Slimme mobiliteit Nieuwe uitdaging voor facility …...mate via de ‘digitale snelweg’ waardoor...

3
23 22 fmi 6 - 2012 fmi 6 - 2012 Thema DUURZAAM FM Het mobiliteitsvraagstuk kan vanuit verschillende perspectieven bekeken worden. In dit artikel staat het perspectief van de klant en de aanbieder centraal. Allereerst belichten we de gedachten van Jeroen Goos- sen, category manager Smart Mobility bij USG People; het klantperspectief. Daarna belichten we de mening van Alexander Prinssen, vice president bij Athlon Mobility Consultancy; het aanbiederperspec- tief. Zij geven hun kijk op duurzame mobiliteit. Ze nemen ons mee in de ontwikkelingen rondom mobi- liteit en de gevolgen die deze kunnen hebben voor het facilitaire werkveld. Het klantperspectief De functie van Jeroen Goossen is recent gecreëerd bij USG People. Aanleiding hiervoor is de toene- mende vraag naar zogenaamde slimme mobiliteits- oplossingen. Zowel duurzaamheids-, arbeidsvoor- waardelijke- en kostendoelstellingen liggen aan deze toenemende vraag ten grondslag. Het primaire doel van de functie is het centraal ontwikkelen en on- derhouden van mobiliteitsbeleid waarbij tegemoet wordt gekomen aan de door USG People aan haar werkmaatschappijen gestelde doelstellingen. Erik Ernst en Julian van Stratum Fotografie: Levin den Boer – persfoto.nu De facilitaire branche kent een groot aantal trends en ontwikkelingen die inmiddels zijn uitgegroeid tot uitgeknepen containerbegrippen. Denk hierbij aan het nieuwe werken en mvo, die inmiddels al jaar en dag tot de focuselementen van het facilitaire takenpakket behoren. Een ander on- derwerp dat we daar wellicht aan toe kunnen voegen is duurzame mobi- liteit, maar is dat nu werkelijk zo? Nieuwe uitdaging voor facility manager Slimme mobiliteit Ontwikkelingen wagenpark Begin 2009 is USG People gestart met het introduceren van zuinigheidscriteria in de keuze van auto’s. Hierbij zijn maximale energielabels ingesteld. Dit is medio 2011 aangescherpt. Er worden sindsdien uitsluitend nog auto’s met maximaal energielabel B geleast met als resultaat dat het USG People wagenpark (circa 2.000 voertuigen) op dit moment voor 87 procent bestaat uit auto’s met energielabel A en B. Ten opzichte van begin 2009 is de gemiddelde werkelijke CO 2 -uitstoot met ruim 12,5 procent gedaald. Op basis van hun huidige wagenparkomvang en totaal aantal gereden kilometers op jaarbasis komt dit neer op een daling van de CO 2 - uitstoot met meer dan 1 miljoen kilogram. Omdat USG People een daadwerkelijke vergroening van het wagenpark nastreeſt zijn zij voorzichtig met het toelaten (plug in) hybride en (semi) elektrische voertuigen in hun wagenpark. Dit vanwege het feit dat ze eerst willen vaststellen in hoeverre dergelijke auto’s daadwerkelijk bijdragen aan de duurzaamheid- doelstellingen. Ter illustratie: bij de introductie van de Toyota Prius zijn leaserijders massaal op deze auto overgestapt. In veel gevallen niet omdat zij een positieve bijdrage wil-

Transcript of Slimme mobiliteit Nieuwe uitdaging voor facility …...mate via de ‘digitale snelweg’ waardoor...

