sn1-reincarnatie.pdf

92
1 Reïncarnatie Jan Willem Nienhuys Skeptische Noties 1

Transcript of sn1-reincarnatie.pdf

  • 1RencarnatieJan Willem Nienhuys

    Skeptische Noties 1

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 2

    1989 SKEPSISNiets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar ge-maakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elek-tronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval systemworden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming vande uitgever.

    Rencarnatiedoor J.W. Nienhuys

    Utrecht: Stichting SkepsisEen uitgave in de serie Skeptische Notities(ISSN 0925-0883; 1 / ISBN 90-73517-03-6)

    Digitale herdruk, mei 2012www.skepsis.nl/sn1.html

  • 3Deze Skeptische Notitie was het resultaat van mijn studies dievoortvloeiden uit het lidmaatschap van een werkgroep over ditonderwerp. Het was het eerste onderzoek op het terrein vanSkepsis waarover ik publiceerde. Sinds 1989 is er veel meer op ditgebied beschikbaar gekomen. Zo heeft bijvoorbeeld Paul Edwardseen boek geschreven, heeft Ian Stevenson nog meer boeken ge-publiceerd, heb ik zelf oorspronkelijke bronnen betreffende ShantiDevi gevonden en is de Australische tv-documentaire uit 1986 inhet tijdschrift Skepter ontmaskerd door Rob Nanninga.

    Sommige dingen zou ik nu niet meer zo vertellen, met nameover Atlantis, hypnose, meervoudige persoonlijkheden en bijna-doodervaringen. Ik heb ervan afgezien het geheel helemaal te her-schrijven. De conclusies zijn onveranderd: het religieuze geloof inrencarnatie zit vol tegenstrijdigheden en berust op wensdenken,en de zogenaamde bewijzen voor de realiteit van herinneringenaan vorige levens rammelen aan alle kanten.

    Voor deze websiteversie heb ik vrijwel alleen de spelling aange-past en wat tikfouten verbeterd. En dit voorwoord toegevoegd. Delijst van trefwoorden lijkt me overbodig geworden, want met deelektronische zoekfunctie kan men net zo vlug iets vinden.

    Jan Willem Nienhuys1 mei 2012

    Voorwoord bij de digitale versie

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 4

    Dooft de menselijke geest uit bij de dood, als een kaars? Ontwijktze het lichaam, zoals ook de laatste adem het lichaam ontwijkt?Kan in dat laatste geval de geest nog iets meemaken van wat eronder de levenden omgaat?

    Veel mensen geloven dat laatste, en menen zelfs dat ze na kor-ter of langer tijd opnieuw geboren zullen worden of dat ze al eenseerder geleefd hebben. Dat heet wedergeboorte of rencarnatie.

    Of je wedergeboorte moet zien als straf of als beloning of alseen tweede kans, daar verschillen de opvattingen over. Ook overde vraag of je je iets kunt herinneren van zon vorig bestaan ver-schillen de meningen.

    In deze brochure wil ik bespreken wat de argumenten en bewij-zen zijn voor rencarnatie, en ik wil ook proberen die op hunwaarde te schatten. Daarbij zal ik vooral ingaan op controleerbaarfeitenmateriaal en argumenten waarover te redeneren valt, en ikwil proberen die van geloofsovertuigingen te scheiden.

    Bij de samenstelling van deze brochure heb ik veel steun enhulp van anderen gehad, met name morele steun van de werk-groep Rencarnatie van Skepsis en hulp op het gebied van litera-tuur van Gerd Hvelmann.

    Tot slot iets over de verwijzingen. Veel in deze brochure heb ikaan literatuur ontleend. Waar mogelijk heb ik ook aangegeven waarik het vandaan heb. Zoiets als [Ducasse, 1961, p.210 e.v.] betekent:zie ook het geschrift van Ducasse uit 1961, pagina 210 en verder.Door middel van jaartallen zoals 1988a, 1988b worden verschillendepublicaties van eenzelfde auteur uit hetzelfde jaar onderscheiden.Bij tijdschriftartikelen is de pagina-aanduiding weggelaten. In deliteratuuropgave aan het eind zijn meer details te vinden over deaangehaalde werken.

    J.W. Nienhuys27 oktober 1989

    Voorwoord

  • 5

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 6

    Hoofdstuk 1. Geloofsvormen 91.1 Hindoes1.2 Boeddhisten1.3 Theosofie en Antroposofie1.4 Populaire opvattingen1.5 Cijfers

    Hoofdstuk 2. Bewijzen en argumenten 162.1 Bewijzen2.2 Argumenten

    Hoofdstuk 3. Hypnose en trance 193.1 Regressie3.2 Romans en fantasie3.3 Jane Evans3.4 Heksenproces3.5 Oudegyptisch3.6 Naturalistische zienswijze3.7 Genezing3.8 Psychotherapie3.9 Meervoudige persoonlijkheden

    Hoofdstuk 4. Kinderverhalen 384.1 De kinderen van Stevenson4.2 De Tlingit4.3 Kleine potjes4.4 Gespreksflarden4.5 Het geval van Rakesh Gaur: wat zei de chauffeur?4.6 Lichtgelovigheid als methode van onderzoek4.7 De kritiek van Chari

    Inhoud

  • 7Hoofdstuk 5. Vreemde talen 56

    Hoofdstuk 6. Argumentaties 606.1 Rencarnatie en rekenen6.2 Babys zijn geen oude mensjes6.3 Het breinargument

    Hoofdstuk 7. Zijlijnen 677.1 Het dj-vugevoel7.2 Stervenservaringen7.3 Erfelijkheid7.4 Tv

    Hoofdstuk 8. Morele zaken 758.1 Het morele argument8.2 Toch rencarnatie?

    Hoofdstuk 9. Samenvatting 79

    Noten 80

    Selectie uit geraadpleegde literatuur 85

    Inhoud

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 8

    De Dalai Lama met de rencarnatie van Gyudmey Khensur Dorje Tashi,die tien jaar eerder overleed.

  • 9In dit hoofdstuk komen enige oosterse en westerse opvattingenover rencarnatie aan de orde. Deze verschillen onderling nogal,iets dat nogal eens uit het oog wordt verloren. [1]

    In dit hoofdstuk komen christelijke vormen van rencarnatie-geloof niet aan bod. De reden is dat het christelijke rencarnatie-geloof een tamelijk verborgen bestaan heeft geleid. Weliswaargeloofden bijvoorbeeld de katharen in rencarnatie, maar na henwaren er geen grote of openlijke christelijke stromingen die hetgeloof in rencarnatie voorstonden. In wat volgt probeer ik eenindruk te geven van het rencarnatiegeloof bij hindoes en boed-dhisten. Het is moeilijk om aan de grote verscheidenheid van op-vattingen binnen die godsdiensten recht te doen. Onder oostersegeleerden is uitvoerig over rencarnatie gedebatteerd, echter vaakop een manier die voor ons moeilijk te volgen is. Bijvoorbeeld ri-tuele, kosmologische en morele kwesties werden als onscheidbaargezien. Hoewel de voorstelling van de godsdienstige belevings-wereld van hindoes en boeddhisten misschien wat te rechtlijnigis, wordt wel duidelijk wat het verschil is met de westerse opvat-tingen.

    1.1 Hindoes1.1 Hindoes1.1 Hindoes1.1 Hindoes1.1 HindoesAl in 700 v.C. geloofden de bewoners van India dat men na de doodin het dodenrijk kwam en dat het daar prettig was. Je moest danwel tijdens je leven bepaalde rituele handelingen verrichten, bij-voorbeeld offers brengen. Als je dat deed, zou bij de crematie alhet goede in de mens opstijgen met de rook en het aardse enslechte zou als as achterblijven. [2]

    Deze overtuiging veranderde geleidelijk aan. In de Brihad-aranyaka Upanishad staat een stukje waaruit je kunt opmaken dat

    1.1.1.1.1. Geloofsv Geloofsv Geloofsv Geloofsv Geloofsvormenormenormenormenormen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 10

    sommigen, die een bepaalde kennis bezaten en daarover nadach-ten, na de dood naar de wereld van de oppergod Brahman gingenen niet meer terugkeerden. Anderen, die alleen maar offers brach-ten en vastten en liefdadigheid bedreven (maar die die geheimekennis niet hadden), werden uiteindelijk als mens herboren.Onwetenden werden ook herboren, maar in de gedaante van ste-kende insecten, waarvan er behoorlijk wat geweest moeten zijn.[3]

    We zien hier de oervorm van vele delen van het hindoegeloof.Rencarnatie is een soort straf, het is een gevolg van daden in hetvorige leven. Toch kan men ontsnappen aan de samsara, de bijnaeindeloze kringloop van sterven en weer geboren worden.

    Een meer uitgewerkte vorm van dit geloof leert dat de goede enslechte daden van de mens gevolgen hebben voor hemzelf, op dekorte en ook op de lange duur. Slechte daden verstoren de kosmi-sche en maatschappelijke harmonie, de dharma. Slechte dadenkomen voort uit verlangen en egosme. Door begeerte en heb-zucht zijn we verblind en niet in staat te begrijpen dat de wereldeen illusie is, een dans van de godheid. Daarom zal de kern van demens, uit verknochtheid aan het aardse bestaan na de dood weerterug willen keren naar de aarde. Maar daardoor komt het karma,het gevolg van daden uit het verleden, weer tot rijping.

    Uit deze samsara kan men ontsnappen door het karma onwerk-zaam te maken. Daar zijn twee wegen voor. Men kan zich totaalaan God onderwerpen en om genade smeken. Door de genadevan God kan nog niet tot rijping gekomen karma onwerkzaam ge-maakt worden. In deze beeldspraak wordt het karma vergelekenmet graan, en de genade van God met hitte die het graan roostert,waardoor het zijn kiemkracht verliest.

    De tweede weg is dat men zichzelf doorgrondt. Je moet dan tothet inzicht komen dat de wereld een illusie is. Op die manier kunje volkomen onthecht worden. In zon toestand van volkomenonthechting zullen daden geen nieuw karma opwekken. Pas danwordt men bevrijd uit de cyclus van rencarnatie. Deze bevrijdingheet moksha.

  • 11

    1.2 Boed1.2 Boed1.2 Boed1.2 Boed1.2 BoeddhismedhismedhismedhismedhismeHet boeddhisme gaat een stapje verder. [4] Volgens het boed-dhisme is een persoon slechts een samenraapsel van lichaam, zin-tuigen, voorstellingen, verlangens en herinneringen. Sommigemensen denken dat die vijf samen n geheel vormen, een atman,een ik, maar dat is een illusie. Volgens het hindoesme is de we-reld een illusie, en volgens het boeddhisme is het ik-idee dat even-zeer. Er is dan ook wel karma, maar dat is niet aan een persoongebonden. Rituele handelingen of goddelijk ingrijpen hebben vol-gens het boeddhisme geen invloed op het karma. Boeddha om-schreef persoonlijke rencarnatie als het gekkengeloof.

    Een verdere ontwikkeling toont het mahayana-boeddhisme. Indeze vorm van boeddhisme is de persoonlijke verlossing, het be-reiken van het nirvana (de boeddhistische term voor karmalozebevrijde toestand) dan niet meer het hoogste doel. De Lotus-soetraverkondigt trouwens: Al wie Boeddha in geloof aanroept, man,vrouw of kind, zal verlost worden. Het hoogste doel is de bevrij-ding van alle andere mensen, en daartoe moet men afzien vanpersoonlijk opgaan in het nirvana.

    1.3 1.3 1.3 1.3 1.3 TheosofTheosofTheosofTheosofTheosofie en antrie en antrie en antrie en antrie en antroposofoposofoposofoposofoposofieieieieieDe Theosophical Societywerd in 1875 opgericht doorHelena Petrovna Blavatsky,geboren Hahn. Deze bewe-ging had een grote invloed optoenmalige en moderne oc-culte stromingen, als ook opde kunst (o.a. Mondriaan). Zijheeft een heel eigen visie oprencarnatie [5] (zelfs hetwoord rencarnatie werd doordeze beweging een gangbareterm).

    Volgens de theosofen zul-H.P. Blavatsky

    Geloofsvormen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 12

    len mensen altijd als mensen worden wedergeboren. Onder welkeomstandigheden, hangt af van hun karma. De ijzeren wet van dekarma wordt uitgevoerd door de Heren van Karma. Een belangrijkkenmerk van de theosofische gedachte is het geloof aan het oc-culte. Dat betekent: geloof aan een onzichtbare werkelijkheid, dieniettemin bij de natuur behoort, en die aan bepaalde wetmatighe-den gehoorzaamt. In discussies met tegenstanders hebbentheosofische auteurs geprobeerd morele argumenten voor hungeloof te geven. Hier volgen een paar van die argumenten en ziens-wijzen.

