Lesvoorbereidingsformulier gemaakt door Iris

Wat voor opdracht ga je geven aan je leerlingen?

De leerlingen gaan een fantasiedier tekenen.Het dier mag de leerling zelf verzinnen of kenmerken gebruiken van verschillende dieren en die tot 1 dier maken.

De leerling gaat 6 of meer structuren in dit dier toepassen.

Welke leerdoelen zijn hierbij belangrijk voor de leerling?

Kennis maken met structuur.Onderzoek doen naar verschillende dieren.Structuur kunnen toepassen in een beeld.Gebruik maken van verschillende soorten materialen

Wat voor materiaal heb je nodig om deze opdracht uit te oefenen?

Een oefenblaadje, A3 formaat blaadje, oost Indische inkt, potlood, ecoline.

Wat voor beeldmateriaal gebruik je voor deze opdracht?

Beeldmateriaal wordt (om in de les te laten zien) plaatjes van structuren. De leerlingen moeten zelf ook plaatjes op zoeken van structuren (op internet of zelf fotograferen) zodat ze deze als inspiratie kunnen gebruiken voor de tekening.

Geef een geplande tijdsindeling van de opdracht.

Week 1: leerling kennis laten maken met structuren. Voorbeelden laten zien, reader uitdelen, huiswerk opgeven om structuren te zoeken.Week 2: Leerling gaat structuren tekenen (naar aanleiding van plaatjes die de leerling meeneemt). Ook gaat de leerling bedenken welk fantasiedier hij/zij wil maken.Week 3 – 5: Beginnen aan fantasiedier.Week 6: afronden opdracht structuur

(Geef een geplande tijdsindeling van de les 1 t/m 6)

(hier kun je ook bijzetten wat de rol van de docent en rol van de leerling is in je geplande tijdsindeling)

Hoe wordt de opdracht afgesloten? Presentatie, toets, verslag, anders..

Hoe wordt het eindresultaat beoordeeld?

Cijfer, woordbeoordeling, anders.

Aan de hand van welke criteria wordt het eindresultaat beoordeeld?

De leerlingen moet aan het eind van de opdracht dit en dit gedaan hebben en dit en dit kunnen.

Wie beoordeelt het eindresultaat? De docent, de klasgenoten, de leerling zelf, anders.