Page 1: Slimme mobiliteit Nieuwe uitdaging voor facility …...mate via de ‘digitale snelweg’ waardoor de inloop in de vestigingen afneemt. Gezien het feit dat vestigingen veelal op duurdere

2322 fmi 6 - 2012 fmi 6 - 2012

Thema Duurzaam Fm

Het mobiliteitsvraagstuk kan vanuit verschillende perspectieven bekeken worden. In dit artikel staat het perspectief van de klant en de aanbieder centraal. Allereerst belichten we de gedachten van Jeroen Goos-sen, category manager Smart Mobility bij USG People; het klantperspectief. Daarna belichten we de mening van Alexander Prinssen, vice president bij Athlon Mobility Consultancy; het aanbiederperspec-tief. Zij geven hun kijk op duurzame mobiliteit. Ze nemen ons mee in de ontwikkelingen rondom mobi-liteit en de gevolgen die deze kunnen hebben voor het facilitaire werkveld.

Het klantperspectiefDe functie van Jeroen Goossen is recent gecreëerd bij USG People. Aanleiding hiervoor is de toene-mende vraag naar zogenaamde slimme mobiliteits-oplossingen. Zowel duurzaamheids-, arbeidsvoor-waardelijke- en kostendoelstellingen liggen aan deze toenemende vraag ten grondslag. Het primaire doel van de functie is het centraal ontwikkelen en on-derhouden van mobiliteitsbeleid waarbij tegemoet wordt gekomen aan de door USG People aan haar werkmaatschappijen gestelde doelstellingen.

Erik Ernst en Julian van Stratum

Fotografie: Levin den Boer – persfoto.nu

De facilitaire branche kent een groot aantal trends en ontwikkelingen die

inmiddels zijn uitgegroeid tot uitgeknepen containerbegrippen. Denk

hierbij aan het nieuwe werken en mvo, die inmiddels al jaar en dag tot de

focuselementen van het facilitaire takenpakket behoren. Een ander on-

derwerp dat we daar wellicht aan toe kunnen voegen is duurzame mobi-

liteit, maar is dat nu werkelijk zo?

Nieuwe uitdaging voor facility manager

Slimme mobiliteit

Ontwikkelingen wagenparkBegin 2009 is USG People gestart met het introduceren van zuinigheidscriteria in de keuze van auto’s. Hierbij zijn maximale energielabels ingesteld. Dit is medio 2011 aangescherpt. Er worden sindsdien uitsluitend nog auto’s met maximaal energielabel B geleast met als resultaat dat het USG People wagenpark (circa 2.000 voertuigen) op dit moment voor 87 procent bestaat uit auto’s met energielabel A en B. Ten opzichte van begin 2009 is de gemiddelde werkelijke CO2-uitstoot met ruim 12,5 procent gedaald. Op basis van hun huidige wagenparkomvang en totaal aantal gereden kilometers op jaarbasis komt dit neer op een daling van de CO2-uitstoot met meer dan 1 miljoen kilogram. Omdat USG People een daadwerkelijke vergroening van het wagenpark nastreeft zijn zij voorzichtig met het toelaten (plug in) hybride en (semi) elektrische voertuigen in hun wagenpark. Dit vanwege het feit dat ze eerst willen vaststellen in hoeverre dergelijke auto’s daadwerkelijk bijdragen aan de duurzaamheid-doelstellingen. Ter illustratie: bij de introductie van de Toyota Prius zijn leaserijders massaal op deze auto overgestapt. In veel gevallen niet omdat zij een positieve bijdrage wil-

Page 2: Slimme mobiliteit Nieuwe uitdaging voor facility …...mate via de ‘digitale snelweg’ waardoor de inloop in de vestigingen afneemt. Gezien het feit dat vestigingen veelal op duurdere

