lopen…)

hordelopen

Kunnen - lopen over lage hindernissen (40-76cm)* met accent op snelheid – sprinten – ritme* met accent op voorwaartse impuls* met accent op gecontroleerde armbeweging

- gecontroleerde analytische uitvoering van de 2 deelbewegingen kunnen uitvoeren: aanvalsbeen en impuls-doorvoer-bijtrekbeen * uit stand met en zonder horden

* stappend met variërend aantal steunen tussen de horde* huppelend ( eenvoudige oefeningen)

--> zowel links als rechts- op aangepaste afstand 3-pasritme kunnen lopen- op aangepaste afstand een opgelegd pasritme kunnen lopen (4-pas, 5-pas, 7-pas…)- horden kunnen en durven nemen als ze niet op een vaste afstand staan (ritmegevoel / aanpassingsvermogen)

aflossingen

Kennen aflossingszone kennen

Kunnen 1 aflossingstechniek kennen en kunnen toepassen zonder oog voor detail- wachtende atleet moet correcte startpositie kennen en kunnen uitvoeren (voeten recht vooruit, juiste been vooraan, juiste kant van de baan …)- gever: correcte timing (roepen-kijken-geven !)- ontvanger: op een consequente manier snel en zonder omkijken durven vertrekken op een visueel merkteken

startblokken

Kennen Weten hoe een startblok werkt, wel nut het heeft

Kunnen - stand van de blokken - startprocedure (stilzitten, spanning aanhouden) - nadruk eerste pas (minimum 1 voet over de lijn) - onmiddellijk overgaan naar krachtige frequentie

EINDTERM 8: springen

11 ABES sportief beleid

Page 13: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

algemeen

- basis spring- en hinkoefeningen gecontroleerd kunnen uitvoeren met accent op veelsprongen- progressief versnellende aanloop- adequate aanloop-afstootverbinding- actieve voetplaatsing- lichaamsstrekking bij afstoot- knie-inzwaai- adequate arminzet- vormspanning kunnen aanhouden in de lucht

hoogspringen

Kunnen - inclineren in bocht- schaarsprong- stijgsprong vanuit rechte aanloop en bocht, met of zonder draai om de lichaamsas- een gecontroleerde standflop kunnen uitvoeren- goede resultante bereiken van horizontale en verticale sprongcomponent- gecontroleerde imitatiesprongen zonder landing kunnen uitvoeren

polsstokspringen

Kunnen - correct vasthouden van de stok- gecontroleerd aanlopen met stok- planten van de stok na korte submaximale aanloop, bv. in zandbak, gevolgd door sprong (over hindernis)

verspringen

Kunnen - zie algemeenheden sprongen (10.1) + laatste pas naar plank durven/kunnen toewerken- volledig uitduwen van afstootbeen- uitvoeren van hurksprong- correcte knieinzet- armondersteuning

EINDTERM 9: werpen

algemeen

- aanvoelen van lichaamsverplaatsingen voor-achter en zijwaarts bij verschillende- medecinebaloefeningen- buig-strekbeweging met uitstoten van bal- werptuig correct kunnen vasthouden- correcte uitgangshouding standworp kunnen uitvoeren- krachtoverdracht benen-romp-armen- dynamisch aanvoelen van de lichaamsketen

kogelstoten

Kunnen - standworp rugwaarts- aanloopvorm met rugwaartse beweging tot standworphouding

discuswerpen

Kunnen - standworp rugwaarts

12 ABES sportief beleid

Page 14: sportief jeugdbeleid met eindtermen.docx

- discus correct kunnen afwerpen

speerwerpen

Kunnen - 1 gecontroleerde geschouderde impulspas uitvoeren met afworp- schouderen en werpen: L-R-L stappend

6. Veiligheid / gezondheid

De thema’s veiligheid en gezondheid zijn enorm belangrijk voor ABES. Hieronder vind je enkele aandachtspunten die betrekking hebben op de thema’s.

- Het materiaal verkeert in goede staat. Bij problemen wordt de materiaalmeester onmiddellijk op de hoogte gebracht.

- Het materiaal wordt op een correcte en veilige manier gebruikt.- Atleten kunnen steeds terecht bij de trainers voor (beperkt) schoenadvies.- Via de maandelijkse planning wordt er afgesproken wie wanneer welk gedeelte terrein

krijgt.- De trainers zijn zich bewust van de grootte van hun groep en zorgen voor een

aangepaste en veilige atletenopstelling.- Rust is een onderdeel van de training.- Alle vormen van snoepen tijdens de trainingen zijn verboden.- Wanneer atleten materiaal vast hebben, zijn ze er voorzichtig mee. Bij niet gebruik

leggen ze het materiaal best op de grond.- In het secretariaat is er een EHBO-kit.- In de diepvries liggen er ijspacks.- Alle atleten zijn verzekerd bij Ethias. Papieren van de verzekering zijn op te vragen bij de

secretaris.

13 ABES sportief beleid