Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

23
20-10-2008 SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 1 van 23 Smartcom Installatie en gebruiksaanwijzing Voor de Lite, Advanced en netwerkversie

description

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing 20-10-2008 Pagina 1 van 23 H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc

Transcript of Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

Page 1: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 1 van 23

Smartcom

Installatie en gebruiksaanwijzing Voor de Lite, Advanced en netwerkversie

Page 2: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 2 van 23

Inhoud

Voorwoord 3

4. Technische specificatie 3

1.1 Omgevingstemperatuur 3

1.2 Functionele specificaties 3 1.3 Lite versie elektrische specificaties 4

1.4 Standaard versie elektrische specificaties 4 1.5 Advanced en netwerk specificaties 4

4. Installatie instructies 5

2.1 Montage van de regeling 5

2.2 Bedrading specificaties 7 2.3 Lite versie aansluiten 7

2.4 Standaard versie aansluiten 8 2.5 Advanced versie aansluiten 9

2.6 Netwerk versie aansluiten 10

4. Gebruiksaanwijzing 11

3.1 De bediening 11 3.2 Het display 11

3.3 Instellen klok 12 3.4 Diverse programma’s 12

3.5 Instellen programma’s (aan /uit tijd) 13

3.6 Instellen DAG en Nacht temperatuur 15 3.7 Optioneel passwoord (PIN code) 15

3.8 Netwerk Controllers (SC-NET alleen) 16 3.8.1 Instellen netwerk 16

3.8.2 Bedienen van de master controller 17

3.9 Controle temperatuur 17 3.10 Instellen tijdelijke vakantie periode 17

3.11 Instellen van de overwerkperiode 18 3.12 Instellen ventilatie periode 18

3.13 Error melding: Reset 19

3.14 Batterij type en vervangen 19 3.15 Optimale start 19

4. Service functie 20

4.1 Algemeen passwoord (PIN beveiliging) 20 4.2 Programmeren servicemonteur functie 21

4.3 Servicemonteur instellingen 21

4.4 Externe aansluitingen 23 4.4.1 De ON invoer 23

4.4.2 De VORST beveiliging invoer 23 4.5 Standaard prioriteit instelling 23

Page 3: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 3 van 23

Voorwoord

Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de installatie en bediening van de “SmartCom”.

Deze regeling moet volgens de geldende voorschriften worden gemonteerd.

1 Technische specificaties

1.1 Omgevingstemperatuur

Omgevingstemperatuur: 0°C tot 40°C. Relatieve vochtigheid: 0 tot 90 % RH.

Beschermgraad controlebox: IP 30. Voeding: 230Vac.

Zekering: 1AT (intern)

Nominale spanning impuls: 2500V

1.2 Functionele specificaties • Een onafhankelijke te monteren elektronische regeling voor wand montage.

• Werking onder klasse A software en type 1A actie.

• De voeding is intern beveiligd door een trage zekering van 1AT.

• Vlam storing controle: Voeding moet 230 Vac zijn. Spanning mag variëren tussen 200Vac en

265Vac, 50 Hz. Door aanwezig zijn van de voeding wordt er een eventuele storing aangegeven.

• Het brander reset relais geeft of een fase of een nul signaal afhankelijk van de polariteit, hoe het

is aangesloten.

• Uitgang voor de afstandsbediening is een potentiaal vrij contact met een uitgang van 24Vdc/5mA

• De ingebouwde temperatuur voeler heeft een bereik van 0°C tot 30°C met een resolutie van

0,2°C.

• Temperatuuropname kan worden gecompenseerd, dit komt doordat er fouten ten

gevolge van sensor tolerantie en locatie worden gemaakt. De vorstbeveiliging is dus

ook onderhevig aan deze toleranties.

• Ingebouwde en afstand ruimte temperatuur sensor.

• Indien goed geventileerd, kan het toch voorkomen dat de gemeten temperatuur word beïnvloed

door de intern ontwikkelde warmte. • Losse temperatuur sensor

Werkingsgebied: 0 - 30°C

Resolutie: 0,2°C Niet gecorrigeerd over bereik: +/- 1.4°C

Gecorrigeerd met de offset (zie sectie 4.3)

+/- 0.6°C

Werkingsgebied: 10°C - 60°C

Resolutie: 0,2°C Gecorrigeerd over bereik: +/- 3.0°C

Page 4: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 4 van 23

1.3 Lite versie elektrische specificaties

1.4 Standaard versie elektrische specificaties

De voeding is niet geïsoleerd, Het is daarom van belang de

Bedrading goed is geïsoleerd.

1.5 Advanced en Netwerk versie

elektrische

specificaties

Brander reset, verwarmen en

ventilator relais:

7A/240Vac capacitief

2A/240Vac inductief Opgenomen

vermogen:

3W

Brander reset, verwarmen en Ventilator relais:

7A/240Vac capacitief 2A/240Vac inductief

550W vent. relais: 10A/240Vac capacitief

3A/240Vac inductief (550W enkel fase

motor, max) Opgenomen

vermogen:

3W

Alle relais behalve ventilator

relais:

10A/240Vac capacitief

2A/240Vac inductief

Vent. relais:

10A/240Vac capacitief 3A/240Vac inductief

(550W enkel fase motor, max)

Opgenomen

vermogen:

3W

Communicatie bedrading:

Afgeschermde getwist

paar Daisy-chain configuratie. Advies

Belden 9841 kabel. Max. lengte = 500 m

0 – 10V signaal Uitgang impedantie =

500 ohm. Max stroom = 5 mA.

