SOPO Winterswijk in de ban van omdenken en omdoen · binnen de stichting toe. De Kolibrie is voor...
Transcript of SOPO Winterswijk in de ban van omdenken en omdoen · binnen de stichting toe. De Kolibrie is voor...
30
SOPO Winterswijk in de ban van omdenken en omdoenHet boekje ‘Omdenken’ van Berthold Gunster bracht onverwacht verrassende ontwikkelingen teweeg bij Stichting
Openbaar Primair Onderwijs Winterswijk (SOPOW). Waar mobiliteit tot voor kort een negatief imago had, staken
plots zes directeuren tegelijkertijd over naar een andere school binnen de stichting.
Lilian Rippe
GOOD PRACTICE
Nog maar een maand (februari 2015) aan de slag bij SOPOW
gaf Pauline Boogerd, voorzitter College van Bestuur, alle
directeuren het boekje ‘Omdenken’ van Berthold Gunster
cadeau. Bestuurder en directeuren zaten op dat moment twee
dagen bij elkaar om een nieuw strategisch beleid te formuleren.
Omdenken was voor Boogerd noodzakelijk om een frisse,
energieke organisatie neer te zetten. Evenals haar motto ‘een
leven lang leren’. “De normaalste zaak van de wereld”, lacht ze.
De toon was gezet.
31
Strategisch beleid
Er moest wat veranderen bij SOPOW. “We zitten hier in een
krimpregio”, meldt Boogerd. “De scholen worden kleiner. Het is
belangrijk dat we met de ouders meedenken over handhaving van
de kwaliteit van het primair onderwijs in deze regio. Dat kan door
maatwerk te bieden. Beleid maken we samen, zodat iedereen het
straks draagt.” Strategisch maatwerkbeleid maken betekent ook
mobiliteit aan de orde stellen: directeuren en leerkrachten (intern)
verplaatsen. “Mobiliteit had hier een negatief imago; ik zie het
juist als kans.”
Twee vacatures
Van de acht directeuren kondigden er eind 2015 twee hun
pensioen aan. Boogerd nodigde de overige zes directeuren uit te
reageren op de vacatures. Dat leidde onverwacht tot een massale
heroverweging. Toen een van de directeuren reageerde op een
van de vacatures, kwamen de anderen in beweging. De een keek
uit naar een grotere school met meer verantwoordelijkheden, de
ander lonkte naar een nieuwe uitdaging bij een groep scholen in
het buitengebied, rijp voor een samenvoeging. Uiteindelijk
opteerden alle directeuren vrijwillig voor een andere school binnen
de stichting. “Het was een complete verrassing voor mij. Ze zagen
ineens kansen. Ik vermoed dat mijn ‘omdenken’ ze heeft wakker
geschud: in zichzelf geloven, een kans grijpen en zichzelf
ontwikkelen.”
Pittige procedure
Begin 2016 maakten alle directeuren hun wensen kenbaar. Boogerd
voerde met elk van hen een gesprek en vulde het plaatje ‘wie komt
waar’ in. “Ik was blij verrast met de creatieve oplossingen
die directeuren soms zelf aandroegen, zoals de combinatie van
een meerschoolse directeur en een vernieuwer in het buiten-
gebied om daar unitonderwijs te realiseren. Je moet dus niet alles
bedenken en het soms gewoon laten gebeuren.” Met het nieuwe
plaatje in de hand sprak Boogerd op de acht scholen met het
leerkrachtenteam en een medezeggenschapsraadslid (MR). Niet
alle MR-leden waren enthousiast over de gang van zaken, want ze
hadden in deze situatie geen adviesrecht. “De directeuren hebben
een bestuursaanstelling en voldoen aan het competentieniveau.”
De teams reageerden wisselend. “In sommige teams ontstond
onzekerheid. Je weet wat je hebt en niet wat je krijgt. Dat begrijp
ik wel. Bovendien zou in het buitengebied een geheel nieuwe
werkwijze van start gaan, het unitonderwijs. Als leerkracht heb je
maar te dealen met die veranderingen. Maar ze hebben het goed
opgepakt.”
Juiste moment
Het tijdpad was kort en de druk hoog. De gesprekken werden
gevoerd, de poppetjes in goed overleg geplaatst. Na de voorjaars-
vakantie gingen alle directeuren naar een andere school. “Ik had
vijf weken om alles rond te krijgen”, blikt Boogerd terug. “Ik vond
het vervelend zo te jagen, maar we zaten in een soort achtbaan
en konden niet meer terug.” Over het juiste moment van de
overstap bestaat geen twijfel. “Het is niet gemakkelijk om in het
lopende schooljaar je school los te laten, maar het heeft ook
voordelen. De schoolorganisatie loopt, de formatie is rond en als
nieuwe directeur kun je nog tot de zomer rustig kijken of je wat
wilt veranderen voor het volgende schooljaar. Daar hoef je dan
geen jaar op te wachten.”
