SOCIALE DEELNAME EN STEUN BEVORDERT … 8 oktober 2013/Microsoft...Microsoft Word - CP verslag 0810...

4

Click here to load reader

Transcript of SOCIALE DEELNAME EN STEUN BEVORDERT … 8 oktober 2013/Microsoft...Microsoft Word - CP verslag 0810...

Page 1: SOCIALE DEELNAME EN STEUN BEVORDERT … 8 oktober 2013/Microsoft...Microsoft Word - CP verslag 0810 ok _2_.docx Author 117031 Created Date 11/4/2013 1:37:46 PM ...

SOCIALE DEELNAME EN STEUN BEVORDERT MENTALE GEZONDHEID Sociale participatie en het hebben van sociale contacten zijn van groot belang voor een goede geestelijke gezondheid. Onderzoek op dit gebied is erg actueel, omdat de overheid steeds meer verwacht van de ‘eigen kracht’ van burgers. Tijdens het CEPHIR-seminar ‘Eigen kracht, participatie, kwetsbaarheid en gezondheid’ op 8 oktober, met ruim vijftig bezoekers, werd een aantal relevante studies en voorbeelden op dit gebied besproken. Dagvoorzitter Lex Burdorf (Erasmus MC) vond ‘eigen kracht’ een actueel thema, maar tegelijk een van de meest misbruikte termen van deze tijd. “Net als de term vitaliteit. Het onderzoek richt zich onder meer op de vraag: waar hebben we het over? Want dat is lang niet altijd duidelijk. Hoe meten we het en wat is het verband met gezondheid?” Sociale contacten Onderzoekster Simone Croezen (Erasmus MC) deed van 2006 tot 2010 promotie-onderzoek naar gezond ouder worden bij de Academische werkplaats AGORA (Wageningen universiteit en GGD Noord- en Oost-Gelderland). “Met de Ouderenmonitor vanuit de GGD’en hebben we onder andere de relatie onderzocht tussen sociale contacten en gezondheid. Het bleek dat ouderen gezonder waren als zij vaker sociale contacten hadden. Met name goed contact met de buren is belangrijk. Buren zijn dichtbij en kunnen worden ingeschakeld voor kleine klusjes. Dat soort kleine aspecten maken een groot verschil voor de gezondheid van mensen. Ook de tevredenheid over de sociale contacten draagt daar sterk aan bij.” Dat laatste is onderzocht met gegevens uit de Doetinchem Cohort Studie van het RIVM, waarmee mensen al meer dan twintig jaar worden gevolgd. Daaruit blijkt dat sociale steun een goede voorspeller is voor goede mentale gezondheid. “Maar sociale steun kan ook als negatief worden ervaren, bijvoorbeeld bij overbezorgdheid. Dan is er een omgekeerde relatie met mentale gezondheid.” Croezen liet ook gegevens zien uit het SHARE-project (Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe), de grote Europese studie naar sociale, economische en gezondheidsindicatoren bij 50-plussers. De studie is gestart in 2004 en loopt momenteel in 19 landen. In de studie wordt ook sociale participatie gemeten, in de vorm van bijvoorbeeld sport, vrijwilligerswerk, of inzet voor een maatschappelijke organisatie. In Nederland blijkt bijna veertig procent van de bevolking deel te nemen aan vrijwilligerswerk. Nederland is daarmee koploper wat betreft participatie. Maar Croezen plaatste een kanttekening: “Misschien zijn mensen in bijvoorbeeld Spanje wel sociaal actief, maar benoemen ze het anders.” In de studie is ook de prevalentie van depressieve symptomen gemeten. Croezen liet weten: “Het lijkt er op dat meer sociale participatie samenhangt met minder depressie. Daaruit blijkt het belang van sociale participatie.” Burgerinitiatieven Ilse Flink (Erasmus MC) vertelde over een Klein maar Fijn-onderzoek naar burgerinitiatieven op het gebied van sporten en bewegen in lage SES-wijken. Zij zocht naar stimulerende en belemmerende factoren bij het ontstaan, voortzetten en uitbouwen van deze initiatieven. Dat gebeurde bij tien burgerinitiatieven op

Page 2: SOCIALE DEELNAME EN STEUN BEVORDERT … 8 oktober 2013/Microsoft...Microsoft Word - CP verslag 0810 ok _2_.docx Author 117031 Created Date 11/4/2013 1:37:46 PM ...

