SOEST...2 INHOUDSOP GAVE -Blz. 3 Inleiding -Blz.8 Serie artikelen in de Soester Courant van 1955...
Transcript of SOEST...2 INHOUDSOP GAVE -Blz. 3 Inleiding -Blz.8 Serie artikelen in de Soester Courant van 1955...
-
1
Notabel Bestuur !
SOEST
RUIM 300 BESTUURDERS IN BIJNA 200 JAAR.
Voorjaar 2003
HISTORISCHE VERENIGING SOEST/SOESTERBERG.
-
2
INHOUDSOP
GAVE - Blz. 3 Inleiding - Blz.8 Serie artikelen in de Soester Courant van 1955 over het Vrije
Soest in het jaar 1795
Register van schout en schepenen van Soest vanaf 1350 tot 1811(onvolledig)
- Blz. 16 . Overzicht van de samenstelling van de gemeenteraden en colleges van Burgemeester en wethouders in de periode 1813-2000 met voor zover aanwezig foto’s; Blz.78 Statistieken over omvang aanhang politieke partijen en
verschuivingen daarin;
Blz.87 Lijst met namen van raadsleden
- Blz. 174 Soester families waarvan diverse vertegenwoordigers in de gemeenteraad hebben gezeten:
- fam. V.d. Deijssel - fam. Hilhorst - fam. Kok - fam Van Logtensteijn - fam. Van Roomen
-
3
ELITE-ONDERZOEK - INLEIDING
In de loop van 2000 werd de Historische Vereniging Soest uitgenodigd door de Stichting
StichtseGeschiedenis om deel te nemen aan een zogenaamd elite-onderzoek in Utrecht. Het
onderzoek staat onder leiding van prof. P. ’t Hart (later prof.R.E. de Bruin)en drs. F. Vogelenzang. Het
gaat om een onderzoek naar de samenstelling van gemeenteraden in Utrechtse gemeenten om vast
te stellen welke segmenten van de samenleving de bestuurlijke touwtjes in handen hadden. Waren
het steeds personen uit dezelfde familie of dezelfde beroepsgang? Hoe lang bleven ze zitten? Uit
welk deel van de gemeente kwamen ze. Enz., enz.
Voor de onderzoeksperiode geldt als richtlijn 1850- 1950. Voor Soest wordt de periode 1813-2002
aangehouden.
Naast Soest nemen o.a. deel vertegenwoordigers uit de plaatsen Breukelen,
Harmelen,IJsselstein, Vleuten-de Meern en Utrecht. .De totale onderzoeksperiode (1813-2002) kan worden onderscheiden in 3 tijdvakken t,w,
1) het tijdvak 1813 –1851. In dit tijdvak werden de raadsleden benoemd door de ambachtsheer. 2) het tijdvak 1851-1919. In dit tijdvak werden de raadsleden gekozen door de mannelijke
meerderjarige ingezetenen die kiesgerechtigd waren voorzover ze een bepaalde som in de belasting betaalden, het zogenaamde cencuskiesrecht.
3) het tijdvak 1919-2002. In 1919 werden de raadsleden gekozen op basis van algemeen kiesrecht geldend voor alle mannelijke meerderjarige ingezetenen. In 1923 mochten voor het eerst ook alle vrouwen deelnemen aan verkiezingen.
Het eerste tijdvak kan niet geheel los worden gezien van de decennia die daaraan vooraf zijn gegaan.
In 1795 werd de Bataafse republiek uitgeroepen en kwam er een einde aan de Republiek der
Verenigde Nederlanden die in 1579 met de Unie van Utrecht formeel was gesticht. Ten tijde van de
Republiek van de Verenigde Nederlanden hadden we in Soest te maken met de gerechten Soest,
Hees en Isselt.
Aan de val van de Republiek van de Verenigde Nederlanden (waarvan Utrecht dus een gewest was)
was een roerige periode voorafgegaan. In het standaardwerk “ Geschiedenis van de provincie Utrecht
vanaf 1780” wordt door prof. R.E. de Bruin daarover o.a. het volgende opgemerkt:
“ De politieke situatie in de Verenigde Nederlanden omstreeks 1780 stond onder druk van de
internationale verhoudingen (………..) De Vierde Engelse oorlog (1780-1784) verliep vanaf
het begin catastrofaal voor Nederland en had ernstige gevolgen voor de toch al niet zo
florissante economie. Een zondebok voor alle rampspoed was snel gevonden: Willem V. De
pro-Engelse stadhouder die tegen de oorlog was, kwam in een moeilijk parket. In een
aanzwellende reeks anonieme geschriften werd hij van plichtsverzaking of zelfs landverraad
beschuldigd.
De grootste indruk maakte het pamflet ‘ Aan het volk van Nederland’ dat in september 1781 op grote
schaal verspreid werd. De auteur bleek later de edelman Joan Dirk van der Capelle tot de Pol te zijn.
Deze was tijdens zijn studententijd te Utrecht in aanraking gekomen met verlichte ideeën en had zich
-
4
als lid van de Overijsselse Staten tot tegenstander van het politieke bestel ontwikkeld. Het pamflet
was niet alleen een felle aanklacht tegen de stadhouder, maar bevatte ook een programma voor een
nieuwe koers. De burger stond centraal en deze diende zich door middel van burgerbewapening en
drukpers sterk te maken”.
Hoewel de patriottische beweging zich vooral deed gelden in de steden ging ze toch niet voorbij aan
het platteland. Zo vermeldt prof. De Bruin in genoemd geschiedeniswerk dat er ook op het platteland
een beweging ontstond voor burgerbewapening en dat Soest een exercitiegenootschap kende dat
samenwerkte met het Amersfoortse vrijkorps.
Vanaf 1785 werd de oppositiebeweging van de patriotten steeds sterker maar was er ook sprake van
een toenemende verdeeldheid in die beweging. Deze verdeeldheid inspireerde de Oranjegezinden
tot verzet tegen de patriotse machthebbers in de steden. De echtgenote van stadhouder Willem V,
prinses Wilhelmina , besloot naar Den Haag te gaan om van daaruit leiding te geven aan het verzet
tegen de patriotten. Ze werd echter tegengehouden bij Goejanverwellesluis. Zij heeft zwaar beledigd
het incident onder aandacht gebracht van haar broer koning Frederik Willem II van Pruisen en
daarmee de toestand in het land op het niveau van de internationale politiek gebracht. Omdat in
1787 duidelijk bleek dat Frankrijk ondanks de sympathie voor de patriottische beweging niet zou
ingrijpen ten gunste van de beweging viel een Pruisisch leger de republiek binnen om orde op zaken
te stellen ten gunste van de Oranjegezinden.
De strijd tussen deze buitenlandse interventiemacht en de patriotten is bepaald niet aan het gewest
Utrecht voorbij gegaan. In Soest herinnert het monumentje van Christoffel Pullman tegenover het
paleis Soestdijk aan die tijd. In het blad van “Van Zoys tot Soest” van de Historische Vereniging (nrs. 3
en 4 van de 10e jaargang en nr. 2 van de derde jaargang) is aandacht besteed aan de gevolgen voor
Soest van de komst van de Pruisische troepen.
De patriotten moesten het onderspit delven.
Nadat in 1789 zich in Frankrijk een revolutie voltrok wijzigde de internationale situatie zich geleidelijk
weer ten faveure van de voorstanders van hervorming en verandering. In 1793 verklaarde Frankrijk
de oorlog aan de stadhouder van de Verenigde Nederlanden. In de eerste maanden van 1795 kon de
patriottische beweging met hulp van de Fransen de macht in de
Nederlanden overnemen. De heerlijke rechten van de ambachtsheren werden afgeschaft. Ook in
Soest werd een nieuw bestuur geformeerd. De schout van het gerecht Soest, mr. C. Pannekoek werd
uit zijn ambt gezet. Overigens speelde een uit Amsterdam afkomstige ‘revolutionair’ die in Soest een
buitenplaats bezat, t.w. de heer van Pembroeck een belangrijke rol bij de omwenteling in Soest. In
een serie artikelen van J.Hepp die in de jaren vijftig in de Soester Courant zijn gepubliceerd worden
de gebeurtenissen in Soest in 1795 nader belicht. Deze serie is in dit boek opgenomen omdat uit die
artikelen mede blijkt dat de nieuwe bestuurders vooral toonaangevende rooms-katholieke boeren
waren die voor een deel ook in de periode voor 1795 een rol hebben gespeeld en na 1813 dit ook
bleven doen. Er was op papier sprake van een radicale omwenteling maar feitelijk was er op het
platteland in bestuurlijk opzicht wat betreft de vertegenwoordiging sprake van een zekere
continuïteit.
-
5
In 1802 werd de voormalige schout Pannekoek weer hersteld in zijn ambt van schout dat hij tot zijn
overlijden in 1805 heeft vervuld. Zijn zoon is hem later opgevolgd en is in 1817 benoemd tot
secretaris van Soest. Ook daaruit blijkt een zekere continuïteit.
Wel is er nadat het Koninkrijk Holland in 1806 de plaats heeft ingenomen van de Bataafse republiek
sprake van toenemende centralisatie. De inlijving bij Frankrijk (1810-1813) voltooide dat proces
waarbij de gemeenten werden gedegradeerd tot administratieve lichamen onder strenge uniforme
regels.
De restauratie van 1813; herstel van het oude bestel of toch niet ? In 1813 begon na de terugkeer van de prins van Oranje en zijn inhuldiging als Souverein Vorst de
periode van restauratie (herstel van de rechtsorde van voor 1795). Dit betekende o.a. het herstel van
de heerlijke rechten, waaronder het ambachtsheerlijk recht tot benoeming van de leden van de
vroedschap/de gemeenteraad. Dit recht was voor Soest in handen van de Prins van Oranje.
Van herstel van de oude situatie was overigens bepaald niet in alle opzichten sprake want het
staatkundig leven was nog sterk doortrokken van de centralistische geest zoals die na 1795 onder
invloed van de Fransen was gevormd. Het was vooral koning Willem I ( de zoon van de voormalige
stadhouder Willem V) die daar handig gebruik van maakte en nu aan alle touwtjes trok en zijn gezag
ook op het lokale niveau liet gelden. Dat merkten o.a. de toenmalige gemeenteraadsleden P.G. van
Hofslot ( nr.141) en W. van Logtenstein (202) die in 1830 niet werden herbenoemd als raadslid
omdat ze zich met een klacht omtrent de toestand in Soest hadden gewend tot de Staten-
Generaal.Tot 1851 was het feitelijk de koning die bepaalde wie een raadszetel mocht bezetten.
Na de grondwetsherziening van 1848 onder leiding van Thorbecke kwam er een nieuwe Kieswet en
Gemeentewet. Dat is ook het begin van het tweede tijdvak van de onderzoeksperiode, te weten 1851
tot 1919. Het belangrijkste kenmerk daarvan is de directe verkiezing van de raadsleden door de
mannelijke kiesgerechtigden die een bepaalde som in de belastingen betaalden. In de loop van het
tijdvak is de mogelijkheid om deel te nemen aan de verkiezingen door mannelijke kiezers geleidelijk
verruimd. Van een spectaculaire verruiming is echter geen sprake. Zo werden er in 1859 (bij een
inwonertal van 3152) 99 stemmen uitgebracht en bedroeg het aantal kiesgerechtigden 158. In 1899
namen 286 mannen aan een stemming deel (het inwonertal bedroeg toen 4354). Er was geen sprake
van een opkomstplicht.
Door de grondwetsherziening in 1917 werd algemeen kiesrecht mogelijk gemaakt. In 1919 konden
alle mannelijke meerderjarige inwoners deelnemen aan verkiezingen. In 1923 konden ook de
vrouwen deelnemen aan de verkiezingen. De invoering van het algemeen kiesrecht impliceerde
tevens de invoering van een opkomstplicht. De opkomstplicht is afgeschaft in 1970.
Vrouwen. De evenredige deelname van vrouwen aan het actieve kiesrecht had niet tot gevolg dat een
evenredig deel van de raadsleden ook uit vrouwen bestond. In de periode 1923-1927 maakte één
-
6
vrouw deel uit van de gemeenteraad, t.w. L. Droste-Wilmans (nr.85) namens de vrijzinig democraten.
Na de verkiezingen in 1927 startte de nieuwe gemeenteraad weer met uitsluitend mannelijke leden.
Door een tussentijdse vacature kwam er in 1929 opnieuw een vrouw in de raad en wel
mevr.S.G.Landweer-de Visser-nr.191 (namens CHU). In de periode 1934-1939 was er opnieuw een
raad zonder vrouwen. In 1939 werd mevr.Landweer-de Visser opnieuw benoemd tot raadslid.