Page 5: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 5 van 23

2 Installatie instructie

2.1 Montage van de regeling De behuizing bestaat uit twee

plastic gedeelten die met vier schroeven worden bevestigd met

elkaar. De dopjes zijn om de

schroeven te beschermen.

• Verwijder de schroeven.

• Til voorzichtig het bovenste

gedeelte van het onderste en maak de flatcable los van de printplaat.

Page 6: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 6 van 23

Afbeelding - regeling

Montage gaten

• Zorg ervoor dat de

regeling op een goede stevige en geïsoleerde

ondergrond wordt gemonteerd

Afbeelding – minimale

ophang hoogte.

• Zorg ervoor dat de

regeling minimaal 1,5 mtr. Boven de vloer wordt

gemonteerd.

• De regeling kan met de

openingen naar boven of benden worden

gemonteerd. • Het gedeelte met het

display kan altijd recht

worden gemonteerd

doordat de flatcable kan worden gedraaid.

• Monteer de regeling niet

op een warm oppervlak of waar het direct kan

worden aangestraald door de zon.

• De montage plaats moet

recht zijn en niet geleidend van wat dan

ook.

Notie: De geadviseerde ophanghoogte is enkel van toepassing als de interne sensor wordt gebruikt

Page 7: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 7 van 23

2.2 Bedrading specificaties

Aansluiten zoals benden wordt aangegeven.

Alle elektrische werkzaamheden moeten door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd en volgens de geldende regels.

Gebruik de schema’s 2.3 tot 2.6 om de stralers aan te sluiten en controleer onder aan iedere bladzijde welk type kabel er gebruikt dient te worden.

Indien de straler niet wordt aangesloten zoals in het schema wordt aangegeven dan kunnen er storingen of ander problemen ontstaan. Als men de aders aansluit zorg er dan voor dat de ader niet

meer dan 6 mm wordt gestript. Controleer bij het vastdraaien of er geen kortsluiting kan ontstaan doordat er blanke aders tegen elkaar aan komen.

Ambi-Rad levert verschillende types van bediening, die allen een specifieke bedrading hebben. Onderstaand zijn de verschillende types weergegeven. Controleer deze aansluitingen altijd samen met

het geleverde product, om een tevreden werking te garanderen.

2.3 LITE versie aansluiten

Lite versie bedrading

Nummer Aansluiting Diameter

9 Brander reset uitgang 2,5 mm²

6 Verwarmen 1 relais uitgang 2,5 mm²

40 Ventileren 1 relais uitgang 2,5 mm²

1 Fase aansluiting ingang 2,5 mm²

2 Nul aansluiting ingang 2,5 mm²

10 Vlam storing ingang 2,5 mm²

Page 8: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 8 van 23

2.4 Standaard versie aansluiten

Standaard versie bedrading

Nummer Aansluiting Diameter

9 Brander reset uitgang 2,5 mm²

5 Timer relais uitgang 2,5 mm²

6 Verwarmen 1 relais uitgang 2,5 mm²

40 Ventileren 1 relais uitgang 2,5 mm²

41 Ventileren 1 relais ingang (550W) 2,5 mm²

1 Fase aansluiting ingang 2,5 mm²

2 Nul aansluiting ingang 2,5 mm²

10 Vlam storing ingang 2,5 mm²

S/R0 Afstand bediening ruimte voeler sensor ‘A’ 1,5 mm²

S/R1 Afstand bediening ruimte voeler sensor ‘B’ 1,5 mm²

B1 Afstand bediening ON ingang (BMS ON Ingang) 1,5 mm²

B0 Afstand bediening Common (Output naar BMS) 1,5 mm²

B2 Afstand bediening vorst beveiliging 1,5 mm²

Indien de bediening wordt aangestuurd door een extern signaal moet dit gebeuren met een afgeschermde kabel, met een maximum lengte van 100 meter. De ruimte sensoren moeten worden aangesloten dmv een afgeschermde kabel. De maximale lengte bedraagt 100 meter vanaf de regeling. Monteer het aardscherm aan connector B0. Houd alle sensor en signaal kabels gescheiden van de voedingskabels om zo min mogelijk storingen te krijgen.