    1. Het zou onrechtvaardig zijn als onrecht ongestraft bleef. 2. Rencarnatie verklaart waarom de een het moeilijk heeft in het leven en de ander niet. 3. Iedereen moet alles eens hebben meegemaakt, en n enkel leven is daar te kort voor. 4. Eeuwige straffen voor zonden in een eindig leven begaan zijn onredelijk, het is redelijker dat een zondaar een nieuwe kans krijgt na een eindige straf. 5. Rencarnatie moet al het slechte uitbannen, en stopt dan ook als dat gebeurd is.

    Bij argument 1 kunnen we nog opmerken dat de filosoof ImmanuelKant precies ditzelfde argument hanteerde als godsbewijs. Een vande gedachten van de theosofie was dat rencarnatie ook op natio-naal niveau werkte. Lagere en slechte rassen zouden daarom moe-ten lijden en uiteindelijk verdwijnen en op hoger niveau gelouterdterugkomen. Belangrijk leerpunt van de theosofie was het opsplit-sen van het wortelras der Atlantirs in zeven subrassen, waar allemenselijke rassen van afstammen. [6] Op die manier poogde detheosofie op het spirituele vlak een tegenhanger te zijn voor dematerialistische evolutieleer, terwijl ze zich ook afzette tegen tra-ditionele christelijke opvattingen.

    Toen in 1911 de toenmalige leidster, Annie Besant, het idee lan-ceerde dat een zekere Krishnamurti (geb. 1897) de rencarnatie vanJezus Christus was, ging dit velen te ver. In Duitsland ontstond toen

  • 13

    de antroposofie. Ook de antroposofie heeft rencarnatie als hoek-steen van haar levensbeschouwing. Basisgedachte van de antro-posofie is namelijk dat de mensen geschapen zijn om vrij,zelfbewust en autonoom te worden en zo in vrijheid hun godde-lijke oorsprong terug te vinden. [7]

    Wie om zich heen kijkt, ziet wel dat het de meeste mensen nietlukt om zo vrij te worden in n leven. Datgene wat we met ikaanduiden is een wezenskern die in vele opvolgende levens kantoegroeien naar genoemde vrijheid.

    In deze visie is karma tegelijk een extract uit het vorige leven eneen ontwerp voor een volgend leven. Herbeleving van vorige le-vens onder hypnose spreekt antroposofen niet aan. Het eigen zelf-bewuste autonome ik is tijdens hypnose min of meer uitgeschakeld,en de antroposoof heeft dan ook geen boodschap aan wat de pa-tint dan te berde brengt.

    1.4 P1.4 P1.4 P1.4 P1.4 Populairopulairopulairopulairopulaire opve opve opve opve opvattattattattattingeningeningeningeningenEr is een groot verschil tussen de westerse en oosterse opvattin-gen. Hindoes en boeddhisten zien rencarnatie als iets negatiefswaar je aan moet ontsnappen. Theosofie en antroposofie zien ren-carnatie juist als iets positiefs, als een mogelijkheid tot ontwikke-ling. Iets van ontwikkeling zit wel in de hindoeopvatting: deontsnapping gebeurt in stadia, pas wie in de kaste van debrahmanen geboren wordt, maakt kans op uiteindelijke bevrijding.

    Groter verschil dan tussen boeddhisten en antroposofen overwat ik is, kun je je moeilijk voorstellen. Zowel in de westerse alsin de oosterse opvatting dient rencarnatie ergens toe en maaktdeel uit van een verlossingsschema. En voorbehoud moeten wehier maken. De bovengenoemde opvattingen zijn afgeleid uit ge-schriften van mensen die diep hebben nagedacht over de plaatsvan de mens in de wereld. Die opvattingen hoeven niet hetzelfdete zijn als wat de gewone mensen denken. Onder christenen is erook een groot verschil tussen het beste wat theologen uitdenkenen de alledaagse belevingswereld van de gewone gelovige. Er isgeen reden om te veronderstellen dat het onder hindoes en boed-

    Geloofsvormen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 14

    dhisten anders gesteld is. Bijvoorbeeld, onder boeddhisten is ereen (bij)geloof dat bij wedergeboorte alleen iemands laatste ge-dachte behouden blijft. [8] In India schijnen veel mensen te gelo-ven dat een gewelddadige dood leidt tot snellere rencarnatie, maarofficile bevestiging van die opvatting is moeilijk te vinden. [9]

    Het populaire geloof aan rencarnatie in het Westen heeft vierkenmerken die ontbreken in de bovengeschetste levensbeschou-welijke systemen. [10]

    1. Rencarnatie dient geen uiteindelijk doel, zelfs niet als van groei sprake is.2. Karma betekent alleen maar zoiets als de draad van een vorig bestaan weer oppakken.3. Herinneringen aan vorige levens spelen een belangrijke rol.4. Het rencarnatiegeloof is vaak vermengd met spiritisme, astro- logie en andere modieuze nieuwetijdsopvattingen.

    1.5 Cijf1.5 Cijf1.5 Cijf1.5 Cijf1.5 CijfererererersssssEr zijn in de westerse wereld veel bekende personen geweest diein rencarnatie geloofden, van Pythagoras tot generaal Patton. He-den ten dage geloven veel westerse mensen, christenen en niet-christenen, in wedergeboorte. De percentages variren van 10%(Nederlandse katholieken en protestanten in 1969 [11]) tot 28%(Amerikaanse tieners, recent).

    Percentages boven de 25 werden in 1979 al genoemd voor alleBritten, en ook voor rooms-katholieken in het Verenigd Konink-rijk. In 1980 werd bij Britse vrouwen en jeugdigen tot 35 jaar bijna40% vastgesteld [12] (de helft overigens van het geloof aan voor-spellende dromen). Een Nederlands onderzoek (NSS, 1985) weesuit dat ruim 20% van de Nederlanders denkt zeker of misschien nade dood te zullen terugkeren in een ander lichaam; hetzelfde per-centage wordt genoemd voor de overtuiging dat er mensen be-staan die over een vorig leven kunnen vertellen. Dit soortovertuiging vindt men in grotere mate bij jongeren, bewoners vande randstad, hoger opgeleiden, en ook bij mensen die volgens ei-

  • 15

    gen zeggen godsdienstig zijn, maar die zich niet tot een kerkge-nootschap rekenen.

    In de bibliotheken kunnen we ook aanwijzingen vinden voorde grote belangstelling waarin dit onderwerp zich mag verheu-gen. In de openbare bibliotheek van Eindhoven is de overgrotemeerderheid (driekwart) van de ruim dertig boeken over ditmeestal uitgeleend.

    Geloofsvormen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 16

    2.1 Be2.1 Be2.1 Be2.1 Be2.1 BewijzwijzwijzwijzwijzenenenenenVolgens het moderne rencarnatiegeloof is rencarnatie een na-tuurlijk gebeuren (waar geen Opperwezen aan te pas komt) datmin of meer wetenschappelijk bewezen is. Regressietherapie wordtals zon wetenschappelijk bewijs opgevat. Daarbij worden men-sen onder hypnose gebracht, en teruggebracht naar een vroegertijdstip in hun eigen leven of nog eerder. Onder kundige begelei-ding kunnen herinneringen aan een vroeger leven een steun blij-ken bij geestelijke moeilijkheden, en zelfs bij lichamelijke klachtenvan geestelijke oorsprong. Een ander type wetenschappelijk be-wijs betreft spontane herinneringen aan gebeurtenissen uit eenvorig leven; men zegt dat die in een aantal gevallen goed kloppen.Wonderlijke gelijkenissen tussen overledenen en sindsdiengeborenen kunnen voor sommigen heel overtuigend zijn. In Tur-kije gelooft men bijvoorbeeld dat iemand die een gewelddadigedood sterft, terugkomt met moedervlekken op de plaats van do-delijke wonden. [13] Er zijn ook wel bewijzen voor dit geloof ge-meld. Er is een tijd geweest dat mededelingen van geesten viamediums als bewijs werden aanvaard. Maar gezien het vele be-drog dat bij mediums voorkwam en ook de vaak onbenullige me-dedelingen van geesten, wordt dit type bewijs niet zo makkelijkmeer aanvaard. In literatuur waarin rencarnatie wordt verdedigd,zul je er in elk geval weinig over vinden.

    2.2 2.2 2.2 2.2 2.2 ArArArArArgumentengumentengumentengumentengumentenRencarnatie zou een aantal raadsels kunnen verklaren: bijvoor-beeld het bestaan van wonderkinderen, of de verbazingwekkendesnelheid waarmee kinderen van alles en nog wat kunnen leren.Voor sommigen geeft rencarnatie de menselijke ziel een waar-

    2.2.2.2.2. Be Be Be Be Bewijzwijzwijzwijzwijzen en aren en aren en aren en aren en argumentengumentengumentengumentengumenten

  • 17

    dige oorsprong. Volgens bepaalde christelijke opvattingen voor-ziet God elke bevruchte menselijke eicel van een onsterfelijke ziel,ook als de bevruchting het gevolg is van verwerpelijk gedrag (ver-krachting, incest, enz.). Dit stuit sommige mensen die in een on-sterfelijke ziel willen geloven tegen de borst. Het komt die mensenredelijker voor dat een ziel op zoek naar een foetus weinig weetheeft van de voorgeschiedenis van die foetus, hoogstens gevoeligis voor de mogelijkheden ervan. Zo komt de waardigheid van Godof de ziel niet in het gedrang. [14]

    De Amerikaanse psychiater Ian Stevenson (1977) werkt hetkinderargument nog verder uit. Voor hem verklaart rencarnatiezeer veel, namelijk alle kenmerken van kinderen die niet bij deouders zijn terug te vinden, of waarvoor de ouders geen verkla-ring weten op grond van wat het kind heeft meegemaakt. Dat zijn:angsten of voorliefdes of speciale belangstelling of vaardigheden.Kinderen die met grote energie een andere weg in het leven in-slaan dan hun ouders zich gedacht hadden: het kan allemaal met

    De jonge kunstenares Marla Olmstead.

    Bewijzen en argumenten

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 18

    rencarnatie verklaard worden, zelfs het verschijnsel dat zwangerevrouwen vaak een merkwaardige trek hebben zou volgensStevenson verklaard kunnen worden door de invloed van de zo-juist gencarneerde persoonlijkheid van de foetus. Stevenson pastdit verklaringsschema toe op de gevallen die hij is tegengekomen,maar ook op een aantal bekende genien van vroeger, zoals decomponist Hndel en Florence Nightingale.

    We zullen zien dat de bewijskracht van genoemde verschijnse-len te wensen over laat. Onafhankelijk daarvan zijn er ook zakendie tegen rencarnatie pleiten. We noemen er een paar (in stijgendevolgorde van belangrijkheid):

    1. Het bevolkingsargument: waar komen de extra zielen vandaanbij bevolkingstoename?

    2. Het argument van Tertullianus: waarom zijn babys niet als oudemensen? Oude mensen zijn wijs en ervaren, maar niet vlug metleren. Speciaal een nieuwe taal leren op je oude dag valt niet mee,terwijl kleine kinderen dat juist spelenderwijs doen. Kinderenmoeten ook ontzettend veel leren, want ze missen ervaring.

    3. Het breinargument (het argument van Lucretius): alles wat weweten zit in ons hoofd. Hoe kunnen de herinneringen van eenstervende terecht komen in het onvolgroeide zenuwstelsel van eenongeboren kind, speciaal als de overledene zelf ook al veel verge-ten was?

  • 19

    3.1 R3.1 R3.1 R3.1 R3.1 RegregregregregressieessieessieessieessieAl in de vorige eeuw (1887) hypnotiseerde Albert de Rochas men-sen, en verkreeg zo verslagen van vorige levens. [15] Zijn eerstegeval was dat van de achttienjarige Josephine, die zich onder hyp-nose meer dan zes vorige levens herinnerde, het vroegste als mens-aap. [16] De Rochas rapporteerde ook gevallen van regressie naarde toekomst; deze bleken fantasie te zijn. Sommige van de gerap-porteerde levens bleken ontleend aan romans. Eenvoudige Fran-sen waren in hun vorige levens ook Fransen.