het gebied van sporten en bewegen in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Den Haag en Den Bosch. Ilse deed interviews met trekkers en vrijwilligers. Initiatiefnemers zijn vaak sleutelfiguren in een wijk die al actief zijn in bijvoorbeeld buurtwerk, een school, een migrantenorganisatie of een moskee. “Het hebben van contacten in een wijk bleek een belangrijke factor bij het ontstaan van een initiatief. Ook contacten met externe partijen, bijvoorbeeld een opbouwwerker. Het doel was meestal niet zozeer het sporten op zich, maar meer om mensen uit hun isolement te halen. Initiatieven hebben belangrijke spin-off effecten, zoals betere contacten in de wijk en verbetering van de Nederlandse taal. Er bleek weinig behoefte aan formeel contact, want waarom zou je moeten vergaderen als je elkaar al bij de supermarkt ontmoet?” Belemmerende factoren zijn onder meer dat de trekkers vaak vinden dat anderen hun initiatief niet willen of kunnen overnemen, het beperkte bereik van de initiatieven, en gebrek aan geld en tijd om een initiatief uit te bouwen. Een aanbeveling voor de praktijk is om als professional een bescheiden en vooral faciliterende rol in nemen bij deze burgerinitiatieven. Goede ondersteuning vraagt één duidelijke en laagdrempelige contactpersoon. Verder is het mogelijk om initiatiefnemers en vrijwilligers te belonen, bijvoorbeeld met een cursus, en verbinding te zoeken met andere initiatieven. Lex Burdorf zag een parallel met projecten vanuit de gemeente: “Sleutelfiguren bij burgerinitiatieven moeten op een gegeven moment loslaten en het aan anderen doorgeven. Dat vind ik wel een opvallend aspect hierbij. Wat dat betreft zijn initiatiefnemers vergelijkbaar met ons.” Niet afgebakend Astrid Etman (Erasmus MC) doet momenteel promotieonderzoek naar kwetsbaarheid onder ouderen. Maar wat is kwetsbaarheid? En wat zijn ouderen? Het zijn begrippen die niet duidelijk zijn afgebakend. “In de wetenschap kan het gaan om 55-plussers, 65-plussers of 75-plussers. Het preventieonderzoek wordt meestal gedaan bij 55-plussers, omdat er op die leeftijd meestal nog weinig klachten zijn.” Ook kwetsbaarheid kan worden bekeken op verschillende niveaus: fysiek, mentaal en sociaal. Er zijn verschillende criteria voor kwetsbaarheid, maar over het algemeen gaat het om een verhoogde kans op verminderde zelfredzaamheid. Overigens is het geen ‘verloren zaak’ als iemand kwetsbaar is, liet Etman weten: “Vanaf een bepaald punt kun je achteruitgaan, of juist verbeteren. Dat is een omkeerbaar proces. Oorzaak en gevolg van kwetsbaarheid zijn bovendien niet altijd duidelijk: neem je niet deel aan de maatschappij omdat je achteruitgaat, of ga je achteruit omdat je niet deelneemt?” Etman noemde ook aantallen van mensen die kwetsbaar zijn. Zij heeft gegevens gepubliceerd van de voornoemde SHARE-studie met ruim veertienduizend thuiswonende 55-plussers. In 2004 was ongeveer de helft van hen niet kwetsbaar, terwijl bijna veertig procent in het voorstadium van kwetsbaarheid was en bijna negen procent al kwetsbaar was. Twee jaar later was ruim eenvijfde achteruitgegaan, was zestien procent verbeterd en ruim zestig procent niet veranderd. Gezond gedrag, algemene gezondheid (lichamelijk en mentaal) en sociale participatie verkleinen de kans op kwetsbaarheid. Etman concludeerde dat met name roken, niet sporten, depressiviteit, niet sociaal actief zijn of het hebben van één of meer chronische ziekten vergroten de kans op achteruitgang. Licht alcoholgebruik vermindert de snelheid van achteruitgang. “Kwetsbaarheid

Page 3: SOCIALE DEELNAME EN STEUN BEVORDERT … 8 oktober 2013/Microsoft...Microsoft Word - CP verslag 0810 ok _2_.docx Author 117031 Created Date 11/4/2013 1:37:46 PM ...