Page 9: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 9 van 23

2.5 Advanced versie aansluiten

Advanced versie bedrading

Nummer Aansluiting Diameter

41 Ventileren 1 relais ingang (550W/Laag toeren) 2,5 mm²

40 Ventileren 1 relais uitgang (550W/Laag toeren) 2,5 mm²

9 Brander reset uitgang 2,5 mm²

25 Ventileren 3 relais uitgang (Demper) 2,5 mm²

14 Ventileren 2 relais uitgang (Hoog toeren) 2,5 mm²

5 Timer relais uitgang 2,5 mm²

8 Verwarmen 2 relais uitgang (2e trap) 2,5 mm²

6 Verwarmen 1 relais uitgang (1e trap) 2,5 mm²

1 Fase aansluiting ingang 2,5 mm²

2 Nul aansluiting ingang 2,5 mm²

10 Vlam storing ingang 2,5 mm²

66 Kanaal 1, 0~10V uitgang (GM44) 1,5 mm²

64 Kanaal 1 en 2 Common Uitgang 1,5 mm²

20 Kanaal 2, 0~10V uitgang (Demper) 1,5 mm²

S/R0 Afstand bediening ruimte voeler sensor ‘A’ 1,5 mm²

S/R1 Afstand bediening ruimte voeler sensor ‘B’ 1,5 mm²

D0 Afstand bediening kanaal voeler sensor ‘A’ 1,5 mm²

D1 Afstand bediening kanaal voeler sensor ‘B’ 1,5 mm²

B1 Afstand bediening ON ingang (BMS ON Ingang) 1,5 mm²

B0 Afstand bediening Common (Output naar BMS) 1,5 mm²

B2 Afstand bediening vorst beveiliging 1,5 mm²

0~10V uitgangen en afstandbedieningen moeten worden aangesloten met een 0,75 mm² kabel met een maximum lengte van 100 meter. De ruimte sensoren moeten worden aangesloten dmv een afgeschermde kabel. De maximale lengte bedraagt 100 meter vanaf de regeling. Monteer het aardscherm aan connector B0. Houd alle sensor en signaal kabels gescheiden van de voedingskabels om zo min mogelijk storingen te krijgen.

Page 10: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 10 van 23

2.6 Netwerk versie aansluiten

Netwerk versie bedrading

Nummer Aansluiting Diameter

41 Ventileren 1 relais ingang (550W/Laag toeren) 2,5 mm²

40 Ventileren 1 relais uitgang (550W/Laag toeren) 2,5 mm²

9 Brander reset uitgang 2,5 mm²

25 Ventileren 3 relais uitgang (Demper) 2,5 mm²

14 Ventileren 2 relais uitgang (Hoog toeren) 2,5 mm²

5 Timer relais uitgang (CRFR) 2,5 mm²

8 Verwarmen 2 relais uitgang (2e trap) 2,5 mm²

6 Verwarmen 1 relais uitgang (1e trap) 2,5 mm²

1 Fase aansluiting ingang 2,5 mm²

2 Nul aansluiting ingang 2,5 mm²

10 Vlam storing ingang 2,5 mm²

66 Kanaal 1, 0~10V uitgang (GM44) 1,5 mm²

64 Kanaal 1 en 2 Common Uitgang 1,5 mm²

20 Kanaal 2, 0~10V uitgang (Demper) 1,5 mm²

C1 Common ‘A’ ingang /uitgang (M&S) 1,5 mm²

C0 Common Aarde uitgang (M&S) 1,5 mm²

C2 Common ‘B’ ingang /uitgang (M&S) 1,5 mm²

S/R0 Afstand bediening ruimte voeler sensor ‘A’ 1,5 mm²

S/R1 Afstand bediening ruimte voeler sensor ‘B’ 1,5 mm²

D0 Afstand bediening kanaal voeler sensor ‘A’ 1,5 mm²

D1 Afstand bediening kanaal voeler sensor ‘B’ 1,5 mm²

B1 Afstand bediening ON ingang (BMS ON Ingang) 1,5 mm²

B0 Afstand bediening Common (Output naar BMS) 1,5 mm²

B2 Afstand bediening vorst beveiliging (interlock) 1,5 mm²

0~10V uitgangen en afstandbedieningen moeten worden aangesloten met een 0,75 mm² kabel met een maximum lengte van 100 meter. De ruimte sensoren moeten worden aangesloten dmv een afgeschermde kabel. De maximale lengte bedraagt 100 meter vanaf de regeling. Monteer het aardscherm aan connector B0.De Master Slave communicatie geschied via een afgeschermde getwiste kabel, RS 485 geschikt, Belden 9841. De maximale totale lengte bedraagt 500 mtr. Monteer het aardscherm aan connector B0. Houd alle sensor en signaal kabels gescheiden van de voedingskabels om zo min mogelijk storingen te krijgen.

Page 11: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 11 van 23

3 Netwerk versie aansluiten

3.1 De bediening

De tien toetsen hebben de volgende functies:

Notie: indien er binnen 60 sec. geen handelingen plaatsvinden, dan zal de gekozen instelling niet worden uitgevoerd en zal het display terug keren naar de tijd en vorige

instelling.

3.2 Het display

Tijdens normale omstandigheden geeft het display de tijd, de mode weer. Het display laat mode [Frost only] zien.

Display Vorst beveiliging

Page 12: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 12 van 23

3.3 Instellen klok

Druk op de ‘settings’ toets. (voeg uw PIN code in indien gevraagd.) Het icoon [SET], [CLOCK] en [OK?] verschijnen en [CLOCK] knippert.

Druk 1 maal

Instellen van de klok

Druk op [OK?] om de klok functie in te stellen.

Het icoon van een van de dagen begint te knipperen.

Druk op + of – totdat de juiste dag is bereikt en druk op [OK?] om te bevestigen. Vervolgens begint Hours display te knipperen.

Druk op + of – totdat het juiste uur is bereikt en druk op [OK?] om te bevestigen. Vervolgens begint Minutes display te knipperen.

Druk op + of – totdat de juiste minuten zijn bereikt en druk op [OK?] om te bevestigen.

De regeling keert terug naar het begin display.

3.4 Instellen diverse programma’s Druk op de ‘settings’ toets. (voeg uw PIN code in indien gevraagd.)

Druk vervolgens op de ‘settings toets’ om de volgende opties te krijgen:

1 Instellen klok 5 Instellen alleen ventilatie mode

2 Instellen Auto mode 6 Instellen programma 3 Instellen vorst beveiliging mode 7 Instellen temperaturen

4 Instellen verwarmen mode

Druk op ‘settings’ tot de gewenste mode is bereikt.