    Edgar Cayce (1877-1945) uit Kentucky in de VS was een vromebijbelvaste christen; hij was jarenlang leraar aan de zondagsschool.In trances gaf hij raad voor allerhande kwalen. Hij schreef danmedicijnen (soms hele vreemde) en behandelingen voor. Vanaf1923 behandelde hij ook psy-chische klachten met behulpvan vorige levens. In trancevertelde hij hoe iemands vo-rige leven eruit gezien had;dat werd een life reading ge-noemd. Buiten deze trancesherinnerde hij zich niets vanwat hij gezegd had. Hij wordtdaarom wel de slapende pro-feet genoemd. Cayce was inzijn tijd heel bekend, van zijnbiografie werden er een mil-joen verkocht.

    De onlangs overleden L.Ron Hubbard schreef in 1950

    3 Hypnose en trance3 Hypnose en trance3 Hypnose en trance3 Hypnose en trance3 Hypnose en trance

    Edgar Cayce

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 20

    dat door regressie nare erva-ringen konden worden opge-spoord die mensen al in debaarmoeder hadden onder-gaan. Hij had ook een me-thode bedacht (dianetics)waarmee je van de gevolgenvan die nare ervaringen af konkomen. Het idee lijkt wat opde gedachte achter de freudi-aanse psychoanalyse. Hub-bards leer wordt nog steedsgepropageerd door de Kerkvan de Scientologie. Mogelijkheeft deze leer de regressie-gedachte populair gemaakt.[17]

    Het bekendste vorige be-staan was dat van mevrouw Virginia Tighe uit Chicago. Gehypnoti-seerd door Morey Bernstein in 1952, bleek ze zich een bestaan teherinneren als Bridey Murphy, een Iers meisje in het begin van de19e eeuw. Moreys boek over haar herinneringen, The Search forBridey Murphy (1956), werd een bestseller. Omstreeks diezelfdetijd verzamelde de Britse psychotherapeut Arnall Bloxham eenaantal gedetailleerde vorige levens van patinten. Andere vroegeregressionisten waren John Bjrkhem en Alexander Cannon. Eenaantal therapeuten gebruikt regressie naar vorige levens onderhypnose, bijvoorbeeld Joe Keeton in Engeland en Helen Wambachin Californi. Beiden hebben vele duizenden regressies uitgevoerd.Behalve onder hypnose blijken sommige mensen zich ook in tranceof in dromen vorige levens te herinneren. Het bekendste geval isdat van Rosemary (de schuilnaam van de onderwijzeres IvyBeaumont), die zich in 1931 veel details herinnerde over haar le-ven als Vola. Als Vola meldde zij wat een Babylonische prinses aanhet hof van Amenhotep III, ca. 1400 v.C., te zeggen had, en wel in

  • 21

    vloeiend Oudegyptisch. De Engelse psychiater Arthur Guirdhamherinnert zich als kathaar geleefd te hebben en hij heeft vele pa-tinten herkend als rencarnaties van medekatharen. LSD en soort-gelijke middelen schijnen ook regressie-ervaringen op te kunnenoproepen.

    3.2 R3.2 R3.2 R3.2 R3.2 Romans en fantomans en fantomans en fantomans en fantomans en fantasieasieasieasieasieBetrekkelijk kort na de publicatie van Bernsteins boek over BrideyMurphy togen voor- en tegenstanders aan het werk. De uitkomstwas dat de kranten een verhoogde oplage kregen, maar dat delezer niets wijzer werd. De Chicago American vertelde bijvoorbeelddat Virginia lange stukken tekst in het Iers uit haar hoofd geleerdzou hebben onder leiding van een lerares voordrachtskunst. DeDenver Post vond die lerares. Virginia had als 12- of 13-jarig meisjeles van haar gehad, maar die dame kon zich weinig meer herinne-ren van Virginia. Het stuk in Iers dialect dat Virginia uit haar hoofdgeleerd zou hebben, had ze nog nooit eerder gezien. Het klapstukvan de onthullingen van de Chicago American was wel dat er ja-renlang een mevrouw Bridie Corkell, geboren Murphy, pal tegen-over Virginia had gewoond! Met andere woorden de bron voorVirginias identiteit (Bridey Murphy uit Cork) in haar vorige levenzou gevonden zijn, namelijk haar voormalige overbuurvrouw BridieMurphy Corkell. Maar toen de Denver Post dit probeerde na tetrekken, wilde die mevrouw niet aan de telefoon komen. Niemandwist of ze inderdaad Murphy van zichzelf heette, in elk geval wasdat bij haar parochie niet bekend. Wat wl bleek, was dat ze demoeder was van de hoofdredacteur van de zondagseditie van hetblad dat met deze onthulling gekomen was, de Chicago American![18]

    Martin Gardner heeft (1967) het geval Bridey Murphy uitvoerigbesproken, maar hij neemt de berichtgeving van de ChicagoAmerican voor 100% waar aan. Andere sceptici hebben wat MartinGardner schreef weer blindelings overgenomen.

    Bridey Murphys geval was zo interessant, omdat Virginia onderhypnose allerlei dingen over het leven in Ierland wist, die niet erg

    Hypnose en trance

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 22

  • 23

    bekend waren. Men kon zich niet voorstellen dat ze daar op toe-vallig mee kennis had gemaakt. Wat niemand zich 1956 realiseerde,was dat ongeveer 30 jaar voor Virginia geboren werd, ongeveer 3miljoen mensen uit Chicago en omgeving een tentoonstelling be-zocht hadden, waarin een Iers dorp was nagebouwd, en waar talvan karakteristieke Ierse gebruiken waren gedemonstreerd. InVirginias jeugd waren er genoeg mensen op de hoogte van hetsoort levendige details die ze zich uit haar bestaan als BrideyMurphy herinnerde. Maar uiteindelijk kon noch weerlegd, nochaangetoond worden dat Virginia had geput uit herinnering en fan-tasie. Achteraf kunnen we alleen maar betreuren dat Bernstein hetVirginia niet gevraagd heeft. Op een vraag naar de herkomst vanhet verhaal kan de gehypnotiseerde namelijk vaak uitstekend ant-woord geven.

    Het voorbeeld van Miss C. dateert al van 1906. Onder hypnosewaande zij zich terug in de tijd van Richard II, einde 14de eeuw.Miss C. herinnerde zich een stortvloed van details en namen uitde entourage van Maud, gravin van Salisbury. Alle details klopten.Na ijverig speuren en zelfs ondervragingen tijdens een spiritistischeseance bleek de informatie afkomstig uit een roman van Emily Holt,getiteld Countess Maud (1892). Miss C. was totaal vergeten dat zedit boek gelezen had, maar onder hypnose herinnerde ze zich weerhoe ze het als twaalfjarig meisje gelezen had.

    Voor de life readings van genoemde Cayce is ook een bron aante wijzen, maar niet zo precies. Cayce had een grote belangstel-ling voor het occulte en hij had enorm veel gelezen op dat gebied.[19] De kwaliteit van zijn rencarnatieprofetien was er dan ooknaar. Vrijwel geen van die vorige levens kwam in aanmerking vooreen verificatiepoging. De helft alleen al van die vorige levens zouzich in Atlantis hebben afgespeeld! (Naar alle waarschijnlijkheidwas Atlantis Kreta. In ongeveer 1600 v.C. werd Kreta getroffen dooreen natuurramp, namelijk de uitbarsting van een vulkaan op Thera(Santorini). Die uitbarsting overdekte Kreta met een grote hoeveel-heid vulkanische as, en moet ook een enorme vloedgolf veroor-zaakt hebben. De Griekse filosoof Plato vertelt hierover een verhaal

    Hypnose en trance

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 24

    waarvan de strekking is dat een groot en machtig rijk door hoog-moed ten onder ging. Plato geeft echter de foute tijd en plaats,mogelijk door een vertaalfout. Daardoor leek het of het eiland 100maal zo groot was, en alsof de ramp 10 maal zo lang geleden ge-beurde. Sommige delen van zijn verhaal lijken op Kreta te slaan,andere delen op Thera. Jarenlang is vruchteloos gezocht naar deplek waar zon groot eiland of zelfs continent door de zee ver-zwolgen zou zijn.) Cayce was buiten zijn trances zeer oprecht, enzelfs geschokt door de inhoud van zijn life readings; de oorsprongvan zijn trances werd daardoor geheimzinniger. Maar iets geheim-zinnigs hoeft niet altijd waar te zijn.

    In 1958 onderzocht E.S. Zolik systematisch van die vorige levens.Hij hypnotiseerde eerst zijn proefpersonen en liet ze over een vorigbestaan vertellen. Daarna kregen ze, nog steeds onder hypnose,de suggestie dat ze alles zouden vergeten van die sessie. Nadat deproefpersonen voor een tweede maal gehypnotiseerd werdenondervroeg hij ze nog eens. Zolik rapporteerde dat de rencarnatie-verhalen geconstrueerd waren uit gebeurtenissen in het eigen le-ven en verhalen uit boeken, toneelstukken, films en dergelijke.

    3.3 Jane Ev3.3 Jane Ev3.3 Jane Ev3.3 Jane Ev3.3 Jane EvansansansansansEen van de fraaiste voorbeelden van regressie van genoemde ArnallBloxham was dat van Jane Evans. De journalist Jeffrey Iverson on-derzocht haar voorgaande levens: onder meer hofdame vanCatharina van Aragon, een Romeinse dame Livonia in Engelandten tijde van de opstand van Carausius in de derde eeuw, een le-ven als Rebecca, een rijkse joodse vrouw in York die stierf in eenmassamoord in 1190 en een leven als Alison, kamermeisje vanJacques Coeur. Jacques Coeur was een rijke koopman en vertrou-weling van de Franse koning Karel VII. Op de een of andere ma-nier was hij betrokken bij de moord op Agnes Sorel, minnares vande Franse koning. Iverson vond dat de details van de herinnerin-gen van Jane Evans buitengewoon goed klopten, en dat ze die on-mogelijk allemaal had kunnen weten.

  • 25

    De schrijver Melvin Harris besloot dat na te trekken. [20] Voorelk van drie van de genoemde levens vond hij een historische ro-man die goed aansloot bij alles wat Jane Evans zich herinnerde.[21] Een aardig trekje uit de herinnering van Alison was dat ze nietwist dat Jacques Coeur getrouwd was en vijf kinderen had. Iets dateen kamermeisje dat wel alles van zijn intriges wist, toch niet hadkunnen ontgaan. De romanschrijver Costain had vrouw en kinde-ren echter weggelaten, om het verhaal niet al te ingewikkeld temaken.

    Voor Rebecca vond hij geen roman, maar juist die herinneringwemelt van de fouten. Rebecca zegt bijvoorbeeld herhaaldelijk datjoden in haar tijd gele cirkels op hun kleding moesten dragen. Inwerkelijkheid werden die gele cirkels pas in 1215 ingevoerd (dus25 jaar na de dood van Rebecca), en dan nog op het vasteland van

    De Britse hypnotherapeut Arnall Bloxham.

    Hypnose en trance

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 26

    Europa. In Engeland werden, eveneens later, twee evenwijdige wittestrepen verplicht gesteld. Rebecca zegt dat ze in een getto woonde.Maar in York was er geen getto, de joden woonden er verspreid.Een speciale wijk voor joden bestond voor het eerst in Veneti,300 jaar later (het woord getto is van Italiaanse oorsprong). Rebeccabeweert dat ze het leven liet in een kelder onder een kerk. In eenvan de drie kerken die dit had kunnen zijn, is tijdens een verbou-wing een ondergronds gewelf gevonden van onduidelijke maarna-middeleeuwse oorsprong. Voor een tv-documentaire over JaneEvans was dit een onweerlegbaar bewijs van de correctheid enauthenticiteit van alles wat Rebecca te melden had.

    3.4 Heksenpr3.4 Heksenpr3.4 Heksenpr3.4 Heksenpr3.4 HeksenprocesocesocesocesocesOok in andere gevallen maken details van het verhaal aanneme-lijk dat de bron een gelezen en weer vergeten boek is. Keeton [22]hypnotiseerde in 1977 een jonge vrouw die zich terugwaande ophet ogenblik dat ze als Joan Waterhouse in de rechtszaal vanChelmsford stond op beschuldiging van hekserij. Buitengewoongemotioneerd vertelde zehoe ze een gloeiende staafhad moeten vastpakken omhaar onschuld te bewijzen.Namen van andere betrokke-nen en andere details kloptenperfect. Keeton kon dit na-gaan omdat hij een boek overheksenprocessen in de kasthad staan, dat hij tijdens deregressiezitting kon raadple-gen. Na deze ene hypnotischezitting wilde de vrouw nietmeer gehypnotiseerd wor-den, zulke nare herinnerin-gen hield ze er aan over. Tochis het aannemelijk dat haar De hypnotherapeut Joe Keeton.

