Specialistische GGZ · Let op: er is sprake van een uitzondering als in 2018 een vervolg-DBC met...

4
Specialistische GGZ Onderlinge Dienstverlening Vanaf 2018 is het toegestaan om parallelle DBC’s toe te staan voor onderlinge dienstverlening. Dit betreft een uitzondering op hoofdregel dat parallelle zorgtrajecten alleen kunnen worden geregistreerd als er sprake is van meerdere primaire diagnoses waarvoor gelijktijdig substantieel verschillende behandelingen moeten worden ingezet. Het betreft hier dus parallelle DBC’s met dezelfde diagnose tussen instellingen. Er zijn 3 situaties waarin er een uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel. Het is niet mogelijk dat vervolg-DBC’s parallel lopen. Voor deze parallelle DBC’s bestaan de volgende zorgtypen: - Behandeling bij ECT (zorgtype 152) - Behandeling bij farmacotherapie (zorgtype 153) - Behandeling bij tijdelijk verblijf (zorgtype 154) Tijdens het NZa congres is aangegeven dat hiervoor een maximum geldt van 365 dagen. De reden dat deze uitzondering wordt ingevoerd is onder andere, omdat bijvoorbeeld vrijgevestigde zorgverleners die geen medicatie mogen verstrekken niet goed uitkwamen ten opzichte van de contractafspraken in verband met het hogere tarief van de psychiater. Let op: de regelgeving rondom onderlinge dienstverlening blijft bestaan, naast deze uitzondering. Openingsdatum vervolg-DBC In de huidige registratieregels staat dat een vervolg-DBC’s geopend mag worden op de datum van het eerste patiëntgebonden contact. Hierop gelden drie uitzonderingen, namelijk zorgtypen 201 (langdurige periodieke) controle, 202 voortgezette behandeling en 203 uitloop. Deze drie zorgtypen worden wel aansluitend op de voorgaande DBC geopend. Vanaf 1 januari 2018 worden vervolg-DBC’s geopend aansluitend op de voorgaande DBC. Enkel wanneer er sprake is van exacerbatie/recidive (zorgtype 204) dient een vervolg-DBC nog geopend te worden op de datum van de eerste patiëntgebonden activiteit. Tip: blijf alert op onderlinge dienstverlening, immers worden niet alle situaties hiermee ondervangen. Tip: leg goed in het proces vast wanneer deze zorgtypen mogen worden gebruikt.

Transcript of Specialistische GGZ · Let op: er is sprake van een uitzondering als in 2018 een vervolg-DBC met...

Page 1: Specialistische GGZ · Let op: er is sprake van een uitzondering als in 2018 een vervolg-DBC met recidive (204) wordt geopend op de dag waarop de eerste patiëntgebonden activiteit

Specialistische GGZ

Onderlinge Dienstverlening

Vanaf 2018 is het toegestaan om parallelle DBC’s toe te staan voor onderlinge dienstverlening. Dit betreft een uitzondering op hoofdregel dat parallelle zorgtrajecten alleen kunnen worden geregistreerd als er sprake is van meerdere primaire diagnoses waarvoor gelijktijdig substantieel verschillende behandelingen moeten worden ingezet. Het betreft hier dus parallelle DBC’s met dezelfde diagnose tussen instellingen.

Er zijn 3 situaties waarin er een uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel. Het is niet mogelijk dat vervolg-DBC’s parallel lopen. Voor deze parallelle DBC’s bestaan de volgende zorgtypen: - Behandeling bij ECT (zorgtype 152)- Behandeling bij farmacotherapie (zorgtype 153)- Behandeling bij tijdelijk verblijf (zorgtype 154)

Tijdens het NZa congres is aangegeven dat hiervoor een maximum geldt van 365dagen.

De reden dat deze uitzondering wordt ingevoerd is onder andere, omdat bijvoorbeeld vrijgevestigde zorgverleners die geen medicatie mogen verstrekken niet goed uitkwamen ten opzichte van de contractafspraken in verband met het hogere tarief van de psychiater.

Let op: de regelgeving rondom onderlinge dienstverlening blijft bestaan, naast deze uitzondering.

