Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3...

44
Sporten en bewegen, iedereen doet mee! Samenwerken met lokale partners

Transcript of Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3...

Page 1: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

Sporten en bewegen,iedereen doet mee!Samenwerken met lokale partners

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 1

Page 2: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 2

Page 3: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

3

INHOUDSTAFEL 3

INLEIDING 5

VISIE 6

INTERVIEWS

n Etnisch-culturele minderheden (De8) 9

n Maatschappelijk kwetsbare groepen

(Samenlevingsopbouw) 12

n Maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren

(Uit De Marge) 15

n Kinderen en jongeren (VVJ) 18

n Gezondheidspromotie en ziektepreventie (VIGeZ) 21

n Dak- en thuislozen (Steunpunt Algemeen

Welzijnswerk en Open Stadion) 25

n Senioren (Vlaamse Ouderenraad) 29

n OCMW's, onderwijs en kinderopvang (VVSG) 33

n Mensen in armoede (Vlaams Netwerk van

Verenigingen waar armen het woord nemen) 38

TIJD VOOR ACTIE 42

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 3

Page 4: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

4

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 4

Page 5: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

5

Werken aan een toegankelijk, laagdrempelig

sport- en beweegaanbod en het aanspreken

van een diversiteit van doelgroepen is de

uitdaging voor sportdiensten. Zowel in club -

verband, als op een andersgeorganiseerde

manier moeten we kinderen, jongeren,

volwassen en senioren aanzetten tot sporten

en bewegen, om zo te komen tot een écht

Sport voor Allen-beleid. Via het sportbeleids -

plan voeren sport diensten de regie van het

lokaal sportbeleid, waarbinnen samen werkings -

verbanden ongetwijfeld een meerwaarde bieden.

Vanuit het Vlaams Instituut voor Sportbeheer

en Recreatie beleid vzw (ISB) willen we sport -

diensten, sportfunctionarissen, sportpromotoren,

sportraden en schepenen van sport prikkelen

en inspireren om hun visie op sport en

bewegen te verruimen. We willen sportdiensten

laten kennismaken met een netwerk van lokale

partners en uitnodigen om samen te werken

aan een toegankelijk en divers sport- en

vrijetijdsaanbod.

We laten 9 koepelorganisaties van potentiële

lokale partner organisaties voor sportdiensten

aan het woord: Hoe kijken zij naar sport?

Wat verwachten ze van sportpartners?

Wat kunnen zij betekenen voor sportpartners?

Wat zijn do’s en dont’s bij het werken met

bepaalde doelgroepen? De koepels spreken

vanuit hun ervaring met het werkveld en een

helikopterzicht namens de lokale actoren.

Vanuit welzijn en armoede maken we kennis

met de werking van straathoek- en opbouw -

werk, verenigingen waar armen het woord

nemen, de Centra Algemeen Welzijn (CAW)

en het OCMW. We hebben ook aandacht

voor maatschappelijk kwetsbare jongeren.

Door de bril van de jeugddienst kijken we naar kinderen en jongeren in het

algemeen. Ook de zeer diverse doelgroep senioren krijgt met de aanwezige

vergrijzingstendens de nodige aandacht. Omgaan met interculturaliteit en

etnisch-culturele minderheden vergt heel wat specifieke expertise die te

vinden is bij de minderhedencentra.

Sport wordt steeds vaker verruimd tot bewegen en gelinkt met gezondheid,

zodat LOGO’s (Lokaal Gezondheidsoverleg) interessante partners zijn.

Ook kijken we naar de werking van de lokale kinderopvang en onderwijs -

sector.

Met onze keuze van 9 organisaties hebben we een mix nagestreefd van

bekende instanties en minder voor de hand liggende of gekende partner -

organisaties. Zowel grote steden als meer landelijke gemeenten zullen

kunnen kennismaken met en geïnspireerd worden door de boeiende

verhalen. Onder het motto ‘kiezen is verliezen’ geven we aan er ons

van bewust te zijn heel wat interessante partners niet aan het woord

te hebben gelaten.

We willen tot slot alle koepelorganisaties van harte danken voor hun

gedreven en betrokken medewerking aan deze publicatie. Ook danken we

de werkgroep sportparticipatie van ISB voor hun constructieve feed-back

en inspiratie om deze uitgave praktijkgericht en op maat van de lokale

sportdiensten te kunnen brengen.

Samenwerken in een netwerk kan een antwoord bieden op heel wat

complexe uitdagingen waar we als sportdiensten voor staan. Laat je leiden

door de 7 succesfactoren voor een succesvolle samenwerking en breng

deze in de praktijk met de aangereikte lokale partners. Zet je sterke punten

in als sportdienst en kijk met open blik naar de meerwaarde en expertise

van je toekomstige netwerkpartners …

Piet Van der Sypt

medewerker sportparticipatie

David Nassen

directeur ISB

Mieke Vandemeulebroecke

ISB-werkgroep sportparticipatie en sportdienst Ronse

Sint-Niklaas, december 2009

Inleiding

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 5

Page 6: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

6

Netwerksamenwerking voor een écht Sport voor Allen-

beleid

7 succesfactoren om via samenwerking de complexe

uitdagingen van het bevorderen van sportparticipatie aan te

pakken.

7 succesfactoren om viasamenwerking de complexeuitdagingen van het bevorderenvan sportparticipatie aante pakken

Sportdiensten bewegen zich in een steedsruimer wordend landschap

Sportdiensten bewegen zich momenteel in een steeds

ruimer wordend sportlandschap met complexe uitdagingen.

Op vlak van het bevorderen van sportparticipatie worden

sportdiensten geconfronteerd met een waaier van sport-

en beweegvormen onder de noemer andersgeorganiseerde

sport. En om te komen tot een écht Sport voor Allen-

beleid moet er aandacht zijn voor een diversiteit van

doelgroepen en het wegwerken van talrijke drempels om

sport en bewegen voor iedereen toegankelijk te maken.

Gevolg is dat sportdiensten een steeds groter wordende

waaier van organisaties en instanties ontmoeten in hun

werking: andere gemeentelijke diensten (jeugddienst, OCMW,

integratiedienst …) of niet-gemeentelijke organisaties

(scholen, clubs, private partners …). Het ontstaan van

gespecialiseerde diensten of ambtenaren (gezondheid,

diversiteit, communicatie …) of steeds verdergaande

differentiatie door bijvoorbeeld het apart benaderen van

doelgroepen (senioren, kansarmen …) voedt de explosie

van actoren of partners voor sportfunctionarissen en

sportpromotoren. Verschillende organisaties werken rond

dezelfde thema’s of zijn actief in dezelfde wijken vanuit

een buurtgericht aanbod. Zo zijn bijvoorbeeld de thema’s

‘gezondheid’ en ‘bewegen’ in vele gemeenten de gezamenlijke

verantwoordelijkheid van sportdienst en dienst welzijn;

en in vele wijken zijn diverse organisaties actief voor

de burger (buurtsport, wijkraad, sociale dienst …).

Samenwerken is dus een must. Wie resultaten wil halen,

wie een goede dienstverlening wil leveren, is aangewezen

op samenwerking. Niet zomaar overleggen, vergaderen of

ad hoc samenwerken, maar samenwerken in een netwerk.

Netwerkvorming wordt zo gezien als het antwoord op

complexe problemen of uitdagingen, en laat organisaties en hun

processen evolueren en groeien. En zo ook kwaliteit nastreven…

Samenwerken in een netwerk op vlakvan kerntaken

Netwerken zijn vormen van dynamische samenwerking tussen

gelijkwaardige organisaties. De samenwerking heeft betrekking

op de centrale aspecten van hun werking. Enkel door samen

te werken kan een meerwaarde gehaald worden. De partners

nemen gezamenlijke initiatieven rond een issue waarvan men

onderling afhankelijk is. (Van Der Vorst, 2009)

Samenwerken in een netwerk gebeurt op vlak van de primaire

processen of de kerntaken van de organisatie, zoals de dienst -

verlening aan de klanten of gebruikers. Als we dit vertalen naar

sportdiensten, dan hebben we het over toeleiden tot sport -

beoefening, aanbieden van sportinfrastructuur, een kwaliteitsvol

sportaanbod voorzien, het aanbod communiceren, …

Ondersteunende taken (administratie, personeelsbeleid …)

kunnen worden meegenomen, maar in essentie moet het gaan

over de ‘core-business’ van de actoren. Samenwerken is dus

geen bijzaak of iets dat we ‘er maar bij zullen pakken’.

7 succesfactoren voor een succesvollesamenwerking

1. Zoek naar en breng de meerwaarde helder

in beeld.

Het onderwerp dat organisaties samenbrengt, moet interesse

opwekken en is best wervend. (L’Enfant, 2008). Het kan gaan

om een probleem (probleemwijk, …), een beleidsuitdaging

(wijkontwikkeling, jongeren als vrijwilliger betrekken, …), een

doelgroep (kansarmen, kleuters …), een gebied (wijk, regio …)

of een werkmethode (online communicatie, inschakelen

buurtwerkers, …). Het probleem of de uitdaging is iets

dat je niet alleen als organisatie kan oplossen of aanpakken.

Er ontstaat een onderlinge binding of afhankelijkheid tussen

de actoren op het vlak van specifieke en weloverwogen facetten

van elke organisatie. Deze binding heeft dus geenszins betrekking

op alle facetten van de organisatie. Samenwerking wordt

versterkt als je als organisatie de meerwaarde duidelijk in beeld

kan brengen. Wat is de ‘opbrengst’ van de samenwerking?

Kern of doel van de samenwerking is dan ook die meerwaarde

creëren. Dit wil zeggen dat men evolueert van ‘structureel denken’

naar ‘interactief denken’: niet meer ‘ik als organisatie’, maar wel

‘wij bieden een bepaalde service, dienstverlening …’.

Visie

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 6

Page 7: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

7

Niet de structuur in of van een netwerk wordt bepalend, maar wel

wat er gebeurt en welke (verbeter)processen er lopen. Het gaat dus

niet om dé sportdienst, dé jeugddienst, hét OCMW …, maar wel

om de informatieverschaffing naar de burger, het bevorderen van

de (sport)participatie van de burger, …

2. Vertrek van de sterktes van je organisatie.

Via een SWOT-analyse je eigen sterktes en die van de samenwerking in

kaart brengen, kan helpen als vertrekpunt. Ongetwijfeld zijn er verschillen

tussen de diverse actoren in de samenwerking. Waarschijnlijk is er vrees

om aangesproken te worden op je zwaktes. De focus dient echter te

liggen op mekaars sterktes en deze te bundelen om zo de complexe

uitdaging of een moeilijk probleem samen aan te pakken.

Samenwerking in een netwerk zit dan ook niet meteen op kruis snelheid.

Partners moeten elkaar vinden en elkaar leren kennen: hoe kijkt

een andere organisatie naar sport en bewegen ?, wat zijn de echte

behoeften van een bepaalde doelgroep ?, … Het onderlinge vertrouwen

moet groeien, de doelstellingen komen langzaam tot stand, de motivatie

groeit (of neemt af) … Kortom, een netwerk groeit en rijpt en is zeer

dynamisch. Typisch voor een netwerk is bovendien dat het vertrekt van

het eigen belang van de betrokken actoren. Door het (er)kennen en

duidelijk maken van het eigen belang (en de eigen sterktes) kan men

engagement opbrengen. Stilaan evolueert men naar een gemeenschappelijk

belang. Het gezamenlijke engagement wordt duidelijk en de partners

identificeren zich gaandeweg met het netwerk.

3. Zorg voor een open start en definieer samen het probleem

en de doelstellingen.

Netwerksamenwerkingen en actoren in netwerken staan open voor

verandering en open voor aanpassing. Netwerken zijn gericht op

de toekomst of de ‘buitenwereld’. Het onderwerp of issue van

de samen werking is een uitdaging waarmee men verbetering van

de service (hogere sportparticipatie, enz.) of dienstverlening (betere

communicatie, enz.) nastreeft. Men wil dus niet de bestaande situatie

(of organisatie) verankeren of verdedigen, maar kijkt met open vizier

naar de toekomst.

Het onderwerp mag dus enerzijds niet vaag zijn, want anders is er

geen betrokkenheid of riskeer je met de verkeerde partners rond tafel

te zitten. Anderzijds mag het bij het begin nog niet te concreet zijn,

zodat de probleemdefiniëring en de doelstellingen doorheen

de samenwerking via een proces tot stand kunnen komen.

Zo’n proces loopt echter niet rechtlijnig, maar botst (of strandt) op

hindernissen. Samenwerken in een netwerk komt ook niet zomaar

of organisch tot stand, maar vergt enige systematiek en vaardigheid

in proceswerk.

4. Partners zijn gelijkwaardig.

De actoren in een netwerk moeten niet gelijk zijn,

maar wel gelijkwaardig. Dit wil zeggen dat ze elk

met evenveel zorg en respect behandeld worden.

Er is geen hiërarchische verhouding tussen

de partners in een netwerk en geen eenzijdige

afhankelijkheid. In een netwerk kunnen dus een

aantal kleine clubs samenwerken met één grote

club, kunnen een aantal kleinere diensten samen

met grotere diensten initiatieven nemen of kan

een vertegenwoordiging van burgers of specifieke

doelgroep (armenvereniging, seniorenraad, …)

samenwerken met stedelijke diensten.

In een netwerk kunnen we vier soorten actoren

onderscheiden (L’Enfant, 2008). De lidactoren zijn

zij die effectief deel uitmaken van het netwerk.

De lidactoren kunnen nog opgesplitst worden

in kern- en randactoren. Kernactoren zijn zij die

onmisbaar zijn in het netwerk en beschikken over

belangrijke machts- en hulpbronnen noodzakelijk

voor het netwerk. Randactoren zitten in het netwerk

maar zijn minder belangrijk. De omkaderings actor

is de organisatie/persoon die het netwerk

ondersteunt, begeleidt of faciliteert. In de praktijk

is de omkaderingsactor vaak ook een lidactor.

Zo kan in een samenwerking tussen sportclubs

de sportdienst de omkaderingsactor zijn. In theorie

zou de omkaderingsactor volledig neutraal moeten

zijn en geen eigen belang in te brengen hebben.

Wanneer in de praktijk de diverse partners de

‘netwerkcoördinator’ aanvaarden, is samenwerken

zeker mogelijk. Dit is echter geen gemakkelijke rol,

omdat je het verhaal wel faciliteert op vlak van

inhoud en relaties, maar je bent niet de ‘eigenaar’.

Ten derde hebben contextactoren van op afstand

invloed. Een voorbeeld hiervan kan de subsidiërende

overheid zijn. Tot slot zijn er verankeringsactoren

die legitimiteit en uitstraling geven aan het netwerk.

Belangrijk is om met deze laatste actoren contact

te houden en hen te informeren. Een OCMW-

voorzitter of een schepen van sport kan zo’n

verankeringsactor zijn.

5. Breng machtsbronnen in kaart en maak

afspraken over het inzetten ervan.

Wie betrokken is of zal zijn bij een netwerk,

maakt best een grondige analyse van het landschap

en de betrokken actoren (L’Enfant, 2008).

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 7

Page 8: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

8

Er kan enerzijds gekeken worden naar de

‘betekenis volheid’ of het beschikken over machts-

en hulpbronnen die van nut zijn voor het netwerk.

Anderzijds is ook de ‘handelingsbereidheid’ van

belang: we schatten in dat de betreffende actoren

ook daadwerkelijk willen meewerken en hun

bronnen inzetten.

Machts- en hulpbronnen zijn zeer divers: financiële

middelen, infrastructuur, manuren, expertise, contact

met doelgroepen, relaties, imago, vaardigheden ...

Deze bronnen staan niet op zich maar krijgen

betekenis in relatie tot het onderwerp van de samen -

werking (L’Enfant, 2008). Wanneer de partners

in het netwerk complementaire machtsbronnen

hebben, is dat vaak een voordeel. Partners moeten

bovendien niet alleen beschikken over een potentieel

van machtsbronnen, maar deze ook willen en

kunnen inzetten. Macht en afhankelijkheid vormen

het cement van een samenwerking. In de praktijk is

het belangrijk om de machtsbronnen van de partners

te erkennen. Zo is het belangrijk bij samenwerkings-

v erbanden met kleinere partners hun machtsbronnen

duidelijk te verwoorden om zo ‘gelijkwaardigheid’

na te streven. Gelijkwaardigheid slaat hier op de

‘meerwaarde’ van de wederzijdse afhankelijkheid.

Denken we bijvoorbeeld aan ‘toegang tot de

doelgroep’ bij een wijkraad van vrijwilligers in

een netwerk met stedelijke diensten, de ‘inzet van

vrijwilligers’ bij kleine sportclubs in een netwerk

met scholen, de expertise van de sportdienst op

het vlak van kwaliteitsvolle lesgevers in een project

rond brede school …

6. Heb oog voor het proces en maak

procesafspraken.

Netwerken zijn processen. De vormgeving van het

proces is van belang voor de inhoud. De samen -

werking komt vaak langzaam, maar zeker tot stand.

Het probleem wordt helderder, doelstellingen

ontstaan, partners leren elkaar beter kennen …

Wanneer men wil starten met een samenwerking

in een netwerk zullen dus procesafspraken gemaakt

moeten worden: hoe wordt vergaderd, wie heeft

een mandaat, hoe moet teruggekoppeld worden,

welke middelen of machtsbronnen worden ingezet,

welke beslissingsregels gelden …?

Deze proces afspraken kunnen we in de praktijk illustreren met

afspraken over terugkoppeling met schepenen of besturen, openheid

over beschikbare budgetten, openheid over terugkoppeling naar leden

of andere actoren … Het proces wordt best bewust planmatig

aangepakt, maar moet flexibel genoeg zijn om verrassingen, die eigen

zijn aan samenwerken in een netwerk, op te vangen.

Netwerken moeten open processen zijn (L’Enfant, 2008). Overleg en

onderhandelen is zeer belangrijk. Zoals eerder gezegd mag de start

niet te afgebakend zijn en moeten alle actoren de kans krijgen om het

verhaal mee vorm te geven. Een transparante aanpak is belangrijk voor

vertrouwen en engagement van en tussen de actoren. Aanpassingen

aan behoeften, van middelen … moeten steeds mogelijk zijn.

Communicatie is zodoende een centraal gegeven. Kritische succesfactor

bij samen werken in een netwerk is de organisatiestructuur en -cultuur

van de actoren. Wanneer deze te sterk van mekaar verschillen of niet

duidelijk zijn, bestaat een grote kans op problemen.

7. Netwerken zijn actieconstructies. Start met een concreet

project of kleine realistische doelstellingen.