2524 fmi 6 - 2012 fmi 6 - 2012

Thema Duurzaam Fm

Het aanbiederperspectiefAlexander Prinssen is eindverantwoordelijk voor de recent opgerichte entiteit Athlon Mobility Consul-tancy (AMC). Reden voor het oprichten van deze entiteit heeft te maken met de organisatiestructuur waarbij zij de rol als mobility provider willen aan-nemen. AMC geeft advies aan bedrijven over hun mobiliteitsbeleid. Dit advies is gebaseerd op drie pijlers: kostenbesparing, duurzaamheid en aantrek-kelijk werkgeverschap. Om AMC compleet te maken is het voormalige Belgische bedrijf ‘Fleet Solutions’ geïntegreerd. Hierdoor hebben de opdrachtgevers van AMC beschikking tot een zeer geavanceerde tool waarmee zij hun mobiliteit in brede zin kunnen regi-streren, administreren en beheren.Prinssen verstaat onder duurzame mobiliteit alle manieren om mensen op de meest kostenefficiënte en duurzame manier met elkaar te verbinden. Hierbij staan vijf vragen centraal in een duurzaam mobili-teitsplan:1. Is reizen noodzakelijk?2. Maak je de juiste keuze in het middel om te reizen? 3. Kies je een energiezuinig vervoersmiddel? 4. Rijd je zo zuinig mogelijk?5. Wordt CO2 uitstoot gecompenseerd? De visie van de leverancier op het gebied van duur-zame mobiliteit verwoordt Prinssen als volgt: ‘Ik kan dit het beste toelichten aan de hand van de triangel people, planet en profit. Veel bedrijven zoeken de balans tussen deze pijlers bij de invulling van haar mobili-teitsbeleid. Wat we de laatste tijd met name zien is een sterke wens om mobiliteit te verduurzamen of duur-zaam in te vullen, dit hoeft niet noodzakelijkerwijs tegen lagere kosten. Dit geeft dus het belang aan van

duurzaamheid in het mobiliteitsspectrum en de ver-antwoordelijkheid die bedrijven hierin wensen te nemen. Duurzaamheid is niet alleen kiezen voor de meest duurzame mobiliteitsoplossing, maar je conti-nue afvragen of je wel mobiel moet zijn. Meer bedrij-ven gaan ook kijken naar de intensiteit van haar mobiliteit (slim reizen, slim werken). Ik geloof in een flexibilisering van mobiliteit gebaseerd op mobiliteits-patronen (levensfase, functie, generatie).’Prinssen geeft aan dat de leasemarkt inderdaad zich de komende jaren steeds meer gaat richten inte-grale mobiliteitsdiensten. Juist om deze reden heeft Athlon de ambitie om een leading provider te worden van sustainable mobility. Door de eerder genoemde trends in mobiliteit is het evident dat de leaseauto minder aantrekkelijk wordt. Leasemaatschappijen gaan dus invulling geven aan bredere mobiliteit omdat de markt daar om vraagt. Een passend voor-beeld hiervan is de lancering van het Athlon Flex Centre op Schiphol-Rijk, een professionele vergader-, werk-, en ontmoetingsplek, die bedrijven voorziet in de wens om haar medewerkers tijd- en plaatson-afhankelijk te kunnen laten werken. Het is dus een strategische keuze van leasemaatschappijen om zich danwel louter te focussen op autoleasing en dus meer in een niche te opereren, dan wel de grotere markt van mobiliteit te betreden en daar andere proposities voor te ontwikkelen.’

OverheidOnze overheid stimuleert duurzame mobiliteit op diverse fronten. Hieronder een aantal voorbeelden hiervan:• De overheid stelt zich middels het platform ‘slim

werken, slim reizen’ ten doel om in 2016 5 procent minder autokilometers in de spits te hebben ten opzichte van 2011.

• In de afgelopen jaren zijn energiezuinige autokeu-zes gestimuleerd door beperking van BPM en bijtel-ling ten opzichte van de meer vervuilende catego-rieën. De normen voor de zuinigheidscategorieën A tot en met G worden jaarlijks herzien. Deze herziening is gebaseerd op de ontwikkeling van de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe personen-auto’s. Momenteel neemt de gemiddelde CO2-uit-stoot van nieuwe auto’s af, waardoor de normen voor de categorieën A tot en met G scherper wor-den. Door deze aanscherping kan het voor komen dat een model in het ene jaar bijvoorbeeld een B-label heeft en het jaar erop een C-label krijgt.

• De overheid subsidieert verschillende onderzoeks-projecten in het kader van duurzame mobiliteit. Denk hierbij aan onderzoek naar alternatieve brandstoffen, elektrisch vervoer, et cetera.