Druk 2 maal

Auto mode: Verwarmen en ventileren werken automatisch afhankelijk van de ruimte temperatuur, tijd/instellen temperatuur programma en de controle methode zijn gekozen. Ventilatie is uitgeschakeld

tijdens de uit periodes van het programma.

Druk 3 maal

Vorst beveiliging: Het verwarmen gebeurt afhankelijk van de ruimte temperatuur en de mode die geselecteerd is. De ingestelde temperatuur staat op 5°C, de ventilatie is uitgeschakeld.

Page 13: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 13 van 23

Druk 4 maal

Heat only mode: Het verwarmen geschied automatisch afhankelijk van de ruimte thermostaat,

tijd/instellen temperatuur programma en de controle methode zijn gekozen. Ventilatie is uitgeschakeld tijdens de uit periodes van het programma.

Druk 5 maal

Vent only mode: Het ventileren geschied automatisch afhankelijk van de ruimte thermostaat,

tijd/instellen temperatuur programma en de controle methode zijn gekozen. Verwarming is uitgeschakeld tijdens de uit periodes van het programma.

Druk op [OK?] toets om de gekozen functies te bevestigen. De regeling reageert en schakelt in op de

gekozen mode instellingen.

3.5 Instellen programma (aan/uit tijden)

De volgende aan/uit tijden en temperaturen in onderstaande tabel zijn af fabriek ingesteld.

Als deze tijden volgens u goed zijn kies dan de AUTO mode (zie 3.4) en de stralers die zijn aangesloten werken volgens de schakeltijden van onderstaande tabel.

Indien dit niet de gewenste schakeltijden zijn volg dan de aanwijzingen in het vervolg van deze sectie.

Fabriek instellingen

Monday ON 1 = 08:00 OFF 1 = 16:30 ON 2 = --:-- ON 3 = Unused

Tuesday ON 1 = 08:00 OFF 1 = 16:30 ON 2 = --:-- ON 3 = Unused

Wednesday ON 1 = 08:00 OFF 1 = 16:30 ON 2 = --:-- ON 3 = Unused

Thursday ON 1 = 08:00 OFF 1 = 16:30 ON 2 = --:-- ON 3 = Unused

Friday ON 1 = 08:00 OFF 1 = 16:30 ON 2 = --:-- ON 3 = Unused

Saturday ON 1 = --:-- OFF 1 = Unused ON 2 = Unused ON 3 = Unused

Sunday ON 1 = --:-- OFF 1 = Unused ON 2 = Unused ON 3 = Unused

ON/ Dag temperatuur = 18°C

OFF/ Nacht temperatuur = 5°C

Druk 6 maal op de ‘settings’ toets (voeg uw PIN code in indien gevraagd.)

Druk 6 maal

Instellen programma

Page 14: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 14 van 23

Druk op de [OK?] toets om de Program functie te kiezen.

De dag van de week icoon begint te knipperen. (het tijd vak is leeg)

Druk de + toets indien men een andere dag wil kiezen en druk [OK?] om te bevestigen. Het tijdvak icoon [ON1] is op het display te zien en de uren en minuten worden getoond.

Druk + of – tot de gewenste tijd is gekozen. De tijd verandert met 10 minuten stappen. Druk hierna op [OK?] om te bevestigen. De optimale start kan de ON tijd beïnvloeden (zie sectie 3.15).

Instellen 1e ON tijd

Door op [OK?] te drukken laat het display het volgende zien: • Er verschijnt een ON tijd gevolgd door een OFF tijd.

• Indien een ON tijd is ingesteld op Unused, ”--:--“ druk dan op [OK?] en daarna kunnen we een

ander dag kiezen.

• Om van een ongebruikte ON tijd ”--:--“ een bruikbare ON/OFF tijd te maken druk op – toets.

Ongebruikte inschakeltijd

• Indien een dag, bijv. zaterdag of zondag, niet wordt ingesteld, stel dan alle ON tijden in op

ongebruikt ”--:--“. (druk net zolaag op de + toets totdat de tijd over gaat van “23:50” naar ”--:--“.) • Een OFF tijd volgt altijd na een ON tijd, ook al deze tijd ingesteld op ongebruikt.

• Er zijn drie tijdsloten per dag mogelijk (ieder tijdslot bestaat uit een ON en een OFF tijd).

• Om terug te keren naar het hoofddisplay, druk net zolang op de toets totdat “END” verschijnt en

druk op OK.

Automatische kopie functie

Indien de tijdsloten voor Monday (maandag) zijn ingesteld dan zijn ook automatisch de dagen erna tot en met vrijdag ingesteld. De tijdsloten voor Saterday en Sunday (zaterdag en zondag) worden niet

gekopieerd en moeten apart worden ingesteld. Indien een gekopieerd tijdslot moet worden veranderd dan kan dit door naar particuliere instelling te gaan in het menu en hier de tijd veranderen.

Page 15: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 15 van 23

3.6 Instellen Day & Night (dag & nacht) temperatuur.

Druk op de “Setting” toets (geef uw PIN code in indien gevraagd), en druk net zolang totdat in het display [SET], [TEMP], en[OK?] verschijnt en de [TEMP] indicatie knippert.

Druk 7 maal

Druk op de OK toets om de ingestelde temperatuur te accepteren.