Netwerken zijn actieconstructies. Kleine realistische doelstellingen

of een concreet project met een duidelijk zichtbare gezamenlijke

meerwaarde zorgt dat netwerken een grote kans op slagen hebben.

Aanbevolen wordt dus niet te lang te onderhandelen en voor te

bereiden totdat alles in detail is uitgeklaard.

Samenwerken in een netwerk is dus meer dan overleggen en vergaderen.

In samenwerking met diverse actoren kan meerwaarde gecreëerd

worden met concrete initiatieven of eenvoudige doelstellingen.

Met aandacht voor het proces, openheid en gelijkwaardigheid tussen

de partners kan een netwerksamenwerking het antwoord zijn op

complexe problemen en uitdagingen, zoals het bevorderen van de

sportparticipatie en het komen tot een écht Sport voor Allen-beleid …

David Nassen, directeur ISB

BRONNEN EN REFERENTIES

Deze tekst is gebaseerd op een voordracht van Leen Van DerVorst (KATHO-IPSOC) over ‘Netwerken van organisaties’ opde ISB-Studiedag en Algemene Vergadering van 26.06.09 inGent. Voorbeelden uit de praktijk werden aangevuld door ISB.

Andere referenties:- L’Enfant Rita, Samenwerken tussen organisaties handvaten

voor een praktijk van netwerkvorming, in HandboekSamenlevingsopbouw, Brugge: Die Keure, 2008.

- Steunpunt GOK, Brede School in Vlaanderen en Brussel,Samenwerking en netwerkvorming in de praktijk,www.steunpuntgok.be, 2008.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 8

Page 9: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

Sport speelt een belangrijke rol bij de integratie van etnisch-culturele minderheden.

Het Antwerps minderhedencentrum, de8, heeft hierover heel wat leerrijke kennis

verzameld. Katleen Peleman, coördinator vrije tijd, geeft enkele fundamentele

inzichten rond sport en diversiteit mee in dit interview.

“Baseer je boodschapop de leefwereld vande allochtonen.”

Wat is de doelstelling van De8?Wij zijn een minderhedencentrum met als opdracht binnen de stad Antwerpen te werken aan

gelijke kansen voor etnisch-culturele minder heden. Hoe doen we dit? Door verenigingen, diensten,

instellingen, scholen en hulpverleners te onder -

steunen in het omgaan met diversiteit. Wij werken

rond vijf thema’s: onderwijs, werk, welzijn, vrije tijd,

sociale grondrechten.

Wat willen jullie bereiken op het vlakvan vrije tijd?Sport en cultuur kunnen voor iedereen een

meerwaarde opleveren. Toch zien we dat allochtone

jongeren hieraan vaak nog niet volwaardig deelnemen.

Dit kan vele redenen hebben: ouders zijn niet op de

hoogte van het aanbod, ouders vinden dat hun kind

huiswerk moet maken in plaats van aan sport

te doen, kinderen hebben ooit iets geprobeerd maar voelden zich er niet thuis... Eén van onze

doelstellingen is deze jongeren te sensibiliseren meer aan sport op een gestructureerde manier

te gaan doen. Wij bieden onze expertise op het vlak van etnisch-culturele minderheden aan

aan mensen uit de sportsector. Ook vrijwilligers binnen de sportwereld bieden wij professionele

ondersteuning rond het omgaan met diversiteit.

Welke inzichten willen jullie de sportsector vooral meegeven?Etnisch-culturele verschillen tussen mensen maken het werken complexer. Blijf niet zitten met je

frustraties, verzwijg je problemen niet, maar vraag advies. Zoek anderen op die ervaring hebben met dit

thema. Want eens je constructief aan de slag bent met diversiteit, kan het interessant en verrijkend

worden voor je organisatie.

9

De8 in het kortn Antwerps minderheden centrumn Streeft naar gelijke kansen voor

alle etnisch-culturele minderheden.n Werkt aan een samenleving die

positief omgaat met etnisch-culturele diversiteit.

Katleen Peleman

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 9

Page 10: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

10

Wat typeert jullie aanpak? We willen organisaties in de

eerste plaats bijbrengen dat je

moet vertrekken vanuit de

noden en de verwachtingen van

etnisch-culturele minderheden.

Organiseer je bv. een infosessie,

baseer je boodschap dan op de

leefwereld van de allochtonen.

En hoe kom je die noden te weten? Door met hen in dialoog te treden.

Een echte dialoog krijg je wanneer je de andere niet in een vakje stopt,

maar vragen stelt en écht luistert. Als allochtone ouders nooit komen

supporteren, moet je eerst weten waarom zij dat niet doen. Hiervoor moet

je het kader van waaruit zij denken en handelen begrijpen. Let erop dat je

dialoog niet ontaardt in een waarheidsgevecht. Het gaat er niet om gelijk

te halen, wel om een gemeenschappelijke basis te vinden waarop je verder

kunt bouwen.

Hoe kijken allochtonen meestal naar sport?Allochtone ouders vinden het belangrijk dat kinderen hun vrije tijd zinvol

invullen. Het rondhanggedrag van jongeren is een gevoelig punt. Aan sport

doen onder toezicht van begeleiders, zien ze als een veilig alternatief.

In vele gevallen vinden ze het ook prima dat hun jongeren via sport in team

leren werken. Ze zien het als een kans om hun Nederlands te verbeteren,

hun verantwoordelijkheidszin verder te ontwikkelen en te leren omgaan

met winnen en verliezen. Ook gezondheid biedt aanknopingspunten.

Zo stellen we vast dat allochtone senioren de stap zetten om te gaan

sporten op het moment dat ze van hun dokter dit als gezondheidsadvies

gekregen hebben. De laatste jaren zijn minderheden anders gaan kijken naar

vrije tijd. Waar ze het vroeger eerder als verloren tijd bekeken, zien ze het

vandaag eerder als een meerwaarde. Dat is op zich een mooie evolutie.

Op welke manier kan sport hen helpengelijke kansen in deze samenlevingte krijgen?Sport bevordert de socialisatie. Het helpt je

functioneren in een samenleving. Je leert je

inzetten voor een gemeenschappelijk doel.

Het bevordert je eigenwaarde. Door aan sport

te doen, komen deze jongeren tot het besef

dat ook zij successen kunnen scoren.

Figuren zoals Mbark Boussoufa of Vincent

Kompany versterken dit besef en werken

dus bijzonder inspirerend.

“Een dialoogis geen

waarheidsgevecht.”

Nuttig om wetenn Ga voor een echte dialoog.n Denk mee vanuit het kader

van de andere.n Plaats mensen niet in hokjes

maar bekijk ze als persoon.n Zoek gemeenschappelijke punten.n Luister naar de bezorgdheden

van de ouders.n Bouw verder op de bestaande

sportparticipatie.n Toon hen de weg naar andere

en minder gekende sporten.n Houd er rekening mee dat

allochtone ouders heel weinigweten over het sportaanbodin België.

© De8 vzw

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 10

Page 11: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

11

Wat vind jij belangrijke aandachtspunten voor meer ‘diversiteitbinnen sport’?De sportwereld draait vandaag op vrijwilligers werk. Er wordt veel van die

mensen gevraagd. Een professionalisering van de sportpraktijk zou zeker

helpen om sportbegeleiding in niet evidente omstandigheden te blijven

garanderen. Men houdt ook best rekening met de geografische concentratie

van het thema. ‘Allochtonen en sport’ is vooral een stedelijk thema.

In landelijke gemeenten is die problematiek helemaal niet van dezelfde orde.

Steden zullen meer resultaten rond dit thema boeken wanneer ze hun

krachten bundelen.

Wat kan een lokale sportdienst doen zodat minderheden zichook welkom voelen?Door te luisteren en begrip te tonen voor de gevoeligheden in hun leef -

wereld, ben je op goede weg. Het ligt vaak aan details. Neem nu bijvoorbeeld

een brochure. Het is echt niet nodig om die in 10 talen te publiceren.

Als je in je brochure enkele belangrijke woorden in de andere taal vermeldt,

heb je al een belangrijk signaal gegeven. Je kunt ook met pictogrammen,

vereenvoudigde afbeeldingen werken. Kijk je foto’s en promotiemateriaal

na op hun cultuurgevoeligheid. Beelden waar meisjes en jongens samen

rollebollen gaan moslims niet over de streep trekken. Als je je brochure

ook naar hen wil richten, houd je daar best rekening mee.

Plannen jullie projecten die ‘diversiteit binnen sport’ verderkunnen stimuleren?We brengen binnenkort een folder uit die de meest gestelde vragen over

islam en sport beantwoordt. Daarnaast willen we ook meer aandacht besteden

aan allochtone meisjes en aan de minder populaire sporten bij deze doelgroep.

Welke rol zie jij voor sport weggelegd in de toekomst?Gelijke kansen voor etnisch-culturele minderheden zijn vandaag in de sport

geen prioriteit. Dat is jammer want sport heeft precies alles in zich om hierin

een voorbeeldrol op te nemen. Sport is een universeel gegeven. Kijk maar

naar de Olympische Spelen. Zoveel landen beoefenen dezelfde sporten.

Ik zie vandaag nog heel wat kansen die we kunnen benutten om via sport

de diversiteit in onze samenleving te doen slagen. Laten we die kans grijpen.

Welk advies wil jij aan sportpartnersmeegeven i.v.m. de begeleiding vanetnisch-culturele minderheden?Het is belangrijk dat je je doelgroep leert

kennen. Door met hen te praten krijg je inzicht

in wat zij als drempels en als kansen ervaren.

Vergeet vooral de ouders niet. Zorg ervoor

dat zij betrokken worden bij de kennismakings-

activiteiten. Wanneer ouders niets weten over

het sportaanbod in België, zal zelfs een leuke

judo-initiatie op een sportdag geen enkel kind

tot bij een club brengen. Luister ook naar de

bezorgdheden van die ouders. De eerbaarheid

van meisjes ligt gevoelig in hun cultuur. Als je dit

weet, dan begrijp je dat turnen in blote benen of

strakke kledij een gevoelig punt is. Zet je energie

in op datgene wat haalbaar is. Een gemengd

sportkamp is dat misschien niet. Begin met

voetbal aan te bieden. Het kan een mooi vertrek -

punt vormen om de kinderen ook kennis te

laten maken met minder bekende sporten.

Wat zie jij als de grootste uitdagingenvoor ‘diversiteit binnen sport’?Er is enerzijds een kwantitatief probleem.

We kunnen er niet omheen dat heel wat

allochtone jongeren nog steeds de weg naar

de sportclubs niet vinden. Hier bestaat de

oplossing er grotendeels in acties te ondernemen

die aansluiten bij hun leefwereld. Hun motivatie

om aan sport te doen moet hierbij onze focus

zijn. Anderzijds is er een kwalitatief probleem.

We zien dat deze minderheden zich vandaag

teveel beperken tot de sporten die zij kennen:

voetbal en gevechtssporten. Heel wat talenten

krijgen dus vandaag nog geen kansen.

Wat heeft de samenwerking metde sportpartners jullie al bijgebracht?Onze inzichten rond sport zijn zeker versterkt.

We staan er meer bij stil dat sport geen

bezigheidstherapie is. Sport moet sport zijn.

Sport is meer dan enkel spel. Laten we

vooral niet vergeten dat sport als doel heeft je

grenzen te verleggen en jezelf te verbeteren.

Hierdoor krijgt sport een bijzondere

meerwaarde binnen het gelijkekansenbeleid.

CONTACTINFO DE 8

Algemeen:Antwerps Minderhedencentrumde8 vzwLangstraat 1022140 Borgerhout03 270 39 [email protected] Katleen Peleman, coördinator

vrije tijd- Houssein El Kouy- Tiene Hertogen

Lokaal:Wil je weten of jouw gemeenteeen integratiecentrum, -dienstof onthaalbureau heeft?Kijk op www.vmc.be bijminderhedensector, adressen.

Wil je weten welke allochtoneorganisaties er in je gemeentezijn? Contacteer de koepels viawww.minderhedenforum.be/leden.htm.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 11

Page 12: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

12

Buurt- en opbouwwerkers spelen een belangrijke rol om de uitsluiting van maatschappelijk kwetsbare

groepen tegen te gaan. Samen met de sector Samenlevingsopbouw zetten zij zich in om de grondrechten

van deze groepen te realiseren en werken zij aan de leefbaarheid van buurten en wijken. Sport kan hierin

een belangrijke hefboom zijn. Chris Truyens en Els Matthieu vertellen hoe je met de juiste aanpak deze

mensen over de streep kunt trekken en kunt laten deelnemen aan sportactiviteiten. De juiste begeleiding

is zonder meer dé factor die het verschil maakt.

“Sport kan ookeen hefboom zijn.”

Wat is de kernopdracht van Samenlevingsopbouw? Chris: Wij hebben twee evenwaardige kernopdrachten: de agogische en de politieke. De agogische

kernopdracht houdt in dat wij positieve veranderingsprocessen tot stand brengen bij onze doelgroep,

de maatschappelijk kwetsbaren. Hoe gaan we te werk? Onze buurt- en opbouwwerkers brengen

mensen samen, gaan samen met hen aan de slag om oplossingen te zoeken voor gemeenschappelijke

problemen. Dat maakt deze mensen sterker én geeft ons inzichten in hun concrete noden. Onze politieke

kernopdracht houdt in dat wij met deze inzichten naar de beleidsmakers kunnen stappen om voor

gepaste maatregelen te gaan ijveren. Op die manier werken wij mee aan een sociaal gecorrigeerd beleid.

Welke thema’s behandelen jullie?Chris: Wij werken aan leefbaarheid in aandachtsgebieden. Dit zijn gebieden waar deze maatschappelijk

kwetsbare groepen te maken hebben met achterstelling of uitsluiting. Ik denk hierbij bv. aan senioren

die op het platteland in isolement dreigen te raken en geen beroep kunnen doen op sociale

dienstverlening. Ook zij behoren tot onze doelgroep. Je hoeft niet noodzakelijk arm te zijn om

maatschappelijk kwetsbaar te zijn. Naast leefbaarheid werken we aan grondrechten. Hier gaan we

per doelgroep kijken welke acties nodig zijn om bv. het recht op wonen, onderwijs, gezondheid,

arbeid, sociale bijstand en vrije tijd in de praktijk om te zetten.

Hoe zou je het begrip ‘maatschappelijk kwetsbare groepen’ omschrijven?Chris: Maatschappelijk kwetsbare groepen is een containerbegrip dat vele subgroepen omvat.

Het gaat over mensen die in armoede leven maar ook over kandidaat-huurders voor sociale

huisvestiging, over dak- en thuis lozen,… Vaak zien we bij die mensen heel wat problematieken

samenkomen. Denk maar aan een laaggeschoolde die in de werkloosheid en daardoor in

de armoede is terechtgekomen.

Chris Truyens

Samenlevingsopbouwin het kortn Organiseert maatschappelijk

kwetsbare groepen.n ‘Empowert’ deze groepen

door hen samen te brengen.n Pakt samen met hen

gemeenschappelijkeproblemen aan.

n Focust zich op problemeni.v.m. grondrechten of deleefbaarheid van hun buurt.

n Werkt aan structureleoplossingen om de kwaliteitvan leven en samenleven teverbeteren.

n Doet aan participatiefbeleidswerk.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 12

Page 13: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

13

Kun je een voorbeeld gevenvan een project waar sportals middel ingeschakeldwordt? Chris: In Limburg loopt er

een project waar mensen

verzamelen rond het thema

gezondheid. De stappenteller

neemt hier een centrale plaats

in. Door samen te stappen gaan

deze mensen met elkaar aan de slag. Dat vormt een mooie basis om over

andere gemeenschappelijke onder werpen te praten. Sport is een middel bij

uitstek om maatschappelijke participatie te realiseren. Sport biedt je de kans

om deel te nemen aan een groep zonder dat het teveel opvalt dat je

maatschappelijk eigenlijk langs de kant staat. Els Matthieu, één van onze

coördinatoren, kan hierover een ander interessant project, de Homeless

World Cup in Milaan, toelichten.

Kun je wat meer vertellen over deze Cup?Els: Dit is een straatvoetbaltornooi voor dak- en thuislozen over de hele

wereld. In 2008 nam Antwerpen deel aan de Homeless World Cup in

Australië. Gilles De Bilde z’n bijdrage als trainer heeft toen alvast voor de

nodige media-aandacht gezorgd. Dit jaar nam Lier deel aan deze World Cup

nadat ze de Belgian Homeless Cup gewonnen hadden. Het project was

een samenwerking tussen SK Lierse, de Lierse vereniging waar armen

het woord nemen ‘Ons Gedacht’ (een project van Samenlevingsopbouw

Antwerpen provincie), De Stappaert, de stad Lier en het Lierse straat hoek -

werk. Dankzij deze unieke samenwerking zijn ze er erin geslaagd van de

Homeless World Cup een unieke ervaring te maken voor de thuislozen.

Enerzijds was er de professionele sportieve begeleiding door SK Lierse.

Anderzijds was er de ondersteuning en begeleiding van de betrokken

thuislozen door ‘Ons Gedacht’, het straathoekwerk en De Stappaert.

Welke impact had dit op het leven van de deelnemers? Els: Deze deelname heeft een positief effect zowel op het fysische als op het

mentale vlak. Het trainen is een intensief proces dat gedurende een gans

jaar heel wat discipline vraagt.

Hoe slagen jullie erin om tot structureleoplossingen voor deze groepen tekomen?Chris: Neem nu ons project ‘Energie en

Armoede’ in Turnhout. Onze opbouwwerkers

brengen daar mensen samen die hiermee te

kampen hebben. Door hierover in groep te

praten, merken ze dat ze niet alleen staan

en voelen ze zich gesteund. Onze opbouw -

werkers begeleiden hen in die problematiek en

zorgen ervoor dat deze aangekaart wordt bij

de betrokken ministers en kabinetten.

Denk maar aan de ministeries van energie,

welzijn en wonen. Daarnaast gaan zij ook

gesprekken met energieleveranciers aan om

tot concrete oplossingen te komen.

Hoe kijken jullie naar sport?Chris: In de sector Samenlevingsopbouw

is sport op dit moment in de eerste plaats

een hefboom die het mogelijk maakt om op

het agogische vlak verder te werken. Als wij

mensen willen samenbrengen om over hun

problemen te praten en te participeren aan

een aangepast beleid hieromtrent, dan is sport

een uitstekend middel.

Welke positieve effecten heeft sportop deze groep?Chris: Sport helpt hen uit hun isolement.

Het kan een goede opstap zijn om opnieuw

deel te nemen aan de samenleving. Je ziet

ook dat mensen door aan sport te doen een

positiever zelfbeeld krijgen. Ze stellen vast

dat zij wel meekunnen en wel iets kunnen

betekenen voor de groep. Dankzij sport horen

ze er opnieuw bij. Maatschappelijk bevinden ze

zich misschien aan de rand van de samenleving

maar op het veld stellen ze vast dat zij een

waardevolle bijdrage kunnen leveren.