  • 27

    kennis uit een boek kwam, omdat ze als jaar voor de gebeurtenis-sen 1556 opgaf. Gedurende lange tijd stond in het enige gemakke-lijk toegankelijke boek over haar rechtszaak het jaartal foutvermeld (een onnozele drukfout), namelijk als 1556 in plaats van1566. Deze fout is door een aantal andere schrijvers overgenomen.Joan sprak ouderwets Engels, van het soort dat wel in films wordtgebruikt om de sfeer te tekenen. Een deskundige kwam echter totde slotsom dat Joans Engels helaas met geen mogelijkheid authen-tiek 16de-eeuws kon zijn.

    3.5 Oudegypt3.5 Oudegypt3.5 Oudegypt3.5 Oudegypt3.5 OudegyptischischischischischHet vereist soms geduldig speurwerk om de bron van herinnerin-gen te achterhalen, en vaak is er sprake van pure fantasie. Het ge-val van Rosemary wordt met graagte ten tonele gevoerd in werkenover rencarnatie, omdat een deskundige haar klanken als Oud-egyptisch had geduid. De auteur Ian Wilson ontdekte echter [23]dat kort na het bekend worden van de openbaringen van Vola, eenegyptoloog (een echte) het zogenaamde Oudegyptisch genade-loos had afgekraakt. De des-kundige bleek in academischekringen niet bekend te zijn, zijninterpretaties waren een men-gelmoes van Egyptische talendie net zoveel van elkaar ver-schillen als Latijn en Italiaans,en ze wemelden van de gram-maticale fouten. De klinkersvan het Oudegyptisch zijn on-bekend, de deskundige had al-leen naar de medeklinkersgekeken, en die met een woor-denboek in de hand naar wil-lekeur opgedeeld in woorden.De auteur D. Scott Rogo trektin twijfel of je op die manier Rosemary (Ivy Beaumont).

    Hypnose en trance

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 28

    wel betekenisvolle zinnenkunt maken. [24] Zijn woor-den: This is, of coursenonsense. It just wouldntwork in actual practice. Latenwe van deze woorden uitgaan,dat wil zeggen van de mede-klinkers. Kun je daar een Ne-derlandse zin van maken?Hier is een poging: De SS-waker zijn neus niest juist wel.Door ne tover kan ik tweeLappen ruiken thuis. Iemanddie geen Nederlands kent,merkt nauwelijks iets van derare structuur, wl natuurlijkvan het paranormale reuk-vermogen waar hier sprakevan is. Merk op dat hier endaar niet of nauwelijks hoorbare medeklinkers zijn tussengelast;maar dat is wat de pseudo-egyptoloog ook had gedaan. Met dezetechniek krijg je vaak ietwat onwezenlijke, geforceerd aandoendeteksten. Overigens legt Rogo op p.157 uit hoe een mondelinge me-dedeling onherkenbaar verandert als je deze fonetisch laat op-schrijven door iemand die de taal niet kent. Zou dan RosemarysOudegyptisch (fonetisch opgeschreven door een Engelstalige) engedecodeerd zonder de klinkers te gebruiken nog ergens naar lij-ken?

    Het antwoord dat Rosemary gaf op de begroeting: Heil zij U,prinses Nona luidde: Beschermden zijn wij. Dit is vastgesteld in-derdaad, uiteraard in het Oudegyptisch. Dit antwoord heeft ietsvan dat onwezenlijke, geforceerde.

    3.6 Naturalist3.6 Naturalist3.6 Naturalist3.6 Naturalist3.6 Naturalistische zienswijzische zienswijzische zienswijzische zienswijzische zienswijzeeeeeHypnose is een toestand waarin het bewustzijn anders werkt dan

  • 29

    normaal. Behalve dat we onder hypnose veel ontvankelijker voorsuggesties zijn, kunnen in die toestand herinneringen opgeroe-pen worden die totaal vergeten leken. Met name kunnen dan za-ken naar boven komen die we hebben gezien of gehoord zonderdat we er toen enige aandacht aan schonken. [25]

    Het verschijnsel dat iemand zich iets herinnert, zonder zich vande bron van de herinnering bewust te zijn, is in de psychologiegoed bekend. Er is ook een geleerde naam voor: cryptomnesie (let-terlijk: verborgen herinnering). Er is geen hypnose voor nodig. Velemensen hebben wel eens meegemaakt hoe bijvoorbeeld een watoudere heer een smakelijke zelf-beleefde anekdote vertelde, somsaan degene die hem eerder aan die heer verteld had.

    P. Vroon beschreef eens tijdens een regressie naar de 18de eeuween raar muziekinstrument. Jaren later zag hij het (een Grieks in-strument) hangen bij kennissen waar hij heel lang niet meer ge-weest was. [26] De nauwkeurigheid van hypnotische herinneringenlaat overigens wel te wensen over. [27] Dat is bij gewone herinne-ringen ook zo. Psychologen hebben daar allerlei proeven mee ge-daan. Veel van onze indrukken worden veranderd, geschematiseerden aangevuld door ons verstand. Dat gebeurt tijdens waarnemen,vastleggen in het geheugen en ook bij het herinneren. Elke school-meester kan ervan meepraten dat leerlingen dingen verkeerd ont-houden, hoewel dat vaak zaken betreft die de leerlingen hebbengehoord terwijl ze zaten op te letten.

    Hypnose stimuleert het geheugen, maar evenzeer de fantasie.Remmingen en zelfkritiek zijn verminderd onder hypnose, zodatmen er licht toe komt fantasien aan te zien voor herinneringen.Fantaseren tijdens hypnose vertoont overeenkomst met de wer-king van de geest onder andere bijzondere omstandigheden. Som-mige schrijvers zeggen dat ze als het ware toekijken hoe hunromans zich ontvouwen. Al dromende hebben we allemaal het ver-mogen om fantasie en halfvergeten indrukken samen te breientot een levendig geheel, waar we zelf in meespelen. De persoonlijk-heidsveranderingen die tijdens hypnotische regressie optreden,vertonen ook gelijkenis met wat gebeurt bij mensen met een meer-

    Hypnose en trance

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 30

    voudige persoonlijkheid.Een bewijs dat iemand een vorige leven ook echt heeft meege-

    maakt ontstaat pas wanneer (A) de persoon onder hypnoseverifieerbare feiten noemt en (B) de onderzoeker kan uitsluitendat de persoon in kwestie die feiten op een natuurlijke manier teweten had kunnen komen. Zulke bewijzen ontbreken ten enenmale. De paar grondige pogingen om zon bewijs te geven, lever-den juist aannemelijke natuurlijke feitenbronnen op.

    3.7 Genezing3.7 Genezing3.7 Genezing3.7 Genezing3.7 GenezingDe klanten van regressietherapeuten zitten met problemen vangeestelijke aard, en de therapeuten willen hen genezen. Of depatint wel of niet echt gerencarneerd is, doet er vaak niet toe.Hypnotiseurs die in rencarnatie geloven, doen vaak weinig of geenmoeite om vast te stellen of de vorige levens wel echt zijn. Dat isjammer, want hoe beter je begrijpt wat er aan de hand is tijdenshypnose, des te meer heb je eraan voor behandeling en genezing.

    Jonathan Venn is kennelijk een uitzondering. [28] Een van zijnpatinten, een zekere Matthew uit Oklahoma, herleefde onderhypnose een bestaan als Jacques Trecault, een Franse oorlogs-vlieger. In dat bestaan werd hij in augustus 1914, tijdens de slag bijMons, door Duitse machinegeweren doorzeefd. Matthews pro-bleem was regelmatig terugkerende pijn op de borst, zo erg dathij dacht dat hij een hartaanval had. Matthew was ook niet in staatemoties te tonen; dit probleem hing volgens Venn samen met diehartpijn.

    Onder hypnose leerde Matthew emoties tonen. Het opnieuwbeleven van zijn dood, in 1914, ging gepaard met veel drama. Alsgevolg van zijn therapie genas hij. Venn probeerde na te gaan ofhet vorige bestaan van Matthew klopte. Hij verdeelde Matthewsfeiten in twee soorten: dingen die je in Amerika te weten kunt ko-men, en zaken die nu alleen nog maar in Frankrijk te achterhalenzijn. Hij redeneerde: vergeetachtigheid zal beide groepen feitenin gelijke mate aantasten. Wat bleek? Van de eerste soort klopteongeveer de helft (dat Duitse vliegtuigen in augustus 1914 machi-

  • 31

    negeweren hadden, klopte bijvoorbeeld niet). Van de tweede soortklopte niets. Er bestond geen Jacques Trecault, en van andere Fran-sen die Matthew genoemd had, was ook geen spoor te vinden.Zijn conclusie was dat het verhaal van Matthew niet ontleend wasaan een ervaring in een vorig leven.

    Venn vermoedt dat de genezende werking van regressie in ditgeval eruit bestond dat de patint zich beter kon uiten in eenfantasiebestaan. Dus werd Matthew beter, niet omdat hij een echtegebeurtenis opnieuw doormaakte, maar juist omdat hij in eenfantasiewereld kon leren zijn emoties te uiten. Overigens, Vennvermoedt dat een oude film of een stripverhaal de bron is geweestvan Matthews feiten, onder andere omdat Matthew een groot lief-hebber was van strips met heldhaftige kerels.

    3.8 P3.8 P3.8 P3.8 P3.8 PsysysysysychotherapiechotherapiechotherapiechotherapiechotherapieRegressietherapie is een vorm van psychotherapie. Waarom en hoewerkt dat? De Amerikaanse psychiater E. Fuller Torrey (1972) heeftde algemene werking van psychotherapie onderzocht. Hij haaldezijn voorbeelden uit zon 60-tal cul-turen, waaronder een dozijn India-nenstammen. Volgens Torreygebruiken alle therapeuten eenflink aantal standaardtechnieken,maar de relatie tussen genezer enpatint is even belangrijk.

    In de eerste plaats moetengenezer en patint op dezelfdegolflengte zitten. Dat komt meteenal van pas als de genezer vaststeltwat de patint mankeert. De pa-tint voelt zich direct opgelucht alsde genezer zijn of haar kwaal eennaam kan geven. Torrey noemt dithet Repelsteeltje-effect, naar deboze dwerg uit het sprookje die E. Fuller Torrey

    Hypnose en trance

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 32

    zijn macht verloor als je zijn naam te weten kwam. Als de genezersnel doorheeft dat de zieke door een taboe te overtreden de hei-lige beer beledigd heeft die haar voorouders beschermt, dan ishet halve leed al geleden, tenminste, als de patint deze visie deelt.Mogelijk verwacht de patint meer iets in de trant van een ver-keerde stand van de sterren of een verdrongen nare jeugdervaring,ruzie met ouders of zoiets. Dan kan een Filippijnse wonderdokterweinig beginnen, maar een psychiater uit de school van Jung deste meer. Maar die jungiaan staat weer met de mond vol tanden bijshinkeitsu of koro. Shinkeitsu komt bij Japanners vaak voor. Deshinkeitsu-lijder is angstig, gespannen, teruggetrokken, vindt zich-zelf nietswaardig en heeft ook lichamelijke klachten. Koro komt inZuid-China voor en bestaat uit een angst dat de penis inkrimpt totin het lichaam, waarna de dood volgen zal. Een westers psychiaterdie hierin een neurose, een psychose, een fobie of een castratie-complex in herkent, zit fout. Het is koro, en de juiste behandelingbestaat in tegenwicht geven aan een overmaat van yin in de herse-nen.

    In de tweede plaats is de persoonlijkheid van de genezer be-langrijk. De genezer moet zich goed in de patint kunnen inleven.Daarom is die gemeenschappelijke levensbeschouwing zo belang-rijk. Verder moet de patint het gevoel krijgen dat de genezer eenwarme, evenwichtige persoonlijkheid heeft, niet opdringerig, maarmet een oprechte belangstelling voor de patint. Dit is geen ont-dekking van Torrey, maar gaat terug op Carl Rogers. Belangrijk isook dat de patint weet dat de genezer door langdurige training,door roeping of door beide tot zijn of haar beroep is gekomen. Alsde genezer lid is van een organisatie die borg staat voor ethischeen kundige beroepsuitoefening, dan helpt dat ook. De patint moetde genezer kunnen vertrouwen. Ten slotte moet de patint watover hebben voor genezing, daarom is therapie zelden gratis.