Na de oorlog werd de situatie wat betreft de vrouwelijke vertegenwoordiging zeer geleidelijk beter.
In de periode 1998-2002 maakten 10 vrouwen deel van de gemeenteraad bestaande uit 27 zetels.
Nog steeds is er derhalve geen sprake van een evenredige vertegenwoordiging.
Soesterberg Vanaf 1837 is er naar gestreefd om in de raad ook een vertegenwoordiger te hebben uit de
gemeenschap van Soesterberg. De eerste vertegenwoordiger was de heer W. van Maaren(nr.206) die
van 1837 tot aan zijn overlijden in 1845 deel heeft uitgemaakt van de gemeenteraad. Overigens
verzuimde hij vaak de raadsvergaderingen bij te wonen hetgeen wel begrijpelijk is gelet op de
afstand die per voet door een ruim zeventig jarige moest worden afgelegd. Hoewel raadsleden in die
tijd een boete konden krijgen wegens veelvuldig verzuim werd aan Van Maaren ontheffing verleend
van de boeteverplichting. Na zijn overlijden in 1845 duurde het tot 1862 voor er weer een
vertegenwoordiger uit Soesterberg in de raad werd benoemd. Toen trad tot de gemeenteraad toe,
de heer P. Voskuilen (nr.300), een schoonzoon van eerdergenoemde W. van Maaren. Later heeft ook
nog een kleinzoon van W. van Maaren, t.w. Lambertus van Maaren (nr.205) deel uitgemaakt van de
raad van 1897 tot 1913.
In de periode 1923-1927 waren er voor het eerst twee inwoners uit Soesterberg lid van de raad.
Daarna heeft het steeds geschommeld tussen 2 en 5. In de periode 1998-2002 waren er 5
vertegenwoordigers uit Soesterberg. Verschillende vertegenwoordigers uit Soesterberg maakten
beroepshalve deel uit van de krijgsmacht hetgeen gelet op de aanwezigheid van een vliegbasis en
militaire kazernes in Soesterberg en omgeving geen verwondering behoeft te wekken.
Leeftijd en zittingsduur De gemiddelde leeftijd van de raadsleden was in de negentiende eeuw ongeveer 4 jaar hoger
dan in de twintigste eeuw. De gemiddelde zittingsduur was in de 19e eeuw ook langer.
Het langst zittende raadslid is geweest Peter van de Breemer(nr.48) die het veertig jaar heeft
volgehouden en wel van 1895- 1935. Gedurende die periode heeft hij ook enkele malen het
wethoudersambt bekleed.
Andere raadsleden die het lang hebben volgehouden zijn
R. Hilhorst (nr.138) - 36 jaar
F.C.Kuijper (nr.187) - 36 jaar
K. de Haan (nr.126) - 32 jaar
A.P.Hilhorst (nr.133) - 32 jaar
C.Verheus (nr.195) - 32 jaar
P.C.Hartman (128) - 30 jaar
-
7
P.A. Endendijk (nr.97) - 30 jaar.
Voor de hiervoor genoemde A.P.Hilhorst hebben we in dit geval de oorlogsperiode meegeteld omdat
de raad weliswaar in 1941 buiten spel was gezet maar de wethouders met uitzondering van de
periode oktober 1944 tot mei 1945 wel naast de burgemeester hebben gefunctioneerd.
Het raadslid P. de Boer (nr.34) heeft het korst in de raad gezeten namelijk van 28 mei 1953 tot 1
september 1953. Hij werd overigens op de voet gevolgd door J.G.Hilhorst (135a) die in de raad heeft
gezeten van 20 mei 1970 tot 1 september 1970.
Boeren, burgers en buitenlui
In de 19e eeuw was de meerderheid van de raadsleden van beroep: landbouwer c.q. boer.
Vanaf 1911 is er voor het eerste sprake van een minderheid van boeren en behoorde derhalve de
meerderheid tot andere beroepsgroepen. Aanvankelijk was er vooral sprake van een toename van
het aantal vertegenwoordigers uit de middenstand. Na 1919 kwamen er ook vertegenwoordigers van
de arbeidersklasse. De laatste vertegenwoordiger van de boerenstand was de heer A.W. van de
Breemer die in 1998 de raad verliet.
In de 19e eeuw waren de raadsleden in meerderheid in Soest geboren en getogen. Bovendien zat in
bepaalde families het besturen in het bloed. Van namen als Kok, van Logtenstein, Hilhorst, van
Hofslot, v.d. Breemer en van Roomen komen uit diverse generaties bestuurders voor. Zie ook de in
dit boek met toestemming van de schrijvers opgenomen artikelen over een aantal Soester
geslachten.
In de 20e eeuw blijkt uit de gegevens, dat samenhangend met de groei van Soest, het merendeel van
de raadsleden elders is geboren. In de laatste 25 jaar van de 20e eeuw komen we niettemin nog een
aantal namen tegen die gerelateerd zijn aan de oude Soester geslachten waaruit ook eerder
bestuurders voortkwamen. We noemen J.W.Hilhorst (nr.135), A.W.v.d.Breemer(nr.45), G.L. v.d.
Deijssel (nr.74), R.A. van Logtenstein (nr.199) en M.T. van Roomen ( nr.244).
Omvang politieke aanhang en verschuivingen Voor een inzicht in de omvang van de aanhang van de politieke partijen en verschuivingen daarin
mogen wij verwijzen naar de in het boek opgenomen statistieken.
-
8
“HET VRIJE VOLK VAN ZOEST” – St.Courant 27-5-1955 (J. Hepp)
De revolutie van 1795
Eind 1794 trok een Frans revolutieleger onder Pichegru, versterkt door de troepen van uitgeweken
Nederlandse Patriotten, Nederland binnen om ook ons volk te doen delen in de
“ zegeningen” der Franse revolutie en het de “ vrijheid, gelijkheid en broederschap” te brengen. De in
1789 uitgebroken Franse Revolutie was niet zomaar een opstand van lang onderdrukte en
getreiterde volksmassa’s geweest, doch een tot realisatie komen in staat en maatschappij van
revolutionaire opvattingen omtrent de rechten van het individu, die reeds een eeuw lang hadden
gebroeid. En de idee, dat het tijd was af te rekenen met het oude, vooral met de oude
gezagsverhoudingen, en de maatschappij eens helemaal opnieuw in te richten naar eigen
goeddunken had tot ver buiten Frankrijk weerklank gevonden.
Toen dan ook de revolutielegers in de tweede helft van januari 1795 Nederland veroverd hadden,
was er bij de bevolking van een ernstig teweerstellen tegen de omwenteling vrijwel geen sprake.
Men had het gevoel, dat zich een revolutie voltrok, die nu eenmaal “in de lucht “ lag en waartegen
verzet nutteloos was. Zo zien we, dat vrijwel overal de onmiddellijk doorgevoerde reorganisatie van
de bestuursorganen zonder strubbelingen verloopt en personen uit alle kringen geen bezwaar
hebben om mee te werken . Zelfs een zeker massaal enthousiasme viel in de grote plaatsen niet te
ontkennen; denk maar aan de volksverbroederingsfeesten om de vrijheidsbomen. Wij weten, dat al
die van verwachtingen van een “Nieuwe Tijd” veel hoop ontleenden in de volgende jaren bitter
ontgoocheld zijn – maar dat behoort niet meer tot het chapiter van dit artikel, waarin ik aan de hand
van het “Dagverhaal van hetgeen te Zoest gebeurd is betrekkelijk de Revollusie” door een
dorpssecretaris getrouwelijk in 1795 neergeschreven, een schets wil geven van de wijze, waarop de
Grote Revolutie zich in ons kleine dorp voltrok. Ook in Soest verliep de omwenteling vlot zonder
dwang met gedweeë medewerking van de toonaangevende boeren en burgers; men had nu eenmaal
het gevoel, dat alles toch zo komen moest.
In die dagen van januari en februari 1795 werden alom de aloude (en volgens de nieuwe opvattingen
hopeloos verouderde en volksvijandige) bestuurslichamen vervangen door vertegenwoordigingen
van :”het volk” ( de arbeiders waren daar niet bij inbegrepen). Aan het hoofd van de provincie kwam
het college van “ de Provisionele Representanten van het Volk” van het Stichting van Utrecht”. De
vroedschappen, dorpsgerechten en buurspraken van de afzonderlijke plaatsen moesten het veld
ruimen voor de gekozen “ municipaliteit” of “ de Representanten van het volk” ter plaatse.
Het initiatief hiertoe moest natuurlijk komen van “ het volk” der plaatse zelf. Maar zo iets viel van de
conservatieve en de kat uit de boom kijkende Soestenaren niet te verwachten. Als gangmaker van de
revolutie trad een “immigrant” op: de heer Jacob van Pembroeck, een burger van Amsterdam, uit
een geslacht van Engelse afkomst, die hier in Soest een buitenplaats bezat en dus hier notabele was,
zodat hij zelfs tot buurmeester was benoemd. De buurmeester was bijna zo iets als burgemeester,
maar zijn terrein was wat beperkter: dit besloeg hoofdzakelijk de regeling van de financiële en
administratieve aangelegenheden en de openbare werken.
-
9
De grootgrondbezitter Van Pembroeck was een volijverig patriot. Hij was in Amsterdam, het
middelpunt van de revolutionaire beweging, een kijkje gaan nemen en vond toen, dat Soest op het
gebied van de omwenteling niet achteraan mocht komen. Hij liet zich door het “Comité
Revolutionairen van Amsterdam” een schriftelijke opdracht geven “om overal waar hij kon in het
Stigt van Utrecht de Revolutie te bevorderen”. Met dit gewichtig lijkende papier spoedde hij zich
met apostelijver naar Soest en liet tegen maandag 9 februari 1795 schout, schepenen en de
belangrijkste ingezetenen, boeren en grondbezitters, voor een bijvergadering oproepen.
’ s Maandagsmiddags zat het Rechthuis (= gemeentehuis) stampvol. Vijf schepen (van de zeven) en
vijfentwintig van de voornaamste ingezetenen waren opgekomen. De schout en de secretaris van het
dorp hadden verstek laten gaan. Van de schout, Mr.Cornelis Pannekoek, was dat te begrijpen, want
in Soest was deze functionaris feitelijk een ambtenaar van de Stadhouder, aan wie de
Ambachtsheerlijkheid over Soest behoorde.
De heer Van Pembroeck hield allereerst “ eene aanspraake, naar tijds omstandigheid”, las vervolgens
de opdracht van het “ Comite Revolutionairen van Amsterdam” voor en wekte de aanwezigen op ook
voor Soest zulks een comité op te richten, welk comité het “ volk van Zoest” zou moeten oproepen
om een “ municipaliteit” te verkiezen.
Zijn voorstel werd met algemene stemmen geaccepteerd. Tot leden van het Comité Revolutionaire
werden gekozen: Geurt Hilhorst, Hendricus Ebbehorst, Hendricus de Beer, Willem Smits, Evert Fluijt,
Jacob Isaakse, Cornelis van Altena, Cornelis van den Breemer, Wouter Logtestein, Teunis Steenbeek,
Gijsbert Gertze Schouten en Michiel Dijkman ( het puikje van de Soester boeren) terwijl de predikant
van Soest ds. F.H.Gelhuis zich bereid verklaarde voorlopig als secretaris van het comité op te treden.
De heer Van Pembroeck mocht ook nog een vinger in de pap houden al was hij eigenlijk burger van
Amsterdam; hij werd gekozen (misschien wel op suggestie van hemzelf) als “ consulent en
raadgever” van het comité. De gerechtsbode Helmus Schimmel zou in functie blijven, maar
buurmeester en schepen en werden in afwachting van de komende dingen ontslagen. Alle
gekozenen namen hun benoeming aan en beloofden met hun handtekening dat de gegeven
opdracht als “ mannen van Eer” zouden uitvoeren.
Als diezelfde dag nog het kersverse “Comité Revolutionaire” vergadert om aan de slag te gaan, blijkt
men al dadelijk, ondanks het bezit van de “consulent en raadgever”, met de handen in ’ t haar te
zitten over de vraag: Waartoe zijn we eigenlijk officieel bevoegd? Zij besluiten deze vraag voor te
leggen aan het nieuwe Provinciebestuur en tevens aan dit college hun verlangen kenbaar te maken
ook in dit provinciale bestuur vertegenwoordigd te zijn. Twee personen uit hun midden, t.w.