Hier krijgen ze het gevoel ‘Ik tel mee. Ik besta’.

“Op het veldkrijgen zehet gevoel:Ik tel mee.Ik besta.”

© Francois Snijders

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 13

Page 14: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

14

Dit versterkt niet alleen hun fysiek maar ook hun zelfbeeld.

Wat ze vroeger dachten niet te kunnen, is hen nu wel gelukt. Hierdoor wordt

hun zelf vertrouwen groter en durven ze andere initiatieven nemen. Zo zijn

er deelnemers van de World Cup die de stap gezet hebben om opnieuw

een opleiding te gaan volgen of te gaan werken.

Wat is essentieel om dit soort initiatieven te doen slagen?Els: Zo’n projecten staan of vallen met de begeleiders. Je hebt hen nodig

als tussenfiguren om de link tussen het project en de mensen te maken.

Een affiche die zo’n project aankondigt is niet voldoende om mensen aan te

trekken. Je hebt begeleiders nodig die de brug maken tussen de sportclub

en de mensen. Het is essentieel dat de

begeleiders de mensen ondersteunen

en aanwezig blijven.

Waarom is de rol van de begeleiderzo cruciaal?Els: Je hebt enerzijds de voetbal technische

begeleiding. Die is uiteraard nodig.

Maar de menselijke begeleiding is bij

deze groepen cruciaal. Het gaat vaak

om veelvuldig gekwetste mensen.

Een tegenslag of verkeerd woord kan voldoende zijn om hun zelfbeeld aan

het diggelen te slaan. Als begeleider kun je hen een terugvalbasis bieden.

Hoe kan je dit concreet doen? Door echt aanwezig te zijn, door te luisteren,

door je in te leven in hun situatie en door eerlijk met hen om te gaan.

Kortom door een coach voor hen te zijn.

Kun je dat wat meer toelichten?Els: Je moet hen au sérieux nemen. In sommige gevallen kan het zelfs nodig

zijn dat je hen harde maar eerlijke feedback geeft. Door hen een spiegel

voor te houden, kunnen ze leren. Daar hebben ze meer aan dan aan

betutteling. Als begeleider is het ook belangrijk dat je uitstraalt dat jij gelooft

dat mensen opnieuw kunnen beginnen. Dat geloof kan voor hen het

verschil maken om door te gaan of te stoppen.

Welk advies zou je aansportfunctionarissen willen gevenom sport toegankelijker te makenvoor deze maatschappelijkkwetsbare groepen?Chris: Op het vlak van beleid is het

belangrijk stil te staan bij de financiële

beperkingen van deze groep.

Het inschrijvingsgeld en de sport -

attributen kosten voor deze mensen handenvol

geld. Misschien zit er wat in om hen de

mogelijkheid aan te bieden deze sportattributen

via bv. een tweehands markt aan te bieden.

Toegankelijkheid is een ander belangrijk

criterium. Door deze sportactiviteiten te

organiseren op plaatsen waar de mensen

makkelijk geraken wordt voor hen de stap

om deel te nemen een stuk realistischer.

Een buurtsportaanbod biedt ongetwijfeld

mogelijkheden.

Hoe kunnen zij deze groepen het bestover de streep trekken om aan sportte doen?Chris: Door naar hen toe te stappen met

projecten op maat van deze doelgroep. Je moet

hen de weg wijzen. Het loont de moeite om

na te gaan of er in jouw regio verenigingen zijn

waar deze maatschappelijk kwetsbare mensen

samenkomen. Deze organisaties beschikken

over de capaciteit om met deze mensen om te

gaan. Als sportclub heb je de capaciteit in huis

om professioneel aan sport te doen. Als je die

2 vaardigheden bij elkaar brengt, dan kun je

samen heel wat realiseren.

Nuttig om wetenn Luister. Leef je in in hun situatie.n Toon respect.n Doe niet aan betutteling.n Geloof dat mensen opnieuw

kunnen beginnen.n Wees eerlijk.n Laat iedereen in zijn waardigheid. n Geef iedereen een volwaardige

plaats in je werking.

“Sport is een middelbij uitstek om

maatschappelijkeparticipatie te

realiseren.”

CONTACTINFO SAMENLEVINGSOPBOUW

Algemeen:Samenlevingsopbouw VlaanderenVooruitgangstraat 323/2 1030 Brussel02/201 05 65www.samenlevingsopbouw.beinfo.vlaanderen@samenlevingsopbouw.be- Chris Truyens, directeur- Els Matthieu, Coördinator Samenlevingsopbouw Antwerpen provincie vzw

Lokaal:De sector Samenlevingsopbouw telt 8 regionale instituten en 1 onder -steuningsinstituut. De gegevens van de regionale instituten vind je opwww.samenlevingsopbouw.be.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 14

Page 15: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

Uit De Marge ondersteunt jeugdwerkers bij de emancipatie van maatschappelijk

kwetsbare kinderen en jongeren. Jan Deduytsche licht aan de hand van enkele

eenvoudige principes toe hoe belangrijk het is in de leefwereld van deze jongeren

te treden. Hoe beter je hun referentiekader begrijpt, hoe groter je kans op

een succesvolle samenwerking.

“Interactie creëert kansen.”

Wat is de missie van Uit De Marge? Wij zijn een organisatie die werkt voor maatschappelijk kwetsbare jongeren. Wij willen

deze doelgroep via jeugdwerking of sportdiensten ondersteunen in hun emancipatie.

Emancipatie vormt -samen met empowerment en toegankelijkheid- de pijler van ons beleid.

Welke invulling geven jullie aan die 3 pijlers?Met emancipatie verwijzen we naar het proces

dat de doelgroep aflegt om zijn

maatschappelijke positie te versterken.

Empowerment is de weg daar naartoe.

Door je sterktes en je netwerk verder

te ontwikkelen werk je aan dat proces.

Met toegankelijkheid refereren we naar

de maatschappelijke instellingen.

Hoe toegankelijker zij zijn, hoe groter

de kans op succesvol empowerment.

Waar situeren zich dezemaat schappelijk kwetsbarejongeren?We zien duidelijk risicofactoren zoals

opgroeien in generatiearmoede of

in een omgeving waarin langdurige

werkloosheid voorkomt. Andere risico-

factoren zijn ook het behoren tot een etnisch-culturele minderheid of vluchteling zijn.

Hoe ondersteunen jullie de organisaties die met deze maatschappelijkkwetsbare jongeren in contact komen?Als wij vragen krijgen, kunnen wij vanuit onze ervaring advies geven. Daarnaast bieden

wij ook vorming zoals bv. ‘hoe drempels verlagen’ en ‘een positieve basishouding t.o.v.

hangjongeren ontwikkelen’ aan.

Uit De Marge in het kortn Vlaams steunpunt voor

jeugdwerk met maatschappelijkkwetsbare kinderen en jongeren

n Erkend als ‘landelijk jeugdwerk’volgens het decreet rond kinder-en jeugdrechtenbeleid.

n Biedt vormingen aan rond hetwerken met deze doelgroep.

n Vormingsaanbod is volgens eenbestaand programma of op maat.

Jan Deduytsche

15

“Een ervarenbegeleider isessentieel.”

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 15

Page 16: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

16

Wij leveren een mix van basiscursussen, thematische vorming en vorming

op maat. Dit maatwerk is volledig gebaseerd op de behoeften van de

specifieke organisatie uit het jeugdwerk of de sport- en welzijnssector.

Hoe benaderen jullie probleemsituaties?We beginnen met een gesprek met de organisatie die ons contacteert. Dat laat

ons toe de context te begrijpen. De volgende stap is samen een analyse van

de situatie te maken. Zo kunnen we bepalen welke vorming het meest geschikt

is. Deze vorming kan een kader aanreiken waardoor je de situatie in perspectief

kunt plaatsen. Dat werkt verhelderend. Maar ook intervisie kan een geschikte

methode zijn. Door ervaringen uit te wisselen, kun je heel wat van elkaar

leren. We zien vaak dat de combinatie van beide methodes goed werkt.

Wat ervaren deze jongeren als hindernissen om aan sport te doen?Er zijn de materiële hindernissen. Het inschrijvingsgeld, de uitrusting en het

vervoer liggen moeilijk. Maar er zijn ook immateriële barrières. Trainers of

bestuursleden hebben niet altijd goed zicht op de context waarin die

kinderen en jongeren opgroeien. Dat kan zorgen voor problemen in de

communicatie. Met als gevolg dat deze jongeren opnieuw te maken krijgen

met een negatieve ervaring. Vaak ontbreekt het aan vertrouwen in zichzelf

en de andere. Er is een grote angst om vooroordelen bevestigd te zien.

Ze zijn bang om niet aanvaard te worden.

Hoe kun je daar als trainer of lesgever het best mee omgaan?Houd er rekening mee dat deze jongeren in vele gevallen bang zijn om te

falen. Wees je ervan bewust dat hun leefwereld totaal anders is dan die van

jou. Als hun sporttas niet in orde is, is er misschien iets totaal anders aan de

hand dan pure nonchalance. Sancties kunnen nodig zijn. Maar benader hen

op een manier dat ze niet afhaken. Probeer je in te leven in hun referentie-

kader, dan ga je bepaalde handelingen anders zien en meteen zet je een

belangrijke stap om een succesvolle relatie op te bouwen.

Laten we even teruggaan naar de situatie van de sporttas. Hoe kaneen sportbegeleider hier het best op reageren?Hij kan hem duidelijk maken dat dit ‘not done’ is zonder dat die jongere de

pedalen verliest. Hij kan met de jongere gaan kijken hoe hij dit gaat voorkomen

in de toekomst. Misschien moet er een lijstje opgesteld worden dat hij kan

gebruiken als checklist. Belangrijk is dat de begeleider aandacht geeft aan

de jongere. Op die manier leg je de basis voor een vertrouwensrelatie.

Wat doe je op het moment dat een jongere onaangepast gedragvertoont? Als hij bv. tegen een vuilbak sjot. In zo’n situatie is het belangrijk dat die jongere beseft dat je zoiets niet doet.

Dit gedrag vraagt een reactie, misschien wel een sanctie. Maar het is even

belangrijk dat je de jongere ‘gewoon’ aanspreekt over zijn gedrag. Om tot een

echt gesprek te komen is het wel nodig dat er al een vertrouwens relatie

bestaat. Elke situatie is echter anders. Ook de context is telkens verschillend.

Daarom kunnen wij geen handboek aanbieden met kant-en-klare antwoorden.

We kunnen wel denkpatronen aanreiken die je leren met zo’n situaties om

te gaan.

Wat zijn de grote lijnen van zo’ndenkpatroon?Het is essentieel dat je de context begrijpt.

Vragen zoals ‘Waarom zeg jij dit? Waarom

handel je zo? Hoe zijn we op het punt kunnen

komen dat dit kon gebeuren? Waarom is dit

misgelopen?’ kunnen heel wat verhelderen.

Die inzichten kunnen je helpen op een gepaste

manier met de situatie om te gaan. Als ze vast -

stellen dat je naast hen -niet boven hen- staat,

zullen ze je ook sneller in vertrouwen nemen.

Wat kunnen deze jongeren leren dooraan sport te doen? Sport is op de eerste plaats prettig. Maar sport

biedt jongeren ook kansen om zichzelf beter te

leren kennen, om hun grenzen op sportief en

persoonlijk vlak te ontdekken en te verleggen.

Ze leren zelfvertrouwen opbouwen, samen-

werken als ploeg en omgaan met winst en

verlies, met afspraken en regels. Neem een

jeugdhuis start met enkele straatvoetballertjes

een zaalvoetbalploeg en schrijft zich in voor

een reguliere competitie. Dit betekent voor

deze jongeren dat ze de regels zullen moeten

naleven. Er wordt nu van hen verwacht dat

ze stipt op tijd zijn met de juiste uitrusting.

Gedurende het spel zullen ze ook geconfronteerd

worden met de onwennigheid en de

vooroordelen van de andere ploeg.

Maar zo leren ze hiermee omgaan.

Hoe verloopt de integratie van dezejongeren in de gewone sportclubs?Ondanks hun interesse voor sport sluiten nog

te weinig maatschappelijk kwetsbare jongeren

aan bij sportclubs. Of ze haken te vlug af.

Clubs en jongeren wijzen op materiële drempels

zoals kosten. Maar er zijn ook immateriële

drempels: jongeren voelen zich er niet thuis.

© Sportdienst Ronse

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 16

Page 17: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

17

Op het moment dat ze deel gaan uitmaken van een gewone sportclub

komen ze in aanraking met de mainstream gewoontes van de samenleving.

Sportdiensten, clubs en begeleiders kunnen best attent zijn voor drempels

en verschillende referentiekaders. Ik herinner me een situatie waar ouders

van Marokkaanse meisjes die zich inschreven bij een basketbalclub raar

opkeken toen hen gezegd werd dat de verzekering een medisch onderzoek

verwachtte. Maar het is precies het uitleggen van en bemiddelen in dit soort

situaties dat helpt integreren.

Waarom vergemakkelijkt sport deze integratie?Sport is een universele taal. Iedereen die kan voetballen kan meedoen

met de jongens op het pleintje. Dit is een lage drempel. Bij georganiseerd

sporten komt echter meer kijken dan op straat. Er zijn meer afspraken en

regels die het samen sporten in goede banen moeten leiden. Maar in beide

gevallen brengt sport je in contact met nieuwe mensen. Voor die jongeren

betekent dit dat hun wereld opengetrokken wordt. Hun referentiekader

wordt hierdoor verbreed. Op die manier gaan zij andere mensen beter

begrijpen maar ook wat van hen verwacht wordt. In die interactie krijg je

kansen om jezelf beter te leren kennen en jezelf te ontwikkelen. Dit geldt

ook voor de begeleider en voor de andere jongeren.

Welk advies zou je aan sportclubs willen geven als ze dezejongeren willen opnemen?Als je die doelgroep wilt bereiken, dan zul je zelf het initiatief moeten

nemen om hen te benaderen. Ga kijken waar de raakvlakken zijn. Zijn ze op

de een of andere manier al bezig met bv. voetbal, dan is de kans reëel dat ze

openstaan om op een meer georganiseerde manier aan voetbal te doen.

Welke zijn de valkuilen waar ze best rekening mee houden? Durf onder ogen zien dat je in een moeilijke situatie kunt terechtkomen.

Hoe realistischer je ernaar kijkt, hoe hoger je kans op slagen. Zorg er

daarom voor dat je begeleiding hierop afgestemd is. Een ervaren begeleider

is essentieel. Dikwijls zullen 2 begeleiders nodig zijn. Werk op het ritme van

die jongeren. Misschien is hij nog niet klaar om bepaalde stappen te zetten.

Op dat moment is je vertrouwensrelatie belangrijker dan dingen te forceren.

Hoe kun je zo’n vertrouwensrelatie het best opbouwen?Het begint met het leren begrijpen van de leefwereld van deze jongeren.

Door samen met hen te werken en tussen hen te gaan staan, ben je bezig

hun vertrouwen te verdienen. Het belangrijkste instrument dat je hebt is

je eigen persoonlijkheid. Ze zien jou als een voorbeeld. Ze zullen zich aan

jou optrekken. Je krijgt respect van de jongeren als ze zien dat je hun

vertrouwen niet beschaamt. Ondanks het vertrouwen dat je geniet, moet je

je bewust zijn van je beperkingen als jeugd- of sportbegeleider. Als een kind

je bv. iets vertelt over interfamiliaal geweld, is het niet nodig dat je hierop

onmiddellijk actie onderneemt. Misschien wil hij/zij gewoon dat je luistert.

Uiteraard is het in dit voorbeeld belangrijk dat de jongere in dit geval ook

de weg vindt naar gespecialiseerde hulpverlening.

Wat kunnen sportpartners van julliein de toekomst vooral verwachten?Wij zullen onze diensten blijven afstemmen op

de concrete behoeften. Dat betekent dat wij

elke vraag apart zullen bekijken. Dat wij door

te gaan praten met de betrokkenen en door

aandachtig te luisteren blijven werken aan het

verlenen van ‘advies op maat’. Want met het

juiste advies en de juiste ingesteldheid kan er

met deze jongeren heel wat bereikt worden.

Nuttig om wetenn Houd rekening met hun

referentiekader.n Plaats je in hun schoenen.n Ontwikkel een vertrouwens -

relatie.n Ga verder dan alleen sancties

te treffen. n Ga naast -niet boven- hen staan.

CONTACTINFO UIT DE MARGE

Algemeen:Uit De Marge vzw Henegouwenkaai 291080 Brussel02 411 70 [email protected] Robert Crivit, coördinator- Jan Deduytsche, stafmedewerker

Lokaal:Uit De Marge werkt samen metenkele regionale partners:- Voor Brussel: D’BROEJ- Voor Limburg: CMGJ- Voor Genk: Gigos- Voor Oost-Vlaanderen: UDM steunpunt

Gent- Voor Stad Gent: JONG- Voor Provincie Antwerpen: UDM

steunpunt Antwerpen- Voor Stad Antwerpen: KIDSZij helpen je graag verder.

Uit De Marge biedt een gevarieerdaanbod van vormingen aan.Deze kunnen ook zeer interessantzijn voor sportmedewerkers. Meer infohierover vind je op hun website.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 17

Page 18: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

18

Jeugddiensten en -consulenten worden in hun taak ondersteund door de koepelorganisatie, VVJ (Vereniging

Vlaamse Jeugddiensten en –consulenten). Deze organisatie heeft interessante inzichten rond jongeren en

sport. Ilse Holvoet, stafmedewerkster bij de VVJ, benadrukt dat jongeren in de eerste plaats fun willen

beleven aan sport in hun buurt. Hoe je sport en fun kunt combineren zodat jongeren zich effectief

aangesproken voelen om te bewegen en te sporten, daarover verneem je meer in dit interview.

“Jeugddiensten moetenover hun muurtje kijken.”

Jullie werken als koepelorganisatie voor de jeugddiensten. Wat is jullie focus? Wij werken aan een beter en breder lokaal jeugdbeleid. Wij ondersteunen de jeugddiensten.

Hoe doen we dit concreet? Enerzijds volgen we de wetgeving en de beleidslijnen die op Vlaams

niveau uitgetekend worden op de voet en zien wij erop toe dat deze afgestemd zijn op de praktijk.

Anderzijds zorgen wij ervoor dat deze op een verstaanbare manier overgebracht worden aan

de jeugdconsulenten. Dit doen we via vorming en uitwisselingsmomenten.