    In de derde plaats spelen volgens Torrey de verwachtingen vande patint een belangrijke rol. Positieve verwachtingen bevorde-ren de genezing. Wat doen genezers zoal om de verwachtingenvan de patint op te peppen? Het stellen van een juiste diagnose

  • 33

    kwam al ter sprake, maar daar gaat nog het een en ander aan vooraf.Een therapeut die zitting houdt op een markante plek (een grootziekenhuis, een bedevaartsoord, een tempel) stimuleert de ver-wachtingen van de patint. Torrey weet dat zo goed, want hij isverbonden aan het National Institute for Mental Health. Het helptook als de genezer zich op een bepaalde manier kleedt (stetho-scoop, omgekeerde boord, witte jas, pijp, baard, grotesk masker),of omringt met toebehoren zoals een sofa, een boekenkast of duremachines. Veel mensen kunnen er van meepraten hoe lichamelijkongemak al begint weg te ebben in de wachtkamer.

    Torrey zegt het niet met zoveel woorden, maar veel van het bo-venstaande is zonder meer van toepassing op een speciaal soorttherapeuten, namelijk die van de orde van Hippocrates [28] (waarTorrey zelf toe behoort). Vierentwintig eeuwen geleden onder-scheidden de hippocratische artsen zich van andere genezers,doordat ze de hele patint vooropstelden, en ook omdat ze nietgeloofden aan bovennatuurlijke oorzaken van ziekten.

    De verschillen tussen therapeuten zitten hem in het arsenaalaan technieken om het natuurlijke zelfherstellende vermogen vanhet lichaam bij te staan. De oude hippocratische artsen waren kun-dig op het gebied van wondbehandeling en de prognose van hetziekteverloop. De moderne artsen, dat wil zeggen die van de laat-ste honderd jaar, schakelen de natuurwetenschap in om de wer-king van het menselijk lichaam te begrijpen en te besturen in gevaler iets misgaat. Homeopathische artsen zweren bij onschadelijkeverdunningen, dus eigenlijk bij placebos, en van nieuwlichterijzoals microben, rntgenstralen, hormonen, het getal van Avogadromoeten ze niets hebben. Endorfinen, het immuunsysteem en dewerking van de hersenen, die mogelijk iets te maken hebben metde werking van placebos [29], vallen ook buiten het gezichtsveldvan homeopaten.

    Wat zijn de technieken van psychotherapeuten? Torrey beweertdat psychotherapeuten over de hele wereld allemaal dezelfde basis-technieken gebruiken. Hier zijn er een paar.

    Hypnose en trance

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 34

    1. Medicijnen: kalmerende en opwekkende middelen; 2. Schoktherapie (het gebruik van sidderalen is al heel oud); 3. Fysiotherapie: massage, sauna, acupunctuur, dieet, meditatie, ontspanning; 4. Biechten, berouw, boetedoening, vergiffenis; 5. Droomuitleg, vrije associatie; 6. Conditionering: straffen, belonen, gewenning; 7. Suggestie en hypnose; 8. Groepstherapie.

    In het algemeen zal een psychotherapeut meerdere techniekengebruiken. Welke, dat hangt af van de cultuur en het beoogde doel.Het maakt nogal wat uit of iemand bang is voor spinnen, dan welvoortdurend stemmen hoort die hem zeggen alles kort en klein teslaan.

    Wat vertelt ons dit over regressietherapie?In de eerste plaats, of het werkt of niet heeft niets te maken met

    de echtheid van veronderstelde vorige levens. Het gaat om hetgeloof van de patint, de persoonlijkheid van de therapeut en deeffectiviteit van een of meerdere gebruikte technieken. Welke vande zojuist genoemde technieken gebruikt de regressietherapeut?Hypnose en suggestie zijn zelf een van de standaardtechnieken.Wie onder hypnose gebracht wordt, moet beginnen zich volko-men te ontspannen. Een betekenis toekennen aan fantastischeverhalen van de patint is een soort droomuitleg. De techniek vangewenning houdt in dat de patint wordt blootgesteld aan de nareprikkel, te beginnen met heel milde prikkels. Je voorstellen datiets onaangenaams een ander overkomt, of jezelf in een vorig le-ven, is heel wat minder erg dan de werkelijkheid. Het laten her-beleven van een afschuwelijke ervaring met de grootst mogelijkeemoties is een vorm van schoktherapie. Britse psychiaters gebruik-ten die techniek wel om soldaten van shell shock te genezen. Som-mige regressiepatinten kunnen er toe komen om hun huidigenarigheid als boete op te vatten voor een karmische schuld, datwil zeggen voor een (zelfbedachte?) wandaad in een vorig leven.

  • 35

    Zon inzicht kan ook erg opluchten. Boete en berouw kunnen dusook deel uitmaken van regressietherapie.

    Torrey merkt op dat de protestantse werkethiek zich verzet te-gen de gedachte dat je iets zou kunnen krijgen zonder er hardvoor te werken. Daarom zijn suggestietherapien traditioneel nieterg gewild in Amerika. De auteur D. Scott Rogo stemt grotendeelsin met Torrey, maar toch heeft hij moeite met gevallen van plotse-linge genezing in n enkele regressiezitting. Zon plotselingegenezing, daar moet toch een buitengewone verklaring voor zijn,redeneert hij. Als markantste voorbeeld beschouwt Scott Rogo [30]overigens het geval van een anglicaans geestelijke die van homo-seksueel (met een lange geschiedenis van mislukte relaties metandere mannen) na n zitting heteroseksueel werd (volgens detherapeut). Het is moeilijk te beoordelen hoe overtuigend zoietsis.

    3.9 Meer3.9 Meer3.9 Meer3.9 Meer3.9 Meervvvvvoudige peroudige peroudige peroudige peroudige persoonlijkhedensoonlijkhedensoonlijkhedensoonlijkhedensoonlijkhedenSommige mensen hebben een meervoudige persoonlijkheid, eenbeetje zoals Dr. Jekyll en Mr. Hyde. Zulke mensen nemen somsopeens een andere persoonlijkheid aan. In de nieuwe persoon-lijkheid zijn ze zich soms niet van de oorspronkelijke persoonlijk-heid bewust. Er zijn gevallen bekend van mensen die tientallenpersoonlijkheden hadden, varirend in leeftijd, voorkomen engeslacht, althans volgens henzelf. Er is zelfs een geval gemeld vaneen vrouw met 180 persoonlijkheden of delen van persoonlijkhe-den. [31] Vaak gaat dit verschijnsel gepaard met gevoelens van neer-slachtigheid, met black-outs, tijd kwijtraken, en stemmen in hethoofd; het is dan ook niet verwonderlijk dat dit verschijnsel vaakvoor schizofrenie of epilepsie wordt aangezien. Spontaan van per-soonlijkheid veranderen wordt als een ernstige storing beschouwd.In Amerika wordt gemeld dat 97% van de lijders aan dit verschijn-sel in hun jeugd verwaarloosd of mishandeld zijn. Zon 90% vande lijders daar schijnt trouwens vrouw te zijn, misschien zitten deontbrekende mannelijke lijders in het gevang. [32] Het vermoe-den is dan ook dat de vorming van de nieuwe persoonlijkheid een

    Hypnose en trance

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 36

    psychologische verdediging is tegen conflictsituaties. Mogelijk zijnde denkbeeldige speelkameraadjes van veel kinderen en de vaar-digheid in verschillende omstandigheden verschillende rollen tespelen zwakke vormen van dit verschijnsel.

    Dr. Reima Kampman uit Finland beschouwt, in navolging van DeRochas, rencarnatieverhalen als een uiting van de vorming vaneen tweede persoonlijkheid. [33] Hij heeft een proef gedaan omna te gaan op welke schaal dit voorkomt. Hij vroeg alle 1200 vierde-,vijfde- en zesdeklassers van de middelbare scholen van Oulo ofze wilden meewerken aan een proef met hypnose. In totaal 450leerlingen wilden wel en kregen toestemming van hun ouders. Vandeze 450 leerlingen konden er 78 (17%) in een diepe hypnotischetoestand komen. Deze 78 werden uitvoerig psychologisch onder-zocht. Kampman ging ook na of er geen leerlingen bij waren metpsychotische trekken (die kunnen nare gevolgen ondervinden vanzulke experimenten). Vervolgens keek Kampman hoe deze 78 on-der hypnose reageerden op de volgende suggestie: Je gaat terugnaar een tijd voor je ge-boorte, je bent iemand an-ders, ergens anders. Ongeveerde helft (32) reageerdedaarop met de mededelingdat ze een (ander) mens wa-ren, met naam, woonplaatsen andere details. Drie jonge-lieden meenden dat ze eenlijn tussen andere lijnen, eenbal tussen andere ballen [34]of een stuk hout op de gol-ven waren, en de rest (43)ging niet op de suggestie in.

    Aan de hand van de testskwam Kampman tot de slot-som dat de groep van 32 psy-chologisch gezonder was: ze

    Bekende speelfilm over een meervoudigepersoonlijkheid.

  • 37

    konden als groep gemiddeld beter tegen stress, hadden minderschuldgevoelens en neurotische storingen. Kampman denkt datde vorming van meervoudige persoonlijkheden op zich een nor-male reactie is op conflictsituaties en dat sterke en autonome gees-ten makkelijker op deze manier reageren dan wat onzekerdermensen.

    Hypnose en trance

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 38

    Shanti Devi in 1935 op schoot bij haar vader en samen met leden vaneen commissie die haar rencarnatie onderzocht.

  • 39

    4.1 De kinder4.1 De kinder4.1 De kinder4.1 De kinder4.1 De kinderen ven ven ven ven van Stean Stean Stean Stean StevvvvvensonensonensonensonensonSommige jonge kinderen herinneren zich spontaan een vorig be-staan. [35] Ze beginnen erover te praten op 2- tot 3-jarige leeftijden na een jaar of wat verflauwt de belangstelling weer. Aldus depsychiater professor Ian Stevenson, die men wel de beroemdsteonderzoeker van rencarnatieverhalen mag noemen. Hij is de eer-ste die tamelijk nuchter en systematisch te werk ging bij het verza-melen van zulk soort verhalen. Hoewel we zullen zien dat er nogheel wat aan te merken is op zijn methoden, moeten we erkennendat hij in veel gevallen de moeite nam om in eigen persoon terplekke de betrokkenen te ondervragen.

    De gevallen van Stevenson komen voor in culturen waar hetgeloof in rencarnatie wijd verbreid is: India, Sri Lanka, Brazili, bijde Droezen in Libanon en de Tlingit-indianen in Alaska. In som-mige streken schijnt het niet moeilijk te zijn om waar dan ook bin-nen een straal van 10 kilometer zon geval te vinden.

    4.2 De 4.2 De 4.2 De 4.2 De 4.2 De TlingitTlingitTlingitTlingitTlingitDe Tlingit-gevallen zijn niet zo indrukwekkend. Ze bestaan uit eenkind dat op jeugdige leeftijd een paar opmerkingen maakt en dateen aantal merkwaardige moedervlekken heeft. De vorige persoon-lijkheid is hetzij niet te achterhalen, hetzij een nauwe verwant (oom,grootvader). Stevenson geeft zelf in een aantal gevallen als moge-lijke verklaring die van de opgedrongen persoonlijkheid. Hij schrijftdat de wens van de ouders om in het kind de overleden dierbarete herkennen, kan maken dat ze onbewust de gedragingen vanhet kind benvloeden. Omdat Stevenson psychiater is en hierspreekt op zijn eigen vakgebied, is deze verklaring aanvaardbaar.Stevenson hecht echter ook waarde aan sterke overeenkomsten

    4.4.4.4.4. Kinder Kinder Kinder Kinder Kindervvvvverhalenerhalenerhalenerhalenerhalen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 40

    in gedrag. Nu is opvallende overeenkomst, ook wat betreft gedrag,tussen nauwe verwanten heel goed genetisch verklaarbaar. Erfe-lijke eigenschappen komen soms wel en soms niet tot uitdruk-king, en er schuilt een groot element van toeval in wat wel overerft,en wat niet, en wat wel en wat niet tot uitdrukking komt. MaarStevenson heeft een simplistische opvatting over erfelijkheid. Alseen bepaalde eigenaardigheid van een kind niet bij een der ouderszichtbaar aanwezig is, maar bijvoorbeeld wel bij een grootvaderof oom, dan neemt hij erfelijke verklaringen al niet meer in be-schouwing.