• De overheid investeert in openbaar vervoer zodat dit een aantrekkelijk alternatief wordt/blijft ten opzichte van andere vormen van mobiliteit.

len leveren aan het milieu, maar vanwege de lage fis-cale bijtelling. De verbruikscijfers van dergelijke auto’s bleken in de praktijk tegen te vallen en niet per defini-tie bij te dragen aan een verlaging van de CO2-uitstoot.

Definitie van duurzame mobiliteitGoossen verstaat onder mobiliteit feitelijk alles wat te maken heeft met het verplaatsen van medewerkers van A naar B. Dit betreft zowel zakelijke verplaatsin-gen als woon-werk verplaatsingen. Duurzame mobi-liteit zegt iets over de wijze waarop je je verplaatst, maar zeker ook het voorkomen van verplaatsingen. De meest duurzame reiskilometer is de reiskilometer die je voorkomt. Er ligt dan ook een directe relatie tussen mobiliteit en HNW.Vanuit klantperspectief blijft de auto altijd een be-langrijke rol houden binnen de totale zakelijke ver-voersvraag. Daarmee dient de auto ook als uitgangs-punt meegenomen te worden in het duurzame mo-biliteitsvraagstuk. Veelal is de auto het best passende vervoersmiddel. We wonen immers niet allemaal in de Randstad waar er legio (keten) alternatieven voor de auto aanwezig zijn. Vanuit het perspectief van de leaserijder moeten we ook zeker het arbeidsvoor-waardelijke aspect van de auto niet onderschatten. Er wordt te vaak te gemakkelijk verondersteld dat men bereid is een kleinere auto te kiezen om ook gebruik te kunnen maken van bijvoorbeeld het open-baar vervoer. Volgens Goossen zijn de belangrijkste stuurelementen voor duurzaamheid gelegen in:•energiezuiniger worden van de gehele autobranche;•actieve sturing van de werkgever in de autokeuze;

•financiële uitwisselbaarheid van autokilometers met kilometers in andere vervoersvormen. Dit idealiter binnen een persoonsgebonden mobiliteitsbudget. Goossen ziet een persoonsgebonden mobiliteits-budget in de toekomst als goed alternatief, echter heeft de markt nog veel werk te doen om dit op een goede manier aan te bieden;

•beperken van kilometers door flexibiliteit, denk aan werken vanuit huis, video conferencing, et cetera.

Veranderende behoefteVoor een organisatie als USG People neemt het belang van slimme mobiliteit de komende jaren sterk toe. Dit heeft primair te maken met het feit dat het traditionele uitzendbureau langzamerhand uit het straatbeeld zal verdwijnen. Eerste contacten met potentiële uitzendkrachten verlopen in toenemende mate via de ‘digitale snelweg’ waardoor de inloop in de vestigingen afneemt. Gezien het feit dat vestigingen veelal op duurdere locaties gelegen zijn en de commerciële productivi-teit moet toenemen, ligt een wijziging van het tra-ditionele huisvestingsmodel voor de hand. Minder vestigingen en locatieonafhankelijk werkende inter-cedenten. Het resultaat van deze ontwikkeling is dat de mobiliteitsbehoefte sterk zal toenemen. Dit vraagt om slimme mobiliteit om te voorkomen dat het wagenpark explosief gaat groeien. Onder slimme mobiliteit verstaat Goossen enerzijds mobiel tegen zo laag mogelijke kosten; en anderzijds zo efficiënt mogelijk in reistijd.Goossen verwacht dat leasemaatschappijen zich de komende jaren steeds meer gaan ontwikkelen tot aanbieders van integrale mobiliteitsdiensten. Naast de veranderende vraag in de markt werkt de aangekon-digde IFRS-wijziging (een set van afspraken over hoe het jaarverslag van een verslagplichtige organisatie er uit dient te zien) met betrekking tot leaseauto’s als een accelerator. Deze wijziging betekent voor fleetowners dat de waarde van het wagenpark geactiveerd dient te worden op de balans, waarmee een belangrijk argu-ment om te leasen komt te vervallen. Dit is uiteraard een bedreiging voor de leasemarkt en reden om com-plete mobiliteitsoplossingen aan te gaan bieden.