Hoe werken jullie in de praktijk?Wij vervullen onze rol een stukje achter de coulissen. Wij zetten onze expertise in om invloed op

de beleidsbeslissingen i.v.m. het lokale jeugdbeleid uit te oefenen. Naar aanleiding van de voorbije

Vlaamse verkiezingen stelden wij een memorandum samen. Ons streefdoel is jeugdbeleid niet

in een kastje te stoppen maar op een multidimensionele manier te benaderen. Een jeugdbeleid

kun je niet loskoppelen van een sport- en cultuurbeleid. Een jeugdbeleid heeft naast die sectorale

component ook een categoriaal aspect. Tal van andere beleidsdomeinen doorkruisen de leefwereld

van kinderen en jongeren.

Waarom vinden jullie het zo belangrijk om over het muurtje te kijken?Jongeren komen met allerlei voorzieningen in aanraking. Zowel georganiseerd jeugdwerk, sport als

cultuur maken deel uit van hun leefwereld. Als jeugddienst is het daarom belangrijk dat je een open

blik hebt op die andere domeinen.

Wat maakt sport zo belangrijk voor jongeren?De voordelen van sport voor jongeren zijn dezelfde als die voor andere leeftijdsgroepen. Zo leer je

door samen te sporten functioneren in groep. Het is daarenboven gezond. Je bent in beweging.

Het helpt je om ruimte, diepte en afstand beter in te schatten. Je leert de wereld rondom jou beter

kennen en leert ook met creatieve oplossingen voor de dag te komen. Denk maar aan het bouwen

van een kamp met snoeihout in een speelbos. En niet te vergeten, je slaapt ’s nachts beter als je

gesport hebt.

Ilse Holvoet

Vereniging Vlaamse Jeugd-diensten en -consulenten n Is 30 jaar geleden ontstaan

als een initiatief van eenaantal jeugdconsulenten.

n Is uitgegroeid tot een dienst -verlenende organisatie enexpertise-centrum voor allestedelijke en gemeentelijkejeugddiensten in Vlaanderen.

n Streeft -als koepel van dejeugddiensten- naar meer enbreder lokaal jeugdbeleid.

n Weegt op de wetgeving rondjeugdbeleid en informeertde jeugddiensten hierover.

n Organiseert naast een 3jarige‘opleiding jeugd consulent’ ooktalrijke vormings momenten,zowel op Vlaams als opprovinciaal als regionaal niveau.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 18

Page 19: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

19

Hoe staan jullietegenover ‘Buurtsport’?Wij waren bij de opstart

van het project ‘Buurtsport’

betrokken. Het ligt ons nog

steeds nauw aan het hart.

Buurtsport geeft jongeren

de kans om samen op een

informele en leuke manier

te bewegen. Dat element

‘fun’ vinden wij essentieel. Voor sommige jongeren kan het een

opstap betekenen om op een meer georganiseerde manier aan

sport te gaan doen. Dat neveneffect is mooi meegenomen.

Maar onze belangrijkste bekommernis is dat jongeren op een

laagdrempelige manier samen met andere jongeren in hun

buurt aan sport doen en er plezier aan beleven.

Nemen jullie initiatieven om jongeren meeraan het sporten te krijgen?Wij hebben het project ‘Buitenspeeldag’ in samenwerking met

ISB gecoördineerd. Tijdens de Buitenspeeldag zette Nickelodeon

de televisie volledig op zwart. De gemeenten konden allerlei

initiatieven nemen om kinderen aan te zetten om in hun buurt te

spelen en te sporten. Zo kon je op braakliggende gronden in bepaalde

gemeenten een plak kaatje vinden met de tekst ‘Hier mag je spelen.’

171 gemeenten hebben in 2009 hieraan deelgenomen. Op 31 maart

2010 is er een nieuwe editie van de Buitenspeeldag. Wij verwachten

dat dit soort initiatieven gemeenten gaat stimuleren om spontaan

-zonder prikkels van overheidswege- meer speelkansen in de publieke

ruimte te creëren.

Aan welke andere initiatieven denken jullie? Wij geloven in een samenwerking met ruimtelijke ordening. Als we

willen dat kinderen in hun buurt kunnen spelen en sporten, dan hebben

we kindvriendelijke openbare ruimten nodig. Ik denk hierbij aan het

initiatief ‘de speeldernis’* in Rotterdam. Dit is een natuurlijke omgeving

waar kinderen de natuur ontdekken. Ze kunnen er in de modder

spelen, dieren ontdekken, hutten bouwen en in de bomen klimmen.

Sommige activiteiten kunnen ze er zelfs onder begeleiding van ervaren

monitoren doen. Wij kunnen jeugddiensten stimuleren om, al dan niet

in samenwerking met de sportdienst en de dienst ruimtelijke ordening,

dit soort ideeën ook bij ons te realiseren. *www.speeldernis.nl

Op welke andere vlakken kan een samenwerking tussende jeugd- en sportdienst kruisbestuivend werken?Samenwerken rond speelweefsel kan zeker nuttig zijn. Speelweefsel

betekent: de verzameling van plaatsen waar kinderen en jongeren veel

samenkomen en de verbindingswegen naar en tussen deze plaatsen.

Hoe veiliger en aantrekkelijker de wegen naar

bv. een sporthal of een muziek-academie zijn,

hoe groter de kans dat jongeren zich op

zelfstandige basis daarnaar zullen begeven.

Hoe kan de sportdienst jullie know-howrond jongeren benutten? Jeugddiensten hebben heel wat ervaring met het

schrijven van een plan en met de inspraakacties die

daarbij horen. Jeugddiensten hebben de expertise

in huis om met kinderen en jongeren in dialoog

te treden. Ze kunnen de sportdienst bijstaan in

het proberen bereiken van kinderen en jongeren.

Als jeugddienst en sportdienst gaan samenwerken,

kunnen ze op eenzelfde moment de vragen stellen

waarop ze een antwoord willen vinden. Dat kan

bv. gebeuren tijdens een klasgesprek of op

een kindergemeenteraad.

Welke ervaring hebben jullie metrondhangende jongeren?Dit jaar hebben we het project ‘Hangman’*

gecoördineerd. Dit was een initiatief van

10 organisaties uit het bredere jeugdveld.

Dit project had als doel de beeldvorming over

rondhangende jongeren positief te beïnvloeden.

Zo konden de jongeren een actie organiseren om

de band met de buurt aan te halen. We hebben

hier heel wat uit geleerd. Het maakte duidelijk dat

binnen een structureel beleid ruimte voor een

jongerenwerker noodzakelijk is. *www.dehangman.be

“Een jeugdbeleidkun je niet

loskoppelen vaneen sport- encultuurbeleid.”

ISB vzw © Layla Aerts

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 19

Page 20: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

20

Die veldwerker kan onder meer een vertrouwensrelatie met deze

rondhangende jongeren opbouwen. Als het vertrouwen er is, zullen ze je

aangeven waarvoor ze openstaan en wat hun behoeftes zijn. Een antwoord

op deze behoefte kan een sportactiviteit zijn die aansluit bij hun leefwereld.

Hoe meer je hen betrekt, hoe groter je kans op slagen. Het is echter even

belangrijk om hen achteraf weer los te kunnen laten.

Heb je een voorbeeld van een sportactiviteit die het deed bijdeze groep?Gent heeft een mobiele pannakooi waarbinnen deze jongeren een duel

kunnen spelen. In dit spel is de ultieme uitdaging dat je binnen de drie

minuten de bal tussen de benen van je tegenspeler krijgt. We stellen vast

dat deze jongeren opgaan in dit spel. Het laat hen toe om informeel

aan sport te doen en om hun voetbal -

behendigheid te etaleren. Belangrijk bij

deze groepen is dat je impulsen geeft

maar het initiatief niet van hen

wegneemt. Een ander mooi voorbeeld

hiervan is een Marokkaanse groep

breakdancers. Een jeugdwerker is naar

hen toegestapt. Uit hun gesprekken is

het initiatief gegroeid om een cursus

breakdancen te organiseren die door

deze Marokkaanse jongeren gegeven

werd, met succes.

Welk advies wil je sportpartners meegeven om de drempels wegte nemen die jongeren vandaag beletten om aan sport te doen?Er zijn een aantal eenvoudige dingen die er kunnen voor zorgen dat

jongeren makkelijker de weg naar sport vinden. Een aangepaste communicatie

is er één van. Als je naar jongeren communiceert, is het belangrijk dat je

hen op de juiste manier aanspreekt. Ga voor communicatie op maat maar blijf

trouw aan wie je bent. Als je cursussen inricht, houd er rekening mee

dat deze plaatsvinden op momenten dat kinderen kunnen deelnemen.

M.a.w. op momenten dat hun ouders hen kunnen brengen en terughalen.

Zorg voor opvang mogelijkheden.

Als sporthal kun je ook je steentje

bijdragen door bv. één uur per dag te

reserveren voor jongeren. Of door hen

de zaal te laten gebruiken tegen een

voordelig tarief. Je kunt sport ook

op een creatieve manier benaderen.

Waarom geen ‘Start to run’ door je

gemeente organiseren onder

begeleiding van een zelf gemaakte MP3?

Houd er rekening mee dat sport voor

jongeren meer betekent dan competitie.

Fun, teamspirit en gezond bewegen zijn

belangrijke stimuli voor hen.

Hoe ervaren jullie de samen werkingtussen de jeugd- en sportdiensten?De laatste 10 jaren wordt er meer samen -

gewerkt. Ik denk bijvoorbeeld aan de vele

gemeenten waar de jeugd- en sportdienst

samen het programma voor de Grabbelpas

uitwerken. Ook vakantieprogramma’s worden

in het algemeen meer op elkaar afgestemd.

Dat afgestemd aanbod is een positieve evolutie.

Daarnaast zijn er nog raakpunten. Er kan

samengewerkt worden in een werk groep

openbare- en of speelruimte. Ook het elkaar

ondersteunen en raad geven bij het opstellen

van de beleidsplannen is een uitstekende

opportuniteit. Daar kan de burger alleen maar

beter van worden.

Nuttig om wetenn Zorg voor een positieve dialoog

met je doelgroep.n Houd rekening met de ouders in

je communicatie over activiteitendie voor kinderen bedoeld zijn.

n Betrek jongeren en deskundigenbij je beleidsplan.

n Speel in op de realiteit van dejongeren.

n Probeer de jongerentaal niet nate bootsen.

“Hoe meer jehen betrekt, hoegroter je kans

op slagen.”

CONTACTINFO VVJ

Algemeen:Vereniging Vlaamse Jeugddiensten en -consulenten vzwVijverlaan 532610 Wilrijk03/[email protected] Ilse Holvoet, stafmedewerker

Lokaal:Spring gerust eens binnen bij de collega’s van de jeugddienst.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 20

Page 21: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

VIGeZ, het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie,

promoot de actieve voedingsdriehoek. Dagelijks evenwichtig eten en voldoende

bewegen is de basis van deze driehoek. Erika Vanhauwaert (Stafmedewerker

Gezonde voeding en beweging) en Ruth Costers (Projectcoördinator Fitte school)

maken duidelijk dat gezond leven niet enkel een kwestie van evenwichtige voeding

maar ook van voldoende beweging is.

“Bewegen maakt jeniet alleen fitter maarook gelukkiger.”

Wat is de doelstelling van VIGeZ?Erika: We zijn in de eerste plaats een expertisecentrum. Wij leveren

strategiëen, advies, ondersteuning en opleidingen aan gezondheidswerkers en

andere professionals. Aan mensen die professioneel actief zijn rond gezondheid.

Wij richten ons zowel naar mensen die in de praktijk staan als naar

beleidsmakers. Het kunnen zowel Logomedewerkers, dokters, verpleegsters,

diëtisten als CLB-medewerkers, leerkrachten, HRM-medewerkers, ministers of

ambtenaren zijn. We vertrekken steeds van een model dat wetenschappelijk

onderbouwd is. Denk maar aan de actieve voedingsdriehoek. Dit is een

praktische vertaling van de wetenschappelijke voedingsaanbevelingen.

Rond welke thema’s werken jullie?Erika: Naast een algemene werking m.b.t. preventieve gezondheidspromotie

werken wij rond de thematische gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse

Overheid zoals ‘gezonde voeding en bewegen’, ‘tabakspreventie’, ‘ongevallen

in de privésfeer’, ‘vaccinatie’ en borstkankerscreening’.

Ruth: Wij werken vanuit een beleidsmatige invalshoek en kijken hoe we bepaalde

thema’s naar de praktijk toe kunnen vertalen. Wij werken vanuit een kader -

methodiek en ontwikkelen hierrond instrumenten. De site, www.gezondheidstest.be,

is een voorbeeld van zo’n instrument. Deze site is een handig middel en is,

net zoals andere tools bij VIGeZ, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.

Hij stelt je in staat te evalueren hoe gezond je voedingspatroon is en helpt je op

weg om gezonder te gaan leven. Wij zien er ook op toe dat de methodieken

die wij aanreiken geëvalueerd worden. Op die manier krijgen wij een duidelijk

zicht op de doeltreffendheid van onze methodieken.

21

Erika Vanhauwaert en Ruth Costers

VIGeZ in het kortn Is een expertisecentrum dat strategieën en

advies levert aan professionals die actiefzijn rond gezondheidspromotie.

n Ontwikkelt gebruiksklare pakketten terondersteuning van het werk vande professionele gezondheidswerker.

n Vervult een scharnierfunctie tussen theorieen praktijk van gezondheidspromotie.

n Ondersteunt Logo’s (LokaalGezondheidsoverleg) in hun werking omde Vlaamse gezondheidsdoelstellingente realiseren.

n Richt zich naar professioneleintermediairen, overheid, onderwijs,zorg-, gezondheid-, en welzijnssector,media en het bedrijfsleven.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 21

Page 22: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

Over welk thema krijgen jullie de meestevragen?Erika: Over evenwichtige voeding. ‘De actieve

voedings driehoek’ is onze leidraad bij het geven van

antwoorden over dit thema. Deze driehoek geeft je

een goed idee van wat je dagelijks zou moeten

eten om voldoende voedingsstoffen in te nemen.

Daarnaast toont hij je ook hoeveel je best per dag

beweegt om gezondheidsbevorderend te leven.

Want evenwichtig eten en gezond bewegen kun je niet

loskoppelen. Beide zijn essentieel voor je gezondheid.

Waarom is lichaamsbeweging zo belangrijkvoor je gezondheid?Erika: Door te bewegen stijgt je hartfrequentie en gaat je

ademhaling iets sneller dan normaal. Het bevordert je

bloedcirculatie en doet bepaalde stoffen vrijkomen.

Hierdoor maakt bewegen je vitaal en energiek. Sport en

lichaams beweging verbeteren ook je lichaamssamenstelling.

Zij zorgen ervoor dat je minder lichaamsvet en meer

spiermassa krijgt. Door te bewegen verminder je de kans

op hart- en vaatziekten, op te hoge bloeddruk, osteoporose

en andere ziekten. Ze maken je weerbaarder tegen stress.

Onderzoek toont zelfs aan dat voldoende bewegen de kans

op een depressie kan verminderen. Kortom, bewegen

maakt je niet alleen fitter maar ook gelukkiger.

Wat voor soort lichaamsbeweging bevelen jullie aan?Ruth: Wij zien beweging heel ruim. Sporten is natuurlijk ook

bewegen. Maar wij willen niet dat bewegen automatisch

geassocieerd wordt met het competitieve karakter van sport.

Bewegen is voor ons breder dan sporten. Het kunnen ook

recreatieve of dagdagelijkse activiteiten zijn.

22

Nuttig om wetenn Bewegen maakt je gelukkiger.n Tussendoor bewegen verscherpt je

concentratie.n Bewegen beschermt je tegen allerlei

ziektes.n Gezond bewegen en gezond eten gaan

hand in hand.n Bouw bewegingsactiviteiten stap voor

stap op.n Bouw bewegen in je dagelijkse

gewoonten in.n Bewegen geeft je meer energie.

Wij bevelen de internationale gezondheidsnorm aan: 30 minuten

per dag voor een volwassene, 60 minuten per dag voor

kinderen en jongeren. Dit hoeft niet in één blok te zijn. Het zijn

bij voorkeur verschillende blokken van 10 minuten verspreid

doorheen de dag.

Welke projecten realiseerden jullie rondlichaamsbeweging?Ruth: ‘BOEBS. Blijf op je eigen benen staan.’ is een project

rond valpreventie dat zich naar senioren richt. Ouderen worden

daarin aangemoedigd te bewegen. Bewegen is immers de sleutel

om minder te vallen en om op je beide benen te blijven staan.

BOEBS wil vooral de autonomie, zelfstandigheid bij ouderen

bewaren. Bewegen houdt

hen langer gezond; dat is

wetenschappelijk bewezen.

Zelfs bij artrose is het

aangewezen te bewegen

zolang je natuurlijk binnen

de pijngrenzen blijft.

Erika: Een ander project

waarin ‘bewegen’

opgenomen werd, is

www.hartelijkebuurt.be.

Dit is een online tool die gemeenten de kans biedt hun beleid

op het vlak van gezondheid en bewegen te toetsen. Je vult

een vragenlijst in en je krijgt op basis daarvan advies op maat

van jouw gemeente. Van daaruit kun je verder naar een

activiteitendatabank die je wat meer praktische inspiratie geeft.

Nemen jullie ook initiatieven naar het onderwijs toe?Ruth: Het project ‘bewegings tussendoortjes’ is hier een

voorbeeld van. Dit is een verzameling van leuke ideeën om

kinderen tijdens de lessen te laten ontspannen en bewegen.

Het zijn veilige en eenvoudige oefeningen die hen de mogelijkheid

geven tijdens een zware theorieles een break te nemen. Met als

resultaat dat hun concentratie stijgt, ze opnieuw plezier in de les

krijgen en zich bewust worden van hun lichaamshouding.

Een ander project is ‘Fitte school.’ Samen met SVS (Stichting

Vlaamse Schoolsport) en NICE (Nutrition Information Center)

hebben we scholen een methodiek aangereikt om een

geïntegreerd voedings- en bewegingsbeleid te realiseren.

Hierbij was de focus om jongeren met zoveel mogelijk

bewegingsvormen of sporten kennis te laten maken.

“Wij willen mensenin staat stellen

een gezonde keuzete maken.”

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 22

Page 23: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

23

Hoe is het gesteld methet algemeen bewustzijndat bewegen gezond is?Erika: Men weet over het

algemeen wel dat bewegen

gezond is. Maar het is niet

omdat men het weet dat

men er iets aan doet.

Ervoor zorgen dat mensen

overgaan tot actie is cruciaal.