De [TEMP DAY] (Temperatuur dag)indicatie verschijnt en begint te knipperen. Druk op + of – tot de gewenste temperatuur is bereikt, en druk op OK.

Vervolgens begint [TEMP NIGHT] (Temperatuur nacht) te knipperen.

Druk op + of – tot de gewenste temperatuur is bereikt, en druk op OK. De regeling zal hierna terug keren naar normale functie.

Opmerking: de frost protection (vorts beveiliging) in ingesteld op 5°C.

3.7 Optioneel Paswoord (PIN beveiliging)

Om de instelling die zijn ingegeven, zoals in paragraaf 3.3 – 3.6 worden beschreven te beveiligen kunt

u een unieke PIN code gebruiken. Deze PIN code wordt iedere keer gevraagd wanneer er instelling moeten worden veranderd die zijn opgeslagen. Tevens voorkomt men hiermee dat er wijziging

worden gedaan zonder toestemming.

Om de PIN code in te stellen, druk op de + toets en hou deze vast en druk op de settings toets.

Gebruik de setting toets om verder te bladeren tot P1 wordt bereikt. Druk op OK, en stel P1 in op 1 om de PIN code in te geven.

Druk op OK om deze nieuwe waarde te accepteren.

Druk op de settings toets en blader naar P2 en druk op OK om een nieuwe PIN code in te geven.

Druk op de + of – toets tot het juiste eerste cijfer van de PIN code wordt weergegeven.

Druk op OK om dit te bevestigen.

Na het bevestigen begint het tweede cijfer te knipperen. Druk op de + of – toets tot het tweede cijfer

juist is van de PIN code. Druk op OK om dit te bevestigen.

Na het bevestigen begint het derde cijfer te knipperen. Druk op de + of – toets tot het derde cijfer juist is van de PIN code. Druk op OK om dit te bevestigen.

Na het bevestigen begint het vierde cijfer te knipperen. Druk op de + of – toets tot het vierde cijfer juist is van de PIN code. Druk op OK om dit te bevestigen.

Deze functie kan worden verlaten door m.b.v. de settings toets verder door het menu te bladeren tot

END OK? verschijnt. Druk op OK om weer terug te keren naar normaal bedrijf. De PIN code wordt actief na een vertraging van 60 seconden.

Page 16: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 16 van 23

• Indien u de PIN code bent vergeten dan is er een master PIN code die bij de fabrikant is ingesteld.

Deze master code geeft u de mogelijkheid om de door u ingestelde code te overbruggen en uw

eigen code weer opnieuw in te stellen. Neem hiervoor contact op met de leverancier.

3.8 Netwerk Controllers (SC-NET alleen). Met de SmartCom netwerk versie is het mogelijk tot 16 controllers, samen te voegen, tot een

multi - zone verwarming systeem. Via een SmartCom (de Master) is het mogelijk om met de andere

controllers (slave) te communiceren en te bedienen. De Master controller heeft de volgend functies:

• Het aanpassen van de klok op de master controller zorgt ervoor dat de klok wordt aangepast op

de slave controllers. • Het ingestelde programma op de slave controllers kan worden aangepast via de master controller.

• De ruimte en ingestelde temperatuur van de slave controllers kan worden bekeken vanuit de

master controller.

• VENT ONLY (alleen ventileren), HOLIDAY (vakantie), of OVERTIME (overwerk) op de master

controller zijn gekoppeld met alle slave controllers. • Externe ingegeven waarden naar de master worden doorgegeven naar alle slave controllers.

• LOCKOUTs (storingen) op de slave controllers worden getoond op de master controller en kunnen

worden gereset op iedere slave controller of via de master.

De volgende functies kunnen niet worden geprogrammeerd via het netwerk en moeten op iedere individuele slave controller worden ingesteld:

• Modes zoals, HEAT ONLY, AUTO, enz.

• Service functies.

Netwerk Controllers

3.8.1 Instellen Netwerk. Bepaal welke SmartCom de master wordt en dan, met refeerntie naar paragraaf 4.2, stel de volgende

service functies in.

C1 = 01 C2 = Aantal SmartComs in het netwerk.

Terwijl we het netwerk instellen zal de master controller communicatie fouten aangeven, deze verdwijnen als het netwerk is ingesteld. De slave controllers kunnen nu worden ingesteld op volgorde.

C1 = SmartCom nummer C2 = Aantal SmartComs in het netwerk.

Page 17: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 17 van 23

3.8.2 Bediening Master Controller.

• Door op de “CHECK TEMP” te drukken op de Master Controller wordt de sensor temperatuur en

de ingestelde temperatuur voor de Master zone 1 en de Slave zones (zone 2,3 enz.) zichtbaar op het display.

Temperatuur controller (Multi – zone)

• Indien het ingestelde programma of temperatuur op de Master Controller in een Multi – Zone

systeem wordt gewijzigd, dan is op het display het [Zone] icoon te zien met een knipperend

nummer van de zone. Druk op + of – om van de gewenste Zone het programma te wijzigen.Drok op OK om te bevestigen. Het programma en de temperatuur kunnen nu worden ingesteld van

deze Zone.

