SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de...

16
didaktief NR 1 / JANUARI 2007 1 SPECIAL Ict is ongetwijfeld de belangrijkste innovatie van de 21 ste eeuw. Wereldwijd valt er niet aan te ontkomen: ‘Ict rules’ . Ook het onderwijs verzet de bakens. Op de ba- sisschool wordt de leerlingenadministratie gedigitaliseerd en maken de kinderen hun sommetjes op de computer. In het vmbo leren toekomstige secretaresses en magazijnbedienden in een gesimuleerde omgeving werken met onmisbare ict- programma’s. Langzamerhand passen sommige scholen ook hun organisatie- structuur aan. Juist deze voorlopers zullen straks de vruchten plukken: ict ren- deert beter in een aangepaste omgeving. ICT OP SCHOOL

Transcript of SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de...

Page 1: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

didaktief NR 1 / JANUARI 2007 1

S P E C I A L

Ict is ongetwijfeld de belangrijkste innovatie van de 21ste eeuw. Wereldwijd valter niet aan te ontkomen: ‘Ict rules’. Ook het onderwijs verzet de bakens. Op de ba-sisschool wordt de leerlingenadministratie gedigitaliseerd en maken de kinderenhun sommetjes op de computer. In het vmbo leren toekomstige secretaresses enmagazijnbedienden in een gesimuleerde omgeving werken met onmisbare ict-programma’s. Langzamerhand passen sommige scholen ook hun organisatie-structuur aan. Juist deze voorlopers zullen straks de vruchten plukken: ict ren-deert beter in een aangepaste omgeving.

ICT OP SCHOOL

Page 2: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

door Astrid van de Weijenberg

Zeven leerlingen doen gemiddeld met één computer, zowelin het basis- als in het voortgezet onderwijs. Daarmee neemtNederland in Europa een middenpositie in. Invoering vanict in het onderwijs is daarom niet langer een kwestie vanmeer hardware aanschaffen. Nu de infrastructuur op orde is,gaat de aandacht uit naar kwaliteitsverbetering van de be-schikbare ict-voorzieningen. Dat blijkt uit de Vier in balansmonitor 2006 van Stichting Kennisnet Ict op School, de pu-blieke ict-ondersteuningsorganisatie van, voor en door hetonderwijs.De titel van het rapport Vier in balans doelt op de vier bouw-stenen die op een evenwichtige manier ingezet moeten wor-den. Die bouwstenen zijn: visie op onderwijs, kennis envaardigheden, educatieve software en content en ict-infrastructuur. De aandacht moet nu uitgaan naar de so-ciale bouwstenen, zoals visie op onderwijs en deskundigheidvan leerkrachten, vindt Ict op School. Dan leveren de inves-teringen in hardware, educatieve software en content meerrendement op.

DIGITAAL LEERLINGDOSSIERVoor directeur Ronald Jansen van obs Piet Mondriaan in Ab-coude moet ict een hulpmiddel zijn voor leerling èn leer-kracht. Met ict wil Jansen zijn personeel ontlasten: ‘Alleleerkrachten hebben een laptop. We slaan de uitslagen vanmethodetoetsen digitaal op in de leerlingdossiers. Daarinmoet dus alles bij elkaar komen, toetsgegevens, het leerling-volgsysteem, verslagen van oudergesprekken.’Daarnaast onderzoekt de Piet Mondriaan-school samen methet Freudenthal Instituut en uitgeverij Malmberg de moge-lijkheid van digitale ondersteuning bij rekenonderwijs. Van-af januari start groep 5 met de Malmberg-methode Pluspunten Maatwerk waarbij de leerkracht gemakkelijk zicht kanhouden op de vorderingen van leerlingen. ‘Alleen aan ditsoort leerkrachtgebonden software heb je wat’, vindt Jansen.‘Aan software waarbij de leerkracht kan meekijken. Hetcomputerprogramma registreert wat de leerling heeft ge-daan. De leerkracht hoeft geen 25 schriften na te kijken,maar kan op zijn computer zien hoeveel opgaven een leer-ling op zijn eigen laptop heeft gemaakt en hoe hij die heeftgemaakt. Als een leerling te veel fouten maakt, gaat er eenrood lampje branden en kan hij niet meer verder. Dan moethij nadere instructie vragen.’Gaan leerlingen beter rekenen door het gebruik van compu-ters? Ronald Jansen durft het (nog) niet te zeggen. ‘Wij zul-len in ieder geval het verschil kunnen zien, want onze ande-

Bouwen aan ict-beleidIct in het onderwijs is meer dan een computer aanschaffen. Goed ict-beleid kanniet zonder onderwijskundige visie, zo staat in het rapport Vier in balans. Tweepraktijkvoorbeelden van scholen waar computergebruik doodgewoon is. Maaraltijd in ontwikkeling.

S P E C I A L | I C T O P S C H O O L

INHOUD

Alt, ctrl, f(eedback)Leren wordt leuker met games. Maar gamesmoeten leerzamer worden. De meeste compu-terspellen zijn nog te weinig effectief. Dat zegtHenny Leemkuil, onderwijskundige aan de Uni-versiteit van Twente. (Meer) feedback en reflec-tie zijn wenselijk. Pagina 4

Met de longbow lukte hetEngelse boogschutters wonnen de honderdjari-ge oorlog omdat ze durfden innoveren. Het Ne-derlandse onderwijs verliest de 21ste eeuw, alsleraren niet hetzelfde doen met ict: innoverenen leren. Pagina 5

Vmbo-leerlingen leren van eigen bedrijfOp het Thorbecke College in Rotterdam krijgenvmbo-leerlingen twaalf uur per week les in het‘bedrijvencentrum’ Alexander Mall. In groepjesrunnen ze onder andere een winkel, een post-kantoor en een uitgeverij. Daarbij leren zeWord, Excel, Access en Powerpoint gebruiken.‘Deze manier van lesgeven is enorm motive-rend.’ Pagina 6

Contouren van de toekomstHet onderwijs staat aan de vooravond van eentransformatie, van een teaching naar een lear-ning concept. Ict speelt in deze doorbraak eenessentiële rol. Dat stelt ict-expert Arre Zuur-mond. De contouren van de toekomst wordenzichtbaar op het Northgo College in Noordwijk.Pagina 8

Webwijs op school‘Kinderen zijn heel handig in het vinden vanproductinformatie over mobiele telefoons. Maarechte kennis verwerven met behulp van internetis wat anders.’ Scholen kunnen leerlingen daarbij helpen, betoogt Els Kuiper. Zij promoveert inhet voorjaar op onderzoek naar de manier waar-op kinderen op het net informatie zoeken, lezenen beoordelen. Pagina 12

2 didaktief NR 1 / JANUARI 2007

Page 3: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

didaktief NR 1 / JANUARI 2007 3

re groep 5 blijft op de conventionele manier rekenen. Dui-delijk is wel dat je de tijd efficiënter kunt gebruiken en leer-lingen meer op hun eigen niveau kunt bedienen. Want als jealle sommen goed maakt, ga je automatisch naar een hogerniveau.’‘Er zijn karrenvrachten met onderzoeken beschikbaar overeffecten van computer based instruction tegenover instructiedoor de leerkracht’, zegt Egbert Harskamp, onderzoeker bijhet Gion in Groningen. ‘Maar er is een groot gebrek aangoed experimenteel onderzoek. Toch lijkt het erop dat decomputer efficiënter is dan de leerkracht (minder tijd, meeroefenen) en niet of niet veel effectiever (geen veel beterespelling-, reken- of taalresultaten).’