“Burger” Teunis Steenbeek en natuurlijk ook de onvermijdelijke “ Burger” Jacob van Pemsbroeck ,
worden naar Utrecht afgevaardigd met een “Kennisgeving van de Revolutie te Zoest aan de
tegenwoordige Representanten van het volk van het Stigt van Utrecht” waarin het heet:
“ Het Comité Revolutionaire verzoekt te moogen weeten, op welk eene wijze men handelen moet
met den gerechte(= dorpsbestuur) ten platte lande, alzoo de Ridderschap, hun quasi
representeerende, nu geannuleerd is en ook hun Ambachtsheer Willem de Vijfde vertrokken is en
van zijne posten ontslagen is; vermeenende dit Comité Revoluitonair en veele voornemen Geerfde
van Zoest, hunne committenten (= de opdrachtgevers, nl. het volk van Zoest) ook te moogen
jouisseeren en genieten de vrijheid om hunne eige representanten te verkiezen en tot de stemmen
-
10
ter Staastsvergadering hun deel te moogen hebben, verzoekende daarom sessie)=zitting) in gemelde
vergadering, om meede te werken ten algemeene nutten van den lande”.
Direct de volgende dag, 10 februari zouden de beide afgezanten naar de Domstad vertrekken “ maart
verhindert zijnde doorden onverwagte dooy, waardoor de weegen in ’ t eerste niet wel dan met
gevaar te gebruiken waaren, wierd hun vertrek derwaard uitgesteld tot den 16 den”.
Doch intussen deed zich een nieuwe wending in de zaak voor.
Ook in Baarn had zich op gelijke wijze “ de Revolutie” voltrokken, ja daar was men zelfs
voortvarender geweest en had het volk stoutweg zich reeds zelfs provisionele representanten
gekozen en deze representanten zouden (ook) op 16 februari naar Utrecht gaan om aan het
Provinciebestuur van de voltrokken revolutie kennis te geven en een stem in het provinciaal college
te verlangen. Nu drongen de Baarnaars, die zich in hun eigenmachtig optreden toch niet zo “ safe”
voelden, er bij de Soesters op aan, dat ook zij schielijk hun representanten zouden kiezen, zodat ze
tezamen “ met meerder nadruk de belangens van het platte land zouden kunnen voorstaan”.
In een spoedvergadering van het Soester Comité Revoluitonaire op vrijdagmiddag 13 februari in het
Rechthuis werd het voorstel van Baarn besproken en men besloot erop in te gaan; men zou op korte
termijn (alles moest voor de 16e in kannen en kruiken zijn) het volk van Soest bijeen roepen en wel
op a.s. zondag. De volgende bekendmaking werd op enkele punten in het dorp aangeslagen:
BEKENDMAAKING
“ De in- en opgezetene van Zoest worden verzogt om op Zondag den 15 februari 1795 ’s namiddags
ten twaalf uuren op het luijden der klok te compareren in de kerke alhier, om aldaar te helpen
verkiezen vrije volks Representanten van dit District, volgens het algemeen gevoelen, uit ieder
Huisgezin een man uitgezondert die, dewelke gealimenteert worden en dienstbaar zijn. Zegt het
voort:.
Verder werd een lijst opgesteld van alle ingezetenen, die volgens genoemde maatstaf (niet bedeeld
en niet in loondienst) gerechtigd zouden zijn en volgens deze lijst werden stembriefjes klaargemaakt
met de nummers en de namen der kiesgerechtigden erop. (het zou dus geen geheime verkiezing zijn)
-
11
HET VRIJE VOLK VAN ZOEST – DEEL II (Soester Courant 3-6-1955)
De historische zondag 15 februari is aangebroken. Na de kerkdienst in de grote hervormde kerk en
de hoogmis in het rietgedekte rooms-katholieke kerkje (staande op de plek die thans het voorplein
van de Petrus- en Pauluskerk is) zijn de meeste mannen niet naar hun boerderijen teruggekeerd,
maar zijn in de herbergen blijven hangen, waar de grote gebeurtenis die ophanden is, druk
besproken wordt.
Tegen twaalven begint de klok van de Grote Kerk met lange galmen te luiden: alles stroomt naar de
Kerkebuurt naar de hervormde kerk, protestants en rooms.
Ondertussen vergadert in het nabijgelegen Rechthuis het Comité Revolutionaire om de agenda voor
de volksvergadering en een aan deze voor te leggen resolutie vast te stellen. Als ze hiermee gereed
zijn , begeven ook de twaalf comitéleden en hun consulent zich naar de hoger gelegen kerk, waarbij
de bode Helmus Schimmel bescheiden achteraan loopt.
Van Pembroeck, de Amsterdammer, beter van de tongriem gesneden dan de Soester boeren, heeft
de leiding van de vergadering. Hij opent met een passende toespraak en leest een verslag voor van
de tot dusver door het Comité Revolutionaire verrichte handelingen “ Het volk keurde die verrigtinge
goedt en ontsloeg de leeden van het Comité van hunne posten”, zegt het Dagverhaal.
Als hierop in een hoofdelijke stemming het voorstel in stemming wordt gebracht om 8 nieuwe
representanten te kiezen, wordt dit door de stemgerechtigden met grote meerderheid aangenomen.
Nadat de kiezers er nog eens aan herinnerd zijn, dat zij alleen zulke personen dienen te kiezen “ die
malkanderen niet te na in den bloede bestaan (bijvoorbeeld vader en zoon of gebroeders) en van een
onbesproken gedrag en met de vereijsten bekwaamheden verzien zijn”, worden de stembriefjes
rondgedeeld. De uitslag van de verkiezing is dat tot representanten gekozen zijn: Evert Fluijt, Teunis
Steenbeek, Hendricus de Beer, Hendricus Ebbehorst, Aart van ’ t Klooster, Willem Smits, Jan Bieshaar
en Geurt Peterszoon Hilhorst, tot secretaris Zeger de Beer en tot bode Helmus Schimmel. Alle
gekozenen aanvaarden bereidwillig hun verkiezing.
Burger Van Pembroeck, met in zijn hart misschien een beetje zure teleurstelling omdat “ het volk van
Zoest” hem niet tot representant gekozen heeft, doet thans voorlezing van de resolutie “Qualificatie”
geheten. Heeft de verkiezing al veel tijd gekost, het voorlezen van het lange stuk en de behandeling
ervan neemt ook nogal wat tijd in beslag. Maar het resultaat is dat zoals het Dagverhaal zegt, allen
met blijde toewijding hun instemming gaven”.
Het begin van dit fiere stuk luidt:
“VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP.
Qualificatie waarop het volk van Zoest op den 15en februari, het Eerste Jaar der Bataavsche Vrijheid,
openbaar vergadert, deszelfs provisionele Representanten of municipaliteitsleeden aangesteld heeft.
Wij alle in- en opgezetenen van Zoest, naar eene algemeene en wettige oproeping door het
Committé Revolutionair, geformeert te Zoest uit eenige Eigengeerfdens, Buurmeester en
Scheepenen, in het Gerechtshuis te Zoest op den 9en februari 1795, te Zoest in de kerk vergadert
zijnde, verklaren uit te maken het vrije volk van Zoest, houdende onze monderlingsche verklaaring
-
12
voor even goedt en wettig, alsof wij deeze qualificatie, die ons recht en duijdelijk voorgeleezen is,
eigenhandig hoofd voor hoofd onderteekend hadden;
Als zodaanig een vrij volk hebben wij goed gevonden bij deezen aan te stellen tot onze Provisioneel
Representanten of vertegenwoordigers….., welke aanstelling bij provisie of voorraad zijn zal voor den
tijd van zes weeken of zoolang als het vrije volk van Zoest na vereijs van zaaken zal goed binden:…..
(volgen de namen der gekozenen)”.
In deze resolutie wordt aan de nieuwe volksrepresentanten opgedragen “ uit naam van het vrije Volk
van Zoest alle leeden, het voorig gerecht uitgemaakt hebbenden, naamlijk Schout, Secretaris,
Buurmeester, Schepenen en Boode, aan te zeggen, dat het volk hen van hunne posten ontslaat, en zij
dus ook ontslagen worden van den Eed bij de aanvaarding hunner posten gedaan in handen van
zoodanige personen, die nimmer op een wettige wijze als volksrepresentanten verkoozen geweest
zijn (Voelt u deze steek op de Stadhouder en op de door hem aangestelde Maarschalk van Eemland
in wiens hand de eden werden afgelegd?) behoudens nogtans, dat de leeden het voorig gerecht
uitgemaakt hebbenden, gehouden zijn ter behoorlijke tijd en plaatse te zullen doen rekening en
verantwoording van hunne administratie”
Verder krijgen de representanten opdracht, de dorpszaken over te nemen, inclusief kas en
paperassen, en “ in alle deelen het welzijn van het Dorp en hunne medeburgers te behartigen”. Zij
zullen uit hun midden een President of Voorzitter benoemen.
Jacob van Pembroeck mag toch nog naar Utrecht de volgende dag, zo heet het, om daar tesamen
met de Burgers Teunis Steenbeek en Geurt Hilhorst de onderhavige resolutie oftewel qualificatie aan
de Representanten van het Stigt van Utrecht aan te bieden.
Tenslotte heeft men kans gezien, in dit officiele stuk, dat aan hogere instanties in handen zou komen
nog een klacht te spuien(iets dergelijks had men in 1569 hier in Soest ook al eens uitgehaald toen op
verzoek van Alva alle plaatsen een opsomming moesten verstrekken van de plaatselijke gebruiken,
gewoonten en instellingen). Het dorp, en zijn mensen hadden nogal wat te lijden gehad van de “
bondgenoten”, de Engelse troepen die zich zonder weerstand te bieden aan de oprukkende Fransen,
plunderend en requirerend over het Sticht en de oostelijke provincies naar Hamburg hadden
teruggetrokken en zich daar naar hun vaderland hadden ingescheept. Onmiddellijk daarop waren de
Franse troepen doorgekomen, die natuurlijk ook de nodige overlast en schade hadden veroorzaakt.
Dat alles zit de gedupeerde Soesters “ tot hier” en daarom vinden ze het hard nodig, dat de heren in
Utrecht daar nog eens op gewezen worden: “hoe gedurende het verblijf der Engelsen, het
cantonneeren en doortrekken der Fransche troepen in en door dit Dorp van Zoest, buitengewoone
uitgaave en importanten, leverantien hebben moeten geschieden, welke onmogelijk door het Dorp
gedragen kunnen worden, te meer daar het Dorp bovendien door sware inquartieringen en gemis
van paarden en waagens door de Engelsche, zeer veel geleeden heeft”
Pas om zes uur is de historische vergadering van het “Vrije volk van Soest” ten einde “ zijnde alles in
goede order verloopen”, zoals het Dagverhaal met voldoening constateert. Zes uur lang is men met
de instelling van de dorpsrepubliek bezig geweest.
Zo had Soest zijn “Nieuwe orde” gekregen, maar in wezen was die verandering meer schijn dan
werkelijkheid. Het dorpsbestuur had een andere naam gekregen, maar het zijn dezelfde personen
-
13
van te voren, die daarin een rol spelen en die in het dorp leiding geven. Het zijn dezelfde
boerengeslachten geweest die tot op de huidige tijd, totdat Soest ophield hoofdzakelijk agrarische
gemeenschap te zijn, in Soest den toon hebben aangegeven.
De echte ingrijpende veranderingen ten gevolge van de Franse Revolutie in haar algemene
doorwerking in ons land, welke ook de overgeleverde structuur van de dorpsgemeenschap aantasten
zijn pas veel later ingetreden toen de “ Franse Tijd” allang weer geleden was. J.H.
-
14
HET VRIJE VOLK VAN ZOEST III Soester Courant 14-6-1955 Soest geeft zichzelf een constitutie
In de beide vorige artikelen hebben we gezien, hoe de Franse Revolutie ook in ons kleine landelijke
Soest van 1795 haar intrede hield. Op voorstel van het “Comité Revolutionaire”, dat zelf ontstaan
was door het initiatief van de Amsterdamse-Soester heer Jacob van Pembroeck, had “ het vrije volk
van Zoest” op 15 februari 1795 in een volksvergadering in de Hervormde Kerk besloten, het
dorpsbestuur aan te passen aan de “Nieuwe Tijd”, waarin de leuze opgeld deed: “ De souvereiniteit
gaat van het volk uit”, en in die geest had de vergadering voorlopige volksvertegenwoordigers voor
het gemeentebestuur gekozen en dezen enkele richtlijnen opgegeven voor de verdere doorvoering
van de Revolutie in de dorpszaken.