De start-to-campagnes kunnen hier zeker toe bijdragen. Het project

‘Okra, elke stap telt’ wil dan vooral sedentaire ouderen aanzetten tot

meer bewegen. We stellen ook vast dat bedrijven openstaan om een

bewegingsbeleid te voeren. Bij de sportfunctionarissen zien we dat zij

geleidelijk meer openstaan voor ‘bewegen’. Men beseft meer en meer

dat sport niet alomvattend is. Dat is een positieve evolutie. Maar er is

nog werk aan de winkel. Gemeenten kunnen nog meer mogelijkheden

aanbieden aan mensen die gewoonweg willen bewegen zonder aan

competitie te doen.

Wie is hierin een geschikte partner voor de lokale sportdiensten?Erika: Logo’s kunnen samen met de sport diensten heel wat bereiken.

Ik denk bv. aan samen campagne voeren rond een initiatief zoals het

10.000 stappenplan. Zij zijn geschikte partners om elkaar op lokaal vlak

te versterken.

Wat willen jullie op het vlak van gezondheiden bewegen vooral bereiken?Erika: Wij willen mensen vooral in staat stellen

een gezonde keuze te maken. Wij kunnen ertoe

bijdragen dat deze gezonde keuze ook effectief

voorhanden is. Ik denk bv. aan sportactiviteiten

voor kinderen. Waarom hen in de kantine niet

de keuze geven tussen chips en vers fruit?

Wij vinden het belangrijk dat mensen het juiste

evenwicht bereiken tussen evenwichtige voeding

en gezond bewegen. Een sportmatch is des te

gezonder als je ze afsluit met water en niet-

alcoholische dranken. Daarnaast willen wij ook

benadrukken dat sport gezond moet blijven.

Bij topsporten kan je je lichaam ook gaan uitputten.

Alles met mate! Dit geldt ook voor mensen die

beginnen sporten. Stelselmatig opbouwen is

de boodschap.

Hoe kunnen sportpartners concreet helpenom mensen bewust te maken dat bewegengezond is?Erika: Als we een gezamenlijke boodschap

overbrengen, zijn we des te geloofwaardiger.

“Allesmet mate!”

ISB vzw © Layla Aerts

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 23

Page 24: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

24

De gezondheidsboodschap gaat ruimer dan sport. Het gaat over

een gezonde levensstijl en dat impliceert o.a. gezond bewegen

en evenwichtig eten. Als de combinatie van deze 2 facetten

consequent toegepast wordt, dan kunnen we deze belangrijke

boodschap niet enkel samen uitdragen maar ook samen realiseren.

Ik denk hierbij concreet aan bv. een evenwichtig drank- en

voedingsaanbod in de sportclubs.

Welke punten willen jullie graag in een sportbeleidopgenomen zien?Ruth: Wij pleiten voor beweegmogelijkheden die aansluiten

bij het leefpatroon van de doelgroep. De doorsnee burger kampt

-door zijn bijzonder druk leven- met het gevoel een continu

tijdsgebrek te hebben. Daarom is het zo belangrijk dat de plaatsen

waar hij kan bewegen gemakkelijk toegankelijk zijn.

Voldoende fietsstallingen, aangepaste

openingsuren, toegankelijkheid van de

sportinfrastructuur kunnen hierin al een

oplossing bieden. Een laagdrempelig aanbod

is fundamenteel. Je gaat een grotere groep

bereiken als je je ook richt tot mensen die

zich eerder door het recreatieve dan het

competitieve karakter van sport aangesproken

voelen. Het zap-principe werkt ook binnen

de sport. Mensen willen vandaag uit een ruim

aanbod kunnen kiezen. Ze shoppen graag en

willen dingen uitproberen. Hoe meer je hierop

inspeelt, hoe succesvoller het sport- en

bewegingsbeleid van je gemeente.

VIGEZ OVER VLAAMS ACTIEPLAN VOEDING

EN BEWEGEN

De Gezondheidsconferentie van 23 oktober 2008 heeft een

nieuwe Vlaamse gezondheidsdoelstelling rond voeding en beweging

aangenomen voor de periode 2008-2015. Met die doelstelling

sluit Vlaanderen zich aan bij de aanbevelingen van de Wereld -

gezondheids organisatie en recente Europese beleidsinitiatieven

tegen obesitas, en voor een leefwijze met evenwichtige voeding

en voldoende beweging.

De hoofddoelstelling is het realiseren van gezondheidswinst op

bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat

voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht

nastreeft. Daarnaast zijn er 2 van de 5 subdoelstellingen die

rechtstreeks betrekking hebben op bewegen:

1. Tegen 2015 stijgt het percentage personen dat voldoende fysiek

actief is om gezondheidswinst te behalen met 10% punten.

2. Tegen 2015 daalt het percentage sedentaire personen met 10%

punten. Hiervoor werd oa. via een Vlaamse werkgroep voeding

en beweging een Actieplan uitgewerkt waar de sportsector,

maar ook de lokale sportdiensten, in samenwerking met lokale

gezondheidspartners raakvlakken vinden voor een lokaal sport en

beweegbeleid. Voor meer info: www.gezondheidsconferentie.be

“Bewegen houdtje langer gezond;

dat iswetenschappelijk

bewezen.”

CONTACTINFO VIGEZ

Algemeen:Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie enZiektepreventieGustave Schildknechtstraat 91020 Brussel02/422 49 49www.vigez.be [email protected] Erika Vanhauwaert, Stafmedewerker Gezonde voeding

en beweging- Ruth Costers, Project coördinator Fitte school- Bruno Buytaert, Stafmedewerker lokale gemeenschappen

Lokaal:Vlaanderen en Brussel telt vanaf 2010 15 Logo’s.LOGO is de afkorting van "Loco-regionaal Gezondheidsoverlegen -Organisatie", al heeft men het meestal over "LokaalGezondheidsOverleg". Hun belangrijkste opdracht ishet bundelen en coördineren van de lokale krachten omde Vlaamse gezondheids doelstellingen waar te maken.www.vigez.be/ondersteuning/het_logo

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 24

Page 25: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

Straathoekwerkers spelen een cruciale rol om thuislozen opnieuw te verankeren met de samenleving.

Hen toeleiden tot sportactiviteiten kan een keerpunt in het leven van deze mensen betekenen. Het project

‘Belgian Homeless Cup’ is een mooi voorbeeld hiervan. Dit initiatief wordt georganiseerd door Steunpunt

Algemeen Welzijnswerk en Open Stadion. Bert Ballegeer (SAW) en Soraya Benyoub (Open Stadion) werken

in tandem aan dit initiatief. Hun verhaal maakt duidelijk dat de synergie van 2 organisaties veel mogelijk maakt

en thuislozen kan aanzetten om hun leven over een totaal andere boeg te gooien.

25

Bert Ballegeer en Soraya Benyoub

Steunpunt Algemeen Welzijnn Is een ondersteunings centrum voor

medewerkers en verantwoordelijken vande Centra Algemeen Welzijns werk enStraathoekwerk.

n Is een expertisecentrum voor thema’sen methodes i.v.m. welzijnswerk vande eerste lijn.

Open Stadion n Streeft ernaar de maatschap pelijke inzet

van voetbal te vergroten en zichtbaarderte maken.

n Zet zich in om de verschillende mogelijkhedenvan ‘de brede club’ te tonen en te ontwikkelen.

n Wil de rolmodelfunctie van voetballerskoppelen aan levens- en schoollessen.

“Ons doel isvooral sociale

activering.”

Hoe is het Belgian Homeless Cup project ontstaan?Soraya: Het startte in 2008 als een initiatief van twee

hulpverleningsorganisaties die in Antwerpen met thuislozen

werkten. Het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk ondersteunde

het initiatief, en nam contact op met Open Stadion om dit

project uit te breiden en op een duurzame manier vorm te

geven. Wij zagen dit project als een kans om de beeldvorming

rond thuislozen te veranderen. We wilden weg van het

stereotiepe beeld van de mannelijke dakloze met baard die met

een kom soep de kou trotseert. We wilden de verscheidenheid

van deze groep aantonen maar hen ook op een positieve

manier in beeld brengen. Dit project maakte dit mogelijk.

De medewerking van ex-topvoetballer, Gilles De Bilde, zorgde

voor de nodige media-aandacht. Het aantal deelnemers nam

snel toe. In 2008 nam 1 stad deel. Een jaar later, in 2009,

is dit aantal gestegen naar 7.

Hoe verloopt de selectie?Bert: Er wordt geselecteerd op zowel sportieve als sociale

facetten. We gaan kijken in welke mate de ploeg de sociale

activering stimuleert. Zo’n deelname kan voor deze mensen

een opstap zijn om opnieuw structuur in hun leven te krijgen.

Het brengt hen letterlijk in beweging. Maar ook het sportieve,

competitieve karakter heeft een belangrijke betekenis.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 25

Page 26: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

26

Het krikt hun eigenwaarde op. Ze stellen vast

dat ze niet enkel kunnen deelnemen maar dat

ze ook kunnen winnen.

Jullie richten zich tot dak- en thuislozen.Wie behoort tot deze groep?Bert: Dakloosheid is niet hetzelfde als thuis -

loosheid. Daklozen zijn mensen die letterlijk

geen dak boven hun hoofd hebben.

Thuislozen zijn mensen die ontankerd zijn.

Het kunnen mensen zijn die in opvangcentra

verblijven, mensen met een verslavings -

problematiek, een instellings- of een psychisch

verleden. Samengevat kun je zeggen dat het

gaat om mensen die door een bepaalde

problematiek onthecht geraakt zijn.

Hoe kan een initiatief als de BelgianHomeless Cup deze mensen vooruithelpen?Soraya: Sport brengt een groepsdynamiek

op gang. Je werkt samen naar iets toe.

Een belangrijk element is dat zij in deze

formule werken met ploegen uit 1ste

en 2de klasse. Ze kunnen spelen met

een truitje van bv. Club Brugge.

Dat alleen geeft hen punch.

Vergeet niet dat deze mensen vaak uit

situaties komen waar niemand nog in

hen gelooft.

Nu maken ze deel uit van de gemeenschap van die ploeg. Dat geeft hen

een ongelofelijke stimulans. Sommigen onder hen zijn erin geslaagd om

af te kicken en een ‘normaal leven’ op te bouwen. Eén van hen is zelfs

trainer geworden.

Hoe worden deze mensen tot zo’n project toegeleid? Bert: Een straathoekwerker kan deze mensen overtuigen om in beweging

te komen. Hij kan hen de weg wijzen naar het CAW en het OCMW

zodat ze een plek hebben om te slapen en een leefloon om te overleven.

Hij speelt een essentiële rol om hen opnieuw te doen aansluiten bij de

samenleving. Door z’n vertrouwensfunctie is hij de ideale persoon om

zo’n project als Belgian Homeless Cup aan de man of vrouw te brengen.

Wat kan deze mensen overtuigen om zich te engageren voorzo’n project?Soraya: Het begint met een training. Ze ontmoeten daar lotgenoten en

worden een team. Ze worden ploegmaten die het voor elkaar moeten

opnemen. Doen ze dit niet, dan worden de consequenties hiervan heel

snel merkbaar op het veld. Dankzij het voetbalspel ontwikkelen zij hun

verantwoordelijkheidszin en leren ze initiatief nemen.

Wat doe je met hen die nietover de sportieve capaciteitenbeschikken?Bert: Het gaat over meer dan enkel het

sporttechnische. Dat is juist het mooie

aan sport. Het heeft de ‘power’ om

een verbondenheid tussen mensen

te creëren. Ook voor de minder

sportieven is er ruimte. Er zijn altijd

mensen nodig om vlaggetjes te plaatsen

en broodjes te maken, om te

supporteren of om verslag uit te

brengen. Voor iedereen die wil, is er de mogelijkheid om te participeren.

Maar het verhaal gaat verder dan voetbal. Een voetbalclub heeft een

netwerk. Neem nu het voorbeeld van Genk die Nike heeft als sponsor.

Door dit partnership kan onze doelgroep sneller in contact gebracht

worden met Nike. Sport maakt hierdoor voor hen de afstand naar

de bedrijfswereld meteen een stuk kleiner.

Hoe is de instroom van thuisloze vrouwen in dit project?Soraya: Wij streven naar een zo gemengd mogelijk publiek. We willen geen

ploegen waaraan enkel de fysiek sterksten deelnemen. Daarom zijn onze

selectiecriteria tweeledig. In eerste instantie evalueren we in welke mate

de deelnemende ploeg samengesteld is uit een gezonde mix van ouderen,

jongeren, mannen en vrouwen. Ons doel is vooral sociale activering en

dit willen we in de selectiecriteria weerspiegeld zien. Daarnaast geven

we punten op het sportieve vlak. We stellen vast dat vrouwen best hun

mannetje kunnen staan.

Nuttig om wetenn Bewaar de groepsdynamiek. n Zorg dat iedereen een plaats

heeft binnen de groep.n Speel op de bal, niet op de man.n Creëer een veiligheidsgevoel.n Zorg voor structuur en

duidelijkheid.n Schep een vertrouwensband.n Houd je aan afspraken.n Voer geen plotselinge

veranderingen door.n Duw hen niet in een hokje. n Doorbreek de idee dat ze niets

zouden kunnen.n Wees eerlijk.

“Het brengthen letterlijkin beweging.”

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 26

Page 27: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

In welk kader functioneren deze mensen het best?Bert: Ze hebben nood aan structuur, duidelijkheid en veiligheid.

Het is essentieel dat ze zich comfortabel voelen en zichzelf kunnen zijn.

Het is ook belangrijk dat ze binnen de groep hun plaats krijgen

en zich betrokken voelen. Dit kun je oa. bekomen door eenvoudig

te communiceren zodat ze snel mee zijn en zich niet uitgesloten

voelen omdat ze iets niet

begrijpen.

Hoe treed je op bijonaanvaardbaar gedrag?Bert: Je zult hen hierover

moeten aanspreken.

Als iemand bv. een paar

keer niet voor de training is

komen opdagen, kun je niet

anders dan hem duidelijk

maken welke consequenties

dit gedrag op de rest van

de groep heeft. Stel je vast dat ze tijdens het spel niet correct met hun

tegenstander omspringen, dan heb je de taak om dit gedrag te sturen.

In beide gevallen ligt de nadruk echter op ‘gedrag’. Anders gesteld zou

je kunnen zeggen: ‘Speel op de bal niet op de man.’

Wat raden jullie sportfunctionarissenconcreet aan om deze doelgroep meerbewust te maken van de positieve effectenvan sport? Soraya: Onze ervaring leert ons dat het belangrijk

is dat je met deze mensen een band opbouwt.

Door met buurt- en straathoekwerkers samen te

werken, kun je makkelijker hun vertrouwen winnen.

Gebruik deze know-how. Het zal je als stadsdienst

versterken om de sociale doelstelling van sport te

realiseren. Sportfunctionarissen kunnen op hun

beurt de sportinfrastructuur, contacten met de

politiek, de bedrijfswereld en de sportclubs inzetten

om de sociale werkers in hun opdracht te onder -

steunen. Onze doelgroep is zonder meer het meest

gebaat met een synergie tussen beide partijen.

Hoe kan een lokale sportdienst ervoorzorgen dat thuislozen zich welkom voelen?Soraya: Het werkt het best als je met hen kunt

afspreken op een plaats waarmee ze vertrouwd

zijn. Door oprecht te luisteren naar hun individueel

verhaal, creëer je vertrouwen. Dit is de basis die je

nodig hebt om met hen verder te kunnen werken.

27

© Francois Snijders

“Dankzij hetvoetbalspel

ontwikkelen zij hunverantwoordelijk -

heidszin en leren zeinitiatief nemen.”

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 27

Page 28: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

28

Welke zijn de do’s en don’ts in hetomgaan met deze groep?Bert: Je zult het meest bereiken als je hen materiële

en immateriële zekerheid kunt bieden. Concreet

betekent dit dat je je aan afspraken houdt, geen

plotselinge veranderingen doorvoert maar ook dat

je hen geruststelt i.v.m. de middelen die ze nodig

hebben om te kunnen deelnemen. Zorg ervoor

dat je hen niet in een hokje duwt. Wees eerlijk.

Doorbreek de idee dat zij niets zouden kunnen.

Als ze vaststellen dat ze hun grenzen kunnen

verleggen, dan hebben ze een belangrijke knop

omgedraaid. Vanaf dan kunnen ze stap per stap

meer verantwoordelijkheid beginnen nemen.

Hoe kan de samenwerking tussen CAW’s enlokale sportactoren geoptimaliseerd worden?Soraya: Wij stellen vast dat een project zoals de

Belgian Homeless Cup op lokaal vlak een boost

tot stand brengt. Het verstevigt de samenwerking

tussen organisaties zoals het OCMW, CAW,

straathoekwerkers en sportdiensten. Het biedt ook

aan de lokale buurtsport en politiek de kans om

op een positieve manier naar buiten te komen.

Door samen rond voetbal te werken komt er een

dynamiek op gang. Hoe groter het netwerk dat je

rond een project kunt creëren, hoe groter de

impact op hun leven. Daarom is ons motto:

Niet teveel babbelen maar doen!

DE SOCIALE KAART

De Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschaps-

commissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werken

al een aantal jaren aan één sociale kaart voor Vlaanderen,

die gratis toegankelijk is voor elke internetgebruiker via

www.desocialekaart.be

De sociale kaart bevat een aanbod van volgende sectoren

en domeinen: algemene sociale dienstverlening, lichamelijke

gezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg, thuiszorg,

relaties en seksualiteit, opleiding, werkloosheid en

tewerkstelling, huisvestiging, rechtshulp en justitie, kinderen

en gezinnen, jongeren, bijzondere jeugdbijstand, ouderen,

personen met een handicap, etnisch-culturele minderheden,

armoede en kansarmoede en overheden.

Deze site is een uitstekende bron in je zoektocht naar

informatie over deze thema’s.

CONTACTINFO SAW

Algemeen:Steunpunt Algemeen Welzijnswerk vzwondersteunings- en expertisecentrum voor het algemeenwelzijnswerkDiksmuidelaan 36a 2600 Berchem03/[email protected] Bert Ballegeer, Projectmedewerker

vzw Open StadionSpeldenstraat 199000 [email protected] Soraya Benyoub, projectmedewerker Belgian Homeless Cup

Lokaal:Er zijn 27 CAW’s in Vlaanderen en Brussel. Meer info hierovervind je op www.steunpunt.be en www.caw.be.Alle ploegen uit de Jupiler proleague en de Exqi league participerenaan het Open Stadion project. Er is zeker ook zo’n topclub bij jouin de buurt. Deze gegevens vind je op www.openstadion.be.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 28

Page 29: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

Mensen worden steeds ouder. Senioren worden steeds talrijker in onze samenleving.