3.9 Bediening Master Controller. 3.9.1 Door eenmaal op de CHECK TEMP toets te drukken zien we in het display de sensor

temperatuur en bij twee maal drukken de gewenste temperatuur. Bij de derde keer drukken

keren we terug naar het normale display. Het display keert na 10 seconden automatisch terug naar een normale situatie, indien de toets CHECK TEMP voor de tweede keer is ingedrukt

maar niet voor de derde keer. 3.9.2 Door de CHECK TEMP en de + tegelijk in te drukken wordt op het display de kanaal

temperatuur aangegeven. Het display keert binnen 10 seconden weer terug naar normaal indien er niet wordt gecorrigeerd d.m.v. de UNDO toets.

3.10 Instellen tijdelijke Vakantieperiode.

De controller beschikt ook over een vakantieprogramma, met vorst beveiliging, voor een bepaalde periode. Het vakantieprogramma wordt als volgt ingesteld:

• Druk op de HOLIDAY (vakantie) toets. Het [HOLIDAY] icoon verschijnt en de vraag hoeveel days

(dagen). Het icoon [DAYS] en [OK?] worden ook getoond.

Vakantie mode

• Druk + of – om het aantal dagen te veranderen. (Waarden van 00 tot 31 zijn acceptabel). [00] wil

zeggen dat er geen dagen zijn ingevoerd. • Druk op OK om de Vakantie instelling te bevestigen. Het [HOLIDAY] icoon blijft zichtbaar tijdens

normaal bedrijf, tot de start van de ingestelde vakantie periode.

• De Vakantie instelling start ’s nachts op de aanvang datum. Vanaf dit moment zal het [HOLIDAY]

icoon en het aantal overgebleven dagen zichtbaar zijn op het display. Als de Vakantie periode is afgelopen dan zal het [HOLIDAY] icoon verdwijnen en terug keren naar het normale display.

• Door op [UNDO] te drukken tijdens deze ingestelde vakantie periode zal deze functie worden

opgeheven en terug keren naar normaal bedrijf.

Page 18: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 18 van 23

3.11 Instellen tijdelijke Overwerk periode.

Druk op de OVERTIME toets en het programma zal worden onderbroken door de overwerkfunctie. OVERTIME functie werkt als volgt:

• Druk op de OVERTIME toets. Het [OVERTIME] icoon wordt in het display getoond. De uren en

minuten beginnen te knipperen. Het [OK?] icoon zal worden getoond.

Overwerk

• Druk op + of – om de gewenste tijd in te stellen. De tijd zal veranderen in stappen van 10

minuten bij iedere keer dat een toets wordt ingedrukt. (Waarden van 0 – 60 minuten kunnen worden ingesteld. De waarden kunnen worden uitgebreid tot 10 uur in de service functies).

• Druk op OK om de instelling te bevestigen. Het display laat de resterende minuten zien in het

display. Indien de overwerk periode is afgelopen, dan zal het [OVERTIME] icoon uit het display verdwijnen en de controller keert terug naar normaal bedrijf.

• Indien er tijdens deze ingestelde periode op UNDO wordt gedrukt, zal deze functie gelijk worden

opgeheven.

3.12 Instellen tijdelijke ventilatie periode.

Door op de VENT ONLY toets te drukken, zal de controller het VENT 1 relay inschakelen onafhankelijk

van de ruimtetemperatuur, terwijl het HEAT 1 en HEAT 2 relais worden uitgeschakeld en het VENT 2 en VENT 3 relais worden ingeschakeld afhankelijk van de ruimtetemperatuur.

De VENT ONLY periode wordt als volgt ingesteld:

Ventileren

• Druk op + of – om de gewenste tijd in te stellen. De tijd zal veranderen in stappen van 10

minuten bij iedere keer dat een toets wordt ingedrukt. (Waarden van 0 – 60 minuten kunnen

worden ingesteld. De waarden kunnen worden uitgebreid tot 10 uur in de service functies). • Als de VENT mode wordt gekozen terwijl de overwerk timer is ingesteld dan zal de timer functie

worden onderbroken.

• Druk op OK om de instelling te bevestigen. Het display laat de resterende minuten zien in het

display. Indien de overwerk periode is afgelopen, dan zal het [OVERTIME] icoon uit het display

verdwijnen en de controller keert terug naar normaal bedrijf. • Indien er tijdens deze ingestelde periode op UNDO wordt gedrukt, zal deze functie gelijk worden

opgeheven.

Page 19: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 19 van 23

3.13 Error melding: Lockout (Storing).

Als de controller een vlamstoring signaal constateert, dan zal op het display alleen het [LOCKOUT] icoon te zien zijn.

De status van de LOCKOUT blijft bestaan ook al is het vlamsignaal weer aanwezig.

Om de LOCKOUT te verwijderen moeten we de controller resetten, druk op de LOCKOUT toets. Na twee seconden zal de controller weer normaal functioneren.

Ventileren en verwarmen zullen na de LOCKOUT normaal weer verder functioneren.

3.14 Batterij type & vervangen.

• De ‘echte’ tijd en het programma worden d.m.v. een lithium batterij in de controller opgeslagen.

Als de voeding wordt onderbroken, dan zal de tijd, normaal blijven werken tot 7 dagen na de

stroom onderbreking, daarna vervallen alle gegevens. • De gebruikersduur van de toegepaste batterijen is vijf jaar. De conditie van de batterij en

wanneer deze vervangen dient te worden wordt op het display aangegeven. Deze indicatie

verdwijnt wanneer de voeding weer aanwezig is.

• Om de batterij te vervangen dient men eerst de voeding

uit te schakelen. Verwijder daarna de afdekkapjes en de schroeven om het front paneel te verwijderen.