    Het enige geval van een kind dat wat meer scheen te weten overeen vorig bestaan, wordt bedorven doordat de informatiebron (demoeder) niet erg betrouwbaar schijnt. Ik moet echter vermeldendat verscheidene zegslieden de betrouwbaarheid van mevrouwChotkin als getuige in twijfel hebben getrokken en beweerden datzij de tendens vertoonde alles te verfraaien en zelfs geschiedenis-sen uit haar duim te zuigen. [36] Stevenson meldt dat het meestevan wat hij kon controleren, wel min of meer klopte, en boven-dien: Haar gedrag was niet van iemand die probeert bedrog teverdoezelen. Toch is er iets met die mevrouw aan de hand, want:Ik ontdekte echter dat mevrouw Chotkin wat betreft twee anderegebeurtenissen in connectie met andere gevallen inlichtingen ver-strekte die beduidend afweken van het verslag van andere getui-gen. Wat is Stevensons slotsom over deze getuige? Ik accepteerdus, wat de hoofdzaken aangaat, mevrouw Chotkins versie als be-trouwbaar, . . . Een lezer zou kunnen vinden dat de correctheidvan de gemelde feiten juist boven iedere verdenking verhevenmoet zijn. Bij welke graad van onbetrouwbaarheid heeft een ge-tuige voor Stevenson afgedaan?

    4.3 Kleine potjes4.3 Kleine potjes4.3 Kleine potjes4.3 Kleine potjes4.3 Kleine potjesDe gevallen uit India en Sri Lanka zijn veel indrukwekkender. Jevraagt je af: als dat geen wedergeboorte is, wat dan wel? Voor hetantwoord slaan we een zijspoor in, namelijk van de spontane jeugd-herinnering van Mona uit Lancashire in Engeland, waar Ian Wilson

  • 41

    over schrijft. [37] Mona zat eens te praten met haar vader over haarvroegste herinneringen. Op dat ogenblik was ze 23 jaar oud, maarze herinnerde zich nog iets van toen ze twee jaar oud was. Ze ver-telde haar vader van een familiepicknick. Op die picknick was haarmoeder van een pony gevallen, en had daardoor het bewustzijnverloren. Ze herinnerde zich nog hoe ze naar haar moeder draafde,die tegen een boom geleund lag, en die niets meer zei. Dit inci-dent had inderdaad plaatsgevonden, maar . . . twee jaar voordat zegeboren was. Onder hypnose verschafte ze veel meer details. Zeherinnerde zich een compleet vorig leven, namelijk dat van haartante Elsie.

    Helaas klopte zo goed als niets: Elsies leeftijd, huwelijksdatum,naam en beroep van haar echtgenoot, naam van de poes, alles wasfout, zoals Ian Wilson na veel gezoek kon vaststellen. Merkwaar-dig was dat Mona onder hypnose sommige dingen zei waarvan zewist (als ze niet onder hypnose was) dat ze niet klopten, zoals denaam van haar oom. De echte Elsie was hoogstwaarschijnlijk nietbij de picknick geweest, en niet kinderloos overleden aan bron-chitis of astma, vr Monas geboorte, hoewel Mona in haar rolvan Elsie dit alles vertelde. De echte Elsie was overleden aan long-embolie, een complicatie van kraamvrouwenkoorts, twee jaar na-dat Mona geboren was. Het overlijden vond plaats ongeveer opdezelfde tijd dat bij Monas moeder Multipele Sclerose werd vast-gesteld.

    Na nog een hypnotische ondervraging werd duidelijk waarMonas herinneringen vandaan kwamen: als tweejarig meisje moetze een discussie hebben gehoord over de tragische familieomstan-digheden. Haar grootmoeder was ervan overtuigd dat de val vande pony de oorzaak van de MS was. Geen picknicks meer, had dieuitgeroepen.

    Opmerkelijk was dat Mona in haar niet-hypnotische herinne-ring maar twee jaar oud was tijdens die picknick de leeftijd waaropze die conversatie hoorde. Tijdens zon gesprek let niemand opzon klein kind, dat daar toch diepe indrukken aan kan overhou-den, en dat mogelijk nog niet goed kan onderscheiden wat ze heeft

    Kinderverhalen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 42

    horen vertellen en wat haarzelf is overkomen.

    4.4 Gespr4.4 Gespr4.4 Gespr4.4 Gespr4.4 GespreksfeksfeksfeksfeksflarlarlarlarlardendendendendenIn een aantal gevallen in India en Sri Lanka is het gemakkelijk voorte stellen dat het kind in kwestie op zeer jeugdige leeftijd flardenvan een gesprek opgevangen heeft. Vaak is het corresponderendesterfgeval interessant genoeg om erover te roddelen: een jongetjedat ijlt dat hij naar zijn echte moeder gaat en dan de geest geeft;iemand die een bruid gaat afhalen in een dichtbij gelegen dorp,en dan een dodelijke smak maakt van de feestwagen, een oom diewegens moord op zijn vrouw werd opgehangen; een jongetje datgruwelijk vermoord was door lieden die na een bekentenis tochwegens gebrek aan bewijs moesten worden vrijgelaten; een rijkebanketbakker die zich letterlijk te barsten had gegeten aan kwark.[38]

    De familie van het vorige bestaan is meestal rijk of voornaam enneemt vaak het initiatief tot de kennismaking met het kind, en totde controle of het verhaal wel klopt. Een zekere mate van gehecht-heid van het kind aan de vorige familie is vaak het resultaat. Wehebben telkens de situatie van een voorname en gerespecteerdefamilie die innig hoopt dat het wonderlijke kind uit de eenvou-dige en arme familie de geliefde gestorvene is; deze familie gaatvaststellen wat er aan de hand is. Als het geval zoveel bekendheidheeft gekregen dat het in de krant komt, hoort een Amerikaanseprofessor ervan. Geruime tijd later komt die dan met een tolk ge-durende een of twee dagen alle betrokkenen ondervragen. Pro-fessor en tolk geloven oprecht in persoonlijke rencarnatie.Hoeveel objectieve getuigen vindt die professor dan? Hoeveelmensen die zo hun vermoedens hebben, zullen dat die professoraan zijn neus gaan hangen? Waarom zou je de vreugde van diesjieke familie bederven met achterklap? Wie herinnert zich na vijfof tien jaar nog wat ze eens op een keer bij een visite hebben zit-ten kletsen, en of er toen een dreumesje in de buurt speelde?

    Een voorbeeld. Wijeratne uit Sri Lanka meende zijn oom te zijndie wegens moord was opgehangen. Zijn vader verzweeg het lot

  • 43

    van zijn broer, zelfs voor zijn eigen vrouw. Moord en executie von-den plaats vr Wijeratnes vader getrouwd was. Wijeratnes moe-der beweerde dat ze het inderdaad niet wist voordat het kind eroverbegon. Maar in hun dorp moet het bekend zijn geweest. De dorps-genoten vertelden haar zelfs dat het kind op zijn oom leek. Eenplausibel scenario is dat de moeder de feiten over de oom van eenkennis te horen kreeg, om later tot haar ontsteltenis te ontdekkendat de kleine Wijeratne kennelijk heeft meegeluisterd. Zou diemoeder dat aan die professor, die morgen weer weg is, durvenvertellen? Toe nou! Die professor en zijn tolk willen duidelijk ietsanders horen, en haar man zal zoiets ook niet vrolijk opvatten.

    De voorgestelde algemene verklaring is dus: een klein kind vangteen flard van een gesprek op, de vorige familie wil het verhaalmaar al te graag geloven, en later is er de combinatie van de wel-stand van die vorige familie, de vertekening achteraf van de ge-beurtenissen en de buitenlandse onderzoeker die de paar dagendat hij er is, het verhaal eigenlijk ook graag gelooft. Die combina-tie schept het verhaal. Om misverstanden te vermijden: ik beweerniet dat het zo gegaan is, maar dat het tot de mogelijkheden be-hoort en dat Stevenson die mogelijkheden niet grondig genoeguitsluit. Als we Stevensons verslagen lezen met die mogelijke ver-klaring in het achterhoofd, dan valt op hoeveel feiten er ontbre-ken. Achtergrondinformatie over de families in kwestie is moeilijkte vinden, of afwezig. Hoe precies het vorige bestaan gelokaliseerdwerd, blijft vaag, evenals hoe die vorige familie tot contact kwam.Er is een zekere tegenstrijdigheid in de vanzelfsprekendheid waar-mee verondersteld wordt dat een familie de geruchten over eenrencarnatiegeval ver weg verneemt, en de beschrijving van hoeonaannemelijk het zou zijn dat in de familie van het kind geroddelover een vreemd sterfgeval zou doordringen. De afstand die degeruchten moeten afleggen is in beide gevallen toch hetzelfde.

    Wat zijn de alternatieve verklaringen van Stevenson? Hij heefter maar twee. De eerste is een groots opgezet bedrog door hetkind of de ouders van het kind (inclusief dresseren van het kinden ensceneren van massaspektakels) of zelfbedrog. Stevenson

    Kinderverhalen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 44

    heeft onlangs wat voorbeelden van bedrog en zelfbedrog gepu-bliceerd. [39] Deze publicatie kan gemakkelijk tot misverstandenaanleiding geven. Stevenson schrijft dat hij zich verdedigt tegende kritiek dat het toch maar merkwaardig was dat hij nooit geval-len van bedrog was tegengekomen, mogelijk omdat hij daar geenoog voor had. De strekking van het artikel is dan ook dat hij er weloog voor had gehad, en dat hij ze inderdaad was tegengekomen,maar dat hij ze niet had gepubliceerd. Met dit artikel heeftStevenson geen vroegere gevallen herroepen. Een cynicus zalkunnen opmerken dat het artikel een mooie vondst is om onbruik-baar materiaal productief te maken.

    De tweede alternatieve verklaring is buitenzintuiglijke waarne-ming (heeft het kind misschien gedachten gelezen of was hethelderziend?). In moreel opzicht pleit het voor Stevenson dat hijzich geen subtiele vormen van misleiding of bedrog kan voorstel-len, maar is hij niet al te naef?

    De paar keer dat een onafhankelijke onderzoeker in de gele-genheid was een geval van Stevenson na te trekken, bleek er vol-doende ruimte te zijn voor een natuurlijke verklaring.

    Het geval dat Stevenson uit Libanon meldt, heeft het voordeeldat hijzelf schriftelijk heeft vastgelegd wat het kind in kwestie tevertellen had over het vorige bestaan, voordat de ontmoeting metde familie van het vorige bestaan plaatsvond. Het verhaal dat oudersdan vertellen over wat hun kind zei was veel verwarder in dat ge-val, dan in de andere gevallen waar Stevenson over schrijft. Als wevan een opgevangen gespreksflard uitgaan, is zelfs enigszins tereconstrueren waar die gespreksflard over ging: een auto-onge-luk, waarbij iemand beide benen verbrijzeld werden. Het slachtof-fer in kwestie overleed na een spoedoperatie. Bij de hypothetischeconversatie kwam een tweede ongeluk ter sprake met een busje,evenals gerechtelijke procedures. Bij het ongeluk met het busjewas iemand betrokken (Ibrahim) met een opvallend mooie min-nares; Ibrahim ging niet lang daarna dood aan een ziekte. Interes-sant is dat het kind de naam Ibrahim nooit heeft genoemd.Stevenson aanvaardt zonder meer dat iemand zich uit zijn vorige

  • 45

    leven allerlei voorvallen herinnert, en een sloot namen, die laterblijken terug te vinden te zijn in de uitgebreide familie- en kennis-senkring, maar dat de eigen naam bij het rencarnatieproces ver-loren gaat.

    Bij de confrontatie met de familie van herkomst werd het kinddirect meegetroond door de moeder, zuster en buurvrouw van deoverledene, voor Stevenson er wat aan kon doen. Van een pogingom na te gaan hoe goed het kind mensen kon herkennen ondergecontroleerde omstandigheden kwam weinig meer terecht.Waarom die vrouwen dat deden laat zich raden, maar als kritischelezer ga je je afvragen wat de rol is van een dergelijk enthousiasme.