Openingsdatum vervolg-DBC

In de huidige registratieregels staat dat een vervolg-DBC’s geopend mag worden op de datum van het eerste patiëntgebonden contact. Hierop gelden drie uitzonderingen, namelijk zorgtypen 201 (langdurige periodieke) controle, 202 voortgezette behandeling en 203 uitloop. Deze drie zorgtypen worden wel aansluitend op de voorgaande DBC geopend.

Vanaf 1 januari 2018 worden vervolg-DBC’s geopend aansluitend op de voorgaande DBC.

Enkel wanneer er sprake is van exacerbatie/recidive (zorgtype 204) dient een vervolg-DBC nog geopend te worden op de datum van de eerste patiëntgebonden activiteit.

Tip: blijf alert op onderlinge dienstverlening, immers worden niet alle situaties hiermee ondervangen.

Tip: leg goed in het proces vast wanneer deze zorgtypen mogen worden gebruikt.

Page 2: Specialistische GGZ · Let op: er is sprake van een uitzondering als in 2018 een vervolg-DBC met recidive (204) wordt geopend op de dag waarop de eerste patiëntgebonden activiteit

Let op: er is sprake van een uitzondering als in 2018 een vervolg-DBC met recidive (204) wordt geopend op de dag waarop de eerste patiëntgebonden activiteit plaatsvindt en de einddatum van de voorliggende DBC in 2017 ligt. In dit geval dient als openingsdatum de datum van de eerst patiëntgebonden tijd aangehouden te worden. Dit heeft te maken met het feit dat in 2017 de nieuwe regels met betrekking tot de openingsdatum van een vervolg-DBC nog niet zijn doorgevoerd en de DBC dus in de validatie uit gaat vallen.

Wijziging beroepentabel

Vanaf 2018 vervalt het onderscheid tussen de tijdschrijvende beroepen en de (niet-tijdschrijvende) ondersteunende beroepen. De ondersteunende beroepen worden toegevoegd aan de tijdschrijvende beroepen.

De ondersteunende beroepen moeten dus vanaf 2018 tijd gaan schrijven. Het doel hiervan is om breed informatie te kunnen verzamelen over welke beroepen in welke mate worden ingezet. In 2018 wordt de tijd nog niet afgeleid naar de tijdranges. Dit betekent dus dat de bekostiging nog niet verandert; de oorspronkelijk niet-tijdschrijvende beroepen worden nog niet expliciet meegenomen in het tarief. Deze kosten zijn versleuteld in de huidige tarieven. Het feit dat tijd nu wel geschreven mag worden, maakt de daadwerkelijke tijdsbesteding inzichtelijk. Hierdoor kan onderzocht worden of de huidige versleutelde tarieven aansluiten op de daadwerkelijk bestede tijd.

Door deze wijziging worden er geen nieuwe beroepen toegevoegd. Dit geldt ook voor de hbo-pedagoog en de ervaringsdeskundige.

Tip: houdt hierbij de regels van heraanmelding in gedachten, wanneer de cliënt binnen 35 dagen terug in zorg komt, dient de voorgaande DBC heropend te worden als dat nog mogelijk is.

Tip: onderzoek voortijdig op welke manier uw organisatie tot nu toe is omgegaan met ondersteunende beroepen. Wanneer zij nog geen tijdschrijven, zal wellicht instructie nodig zijn. Indien zij al wel tijd schrijven, dan is een aanpassing in het EPD voldoende.

Page 3: Specialistische GGZ · Let op: er is sprake van een uitzondering als in 2018 een vervolg-DBC met recidive (204) wordt geopend op de dag waarop de eerste patiëntgebonden activiteit

Verblijf met rechtvaardigingsgrond

Voor medisch noodzakelijk verblijf wordt één nieuwe prestatie voor het verblijf met rechtvaardigingsgrond (VMR) ingevoerd.

Deze prestatie wordt gebruikt voor uitzonderlijke situaties waarin de gespecialiseerde GGZ-behandeling is afgerond, maar waarbij het medisch niet verantwoord is om de cliënt uit de instelling te ontslaan als de voor die cliënt noodzakelijke ambulante vervolgzorg, huisvesting of voorzieningen in het sociale domein niet beschikbaar zijn. Zorgaanbieder en zorgverzekeraar hebben wel geprobeerd de cliënt elders onder te brengen, maar zonder dat dit direct tot resultaat heeft geleid.