Haal voorzichtig het frontpaneel ervan af en maak de platte kabel voorzichtig los van de printplaat.

Verwijder de oude batterij en plaats de nieuwe zoals afgebeeld.

3.15 Optimale start.

Deze functie is ingesteld vanaf de fabriek. Indien niet gewenst zie service ( paragraaf 4.3)

Deze optimale start functie, is een energie besparende functie, die ervoor zorgt dat er zo laat mogelijk

wordt ingeschakeld, maar op het moment van de gewenste AAN tijd toch de temperatuur heeft bereikt. Als de controller aan het optimaliseren is dan is het ON en OFF icoon in het display te zien.

De ventilatie blijft uitgeschakeld tijdens deze periode.

Page 20: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 20 van 23

4. Service functies.

• Met deze service functies is het mogelijk om diverse geavanceerde parameters in te stellen.(Deze

zijn alleen voor service technici) • Afhankelijk van de versie van de controller (Lite, Standard, Avanced, of Network), zijn sommige

optie niet beschikbaar hoewel ze wel op het display worden getoond.

• Om de service functies te bereiken, druk en hou de + toets vast en druk vervolgens op de

SETTINGS toets. Het [SET] en [ENGINEER] icoon worden getoond. • Alle controle functies zijn optioneel te beveiligen door een PIN code (zie paragraaf 4.1).

• Druk op de UNDO toets tijdens het programmeren en de functie wordt geprogrammeerd en gaat

terug naar zijn normale functie.

• Druk twee maal op de UNDO toets tijdens het programmeren, in de service mode, en de

controller sluit de service functie af en keert terug naar de normale instellingen. Alleen de met OK bevestigde wijzigingen worden veranderd.

• Indien er binnen 60 seconde geen toetsen worden bedient terwijl men in de service mode werkt

dan zal de controller terug keren naar de normale instellingen. Alleen de met OK bevestigde

wijzigingen worden veranderd. • De service instellingen kunnen worden geprogrammeerd via het netwerk. Deze kunnen alleen per

individuele controller worden ingesteld.

4.1 Algemeen passwoord instelling.(PIN beveiliging)

Indien de ENGINEER (service) functie wordt aangesproken, dan zal de controller vragen om een PIN

code; het [PIN] icoon zal te zien zijn samen met vier nullen waarvan de eerste knippert.

Openen van de service functie met PIN code

Druk op + of – tot de eerste nul op de juiste waarde staat. Druk op OK om te bevestigen.

Eenmaal geaccepteerd dan zal de volgende NUL beginnen te knipperen. Druk op + of – tot de tweede

nul op de juiste waarde staat. Druk op OK om te bevestigen. Eenmaal geaccepteerd dan zal de volgende NUL beginnen te knipperen. Druk op + of – tot de derde

nul op de juiste waarde staat. Druk op OK om te bevestigen. Eenmaal geaccepteerd dan zal de volgende NUL beginnen te knipperen. Druk op + of – tot de vierde

nul op de juiste waarde staat. Druk op OK om te bevestigen.

Als de juiste PIN code is ingevoerd dan zal men meteen toegang hebben tot de instellingen (zoals

onder wordt uitgelegd). • De toegang blijft actief tot 60 seconden na het bedienen van de laatste toets. Hierna moet men

de PIN code weer opnieuw invoeren.

• Indien de juiste PIN code niet beschikbaar is vraag dan bij de leverancier om de MASTER PIN

code.

Page 21: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 21 van 23

4.2 Programmeren van de service functies.

Alle service functies worden getoond als een code in het display d.m.v. de eerste twee plaatsen. Bijv. C1,t1,t2, en alle variabelen in de volgende twee plaatsen.

Service codes

Druk op de SETTINGS toets tot de gewenste code wordt getoond. Druk op OK om de code te bevestigen. De variabele waarde (twee laatste plaatsen) beginnen te

knipperen. Druk op de + of – toets tot de gewenste variabele wordt getoond.

Druk op OK om deze waarde te accepteren. De ingestelde waarde stopt nu met knipperen.

Druk op de SETTINGS toets om een andere code te bewerken.

4.3 Variabelen van de service functies. Notie: Sommigen van de volgende opties moeten worden overgeslagen als deze niet relevant zijn

Controle methode Communicatie Zone nummers

0 00 Geeft aan geen communicatie

Hete lucht controle, vent 1 is een

ventilator 01 Geeft aan Master unit, Zone nummer 1

1 02 2 tot 16 geeft slave units aan

Hete lucht controle, vent 1 is een

demper Standaard waarde = 00

2

Radiant/NorRayVac/Herringbone

standard controle

3 Niche/Norair controle

4

A1

Radiant/NorRayVac/Herringbone

Multi zone controle

Standaard waarde = 0

C1

Elke zone moet een uniek zone nummer. Hebben. Het is niet mogelijk om twee

controllers met hetzelfde nummer te hebben. Zone nummers moeten elkaar

opvolgen.

Temperatuur controle methode Hoogste communicatie zone nummer

0 Range: 02 tot 16

Ruimte temperatuur, van interne

voeler

C2

Standaard waarde = 02

1

Ruimte temperatuur, van de zwarte bol

2

S1

Gem. Ruimte temperatuur van de

van interne en ruimte voelers

Standaard waarde = 0

Indien dit nummer niet goed is ingesteld dan zal of een zone die hoger is genummerd niet

communiceren of een lager nummer een

communicatie fout aangeven, op de master unit

Overwerk maximaal tijd

t1 Range: 00 tot 60 (Geprogrammeerd in stappen van 10 seconden).