hoort bij ouder worden, maar je kunt dingen uitstellen door gezond en actief te leven. Daar kan iedereen nú mee beginnen.” Sociale buurtcohesie Özcan Erdem (Gemeente Rotterdam) heeft onderzoek gedaan naar het belang van sociale cohesie in buurten. Gemiddeld in Nederland heeft tien procent van de bevolking van 12 jaar en ouder een mentale gezondheidsachterstand. Dat zijn ongeveer 1,4 miljoen inwoners. In de vier grote steden ligt het percentage hoger: ruim twaalf tot bijna vijftien procent. Angststoornissen en depressie behoren tot de top 4 van aandoeningen met de grootste ziektelast. Ruim twintig procent van alle zorgkosten wordt uitgegeven aan psychische stoornissen, wat overeenkomt met bijna 16 miljard euro. “Maar naast de hoge kosten zijn er negatieve gevolgen voor de persoon zelf en voor de maatschappij, zoals ontslag en verlies van inkomen, sociale uitsluiting met soms zelfmoordneigingen, en emotionele belasting voor de omgeving. Er is echter weinig bekend over de invloed van de sociale omgeving op geestelijke gezondheid.” Erdem onderzocht of sociale cohesie in buurten van invloed is op de geestelijke gezondheid van de bewoners. Hij deed dat met het databestand van de Gezondheidsmonitor 2008 van de GGD’en in de vier grote steden. De determinanten op individueel niveau (bijv. burgerlijke staat, werkloosheid, opleidingsniveau en leeftijd) hadden een sterke invloed op aanwezigheid van depressie. Er waren ook determinanten op buurtniveau, maar wel van veel kleinere invloed. In buurten met een gemiddeld hogere SES komt depressie minder vaak voor dan in de buurten met een gemiddeld lagere SES. Dat geldt ook voor sociale cohesie: bij meer sociale cohesie in de buurt is er minder depressie onder bewoners. Wat ook naar voren kwam was dat de relatie tussen buurt-SES en depressie werd gemedieerd door sociale cohesie in de buurt. Buurtfactoren als groen, fysieke kwaliteit van woning en stedelijkheid hadden geen significante relatie met depressie. Erdem adviseerde om te investeren in het versterken van sociale cohesie vooral in de lage SES buurten: “Dat zou depressie onder de bewoners kunnen verminderen.” Participatie Annemarieke van Egeraat van de Gemeente Rotterdam vertelde dat de verhouding tussen de overheid en burgers verandert: “Gebiedscommissies worden verantwoordelijk voor bewonersparticipatie. Overheidstaken worden deels overgedragen aan bewonerscollectieven, ‘sociale ondernemers’ en maatschappelijke organisaties. Bewoners worden uitgedaagd ‘hun ding’ te doen. Maar ze worden ook uitgenodigd om initiatieven te ontwikkelen op het gebied van taal, gezondheid, zorg, sport. De gemeente faciliteert niet alleen met geld, maar ook met kennis, netwerken en praktische hulp in de uitvoering. We stimuleren de straat- en wijknetwerken en daarnaast ook grotere initiatieven, zoals DoorDeWijks en Buurboek.” Een voorbeeld van een initiatief is de Holland Road van broer en zus Niek en Jorien Minderhout. Zij waren zelf aanwezig om daarover te vertellen. Jorien heeft in Afrika gezien hoe mensen in een dorp elkaar helpen met elkaars kennis en vaardigheden. “Ik wilde zoiets ook in Nederland. Hier werken vaak veel hulpverleners langs elkaar aan hetzelfde probleem, bijvoorbeeld bij multiprobleemgezinnen. Maar wij geloven dat ook hier mogelijkheden zijn voor verbinding tussen mensen. Ons idee is een soort huiskamer in de wijk, een

Page 4: SOCIALE DEELNAME EN STEUN BEVORDERT … 8 oktober 2013/Microsoft...Microsoft Word - CP verslag 0810 ok _2_.docx Author 117031 Created Date 11/4/2013 1:37:46 PM ...

warme plek waar iedereen zich thuisvoelt en kan binnenlopen met vragen. Daar kan bijvoorbeeld iemand met schulden in contact komen met een financieel deskundige die ook in de buurt woont. Dat neemt de drempel weg om hulp te vragen voor je probleem.” Het idee is nu in de planfase, met de gemeente als partner. Jorien: “Wij investeren in Rotterdam. Hopelijk gebeurt dat dan ook andersom.” Volgens Van Egeraat sluit dit initiatief aan bij de doelen van de gemeente, namelijk meer participatie vanuit de eigen kracht van mensen. “Burgers zoeken steeds vaker naar manieren om dingen zelf te doen, met de gemeente als één van de partners. Dat maakt hen minder afhankelijk van subsidie en geeft ruimte voor combinaties van publiek-private doelen en middelen.”