Deze acht vertegenwoordigers (representanten) waren gekozen “ voor de tijd van zes weeken of
zoolang als het Vrije volk van Zoest na vereijs van zaaken zal goedvinden”. Een van de eerste dingen,
die er in het voorjaar van 1795 stonden te gebeuren, was dus de verkiezing van definitieve
volksvertegenwoordigers. Deze verkiezing had op Hemelvaartsdag plaats, ook in de Hervormde Kerk.
Er kwam nu als “ vast” precies hetzelfde stel van acht uit de bus, dat eerst als “ voorlopig” was
gekozen!. Wel een bewijs dat de Soester stemgerechtigden geen draaitollen waren en hun eerste
keuze weloverwogen was geweest. Behalve aan het behandelen en behartigen van de
dorpsaangelegenheden zetten onze volksvertegenwoordigers zich ook aan de uitvoering van punt 4
van de resolutie van 15 februari, waarbij de volksvergadering aan de representanten opdracht gaf “
tot het opstellen van een plan of concept-reglement”, waarnaar in ’ t vervolg de vertegenwoordigers
van het volk zoude kunnen gekoozen worden en Zoest zoude kunnen bestierd worden”, in de geest
van de “ Nieuwe Tijd” dan natuurlijk.
In de loop van de zomer kwam de municipaliteit (= het college der volksrepresentanten) met dit
concept-reglement voor het dorpsbestuur gereed. Tot eer van onze voorvaderen moet gezegd
worden, dat zij het zich niet gemakkelijk hebben gemaakt door eenvoudig een reeds bestaand
reglement, uit een andere gemeente over te schrijven: het stuk draagt (ook in de taal, die
onambtelijk en soms vrije onbeholpen is) er alle kenmerken van , origineel werk te zijn en werkelijk
opgesteld met de toestanden en de belangen van het dorp voor ogen.. Natuurlijk zijn enkele
hoofdlijnen en een zekere terminologie ontleend aan de officiële “Revolutie” maar in het algemeen
bouwde men voort op de bestaande gang van zaken. Het document was getiteld “Concept Plan op
wat wijs een reglement zouden konnen gemaakt worden, waarnaar ons Dorp van Zoest in vervolg
zoude konnen worden bestuurd”.
Allereerst wordt daarin vastgesteld dat het dorp bestuurd zal worden door ’ n schout, een secretaris
en een municipaliteit van zeven leden, terwijl bovendien nog een municipaliteitsbode zal worden
aangesteld. Van de oude functie van buurmeester is geen sprake meer, terwijl ook de kerk- en
armmeesters tot nog toe ook wereldlijke overheidsfuncties niet meer vermeld worden, misschien
wilde men deze aan de kerken overlaten.
Genoemde functionarissen van het dorpsbestuur zullen door de stemgerechtigde burgers worden
gekozen. Dit betekende voor Soest een revolutionaire verandering , want sinds 1674 waren alle
dorpsfuncties steeds door de Stadhouder bezet. In 1674 hadden immers de Staten van Utrecht aan
Stadhouder Willem III de Ambachtsheerlijkheid over Baarn,. Soest, Eembrug en de beide Eemnessen
geschonken uit dankbaarheid voor het feit dat de Prins het voor het Sticht had opgenomen, toen de
-
15
overige gewesten na de verdrijving der Fransen in 1672 het Sticht (z.g. wegens te slappe houding
tegenover de vijand,) niet meer in de Unie wilden opnemen, doch het maar als veroverd gebied
wensten beschouwd te zien. Als Ambachtsheer had de Stadhouder vergaande rechten in genoemde
dorpen, o.a. de rechtspraak (waarbij zelfs doodvonnissen konden worden uitgesproken), het
aanstellen van de leden van het dorpsbestuur en het jachtrecht. De stadhouder stelde nadien zelf
een schout aan en voor de overige functionarissen moest het college van schout en schepenen ieder
jaar een voordracht van namen aan de Stadhouder voorleggen waaruit deze een keuze deed voor het
komende zittingsjaar. (Hij hield zich niet altijd aan het advies van het dorpsbestuur). Zodoende was
Soest feitelijk tot een middeleeuwse toestand van feodaliteit teruggevallen en het is te begrijpen dat
de Soester boeren, die vanouds erg op hun vrije rechten gesteld waren geweest en van oude tijden
af hun bestuurders zelf gekozen hadden (behalve de schout), deze onmondigheid maar moeilijk
hebben kunnen verkopen. Dit verklaart misschien waarom ze zo grif voor de Omwenteling voelden
en waarom in hun uitingen een zekere wrok tegen de vroegere machthebbers doorklinkt.
Verder wordt bepaald, dat de zeven municipaliteitsleden uit hun midden een president zullen kiezen.
De ambtsplichten van al de genoemde functionarissen worden uitvoerig omschreven. Het zou te ver
voeren in dit artikel daar nader op in te gaan. In ’ t algemeen zijn deze werkzaamheden dezelfde als
die van de overeenkomstige, maar anders betitelde dorpsfunctionarissen tot dusver.
Interessant is de salarisregeling. Ook deze zal wel niet ver afgeweken hebben van de voordien gelden
bezoldigingen. De schout zal geen salaris genieten ( er wordt trouwens bepaald, dat als schout alleen
een ruim bemiddeld iemand mag worden gekozen!), hij mag ook geen onkosten reclameren, maar
voor z’n moeite mag hij de opbrengst van belastingen en de speciale lasten voor zichzelf houden, “
zooals vanouds door den gadermeester (= ontvanger der belastingen) is genote”- maar een vast
bedrag van 400 gulden moet hij elk jaar daarvan aan het dorp afdragen. Met deze 400 gulden moest
het hele dorpsbudget gefinancierd worden. Alleen als er onvoorziene dringende uitgaven waren (
bijv. herstellingen aan de kerk of bruggen) terwijl daarvoor geen geld meer in kas was, zouden de
kosten worden “ uitgezet”, d.w.z. over de ingezetenenen omgeslagen (Dit was ook altijd al zo
geweest).
De secretaris krijgt jaarlijks 60 gulden. De president 20 gulden en bovendien mag hij de
binnenkomende legesgelden delen met de overige leden van de municipaliteit. Deze laatsten krijgen
per jaar elk 10 gulden. De bode, die dag aan dag in de weer is, evenals de secretaris, krijgt 24 gulden.
Al deze functionarissen zullen moeten zijn: van een onbesproken gedrag, boven de 28 jaar oud.
Uitgesloten zijn zij, “ die dadelijk (daadwerkelijk) meegewerkt hebben tot de verdrukking der Vrijheid
in en na de jaren 1787, en ook diegeene, die niet werkelijk hebben getoond hunne oude handelingen
te verzaaken en voorstanders van Vrijheid en Gelijkheid te zijn” (De “ Broederschap” kwam er
blijkbaar niet zo op aan). Alle benoemden moeten een ambtseed afleggen waarin zij voor het
aangezicht van de almachtige en alziende God beloven hun plichten behoorlijk te zullen vervullen en
alleen de belangen van het dorp en van het algemeen op het oog te zullen hebben.
Zie voor register van schout, burgemeesters en schepenen vanaf 1600 tot 1795 het boek “Soest in
de 17e en 18e eeuw”van G.J.M.Derks en W.A.Heurneman. Bijlage 1 blz. 231 en volgende.
-
16
1813-1818
Burgemeester G. van Steijn van Hensbroek (273)
Secretaris
C.A.Pannekoek (231)
Raadsleden:
J. G. van den Berg (22)
W. Dijkman (78)
H. Ebbenhorst (90)
A.A. Hilhorst (132)
P.J.Hilhorst (136)
Wilh. van Logtenstein (201)
T.Ramselaar (239)
T. van Roomen (247)
W.Smits (263) R. Stalenhoef (270)P. Veldhuizen (292)
Geërfden:
J. Haan (125)
C. Kok (171)H.J. Kok (175) W. van Logtenstein (202)
Bijzonderheden: Op 9 januari 1818 bericht van ontslag aan: J.v.d.Berg, H.Ebbenhorst, A.A.
Hilhorst, P.Hilhorst, T Ramselaar, T. van Roomen, R. Stalenhoef en P. Veldhuijzen. Niet genoemd worden in de brief : W.Smits, Wilh. Van Logtenstein en W.Dijkman. Het is
(nog) niet duidelijk waarom dit zo is.
Aantal inw. 1810: 1424
Aantal zetels: 11 (r.k. 9, prot.chr.2)
Aantal vrouwen: n.v.t.
Aantal uit S’ berg; -
Gem.leeftijd: 47,8
-
17
1818- 1825
Burgemeester: G. van Steijn van Hensbroek (273)
Secretaris:
C.A. Pannekoek – tot juni 1823 ( 231) G. van Steijn van Hensbroek – per 23 okt.1823 (273)
Assessoren:
H. Fluit (nr. 101) R. Stalenhoef (nr.. 269)
Raadsleden:
H. Fluit (101) -benoemd in 1818 - herben. in 1821 en 1824
C.Kok (171) -benoemd in 1818 - overleden 20-12-1820
H.J.Kok (175) -benoemd in 1820 - herben. in 1823
W. van Logtenstein (202) -benoemd in 1821 - herben. in 1822
T.Ramselaar (239) -benoemd in 1918 - herbenoemd 1820 en 1823
T. van Roomen (247) -benoemd in 1818 - herben. in 1819; overl.6-7-1821
J.Smits (261) -benoemd in 1818 - herbenoemd in 1821 en 1824
R.Stalenhoef (270) -benoemd in 1818 - herbenoemd in 1819 en 1822 A.Tesselhoff- (282) -benoemd in 1818 - herbenoemd in 1820 en 1823.
Geërfden:
Wed.D. de Beer-Pannekoek(17)
W. Bieshaar (27)
C. Bleij (30)
P.Dijkman Mzn (79)
G.J.Kok (173)
W. van Logtenstein (202)
W.Schimmel (252)
H.P.Snouckaert van Schouwburg (267) F. van Stoutenburg (278).
Rooster van aftreding (vastgesteld na benoeming op 2 januari 1818)
2 november 1818 H.Fluit J. Smits
1819 R.Stalenhoef T. van Roomen
1820 C. Kok
A.Tesselhoff T. van Ramselaar.
-
18
Op 2 januari 1818 benoemd
H.Fluit T. van Roomen A.Tesselhof (soms ook Tesselhoff)
C.Kok J.Smits T.Ramselaar T.Stalenhoef
1818-1825
Aantal inwoners 1820(taxatie) 1600
Aantal zetels: 7 (r.k.5, prot.chr.2)
Aantal vrouwen: n.v.t.
Aabtal uit S’berg: --
Gem.leeftijd: 57.4
Gem.zittingsduur: 7,7
-
19
1825-1828 1828-1830 1830-1832
Burgemeester: G. van Steijn van Hensbroek (273) idem idem
Secretaris: G. van Steijn van Hensbroek (273 idem idem
Assessoren
H.Fluit (101) H. Fluit (101) H.Fluit(101) R.Stalenhoef (270)-tot 3-3-1828) W.van Logtenstein(202 H.J.Kok(175)
(20-10-1828 t/m 31-12-1829)
Raadsleden P.Bouter (41) P.Bouter (41) P.Bouter (41)
H. Fluit (101) H. Fluit (101 H.Fluit(101)
P.G. van Hofslot(141)
H.J.Kok (175) H.J.Kok (175) H.J.Kok (175)
W.van Logtenstein(202) W. van Logtenstein (202)
T.Ramselaar(239) T. Ramselaar (239) T.Ramselaar (239)
J.P.Schouten (256)
D.Sitter(258) D.Sitter (258)
J. Smits (261)
R.Stalenhoef (270)
G. van Steijn van Hensbroek(273) G.van Steijn van Hensbroek(273) G.van Steijn van
Hensbroek(273)
A.Tesselhoff (282) A.Tesselhoff (282) ?