Alexander Prinssen

Jeroen Goossen

> Specificaties Tesla Roadster SportTopsnelheid: 210 kilometer per uur0 – 100: 3,7 secondenVermogen: 248 PKEmissie: GeenBijtelling: 0 procentActieradius: 340 kilometer per oplaadbeurtPrijs: 99.000 (excl. BTW)HandgemaaktVervaardigd uit carbonvezel

Page 3: Slimme mobiliteit Nieuwe uitdaging voor facility …...mate via de ‘digitale snelweg’ waardoor de inloop in de vestigingen afneemt. Gezien het feit dat vestigingen veelal op duurdere

27fmi 6 - 2012

> Erik Ernst is facility manager bij USG People en Julian van Stratum is Business Manager bij Yask. Beiden zijn lid van de redactiecommissie van FMI.

Trends en ontwikkelingenBinnen mobiliteit zijn drie belangrijke trends waar-neembaar: Re-urbanisatie: De bevolkingsgroei (1,2 miljoen inwoners tot 2040) concentreert zich in 2040 in de vier grote steden (de Randstad), Almere, en de stede-lijke uitlopers richting Alkmaar, Zwolle, Arnhem en de Brabantse stedenrij. Ook de bevolking in diverse randgemeenten van de grote steden zal een sterke groei doormaken. Steden aan de landsgrenzen zullen qua inwonersaantal juist gaan krimpen.Het nieuwe werken: veel bedrijven implementeren momenteel een andere vorm van werken waardoor reisfrequentie, reismomenten en reisvorm veranderen als gevolg van plaats en tijd onafhankelijk werken. Generatie Y: de jongere generatie medewerkers, die een andere behoefte stelt aan mobiliteit. In plaats van een leaseauto kiest deze generatie liever voor een mobiliteitsbudget waarin ze meer verantwoordelijk dragen voor de kosten van mobiliteit, maar ook meer keuzevrijheid hebben. Verder zal duurzame mobiliteit voornamelijk in de publieke sector een belangrijk kwalificatie criterium worden voor het succesvol in-schrijven op aanbestedingen. Naast de publieke sector zal tevens in de private sector het aantoonbaar maken van je duurzame mobiliteitsbeleid een ontbindende voorwaarde zijn in het doen van zaken.

ConclusieEr is een heel aantal zaken dat zowel vanuit de klant-zijde als vanuit de aanbiederzijde wordt benoemd als trends. We zien een duidelijke focus op verduurzaming van mobiliteit. Waarbij er wel duidelijke verschillen zichtbaar zijn in motieven om voor verduurzaming

te kiezen. Voor enkele bedrijven staat duurzaamheid als doel bovenaan, voor andere is het een middel om kosten te beheersen dan wel te verlagen. In alle geval-len een positieve trend. Wat zijn nu de gevolgen van deze trends voor de facility manager? Omdat er een duidelijk verband ligt tussen duurzame mobiliteit en HNW zien we de volgende focus ontstaan voor de facilitaire afdeling: •een veranderende vraag in dienstverlening binnen

de flexibele kantoren. Bijvoorbeeld een andere manier van schoonmaken, veranderende openings-tijden van het gebouw, een restaurant met een duidelijke focus op ontmoeten, andere werkplek-inrichting en managen van de werkplekbezetting;

•invulling van de alternatieve werkplek (thuiswerk-plek) zal een nieuw vraagstuk gaan vormen;

•mobiliteit zal als gevolg van HNW en het duur-zaamheidvraagstuk ook een bredere focus krijgen, denk naast het mobiliteitsvraagstuk ook aan plug-in hybride en (semi-)elektrische auto’s waarvoor diverse voorzieningen nodig zijn zoals speciaal ingerichte parkeerplaatsen met benodigde stroom-punten.