    Stevenson beweert 200 gevallen te hebben gezien van geboorte-merktekens die correspondeerden met wonden of iets dergelijksuit een vorig bestaan (veel van zijn gevallen kwamen in hun vorigbestaan op een gewelddadige manier aan hun eind). Hij weigertechter fotos van deze gevallen te laten zien. Hij schrijft dat hij eenstelregel heeft dat hij weigert mee te werken aan journalistiekepublicaties, en dat hij geen inlichtingen aan niet-wetenschappersverstrekt. Dan is het eind zoek, vindt hij. [40] Misschien zal hij zelfeen boek met de betrokken fotos publiceren.

    In Europa en Amerika komen niet van dit type kindergevallenvoor. Stevenson denkt dat de verklaring is dat gebabbel van kinde-ren over een vorig bestaan onderdrukt wordt, omdat men hier nietin rencarnatie gelooft. Hier zijn twee bezwaren tegen. Zelf rap-porteert hij dat in een aantal gevallen de Indiase families in hetgeheel niet gelukkig waren met het vorige bestaan van hun spruit.Als die spruit namelijk dacht dat hij brahmaan was, had hij veelvieren en vijven op het gebied van eten, en behandelde hij zijnfamilie alsof ze minderwaardig waren. De publiciteit wordt ookvaak hinderlijk gevonden. Bovendien heerst er een bijgeloof [41]dat wie zich een vorig leven herinnert, vroeg zal sterven, aldusStevenson. De onderzoeker Chari (1967) weerspreekt dit overigens.Indirs zouden dus genoeg redenen hebben om te onderdruk-ken. Verder zijn er genoeg mensen in Europa en Amerika die inrencarnatie geloven, dus waarom zou peutergebabbel hier zo

    Kinderverhalen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 46

    krachtig onderdrukt worden? Zowat alle kinderen gaan hier naarpeuterschooltjes, maar zelden meldt een peuterspeelzaaldocentrencarnatiegebabbel, laat staan van de verifieerbare soort. [42]

    Rencarnatiegebabbel schijnt wel voor te komen, maar dan zijnhet de ouders die het onbegrijpelijke gepraat van het kind opbla-zen. [43] Mogelijk wordt gebabbel over denkbeeldige speelkame-raadjes in andere culturen opgevat als gepraat over een vorigbestaan. Versterking door omstanders zou dan de rest doen. Datvorige levens met grote roddelwaarde zo vaak voorkomen is danbegrijpelijk.

    Stevenson heeft ook opgemerkt dat vorige levens met een ge-welddadig einde zo vaak voorkomen, en hij heeft onderzocht hoehet in dat geval staat met het tijdsverloop tussen dood en geboorte.[44] Hij vindt dat met name in India de tijd tussen dood en ge-boorte duidelijk korter is in geval van een gewelddadige dood.Dat is misschien goed te begrijpen vanuit de roddeltheorie, maarStevenson schrijft: Wijzelf kunnen geen plausibele hypothesebedenken om onze gegevens over de tussenperiode [tussen dooden geboorte] te verklaren . . .

    4.5 Het ge4.5 Het ge4.5 Het ge4.5 Het ge4.5 Het gevvvvval val val val val van Rakan Rakan Rakan Rakan Rakesh Gauresh Gauresh Gauresh Gauresh Gaur::::: w w w w wat zat zat zat zat zei de chauffei de chauffei de chauffei de chauffei de chauffeur?eur?eur?eur?eur?Rakesh Gaur werd in 1969 geboren in het gezin van een brahmaanseambtenaar bij de Indiase posterijen. [45] Toen Rakesh net 5 wasgeworden, begon hij te praten over een vorig leven. Dat vorigeleven zou in Tonk zijn geweest, een stad van 70.000 inwoners, meerdan 200 km van waar hij woonde. Hij zou een timmerman zijn ge-weest, en door een elektrische schok om het leven zijn gekomen.

    Midden oktober 1976 reisden vader en zoon Gaur naar Tonk omdat vorige bestaan te verifiren. Ze vonden sporen van het vorigeleven, en de familie van de gelektrocuteerde timmerman namkort daarna contact met hen op. Een bericht hierover kwam in dekrant, en het trok de aandacht van David Barker en Satwant Pasricha(een promovenda), die op dat ogenblik in India waren, speciaalom dit soort gevallen te onderzoeken met de methode vanStevenson. Precies een maand na de verificatie ondervroegen

  • 47

    Barker en Pasricha zoveel mogelijk getuigen. Later werden dezelfdegetuigen nog eens ondervraagd, om te kijken of hun verhaal noghetzelfde was. Door de korte tijd tussen de reis van Rakesh naarTonk en het begin van het onderzoek is dit een van de best gedo-cumenteerde gevallen. Voor wie nieuwsgierig is naar mogelijkenatuurlijke verklaringen is dit ook een heel inspirerend geval.

    Wat de kleine Rakesh over zijn vorige leven te melden had vrde reis naar Tonk is niet indrukwekkend: in zijn vorige leven heettezijn vrouw Keshar (fout); hij woonde in een lemen huis (fout); hijwoonde in de ververs-wijk van Tonk (fout), en was zo arm dat zijnfamilie alleen bonen at (fout). Vlak bij hun huis was een grote bronwaar zijn vrouw altijd ging water halen (als je een mijl vlakbijnoemt, dan is dit goed). Hij had twee zonen (maar twee dochterswerden niet genoemd). Hij stierf tijdens een reparatie aan eenelektriciteitsmast (fout). Ten tijde van het onderzoek woonde defamilie Gaur in Kankroli. De onderzoekers melden dat er weinigcontact was tussen Kankroli en Tonk. Niettemin kwamen er inKankroli bussen met pelgrims uit Tonk voorbij. Tijdens een stop indat stadje kwam de buschauffeur aan de praat met de kleineRakesh. Bij dat gesprek viel misschien de naam Bithal Das, een mandie al in 1955 gestorven was. De vader van Rakesh zegt dat zijnzoon die naam al veel eerder genoemd had. Wat dit betreft zijn deverklaringen van de getuigen niet eensluidend. Hoe het ook zij,de chauffeur had Bithal Das tamelijk goed gekend. Hij had nogrijles van hem gehad. Hoe het gesprek tussen Rakesh en de chauf-feur verliep is niet duidelijk, daarover later meer.

    Drie of vier maanden na de ontmoeting met de buschauffeurgingen vader en zoon naar Tonk, om het huis van de timmermante vinden. Na enige uren zoeken en vragen (o.a. bij de elektriciteits-maatschappij) had zich een grote menigte gevormd, en iemand indie menigte herinnerde zich een timmerman die door een elektri-sche schok gedood was. Overigens, dit ongeluk gebeurde terwijlhij thuis bezig was een riool of afvoer te ontstoppen met een ijze-ren staaf.

    Het vorige leven werd toen als gevonden beschouwd, en het is

    Kinderverhalen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 48

    opmerkelijk dat de getuigen het vanaf dat tijdstip vrijwel met el-kaar eens zijn dat Rakesh diverse personen perfect herkende, zichallerlei details correct herinnerde enzovoorts. Omdat dit s avondslaat was, ontbrak de tijd om kennis te maken met de familie vanBithal Das.

    Twee dagen later kwam de zoon van Bithal Das op bezoek inKankroli. Hij herinnert zich dat de kleine Rakesh aanvankelijk denaam Ranu opgaf als die van zijn vorige leven. Later kwamen ookandere familieleden op bezoek, en Rakesh werd geleidelijk aanals heel speciaal beschouwd, en men meende dat hij ook helder-ziende en voorspellende gaven had. Alle betrokkenen waren erdiep van overtuigd dat Bithal Das was wedergeboren.

    Toen eenmaal omstanders en familieleden in de echtheid vande rencarnatie van Bithal Das geloofden, zagen en hoorden enonthielden ze slechts dingen die dit geloof bevestigden. De kleineRakesh, die vlug van begrip was, paste zich snel aan. Mogelijk wer-den sommige herinneringen later bijgesteld.

    Voor de onderzoeker Barker was er vanaf het ogenblik dat Rakesherkend werd als wedergeboren Bithal Das een normaal psycholo-gisch en cultureel verschijnsel aan de gang. Barker vraagt zich al-leen af wat Rakesh en de busbestuurder, een zekere Chhittar,bespraken. In elk geval was het bewuste gesprek genoeg voor debestuurder om zich Bithal Das te herinneren.

    Mogelijk was de combinatie timmerman plus elektrocutie vol-doende om de herinnering wakker te schudden, en mogelijk heefthij toen, zonder het te merken, het kind van inlichtingen voor-zien. We laten nu de busbestuurder Chhittar zelf aan het woord(getuigenis uit 1978):

    Hij [Rakesh] zei tegen zijn vader Dit is Chhittar. Ik lette erniet op. Toen riep dat kind me en zei: Ik heb daar [in Tonk]twee kinderen. De een heet Bhanwar en de ander is Babu.Toen vroeg dat kind me om mee naar zijn huis te gaan methem en hij zei: Ga t mijn kinderen vertellen. Heb je me nietherkend? Ik ben Bithal Das. Ik lette er niet op. Ik dacht dat hij

  • 49

    een kind was en maar wat kletste.

    Iets klopt hier niet. Drie correcte feiten over een vriend van vroe-ger uit de mond van een wildvreemd joch en de buschauffeur denktniet alleen: hij kletst maar wat, maar hij meldt dat twee jaar laternog! Toen de onderzoekers met de familie van Bithal Das spraken,lag hun nog vers in het geheugen wat de chauffeur hen verteldhad: een paar winkeliers, ziende dat zijn bus uit Tonk kwam, had-den hem verteld dat er een jongetje was dat beweerde Ik kom uitTonk, heb twee kinderen en stierf door een elektrische schok.

    Is een paranormale verklaring hier nu de enige mogelijke? Jezou zo zeggen dat er reden genoeg voor twijfel is.

    De onderzoeker Pasricha beziet deze zaak heel anders danBarker. Ze wringt zich in bochten om de verschillen te verklarentussen wat Rakesh zei, en wat het werkelijke leven van Bithal Daswas. Bijvoorbeeld, Rakesh herinnert zich dat Bithal Das in de ver-vers-wijk woonde. In feite woonden er vroeger een paar ververs inde buurt van Bithal Das, en mogelijk kwam een herinnering aanhen in de geest van Rakesh. (Dit detail verdient het nader onder-zocht te worden, en dat zal ook gebeuren.)

    Kennelijk is haar houding niet dat ze bezig is een interessantsociaal-cultureel verschijnsel te onderzoeken, maar veeleer dat zenagaat in hoeverre de feiten in overeenstemming zijn met derencarnatieveronderstelling.

    4.6 Lichtgelo4.6 Lichtgelo4.6 Lichtgelo4.6 Lichtgelo4.6 Lichtgelovigheid als methode vvigheid als methode vvigheid als methode vvigheid als methode vvigheid als methode van onderan onderan onderan onderan onderzzzzzoekoekoekoekoekStevenson vertelt het verhaal van Gnanatilleka uit Sri Lanka. [46]Dit is een meisje dat toen ze nog maar een jaar oud was begon tebabbelen over een vorig bestaan. Toen ze nog geen vier jaar oudwas werd ze in kort tijdsbestek tweemaal naar Talawakele gebracht,het dorp waar ze in haar vorige leven gewoond had. Een week nahaar laatste bezoek werd ze overhoord, en jawel hoor, ze wist vanalles over Talawakele te vertellen, bijvoorbeeld dat ze in haar vo-rige leven daar de koningin had gezien.

    De eerste keer werd ze naar Talawakele gebracht door haar 17

    Kinderverhalen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 50

    Gnanatilleka en haar moeder in 1966. (foto van Stevenson)

  • 51

    jaar oudere broer. Ze was altijd erg gesteld geweest op die broer,en diezelfde broer was zes jaar tevoren (dus drie jaar voor ze ge-boren was) in Talawakele geweest. Hij deed toen mee aan een dans-uitvoering ter ere van het bezoek van koningin Elisabeth! Detweede keer was Gnana door het onderzoeksteam naar Talawakelegebracht. Ze herkende toen het huis van haar vorige leven niet,omdat (in haar woorden) er veel huizen waren afgebroken. Hoeeen hummeltje van drie dat kon weten is onduidelijk. Nietteminherinnerde ze zich wel waar haar oude tekenschriften lagen. Diebleken nog op dezelfde plek te zijn, haar bedroefde ex-oudershadden ze kennelijk niet weg willen gooien. Het merkwaardigewas dat de betrokken woning ondertussen was afgebroken en dooreen nieuwe vervangen. Toch lagen die schriften op dezelfde plaats.