Hoe staan deze ouderen tegenover sport en bewegen? Wat kan hen motiveren

om in beweging te blijven? Antwoord op deze en andere vragen vind je in

het groepsgesprek met Sandra Vandereet (sporttechnisch coördinator bij S-Sport),

Ingrid Peeters (sporttechnisch coördinator bij OKRA-sport) en Jul Geeroms

(secretaris van de Vlaamse Ouderenraad).

“De sportfiets vervangtde relaxzetel.”

Hoe zou je de missie van de Vlaamse Ouderenraad omschrijven? Jul: Wij zijn een democratisch overlegplatform van en voor ouderen.

Onze focus is deel te nemen aan het beleid. Wij willen dat de stem

van ouderen gehoord wordt bij onze beleidmakers. Wij streven naar

een inclusief ouderenbeleid. Dit betekent dat wij willen dat er in de

verschillende beleidsdomeinen rekening gehouden wordt met ouderen.

Wij worden gevraagd om advies te leveren of geven zelf spontaan advies

aan beleidsmakers. Ik denk hierbij bv. aan de visienota die opgesteld werd

door een denktank van mensen uit sportorganisaties en onze commissie

Sport en Bewegen. Naar aanleiding van die visienota formuleerde de

Vlaamse Ouderenraad een advies voor de minister van Sport. Dit advies

werd voorbereid door onze commissie Sport en Bewegen.

Hoe kan men zich over jullie werking informeren?Jul: Via onze website, Actueel -ons driemaandelijks informatieblad- en onze

elektronische nieuwsbrief. Er is ook de Ouderenweek waarvoor jaarlijks

een thema uitgewerkt wordt en een brochure verspreid wordt naar alle

ouderenverenigingen, de lokale dienstencentra, de rusthuizen, de lokale

en provinciale ouderenadviesraden, de bibliotheken, de culturele centra,

OCMW’s, gemeenten, de media, geïnteresseerden en soms ook naar

scholen. Wij willen de publieke opinie sensibiliseren rond de rol van de

ouderen in de samenleving. Dit jaar is het thema van de ouderenweek:

‘Iedere rol betekenisvol’. We willen de boodschap brengen dat vergrijzing

niet enkel een negatief maar ook een positief verhaal is. Als we vandaag over

vergrijzing spreken, denken we vooral aan de kosten van pensioen en zorg.

Maar vergrijzing biedt ook mogelijkheden. Ouderen nemen verschillende

rollen op waardoor ze een bijdrage leveren aan de maatschappij.

29

Ingrid Peeters, Jul Geeroms en Sandra Vandereet

De Vlaamse Ouderenraadn Is een pluralistisch en democratisch

overlegplatform van organisaties vanen voor ouderen.

n Vertegenwoordigt de ouderen in Vlaanderenen de Nederlandstalige ouderen in Brussel.

n Treedt in gesprek met de overheid en andereinstanties om mee te werken aan een optimaalouderenbeleid.

n Ondersteunt en bevordert de samen werkingvan de verschillende ouderen organisaties.

n Behartigt de belangen van ouderenin een samenleving.

n Streeft ernaar dat ouderen een betekenis vollerol blijven spelen in de samenleving.

n Heeft als doelstelling ‘een samenleving vooralle leeftijden’ mee vorm te geven.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 29

Page 30: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

30

Denk maar aan hun rol als vrijwilliger, ervaringsdeskundige

of kinderopvang. Ook op economisch vlak biedt de

vergrijzing mogelijkheden. Het toerisme is er zo één.

Hoe zou je ‘de oudere’ definiëren? Jul: Het decreet op de ouderenbeleidsparticipatie bepaalt

dat ouderen mensen zijn vanaf 60 jaar. Leeftijd is geen

sluitend criterium. Naargelang de invalshoek kan de leeftijd

verschillen. Voor de zorgsector is een oudere iemand ouder

dan 80. Als we het over pensioen hebben, dan ben je een

oudere vanaf 65. Voor de sport ben je dan weer een oudere

vanaf je 50-55ste. Jan Baars, een filosoof, vat het als volgt

samen: ‘Een oudere is iemand die door de samenleving

als oudere gedefinieerd wordt.’

Deze stelling klopt. Kijk maar naar

de manier waarop onze samenleving

vandaag en 50 jaren geleden naar een

65-jarige keek. Dan zie je meteen hoe

het begrip ‘oudere’ geëvolueerd is.

Toen was iemand van 65 oud. Nu begint

hij aan een nieuwe fase in z’n leven.

Welke zijn de aandachtspuntenbij ouderen?Jul: Inkomenszekerheid is een uitermate

belangrijk punt. Daarnaast willen ze zo lang mogelijk

zelfstandig en gezond blijven leven. De juiste zorgen krijgen

op een moment dat ze die nodig hebben is een belangrijke

bekommernis bij ouderwordende mensen. Ook veiligheid is

een prioriteit. Ouderen hebben een sterke behoefte om

iets bij te leren. Ze willen actief kunnen blijven deelnemen

aan onze moderne samenleving.

De Ouderenraad heeft een commissie ‘Sport enbewegen’. Wat is haar functie?Jul: Via deze commissie leggen wij de link met de andere

sportorganisaties voor ouderen. Onze rol is deze organisaties

zoals oa. S-Sport en OKRA-sport te laten samenwerken

en deskundigen rond dit onderwerp te betrekken.

Het is een instrument van de Vlaamse Ouderenraad met

als doel de gezondheid, de autonomie en de participatie

van ouderen zo lang mogelijk te vrijwaren.

Hoe kijken ouderen in het algemeen naar sporten bewegen?Ingrid: Dat is individueel verschillend. Senioren die

een sportief verleden hebben, staan open om verder te

‘sporten’. Maar senioren die vroeger niet aan sport deden,

kunnen precies door de term ‘sport’ afgeschrikt worden.

Zij willen vooral ‘bewegen’ en kiezen voor laagdrempelige

activiteiten zoals wandelen, fietsen, bowling, petanque en koersbal.

De vorige minister van Sport zette het thema‘Prioriteitenbeleid voor senioren’ op de agenda. Welke consequenties heeft dit? Sandra: Erkende sportfederaties kunnen een project indienen

waarin zij hun sporttak kunnen afstemmen op senioren.

Jammer genoeg staan enkele typische seniorensporten zoals

petanque, bowling e.a. niet op de sporttakkenlijst en kunnen

hiervoor dan ook geen subsidies gevraagd worden. Hier vragen

wij dat de sporttakkenlijst enkel gebruikt wordt waarvoor hij

bedoeld is, namelijk de erkenning en subsidiëring van de

sportfederaties. Om maximaal te

kunnen inzetten op seniorensport is

de hantering van de sporttakkenlijst

in dit kader te beperkend.

Welke zijn de belangrijkstedrijfveren voor ouderen omte sporten/bewegen? Ingrid: In de opleiding ‘Begeleiden van

sportende senioren’ spreekt men van

3 belangrijke motivaties. Een grote

groep senioren doet het voor de sport

zelf. Een andere, heel belangrijke groep doet het voor de

gezondheid. We zien een sterke toename van deze groep

omdat meer en meer dokters de boodschap meegeven dat

sporten en bewegen je langer gezond houdt. De 3de motivatie,

het sociale aspect, is zeker niet te onderschatten. Sport- en

bewegingsactiviteiten bieden senioren de kans om samen iets

leuks en zinvols te doen.

Sandra: We zien ook dat naarmate men ouder wordt,

de motivator ‘gezondheid’ steeds meer toeneemt.

Jul: We willen ook weg van het imago van de oudere die aan

de koffietafel zit of die aan het kaarten is. We zijn geëvolueerd

naar een jongere, sportievere look. Een marketingdeskundige

formuleerde het mooi: ‘De oudere van vandaag wil zich

identificeren met beelden van zachte dynamiek.’ Hij wil niet

afgeschilderd worden als een topsporter maar ook niet als

een man/vrouw in zijn/haar zetel geportretteerd worden.

Het beeld van een fietstende oudere sluit perfect aan bij

de ouderen anno 2009.

“De oudere vanvandaag wil zichidentificeren met

beelden van zachtedynamiek.”

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 30

Page 31: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

31

Het belang van sporten en bewegen voor senioren staat buitenkijf. Wat zijn de voornaamste pluspunten?Ingrid: Je kunt ze in 4 trefwoorden samenvatten: onderhoud,

herstel, preventie en manifestatie. De eerste 3 spreken voor zich.

Met manifestatie wordt er bedoeld dat de ouderen -door meer te gaan

sporten en bewegen- zich zijn gaan manifesteren. Dat zie je bv. heel

duidelijk aan het soort geschenk dat ze krijgen. De sportfiets vervangt

de relaxzetel. Het beeld van de passieve oudere is duidelijk voorbij.

Zijn ouderen nog bereid om de stap te zetten omeen nieuwe sport aan te leren?Ingrid: Ik gaf ooit zwemles aan senioren en kon vaststellen hoe

gemotiveerd deze mensen waren. Het was voor hen een ontzetttende

voldoening vast te stellen dat zij nog iets bijgeleerd hadden. Het deed

hen vreselijk deugd dat zij op hun leeftijd stappen voorwaarts konden

zetten. En als mensen vaststellen dat ze verbeteren, dan is de motivatie

om verder te doen bijzonder groot.

Wat kan er nog meer gedaan worden om het besef bijouderen verder te doen toenemen dat sporten en bewegengezond is?Ingrid: Ouderen spelen een fundamentele rol om andere ouderen

te motiveren. Vandaar de campagne die loopt in samenwerking met

VIGeZ ‘Besmet de andere, het mag.’

Communicatie speelt een belangrijke rol. Ik denk

aan publicaties van de Vlaamse Ouderenraad en

socio-culturele organisaties zoals S-Plus, OKRA,

LBV, Neos, VVVG, de Lokale Dienstencentra en

het Seniorencentrum. Zij kunnen ertoe bijdragen

dat de boodschap effectief tot bij de doelgroep

overgebracht wordt. We stellen echter wel vast dat

ouderen, die geen lid zijn, een hele moeilijke groep

zijn om te bereiken.

Sandra: We zien vaak dat ouderen beginnen te

sporten/bewegen vanuit gezondheidsredenen.

Onderweg gaan ze echter het sociale aspect meer

en meer appreciëren. Het is immers niet evident

om ouderen blijvend te laten bewegen. Het sociale

aspect is vaak de noodzakelijke drijfveer om te

blijven sporten/bewegen.

Waar let je als lesgever/begeleider best opals je wilt dat deze mensen gemotiveerdblijven?Ingrid: Ga tussen hen staan. Vergeet niet dat je te

maken hebt met mensen die een heel stuk levens -

ervaring hebben. Neem daarom subtiel de leiding.

© Sportdienst Ronse

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 31

Page 32: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

32

Een horizontale relatie met hen werkt. Een vertikale meestal

niet. Het is ook belangrijk dat je hen successen laat boeken.

Als lesgever heb je de verantwoordelijkheid dat ze blijven

komen. Bewaar daarom het evenwicht tussen ‘actief bezig

zijn/bewegen’ en ‘ontmoetingskansen creëren’.

Sandra: Zorg ervoor dat iedereen luistert naar zijn lichaam.

Het is niet de bedoeling om dingen te forceren. Als mensen

klachten melden, moedig je hen best aan contact te nemen

met hun huisarts.

Welke ervaring hebben jullie op het vlak vansamenwerking met lokale sportactoren?Sandra: Vaak denken lokale sportdiensten dat ze

initiatieven rond ouderen zelf moeten nemen en

vergeten hierbij dat in hun gemeente ook senioren -

sportorganisaties actief zijn. Wat wij suggereren is

dat ‘zelf doen’ plaatsmaakt voor ‘samen doen’.

Zo ontstaat er een symbiose; zeg maar een win/win situatie.

In sommige gemeenten zien we dat zo’n samenwerking

perfect kan werken. Ik denk bijvoorbeeld aan Denderleeuw.

Daar organiseren we samen met de sportdienst de senioren -

sportdag. Als ouderenorganisatie kunnen wij de ouderen

bereiken. De sportdienst kan dan weer accommodatie,

lesgevers en expertise ter beschikking stellen.

Zijn er drempels die de samenwerking met de lokalesportactorenbemoeilijken?Sandra: We kunnen er niet

naast dat de senioren -

sportwereld ‘gekleurd’ is.

Deze verzuiling kan

in sommige gevallen

belemmerend werken.

De politieke kleur die in

een bepaalde gemeente

overheerst, kan de mate

van mogelijke samen -

werking versterken maar ook beperken. Wij pleiten voor

waardering, erkenning en ondersteuning van alle ouderen -

organisaties die zich met sport- en bewegingsactiviteiten voor

ouderen bezighouden.

Ingrid: Ik vind het belangrijk dat senioren namens de senioren -

sportclub in de gemeentelijke sportraad zetelen. Daar kunnen

zij het lokale sportbeleid mee bepalen.

Wat zouden jullie in jullie samenwerking metsportdiensten liever anders zien?Ingrid: Wij ijveren voor meer administratieve vereenvoudiging.

Vandaag stellen we soms vast dat er van een kleine senioren -

sportclub gevraagd wordt om zich op te richten als een vzw.

Anders kunnen ze geen aanspraak maken op bepaalde

subsidies. Maar dat is voor zo’n kleine organisatie gewoon

niet haalbaar. Daarom is erkenning en ondersteuning van alle

ouderenorganisaties die sport- en bewegingsactiviteiten

organiseren, ook al zijn ze niet gevorderd tot erkende

sportfederatie; essentieel.

Hoe kunnen lokale sportdiensten ervoor zorgendat ouderen zich welkom voelen?Ingrid: Door hen -op het moment dat ze een aanvraag indienen-

een signaal te geven dat ze aanvaard worden. Door zich niet

enkel op competitie maar ook op participatiesporten te richten.

Want laten we dat vooral niet vergeten: bij ouderen draait

sport vooral rond participatie.

CONTACTINFO VLAAMSE OUDERENRAAD

Algemeen:Koloniënstraat 18-24 bus 71000 Brussel02 209 34 [email protected] Mie Moerenhout, directeur

Lokaal:Neem gerust contact op met de seniorenraad en/of jelokale seniorenconsulent.

Nuttig om wetenn Schrik ouderen niet af. Sommigen staan meer

open voor ‘bewegen’ dan voor ‘sporten’.n Ga tussen hen staan.n Wees je ervan bewust dat je te maken hebt

met mensen met heel wat levenservaring.n Neem subtiel de leiding.n Ga voor een horizontale relatie.

Een verticale relatie werkt meestal niet.n Laat hen successen boeken.n Bewaar het evenwicht tussen ‘actief bezig

zijn/bewegen’ en ‘ontmoetingskansencreëren’.

n Houd rekening met hun medischeachtergrond.

“Laat ‘zelf doen’plaatsmaken voor

‘samen doen’.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 32

Page 33: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

Scholen, OCMW’s en kinderopvang bieden heel wat mogelijkheden tot samenwerkingen rond sport.

We geven hierover het woord aan 4 VVSG (Vereniging van Vlaamse steden en gemeenten, de koepel -

organisatie van de Vlaamse gemeentebesturen en OCMW’s) medewerkers: Stijn Maselis (stafmedewerker

sport & jeugd), Marleen De Vry (projectmedewerker flankerend onderwijsbeleid), Nathalie Debast

(stafmedewerker armoede, energie en wonen) en Hilde Plas (stafmedewerker cultuur & erfgoed).

Vereniging van Vlaamse steden en gemeenten n Is een ledenorganisatie van Vlaamse gemeenten,

OCMW’s, politiezones, intercommunales en anderelokale samenwerkingsverbanden.

n Focust zich op 3 kerntaken1. Ondersteuning en dienstverlening2. Belangenbehartiging3. Beweging van de eerstelijnsoverheid

n Levert informatie en advies i.v.m. juridische en anderevragen over het beleid van het lokale bestuur.

n Stelt bijscholingsprogramma’s ter beschikking vanlokale besturen.

n Organiseert informatiesessies en studiedagenover actuele beleidsdossiers, nieuwe wetgevingen beleidsontwikkeling.

n Treedt op als belangenbehartiger en onderhandelaarmet andere overheden en instellingen.

n Komt op voor lokale, sterke besturen die optredenals eerstelijnsoverheid in het belang van de lokalegemeenschap.

33

Wat zijn de kerntaken van VVSG (Verenigingvan Vlaamse Steden en Gemeenten)? Marleen: Wij werken aan de professionalisering,

belangenverdediging van en dienstverlening voor

lokale mandatarissen.

Stijn: Wij verdedigen de belangen van lokale

bestuurders t.a.v. federale en Vlaamse beleids -

makers. Tegelijkertijd leveren wij informatie en

advies aan de lokale besturen om het beleid op

het veld waar te maken.

Hilde: We willen onze leden in beweging

houden maar ook zelf in beweging blijven.

We willen dynamisch omgaan met de

bestuurskundige organisatie van gemeenten

en steden. In die context zien we ons meer

als een beweging dan een vereniging.

“Samenwerkenis de sleutel.”

Hilde Plas, Nathalie Debast, Marleen Devry en Stijn Maselis

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 33

Page 34: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

34

Waarvoor doen lokale besturenzoal beroep op jullie diensten?Nathalie: Dat kan om allerlei redenen

zijn. Deze ochtend heb ik bijvoorbeeld

heel wat telefoons van OCMW’s

gekregen omtrent het inenten van

daklozen tegen de Mexicaanse griep.

Zij hadden hierover een mail van de

federale overheidsdienst ‘maatschappelijke

integratie’ gekregen en wilden meer

duidelijkheid.

Marleen: Wij krijgen nogal wat vragen over

kinderen van ouders die hier illegaal verblijven.

Zo wil men oa. weten of zij recht op studie -

toelagen hebben. Vaak hebben we te maken

met complexe vragen waar verschillende

sectoren bij betrokken zijn.

Welke rol nemen jullie op t.a.v. lokalebeleidsmakers? Stijn: Enerzijds geven wij advies aan lokale

besturen zodat zij het beleid correct kunnen

uitvoeren. Hierdoor vangen wij heel wat

signalen op van wat er zich binnen het werkveld

afspeelt. Op basis van deze feedback kunnen

wij dan beleidsaanbevelingen doorgeven aan

ministers. In beide gevallen verbinden wij

het werkveld met beleidsmakers.

Welk thema is op dit moment ergactueel?Hilde: Er komen veel vragen binnen rond

de beleidsnota over het opmaken van

een strategisch meerjarenplan waarin de

verschillende sectoren opgenomen worden.

Men wil weten of deze aparte sectoren hun

zeggingskracht hierdoor niet verliezen.