VOORTGEZET ONDERWIJSIn het rekenonderwijs op de basisschool is de computervooral oefen- en instructiemiddel. In het voortgezet wiskun-deonderwijs maakt ict vaker een integraal onderdeel uit vande leergang. Gerard Koolstra, wiskundedocent aan het St.Michaël College in Zaandam: ‘Niemand heeft het toch meerover ict op kantoor. Dat is een logisch onderdeel van hetkantoorwerk. Zo ook in het onderwijs. Alleen kijken we na-tuurlijk steeds hoe we de inzet van ict kunnen verbeteren.Net zo goed als we af en toe een ander boek aanschaffen.’De vier bouwstenen van Vier in balans grijpen op een meeringewikkelde manier in elkaar dan het rapport suggereert,vindt Koolstra. ‘Als het goed is, begint het ict-beleid met eensectiebrede visie. Zo hebben wij ons eerst gericht op de strui-kelblokken. In welke onderdelen stoppen de leerlingen veelenergie en is het rendement laag. Welke software kan daar-bij helpen. Die software is ontwikkeld samen met het Freu-denthal Instituut. Om daar goed mee te werken, moeten dedocenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ictgroter wordt, heb je weer meer computers nodig.’Het St. Michaël College is aardig op weg, vindt Koolstra.Maar het is een voortdurend proces. Docenten maken pro-gramma’s zelf of maken opdrachten bij bestaande software.Het ontwikkelen van vaardigheden gebeurt vooral door in-tercollegiaal overleg.Eeuwige discussie in het wiskundeonderwijs is de vraag wel-

ke technische hulpmiddelen je toestaat. Weten bijvoorbeeldleerlingen die werken met computeralgebra nog wel wat zedoen? Dat vroeg ook Paul Drijvers van het Freudenthal In-stituut zich af. Het valt mee, blijkt uit zijn promotieonder-zoek (2003). Het leerproces bij het gebruik van computeral-gebra is tweeledig: leerlingen moeten oplossingstechniekenmet de machine leren en dit gaat gepaard met een begrips-matige ontwikkeling.Koolstra vindt het moeilijk om de resultaten met en zonderhulp van de computer in zijn dertigjarige onderwijscarrièrete vergelijken. ‘Daarvoor zijn er te veel variabelen. Maar ikzie wel dat bijvoorbeeld tweedeklassers eerstegraadsvergelij-kingen beter maken met de software die wij nu hebben. Ter-wijl de moeilijkheidsgraad omhoog is gegaan.’De laatste jaren ontwikkelt het Freudenthal Instituut soft-ware die stapsgewijs controleert of leerlingen het goed doen.Het St. Michaël College maakte software die op basis vananalyse van de antwoorden intelligente feedback geeft. Ener wordt gewerkt aan software die beide aspecten (stapsge-wijs en inhoudelijk) verenigt. De leraar houdt zo tijd overom zijn expertise als leraar in te zetten.De leraar blijft nodig, ook bij praktische opdrachten. Datblijkt ook uit de website Wisfaq, waar leerlingen vragen enantwoorden kunnen bekijken en vragen kunnen stellen alsze problemen hebben met hun wiskundehuiswerk. Je zietaan de vragen dat leerlingen nog vaak met een opdracht hetbos ingestuurd worden. Dat stelt ook het rapport Vier in ba-lans: ‘De meeste leraren in het voortgezet onderwijs gevenhuiswerkopdrachten waarvoor leerlingen thuis internet ge-bruiken. Leerlingen zijn weinig tevreden over de tips die le-raren geven voor het zoeken van informatie op internet.’ Le-raren gaan er vaak ten onrechte van uit dat leerlingen overde benodigde informatievaardigheden beschikken. Maarleerlingen hebben problemen bij het zoeken, selecteren, in-terpreteren en verwerken van informatie.‘Door ict kan een leerling op eigen kracht ontdekkingendoen’, zegt Koeno Gravemeijer van het Freudenthal Insti-tuut. ‘Aan de statische wiskunde kan ict een heel mooi dy-namisch aspect toevoegen. Het is flexibel, je kunt er meermee stoeien dan op papier. Maar ict is geen wondermiddel.De leerkracht blijft belangrijk.’

EVEL

YN

E JA

CQ

<<

Page 4: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

4 didaktief NR 1 / JANUARI 2007

Wordt leren leuker met games? Het wordt zeker leukergevónden, zegt Henny Leemkuil, maar of het ook meer op-levert, is niet bewezen.Kinderen besteden thuis veel tijd aan het spelen van com-putergames. Wat zouden we graag zien dat ze op schoolnet zo gemotiveerd, geconcentreerd, actief en zelfs gerichtop de lange termijn opereren. Maar, zegt Henny Leemkuil,‘pas op: want leuk en actief wil niet zeggen dat ze veel le-ren. Er is weinig bekend over welke elementen er in eengame moeten zitten om leerzaam te zijn. Over simulatiesis er meer onderzoek, maar ook dat is niet onverdeeld po-sitief.’Wat is eigenlijk het verschil tussen een game en een simu-latie? Doel van een game is winnen of een hoge score. Demogelijkheden om te handelen zijn meestal beperkt: er iseen gelimiteerd budget of een beperkt aantal levens. Ieder-een kent wel de wanhopige kreet van kinderen achter eentoetsenbord: ‘Oh, ik ben dood!’ Wat je verkeerd hebt ge-daan, is niet duidelijk. De feedback is zeer beperkt. Maargeen nood in een game: je begint gewoon opnieuw. Edu-

Leren wordt leuker met games. Maar games moeten leerzamer worden. De meestecomputerspellen zijn nog te weinig effectief. Dat zegt Henny Leemkuil, onderwijs-kundige aan de Universiteit van Twente. (Meer) feedback en reflectie zijn wenselijk.

Alt, ctrl, f(eedback)

catief gezien is het kans-element erger: je kunt alles goeddoen en toch verliezen, omdat er een onverwachte gebeur-tenis plaatsvindt. Pech én niet zo leerzaam.Vergelijk dat met een simulatie. Op iedere ingreep in de si-tuatie volgt een actie. Gaat er iets fout, dan ziet de leerlingwat er gebeurt. Daar leert hij van. Hij kan een stap terug-doen en iets anders uitproberen. Dat levert een ander re-sultaat op. Een simulatie is gericht op het ontdekken (le-ren) van regels of procedures. Leemkuil: ‘Maar in de prak-tijk hebben leerlingen daar moeite mee. Ze vinden het las-tig een hypothese op te zetten, te experimenteren en deresultaten van zo’n experiment te interpreteren. Aan deandere kant maken simulaties wel een grotere betrokken-heid los dan een boek. Er ontstaat een extra drive om hetdoel te bereiken en leerlingen zijn gemotiveerd om na tedenken. Gaan overleggen, schema’s maken. In het be-roepsonderwijs waar steeds meer met simulaties gewerktwordt, is dat een voordeel.’Leemkuil promoveerde in juni op Is it all in the game?, eenonderzoek naar onder andere het effect van ondersteunen-

S P E C I A L | I C T O P S C H O O L

door Jo Kloprogge

Rond 1300 verbood de Engelse koningEduard I zijn onderdanen op zondagennog langer een andere sport te beoefenendan boogschieten. Hij had in de oorlog-jes met Wales ontdekt dat de longbow eenspectaculaire technische innovatie was.Boogschutters uit Wales werden massaalin het Engelse leger opgenomen en leer-den op zondag de dorpelingen de boog tehanteren. Een aantal jaren later haddenalle Engelse mannen forse biceps en eengrote boogvaardigheid. In de Honderdja-rige Oorlog met Frankrijk, die in 1337 be-gon, werden de trotse Franse ridders keerop keer als konijnen afgeschoten door deEngelse schutterij. Zelfs bijna honderdjaar later lieten ze zich in de slag bij Agin-

court nog door de longbowmen afslachten.In het begin van de 21ste eeuw is de long-bow vergeten, maar hebben we te makenmet ict als de grote innovatie. Landen diemee willen in de mondiale economischewedijver, proberen zich met de nieuwetechnologie te wapenen. De concurren-tiekracht zal in de toekomst sterk afhan-gen van de mate waarin de bevolkingvan een land leert ict toe te passen ennieuwe ontwikkelingen op dit terrein teabsorberen. Dit geldt voor jong en oud,maar natuurlijk in het bijzonder voorjong. En het onderwijs is natuurlijk hétinstrument om de jongeren hierbij tescholen. Maar ook zonder het onderwijskomen we al een eind. Onze koningin

had het niet eens nodig alle activiteitenbehalve computeren op zondag of doorde week te verbieden. De jeugd maaktevan deze nieuwe technologie geheel uitzichzelf de spil van haar tijdsbestedingen verwierf een grote voorsprong op ou-dere generaties, en ook op de onderwij-zende stand. Is de rol van het onderwijsbij de kennisverwerving overbodig?Er zijn minstens twee lacunes aan te wij-zen in de ict-zelfsturing van de jeugd. Al-lereerst is men wel bijzonder knap in hetverzamelen van informatie, het techni-sche geavanceerd communiceren, down-loaden en lay-outen. Maar het op de juis-te waarde schatten van informatie, hierkritisch naar kijken en reflecteren, daar

Met de longbow lukte hetEngelse boogschutters wonnen de Honderdjarige Oorlog omdat ze durfden te innoveren. Het Nederland-

se onderwijs verliest de 21ste eeuw, als leraren niet hetzelfde doen met ict: innoveren en leren.