Al met al zal de rol van facility manager in de toekomst er niet minder uitdagend op worden. En blijkbaar mogen we duurzame mobiliteit nog niet toevoegen aan de inhoudsloze containerbegrippen. fmi

Alexander Prinssen en Jeroen Goossen voor de 100 procent elektrische Tesla Roadster Sport

Thema Duurzaam FmPuur natuur op de vierkante meterGroen brengt sfeer in kantoren en in huis, dat is algemeen bekend. Planten hebben een luchtzuiverende werking en

verfraaien het interieur op een natuurlijke wijze. Inhakend op deze gegevens is door Zuidkoop uit De Lier een systeem ontwikkeld om hele wanden in interieurs van planten te voorzien; de Natural Wall. De Natural Wall is een

verticale tuin die in elk kantoor en elke woonkamer tot zijn recht komt op een minimale vloeroppervlakte.

Het leef- en werkklimaat gaat er met de Natural Wall op vooruit. Aangetoond is dat de Natural Wall per m2 be- plantingsoppervlak ruim een halve liter vocht per dag in de ruimte brengt. Daarnaast is gebleken dat de wand een enorm gunstig effect heeft op de akoestiek in de ruimte. Onderzoeken van de TU Delft hebben bewezen dat de geluidsabsorptie van de Natural Wall ver boven die van de bestaande industriële wanden uitkomt. Maar de ruimtes worden ook sfeervoller, natuurlijker en inspirerender door de toepassing van deze plantenwand. Mensen voelen zich prettig in een goed leefklimaat en presteren daardoor beter. Dat betekent dat er minder stress en ziekteverzuim is. De Natural Wall zorgt voor dit aangename leefklimaat.

Hét voordeel van de Natural Wall is de modulaire opbouw, waardoor de maatvoering aangepast kan worden aan elke standplaats. Hierbij wordt uitgegaan van de basis-units van 100 cm breed en 155 cm hoog. Met opzetunits van 35 cm kan de wand daarna opgebouwd worden tot elke gewenste hoogte. Om een bredere wand te creëren koppelt u meerdere units eenvoudig aan elkaar. Op deze wijze zijn er zowel in breedte als in hoogte onbeperkte mogelijkheden. De benodigde vloeroppervlakte voor de Natural Wall blijft hierbij beperkt tot 29 cm vanaf de wand waartegen montage plaats vindt. En kiest u voor een vrijstaande Natural Wall dan bedraagt de breedte slechts 56 cm. Voor afwijkende maatvoeringen zijn er diverse oplossingen.

De Natural Wall is heel gevarieerd in te vullen met be- planting. Daardoor kunt u de wand optimaal afstemmen op het interieur. U kunt kiezen uit solitaire beplanting of gemengde beplanting, groen blijvend of deels bloeiend. Het behoort allemaal tot de mogelijkheden. Met name licht en luchtvochtigheid spelen een belangrijke rol bij de juiste plantkeuze. De professionals van Zuidkoop kunnen u hierin voorzien van het juiste advies.

Bij nieuwbouw of ingrijpende veranderingen op bestaande locaties doet u er verstandig aan de installatie van de Natural Wall al in een vroeg stadium mee te nemen. Er kan dan worden gekeken naar de constructieve mogelijk-heden, de aan- en afvoer van water, verlichting, enz.

De beplanting van de Natural Wall kunt u eenvoudig zelf onderhouden of laten onderhouden. Eenmaal per twee tot vier weken water geven - afhankelijk van standplaats en beplanting - is voldoende. Door het uitgekiende overloopsysteem is teveel water geven praktisch uitgesloten. Overtollig water wordt hierbij verzameld in de waterbak aan de basis van de Natural Wall. Maar ook een halfautomatisch watergeefsysteem behoort tot de mogelijkheden.

Wilt u meer weten? Bezoek de website www.naturalwall.nl of informeer bij Zuidkoop

Zuidkoop b.v.Zijtwende 52

2678 LJ De Lier0174-514666

[email protected]

NW advertorial 210x297mm HiRes.pdf 1 18-1-2012 10:27:26