Nathalie: Armoede staat hoog op de agenda want 2010 wordt het

Europees Jaar van de bestrijding van armoede. Ook asielzoekers blijven een

hot item. Maar we willen in dit kader ook verder nadenken of we geen visie

rond kansen passen moeten ontwikkelen. Hoe kunnen we -samen met de

OCMW’s- ervoor zorgen dat de mensen voor wie deze passen bedoeld zijn,

nu ook daadwerkelijk participeren aan cultuur- en sport activiteiten.

Marleen: Binnen het kader van

de brede stimulerende leeromgeving

willen we kansarme jongeren meer

kansen geven. Onze inspanningen

hieromtrent mogen natuurlijk

niet stoppen aan de schoolpoort.

Om dit beleid te doen slagen, is er

een integrale benadering nodig.

D.w.z. een benadering die deze

jongeren zowel binnen als buiten het

onderwijs aan sport en cultuur laat

participeren. Willen we dat zij actief aan

onze samenleving zullen deelnemen,

dan hebben we nood aan een globale visie die over de verschillende

beleidsdomeinen heen mooi in elkaar past.

Hilde: Wij stellen vast dat we nog steeds de onderstroom in de bevolking

onvoldoende bereiken. Lokale besturen aanzetten om inspanningen te

blijven leveren om deze mensen toe te leiden en te initiëren in sport,

cultuur en jeugdwerk is onze focus in het gelijkekansenbeleid.

Hoe kijken OCMW’s naar sport?Nathalie: OCMW’s vinden het vandaag belangrijk dat hun cliënten en de

kinderen van hun cliënten kunnen participeren aan sport. De kijk op armoede is

de laatste jaren geëvolueerd. Waar het vroeger vooral over evidente domeinen

als inkomen of huisvestiging ging, gaat armoedebestrijding nu ook over

deelname aan sport- en cultuuractiviteiten. Deze ruimere benadering maakt

dat OCMW’s nu ook meer samenwerken met sport- en andere diensten.

OCMW’s beschikken over middelen om deze participatie mogelijkte maken. Hoe worden die middelen ingezet?Nathalie: Zij beslissen hierover autonoom. Naargelang de behoeften

van hun cliënt bepalen ze welke activiteiten financieel gedragen worden.

In vele gevallen zal een structureel lidmaatschap meer resultaten opleveren

dan een éénmalige activiteit. Lidgeld voor een sportclub betalen geeft meer

kans op echte participatie dan een eenmalig bioscoopticket.

Hoe kunnen OCMW’s ertoe bijdragen dat er nog meerkansarmen gaan sporten?Nathalie: Ze kunnen in de eerste plaats helpen de financiële drempel

te doorbreken. Het lidgeld betalen is al een aanzienlijke stap.

Maar daarnaast is het ook belangrijk ervoor te zorgen dat de clubs wat

begrip voor deze mensen tonen.

© VVSG

“Armoede-bestrijding gaat nuook over deelname

aan sport- encultuuractiviteiten.”

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 34

Page 35: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

35

Zij kunnen ervoor zorgen dat ook die emotionele

drempels in het sportbeleidsplan aan bod komen.

Hilde: Het is ook zinvol om als sport- of cultuur -

dienst je aanbod in vraag te stellen. Het is belangrijk

de leefwereld van kansarme groepen te kennen

zodat je participatie beter doet slagen. Als die mensen

de stap zetten om te participeren, moeten ze zich

aanvaard voelen. Anders nemen ze één keer deel

en vertrekken ze opnieuw met een frustratie.

Dat verhoogt de drempel alleen maar en maakt

het voor hen de volgende keer misschien nog

moeilijker om de stap te zetten.

Wat kun je doen om die kansen opsuccesvolle participatie te doen toenemen?

Marleen: Ik denk aan een initiatief

van de gemeente Ronse en het

Centrum voor Volwassenenonderwijs

waar men Afrikaanse moeders fietslessen

aangeboden heeft. Deze fietslessen

hebben een hele ketting reactie

veroorzaakt. Het begon met die mama’s

te leren fietsen. Eens ze mobiel waren,

konden ze hun kinderen naar school

brengen. Hierdoor kwamen ze in

contact met de school en werden

ze ook betrokken met de werking van

de school. Basiseducatie is hierop ingepikt. En zo is

de idee ontstaan om met die mensen een toneel -

stuk te gaan maken. Zo zie je maar hoe met kleine

stapjes en dwarsverbindingen die lokaal mogelijk

zijn, er heel wat verwezenlijkt kan worden.

Wat bedoel je met lokale dwars -verbindingen?Marleen: Leerkrachten kunnen aangeven

welke talenten of interesses kinderen hebben.

Voor kinderen uit kansarme milieus kan de school

hierover in overleg treden met het OCMW.

Op die manier helpen zij heel concreet mee

aan het wegnemen van bepaalde drempels.

Ze schamen zich vaak over hun kledij of weten niet goed hoe ze zich

in een vreemde omgeving moeten gedragen. Als je je bewust bent

van deze verschillen, kun je er ook beter mee omgaan.

Hoe kun je ervoor zorgen dat dit bewustzijn effectiefdoordringt tot de sportclubs? Stijn: Door met die mensen of met maatschappelijk werkers te praten

zul je erachter komen dat hun leefwereld een heel andere wereld is.

De lokale sportraad kan hier ook aan mee helpen. Waarom bijvoorbeeld

het thema ‘sport en armoede’ niet op de agenda van de algemene

vergadering plaatsen en iemand van het OCMW uitnodigen om hierover

te komen praten? Door deze wissel werking is het voor een sport -

begeleider misschien al wat evidenter om bij het OCMW aan te

kloppen als hij advies nodig heeft. Maar ook voor de OCMW’s is het

nuttig de mensen van de sport club te leren kennen. Zo kunnen ze beter

inschatten waar hun cliënten terechtkomen. Dat sterkt hun vertrouwen

om hun cliënten aan te moedigen deel

uit te maken van een sportclub.

Hoe kun je deze mensen zooptimaal mogelijk begeleiden?Nathalie: Behandel hen als mensen

en stigmatiseer hen niet als ‘die van

het OCMW’. Heb oog voor bepaalde

details. Schrik niet als hun trainingsbroek

wat te groot is of als ze geen shampoo

mee hebben. Houd er rekening mee

dat ze zich minderwaardig voelen. Als jij

hen als evenwaardige behandelt, betekent dit al heel veel voor hen.

Wees je bewust dat zij vaak uit ongestructureerde gezinnen komen.

Hierdoor kan ‘op tijd komen’ een gedrag zijn dat ze moeten leren en

kunnen ze wat meer tijd nodig hebben om zich aan codes aan te passen.

Hoe kan de deelname aan sport nog toegankelijkergemaakt worden?Nathalie: Op dit moment wordt er bij de OCMW’s vooral gehandeld

op vraag van de cliënt. Als hij aangeeft dat hij geen middelen heeft

om het inschrijvingsgeld voor de voetbal van z’n zoontje te betalen,

dan wordt er gekeken hoe dit opgelost kan worden. Een meer

proactieve benadering waarbij de maatschappelijke werker zelf het

voorstel formuleert, zou de deelname zeker nog kunnen versterken.

Welke rol kunnen OCMW’s spelen bij het opstellen vaneen sportbeleidsplan?Stijn: Een goed contact tussen sportfunctionarissen en OCMW

medewerkers kan ervoor zorgen dat het sportbeleidsplan op een

realistische manier rekening houdt met de kansarmen. Het OCMW

staat dichter bij de leefwereld van deze mensen en kan sterk maken

dat het om meer gaat dan enkel de materiële drempels.

“Lidgeld voor eensportclub betalen

geeft meer kans opechte participatiedan een eenmaligbioscoopticket.”

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 35

Page 36: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

36

Welke rol kunnen OCMW’s spelen in het ‘Sport voor Allen’ beleid?Hilde: De essentie van dit beleid is dat de gemeente inspanningen doet

om aan al haar inwoners de kans te geven te sporten of te bewegen.

Je kunt in dit verband -zoals al eerder werd aangegeven- OCMW’s

uitnodigen op de sportraad. Maar je kunt daarnaast ook de doelgroepen

zelf laten participeren via de sportraad. Door vertegenwoordigers van

armen aan het woord te laten maak je de materie meteen heel concreet.

Nathalie: Laten we niet uit het oog verliezen dat de sportdienst hierin de

trekkersrol heeft. Als OCMW ben je de waakhond voor jouw cliënten maar

het is niet aan het OCMW om een sportbeleid uit te tekenen. Input geven

zodat de verschillende domeinen integraal kunnen samen werken; dat is

waar we naartoe willen.

Komen sportactiviteiten binnen het kader van ‘brede school’voldoende aan bod? Marleen: Brede school’ is een

pedagogisch concept waarbij men de

vorming van het kind heel breed ziet en

zoveel mogelijk wil doen aansluiten bij

de realiteit. Vanuit een brede omgeving

wil men kinderen kansen geven om zich

zoveel mogelijk te ontplooien en dit op

zoveel mogelijk vlakken. Door tijdens de

middagpauzes en na de schooluren

culturele en andere activiteiten te

organiseren, kun je kinderen nog heel

wat extra bagage meegeven. Naar mijn

aanvoelen is er hier nog heel wat ruimte voor sportactiviteiten.

Vandaag zien we dat gemeenten wel hun sporthal ter beschikking stellen

voor activiteiten zoals een sportacademie. Dat is op zich een goede zaak.

Maar er kan binnen het kader van ‘brede school’ nog veel meer

samengewerkt worden op inhoudelijk vlak. Op dit moment is dit

een domein met nog heel wat onontgonnen terrein.

Op welke manier kunnen sportdiensten en sportclubs efficiëntsamenwerken met scholen? Marleen: We zien dat er in sommige scholen, binnen het kader van ‘brede

school’, aan middagsporten gedaan wordt. Er worden ook sportkampen

georganiseerd waaraan kansarmen aan 1/4de van de prijs kunnen

deelnemen. Of er zijn schoolnetoverschrijdende sportactiviteiten zoals

een fietsgordel of een veldloop. De sportdienst staat dan vaak in voor de

begeleiding en voor het vervoer; de lokale politie zorgt voor de veiligheid.

Er lopen dus wel wat gezamenlijke initiatieven. Maar ook hier heb ik het

gevoel dat er nog heel wat onbenutte mogelijkheden zijn.

Binnen het ‘flankerend onderwijs -beleid’ krijgen 13 centrumstedenextra middelen. Kunnen dezemiddelen voor ‘meer sport opschool’ aangewend worden? Marleen: De budgetten gaan in

de eerste plaats naar projecten die

rechtstreeks gelinkt zijn met gelijke

onderwijskansen. Ik denk hierbij aan

projecten rond lees- en taalbevordering,

ouderparticipatie en stageplaatsen. Er gaat

ook geld naar initiatieven rond ‘duurzaam

naar school’. Het geld wordt momenteel niet

aangewend voor sportactiviteiten, al kan dat

volgens het decreet wel. Maar de budgetten zijn

veel te krap. Daarom verwacht ik niet dat hierin

op korte tijd verandering in zal komen.

Welke initiatieven kunnen gemeentennemen om sport ook binnen dekinderopvang aan bod te laten komen?Marleen: Dit kan werken zolang de sport- of

bewegingsactiviteiten én de buitenschoolse

kinderopvang binnen de school plaatsvinden.

Vanaf het moment dat je kinderen van locatie

moet veranderen krijg je een organisatorisch

probleem.

Nuttig om wetenn Stigmatiseer kansarmen niet als

‘die van het OCMW’.n Houd er rekening mee dat ze

zich minderwaardig voelen.n Behandel hen als evenwaardige.n Geef hen tijd om zich aan te

passen aan de codes.n Organiseer sportactiviteiten

op plekken waar kinderen alaanwezig zijn.

n Laat OCMW’s en specifiekedoelgroepen participerenin de sportraad.

n Ga voor lokale dwarsverbindingen.Zij kunnen heel wat in gang zetten.

“Als je lokaaldwarsverbindingenkunt maken, laat die

dan niet liggen.”

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 36

Page 37: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

37

Denk maar aan de verplaatsing op zich, de verzekeringsproblematiek en

het toezicht op de andere locatie. Als je een sporthal in je school hebt,

ligt dat natuurlijk anders. Dan kun je de naschoolse opvang met dat

soort activiteiten ter plaatse organiseren. Tijdens de vakantieperiodes zie

je heel wat scholen waar tijdens de opvang sportactiviteiten doorgaan.

Stijn: Er zijn ook mooie voorbeelden van sportdiensten die soms in

samenwerking met sportclubs via de sportacademie jongeren met

verschillende sporten laten kennismaken. Deze initiatieven zijn zeer

sterk lokaal bepaald. Belangrijk hierbij is dat gemeenten en sportclubs

complementair zijn in wat ze aanbieden.

Hoe verloopt de samenwerking tussen OCMW’s en scholenmet lokale sportactoren?Stijn: Die samenwerking verschilt van gemeente tot gemeente. In een

gemeente waar de schooldirecteur ook deel uitmaakt van de sportclub

zal de samenwerking normaliter vlot verlopen. Het wordt dus sterk

bepaald door de individuele situatie. Het zou mooi zijn mochten die

samenwerkingen meer systematisch gebeuren. Want door grens -

overschrijdend te werken, kunnen we mekaar enkel maar versterken.

Hoe kunnen deze verschillende actoren ervoor zorgen datmeer mensen effectief meer gaan bewegen en sporten? Stijn: Samenwerken is de sleutel. Hoe beter de verschillende sectoren

en organisaties elkaar leren kennen, hoe beter hun samenwerking kan

verlopen. Deze samenwerkingen zijn weliswaar arbeidsintensief maar

lonen de moeite als je lokaal resultaten wilt halen.

Marleen: Als je lokaal dwarsverbindingen kunt maken, laat die dan niet

liggen. Zij hebben heel wat potentie.

Hilde: Er is nog veel werk aan de winkel rond een aangepast aanbod.

We moeten ons ervan bewust zijn dat een groep mensen binnen onze

samenleving een andere benadering nodig heeft. De verschillende

actoren moeten hun aanbod hierop afstemmen.

Stijn: Het Europees jaar van de armoede in 2010 is een mooie aanzet

om vanuit verschillende invalshoeken na te denken over dit thema.

Dat jaar biedt ons een unieke kans om samen ideeën te ontwikkelen

waardoor de participatie van kansarmen aan sport- en andere

activiteiten effectief kan toenemen. Want dat moet onze inzet zijn:

een integrale aanpak die concrete resultaten neerzet op het terrein.

HET LOKAAL SOCIAAL

BELEIDSPLAN

Het lokaal sociaal beleidsplan kan ook een

hulpmiddel zijn. Met de term lokaal sociaal

beleid bedoelt men het resultaat van de

acties die OCMW, gemeenten, andere

overheden, semi-publieke en private

organisaties ondernemen om de sociale

grondrechten voor iedereen te realiseren.

Via de opmaak van een lokaal sociaal

beleidsplan worden alle acties gebundeld

waarbij een geïntegreerde en inclusieve

aanpak het uitgangspunt vormt.

Het opmaken van dit plan is decretaal

verplicht.

Op wvg.vlaanderen.be/lokaalsociaalbeleid/

zijn de meeste van die plannen terug te

vinden. Om meer te weten over of om te

grasduinen in het lokale plan uit je eigen

gemeente; contacteer je best het lokale

OCMW.

CONTACTINFO VVSG

Algemeen:Verenging van Vlaamse Steden en gemeentenPaviljoenstraat 91030 Brussel02/[email protected] Stijn Maselis, stafmedewerker sport en jeugd- Nathalie Debast, stafmedewerker armoede,

energie en wonen- Marleen De Vry, projectmedewerker

flankerend onderwijs- Hilde Plas, stafmedewerkers cultuur

en erfgoed

LokaalAndere diensten binnen jouw gemeente:- Het lokale OCMW- Het lokale scholenoverleg of overlegplatform

(LOP)- De Buitenschoolse Kinderopvang (BKO)

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 37

Page 38: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

38

Mensen in armoede, hoe bereik je die? Wat kan hen aanzetten om te gaan bewegen of te gaan sporten?

Hoe kun je ervoor zorgen dat zij, eenmaal ze de stap gezet hebben, blijven deelnemen aan sportactiviteiten?

Pascale Cockhuyt (Wieder, Brugge), Cani Nas (Wijkpartenariaat, Schaarbeek), Filip Vanderbeek (Open Huis

PSC, Antwerpen), Kaat Vanhoutte (Sociale Dienst voor Vreemdelingen, Oostende) en Carolien Patyn

(Het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen) vertellen vanuit hun ervaringen

wat werkt maar ook niet werkt.

“Sport brengt henen hun gezondheid

in beweging.”

Welke organisaties maken deel uit van het Vlaams Netwerkvan verenigingen waar armen het woord nemen?Carolien: Momenteel zijn er ongeveer 45 erkende verenigingen waar armen

het woord nemen, verspreid over heel Vlaanderen. Een vereniging kan een

zelfstandige v.z.w. zijn maar kan ook verbonden zijn aan een buurtcentrum,

een CAW of een welzijnsschakel. Een vereniging wordt erkend als ze

volgens bepaalde criteria werkt. Een vereniging moet mensen in armoede

verenigingen, hen het woord geven en werken aan maatschappelijke

emancipatie en maatschappelijke structuren. Ze moet zich ook inzetten om

mensen in armoede te blijven zoeken en een dialoog op te zetten tussen

mensen in armoede en de samenleving. Deze criteria en meer info hierover

vind je uitgebreid op onze website www.vlaams-netwerk-armoede.be.

Wat is jullie doelstelling en hoe zetten jullie deze om in de praktijk? Carolien: Ons uiteindelijke doel is armoede en sociale uitsluiting te bannen.

Dit doen we door verenigingen waar armen het woord nemen te

ondersteunen en door beleidsadvies te formuleren op basis van ervaringen

van mensen in armoede. Zo verbeteren we het armoedebestrijdingsbeleid

op Vlaams, federaal en Europees niveau. We bieden ook vorming aan

overheidsinstanties en aan organisaties die willen samenwerken met mensen

in armoede. Wij willen tijdens onze opleidingen vooral inzichten geven over

hoe mensen in armoede hun situatie ervaren. Wij vinden het belangrijk

de negatieve beeldvorming rond deze mensen te doorbreken.

Hoe staan mensen die in armoede levenin het algemeen tegenover sport? Filip: Niet toevallig is ‘Sport en gezondheid’ ons

hoofdthema. Sport is enerzijds zeer toegankelijk.

Anderzijds biedt het een remedie voor het

fenomeen ‘bewegingsarmoede’ dat heel typisch

is voor deze groep mensen. Sport brengt hen

en hun gezondheid in beweging. Maar het helpt

hen ook om uit hun isolement te geraken.

Door het initiatief te nemen te sporten, nemen

ze hun leven opnieuw in handen. Vaak zien we

dat ze zich hierdoor anders gaan opstellen.