Page 5: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

didaktief NR 1 / JANUARI 2007 5

de elementen in een game op het leren van de spelers. Eenaantal elementen bleek verschil te maken. ‘Leerlingen diede extra feedback die wij toegevoegd hadden, opriepenleerden ook meer. Hetzelfde gold voor spelers die achter-grondinformatie openden: ook zij presteerden beter danspelers die dat niet gedaan hadden. Games kunnen dusleerzamer.’Bij populaire spelletjes als Sims (je ‘bouwt’ een familiele-ven) en Roller Coaster Tycoon (een achtbaan) ontbreekt on-dersteuning. Leemkuil: ‘Doe je iets fout bij de bouw van deachtbaan, dan vallen er doden. Dat is belangrijke informa-tie, maar wat kun je daaraan doen? Een ander voorbeeld:mensen worden ziek, maar je hebt geen idee waarom. Jemerkt alleen dat je een probleem hebt, maar je hebt geen

idee hoe dat op te lossen. Met een hint en ingebouwdefeedback kun je ontdekken: de eettentjes staan te dicht bijde achtbaan. Waar die hint ontbreekt, leer je niets.’Leemkuil: ‘Kinderen steken vaak wel íets op van een game,maar zijn niet in staat onder woorden te brengen wát zegeleerd hebben. De activiteit heeft niet tot kennis geleiddie ze elders kunnen toepassen.’ Waar spelletjes weinigeducatief zijn, kan de leerkracht uitkomst bieden. Leem-kuil: ‘Hij kan het spel stilleggen en vragen: wat was jouwargument om het zo te doen en wat vindt je klasgenoot?Om íets van een game te leren, is het noodzakelijk er overte praten en er op te reflecteren. Of hij kan een spel klassi-kaal laten spelen. De rol van de leerkracht als “spelcoach” isessentieel.’ / MM <<

<<

EVEL

YN

E JA

CQ

schort het aan. Een goede leerkracht kanhier wonderen verrichten. Ten tweede lo-pen we op tegen het klassieke probleemvan het thuismilieu. Leerlingen die op ditgebied minder mogelijkheden en steunkrijgen van thuis, blijven achter bij leer-lingen die hier de wind mee hebben; eennieuwe loot aan de achterstandenboom.

LERARENOPLEIDINGMaar er is nog een ander aspect van ict inhet onderwijs waar we nog niet geheel ge-rust over kunnen zijn. Je zou verwachtendat in de les inmiddels intensief gebruikvan ict wordt gemaakt. De cijfers die wehierover hebben, vallen echter zwaar te-gen. In het voortgezet onderwijs gebruik-te in 2005 nog maar de helft van de leer-krachten de computer tijdens de les. Hetbasisonderwijs scoort hoger met tachtigprocent. Men kwalificeert zichzelf danwel vooral als beginnend gebruiker vanict bij het geven van onderwijs. Op veelzelfvertrouwen wijst dat niet bepaald.Wie nu verwacht dat dit allemaal snel be-ter wordt, omdat aankomende leerkrach-

ten natuurlijk grondig worden getraindin het toepassen van ict als hulpmiddel,komt ook nog eens bedrogen uit. Slechtseen handjevol lerarenopleiders besteedtaandacht aan de mogelijkheden die ict tebieden heeft. De inspectie luidde daar in2003/2004 al de noodklok over. De sectorzelf lijkt echter nog niet uit de winter-

slaap te willen. In de beroepsstandaardenen beroepskwalificaties voor leerkrachtenhebben ict en nieuwe media nog nauwe-lijks een plaats. De vraag is of onzelerarenopleidingen de 21ste eeuw al zijnbinnengaan. Misschien voelen ze tochmeer binding met het platteland in demiddeleeuwen.

Page 6: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

6 didaktief NR 1 / JANUARI 2007

door Susan de Boer

‘Wij ontwerpen hier een huisstijl en logo’s voor de anderebedrijfjes’, zegt een medewerker van vormgevingsbedrijfGrafivo. Een collega vult aan: ‘De bedrijven moeten daar-voor betalen. En als we zelf iets nodig hebben, een map bijvoorbeeld, kopen we dat in de supermarkt.’ Vormge-vingsbedrijf Grafivo zit in het bedrijvencentrum AlexanderMall. Hier zijn ook supermarkt Albumbo, cd- en videowin-kel Beatz en parfumerie Smelly Cat gevestigd. Er bevindenzich een reisbureau, een administratiekantoor, het kopieer-centrum annex postkantoor Double Copy, het facilitair bedrijf Fix-it dat vergaderruimte en bestelwagens verhuurten een uitgeverij, die wekelijks een krant uitbrengt over het

Op het Thorbecke College in Rotterdam krijgen vmbo-leerlingen twaalf uur perweek les in het ‘bedrijvencentrum’ Alexander Mall. In groepjes runnen ze onder an-dere een winkel, een postkantoor en een uitgeverij. Daarbij leren ze Word, Excel,Access en Powerpoint gebruiken. ‘Deze manier van lesgeven is enorm motiverend.’

Bloedserieus winkeltjespelen in Rotterdam

wel en wee van het bedrijvencomplex. Eén bedrijfsruimtestaat nog leeg. De werknemers mogen zelf bepalen wat voorbedrijf zij hier zullen opstarten.

TIEN BEDRIJFJESAlexander Mall is de ruimte waar de werkplekkenstructuur –WPS - van de vmbo-richting handel en administratie vanhet Thorbecke College in Rotterdam is ondergebracht. Tij-dens de WPS-lessen, twaalf uur per week, werken leerlingenvan het derde leerjaar van de basis- en de kaderberoepsge-richte leerwegen in groepjes van vier in een van de negenbedrijfjes of in het ‘lege’ bedrijf. Aan de hand van een be-

S P E C I A L | I C T O P S C H O O L

LEV

IEN

WIL

LEM

SE

Beroepsvoorbereiding en ict in vmbo

Page 7: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

didaktief NR 1 / JANUARI 2007 7

drijfsbeschrijving en opdrachten leren zij offertes opstellen,facturen maken, voorraden bijhouden, vergaderen, notule-ren en wat er meer komt kijken bij het runnen van een zaakof een kantoor. Na een periode van drie weken zijn alle op-drachten uitgevoerd en gaan de werknemers naar een anderbedrijf. In een schooljaar maken de leerlingen kennis metalle tien bedrijfjes.Het is half november, en de tweede ronde is net van startgegaan. De leerlingen zijn verdiept in hun bedrijfsbeschrij-ving en maken aantekeningen. ‘Je ziet dat ze geleerd hebben van de eerste keer’, vertelt leraar handel en admini-stratie Jan Molenberg. ‘Toen was het begin erg chaotisch,want het liefst gaan ze direct aan de slag. Maar eerst moetenze goed lezen wat er precies moet gebeuren en een planning

maken. Ze moeten een bedrijfsleider aanstellen en beden-ken in welke volgorde ze de werkzaamheden gaan uitvoe-ren. En niet meteen naar Double Copy rennen om formu-lieren te kopiëren.’ In de bedrijfsbeschrijving staat in grotelijnen wat van de leerlingen – of werknemers, zoals ze consequent worden genoemd – wordt verwacht, maar zemoeten zelf de concrete opdrachten formuleren. ‘Dat is eentotaal nieuwe manier van werken voor ze’, zegt Jan Molen-berg. ‘Voor ons als docenten trouwens ook. Bij klassikaallesgeven ben je als docent degene die bepaalt wat er ge-beurt, welk onderwerp aan de orde is. Hier begeleid ik vierbedrijfjes, die allemaal met hun eigen opdrachten bezig zijnen allemaal andere problemen tegenkomen.’ Hoewel hetwennen is, is Molenberg enthousiast over de WPS. ‘Dezemanier van lesgeven is enorm motiverend voor ze. Je zietleerlingen opbloeien. Elke leerling heeft zijn eigen sterke enminder sterke kanten, ze kunnen elkaar goed aanvullen.Natuurlijk hou je bij het samenstellen van de groepjes welrekening met de verschillende karakters. Niet alle “rel-schoppers” bij elkaar.’