T.Wantenaar(306)
Per 5 september 1825 werd het volgende rooster van aftreding vermeld na benoeming van de
leden
Mutaties in 1828 Mutaties 1830 P. Bouter 1828
J.Smits 1828* D.Sitter
H. Fluit 1828
W. van Logtenstein 1830** T.Wantenaar
R.Stalenhoef 1830*** P.G. van Hofslot** J.P. Schouten
A.Tesselhoff 1830
T.Ramselaar 1832
H.J.Kok 1832
G.vanSteijn van 1832
hensbroek
* J.Smits is overleden op 18-8-1827
** Z.M. de Koning is niet akkoord gegaan met herbenoeming vanwege het indienen van
een grief over Soest bij de Staten-generaal. Toen benoemd T. Wantenaar en J.P.Schouten *** Afgetreden op 3-3-1828 (overleden op 25-9-1829). In plaats daarvan benoemd per 27-3-1828
de heer P.G. van Hofslot
-
20
1825-1832
Aantal inw.1820(t) 1600) Aantal inwoners 1830(taxatie) 2105
Aantal zetels : 9 (r.k.7, prot.chr.2). Na het overlijden van Tesselhof in 1830 is in vacature daarna niet
meer voorzien.
Aantal vrouwen: n.v.t
Aantal uit S’ berg: -
Gem.leeftijd:58,8
Gem.zittingsduur:8,6
-
21
1832-1834 1834-1836 1836-1838
Burgemeester: Burgemeester: Burgemeester G. van Steijn van Hensbroek (273) idem idem
Secretaris: Secretaris: Secretaris:
G. van Steijn van Hensbroek (273) J.A. van Steijn(274); J.A. van Steijn (274 Tot 24-2-1834 per 24-2-1834
Assessoren: Assessoren Assessoren:
H.Fluit (101) idem idem
H.J.Kok(175) idem idem
Raadsleden Raadsleden Raadsleden
P.Bouter (41) P.Bouter(41) P.Bouter (41)
H.Fluit (101) H.Fluit (101) H. Fluit (101)*
H.J.Kok (175) H.J.Kok (175) H.J.Kok (175)
T.Ramselaar (239) T.Ramselaar (239) T.Ramselaar(239)**
J.P.Schouten (256) J.P.Schouten(256) J.P.Schouten(256)
G. van Steijn Hensbroek(273) G.van Steijn van H (273) G.van Steijn van H (273)
T.Wantenaar (306) T.Wantenaar (306) T.Wantenaar (306)
D. Sitter (258) D.Sitter (258) D.Sitter (258)
* Overleden 17-6-1838. ** Overleden 23-8-1837
Na herbenoeming van de leden H.Kok, G. van Steijn van Hensbroek en T.Ramselaar in 1832
was het rooster van aftreding als volgt:
1834 P.Bouter, D.Sitter en H.Fluit;
1836 J.P.Schouten en T Wantenaar 1838 H.J.Kok,T. Tamselaar, G.van Steijn van Hensbroek
-
22
1832-1838
Aantal inw. 1830(taxatie): 2105 Aantal inwoners 1840: 2667
Aantal zetels 8 ( r.k.6, prot.chr.2)
Aantal vrouwen: n.v.t
Aantal S’ berg: 1
Gem.leeftijd: 59,2
Gem.zittingsduur: 12,1
-
23
1838-1840 1840-1842 1842-1844
Burgemeester: Burgemeester: Burgemeester: G. van Steijn van Hensbroek(273) idem idem
Secretaris: Secretaris: Secretaris:
J.A. van Steijn (274) idem idem
Assessoren: Assesssoren: Assessoren:
H. Fluit(101) –tot overl.17-6-1838
H.J.Kok (175) H.J.Kok (175) H.J.Kok (175) tot
21-3-1843)
P.Bouter 41) P.Bouter (41) P. Bouter tot31-5-1843
J.A.Staal (269) –per
31-5-1843 J.P.Schouten 31-5-43
Raadsleden Raadsleden Raadsleden
P. Bouter (41) P.Bouter (41) P. Bouter(41) tot 21-3-1843
P.v.d.Breemer(47)6-6-1843
H.Fluit(102)per 31-5-1843
H.J.Kok (175) H.J.Kok(175) H.J.Kok(175)tot 21-3-1843
H. van Klooster( (165)
W. van Maaren (206) W. van Maaren(206) W.van Maaren(206)
J. Schouten 255 J.Schouten(255) J.Schouten(255)
J.P.Schouten (256) J.P.Schouten(256) J.P.Schouten (256)
D. Sitter (258)
J.A.Staal(269) J.A.Staal(269)
G.van Steijn van Hensbroek(273) G.van Steijn van H (273) G. van Steijn van H. (273) T.Wantenaar (306) T.Wantenaar (306)
Na de herbenoeming van G. van Steijn van Hensbroek en H.J.Kok in 1838 en de benoeming
van W. van Maaren en J.Schouten in de vakatures van T.Ramselaar en H.Fluit(beiden in
1838) zag het rooster van aftreding er als volgt uit
1840 P.Bouter, D. Sitter en J. Schouten (als opvolger van H. Fluit))
1842 T. Wantenaar en J.P.Schouten
1844 H.Fluit(i.p.v.H.J.Kok), W. van Maaren,G. van Steijn van Hensbroek
1846 P.v.d.Breemer(i.p.v.P.Bouter) , J.Staal en J.Schouten 1848 J.P.Schouten en H. van Klooster
-
24
1838-1844
Aantal inwoners 1840: 2667
Aantal zetels: 8 (r.k.6, Prot.chr.2)
Aantal vrouwen: n.v.t.
Aantal S’ berg: 1
Gem.leeftijd in periode 1838-1844:62,2
Gem.zittingsduur in per 1838-1844: 10,7
-
25
1844-1846 1846-1848 1848-1851
Burgemeester: Burgemeester Burgemeester:
G.van Steijn van Hensbroek G.van Steijn van. G. van Steijn van
Hens(273) Hensbroek (273) Hensbroek (273)
(t/m 31-12-1849)
P.Gallenkamp Pels((106) per 9-2-1850
Secretaris: Secretaris Secretaris:
J.A. van Steijn (274) J.A. van Steijn(274) J.A. van Steijn (274)
tot 24-12-1850
P.Gallenkamp Pels(106)
per 22-1-1851
Assessoren Assessoren Assessoren
J.P.Schouten (256) J.P.Schouten(256)
tot 26-4-1848
J.A. Staal (269) J.A.Staal (269) J.A.Staal (269) J.Schouten (255) per 30-5-
1848
Raadsleden Raadsleden raadsleden
P.v.d. Breemer (47) P.v.d.Breemer(47) P.v.d.Breemer(47)
H.Fluit(102) H.Fluit(102) H.Fluit(102) Gallenkamp Pels(106) per
februari 1850.
A.v.d.Hoed(139) per A.v.d.Hoed (139)
3-3-1846)
H. van Klooster (165) H.van Klooster (165) tot 1-9-1847
A. van ’t Klooster (163)
per 9-2-1848 A.Kuijer(189)-30-5-1848
W. van Maaren(206) tot 13-1-1845
J.Schouten (255) J.Schouten (255) J.Schouten(255)
J.P. Schouten ((256) J.P.Schouten (256) tot
26-4-1848
J.A. Staal(269) J.A. Staal(269) J.A. Staal(269)
G. van Steijn van Hensbroek(273) G. van Steijn van H G. van Steijn van H (tot en met 31-12-1849)
-
26
Mutaties in deze periode zijn :
A. van den Hoed is benoemd in de vakature van W. van Maaren.
A. van ‟t Klooster is benoemd in de plaats van H. van Klooster
A. (Teun) Kuijer is benoemd in de plaats van J.P. Schouten P. Gallenkamp Pels is benoemd in de plaats van G. van Steijn van Hensbroek
1844-1851
Aantal inwoners 1840: 2667 Aantal inwoners 1850: 2815
Aantal raadsleden 8 (r.k. 6, prot.chr.2)
Aantal vrouwen: n.v.t.
Aantal S’ berg: tot 13-1-1845: 1, daarna --
Gem.leeftijd in periode 1844-1851:56,7
Gem.zittingsduur in per.1844-1851:8,2
-
27
PERIODE 1851-1853
Burgemeester/secretaris
Gallenkamp Pels, Piet (de naam Gallenkamp gegund bij KB van 28-10-1847)
Geboren 21-10-1801 te Amsterdam, overleden 15-3-1869 (akte nr.19) te Soest.
Zoon van Pels, Martinus en Bremeker, Maria Sophia Dorothea.
Gehuwd met Gallenkamp, Elisabeth(1e huwelijk) en Prioux, Elizabeth Collette Francoise.
Kinderen: Johannes(geb.1838), Sophia (geb.1839) en Maria (geb.1841).
Ambtsperiode: Bij K.B. van 23 januari 1850 nr.76 benoemd tot burgemeester (geinstalleerd in
raadsvergadering van 11 februari 1850.)als opvolger van G. Steijn van Hensbroek Het
burgemeestersambt heeft hij uitgeoefend tot aan het overlijden op 15 maart 1869.
Bij K.B. van 22 januari 1851 nr.39 werd hij benoemd tot secretaris.(installatie in raadsvergadering van
2 februari 1851.) Hij was de opvolger van J.A. van Steijn.
Raadslid was hij in de raadsperiode 1853-1859 en 1862 tot 1869. Vermoedelijk was hij ook raadslid
in de periode vanaf zijn benoeming tot burgemeester en de installatie van de gemeenteraad in 1851
na de verkiezingen in dat jaar.