In het dossier van de cliënt moet worden vastgelegd: - Keuzes rondom het inschalen van de cliënt op één van de prestaties van verblijf.- Rondom het herbeoordelen van de cliënt bij een gewijzigde zorgvraag (op- en

afschalen van de zorg, wijzigen van afspraken over verlof en wijzigen van afsprakenover beveiliging)

- Rondom het al dan niet beëindigen van het verblijf van de cliënt.

Het tarief per dag is gelijk aan dat van de prestatie verblijf niet-basispakketzorg. De doelstelling is om deze periode zo kort mogelijk te houden.

Deze nieuwe verblijfsprestatie is ingevoerd om te monitoren hoe vaak dit voorkomt. De prestatie is alleen beschikbaar voor de SGGZ, voor de LGGZ is er nog geen prestatie ontwikkeld. De NZa heeft als voornemen ook voor de LGGZ een oplossing te vinden.

In de praktijk komt het voor dat het tarief van deze prestatie niet overeenkomt met de daadwerkelijke kosten van het bed waar de cliënt verblijft. Reden hiervoor kan zijn dat er geen plek is op een andere afdeling met een passend tarief.

Registratie verblijf zonder overnachting

De regels rondom het verblijf zonder overnachting (VZO) zijn aangescherpt. Voorwaarden voor registratie van VZO: - VZO wordt maximaal één keer per dag als deelprestatie binnen een DBC

gedeclareerd;- Er zijn niet meer dan vier uren aan direct patiëntgebonden activiteiten* op deze dag

uitgevoerd;- Voor de betreffende cliënt is minimaal één uur vov personeel op de betreffende dag

ingezet- Er is geen sprake van uitsluitend aaneengeschakelde behandeling van de cliënt;- Voor de betreffende cliënt vinden op de betreffende dag minimaal twee direct

patiëntgebonden activiteiten (diagnostiek en/of behandelingen/of een verrichting ect)plaats.

- Het is niet toegestaan VZO te registreren in onderstaande combinaties:o VZO in combinatie met een crisis-DBC (zorgtype 301 en 302);o VZO in combinatie met dagbesteding;o VZO in combinatie met begeleiding;o VZO in combinatie met verpleging;o VZO in combinatie met verblijf met overnachting (VMO).

Page 4: Specialistische GGZ · Let op: er is sprake van een uitzondering als in 2018 een vervolg-DBC met recidive (204) wordt geopend op de dag waarop de eerste patiëntgebonden activiteit

* Het gaat hier om daadwerkelijke behandeluren van een cliënt; het gaat dus niet om degeregistreerde patiëntgebonden tijd. Voorbeeld: wanneer een cliënt vier uurgroepsbehandeling ontvangt (groepsgrootte van 6 personen), worden er voor die cliënt 40minuten tijd geregistreerd (4 x 10 minuten). Voor het registreren van VZO gaat het echterniet om de tijd die geregistreerd wordt, maar om de daadwerkelijke behandeltijd; namelijk indit voorbeeld vier uur.

Zorgvraagzwaarte 2014/2015 en nieuwe zorgzwaarte indicator i.r.t. DSM-5

Er wordt afgezien van verplichte aanlevering van zorgvraagzwaarte indicatoren over de jaren 2014 en 2015. De reden dat hiervan wordt afgezien zijn de administratieve lasten die dit met zich meebrengt voor de instellingen.

Op dit moment kan niet voor alle diagnoses een zorgzwaarte worden afgeleid. Deze zijn alsnog toegevoegd. Dit blijft een probleem voor DBC’s met een openingsdatum in 2017, aangezien dit niet met terugwerkende kracht wordt ingevoerd.

Tip: spreek een plaats in het dossier af waar deze informatie wordt geregistreerd en terug te vinden is.

Meer hulp nodig bij de implementatie van de RG18? Onze consultants ondersteunen u graag hierbij. M: [email protected] T: 088 – 64 81 200 W: www.cure4.nl