ACCESS EN EXCELHet nadenken over een andere manier van lesgeven begontwee jaar geleden. De groepen van handel en administratiewerden samengevoegd omdat ze te klein werden als zelf-standige richting, vertelt de geestelijk vader van de Alexan-der Mall, docent handel en administratie Hans van derHam. ‘Daardoor konden wij als docenten niet meer de leu-ke dingen doen die we wilden doen. Dus hebben we een an-dere aanpak bedacht.’ Aanvankelijk was er aarzeling bij verschillende collega’s. Begrijpelijk, vindt Van der Ham.‘Leraren zijn bezorgd dat ze hun programma niet afkrijgen.En je moet je lokaal uit, in een grote groep, samen met col-lega’s. Het is nogal een omschakeling. Ik heb gezegd: zie hetals een kans. Je zit nu in een lokaal zonder computer; op-drachten die met de computer gedaan worden, sla je over.Hier staan computers. We kunnen veel creatiever zijn.’Voor alle vakken van de richting handel en administratieheeft Van der Ham met een paar collega’s opdrachten ge-formuleerd. Deze opdrachten komen vaak uit de examens.

Van der Ham geeft een voorbeeld. ‘Een bedrijf moet een be-stelauto leasen of kopen. Ze moeten een keuze maken uitdrie auto’s, en de kosten die ze maken in het eerste jaar zijnbepalend voor de aanschaf. Dat was een examenopdrachtvan vorig jaar. Zo zijn van alle vakken toetsonderdelen inde opdrachten verwerkt.’Naast de twaalf uur die de leerlingen per week in de WPSdoorbrengen, krijgen ze in alle vakken ook ‘gewoon’ les. Zokomt in de reguliere lessen handel en administratie eenboekhoudprogramma aan de orde en worden bij automati-sering toetsenbordvaardigheden getraind en officeprogram-ma’s geleerd. ‘Op dit moment mogen ze dingen nog hand-matig doen. Ze kunnen een brief in Word maken, maar zekunnen hem ook schrijven met een pen. Straks moet allesop de computer. Ze rekenen nu nog met een rekenmachine,straks moet het met Excel. Dat programma werkt met for-mules, en ze moeten eerst leren hoe ze die formules moetenmaken. Maar we maken er wel vast een begin mee. Bij Beatzmoeten ze in Access de voorraden bijhouden. Dat program-ma kennen ze niet, en dus moeten ze zich er eerst in verdie-pen. Dat is natuurlijk nog beperkt, maar ze leren wel alvasthoe ze gegevens kunnen invoeren.’

MAATSCHAPPELIJKE WERKELIJKHEIDIct-vaardigheden nemen een belangrijke plaats in, al kanook zonder computers een WPS worden ingericht. ‘Maardat is niet meer van deze tijd’, zegt Van der Ham. ‘Op allekantoren worden elektronische boekhoudprogramma’s ge-bruikt, en e-mail, en zoekt men op internet naar informatieover tarieven of producten. Dat is de werkelijkheid waarinde leerlingen moeten kunnen werken.’Tot de kerstvakantie zitten de leerlingen in hetzelfde groepje. ‘Maar dat gaat veranderen,’ zegt Van der Ham. ‘Injanuari starten de bedrijfjes niet meer iedere drie weken op-nieuw, maar lopen ze door, met steeds nieuwe opdrachtennatuurlijk. Die zijn we nu aan het verzinnen. De leerlingensolliciteren af en toe bij een ander bedrijf. Dan zetten zeeen personeelsadvertentie voor een nieuwe werknemer, diemoet worden ingewerkt, enzovoort.’ Niet alle bedrijfjesdraaien al voor alle leerwegen. ‘We willen ook ervaring op-doen’, legt Van der Ham uit. ‘Het reisbureau draait wel voorde basisberoepsgerichte leerweg, maar voor de kaderbe-roepsgerichte leerweg nog niet. Beatz draait al wel voor ka-der en niet voor basis.’ Over een paar weken gaat ook de gemengde leerweg meedoen. Die beginnen met twee uur inde week, en gaan een webdesign-bedrijfje runnen. ‘Als hetgoed loopt, gaan we ook webdesign-opdrachten makenvoor basis en kader.’De ‘werknemers’ verzamelen de ingevulde plannings- enandere formulieren en uitgevoerde opdrachten in een port-folio. Elke dag doen ze verslag van hun werkzaamheden.Dat verslag gaat per e-mail of per fax naar het ‘manage-ment’, de docenten. Op sommige onderdelen worden de resultaten per leerling beoordeeld, maar meestal wordt ge-keken naar het bedrijf als geheel. Docent Jan Molenberg:‘Als je bij de supermarkt binnenvalt, moet de kassa klop-pen, de spullen moeten geprijsd zijn, de brieven moeten ernetjes uitzien. In de evaluatie- en beoordelingsgesprekkenoverleggen we met de werknemers hoe het de volgende keernog beter kan.’

Verslag gaat per e-mailnaar docent/manager

<<

Page 8: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

8 didaktief NR 1 / JANUARI 2007

door Monique Marreveld

Een bijzonder schoolgebouw is het niet, het Northgo. Vanbuiten een strakke zwarte spiegelwand, maar de gangenzijn er net zo grijs als elders. Toch worden de omtrekkenvan de toekomst er al zichtbaar voor docenten (circa hon-derd) en leerlingen (circa duizend). Eenderde van de 34 lo-kalen is uitgerust met een smartboard; iedere docent heefter een personal digital assistent (pda) alias handheld compu-ter.In de pda zitten school- en leerlingadministratie (alle leer-lingen incluis foto), het rooster, absentielijsten, en een wi-reless verbinding met het intranet Northgo-web. Nooitmeer absentiebriefjes invullen: docenten hoeven alleen opde presentielijst in de pda aan te vinken wie er ontbreekten op send te drukken. De leerlingadministratie is automa-tisch bijgewerkt. Loopt er een leerling te rotzooien op degang op een ongebruikelijk uur? Controle van naam en fo-to in de pda maken in één oogopslag duidelijk om wie het

Het onderwijs staat aan de vooravond van een transformatie, van een teaching naareen learning concept. Ict speelt in deze doorbraak een essentiële rol. Dat stelt ict-deskundige Arre Zuurmond. De contouren van de toekomst worden zichtbaar ophet Northgo College in Noordwijk.

Contouren van de toekomst

gaat, of er een legitieme reden is voor de vrije tijd (en des-gewenst voor de mentor: hoe de cijferlijst van de betrok-ken leerling er uit ziet).

DIGITAAL LESMATERIAALIntranet en pda leveren winst op, zegt Lieneke Jongeling,rector van het Northgo. ‘Docenten zijn minder tijd kwijtaan “rotklussen” en kunnen zich concentreren op het les-geven en ontwikkelen van hun vak. Mede dankzij ict is erbudget vrijgekomen voor vier onderwijsassistenten. Zij ko-piëren, vangen klassen op, surveilleren bij toetsen en doennakijkwerk.’Ook het onderwijsaanbod op het Northgo verandert, ver-wacht Jongeling. Momenteel is zeventig procent van hetlesmateriaal gedigitaliseerd ten behoeve van dyslectischeleerlingen (project ‘de digitale rugzak’ in samenwerkingmet Malmberg en Wolters Noordhoff). Zij hebben al hun

S P E C I A L | I C T O P S C H O O L

Lieneke Jongeling is behalve rectorvan het Northgo College ook voor-zitter van de stuurgroep ELDvo,een project dat de standaard ontwikkelt voor de digitale uitwis-seling van gewaarborgde leergege-vens ten behoeve van een door-gaande leerlijn (ELD=ElektronischLeerling Dossier). In de stuurgroepzitten de Vo-raad, de Verenigingvan Nederlandse Universiteiten, deHbo-, Mbo-raad en het ict-instituutvoor de overheid. Namens het pri-mair onderwijs is oud-hoofdinspec-teur Jan Huisman lid.In overleg met docenten en studie-begeleiders worden afspraken overde gegevens die uitgewisseld wor-den op de scharnierpunten vo-mbo-hbo-wo voorbereid. Wat wilmen van elkaar weten om leerlin-gen goed te kunnen begeleiden.Om de dossiers compatible te ma-ken zodat ze in alle sectoren lees-baar en bruikbaar zijn, is er inten-sief overleg met software leveran-

ciers. Jongeling: ‘Het is een enormeoperatie, vergelijkbaar met de in-troductie van het elektronisch pa-tiëntendossier.’ Bedoeling is datsoftwareleveranciers de standaardopnemen in alle reguliere elektro-nische leeromgevingen, leerling-volgsystemen en leerlingadminis-traties. Een eld voor voornoemdescharnierpunten wordt in 2007 getest en in 2008 op twintig pro-cent van de scholen ingevoerd. Debedoeling is dat in 2010 tachtigprocent van de scholen er meewerkt.