S2 Range: -9 tot 9°C (in stappen van 1°) t2 Range: 00 tot 60 (Geprogrammeerd in stappen van 60 minuten.

Standaard waarde = 0 Standaard waarde = 06 (60 minuten)

Page 22: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 22 van 23

Optimale start maximale voor warmtijd Brander uren limiet. Het aantal uren voordat

het [service] icoon verschijnt

t3 Range: 00 tot 24 (in stappen van 10

minuten)

H2 Range: 01 tot 99

Standaard waarde = 06 (60 minuten) Standaard waarde = 12 (1200 uur)

Straling/Norayvac/herringbone voor spoeltijd voor ventilator (in stappen van 10 sec.)

Aantal verwarming uren opgeslagen sinds de laatste service reset.

F1 Range: 00 tot 24 (in stappen van 10

minuten)

H3 Range: 0 tot 9999

Standaard waarde = 03 (30 sec.) Standaard waarde = 12 (1200 uur)

Resetten door op OK te drukken terwijl code wordt

getoond.

Straling/Norayvac/herringbone voor spoeltijd voor ventilator (in stappen van 10 sec.)

Aantal verwarming uren uit opgeslagen sinds de laatste service reset.

F2 Range: 00 tot 24 (in stappen van 10

minuten)

H4 Range: 0 tot 9999

Standaard waarde = 12 (120 sec.)

Resetten door op OK te drukken terwijl code wordt getoond.

Temperatuur set punt bandbreedte in °C Temperatuur set punt dode band in °C

b1 Range: 02 tot 10 b2 Range: 01 tot 04

Standaard waarde = 04 Standaard waarde = 02

Kanaal temperatuur set punt min. in°C Kanaal temperatuur set punt max. in °C boven ruimte temperatuur instelling

d1 Range: 02 tot 20 d2 Range: 20 tot 60

Standaard waarde = 02 Standaard waarde = 50

Storingen: geeft het aantal storingen vanaf de Storingen max.: Max. aantal storingen voor het

laatste service beurt. icoon [SERVICE] in het display verschijnt.

L1 Range: 0 tot 9999 L2 Range: 0 tot 99 00 = uitgeschakeld

Standaard waarde = 02 Standaard waarde = 00

Resetten gebeurt terwijl deze code wordt getoond.

Brander uren sinds de laatste service reset PIN beveiliging

H1 Range: 00 tot 9999 P1 0 PIN beveiliging uit

Standaard waarde = 02 1 PIN beveiliging aan

Standaard waarde = 00

Resetten gebeurt terwijl deze code wordt

getoond Instellen menu PIN nummer

P2 Range: 0000 tot 9999

Standaard waarde = 00

Reset foute instel waarden

P3 0 Reset niet alle data van programma’s en service instellingen

1 Reset alle data van programma’s en service instellingen

Standaard waarde = 0

Page 23: Smartcom gebruiksaanwijzing ned. (739 kb)

20-10-2008

SmartCom Control Installatie en gebruiksaanwijzing

H:\Ambi-Rad\Vision\Smartcom gebruiksaanwijzing ned..doc Pagina 23 van 23

4.4 Externe aansluitingen.

Er bestaat de mogelijkheid om twee externe signalen (ON en FROST) aan te sluiten. Deze externe aansluitingen ( bijv: centraal gebouw systeembeheer) kan direct de mode van het systeem inzien en

besturen. Een actief extern signaal wordt weergegeven op het display als “Etnl” op de plaats waar normaal [FROST] of [ON] staat afhankelijk welke ingang er wordt gebruikt.

Indien de controller wordt gebruikt in een gebouw systeembeheer, dan moeten alle ON tijden op unused (niet gebruikt) worden ingesteld. (zie paragraaf 3.5). In dit geval zal de controller alleen

reageren op de OFF/nacht temperatuur. Het gebouw systeembeheer kan de On/dag temperatuur ingeven via het externe signaal.

4.4.1 De ON invoer.

Deze ingang zorgt ervoor dat de controller in de ON (aan) mode blijft zolang als het signaal blijft

bestaan. (Contact gesloten). Deze optie kan worden gebruikt voor het overbruggen van de ON tijd of voor het bedienen d.m.v. het gebouw systeem beheer. Deze ON invoer heeft geen optimale start

functie.

De actuele mode blijft bestaan als de ON invoer actief is.

4.4.2 De FROST invoer.

Deze ingang zorgt ervoor dat de controller in de FROST (vorst) mode blijft zolang als het signaal blijft bestaan. (Contact gesloten). Deze optie kan worden gebruikt voor vakantie overbrugging, als OFF

schakelaar, als deurschakelaar, of voor het gebouw systeem beheer.

4.5 Standaard prioriteit instelling. In een situatie waar meer dan een invoer of instelling van toepassing zijn, zal het

systeem volgens de volgende lijst, de prioriteit vaststellen:

1 extern signaal FROST ingang

2 Overwerk (werkt tijdens NORMAL / HEAT ONLY / VENT ONLY) 3 Ventilatie mode

4 extern signaal FROST ingang (werkt tijdens NORMAL / HEAT ONLY / VENT ONLY) 5 Vakantie

6 Frost only

7 Ingesteld programma (werkt tijdens NORMAL / HEAT ONLY / VENT ONLY)