Je kunt in vele gevallen zelfs spreken van

een ‘empowered gedrag’.

Carolien: Bij Open Huis is inderdaad de hele

werking rond sport en gezondheid gebaseerd.

Zij hebben al een hele weg afgelegd om sport

een plaats te geven binnen het leven van mensen

in armoede en dat loont. Vaak zien we echter

dat ‘sport’ bij mensen in armoede heel wat

weerstand oproept. Gezondheidsproblemen

en het competitieve karakter van sport kan

hen afschrikken. Zelfs de term ‘sport’ kan een

psychologische drempel zijn. Ik denk hierbij

aan de uitspraak van een deelnemer: ‘Met de

vrijwilligers van de vereniging wandel ik soms

15 km, maar noem het sport en ik doe niet

meer mee!’.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 38

Page 39: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

39

Welke ervaring heeft jullie organisatie op dit vlak?Kaat: Wij richten ons vooral tot allochtonen en mensen zonder

papieren. Enkele jaren geleden heeft een Afrikaan in Oostende het

initiatief genomen om een zaalvoetbalploeg met deze mensen op te

richten. Dat was zonder meer een succes. Hieruit is ‘Sport overdag’

gegroeid. We stellen wel vast dat onze doelgroep nood heeft

aan begeleiding. Een vaste contactpersoon die met hen meegaat

is essentieel. Anders haken ze af.

Carolien: Dat is inderdaad typisch. ‘Sport overdag’ heeft alles

in zich om aan te slaan. Het is goedkoop. Het is overdag.

En toch slaagt zo’n project alleen als je voldoende investeert

in begeleiding.

Het persoonlijk contact tussen deze mensen en de begeleider is cruciaal.

Iemand die ze kennen, op wie ze kunnen vertrouwen en die er elke

week op hetzelfde tijdstip staat; dat maakt het verschil.

Pascal: Wij stellen hetzelfde vast. Toen de mensen de gratis sportshop -

kaart kregen, was de eerste reactie positief. De financiële drempel om

te sporten viel nu weg.

Toch zagen we dat deze kaart bij de meeste mensen

in de kast bleef liggen. Ze zien het niet zitten om op

individuele basis naar deze sport activiteiten te gaan.

Wij hebben jammer genoeg niet altijd de mogelijkheid

om met die

mensen mee te

gaan. Daarom

vinden we het

zo belangrijk

dat de sport -

begeleider

de rol van

vertrouwens -

persoon op

zich neemt.

Hoe kom je tot die vertrouwensrelatie? Cani: Het ligt aan de manier waarop je met

mensen omgaat. Je luisterbereidheid en je openheid;

daar gaat het om. Vertrouwen bouw je niet op op

één-twee-drie. Het is een werk van lange adem.

Wees je er dus van bewust dat je geduld aan de

dag zult moeten leggen. Een personeelswissel kan

een enorme impact hebben. Hoe meer je dit soort

veranderingen kunt vermijden, hoe beter.

Filip: Mensen in armoede hechten inderdaad veel

belang aan vertrouwde gezichten. Een persoonlijk

levensparcours met veel tegenslag en vertrouwens -

breuken zorgt voor een groot wantrouwen t.o.v.

de buitenwereld. Daarom is vertrouwen en

regelmaat essentieel.

Wat motiveert mensen in armoede omaan sport te doen?Pascal: Het sociale contact betekent veel voor hen.

Door samen met anderen te sporten zijn ze er even

tussen uit en kunnen ze hun gedachten verzetten.

Carolien: Het gaat hen niet meteen om de sport.

Samen wandelen, samen erop uit trekken; dat zegt

hen veel meer. In eerste instantie gaat het vooral

om dat samenhorigheidsgevoel. Maar eens ze die

stap gezet hebben, wordt de identificatie met de

sport belangrijk. Dan worden ze trotse netballers

en voetballers en hebben ze het over ‘onze ploeg’.

Pascale Cockhuyt, Kaat Vanhoutte, Carolien Patyn, Cani Nas

en Filip Vanderbeek

Het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen hetwoord nemen n Verenigt en ondersteunt 49 verenigingen waar armen het woord

nemen, met als doel armoede en sociale uitsluiting uit te bannen.n Stimuleert het uitwisselen van ervaringen, visies en leerprocessen

tussen deze verenigingen.n Stelt op basis van deze ervaringen beleidsdossiers samen voor

een beter armoedebestrijdingsbeleid. n Werkt aan een verbetering van de beeldvorming rond mensen

in armoede.

“Wij kijken niet naarhen als probleem -mensen maar als

mensen metmogelijkheden.”

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 39

Page 40: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

40

Filip: Sportactiviteiten kunnen ook hun horizon

verruimen. De wereld van mensen in armoede is

soms een heel kleine wereld. Een wandeling naar

de Vlaamse Ardennen kan een ware ontdekkings -

tocht zijn.

Cani: Wij hebben een project waarbij we fietslessen

aanbieden. Het zijn vooral allochtone vrouwen die

hierop intekenen. Ze leren fietsen en kunnen hierdoor

autonomer bewegen. Doordat we hier op een

concrete behoefte inspelen, is dit project een succes.

Welke aanpak werkt bij hen?Pascal: Een gemoedelijke en menselijke aanpak.

Als je teveel de nadruk legt op presteren of als je

hen gaat sanctioneren omdat ze de juiste sport -

schoenen niet bijhebben, dan gaan ze afhaken.

Eens de vertrouwensband er is, kan hier wel aan

gewerkt worden.

Cani: Met geduld en een zachte hand kan je het

meest bereiken. Ik stel vast dat het niet enkel de

mensen in armoede zijn die gemotiveerd moeten

worden maar ook de sportdiensten om op een

gepaste manier met deze mensen te leren omgaan.

Als vereniging waar armen het woord nemen

investeren wij soms even veel in de sensibilisatie

van de sportdienst waarmee we werken, dan in

het motiveren van de mensen.

Filip: Laten we niet vergeten dat niet enkel leefloners

en langdurig werk lozen in armoede leven. Er is een

groeiende groep ‘werkende armen’ of mensen met

een laag pensioen die geen beroep doen op het

ocmw maar wel in armoede leven. Het is belangrijk

dat deze groep niet uit de boot valt.

Carolien: De fundamentele vragen die gesteld

moeten worden zijn: Wie zijn deze mensen in

armoede? Waarom willen we die doelgroep

bereiken? Welke inspanningen kunnen wij leveren

zodat sport hén iets bijbrengt? Hoe kunnen we

ons aanbod aanpassen? Wat heeft sport aan deze

mensen te bieden? Enkel zo’n redenering kan

succesvol zijn omdat je je dan in hun leefwereld

verplaatst.

Wat is er nodig om mensen in armoede de stap te laten zetten?Pascal: Laten we het niet te ver gaan zoeken. Ik geloof niet meteen in

behoeftenonderzoeken of het afnemen van enquêtes bij deze doel groep.

Ik geloof wel in concrete, laagdrempelige initiatieven. Organiseer iets met

de mensen. Zorg dat ze je als mens leren kennen en je zul ongetwijfeld

meer respons hebben. Ze zullen geen contact nemen met ‘de sportdienst’.

Maar met ‘de Nick’ van de sportdienst doen ze dat wel. Als het menselijk

contact met Nick goed zit, dan zijn ze bereid de stap te zetten.

Carolien: Het is belangrijk dat je de wereld van mensen in armoede

leert kennen. Zoek partners en medestanders in de lokale sociale kaart.

Ga naar activiteiten van verenigingen. Wil je hen bereiken, ga dan bv.

naar het sociaal restaurant en stel daar je activiteiten voor.

Welke methodes werken het best volgens jullie? Filip: Wij zijn een vereniging die de collectieve belangen van mensen

in armoede behartigt. We zijn geen controleorgaan en hebben geen

hiërarchische relatie met hen. Hierdoor kijken we niet naar hen als

probleemmensen maar als mensen met mogelijkheden. Dat schept

vertrouwen, een fundamenteel aspect om hen in beweging te krijgen.

Nuttig om wetenn Een sportdienst of sporthal is voor mensen in

armoede onbekend terrein; zet als sportdienstzelf de eerste stap naar plaatsen als een vereniging,een wijkgezondheidscentrum, een sociaal restaurant…

n Werk aan een persoonlijke kennismaking (bv. opeen activiteit, een ontmoetingsdag…) en zorg vooreen vaste contactpersoon.

n Bekijk sport als middel; als sociale activiteit, als stapnaar een betere fysieke en geestelijke gezondheid,als een stimulans voor het zelfvertrouwen.

n Zorg voor regelmaat en continuïteit. (bv. een wekelijkssportaanbod op dezelfde plaats en uur, met dezelfdecontactpersoon)

n Houd vol: Las niet te snel een activiteit af omdat erniet voldoende deelnemers zijn. De volgende keerkan het een onverwacht succes zijn.

n Denk en handel als een ‘sociale sportwerker’.Houd rekening met de persoonlijke achtergrond vande deelnemers.

n Werk samen met sociale organisaties of verenigingenwaar armen het woord nemen.

n Houd rekening met de consequenties als je kiestvoor sport met mensen in armoede. Dit kost tijden moeite.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 40

Page 41: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

41

Carolien: Vergeet niet dat mensen heel snel doorhebben wanneer ze als

‘doelgroep’ benaderd worden. Sportparticipatie van mensen in armoede

is niet iets wat je instrumenteel of cijfermatig mag aanpakken. Hoe meer

je hen als mens benadert, hoe meer vertrouwen ze hebben en hoe

meer ze zullen openstaan voor wat je hen te bieden hebt.

Cani: Als we meer mensen willen bereiken, zou het nuttig zijn om

sport activiteiten voor zowel kinderen als ouders op één en dezelfde

plek te organiseren. Dat zou al heel wat praktische tijds- en

vervoerproblemen oplossen.

Kaat: Sportclubs werken heel vaak competitief. Maar onze mensen willen

in de eerste plaats recreatie in plaats van competitie. Samen leuke dingen

doen is voor hen een belangrijke drijfveer.

Hoe ga je het best om met mensen in armoede?Pascal: Als je houding naar hen toe gebaseerd is op ‘waarheid’, ‘warmte’

en ‘waarden’, dan zit je goed. Vaak zie je dat onze mensen wat wantrouwig

zijn tegenover professionelen en diensten. Vergeet niet dat ze al heel

wat met maatschappelijke assistenten en officiële instanties te maken

gehad hebben. Ze staan niet te wachten op een nieuw contact met een

professional die hen als een cijfer of te bereiken doelgroep benadert.

Benader hen van mens tot mens. Probeer je in hun wereld te verplaatsen.

Vertrek niet van wat je van hen wilt. Vertrek van wat kan je hen

kan bieden.

Wat zien jullie als de meest kritische factor om initiatievente doen slagen?Filip: Zet in op continuïteit. Komen ze eens niet opdagen, houd dan toch

vol. Als jouw aanwezigheid een constante factor kan blijven, heb je veel

kans dat ze terugkomen.

Kaat: Onze ervaring leert ons dat samenwerking tussen de diensten

een belangrijke sleutel is. Wij werken nauw samen met de sportclub

in Oostende. Zo begeleiden wij deze mensen bij inschrijvingen en

bemiddelen we naar de club toe. Daarnaast zorgen we ervoor dat er

een constant overleg tussen onze diensten en de sportdiensten is.

Wat maakt zo’n samenwerking succesvol?Carolien: Als je een gemeenschappelijk doel vooropzet, kijk je in

dezelfde richting en werk je automatisch vlotter samen. Dit betekent

echter wel dat er een inspanning geleverd moet worden om de wereld

en het referentiekader van mensen in armoede te begrijpen. Zo kun je

het aanbod op de noden afstemmen en ben je doelgericht bezig.

Filip: Het komt erop aan elkaars sterktes te respecteren en bij elkaar te

brengen. Samenwerken kan sterkere resultaten opleveren dan alles zelf

te willen organiseren. Als armoedevereniging zijn we sterk in verenigingen.

Een sportdienst is dan weer sterk in sport. Met de combinatie van deze

2 troeven kun je ongetwijfeld heel wat bereiken.

Welke andere verenigingen zijn -naast deverenigingen van het Vlaams netwerk-mogelijke partners om mee samen te werken?Carolien: Ik denk hierbij aan CAW’s, sociale huizen,

wijkgezondheidscentra, welzijnsschakels, buurtwerk,

WMKJ’s maar ook aan sociale kruideniers. Zij zijn

goed geplaatst om deze mensen te bereiken.

Verder kun je partners vinden in het lokaal netwerk

vrijetijdsparticipatie, de sociale kaart, het lokaal

sociaal beleid, een plaatselijk armoedeplatform,

de lokale overlegplatformen onderwijs (lop’s)…

Welke lessen kunnen we trekkenuit het verleden?Kaat: Begrip voor hun leefwereld en persoonlijk

contact zijn ongetwijfeld belangrijk. Wil je deze

mensen op lange termijn activeren, dan is de juiste

nazorg cruciaal.

Pascal: Onze ervaring leert ons dat het proces

belangrijker is dan de eindbestemming. Cijfers zijn

niet het doel. Deze mensen beter doen

functioneren, dat is het objectief.

Carolien: Als we in deze projecten willen ‘scoren’,

zullen we dat enkel kunnen door in te zetten op

het menselijke contact en persoonlijke begeleiding.

Ook binnen de sportdiensten en binnen de opleiding

tot sportbegeleider kan meer aandacht besteed

worden aan sociale vaardigheden en een open

basishouding. Want de belangrijkste les is dat

de menselijke factor dé doorslaggevende factor

is om deze mensen in beweging te krijgen.

CONTACTINFO VLAAMS NETWERKVAN VERENIGINGEN WAAR ARMENHET WOORD NEMEN

Algemeen:Vooruitgangstraat 323 b61030 Brussel02/204 06 [email protected] Carolien Patyn, stafmedewerker armoede -

beleid, thema's cultuur, sport en vrije tijd

Lokaal:Er zijn 49 verenigingen waar armen het woordnemen aangesloten bij het Vlaams Netwerk.Hun contactgegevens vind je op de websitevan het Vlaams Netwerk. Ook je lokale OCMWkan je met dit thema verder op weg helpen.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 41

Page 42: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

Ga voor sport – Sporten is belangrijk en waardevol.

Sporten is leuk en gezond. Een kwaliteitsvol en gevarieerd

sportaanbod bieden is een ernstige zaak, die heel wat

expertise vergt. Van deze principes dienen we je zeker vast

niet te moeten overtuigen. Met de informatie uit deze

publicatie willen we je verder op weg helpen om samen nog

meer Vlamingen aan het sporten en bewegen te krijgen.

Sta open om sport als middel te zien – Sport is niet

altijd een doel op zich, maar kan vaak een middel zijn.

Deze verschillende verhalen geven steeds een andere kijk

op sport. Sport als een bijzaak, maar nog altijd sport.

Sport als context of sport ten dienste van. Voor het creëren

van identiteit, als reden om samen te zijn, voor integratie, …

Leef je in, in de kijk van anderen op sport en bewegen.

Werk samen – De samenleving is complex, de uitdagingen

waar we voor staan worden steeds complexer.

Door samen te werken staat iedereen sterker om deze

uitdagingen aan te gaan. Voor een andersgeorganiseerd

sportaanbod bieden diverse partners ontgetwijfeld

mogelijkheden. En om te komen tot een toegankelijk

aanbod voor een divers doelpubliek is er heel wat expertise

bij anderen. Ga voor kwaliteit en werk dus samen met

specialisten. Een eerste stap is snel gezet, aarzel dus niet.

Het sportbeleidsplan biedt een stevig kader om als

sportdienst het sportbeleid te faciliteren en regisseren.

Alles zelf doen is niet nodig …

Stap op mensen af en luister naar hen – Echt waar,

niet iedereen komt zomaar uit zichzelf naar je sporthal

gestapt. Wil je werken aan diversiteit, wil je meer kinderen,

jongeren, volwassen, ouderen, … aan het sporten en

bewegen krijgen? Ga naar hen toe. Zoek hen op waar ze

zijn, breng ‘sport en bewegen’ naar hen toe in de wijk, in de

school, op plekken waar mensen mekaar ontmoeten, …

En luister ook naar hun noden en wensen … de kijk op

sport kan verschillen … Laat deze verhalen een springplank

zijn om je blik te verruimen.

Vertrek vanuit engagement en goesting – Mensen zijn

cruciale schakels in samenwerkingsverbanden. Samenwerken is

niet altijd makkelijk. Maar al zijn de uitdagingen complex,

engagement en goesting zijn een zeer sterke drijfveer.

Bied partners jouw engagement en goesting én laat je

meeslepen in het enthousiasme en de gedrevenheid van

anderen.

Tijd voor actie – Overleggen, mekaar leren kennen, samen

een ‘plan’ maken is goed en nuttig. Maar ga snel over tot actie!

Maak een keuze, kies een concreet initiatief en ga aan de slag.

De hele wereld verbeteren is heus niet nodig en … onmogelijk.

Met kleine en concrete initiatieven en acties kan je al verschil

maken. Elke nieuwe persoon die aan het sporten of bewegen

gaat … is er een gewonnen en weer een stap dichter bij een

écht Sport voor Allen-beleid!

Tijd voor actie!

42

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 42

Page 43: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

COLOFON

ISBVlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleidvzw (ISB)Plezantstraat 2669100 Sint-Niklaas03 780 91 00www.isbvzw.be [email protected]

ISB is een ledenvereniging en kenniscentrum voorde lokale en regionale sport- en recreatiesector.

Werkten mee aan dit magazine:- Piet Van der Sypt (medewerker sportparticipatie ISB)- Pascal De Maesschalck (medewerker

sportparticipatie ISB)- David Nassen (directeur ISB)

Leescomité Werkgroep Sportparticipatie ISB:- Mieke Vandemeulebroecke (sportdienst Ronse)- Bart Willems (sportdienst Machelen)- Jan Thuy (sportdienst Sint-Niklaas)- Ilse Holvoet (VVJ)

Content & Design:C-company

© ISB, december 2009Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigden/of openbaar worden gemaakt zonder voorafgaande,schriftelijke toestemming van ISB.

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 43

Page 44: Sporten en bewegen, iedereen doet mee! - BAisb.colo.ba.be/doc/Boek/iedereendoetmee_web.pdf · 3 INHOUDSTAFEL 3 INLEIDING 5 VISIE 6 INTERVIEWS n Etnisch-culturele minderheden (De8)

Sporten en bewegen,iedereen doet mee!

Samenwerken met lokale partners

DOC_ISB_NEWSLETTER_DOC_ISB_NEWSLETTER 12/22/09 4:00 PM Pagina 44