    Waar het hier om gaat is dat het onderzoeksteam geen enkelenattigheid voelde. Een lid van dat team heeft ook vastgesteld datGnana in een (ander?) vorig leven aan zee gewoond moet hebben,ze wist namelijk dat de zee blauw en het strand wit was. In SriLanka gelooft men dat geslachtswisseling tussen opvolgende le-vens zelden voorkomt; het onderzoeksteam heeft dan ook veelfeiten verzameld om aan te tonen dat Gnana nogal jongensachtigwas, maar dat het jongetje dat ze zou zijn geweest nogal meisjes-achtig. Stevenson baseert zich op feiten die door dt team vergaardzijn. Wijselijk laat hij overigens al te ongeloofwaardige kleinighe-den zoals dat van die tekenschriften maar weg, maar dat over jon-gens- en meisjesachtig neemt hij gewoon over.

    We zagen in het geval van de opgehangen oom hoe Stevensoneen getuige op haar woord gelooft, als ze zegt dat ze niet wist dathaar zwager voor moord was opgehangen. In een ander geval, datvan Ravi Shankar, was de moeder van Ravi Shankar nog op bezoekgeweest bij de ouders van een vermoorde jongen, om haar deel-neming te betuigen. Ze was toen in verwachting van Ravi Shankar.Later bleek Ravi Shankar te spreken over een vorig leven, namelijkdat van diezelfde vermoorde jongen. In het geval van Swarnlata isnog duidelijker dat Stevenson voorbijgaat aan een voor de handliggende bron van inlichtingen. Het geval Swarnlata komt zeer over-

    Kinderverhalen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 52

    tuigend over. [47] Alleen, Stevenson vertelt hoe Swarnlata in con-tact komt met een echtpaar Agnihotri, dat zeer veel belangstellingheeft voor rencarnatieverhalen. Mevrouw Agnihotri legt ook hetcontact tussen Swarnlata en de familie van het vorige bestaan.Stevenson gaat niet in op de mogelijkheid dat deze mevrouwAgnihotri al dan niet opzettelijk de bron van inlichtingen is ge-weest. Hij heeft haar niet als getuige ondervraagd. Uit zijn verslagvan het geval is zelfs niet op te maken of Swarnlata met interes-sante details over haar vorige leven kwam vr of n ze die me-vrouw ontmoette.

    Dit zijn een paar manieren waarop lichtgelovigheid de kwaliteitvan onderzoek kan bederven. Getuigen op hun woord geloven,ook als hun verhaal vragen oproept; nalaten andere verklaringente onderzoeken, bijvoorbeeld door ze al van tevoren als uiterstonwaarschijnlijk af te doen; vervelende of al te onwaarschijnlijkezaken als onbelangrijk beschouwen; je in bochten wringen om al-les in te passen, ook als het niet goed past bij je geloof (een put opeen mijl afstand is dichtbij). Je kunt ook blind zijn voor delichtgelovigheid van anderen.

    Uit het boek van J.B. Delacour [48] blijkt dat je het nog bonterkunt maken. Over Stevensons Libanese geval meldt hij (letterlijkgeciteerd uit de vertaling van Wim Gijsen): Merkwaardig is ookdat Imad op zijn leeftijd al redelijk Frans kon spreken hij wasnota bene pas vijf jaar hoewel niemand in zijn tegenwoordigefamilie die taal kende. Maar Ibrahim had in Franse leger gedienden sprak tijdens zijn leven uitstekend Frans!

    Imad is het jongetje dat door Stevenson onderzocht werd opvijfjarige leeftijd en Ibrahim is de veronderstelde vorige incarna-tie. Stevenson schrijft in zijn boek [49] (weer letterlijk geciteerd uitde Nederlandse vertaling): Zijn vader . . . hoorde hem . . . zeggen:Ik kan net zo praten als jullie, hierbij doelend op het Frans dat detolk en ik meestal spraken. Imad had in zijn eerste schooljaar Fransgeleerd en kon al correct tot twintig tellen. De opmerking slaat opiets dat Imad zei in de auto onderweg naar het dorp van wijlenIbrahim. Elders uit het boek van Stevenson blijkt dat Ibrahim in-

  • 53

    derdaad in het leger gediend had, en Frans sprak. Stevenson ver-meldt dit incident omdat volgens sommige getuigen Imad in dieauto had gezegd dat hij Engels sprak.

    Wat zien we hier? Een enigszins voorlijk en parmantig jongetjeschept op tegen die aardige professor die speciaal voor hem uitAmerika is gekomen, en die hem en zijn familie op een uitje metde auto trakteert. De omstanders zijn geneigd alles wat het jochzegt te duiden in termen van diens vorige leven, of het nou kloptof niet. Gelukkig heeft Stevenson door hoe ze aan dat idee ko-men, omdat iemand zich kon herinneren wat het jongetje letter-lijk zei. En wat doet J.B. Delacour? Hij leest het verhaal half, zietstaan: Imad kende Frans, Ibrahim ook, bewijs geleverd. De achter-flap van het boek [50] meldt: Delacour levert gecontroleerd mate-riaal.

    4.7 De kr4.7 De kr4.7 De kr4.7 De kr4.7 De kritititititiek viek viek viek viek van Charan Charan Charan Charan ChariiiiiC.T.K. Chari is een professor in de filosofie in Zuid-India. Hij wijstrencarnatie niet zonder meer af, maar hij zet wel veel vraagtekensbij het onderzoek van Stevenson. Een eerste punt van kritiek [51]is dat Stevensons gevallen zo beperkt zijn: alleen het noorden vanIndia, in het bijzonder Uttar Pradesh, de omgeving van Bareilly,Mathura en New Delhi. En enkel geval uit Zuid-India, namelijkdat van het meisje Mallika, dat zich begon te herinneren dat ze hetoverleden zusje was van de bovenburen. [52] Bij de gevallen uit SriLanka zijn er geen Tamils. De gevallen uit Turkije zijn alleen te vin-den onder de Zuid-Turkse sjiitische sekte van de alevieten. In Alaskaalleen de Tlingit-indianen, en in Libanon alleen de druzen.

    Chari (1978) oppert (op statistische gronden) dat het ontstaanvan rencarnatieverhalen op de een of andere manier aanstekelijkwerkt. De verspreiding van Stevenson-achtige gevallen lijkt op deverspreiding van een (weinig) besmettelijke ziekte. Helaas rekenthij het niet in detail voor.

    Chari vraagt zich af [53] waarom Stevenson of anderen niet meeraandacht schenken aan bewijsbaar onjuiste rencarnatieverhalen.Die zijn er te over. Uit Charis directe omgeving komt een geval

    Kinderverhalen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 54

    van een jongetje dat zich in alle opzichten gedraagt als de kinde-ren van Stevensons gevallen, alleen: er klopte niets van de verha-len, en de jongen begon met dit soort gepraat juist in de tijd datzijn vader zeer genteresseerd was in rencarnatie.

    Chari vertelt ook van het meisje dat meende dat ze een rencar-natie was van de godin Kali. Dit meisje had zelfs moedervlekken inde vorm van de halsketting van Kali. Is er een wezenlijk onder-scheid tussen dit geval en andere? Chari vindt dat de ontstaans-wijze van dit soort verhalen beter zou begrepen worden als je ookdie andere, onjuiste verhalen zou onderzoeken.

    Chari heeft ook kritiek op het gemak waarmee Stevenson zegtdat sommige voorvallen zo onwaarschijnlijk zijn, dat je ze wel kuntuitsluiten. Een voorbeeld is een ander jongetje dat zich volkomencorrect een vorig leven herinnerde, inclusief de zelfmoord aan heteinde van dat andere leven. Dit geval zou voor authentiek zijn aan-gezien, als niet een van de onderzoekers had ontdekt dat het ver-haal stond afgedrukt op een stuk krantenpapier waarmee een raamvan een vroegere kamer van de jongen was dichtgeplakt. [54] Wiehet werk van Stevenson gelezen heeft, ziet al bijna voor zich hoeStevenson uitvoerig zou beschrijven hoe onwaarschijnlijk het isdat zon jongen een krant van jaren her onder ogen krijgt.

    Chari noemt herhaaldelijk de suggestieve invloed die uitgaat vangrote menigten van gelovige en onkritische omstanders die in In-dia op mogelijke rencarnatiegevallen afkomen.

    Hoewel Chari groot respect heeft voor het grondige werk vanStevenson, vindt hij toch dat het eigenlijk een weergave is van eentelkens herhaalde grote inspanning om achteraf verbanden te leg-gen tussen feiten en fantasien. Daarbij moet Stevenson soms ooknog de fantasien of de feiten wat stroomlijnen. Zie ook het gevalMallika. Als het verhaal wat verward is, splitst Stevenson het in tweevorige levens, zoals hij doet in het geval Swarnlata. [55]

    Stevenson richt zich sterk op het verifiren van gevallen. Dat wilzeggen hij gaat in groot detail na in hoeverre ze rencarnatie sug-gereren. Hij komt niet toe aan de vraag: welke sociologische me-chanismen bevorderen het ontstaan ervan?

  • 55

    Ian Stevenson en zijn vertaler omringd door belangstellenden tijdens een in-terview met een vrouw in Birma, die zich herinnerde dat ze in haar vorigeleven een Japanse soldaat was geweest.

    Kinderverhalen

  • RENCARNATIE Skeptische Notitie 1 56

    Een speciaal soort herinnering is het vermogen een vreemde taaldie men niet geleerd heeft te spreken. Dit heet xenoglossie (vanxenos = vreemd, gloossa = tong of taal). We noemden het al zijde-lings in het geval van Rosemary-Vola en van Joan Waterhouse. Hetverschijnsel is al oud, voor 1850 komt het in godsdienstige contex-ten voor. Het doet zich ook tijdens spiritistische seances voor. Hetverschijnsel lijkt soms op spreken in tongen. Bij het spreken intongen (glossolalie) worden betrekkelijk vloeiend taalachtigeonzinklanken geuit. Dit laatste doet zich voor bij godsdienstigeopwinding. Overigens schijnt men het met wat oefening tamelijkvlug te kunnen leren. [56]

    Tijdens hypnotische regressie spreken sommige mensen weleens een taal die ze ogenschijnlijk nooit geleerd hebben. Somsblijkt dat ze die taal wel degelijk geleerd hebben. Kleine kinderendie emigreren schijnen soms hun moedertaal volkomen te verge-ten, tot onder hypnose blijkt dat die kennis niet echt weg is.

    In andere gevallen ligt zon verklaring niet voor de hand. Helaasblijkt dan de taalbeheersing zo pover te zijn, dat het verschijnselmoeilijk kan bewijzen dat iemand in een eerder bestaan die taalvloeiend heeft gesproken. Het geval van Gretchen is een treffendeillustratie. [57] Een vrouw (Dolores Skidmore Jay) beleefde tijdenshypnotische regressie in 1970 het bestaan van ene GretchenGottlieb, dochter van de burgemeester van Eberswalde in Duits-land in de vorige eeuw (Eberswalde heeft nooit een burgemeesterGottlieb gehad). Gretchen geeft in het Duits antwoord op vragenin het Duits en in het Engels. De onderzoeker Stevenson vindt diteen verschijnsel dat rencarnatie suggereert (omdat hij geen na-tuurlijke bron kon vinden voor de talenkennis van Gretchen).Gretchen geeft vaak als antwoord Nein, Ja, Nicht verstehen, Was?,

    5.5.5.5.5. VrVrVrVrVreemde teemde teemde teemde teemde talenalenalenalenalen

  • 57

    Weiss nicht of een woord dat de vraagsteller gebruikte. Op vragenwat er zondags in de kerk te doen is of waarom de Bundesrat haarzo bang maakt, zegt ze Sie horen. Op de vraag wat ze dagelijkszoal deed is het antwoord: Ich beistehen der Hausfrau. Das Kinder.Op de vraag Wie heisst ihr Vater antwoordt ze Mein Vater im Haus.Op vragen waar het woord Haus in voorkomt, antwoordt Gretchensteevast met mein Vater. Een voorbeeld van Gretchens gespreks-kunst (Gretchen schijnt katholiek te zijn):

    Kannst du das Vaterunser? Gretchen nicht gut mit Zahlen; . . .Kennst du ein Gebet? Beim Essen? Essen? Betet ihr beimEssen? Essen viele Sache . . . Also, was essen Sie sonst? Fleisch,ja. Und Gemse. Gemse . . . Ja und ? Obst . . . Obst, Wasfr Obst? Der Apfel Der Apfel. Ja Was gibt es denn nachdem Schlafen?