BIG BROTHERVoor de overgang van primair naarvoortgezet onderwijs bestaat aleen digitaal overdrachtsdossier.Maar implementatie blijkt lastig.Jongeling: ‘Scholen zijn niet alle-maal even ver met ict en de syste-men waar ze mee werken, zijn zeerheterogeen.’Implementatie van het eld binnen

de hele keten wordt een klus. ‘Ermoet nog veel gebeuren. Iedereenziet het belang. Maar scholen moe-ten hun administratie goed op or-de hebben om er mee aan de slagte kunnen.’ Uiteindelijk zal het eldeen lastenverlichting betekenen.Als een kleuter eenmaal is inge-voerd en de gegevens worden bij-gewerkt, beschikt iedere volgendeschool over haar relevante leerge-schiedenis en kan dus beter bege-leiden. Het wordt veel makkelijkerkinderen te volgen. Jongelingdenkt nog verder: ‘Ik kan me voor-stellen dat er uiteindelijk een kop-peling komt naar een landelijke da-tabase. Als een leerling dan schoolverlaat en zijn dossier wordt nietopgehaald door het vervolgonder-wijs, kan er ergens een rood lampjegaan branden: potentiële pro-bleemgevallen worden snellerzichtbaar.’ Voor fraude is Jongelingniet bang. ‘De techniek is er: tele-bankieren doet toch ook iedereen?!’

Elektronisch leerling dossier

Page 9: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

didaktief NR 1 / JANUARI 2007 9

studieboeken in de (sprekende) laptop zitten. De ervarin-gen zijn zo positief dat het Northgo ernaar streeft om bin-nen twee jaar alle lesmateriaal digitaal aan te bieden. Jon-geling: ‘Ik hoop dat in 2008 iedere leerling een laptop heeften dat alle (werk)boeken op het intranet staan. We hebbenal zes laptopkarren (met elk vijftien of dertig laptops). Enwe zijn bezig met een experiment om leerlingen via schoolnotebooks aan te bieden voor een schappelijke prijs.’ Opden duur wordt de laptop in het onderwijs net zo gewoonals pen en papier, voorspelt ze.De leerkrachten zouden niet meer zonder kunnen. Iederesectie beschikt over laptops van school. Bij sommige vak-ken is een smartboard onmisbaar geworden. Jongeling: ‘Alsik morgen de beamers weghaal, is het hier oorlog.’ Goede

faciliteiten vindt Jongeling vanzelfsprekend. ‘Ik moet mijndocenten goed toerusten voor hun werk en ict hoort daarbij. Ik verwacht aan de andere kant dat zij hun vak bijhou-den. Wij bieden ruimte voor ontwikkeling, maar verwach-ten ook van onze mensen dat zij zichzelf vers houden.’School moet nu eenmaal bijblijven. Jongeling: ‘Als je hetmaximale uit leerlingen wilt halen, dan heb je tegenwoor-dig een heel andere leeromgeving nodig. Er moet een ver-binding zijn tussen school en thuis. Uit onderzoek bleektwee jaar geleden dat 95 procent van de huishoudens in deduin- en bollenstreek (breedband)internet heeft. Kortom,het is logisch dat school ook iets van die wereld heeft. Wijvormen een community waarin leerlingen en docenten zichgoed moeten voelen en ict hoort daar bij.’

EVEL

YN

E JA

CQ

Rector Lieneke Jongeling: ‘Op den duur wordt de laptop in het onderwijs net zo gewoon als pen en papier.’

<<

PaardenkoetsAls scholen willen dat ict effect sor-teert, moeten ze drie dingen doen,aldus Arre Zuurmond, ict-expert envoormalig bijzonder hoogleraar be-stuurskunde in Leiden: ‘Het hobby-isme moet eruit! Als je een bedrijfopricht, verzin je geen eigen boek-houding: je zoekt een accountant.Scholen moeten niet zelf gaan frö-belen, meer gezamenlijk doen, zichmeer aan standaards houden. Nu le-ren ze niet van elkaar en is er teweinig accumulatie van inzichten.’Ten tweede: geef ict terug aan dedocenten en neem ze mee op ver-kenningsreis. Laat ze werken aankwaliteit en samen met ict’ers nieu-we onderwijsvormen bedenken. Ikmaak altijd onderscheid tussen ge-gevens, informatie, kennis en wijs-

heid. In die eerste twee categorieënkan ict veel betekenen. Karaktervor-mende elementen zitten niet in ict,daarvoor heb je een leerkracht no-dig. Maar ict is niet weg te denkenen móet dus worden geïntegreerdin het onderwijs.’Tot slot: het management moet eenstrategische visie hebben. Wie ictwil laten renderen, zet niet alleeneen pc neer, maar besteedt aan-dacht aan learning en teaching. Hetgaat er niet om alle lessen met ict teovergieten: laat die geschiedenisdo-cent een mooi verhaal vertellen.Maar bedenk waar ict wél meer-waarde kan hebben en tijdwinst op-levert. Ict kan teaching deels vervan-gen en learning ondersteunen.’Zuurmond onderzocht twee jaar ge-

leden hoe het kwam dat het onder-wijs ondanks een miljard investe-ring in ict nog steeds dezelfdestructuur en organisatie kent als150 jaar geleden. ‘Als scholen ictimplementeren, kun je dat vergelij-ken met de manier waarop de eer-ste motor op de koets werd gezet.Het was gemotoriseerd vervoer,maar het was geen auto. ThomasMallone schreef in 2005 over deproductiviteitsparadox: waaromvind je de investeringen in ict nietterug in een groeiend bruto natio-naal product? Wat bleek: alleen be-drijven die hun organisatie aanpas-ten, boekten winst; anderen ren-deerden soms zelfs minder. Waar deurgentie groot genoeg is, zal dit inde toekomst anders gaan.’

Page 10: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

10 didaktief NR 1 / JANUARI 2007

door Alette van Doggenaar

In een splinternieuwe wijk in een al even nieuw gebouw isopenbare basisschool Prinses Catharina-Amalia (PCA) geves-tigd. Het onderwijs dat de 177 kinderen krijgen is ooknieuw, maar bovenbouwleerkracht Joost Maarschalkerweerdnoemt het niet graag zo. ‘De term nieuw leren is besmet ge-raakt. Mensen denken meteen aan Iederwijs en chaos. Wijzeggen liever dat we een gewone school zijn die de dingenanders doet.’Dat wil zeggen dat de school dezelfde leerdoelen heeft alscollega-scholen, maar dat ze die op andere manieren pro-beert te bereiken. Ict-toepassingen zijn een integraal onder-deel van het onderwijs.Om een voorbeeld te noemen. Vandaag gaan leerlingen ingroepjes van twee met een digitale camera door de schoolom een dag op ‘de PCA’ vast te leggen. Ze hebben van te vo-ren moeten overleggen wat ze willen fotograferen. Als zeklaar zijn maken ze teksten bij de foto’s. ’s Middags is een

Obs Prinses Catharina Amalia in Den Haag noemt zichzelf een gewone school die din-gen anders doet. Ict-toepassingen zijn er dagelijks, integraal onderdeel van het werk.