“De megaswitch
was een complete
verrassing voor mij”
32
Unitonderwijs
De megaswitch bracht vooral in het buitengebied nog meer
nieuws. Om de onderwijskwaliteit te handhaven, voerde SOPOW
op de scholen in het buitengebied unitonderwijs in met op elke
school een onder- en bovenbouwgroep met verschillende
leerniveaus. Elke onder- en bovenbouwgroep staat onder leiding
van een leerkracht en een onderwijsassistent. “Op zo’n school
heb je geen hele dag een directeur nodig. In het buitengebied
bemannen daarom twee directeuren samen vier scholen. De ene
neemt de innovatie van het onderwijs voor zijn rekening en de
andere, een meerschoolse directeur, heeft de totale leiding op de
scholen.”
Communicatie
Met nieuwsbrieven hield Boogerd betrokken ouders, arbodienst,
gemeente en inspectie op de hoogte. Sommige directeuren
organiseerden informatiebijeenkomsten. Uiteindelijk maakten ze
de grote wissel per persbericht openbaar. De ‘move’ zette heel
Winterwijk op zijn kop. Op de scholen vonden afscheidsfeestjes
en recepties plaats. Als multifunctionele gimmick gaf Boogerd de
directeuren een navigatieapparaat voor op de fiets. “Zodat ze na
de voorjaarsvakantie naar de goede school zouden fietsen en
ontspannen zouden blijven in de hectiek en vitaal in de toe-
komst.” Ze nam de eerste dag van de verandering meteen een
kijkje op de scholen. Het moment om mobiliteitsbeleid goed op
papier te zetten en te borgen kwam dichterbij.
Voorzichtige evaluatie
Half maart 2016 is de rust weergekeerd. “Ik zie blije gezichten als
ik het schoolplein op loop”, lacht Boogerd. “Ook de Raad van
Toezicht en de ouders van de leerlingen zijn enthousiast.” Voor
een grondige evaluatie vindt ze het nog te vroeg. Wel kan ze al
een paar dingen zeggen. “Voor zo’n procedure moet je meer tijd
nemen. Dat is wel een les. Maar we hadden hier weinig keus, we
zaten met gaten en moesten door.” Van belang vindt ze de
voorbeeldfunctie die bestuurder en directeuren hebben. “Als we
mobiliteit bij leerkrachten willen stimuleren, dan moeten we zelf
laten zien dat mobiliteit leuk kan zijn. Sommige teams moesten
wennen aan het fenomeen dat iemand met een bestuurs-
aanstelling zomaar een aanstelling op een andere school kan
krijgen. Ik heb alleen gereageerd op inhoudelijk bedenkingen, niet
op emoties. De argumenten waren duidelijk: de directeuren
hebben een aanstelling en functioneren goed. We hebben
persoonlijke talenten gematcht met wat de scholen nodig hebben.
De ene school wacht op een innovatieve directeur, de andere op
een die wat meer rust brengt. Dat heb ik uitgelegd en gemotiveerd.
Daarnaast worden alle directeuren gecoacht.” Kijkend naar het
prille resultaat concludeert ze: “Ik beveel iedereen een dergelijke
actie aan. Nu de directeuren uit hun comfortzone zijn gestapt,
waait er een frisse wind door de teams. Ik nodig de teams uit te
dromen en met ideeën te komen, samen nieuwe dingen te
ontwikkelen. Daar is budget voor beschikbaar.”
Daling verzuim
Nog te vroeg om te evalueren, ook te vroeg om de invloed van de
switch op het ziekteverzuim te duiden. “Ik hield er rekening mee
dat mensen zich ziek zouden melden en had de arbodienst vooraf
ingelicht. Tot nu toe is extra verzuim niet aan de orde.” Ook een
afname van het verzuimpercentage (nu 7 procent) is niet
zichtbaar. “We kunnen nog niet zeggen dat de ‘verfrissing’ het
verzuim beïnvloedt. Het zou mooi zijn. Wat wel opvalt is dat alle
scholen het nieuwe unitonderwijs aantrekkelijk vinden. Niet eens
vanwege de krimp, maar omdat ze wel eens wat anders willen.
Dat geeft een enorme boost voor de toekomst.” Samen met het
Vervangingsfonds is SOPOW aan de slag om het verzuim in 2017
terug te brengen naar 6 en misschien wel 5 procent. De stichting
is ondertussen overgestapt naar een andere arbodienst en gaat
anders om met verzuim. “Niemand wordt beter van thuiszitten”,
stelt Boogerd.
Investeren in vitaliteit
In het verlengde van verzuim en met het oog op het eigen
risicodragerschap staat aandacht voor vitaliteit bij SOPOW hoog
op de agenda. Boogerd verwacht in dezen veel van de Talent-
academie binnen de stichting waar expertise van leerkrachten
wordt ingezet voor elkaar en de leerlingen. “Interne begeleiders
op de scholen kijken samen met de directeuren wat de verschil-
lende kinderen nodig hebben en vervolgens welke collega ze
daarbij kan helpen. Denk aan thema’s als ADHD, faalangst, taal,
rekenen, ICT, hoogbegaafdheid, pestgedrag, weerbaarheid…
Onze leerkrachten hebben zoveel kennis en ervaring in huis.