-
28
1851-1853
Burgemeester/secretaris P.Gallenkamp Pels(106)
Wethouders
A.Kok (170) A.Smorenburg (265)
Raadsleden
Antonius Kuijer(189)
W.Smits (264)
A.Kok (170)
A.Smorenburg (265)
H.Fluijt(102)*
A.v.d.Hoed (139) P.v.d.Breemer (47)
* overl.17-1-1853
1853-1855
Burgemeester/secretaris P.Gallenkamp Pels(106)
Wethouders
A.Kok (170) A.Smorenburg (265)
Raadsleden
P.Gallenkamp Pels(106)
W. Smits(264)
A.Kok(170)
A.Smorenburg(265
J. Ravenhorst(240)
A.v.d.Hoed(139) P.v.d.Breemer(47)
1855-1857
Burgemeester/secretaris P. Gallenkamp Pels(106)
Wethouders
A. Kok (170) A. Smorenburg(265)
Raadsleden
P.Gallenkamp Pels(106)
W. Smits (264)
A.Kok (170)
A Smorenburg (265)
J.Ravenhorst (240)
A.v.d.Hoed (139) P.v.d.Breemer (47)
Inw.per 1-1-1851 Inw.per 1-1-1853 Inw.per 1-1-1855
2815 2944 3007
Aantal uitgebr.stemmen:97 Aantal uitgebr.stemmen:113
Uitgebr.stemmen:103
en 89 (2x verkiezingen)
Aantal zetels: 7 Aantal zetels: 7 Aantal zetels 7
r.k.5, prot.chr.2 r.k.5, prot.chr.2 r.k.5, prot.chr.2
Aantal vrouwen: n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Aantal S’ berg:-- -- --
Gem.leeftijd periode 1851-1857: 52,9
Gem.zittingsduur per.1851-1857: 5,9
-
29
-
30
1857 – 1859
Burgemeester/secretaris P.Gallenkamp Pels(106)
Wethouders
A.Kok (170) A.Smorenburg (265)
Raadsleden
P.Gallenkamp Pels (106)
W.Smits (264)
A.Kok (170)
A.Smorenburg (265)
T(eunis) Kuijer(189)
B.v.d.Dijssel (73) R.Hilhorst (138)
1859-1861
Burgemeester/secretaris P.Gallenkamp Pels(106)
Wethouders
A.Kok (170) ASmorenburg (265)
Raadsleden
A(albert) Kuijer(188)
W. Smits (264)
A.Kok (170)
A.Smorenburg (265)
T. Kuijer (189)
B.v.d. Dijssel (73) R.Hilhorst (138)
1861-1863
Burgemeester/secretaris
P.Gallenkamp Pels (106)
Wethouders
A.Kok (170)
B. v.d. Dijssel(73
Raadsleden
A Kuijer(188)
W.Smits (264)
A.Kok(170) C. van Logtenstein (198)
T. Kuijer (189)
B.v.d. Dijssel (73)
R.Hilhorst (138)
P.Gallenkamp Pels(106)-
(1962)*
P.v.d.Breemer
(47)(1962)* P.Voskuilen (300) (1962)*
* in 1862
uitbr.raadsleden
Inw.per 1-1-1857 Inw.per 1-1-1859 Inw.per 1-1-1961
3119 3153 3213
Inw.per 1-1-1962:
3282
Uitgebr.stemmen:115 Uitgebr.stemmen: 99 Uitgebr.st.1861:68
Aantal kiesger :158 Uitgebr.stm.1862,
62,56,48,73,75
Aantal zetels : 7 Aantal zetels: 7 Aantal zetels(1862):11
r.k.6, prot.chr.1 r.k.6, prot.chr.1 r.k.9, prot.chr.2
Aantal vrouwen: n.v.t. n.v.t. n.v.t
Aantal S’ berg : -- -- 1
Gem.leeftijd periode 1857-1863:52
Gem.zittingsduur per.1857-1863:6,6
-
31
1863-1865
Burgemeester/secretaris P. Gallenkamp Pels (106)
Wethouders
A. Kok (170) B.v.d. Dijssel (73)
Raadsleden
A. Kuijer (188)
W. Smits (264)
A. Kok (170) C. van Logtenstein (198)
T (Antonius) Kuijer(189)
R.Hilhorst (138)
B.v.d.Dijssel (73)
P. Gallenkamp Pels (106)
P.v.d.Breemer (47)
P.Voskuilen(3000 M. Muts (218)
1865-1867
Burgemeester/secretaris P. Gallenkamp Pels (106)
Wethouders
A. Kok(170) B.v.d. Dijssel (73)
Raadsleden
A .Kuijer (188)
W. Smits (264)
A. Kok (170)
C.van Logtenstein(198)
T. Kuijer(189)
R. Hilhorst(138)
B.v.d. Dijssel (73)
P. Gallenkamp Pels (106)
P.vd. Breemer (47)
P.Voskuilen (300) M.Muts (218)
1867-1869
Burgemeester/secretaris P.Gallenkamp Pels (106)
Wethouders
A. Kok (170) B.v.d. Dijssel (73)
Raadsleden A. Kuijer (188)
J. Veenendaal (290)
A.Kok (170)
C.van Logtenstein(198)
T. Kuijer(189)
R. Hilhorst (138)
B.v.d. Dijssel (73)
P. Gallenkamp Pels (106)
P.v.d. Breemer(47)*
P. Voskuilen (300) M.Muts (218)
*overl.11-11-1868
Inw.per 1-1-1863 Inw.per 1-1-1865 Inw.per 1-1-1867
3282 3185 3292
Aantal kiesgerechtigden:151 -- Aantal uitgebr.stemmen 64
Aantal uitgebr.stemmen:59 --
Aantal zetels: 11 Aantal zetels: 11 Aantal zetels: 11
r.k.9, prot.chr.2 r.k.9, prot.chr.2 r.k.9, prot.chr.2
Aantal vrouwen: n.v.t. n.v.t. n.v.t
Aantal S’ berg: - - -
Gem.leeftijd periode 1963-1869:56, 2
-
32
1869-1875
Burgemeester P.M.de la Court(11-5-1869)
((68))
Secretaris D.A. Rutges(per 20-5-
1869)((248)
Wethouders
A. Kok (170) B.v.d. Dijssel(73)
Raadsleden
A Kuijer (188)
E.A.Smorenburg (266)
A.Kok (170)
C.van Logtenstein(198)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
B.v.d.Dijssel (73)
F.C.Kuijper ((187)
G.S.Klooters(167)
P. Voskuilen(300) M.Muts(218)
1871 – 1873
Burgemeester
P.M. de la Court(tot 22-9-
1872) ((68)
Jhr.W.H.P.Martini van
Geffen (per 4-12-
1872)(208)
Secretaris D.A.Rutges(248)
Wethouders
A.Kok(tot 14-3-1872)170
B.v.d.Dijssel(73) G.C.Klooters(14-3-1872)
Raadsleden
A.Kuijer(188)
E.A.Smorenburg(266)
A.Kok (tot aug.1872)-170
C.van Logtenstein(198)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
B.v.d.Dijssel (73)
F.C.Kuijper (187)
G.S.Klooters (167)
P.Voskuilen(300)
M.Muts(218) J.Kok(per aug.1872)(174)
1873 – 1875
Burgemeester Jhr.W.H.P.Martini van
Geffen(208)
Secretaris
D.A.Rutges (tot 6-8-
1874)((248))
J.K.M.Meinsma (per 22-
10-1874)((212))
Wethouders
B.v.d. Dijssel(73) G.C.Klooters(167)
Raadsleden
A .Kuijer(188)
E.A.Smorenburg(266)
C.van Logtenstein(198)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
B.v.d.Dijssel (73)
F.C.Kuijper (187)
G.C.Klooters(167)
P.Voskuilen(300)
M.Muts(218) J.Kok (174)
Inw.per 1-1-1869 Inw.per 1-1-1871 Inw.per 1-1-1873
3354 3384 3341
Aantal deelnemers aan
Stemming: 60, 77
Aantal zetels: 11 Aantal zetels: 11 Aantal zetels: 11
r.k. 10, prot.chr.1 r.k.10, prot.chr.1 r.k.10, prot.chr.1
Aantal vrouwen: n.v.t. n.v.t. n.v.t
Aantal S’ berg: 1 1 1
Gem.leeftijd periode 1869-1875: 54,5
-
33
1875-1877
Burgemeester Jhr.F.H.W.P.J.Martini van
Geffen (208)
Secretaris. J.K.M.Meinsma(212)
Wethouders
B.v.d. Dijssel(73) G.C.Klooters(167)
Raadsleden.
A.Kuijer (188)
E.A.Smorenburg (266)
C. van Logtenstein (198)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
B.v.d. Dijssel (73)
F.C.Kuijper (187)
G.C.Klooters (167)
P.Voskuilen (300)
M.Muts(218) J.Kok (174)
1877-1879
Burgemeester
Jhr.F.W.H.P.J.Martini
van Geffen (208)
Secretaris J.K.M. Meinsma(212)
Wethouders
B.v.d.Dijssel( 73) G.S.Klooters (167)
Raadsleden
A.Kuijer (188)
E.A.Smorenburg (266)
C. van Logtenstein (198)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
B.v.d.Dijssel 73)
F.C.Kuijper (187)
G.C. Klooters (167)
P.Voskuilen (300)
M.Muts(218) J.Kok (174)
1879-1881
Burgemeester.
Jhr.F.W.H.P.J.Martini van
Geffen(tot 2-2-1881)(208)
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (31-3-1881)(204)
Secretaris. J.K.M.Meinsma(212)
Wethouders.
B.v.d.Dijssel (73) G.C.Klooters (167)
Raadsleden.
A.Kuijer (188)
E.A.Smorenburg (266)
C. van Logtenstein (198)
G.van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
B.v.d Dijssel 73)
F.C.Kuijpers (187)
G.C.Klooters (167)
P.Voskuilen(300)
M.Muts (tot 14-7-
1881)218
J.Kok(tot 29-9-1879) 174 P.Hartman(2-10-1879)128
Inw.per 1-1-1875 Inw.per 1-1-1877 Inw.per 1-1-1879
3442 3529 3628
Aantal zetels: 11 Aantal zetels:11 Aantal zetels: 11
r.k.10, prot.chr.1 r.k.10,prot.chr.1 r.k.10, prot.chr.1
Aantal vrouwen: n.v.t. n.v.t. n.v.t
Aantal S’ berg: 1 1 1
Gem.leeftijd periode 1875-1881: 58,9
Gem.zittingsduur per.1875-1881: 14,8
-
34
881-1883
Burgemeester.
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe(204)
Secretaris. J.K.M.Meinsma(212)
Wethouders
B.v.d.Dijssel(73) G.C.Klooters(167)
Raadsleden
A.Kuijer (188)
E.A.Smorenburg (266)
C. van Logtenstein (198)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
B.vd.Dijssel (73)
F.C. Kuijper (187)
G.C. Klooters (167)
P.Voskuilen-tot dec
1881(300)
G.v.d. Breemer -dec
1881(46)
G. van Heertum -
dec1881(129) P. Hartman (128)
1883-1885
Burgemeester C.J.W.Loten van Doelen
Grothe(204)
Secretaris. J.K.M.Meinsma(212)
Wethouders.
B.v.d.Dijssel (73) G.C.Klooters (167)
Raadsleden.
P (Peter) Kuijer (190)
W. van Logtenstein (200)
C. van Logtenstein (198)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
B.v.d.Dijssel 73)
F.Kuijper (187) G.C.Klooters (167)
G.v.d. Breemer(46)
G van Heertum (129)
P.Hartman (128)
1885-1887
Burgemeester. C.J.W.Loten van Doelen
Grothe(204)
Secretaris. J.K.M.Meinsma(212)
Wethouders
B.v.d.Dijssel (73 G.C.Klooters (167)
Raadsleden
.P. Kuijer (190)
W. van Logtenstein(200)
C. van Logtenstein (198)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
B.v.d.Dijssel (73)
F.C.Kuijper (187) G.C.Klooters (167)
G.v.d.Breemer(46)
G. van Heertum (129)
P.Hartman (128)
Inw.per 1-1-1881 Inw.per 1-1-1883 Inw.per 1-1-1885
3628 3745 3776
Aantal zetels: 11 11 11
r.k. 11 r.k.11 r.k. 11
Aantal vrouwen:n.v.t. n.v.t n.v.t.
Aantal S’ berg: 1 1 1
Gem.leeftijd periode 1881-1887:57,8
Gem.zittingsduur per.1881-1887: 13,7
-
35
1887-1889
Burgemeester.
G.J.W. Loten van Doelen
Grothe(204)
Secretaris.
J.K.M.Meinsma(tot 26-7-
1888)((212)) J.G.Boots (per1–8-1888)-37
Wethouders
F.C.Kuijper (187)
G.C.Klooters ( tot juni
1888) 167
P. Hartman (vanaf juni
1888)-128
Raadsleden
P.Kuijer (190)
W. van Logtenstein(200)
C. van Logtenstein (tot
nov.88)-198
G.Wantenaar(vanaf
nov.88)-305
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst(138)
C.J.W.Loten van Doelen
(Grothe-204
F.C.Kuijper(187)
G.C.Klooters(tot
okt.1888)-((167))
J. van Sprakelaar (vanaf
okt.1888)
G. v.d.Breemer(46)
G. van Heertum(129) P.Hartman(128)
1889-1891
Burgemeester.
G.J.W. Loten van Doelen
Grothe (204)
Secretaris.
J.G.Boots
Wethouders
F.C.Kuijper (187)
P.Hartman (128)
Raadsleden
P.Kuijer (190) W. van Logtenstein(200)
G.Wantenaar (305)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (204) F.C.Kuijper (187)
J. van Sprakelaar (268)
G.v.d.Breemer (46)
G. van Heertum(129) P. Hartman(128)
1891-1893
Burgemeester
G.J.W. Loten van Doelen
Grothe (204)
Secretaris
J.G.Boots tot 1-5-1892)37
H.H.Jonkergouw (per 15-
5-1892)((154))
Wethouders
F.C. Kuijper (187) P.Hartman (128)
Raadsleden
P.Kuijer (190)
W. van Logtenstein(200)
G.Wantenaar (305)
G. van Hofslot (142)
R.Hilhorst (138)
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (204) F.C. Kuijper (187)
J. van Sprakelaar (268)
G. v.d. Breemer (46)
G. van Heertum (129) P. Hartman(128)
Inw.per 1-1-1887 Inw. per 1-1-1889 Inw.per 1-1-1891
3859 3884 3917
Aantal zetels: 11 11 11
r.k.9, prot.chr.2 r.k. 9, prot.chr.2 r.k.9, prot.chr.2
Aantal vrouwen:n.v.t. n.v.t. n.v.t
Aantal S’ berg: 1 1 1
-
36
1891-1895
Burgemeester C.J.W. Loten van Doelen
Grothe (204)
Secretaris.