Ict bevordert individuele benadering leerling

Flexplekken in groep 6

powerpointpresentatie gepland waarbij groepjes het resul-taat laten zien op een digitaal schoolbord, een smartboard.Wat ze daar van leren? Van alles, volgens Maarschalker-weerd. Samenwerken, keuzes maken en motiveren, de essen-tie van beelden in woorden weergeven en presenteren vooreen groep. En passant worden ze handig met de techniek.

KENNISROTONDEMaarschalkerweerd is behalve leerkracht in de gecombineer-de groepen 6, 7 en 8 ook verantwoordelijk voor de boven-bouw en ict-coördinator. Samen met directeur Anneke Ver-heij stond hij aan de wieg van de school. Hij is enthousiastover de manier van werken die ze hebben ontwikkeld endeelt ideeën en opgedane ervaring graag met andere scho-len. Vandaar dat de Catharina Amalia ook reageerde toen inde Kennisrotonde het thema klassenmanagement en ictnaar voren kwam. Op de rotonde kwam de school in con-

S P E C I A L | I C T O P S C H O O L

EVEL

YN

E JA

CQ

Een smartboard zou tot de standaarduitrusting van elke klas moeten behoren, vinden ze op de Haagse PCA-school

Page 11: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

didaktief NR 1 / JANUARI 2007 11

tact met andere scholen die zich aansloten bij het vraag-stuk en kennis over klassenmanagement deelden. De Ken-nisrotonde is een programma van Stichting Kennisnet Ictop School en beoogt scholen te steunen met kennisontwik-keling op het gebied van ict.Alle Nederlandse scholen hebben computers, internet ensoftware, maar hoe gebruik je die zo dat ze een toegevoeg-de waarde hebben? Hoe verdeel je als leerkracht beschikba-re tijd? Hoe structureer je de dag? In het project kunnenscholen hun problemen voorleggen en van elkaar leren.Lisette Neijzen van de Liduinaschool in Haarlem is enthou-siast over het project. ‘Wij werken ‘s ochtends met een in-structie-eiland en hoeken; dan worden de computers inge-zet. ’s Middags zijn we klassikaal bezig omdat onze metho-des daarom vragen. We vroegen ons af hoe we ook dancomputers kunnen gebruiken. Een oplossing is misschiende hele klas aan hetzelfde onderwerp te laten werken, maardaarbij verschillende werkvormen te gebruiken. Dan krijgtde computer een plek.’Veel scholen vinden het moeilijk computers in te passen inhet onderwijs, weet Maarschalkerweerd. ‘Leerkrachten zit-ten vast aan een methode. Die bepaalt wat er wekelijksmoet gebeuren en er wordt meestal klassikaal gewerkt. Danheb je hooguit een paar uur per week ‘over’ voor de com-puter. Bij ons hebben kinderen elke dag een half uur tijdom achter de computer opdrachten te maken of leerstof te

oefenen. Dat kan zijn op internet, met behulp van Word ofandere software.’Het begint met het loslaten van de methode en de klassika-le structuur, denkt Maarschalkerweerd. Dan wordt het mo-gelijk om de techniek productief in te zetten.

PLANNINGEr is overigens nog een veel betere reden om de klassikalestructuur los te laten, benadrukt Maarschalkerweerd. ‘Jekunt leerlingen meer individueel gaan benaderen en dat isvoor ons onderwijs essentieel. Ons uitgangspunt is dat hetgemiddelde kind niet bestaat.’Een blik in de bovenbouw laat zien hoe het eraan toegaatop deze school. De klas, die bestaat uit drie geschakelde lo-kalen, is ingericht met verschillende hoeken. De groepen6, 7 en 8 lopen door elkaar en de 42 leerlingen hebben intotaal de beschikking over acht computers. In de ochtendmaken ze allemaal hun eigen dagplanning. Op een lijst re-serveren ze computertijd.Twee jongens zijn net bezig om op de computer een tijd-lijn te tekenen waarop ze gebeurtenissen uit hun levenkunnen invullen. Anderen zitten in tafelgroepjes te over-leggen of werken individueel aan rekenen of spelling. Elkedag geven leerkrachten ook instructies. Bijvoorbeeld overbreuken, of de Romeinen. ‘Leerlingen waarvan ik weet datze die stof nog niet beheersen, nodig ik uit om daaraanmee te doen. Die uitnodiging is dwingend.’‘Sommige kinderen willen graag horen wat ze moeten

doen. Anderen kunnen veel meer vrijheid aan. Het vraagtvan de leerkracht wel dat hij goed weet wat voor type kindhij voor zich heeft.’Als de klassikale structuur meer losgelaten wordt, heb jeals leerkracht andere structuren nodig om de vorderingenvan elk kind goed te kunnen volgen. Op de Prinses Catha-rina-Amaliaschool heeft elke leerling een kaart waarop af-getekend wordt welke stof hij beheerst en welke onderde-len hij zich nog eigen moet maken. Dat betekent dat hijook zelf een goed inzicht heeft in zijn eigen vorderingen.Als een leerling denkt dat hij het ij/ei probleem onder deknie heeft, gaat hij naar een leerkracht die hem een toetsafneemt. Daarna kan hij gaan werken aan een van de an-dere punten op zijn lijst. Een gedicht maken, breuken oe-fenen, of iets heel anders.Het werk van leerlingen krijgt een plekje in een eigen port-folio op de server. Teksten, filmpjes, powerpointpresenta-ties. Maarschalkerweerd logt in bij groep acht en opent demap van Daan. Daan heeft zijn werk keurig gestructureerdin verschillende submappen waarin hij alles heeft opge-borgen. Overzichtelijk voor Daan maar ook voor de leer-kracht. In de nabije toekomst wordt het mogelijk om ookvanuit huis in te loggen en ergens aan verder te werken.Een extra vinger aan de pols is het tweewekelijks POP-ge-sprek dat elke leerling met een leerkracht voert. Daarinworden de vorderingen besproken en de planning voor dekomende twee weken. Maar het is ook een mooi momentom het even over andere dingen te hebben dan werk. Bij-voorbeeld over hoe de leerling zich voelt in de klas.

WEBCAM‘Als het goed is, kan elk kind zich op zijn eigen manierontwikkelen. Ict is daarbij een fantastisch hulpmiddel’, al-dus Maarschalkerweerd. Op de PCA wordt alles uit de kastgetrokken. Er is een computer die speciaal bedoeld is omteksten te maken voor de weblog van de school op inter-net. Een ander leuk speeltje is de webcam: de school doetmee aan het project Expert op afstand waarbij een klas viavideoconferencing en het smartboard kan communiceren.Binnenkort is er een sessie met een regisseur van het Klokhuis.Een smartboard zou eigenlijk tot de standaarduitrustingvan elke klas moeten behoren vindt Maarschalkerweerd.‘En dan niet ophangen in een computerlokaal maar ge-woon in de klas in plaats van een schoolbord. Je kan erfantastische dingen mee doen.’ Met een vingertip haalt hijde kaart van Europa tevoorschijn. ‘En kijk in Google Earth:je kan met je hand de aardbol draaien. Dat is toch geweldig.’Er kan technisch van alles, weet ook Lisette Neijzen. Alsdocenten de methode maar meer zouden durven loslaten.‘Ze zijn toch vaak bang dat ze de stof niet afkrijgen endaarmee hun collega van het volgende jaar tekort doen. Jemoet ook rekening houden met de belastbaarheid van dedocent. Voor sommige leerkrachten is het een hele opgaveveel dingen zelf te moeten verzinnen. Wij proberen onsdaarom met kleine stapjes verder te ontwikkelen.’

Meer informatie over klassenmanagement of ook aansluiten bijhet vraagstuk?Ga naar www.kennisrotonde.nl/snel/klassenmanagement

<<

Leerlingen hebben ieder een eigen portfolio

Page 12: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

12 didaktief NR 1 / JANUARI 2007

door Susan de Boer

‘Internet is niet meer weg te denken uit de samenleving.Ook de overheid en maatschappelijke organisaties, zoalszorgverzekeringen, gaan ervan uit dat mensen via inter-net hun informatie verzamelen. Dan moet je ervoor zor-gen dat mensen daarvoor toegerust zijn. Web literacy noe-men ze dat in angelsaksische landen. “Webwijs” zou jedat hier noemen.’ Aan het woord is Els Kuiper, onderzoe-ker bij de faculteit Onderwijspedagogiek van de Vrije Uni-versiteit in Amsterdam. Zij schrijft een proefschrift overde vraag hoe leerkrachten in de bovenbouw van het basis-onderwijs hun leerlingen kunnen begeleiden bij het ge-bruiken van internet.