Het inspireert om van die kwaliteiten gebruik te maken. Samen
bereiken we meer.” Dat is meteen haar tip aan wie het maar wil
horen: “Kijk naar het talent en de kracht van directeuren en
leerkrachten en geef ze de kans om beide uit te bouwen.”
“We moeten laten zien dat mobiliteit leuk is”
33
Directeur Jan Knuivers (60) maakte maar wat graag nog eens een
carrièrestap na veertien jaar basisschool ’t Waliën met elf
medewerkers en zo’n 150 leerlingen. Een echte buurtschapschool.
Nu is hij directeur van de grotere Kolibrie met 24 medewerkers en
ongeveer 230 leerlingen, een school in een arbeiderswijk.
Knuivers was voorheen gewend zo eens in de acht jaar als
directeur van school en woonplaats te veranderen. “Ik sta open
voor verandering”, zegt hij, “maar ik wil nu niet meer naar elders
in het land verhuizen.” Knuivers juicht de mobiliteitontwikkeling
binnen de stichting toe. De Kolibrie is voor hem een uitgelezen
kans. Het mooie, moderne gebouw en de extra aandacht die hij in
deze wijk aan taalonderwijs kan geven, spreken hem aan.
Bovendien woont hij in de buurt. “Ik vind het een uitdaging om
rondom de achterstandsproblematiek verschillende partijen met
elkaar te verbinden: welzijn, school, gemeente, ouders, leerkrach-
ten om zo de kinderen te helpen ontwikkelen.”
Energie
Knuivers kreeg en greep de kans. Een dikke maand zit hij op zijn
nieuwe plek. Wat komt hij tegen? “Dit is echt een andere
omgeving, een andere cultuur. Ik laat het eerst allemaal maar op
me af komen en beoordeel over enige tijd hoe ik mijn ideeën kan
inbrengen.” De switch levert Knuivers veel energie op. “Daardoor
ga ik ook dingen aanpakken en veranderen. Ik maak een nieuwe
start. Heb geleerd van fouten in het verleden en ga dingen anders
doen.” Niet alleen hijzelf bruist van energie, ook de leerkrachten
lijkt de verandering goed te doen. “Ze zijn blij dat er weer inhoudelijk
over onderwijs gepraat wordt na tien jaar fusieperikelen.”
Op leerlingniveau is het nog een beetje zoeken. “Hiervoor had ik
altijd nog een lestaak. Nu niet en dat mis ik wel een beetje. Ik vind
het ook belangrijk om als directeur voeling te houden met de
kinderen in de klas.”
Warme sfeer
Voorlopig heeft Knuivers zijn handen vol aan organisatorische
zaken. “Gesprekken met derden buiten de school, taken van
huishoudelijke aard zoals een alarm of sleutel regelen. Daar ben
ik niet zo goed in en dat vind ik minder leuk.”Fysiek moet hij
letterlijk zijn plek nog vinden. Liefst dichtbij de ingang van de
school. “Mijn kamer ligt aan het einde van het gebouw waar ik
niemand zie en niemand mij ziet. Ouders moeten laagdrempelig
bij mij binnen kunnen lopen.” Blij is hij met zijn nieuwe energie,
positieve reacties van leerkrachten en de frisse aankleding van het
gebouw door ouders. “Dat geeft de school een warme sfeer.”
Balans
Mobiliteit, nieuwe ideeën, kansen zien… Het past wel in het
straatje van Knuivers. “Ik wil hier een cultuur scheppen waarin
veranderingen vanuit de leerkrachten komen. Die ga ik in gepast
tempo uitbouwen. Leerkrachten hebben zoveel know how. De
flow zit er in.”
Tegelijkertijd ziet hij dat de school pas op de plaats moet maken
omdat iedereen veel te verstouwen krijgt. “Veranderen van
directeur kóst ook energie. De zekerheid valt weg. Bovendien
liep hier al een overgangstraject naar een 5-dagenmodel
continurooster wat de onzekerheid verhoogt. Ik voer veel
gesprekken zodat we met elkaar de juiste balans vinden.”
Stoom afblazen
Terugkijkend op switch vindt ook Knuivers dat het proces een te
hoog tempo had. “Meer tijd is voor iedereen prettig, maar ook
weer niet te veel tijd. Er was geen tijd voor een goede overdracht.
Je bent in je oude school bezig met afronden en met je gedachten
al bij de nieuwe school. Het is ons een beetje overkomen, maar
heeft al met al voor mij toch goed uitgepakt.” Het directieteam
heeft nog geen ruimte gevonden om ervaringen met elkaar uit te
wisselen. “De formele evaluatie komt nog, maar op 1 april
hadden we alvast een informele stoomafblaasavond.”
“De verandering geeft me veel energie”