H.H. Jonkergouw (154)
Wethouders
1895-1897
Burgemeester C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (204)
Secretaris. H.H.Jonkergouw(154)
1897-1899
Burgemeester C.J.W.Loten van Doelen
Secretaris H.H.Jonkergouw(154)
Wethouders
P.Hartman (128) F.C.Kuijper(187)
Raadsleden
P. Kuijer (190)
W.. van Logtenstein(200)
G.Wantenaar (305)
A.Kok (169)
C.Kok (172)
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (204)
F.C.Kuijper(187)
J. van Sprakelaar(268)
G.v.d.Breemer(46)
G. van Heertum (129) P. Hartman(128)
P.Hartman (128) F.C.Kuipers (187)
Raadsleden
P. van Roomen(245)
P.v.d.Breemer(48)
G.Wantenaar(305)
A.Kok (169)
C.Kok (172)
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe(204)
F.C.Kuijper(187)
J. van Sprakelaar(268)
G.v.d.Breemer(46)
G. van Heertum(129) P. Hartman(128)
F.C.Kuipers (187)
P.hartman (128)
Raadsleden
P. van Roomen(245)
P.v.d.Breemer(48)
G.Wantenaar(305)
A.Kok (169)
C.Kok.(172)
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe(204)
F.C.Kuijper(187)
J. van Sprakelaar*(268)
P.v.d.Dijssel (75)
L. van Maaren(205)
P.Hartman(128)
E.J.van der Flier(per 12-
5-1898)((100)
* In dec. 1897 wordt
melding gemaakt dat hij
ontslag heeft genomen
-
37
Inw.per 1-1-1893 Inw.per 1-1-1895 inw.per 1-1-1897
4061 4071 4235
Aantal zetels: 11 11 11
r.k.9, prot.chr.2 r.k. 9 prot.chr.2 r.k. 9, prot.chr.2
Aantal vrouwen: - - -
Aantal S’ berg: 1 1 1
Gem.leeftijd periode 1893-1899: 50,
Gem.zittingsduur per. 1893-1899:10,2
-
38
Gemeenteraad 1903 1) C.Kok 2) P.Hartman (weth.), 3) F.C.Kuijper (weth.) 4) A.Kok 5) L. van Maaren, 6) H. van Klooster, 7)
L.A.Sevenhuizen, 8) P.v.d.Breemer, 9) E.J.v.d.Flier, 10) P. van Roomen, 11)W.L.Top, 12)
H.H.Jonkergouw, secretaris.
N.B. Deze foto is ook afgebeeld in het boek “ “100 jaar Soest en Soesterberg in woord en beeld” van
H.Gerth en J.Piekema en in het boekje “Soest en Soesterberg in oude ansichten” van E.Heupers. Bij
die afbeeldingen zijn bij de onderschriften de namen van de heren A. en C.Kok verwisseld.
-
39
1899-1901
Burgemeester
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (204)
Secretaris
H.H.Jonkergouw (154)
Wethouders
P.Hartman (128) F.C.Kuijper (187)
Raadsleden
P. van Roomen (245)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
G.Wantenaar (305
A.Kok (169)
C.Kok (172)
L.A.Sevenhuijsen (257)
F.C.Kuijper (187)
E.J.v.d.Flier (100)
P.v.d.Dijssel (75)
L. van Maaren (205) P.Hartman (128)
1901-1903
Burgemeester
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (204)
Secretaris H.H.Jonkergouw
(154)
Wethouders
P.Hartman (128) F.C.Kuijper (187)
Raadsleden
P. van Roomen (245)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166)
A.Kok (169)
C.Kok (172)
L.A. Sevenhuijzen (257)
F.C.Kuijper (187)
E.J.v.d. Flier (100)
W.L.Top (287)
L. van Maaren(205) P.Hartman 128)
1903-1905
Burgemeester C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (204)
Secretaris H.H.Jonkergouw
(154)
Wethouders
P.Hartman (128) F.C.Kuijper (187)
Raadsleden
P. van Roomen (245)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166)
A.Kok (169)
C.Kok (172)
L.A.Sevenhuijsen (257)
F.C. Kuijper (187)
E.J. v.d. Flier (100)
W.L.Top (287)
L. van Maaren (205) P. Hartman (128)
Inw. per 1-1-1899 Inw. per 1-1-1901 Inw.per 1-1-1903
4354 4430 4475
Aantal geldige stemmen
In 1899: 286
Aantal zetels: 11 11 11
r.k. 9, prot.chr.1,overig:1 r.k.8,prot.chr.2,overig 1 r.k.9,prot.chr.2,overig:1
Aantal vrouwen: - - -
Aantal S’ berg 1 1 1
Gem.leeftijd periode 1899 –1905: 52,5
Gem.zittingsduur per.1899- 1905: 10,7
-
40
1905-1907
Burgemeester
C.J.W. van Loten Doelen
Grothe (204)
Secretaris H.H.Jonkergouw ( 154)
Wethouders
P.Hartman (128) F.C.Kuijper (187
Raadsleden.
P. van Roomen (245)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166)
A.Kok (169)
C.Kok (172)
L.A. Sevenhuijsen (257)
F.C.Kuijper (187)
E.J.v.d.Flier (100)
W.L.Top (287)
L.van Maaren(205) P.Hartman (128)
1907-1909
Burgemeester C.J.W. van Loten Doelen
Grothe (204)
Secretaris
H.H.Jonkergouw ( 154)
tot 1-11-1908
J.H.Benschop (19) vanaf
1-11-1908
Wethouders
P. Hartman(128) tot 1-9-
1908
P.v.d.Breemer Jzn(48)
vanaf 1-9-1908) F.C.Kuijper (187)
Raadsleden
G.Hilhorst (134)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166)
A.Kok (169)
C.Kok (172)
A.G. Wilkens (315)
F.C. Kuijper (187)
E.J.v.d.Flier(100)feb.1909
P.A.Endendijk(97)v.a. “
W.L.Top (287)
L. van Maaren (205) P.Hartman (128)
1909-1911
Burgemeester
C.J.W. van Loten Doelen
Grothe (204)
Secretaris. J.H. Benschop (19)
Wethouders
P. v.d.Breemer Jzn(48) F.C.Kuijper (187)
Raadsleden.
G.Hilhorst (134)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166)
A.Kok (169)
C.Kok (172)
A.G.Wilkens (315)
F.C.Kuijper (187)
P.A.Endendijk (97)
W.L.Top (287)
L. van Maaren (205) P.C.W. Foeken (103)
Inw.per 1-1-1905 Inw. per 1-1-1907 Inw.per 1-1-1909
4638 4912 5183
Aantal zetels : 11 11 11
r.k.8,prot.chr.2,overig 1 r.k.8,prot.chr.2,overig 1 r.k.8,prot.chr.2,overig 1
Aantal vrouwen: - - -
Aantal S’ berg: 1 1 1
Gem.leeftijd periode 1905-1911: 57
Gem.zittingsduur per.1905-1911: 13,3
-
41
Gemeenteraad 1914
1) P.v.d.Breemer Gzn) 2) P.C.W.Foeken, 3)P.A.Endendijk, 4) G.Hilhorst, 5) W.L.Top,
6) A.Kok, 7)P.v.d.Breemer Jzn.(weth), 8) bode T. Beusel 9)J.H.Benschop, secretaris,
10)C.J.W. Loten van Doelen Grothe-burgemeester, 11)H. van Klooster (weth),
12) ? ? 13) H.Fugers.
Opmerkingen: In de raad van 1914 had ook zitting de heer A.J.Balvers uit Soesterberg.
Mogelijk is dat de persoon met nr.12. Daarnaast heeft tot 10-6-1914 zitting gehad H.Koppe-
schaar die echter in 1914 geruime tijd afwezig is geweest in verband met het verrichten van
artswerkzaamheden‟ te velde” i.v.m. oorlogsomstandigheden. Zijn opvolger m.i.v. 17-7-1914
was de heer G.v.d.Burg. Vermoedelijk is de foto echter voor het aantreden van G.v.d.Burg
genomen omdat burgemeester Loten van Doelen Grothe tot 17-7-1914 burgemeester was.
-
42
1911-1913
Burgemeester
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (204)
Secretaris
J.H. Benschop (19)
Wethouders.
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166)
Raadsleden.
G.Hilhorst (134)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166)
A.Kok (169)
P.v.d. Breemer Gzn(49)
A.G.Wilkens(315) tot
18-4-1912
H.Fugers(104)v.a.apr1912 H.Koppeschaar (179)
P.A.Endendijk (97)
W.L.Top (287)
L. van Maaren (205) P.C.W. Foeken (103)
1913-1915
Burgemeester
C.J.W.Loten van Doelen
Grothe (245) tot 17-7-
1914
J.A.A.H. de Beaufort (13) Per 10-11-1914)
Secretaris.
J.H. Benschop (19)
Wethouders
P.v.d.Breemer Jzn(48) H. van Klooster (166)
Raadsleden.
G.Hilhorst (134)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166)
A.Kok (169) P.v.d.Breemer Gzn(49)
H.Fugers (104)
H.Koppeschaar(179) tot
10-6-1914)
G.v.d.Burg (59)v.a.
17-7-1914
P.A.Endendijk (97)
W.L.Top (287)
A.J.Balvers (10) P.C.W.Foeken (103)
1915-1917
Burgemeester J.A.A.H. de Beaufort (13)
Secretaris.
J.H. Benschop (19)
Wethouders
P.v.d.Breemer Jzn(48) H. van Klooster (166)
Raadsleden
G.Hilhorst (134)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. Van Klooster (166) A.Kok (169)
P.v.d.Breemer Gzn(49)
H.Fugers (104)
G.v.d.Burg (59)
P.A. Endendijk (97)
W.L.Top (287)
A.J.Balvers (10)
P.C.W.Foeken 103) tot
oktober 1916) S. den Zoeten (321) per 14-
5-1917)
Inw.per 1-1-1911 Inw. per 1-1-1913 Inw.per 1-1-1915
5307 5605 6061
Aantal zetels: 11 11 11
r.k.6,prot.chr.4,overig 1 r.k.6,prot.chr.4,overig 1 r.k.6,prot.chr.4,overig 1
Aantal vrouwen: -
Aantal S’berg: 1 1 1
Gem.leeftijd periode 1911-1917: 50,6
Gem.zittingsduur per.1911-1917:9,2
-
43
1917-1919
Burgemeester J.A.A.H. de Beaufort (13)
Secretaris J.H.Benschop (19)
Wethouders
P.v.d. Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166)
tot 28-3-1918)
G. van den Burg (59)per 3-6-1918 tot 20-2-1919
S.den Zoeten(321) per 20-2-1919
Raadsleden
G.Hilhorst (134)
P.v.d.Breemer Jzn(48)
H. van Klooster (166) tot
28-3-1918)
W. van Hofslot(143) per
31-5-1918)
A.Kok (169)
P.v.d.Breemer Gzn(49)
G.v.d.Burg (59)
P.A. Endendijk (97)
W.L.Top (287)
A.J.Balvers (10)
S. den Zoeten 321) H.Fugers (104)
Inw.per 1-1-1917: 6501
Bij verkiezingen in 1917 brachten 442 hun
stem uit. In 1918: 457
Aantal zetels:11(r.k.6,prot.chr.4,overig 1)
Aantal vrouwen: 1
Aantal S’ berg: 1
Gem.leeftijd:57,1
Gem.zittingsduur: 10,6
-
44
Gemeenteraad 1919-1923
1). M.Scheffer-rk.staatspartij 2)A.O.Dammers- Vrijheidsbond, 3)P.C.W.Foeken-CHU,
4) P.v.d.Breemer(weth)-r.k.staatspartij, 5)G.G.A.Batenburg-secretaris, 6) J.A.A.H. de
Beaufort-burgemeester, 7) P.A. Endendijk-AR, 8) Th.Butselaar-rk.staatspartij, 9)G. Hil-
Horst-r.k.staatspartij, 10)C.F.W.Rietveld-AR, 11)H. Butselaar-r.k.staatspartij 12) D.v.d.Broek-SDAP, 13 bode Beusel. Op de foto ontbreekt het raadslid S.F.Besselen(SDAP)
-
45
1919-1923
Burgemeester J.A.A.H. de Beaufort (13)
Secretaris
J.H.Benschop (19) - tot 1-1-1920 J.G.A.Batenburg(12) - per 1-1-1920
Wethouders
P.A. Endendijk (97) - AR
B.F.A.Mikx (214) - R.K staatspartij tot 9-4-1921 P.v.d.Breemer Jzn(48)- R.K.staatspartij per 26-4-1921
Raadsleden
S.F.Besselsen (26) - SDAP
P.v.d.Breemer Jzn(48)- R.K.staatspartij
D.v.d.Broek (51) - SDAP tot 24-7-1923;opgevolgd door W.van Eck
H.Butselaar (62) - R.K.staatspartij per 26-4-1921;opvolger van B.F.A.Mikx
Th.Butselaar (64) - R.K.staatspartij per 28-2-1921;opvolger van A. van Dorresteijn
A.O.Dammers (71) - Vrijheidsbond per 28-2-1921;opvolger van L.A.Sevenhuijsen
A. van Dorresteijn(83)- R.K.staatspartij tot 28-2-1921; opgevolgd door Th.Butselaar W. van Eck (92) - SDAP per 24-7-1923; opvolger van D.v.d.Broek
P.A.Endendijk (97) - AR
P.C.W.Foeken (103) - CH per 25-11-1921;opvolger van S. den Zoeten
G.Hilhorst (134) - R.K. staatspartij
B.F.A.Mikx (214) - R.K.staatspartij tot 26-4-1921;opgevolgd door H.Butselaar
C.F.W.Rietveld (242) – AR
L.A. Sevenhuijsen(257) Vrijheidsbond tot 28-2-1921;opgevolgd door A.O.Dammers
M. Scheffer (251) - R.K.staatspartij S. den Zoeten(321) - CH tot 30-8-1921; opgevolgd door P.C.W.Foeken
Inw.per 1-1-1919: 7137
Aantal geldig stemmen 1400
Aantal zetels:: 11 (R.K.staatspartij 5,AR 2,
CH 1, SDAP,2 Vrijheidsbond 1)
Aantal vrouwen: -
Aantal S’ berg: 1
Gem.leeftijd: 50,6
Gem.zittingsduur: 7
-
46
1923-1927
Burgemeester
J.A.A.H.de Beaufort (13) - tot 1-11-1923
Jhr.P.P. de Beaufort (14) - 16-11-1923
tot 1-11-1925 G.Deketh (76) - per 15-1-1926
Secretaris J.G.A.Batenburg (12)
Wethouders
R.L.v.d. Berg(24) - CH
J.J.A. de Koning(177)- R.K.staatspartij - tot 22-8-1924
J.J. van Elten (96) - R.K.staatspartij - per 22-9-1924 P.A.Endendijk (97) - AR - 30-11-1925 tot 19-2-1926
Raadsleden
S.F.Besselsen (26) - SDAP
R.L.v.d. Berg (24) - CH P.v.d.Breemer Jzn(48)- R.K. staatspartij
J.H. van Doorne (81) - Vrijheidsbond - per 26-9-1925; opvolger van W.A.A.Heijnings
L.H.Dorste-Wilmans(85)Vrijz.democraten
W.van Eck (92) - SDAP
J.J. van Elten (96) - R.K.staatspartij
P.A. Endendijk (97) - AR
P.C.W.Foeken(103) - CH - tot 30-5-1927; opgevolgd door H.Pastunnik
W.A.Heijnings130) - Vrijheidsbond - tot 29-4-1925;opgevolgd door J.H. van Doorne
G.Hilhorst (134) - R.K.staatspartij
J.J.A. de Koning(177)- R.K.staatspartij
E. Legemaat (194) - AR - per 23-9-1926; opvolger van C.F.W.Rietveld
H.Pastunink (232) - CH - per 19-6-1927; opvolger van P.C.W.Foeken
C.F.W.Rietveld (242) - AR - tot 23-9-1926; opgevolgd door E.Legemaat M.Scheffer (251) - R.K. staatspartij
Inw. per 1-1-1923: 9605
Aantal geldige stemmen: 3524
Aantal zetels: 13 (R.k.staatspartij 5, AR
2, CH 2, SDAP 2, Vrijheidsbond 1,
Vrijz.dem. 1)
Aantal vrouwen: 1
Aantal S’ berg: 2
Gem.leeftijd: 58,5
Gem.zittingsduur:9,1
-
47
Gemeenteraad 1923-1927(t.g.v. installatie van burgemeester De Beaufort)
1)R.L.v.d.Berg(weth)-CH, 2)Jvr.A.H. de Beaufort-Hooft Graafland, echtgenote burgemeester,
3)jhr.P.P. de Beaufort-burgemeester, 4)J.G.A.Batenburg-secretaris, 5) J.J.A. de Koning(weth.)