HET BOS INKinderen kunnen heel veel met internet, zegt Els Kuiper.Dat lijkt niet alleen zo, dat is ook werkelijk zo. Ze kunnenniet alleen msn-en, chatten en gamen, maar ook de infor-matie zoeken die ze nodig hebben, bijvoorbeeld om eennieuw mobieltje aan te schaffen. ‘De leerkracht moet in-spelen op die vaardigheden. Maar dat betekent niet dat zijdaar niets meer aan heeft toe te voegen. De leraar kan kin-deren leren hoe je websites moet lezen en hoe je de infor-matie die op een website staat kunt gebruiken.’ In haaronderzoek gaat Els Kuiper na op welke manier internet inte zetten is als educational tool naast andere middelen, zo-als de bibliotheek. ‘Het web is groot, en lang niet alle siteszijn geschikte bronnen voor kinderen van tien, elf jaar.Als leerkracht kun je de opdracht geven een werkstuk temaken en dan roepen: “ga maar op het internet zoeken”.Maar als je dan verder geen handvatten geeft, stuur je deleerlingen het bos in.’ Het onderzoek richt zich daaromop de internetvaardigheden zelf. Hoe kun je leerlingen le-ren om op internet informatie te vinden die ze nodig heb-ben om een vraag te beantwoorden? Hoe leren ze beoor-delen of de gevonden informatie betrouwbaar en bruik-baar is?

SCHARRELEIERENOm op deze vragen een antwoord te krijgen ontwikkeldeKuiper twee projecten voor groep 7 van het basisonder-wijs rond het thema gezonde voeding. ‘Internetvaardig-heden moet je niet zonder context aanleren. Er moet een

‘Kinderen zijn heel handig in het vinden van productinformatie over mobiele tele-foons. Maar echte kennis verwerven met behulp van internet is wat anders.’ Scho-len kunnen leerlingen daar bij helpen, betoogt Els Kuiper. Zij promoveert in hetvoorjaar op onderzoek naar de manier waarop kinderen op het net informatie zoe-ken, lezen en beoordelen.

Internet als informatiebron leren gebruiken

Webwijs op school

duidelijk doel zijn, in dit geval iets leren over gezondevoeding.’ Een project was opgezet als een lessenserie, metduidelijke instructie voor de leerkracht en een werkboekjemet oefeningen voor de leerlingen. In het andere projectdeden leerlingen onderzoek naar gezonde voeding metbehulp van het web. ‘In beide programma’s kregen dekinderen stap voor stap drie deelvaardigheden aangebo-den: hoe zoek je informatie, hoe lees je die en hoe beoor-deel je of je de informatie kunt vertrouwen en gebruiken?Daarbij was de taak van de leerkracht om heel nadrukke-lijk stil te staan bij die vaardigheden. Dus als kinderen ietsopzoeken met Google, gaat de leerkracht met ze pratenover de vraag wat ze eigenlijk moeten kunnen als ze goog-len en hoe ze de goede zoekwoorden bedenken.’Wat opvalt als kinderen informatie zoeken is dat ze veelverwachten van internet. ‘Ze gaan ervan uit dat Googlehun vraag letterlijk kan beantwoorden’, vertelt Kuiper. ‘Ik

heb bijvoorbeeld meegemaakt dat twee leerlingen bezigzijn uit te zoeken wat het verschil is tussen gewone eierenen scharreleieren. Met Google komen ze op een goede, toe-gankelijke website met informatie over scharreleieren en,onder een ander kopje, over legbatterijeieren. Ze overleg-gen even samen en klikken de site dan weg. Op mijnvraag waarom ze denken dat de informatie niet nuttig is,zeggen ze: “Er staat wel iets over scharreleieren en overgewone eieren, maar niet over het verschil daartussen.”Kinderen denken dat het web zo groot is dat het ant-woord pasklaar te vinden moet zijn.’

PLAATJES VAN BUSHHet lezen van webteksten vergt andere vaardigheden danhet lezen van gedrukte tekst, stelt Kuiper. ‘Webtekstenverschillen van gedrukte teksten doordat ze actueler zijn,doordat er meer visuele en auditieve componenten zijn,en doordat een website een andere structuur heeft daneen boek. Een website kent verschillende lagen. Er is een

S P E C I A L | I C T O P S C H O O L

Kinderen geneigd internet(te) vluchtig te beoordelen

EVEL

YN

E JA

CQ

Page 13: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

didaktief NR 1 / JANUARI 2007 13

menu, dat is de inhoudsopgave, maar anders dan bij eenboek is niet in een oogopslag te zien wat voor informatieer precies te vinden is.’ Voor het thema gezonde voedingwerd de website van Het Voedingscentrum grondig bestu-deerd. Deze website is gelaagd: onder de knoppen van hethoofdmenu bevinden zich weer nieuwe menu’s en knop-pen. En ook in de tekst zelf bevinden zich hyperlinks, naarandere websites en naar andere plekken op de site. ‘Dewebsite van Het Voedingscentrum was erg geschikt voorons doel. Wanneer klik je op zo’n link en wanneer niet? Jekunt heel makkelijk verdwalen op een website of wordenafgeleid.’ Ook de visuele en auditieve mogelijkheden vaninternet maken de webtekst anders dan een boek. ‘Datmaakt het gebruik van internet aantrekkelijk, zeker voorkinderen. Maar het is ook manipulatief. We hebben leer-lingen tijdens de vorige presidentsverkiezingen van Ame-rika laten zoeken naar plaatjes met Bush en Kerry. Op ba-sis van die plaatjes moesten ze dan voorspellen of eenwebsite positief of negatief over de kandidaten zou be-richten. Daarmee lieten we zien hoe makers van websiteste werk gaan.’

KRITISCH LEZENHet beoordelen van de bruikbaarheid en de betrouwbaar-heid van informatie is iets wat expliciet moet wordenaangeleerd, stelt Kuiper vast. ‘Kinderen moeten leren zichaf te vragen: van wie is deze website, waar is hij voor be-doeld, begrijp ik de informatie, is de informatie voor mijbelangrijk?’ Eigenlijk is dat niet heel anders dan begrij-

pend, studerend en kritisch lezen. Ook bij gedrukte tek-sten moeten kinderen leren zich niet alles te laten wijs-maken. ‘Voor een deel kunnen ze dat goed. Ze kwamentijdens het project op de website van McDonalds. Die isvol groen en natuur, daar trappen ze echt niet in.’ In deleesmethodes van de basisschool komt begrijpend, stude-rend en kritisch lezen aan de orde, en is er aandacht voorhet lezen van webteksten. Maar deze leesvaardighedenkunnen beter op het internet zelf worden aangeleerd,denkt Kuiper. ‘Het is een illusie te denken dat kinderenwat ze in een boekje leren ook toepassen op internet.’Wat de leerlingen hebben geleerd van het lesprogrammavan Kuiper is moeilijk vast te stellen. ‘We hebben toetsengemaakt waaruit je de leerresultaten kunt afleiden. Maaromdat kinderen ook buiten de school met internet wer-ken, kun je nooit precies zien wat het programma bij-draagt. Wat we wel kunnen zeggen, is dat er een verschilis tussen weten en doen. Veel kinderen weten wel hoe zeinformatie moeten lezen en beoordelen, maar als ze daneen vraag moeten beantwoorden nemen ze de eerste debeste site of constateren ze al snel dat er niks te vinden is.Dat patroon is overigens niet alleen gerelateerd aan hetwebgebruik. Eigenschappen als vermogen tot reflectie, ge-duld, flexibiliteit hebben veel invloed op de mate waarinkinderen de “juiste” informatie vinden. Reflecteren, stil-staan bij wat je doet, is toch al iets wat leerlingen weinigdoen. De snelheid en vluchtigheid van het internet ver-sterkt die neiging. Daaraan aandacht besteden is iets watscholen kunnen toevoegen.’