-R.k.staatspartij, 6) G.Hilhorst-r.k.staatspartij, 7) J.J. van Elten-r.k.staatspartij,8) C.F.W.Riet-
veld-AR, 9) M.Scheffer-r.k.staatspartij, 10)L.H.Droste-Wilmans-Vrijz.democraten,
11) W. van Eck-SDAP, 12) bode Beusel, 13) P.A.Endendijk-AR, 14) P.C.W.Foeken-CH, 15) P.v.d.Breemer-r.k.staatspartij, S.F.Besselsen-SDAP.
-
48
Gemeenteraad 1923-1927(t.g.v. installatie burgemeester Deketh)
1) P.C.W.Foeken-CH, 2)L..H.Droste-Wilmans-Vrijz.Democraten 3) I.A.Deketh-
PutmanCramer-echtgenote burgemeester 4) G. Deketh- burgemeester, 5) R.L.v.d.Berg (weth)-
CH 6) P.A.Endendijk-AR, 7) C.F.W.Rietveld-AR, 8) G.Hilhorst-r.k.staatspartij 9) M.Scheffer
r.k. staatspartij, 10) S.F.Besselsen-SDAP, 11) W. van Eck-SDAP, 12) J.H. van Doorne-
Vrijheidsbond, 13)J.J. van Elten(weth.)-r.k.staatspartij, 14) J.G.A..Batenburg-secretaris, 15) J.J.A. de Koning-r.k.staatspartij, 16)P.v.d.Breemer-r.k.staatspartij, 17 bode Beusel.
-
49
1927-1931
Burgemeester G.Deketh (76)
Secretaris J.G.A.Batenburg (12)
Wethouders
P.A. Endendijk (97) - AR A.J.C.Koenders(168) - R.K.staatspartij
Raadsleden
P.v.d.Breemer Jzn(48)- R.K.staatspartij
L.den Bliek(31) - CH - tot 17-8-1929; opgevolgd door mevr.S.G.
Landweer-de Visser
D.A. de Bruijn (54) - AR
W.F.H,.Busch (61) - Onafh.arbeiderspartij
A.O. Dammers (71) - Vrijheidsbond - tot 2-10-1928; opgevolgd door H.J.Gasille
W.H.C.Doorman(82) - Vrijheidsbond
J.H. van Doorne (81) - Vrijheidsbond
P.A.Endendijk (97) - AR
H.J.Gasille (107) - Vrijheidsbond - per 2-10-1928; opvolger van W.O. Dammers
G.J.Grootewal (123) - Onafh.Soesterberg
G.Hilhorst (134) - R.K.staatspartij
H. van Klooster (166) - R.K.staatspartij
A.J.C.Koenders (168) - R.K.staatspartij
S.G.Landweer-de Visser (191) CH - per 30-9-1929 ; opvolgster van L.den Bliek G.Pronk (238) - R.K. staatspartij
Inw. per 1-1-1927: 12309
Aantal geldige stemmen 4778
Aantal zetels: 13 ( R.K.staatspartij 5, AR 2,
CH 1, Vrijheidsbond 3, Onafhank.arbeiders-
Partij 1, Onafhankelijk Soesterberg 1
Aantal vrouwen: 1
Aantal S’berg : 1
Gem.leeftijd: 51,8
Gem.zittingsduur: 10,4
-
50
1931-1935
Burgemeester G. Deketh ( 76)
Secretaris J.G.A.Batenburg (12)
Wethouders
J.S. van Duren(88) - R.K.staatspartij - tot 25-10-1933
H. van Klooster(166) - R.K.staatspartij - per 23-11-1933 K.Lodeesen (197) - chr.georg.arb(afsplitsing AR)
Raadsleden
H.Th.v.d.Berg(21a) - R.K.staatspartij - per 18-1-1933; opvolger van J.J.H.Mineur
T.Bleeker (29) - SDAP - tot 14-6-1932;opgevolgd door A. de Nies
P.v.d.Breemer Jzn(48)- R.K.staatspartij
D.A. de Bruijn (54) - AR
W.F.H.Busch (61) -Vrijheidsbond - tot maart 1934; opgevolgd door J.Stroband
C.J. van Dam (70) - R.K. staatspartij
J.S. van Duren (88) - R.K. staatspartij
P.A. Endendijk (97) - AR
H.Funke (105) - Vrijheidsbond - tot 30-4-1934; opgevolgd door A.Mulder
H.J.Gasille (107) - Vrijheidsbond
G.J.Grootewal (123) - Vrijheidsbond
M.Hornsveld (146) - CH
H. van Klooster (166) – R.K.staatspartij
K.Lodeesen(197) - Chr.georg.arbeiders
A.Mulder (216) - Vrijheidsbond - per 22-6-1934; opvolger van mevr.H.Funke
J.J.H.Mineur (215) - R.K.staatspartij - tot 18-1-1933; opgevolgd door H.Th.v.d.Berg
A. de Nies (221) - SDAP - per 28-9-1932; opvolger van T.Bleeker
J.Noorder (223) - SDAP J.Stroband (280) - Vrijheidsbond - per 26-3-1934; opvolger van W.F.H.Busch
Inw.per 1-1-1931: 13938
Aantal geldige stemmen: 5635
Aantal zetels: 15 (R.K.staatspartij: 5, AR 2, CH 1,
SDAP 2, Vrijheidsbond 4, Chr.georganiseeerde
arbeiders 1)
Aantal vrouwen: -
Aantal S’ berg: 2;vanaf 1935: 3
Gem.leeftijd: 57,4 Gem.zittingsduur: 9,2
-
51
1935-1939
Burgemeester
G. Deketh (76) - tot 20-4-1937 W.A.J.Visser (298) - per 1-8-1937
Secretaris J.G.A.Batenburg (12)
Wethouders
D.A. de Bruijn (54) - AR
WH.C.Doorman(82) - Vrijheidsbond - tot 3-10-1935 H.J.Gasille (107) - Vrijheidsbond - per 3-11-1935
Raadsleden
J.J.D.v.d.Berg(23) - R.K.staatspartij
J.E. van Breukelen(50) Onafhankelijke lijst
D.A. de Bruijn (54) - AR
W.H.C.Doorman(82) - Vrijheidsbond - tot 3-10-1035
T.Dorresteijn (84) - AR - per 27-2-1939; opvolger van P.A.Endendijk
P.A.Endendijk (97) - AR - tot 27-2-1939; opgevolgd door T.Dorresteijn
H.J.Gasille (107) - Vrijheidsbond
J.H.Grift (120) - SDAP - per 3-8-1938; opvolger van P.Helmus
P.Helmus (131) - SDAP - 30-9-1936 tot 5-5-1938; opvolger van A. de
Nies en opgevolgd door J.H.Girft
A.P. Hilhorst (133) - R.K. staatspartij
J.H.Hom (145) - R.K. staatspartij
M. Hornsveld (146) - CH
H. van Klooster (166) - R.K. staatspartij - tot 22-12-1938; opgevolgd door H.C.Valkenet
A. de Nies (221) - SDAP - tot 29-6-1936; opgevolgd door P.Helmus
J.Nooder (223) - SDAP
J. Stroband (280) - Vrijheidsbond - per 11-11-1935; opvolger van W.H.C.Doorman
M.C.Thijssen (283) - Onafhankelijke lijst
H.C.Valkenet (289) - R.K. staatspartij - per 22-12-1938; opvolger van H. van Klooster
J.v.d.Ven (293) - Algemeen belang H.Zijlstra (323) - AR
Inw. per 1-1-1935:16194
Aantal geldige stemmen: 6918
Aantal zetels: 15 ( R.K.staatspartij:4,
AR 3, CH 1, SDAP 3, Vrijheidsbond 2,
Onafhankelijken 2,Algem.belang 1
Aantal vrouwen: -
Aantal S’berg: 2
Gem.leeftijd: 58,9
Gem.zittingsduur: 6,8
-
52
Gemeenteraad 1939-1941
1)?? 2) ?? 3) J.H.Hom, r.k.staatspartij, 4)H.J.Gasille(weth)-liberalen, 5) S.G.Landweer-
de Visser-CH, 6) ?? 7)K. de Haan-SDAP, 8) J.Nooder-SDAP, 9)J.v.d.Arend-AR,
10) ?? 11) A.P.Hilhorst, r.k.staatspartij, 12) T.Dorresteijn-AR, 13) A.L. des Tombe-
burgemeester, 14) Jhr.C.H.v.d.Brandeler, r.k.staatspartij, 15)J.G.A.Batenburg-secretaris,
16) ?? 17) ??
Behalve de hierboven genoemde namen hadden in de raad van 1939-1941 zitting:
P.Beekman(AR), J.J.D.v.d.Berg(r.k.staatspartij) B.W.C.Dwars(Algemeen belang),
M.Hornsveld (CH) J.Stroband(liberalen) en J.v.d.Ven (Algemeen belang)
-
53
In 1941 is de gemeenteraad buiten spel gezet.
Burgemeester des Tombe en de wethouders (Gasille en Hilhorst) hebben tot 1944 gefunctioneerd.
Toen moest de burgemeester onderduiken en in zijn plaats stelden de Duitse bezetting een NSB-
burgemeester aan (de Goor van Oosterling)
-
54
1945-1946
Burgemeester
A.L. des Tomb