Els Kuiper: ‘Kinderen moeten bruikbaarheid en betrouwbaarheid van informatie op het web leren beoordelen.’

<<

Page 14: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

S P E C I A L | I C T O P S C H O O L

Gezond computerenComputers zijn niet meer weg te denken uithet onderwijs. Computeren is leuk en leer-zaam, maar er is een keerzijde. Veel en vaakcomputeren kan leiden tot gezondheids-klachten, zoals pijn in armen, handen, neken/of schouders (RSI-gerelateerde klachten),hoofdpijn en oogklachten. De klachten kunnen in de meeste gevallenworden voorkomen door kinderen te lerenhoe ze een computer goed en gezond ge-bruiken én hen te voorzien van ergonomisch

ingerichte werkplekken.De informatiewijzer Gezond computeren opschool gaat echter verder dan alléén ergono-mie. Leren computeren is als leren schrijven.Het geven van een goede pen alleen is nietvoldoende. Het gaat ook om houding, oefe-ning en voldoende ontspanning.

De brochure is te downloaden via www.ictop-school.net/snel/gezondcomputeren

Digitaal schoolbordWat zijn de (on)mogelijkheden van digitaleschoolborden? Met de informatiewijzer Digi-tale schoolborden kan iedere school een goedeafweging maken of een interactief schoolbordvan nut zou kunnen zijn voor docenten enleerlingen. Nooit meer krijthanden is fijn,maar deze prijzige hebbedingen zijn meer daneen technische innovatie. Wie echt wil profite-ren van een digitaal schoolbord zal als vanzelf

gaan nadenken over zijn didactiek. Deze spe-cifieke vorm van ict biedt de mogelijkheid toteen flinke aanpassing van het onderwijsaan-bod en een andere omgang met de leerlingen.Aanschaffen met beleid kortom, maar dan zijnde voordelen ook legio.

De brochure is te downloaden via www.ictop-school.net/snel/digitaal-schoolbord

KookboekErvaringen van vijf samenwerkingsverban-den die hebben deelgenomen aan het pro-ject Samen deskundiger zijn gebundeld in hetKookboek: Samen deskundiger in de praktijk.In tegenstelling tot een ‘gewoon’ kookboekstaan in dit boek geen kant-en-klare recep-ten voor professionalisering op ict-gebied.Wel is er een rijke mix aan ingrediëntenwaarmee ieder samenwerkingsverband naar

eigen smaak een recept kan samenstellen.In het kookboek presenteren onderzoekersook de resultaten van flankerend onderzoek.Wat zijn de kenmerken van effectieve onder-steuning van deskundigheidsbevordering?Wat werkt wel en wat werkt niet?

Het kookboek is te downloaden via www.samen-deskundiger.nl

14 didaktief NR 1 / JANUARI 2007

Hoe staat het Nederlandse onderwijs ervoorals het gaat om het gebruik van ict in de klas?Hoe en waar vinden we de computer terug en,wellicht nog belangrijker, wordt het onderwijsdaarmee beter én aantrekkelijker voor lerarenen leerlingen? De Vier in Balans Monitor 2006 schetst voor hetbasis- en voortgezet onderwijs een overzicht

van de beschikbaarheid, het gebruik en de in-vloed van ict in het onderwijs. De (jaarlijkse)rapportage verschaft inzicht in trends in hetgebruik van ict voor leren.

Download de monitor via http://www.ictop-school.net/onderzoek/publicaties/uitgaven/vier-inbalans2006/document

De inhoud van dit pakket is een greep uit dediensten die Ict op School, onderdeel van Ken-nisnet Ict op School, biedt met verwijzingennaar infowijzers en tools die helpen bij het gebruik van ict binnen het onderwijs. Extra vindt u ookalle infowijzers, cartoons entools nog eens terug op de cd-rom. Naast dezecd-rom bevat het pakket een audio cd-rommet interessante podcasts over ict in het onderwijs.

De kenniswijzer voorin leidt snel naar de juistevraagstukken op de Kennisrotonde. Rapportenof stukken over ict voorzien van een passendeillustratie? De cartoons op de cd-rom biedenuitkomst!

Het ict-informatiepakket is te bestellen via:www.ictopschool.net/snel/vierinbalansmoni-tor2006

Vier in Balans Monitor 2006

Vier in Balans Ict-infopakket

Page 15: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

didaktief NR 1 / JANUARI 2007 15

Wat weten we over….taal en ict? Wilt u een overzicht over onderzoeksresultaten op het gebied van taal en ict? Of wilt ude communicatiemiddelen die uw leerlingen in het basisonderwijs dagelijks al gebrui-ken meer in de les gaan gebruiken? Lees meer in onze brochure Wat weten weover….taal en ict?

Wat weten we over ….rekenen en ict?In de uitgave zijn wetenschappelijke inzichten op het gebied van rekenen en ict sa-mengevat en vertaalt naar handreikingen voor leerkrachten in het primair onderwijs.In de brochure wordt ingegaan op actuele thema’s en krijgt de lezer een praktischelijst met links voorgeschoteld.

Wat weten we over….klassenmanagement & ict?In deze brochure leest u meer over scholen in het primair onderwijs die ict op hun ma-nier een plaats hebben gegeven in de lessen. U wordt op de hoogte gebracht van on-derzoek dat heeft plaatsgevonden op het gebied van klassenmanagement en ict.Daarnaast bevat de brochure een praktisch gedeelte met tips en een overzicht van in-teressante links.

Wat weten we over…. computersimulaties in het VO ?Lessen aantrekkelijker maken door (vaker) simulaties te gebruiken? U krijgt in de bro-chure een overzicht van kenmerken van computersimulaties en de kenmerken van hetproces van onderzoekend leren. Daarnaast is er op praktische manier beschreven hoeonderzoekend leren met computersimulaties tot een effectief leerproces kan wordengemaakt. Ook is een aantal handige websites over simulaties op een rijtje gezet.

Meer informatie?Ga naar www.kennisrotonde.nl.

Brochures Kennisrotonde: wetenschap en praktijk gebundeld

De Kennisrotonde van Ict op School is een virtueel kennisnetwerk voor po- en vo-scholen in Nederland. Uw

school kan hier grote en kleine ict-vraagstukken indienen. Op de rotonde wordt actief ict-kennis gemaakt,

verzameld en gedeeld. Zo brengt de Kennisrotonde onder andere een reeks brochures uit onder de titel

Wat weten we over…. In deze reeks worden wetenschap en praktijk over verschillende onderwerpen gebundeld

en kort en bondig gepresenteerd. De volgende brochures zijn via www.kennisrotonde.nl te downloaden:

Page 16: SPECIAL ICT OP SCHOOL - Didactief...docenten kennis en vaardigheden hebben én heb je een goe-de infrastructuur nodig. Maar naarmate het succes van ict groter wordt, heb je weer meer

16 didaktief NR 1 / JANUARI 2007

S P E C I A L | I C T O P S C H O O L

didaktiefO P I N I E E N O N D E R Z O E K V O O R D E S C H O O L P R A K T I J K

Deze special over ict is gemaakt door de redactie van Didaktief. Een financiële bijdrage is geleverd door Ict op Schoolonderdeel van de stichting Kennisnet Ict op School.

Coördinatie: Monique MarreveldAuteurs: Susan de Boer, Alette van Doggenaar, Jo Kloprogge, Monique

Marreveld, Astrid van de WeijenbergEindredactie: Monique MarreveldOmslagfoto: Evelyne JacqVormgeving: Fizz NMS

De special is verschenen in Didaktief, januari 2007, en is niet los verkrijgbaar. Losse exemplaren van Didaktief zijn tebestellen via www.didaktief.nl.

Voor meer informatie over specials kunt u zich wenden tot de redactie van Didaktief, Molukkenstraat 200, 1098 TWAmsterdam, tel. 020 – 59 000 99, fax 020 – 59 000 98, www.didaktief.nl.

De redactie dankt de volgende sponsor:

Stichting Kennisnet Ict op SchoolPostbus 7782700 AT Zoetermeertelefoon: 079 - 323 09 96website: www.ictopschool.net, www.kennisnetictopschool.nl en www.kennisrotonde.nl